Als je het huis van de Santanno’s binnen kwam, dacht Felicity, was het alsof je op de verkeerde knop van de afstandsbediening had gedrukt en volkomen onvoorbereid in een uiterst luidruchtige buitenlandse film terechtkwam – zonder ondertiteling.

Van alle kanten kwamen er ravenzwarte of zilvergrijze schoonheden op haar af die de lucht rond haar wangen zoenden en haar opnamen, niet alleen met hun ogen, maar zelfs met hun handen langs haar lichaam strijkend, alsof ze een prachtige jurk in een winkel was, en aan hun zus, nicht of moeder vroegen wat die ervan vond! Ze duwden haar borden met eten in haar handen, vulden haar glas met een dieprode wijn waar ze absoluut geen trek in had, maar als ze probeerde haar glas af te dekken, trokken ze gewoon haar hand weg. ‘Cincin,’ drong een zeer aantrekkelijke grootmoeder aan toen ze probeerde hen tegen te houden.

‘Kan ik misschien een glas water krijgen?’ vroeg ze. ‘Water,’ herhaalde ze. Haar geduld sloeg om in wanhoop toen de vrouw haar opnieuw glazig aankeek.

‘Ze heeft geen idee waar je het over hebt.’

Bij het horen van die zachte, lage stem ontspande ze meteen. Er werd een glas ijskoud water in haar handen gedrukt, en dankbaar nam ze een slok. ‘Ik wilde alleen maar een glas water.’

‘En zij willen alleen maar een stukje van jou. Je bent nogal een succes, Felice. Ik ben bang dat ze je de hele avond zullen opeisen.’

‘Dat is prima.’ Ze lachte, zelf verbaasd dat ze het helemaal niet erg vond. Ze waren luidruchtig, kleurrijk en bazig, maar, besefte Felicity bijna meteen, gewoonweg geweldig hartelijke mensen.

‘Het enige probleem is dat als ze niet eens “water” verstaan, het wel erg moeilijk is om te communiceren.’

‘Het heeft ook zijn voordelen: wij kunnen overal over praten!’ zei Luca met een knipoog. ‘Als jij gewoon naar ze blijft lachen, lachen zij terug.’

‘Wat is er nu weer aan de hand?’ De menigte dromde samen, en iedereen in de kamer sloeg met een lepel of vork op de rand van zijn glas. Haar glanzende ogen richtten zich vragend op Luca, die zijn familie glimlachend gadesloeg.

‘Een Italiaanse traditie.’

‘Wat?’

‘Elke keer als iemands glas rinkelt, worden we geacht elkaar te kussen. Dat gaat de hele avond door.’

‘De hele avond?’

Zijn armen lagen om haar heen, hij boog zijn gezicht naar haar toe, en ze keek verlegen op. Ze verwachtte een vluchtige kus, een beleefd antwoord op wat de aanwezigen eisten. Toen Luca’s lippen echter de hare raakten, trok hij haar zo dicht tegen zich aan dat haar adem er in één verbaasde snik uit kwam, die onmiddellijk gesmoord werd door zijn lippen.

Toen het waarderende gejuich van de aanwezigen in de verte begon weg te sterven, hadden zijn stoppels haar gezicht zowat open geschuurd. Hij trok haar lichaam nog dichter tegen het zijne aan, haar opeisend in een schaamteloze, bezitterige, openbare uiting van affectie.

Hij trok zich iets terug. ‘De hele avond,’ zei hij met rauwe stem en wellustige ogen. Hij rook heet en sexy, en ze kon zijn aanraking bijna niet verdragen zonder de wetten van het fatsoen te overtreden.

‘Stel je me nog voor? Tenslotte heb ík de ring uitgekozen!’

De plotseling voelbare spanning in Luca’s lichaam maakte Felicity meteen duidelijk aan wie de spinnende stem toebehoorde. Met een opgeplakte glimlach draaide ze zich om naar haar voorgangster, vastbesloten kalm te blijven en Luca’s verleden te accepteren. Niets had haar echter voorbereid op de verbijsterende weelderigheid van Anna. De foto in de krant had geen recht gedaan aan de magnifieke rondingen, de zwarte krullen die langs haar lange nek vielen, de enorme boezem die uit haar zwartfluwelen jurk puilde, de smalle taille, overgaand in ronde billen die ronduit de spot dreven met dat wat Felicity te bieden had. Naast deze oogverblindende verschijning voelde ze zich een bleke, vale schaduw.

‘Felicity, dit is Anna.’

Luca’s stem trilde niet, en hij bleef lachen, maar toen zijn hand van haar schouder naar haar onderrug gleed, haar zachtjes vooruitduwend naar de gevreesde kennismaking, voelde ze de spanning in zijn vuist. Naar de plotselinge stilte in de kamer te oordelen, had ze alle reden om nerveus te zijn. ‘Aangenaam kennis te maken.’

‘En Ricardo, Anna’s man en mijn zeer goede vriend.’

‘Aangenaam.’ Felicity was verbaasd toen Ricardo naar voren stapte. Ze had een geriatrische playboy verwacht, maar Ricardo was een van die mannen die mooi oud worden. Zijn haar was overwegend grijs, maar bijzonder goed geknipt, en op zijn getaande gezicht waren nauwelijks rimpels te bekennen. Hij was bijna even lang als Luca, en hij had een zware stem en sensuele ogen waarmee hij waarschijnlijk jarenlang vrouwen had verleid.

‘Bella!’

Dit keer kreeg ze niet formeel een hand, en er werd ook niet in de lucht gekust. In plaats daarvan kuste Ricardo haar eerst op beide wangen en vervolgens op haar lippen, terwijl Luca’s vuist bijna een deuk in haar rug maakte.

‘Je hebt een uitstekende smaak, Luca.’

‘Ik ook,’ lispelde Anna, Felicity’s hand pakkend en de ring bestuderend. ‘We hadden een heel fijne middag samen toen we hem uitzochten, hè, Luca?’

Haar stem was nu bijna een bariton, zo laag, en Felicity stond er ziedend van verontwaardiging bij, terwijl Anna de diamant bekeek, met een boosaardig lachje rond haar volle lippen.

‘Natuurlijk wilde Luca zich er snel vanaf maken,’ mompelde ze. ‘Je weet hoe mannen zijn. Maar ik zei: “Nee, we moeten er de tijd voor nemen. Ik weet wat vrouwen willen, en dit is iets wat we echt goed moeten doen”. En dat hebben we gedaan!’ De triomfantelijke klank in haar stem bleef niet onopgemerkt, evenmin als haar seksuele insinuatie.

‘Ja, dat hebben jullie gedaan,’ zei Felicity kalm. Ze ging nog wat dichter bij Luca staan en was hem eeuwig dankbaar toen hij bezitterig in haar arm kneep. ‘Bedankt dat je hebt geholpen de ring uit te zoeken.’ Haar glas op een blad zettend, lachte zij op haar beurt Anna vals toe. ‘Ik vind het zo fijn om hem te dragen!’

Het had een geweldige avond moeten worden. Luca’s familie had alle registers opengetrokken, had hun indrukwekkende huis opengesteld en haar in de duur geurende boezem van hun familie verwelkomd, maar Felicity voelde zich alsof ze gevangen zat in een draaimolen. De lichten en de kleuren vloeiden allemaal in elkaar over, op één na: de zwarte ogen van Anna, die genadeloos op haar gericht waren.

Ze wilde op de uitknop drukken, uitstappen, ze wilde dat Luca haar naar huis bracht – waar dat ook mocht wezen – om weer wat orde terug te krijgen, weer een soort routine in te stellen. Ze wilde dat de dingen weer normaal werden.

‘Het valt je zwaar, klopt dat?’ Ricardo betrapte haar op een onbewaakt moment, toen ze net met een zware zucht haar pony naar boven blies.

‘Ze zijn allemaal heel charmant,’ antwoordde ze met een gemaakt lachje. Luca had tenslotte de rol van toegewijde verloofde en kersverse echtgenoot voor haar familie gespeeld, dus nu was het haar beurt. ‘Ik ben alleen moe na zo’n lange vlucht. Al moet ik toegeven dat ik me ook schuldig voel als ik klaag; we hebben het grootste deel van de vlucht geslapen. Die stoelen kunnen tot heerlijke bedden worden uitgeklapt.’ Beseffend hoe onervaren ze moest klinken voor deze wereldwijze man, haalde ze hulpeloos blozend haar schouders op.

‘Ja, maar toch gaat er niets boven je eigen bed. Vooral als je zo oud bent als ik.’ Hij lachte haar innemend toe. ‘Heb je nog niet zo vaak gevlogen?’

Ze schudde haar hoofd, beseffend dat ze Ricardo heel aardig vond. ‘Alleen af en toe met een gezinsvakantie van Melbourne naar Queensland.’

‘Je kunt eraan wennen – als je wilt, tenminste.’ Ricardo zag Felicity’s frons, en hij lachte opnieuw. ‘Onze partners leiden een jetsetbestaan, en dat kan soms heel vermoeiend zijn. Persoonlijk blijf ik liever hier, bij mijn druiven.’

‘Je druiven?’

Ricardo’s grijns werd nog breder. ‘Dat zijn mijn baby’s.’

Hij was aardig, besefte Felicity, en misschien, heel misschien, had ze het allemaal wel mis. Ricardo was niet dom, en hij was zeker een knappe, sexy man. Misschien was Anna toch verliefd op hem. Net toen ze zich ontspande, net toen de avond toch nog niet zo slecht leek, sloegen haar zenuwen op hol. Ricardo was door blijven praten, en zijn stem klonk zo gewoon dat het even duurde voordat ze begreep wat hij zei.

‘Het spijt me dat Anna je daarnet van streek maakte door met Luca te flirten. Dat was zeer ongepast.’

‘Dat deed ze niet. Ze… Ze was niet…’ stamelde Felicity. ‘Ik bedoel dat ik niet van streek was.’

‘Ze flirtte wel degelijk.’ Hij had net zo’n zwaar accent als Luca, maar ook zijn Engels was heel precies.

Felicity sloeg haar ogen neer, niet wetend wat ze moest zeggen. Hij was tenslotte Anna’s man.

‘Ik zal met haar praten zodra we thuis zijn. Je bent een aardige vrouw, Felicity. Ik wil niet dat je in verlegenheid wordt gebracht. Anna en Luca moeten leren discreter te zijn.’

‘Discreter?’ vroeg ze, verbijsterd haar hoofd schuddend. ‘Er is niets aan de hand.’

‘O, Felicity…’

Terugdeinzend voor het medelijden dat ze in zijn ogen zag, schudde ze nog heftiger haar hoofd. ‘Je hebt het mis,’ hield ze vol, maar de twijfel in haar stem was zelfs voor haarzelf hoorbaar. ‘Er is niets gebeurd in het hotel. Helemaal niets.’

‘Heeft Anna je ring uitgekozen?’ De zwarte ogen keken haar onderzoekend aan. ‘Natuurlijk niet. Dat weten we allebei. Anna’s optreden van daarnet was gewoon een onderdeel van de schertsvertoning waar we allemaal aan meedoen. Maar Luca is een goede man, Felicity. Hij zal je niet te schande maken. Je bent tenslotte zijn vrouw.’

Hoewel Ricardo haar probeerde te troosten, slaagde hij daar niet in. Het liefst had ze haar handen voor haar oren geslagen om de noodlottige woorden die hij sprak niet te hoeven horen, om zichzelf te beschermen tegen een waarheid die ze niet kon verdragen.

‘Je zult moeten leren de andere kant op te kijken.’

‘Dáár ben je!’

Luca was terug, maar deze keer bracht hij haar geen troost. Ze wilde ruimte om over dingen na te denken.

‘Je ziet er moe uit.’

Ze zag sneeuwvlokken in zijn haar, en ze huiverde van de koele nachtwind die hij mee naar binnen bracht.

Zijn ogen stonden bezorgd, en een tedere hand veegde een krul uit haar gezicht. Hij legde een hand onder haar kin en hield hem daar, alsof hij echt om haar gaf.

‘Dat ben ik ook.’ Haar stem was hoog, en haar hart ging zo tekeer dat ze er zeker van was dat hij het kon horen. ‘Waar was je?’

‘Ik heb met mijn vader gepraat.’ Bevreemd keek hij haar aan. ‘Waar dacht je dat ik was?’

‘Je hebt je drankje op het balkon laten staan, schat.’ Anna kwam aanlopen. Haar lage stem klonk nu raspend.

Zelfs als ze het had gewild, had Felicity de sneeuwvlokken op Anna’s haar niet kunnen negeren, evenmin als de intieme manier waarop ze Luca zijn drankje overhandigde en, wat nog veel erger was, het medelijden in Ricardo’s ogen toen hij wrang naar haar glimlachte.

De draaimolen ging nu langzamer, de kleuren en lichten waren weer te onderscheiden, de wereld werd weer scherp zichtbaar, en Felicity was niet blij met wat ze zag. ‘Breng me naar huis, Luca,’ zei ze met krassende stem, en als de vloer niet was blijven draaien onder haar, zou ze de arm die Luca haar aanbood geweigerd hebben en zonder hulp de kamer uit zijn gelopen.

‘Ricardo zegt dat jij en Anna discreter moeten zijn.’

Ze bleven maar omhoogrijden. De kronkelende weg was in de berghelling uitgehakt, de gevaarlijke afgrond zichtbaar in het maanlicht. Toch was het niet het rijden aan de ‘verkeerde’ kant van de weg dat haar van streek had gemaakt. Dat had het gesprek met Ricardo gedaan. Ze vroeg zich af hoe ze het best te werk kon gaan. Opzij kijkend nam ze het hooghartige profiel in zich op dat haar nog altijd de adem benam, de rechte Romeinse neus, de gebeeldhouwde jukbeenderen die zijn amandelvormige ogen accentueerden, en ze wenste dat zijn schoonheid haar niet zo zou raken.

‘Ricardo weet niet waar hij het over heeft.’ Hij schakelde, rommelde aan de radio en maakte zich ogenschijnlijk totaal niet druk over het gesprek.

Felicity wilde echter dringend antwoord. ‘Hij leek anders nogal zeker van zijn zaak. Luister, Luca, ik weet dat dit geen gewoon huwelijk is en dat het niet eeuwig zal duren, maar ik laat me niet voor schut zetten. Ik kan niet tegen het idee dat je haar bed uit komt en direct daarna in dat van mij stapt.’ Het getrommel van zijn vingers op het stuurwiel maakte haar helemaal razend. ‘Luca, verdorie, luister je wel naar me?’

‘Als je iets relevants te zeggen hebt, luister ik,’ antwoordde hij uit de hoogte.

‘Dit is heel relevant!’ Ze zette de radio uit, vast van plan zijn aandacht te vangen. ‘Ben je van plan om met Anna door te gaan zoals voorheen?’

‘Door te gaan waarmee?’ vroeg hij grof.

‘Ben je van plan haar als maîtresse te houden?’ vroeg ze tandenknarsend.

‘Waarom zou ik een maîtresse nodig hebben?’ Zijn handen lieten het stuur los en maakten een wild gebaar.

Ze greep zich aan haar stoel vast en bedacht dat het niet verstandig was om de confrontatie met hem aan te gaan als ze langs een afgrond reden.

‘Zolang ik met jou ben is dat niet nodig.’

‘Is dat een dreigement?’

Een diepe zucht was het enige antwoord dat ze kreeg. ‘Bedoel je dat jij wegblijft bij Anna zolang ik je maar tevredenstel? Dat zodra ik je je zin niet geef, jij troost zoekt bij Anna?’

‘Je verdraait mijn woorden.’

‘Dat dacht ik niet, Luca. Je zei tegen me dat je met je vader had gepraat.’ Ze hoorde zelf dat haar stem een behoeftige toon kreeg, en corrigeerde dat snel. ‘In plaats daarvan was je op het balkon in de sneeuw de hemel mag weten wat met Anna aan het doen.’

Hij gaf geen antwoord, maar reed met een grimmig gezicht verder.

‘Ik laat me niet voor schut zetten, Luca. Als er iets aan de gang is tussen jullie, dan wil ik dat van jou horen. Anna zei -’

‘“Anna zei”!’ brieste hij. ‘“Ricardo zei”!’ De auto maakte een schuiver, maar hij had hem snel weer onder controle, al werd zijn humeur er niet beter op. ‘Ik ben je man, verdorie!’ schreeuwde hij. ‘Telt dan niet zwaarder wat ík zeg? Waarom luister je naar hén? Waarom geloof je hén, en mij niet?’

‘Omdat…’ Ze wendde haar blik af. Ze keek nog liever naar de steile afgrond dan dat ze zichzelf kwelde door naar hem te kijken, met zijn vergevingsgezinde glimlach als ze hem de waarheid durfde te zeggen. Dat dit geen oplossing was en dat ook nooit was geweest. Dat dit huwelijk geen verstandshuwelijk was, dat het juist erg ónverstandig was geweest om te trouwen. Het had haar wereld op zijn kop gezet. Het enige wat haar staande hield, was de zalige gedachte aan vrijen met hem, zijn armen om haar heen, zijn liefkozingen.

De auto knarste over grint en kwam tot stilstand voor een reusachtig stenen huis. Er ging licht aan toen Luca aan de handrem trok. Aan zijn ademhaling was te horen dat hij zich opwond.

‘Mijn vader rookt, en mijn moeder wil niet dat hij dat binnen doet.’ Zijn stem klonk neerbuigend, alsof ze het zich allemaal maar inbeeldde en hij weigerde erin mee te gaan. ‘Daarom stonden we buiten. En,’ voegde hij er vals aan toe, ‘als je de moeite had genomen je bij je man te voegen in plaats van binnen aan Ricardo’s lippen te hangen, hadden we nu dit gesprek niet hoeven voeren.’

‘Dus ik heb het helemaal mis?’ kaatste ze sarcastisch terug. ‘Of misschien juist niet. Misschien heb ik te laat “de andere kant op gekeken”.’

Er kwam een ouder stel op hen af. De man deed de achterklep open, de vrouw bleef vol verwachting in de sneeuw staan bibberen, als een hond die na een lange scheiding zijn meester begroet.

‘Ik neem aan dat dit de beruchte Rosa is?’

‘Ze ziet ernaar uit kennis met je te maken.’

‘Dat zal ik onthouden als ze me Anna noemt,’ snauwde ze. ‘En nu wil jij zeker dat ik het romantische pasgetrouwde vrouwtje speel? We mogen tenslotte het personeel niet teleurstellen.’

Luca zuchtte. Hij rukte het portier open, liep voor langs de auto en groette het oudere stel dat op hem af was gekomen, zijn adem dampend in de koude berglucht.

Felicity bleef rillend zitten. De ijskoude lucht die door het open portier naar binnen kwam, was te verkiezen boven de kille blik waarmee hij haar aankeek toen hij aan haar kant het portier openrukte.

‘Kom op, schat.’ Zijn stem was als een liefkozing, maar de blinde woede in zijn ogen ontging haar niet. ‘Ik kan niet wachten tot ik je binnen heb.’ In één soepele beweging tilde hij haar op, haar verontwaardigde protest negerend, en schopte met een fraai geschoeide voet het portier dicht. Nauwelijks hijgend droeg hij haar de trap op en de voordeur door, voor haar eerste glimp van het huis, waar in de hal een rij personeelsleden lachend stond toe te kijken.

‘Zet me neer, Luca.’ Haar stem was zacht, haar geforceerde glimlach bleef op zijn plaats, maar haar ogen maakten duidelijk dat ze het meende.

‘Als ik zover ben. Zoals je al zei, mogen we het personeel niet teleurstellen.’

‘Luca…’ Haar stem was nog altijd kalm, maar haar boosheid zwol aan; ze weigerde pertinent zich door hem te laten intimideren. ‘Als je me niet meteen neerzet, laat ik deze hele schertsvertoning mislukken.’ Ze wist dat ze niet van hem kon winnen, wist dat de armen die haar stevig vasthielden haar alleen zouden loslaten als hij daaraantoe was, en ze wist ook dat die heerlijke brede mond haar tot zwijgen zou brengen als ze protest aantekende. Maar dat kon zij ook!

Brutaal drukte ze haar mond op de zijne, en voelde zijn verbazing toen haar tong zijn lippen vaneenduwde. Zijn greep verstevigde zich onder het zoenen, en hij begon sneller te ademen, onwillekeurig zijn ogen sluitend, terwijl hij haar heerlijke geur inademde, maar ze weer openend toen ze zich terugtrok.

‘Zet je me nou neer?’

Eindelijk deed hij eens wat hem gevraagd werd, maar toen hij haar voorzichtig liet zakken, wenste ze bijna dat hij dat niet had gedaan, omdat ze heimelijk de kracht miste waarmee hij haar had doordrenkt nu ze tegenover de argwanende, nieuwsgierige blikken van het verzamelde personeel stond te blozen, terwijl Luca haar in rap Italiaans voorstelde.

‘Dit zijn Rosa en Marco.’ Hij leidde haar naar voren, en op het moment dat ze haar hand naar Rosa uitstak, betreurde ze haar nogal formele begroeting.

‘Je wordt geacht haar op haar wangen te kussen,’ zei Luca zacht.

Maar zijn waarschuwing kwam te laat, en toen de oudere vrouw met tegenzin haar hand schudde, besefte Felicity dat ze nu al iets goed te maken had, en dat de nogal bezitterige Rosa niet de lieve oude dame was die Luca had beschreven.

‘Kom.’ Met iets wat op gesnuif leek, leidde ze hen naar wat vermoedelijk de zitkamer was, al waren het hoge plafond en het donkere leren meubilair, de koele marmeren vloer en het sierlijke antiek dat de zware bijzettafels omlijstte, mijlenver verwijderd van de gezellige gastvrije zitkamer van haar ouders.

Met half geloken ogen sloeg hij haar gade, zijn trekken verzacht door een glimlach, terwijl zij aarzelend de kamer rond keek.

Weg was het jonge poesje. Ze leek nu meer op een kat. Een gracieuze katachtige met wantrouwende ogen, haar angst verbergend achter trotse afstandelijkheid, met uiterste zorg haar zitplaats kiezend, klaar om bij de minste provocatie op te springen en weg te gaan.

‘Hier.’

Wantrouwig bekeek Felicity het glas dat Rosa haar in haar handen drukte.

‘Limoncello,’ zei Luca. ‘Warm en zoet. Precies wat je nodig hebt op zo’n koude avond.’

Dankbaar nam Felicity een slok, maar ze spuugde het walgelijke drankje bijna weer uit. Met een vies gezicht slikte ze de sterke, zoete likeur door, alsof ze een medicijn innam, tot grote ergernis van Rosa.

‘Niet lekker?’ vroeg ze beschuldigend.

Hulpeloos haalde Felicity haar schouders op. ‘Ik denk dat je het moet leren drinken.’

‘Je had ook gewoon ja of nee kunnen zeggen,’ zei Luca lachend, terwijl Rosa met het drankje wegliep en bijna onmiddellijk met een glas water terugkwam, dat Felicity dankbaar aannam.

‘Het spijt me.’ Rosa haalde haar schouders op, maar de accepterende glimlach stierf op Felicity’s lippen toen de oudere vrouw vervolgde: ‘Het is alleen dat Signorina Anna altijd graag een glas limoncello drinkt voor het slapengaan.’

‘Negeer haar maar,’ zei Luca lachend toen Rosa de kamer verliet. ‘Ze heeft een hekel aan veranderingen, maar ze trekt wel bij. Anna liet haar maar begaan, daarom mist ze haar zo.’

‘Waarmee liet ze haar dan begaan?’ vroeg Felicity nieuwsgierig, haar oren nog natuitend van Rosa’s rancuneuze woorden.

‘Rosa houdt zelf nogal van limoncello. Als Anna er was, viel het niet op hoe snel de voorraad slonk. Ik denk dat ze haar bondgenote mist.’

‘En jij vindt dat niet erg?’ vroeg Felicity, onwillekeurig glimlachend. ‘De meeste mensen houden er niet van als hun personeel zich van hun drank bedient.’

‘Zo erg is het niet om een oogje toe te knijpen. Rosa is een goede vrouw; dat zul je zelf gauw genoeg merken.’

‘Nou, daar reken ik maar niet op. Ik geloof direct dat Rosa dol op jou is, Luca, maar ik betwijfel of haar goede wil zich zal uitstrekken tot je vrouw.’

‘Sorry voor wat Ricardo heeft gezegd.’

Ze haalde haar schouders op.

‘Hij beoordeelt iedereen naar zijn eigen maatstaven.’

‘Heeft hij een vriendin?’ vroeg ze verbaasd.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat staat zijn gezondheid niet toe. Ik denk dat het al moeilijk genoeg voor hem is om Anna bij te houden, laat staan nog een vriendin erbij. Maar in zijn vorige huwelijk had hij wel een maîtresse.’

Ze zuchtte. Het was haar allemaal te ingewikkeld.

‘Je bent doodmoe,’ zei hij vriendelijk. ‘Kom, dan breng ik je naar boven.’

Ze wilde opstaan, maar Luca was haar voor, en dit keer bood ze geen weerstand toen hij haar optilde. Ze liet zich lekker tegen hem aan zakken en leunde met haar hoofd tegen zijn sterke borst, terwijl hij haar de indrukwekkende trap op droeg, een slaapkamerdeur openschopte en haar op een enorm houten bed neervlijde.

‘Arme Felice,’ fluisterde hij, terwijl hij haar met oneindige tederheid uitkleedde en haar pijnlijke voeten masseerde nadat hij haar schoenen had uitgetrokken. ‘Arme schat. Het is ook allemaal zo verwarrend voor je.’ Haar schouders masserend, schoof hij de bandjes van haar jurk naar beneden en trok haar beha uit met de routine van een man die weet wat vrouwen willen. En hoewel Felicity naar geruststelling smachtte in plaats van naar lieve woordjes, en hoewel de ruzie nog in haar hoofd nagalmde, was het zoveel makkelijker om de troost te accepteren die Luca bood, een beetje te sterven in zijn armen, terwijl hij haar vasthield. Om haar angsten het zwijgen op te laten leggen door zijn liefkozingen.