HOOFDSTUK 8

 

 

 

‘O, nee!’ Stephanie drukte ontsteld haar handen tegen haar mond en staarde smekend naar Pietro.

‘O, ja.’ Pietro haalde een hand door zijn haar, draaide zich om en sprak snel tegen Maria, die knikte, Lucia bij de hand greep en met haar wilde weglopen.

Maar Lucia voelde daar niets voor. Ze wilde blijkbaar zien wat er gebeurde. Maria probeerde haar te dwingen, maar Lucia wipte van de kist en stoof instinctief op Stephanie toe. Toen ze haar had bereikt, sloeg ze haar armen om Stephanies benen, precies zoals ze dat altijd bij Santino deed.

Stephanie werd heen en weer geslingerd tussen de wens Lucia te laten doen wat haar verteld was en de aandrang het kind bij zich te houden.

Pietro was oprecht verbaasd over Lucia's reactie.

‘Ach, laat haar maar,’ zei hij, en met een korte handbeweging beduidde hij Maria dat ze kon gaan. De oude kindermeid keek verwijtend naar Stephanie, die bedacht dat ze erin geslaagd was nog een lid van het personeel tegen haar in het harnas te jagen. Pietro wendde zich nu weer tot haar en zei: ‘Ik had graag dat je me vertelde wat er is gebeurd.’

Stephanie zuchtte, maakte zich los uit Lucia’s armen en greep haar in plaats daarvan bij de hand. ‘Er is niets gebeurd,’ ontkende ze heftig. ‘Ik heb alleen het personeel in de keuken toegesproken, dat is alles.’

‘Maar wat heb je dan gezegd?’

Stephanie haalde haar schouders op. ‘Heel weinig.’ Toen kreeg ze een kleur. ‘Ach, ik vertelde Sophia dat ik ook enige zeggenschap wilde hebben bij het leiden van het kasteel.’

‘Wat heb je gedaan!’

‘Je hebt gehoord wat ik zei, Pietro,’ antwoordde Stephanie zo waardig mogelijk. ‘Per slot van rekening kan Santino niet van me verwachten dat ik hier niets doe en me totaal afzijdig houd van alles wat hier gebeurt. Ik ben per slot van rekening zijn vrouw, hoe leeg die verklaring ook mag klinken. Hij kan niet voor de volle honderd procent zijn eigen zin doordrijven. Wanneer hij weg is, moet ik hier toch wel enige zeggenschap hebben!’

Pietro streek opnieuw door zijn haar. ‘Hmm. Ik had kunnen weten dat het iets dergelijks was geweest!’

‘Maar waarom zijn ze in vredesnaam weggegaan? Ik heb niemand horen vertrekken.’

Pietro haalde zijn schouders op. ‘Waarom zou je? Ik veronderstel dat ze gewoon hun spullen hebben gepakt en vertrokken zijn. Hun dorpen liggen hier in de buurt, ofschoon ze op Teresa na hier allemaal inwoonden. Carlo is de man van Dominica.’

‘O.’ Stephanie zuchtte. ‘Nou, het spijt me, maar wat kan ik er aan doen?’

‘Je zou naar Sophia toe kunnen gaan en haar zeggen dat je niet bedoelde wat je zei!’ stelde Pietro hoopvol voor.

Stephanie staarde hem ongelovig aan. ‘Dat kun je niet ernstig menen!’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ik meende wat ik zei.’

Pietro uitte een ongeduldige vloek. ‘En hoe denk je het dan zonder personeel te kunnen redden?’

‘Ik kan ander personeel aannemen,’ antwoordde Stephanie in een poging iets van Santino’s arrogantie over te nemen.

‘Wie wil er voor jou werken?’ Pietro’s stem klonk minachtend. ‘Deze mensen zijn ontzettend loyaal. Ze zullen hier niet heen komen wanneer ze de baantjes van Sophia, Dominica en Carlo moeten ovememen!’

Stephanies wangen gloeiden. ‘Dan zul je voor iemand moeten zorgen die verder hier vandaan komt!’

‘Nee! Dat kan werkelijk niet. Sophia en de anderen moeten terugkomen. Heb je er enig idee van hoe boos Santino zal zijn wanneer hij terugkomt en ze hier niet meer zijn? Sophia heeft al voor zijn familie gezorgd sinds hij een jongen was! Ze ligt hem net zo na aan het hart als een moeder!’

Stephanie trilde een beetje, en ze voelde Lucia’s verhoogde belangstelling. ‘Nou, het spijt me, maar ik verneder me voor geen enkele bediende! Ik heb niets verkeerds gedaan. Ik heb niemand ontslagen, ofschoon ik wel, kan inzien dat Sophia misschien denkt dat ze slecht behandeld is omdat ik me toevallig gedraag als een geëmancipeerde vrouw en niet als een zich vastklampende wijnrank!’ Ze slaakte een onderdrukte uitroep. ‘Hemel! In Engeland zou deze situatie belachelijk zijn! Kun je je een Engelse huishoudster voorstellen die zich beklaagd omdat ze te weinig te doen heeft?’

‘We zitten hier niet in Engeland!’

‘Nee, en ik ben geen Italiaanse, dus wat doen we er aan?’

Pietro beet op zijn onderlip. ‘Ik veronderstel dat ik naar Sophia toe zou kunnen gaan.’

‘En wat ga je haar dan zeggen?’

‘Dat weet ik nog niet.’ Hij streek vermoeid over zijn achterhoofd. ‘Misschien zou ik haar ervan kunnen overtuigen dat jij het alleen maar figuurlijk had bedoeld.’

‘Maar dat is niet zo! Ik heb gezegd dat ik van plan ben met hen allemaal te gaan werken, om er zodoende achter te komen wat ze precies doen...’

‘O, Stephanie, waarom heb je in vredesnaam zoiets krankzinnigs gezegd?’

‘Omdat ik het meende!’

Pietro lachte vreugdeloos. ‘Jij! In een keuken! Borden afwassen!’ Hij schudde triest zijn hoofd.

‘Waarom niet?’ vroeg Stephanie verontwaardigd. ‘Dat kan ik heus wel. Ik heb een cursus gevolgd op het gebied van huishoudelijk...’

‘Je zit hier niet op school, Stephanie!’

‘Dat weet ik ook wel.’ Ze perste boos haar lippen op elkaar. ‘Je schijnt te denken dat ik volkomen hulpeloos en onverantwoordelijk ben!’

‘Ik kan me niet herinneren dat ik je iets vermoeiends heb zien doen zolang je hier bent,’ antwoordde Pietro.

Stephanie trok haar schouders naar achteren. ‘Nee, dat weet ik. En dat is dan ook precies de reden waarom ik heb gezegd dat ik dat wel wilde gaan doen!’

Pietro maakte een wanhopig gebaar. ‘Goed, goed. Ik zal het feit accepteren dat je je verveelt en dat je geldige motieven had om tegen Sophia te zeggen wat je hebt gezegd. Maar dat verandert niets aan het feit dat Sophia hier een bevoorrechte positie inneemt, en die kun je niet zomaar van haar af nemen.’

‘Dat ben ik ook niet van plan!’ Stephanie maakte een onwillekeurige beweging met haar handen. ‘Pietro, probeer het te begrijpen, ik wil mijn plaats innemen als meesteres van het kasteel. Als ik hier moet blijven, en dat schijnt er voorlopig wel in te zitten, dan heb ik toch zeker ook het recht mijn verantwoordelijkheden te aanvaarden.’ ‘Toen Sancha hier was...’

‘Aha, ik dacht wel dat je vroeg of laat op die toer zou gaan,’ snauwde Stephanie. ‘Ik weet het. Sophia heeft het me verteld. Je zuster liet het leiden van het kasteel aan haar over. Maar wat deed zij dan? Hoe hield ze zich bezig?’

‘Ze deed een heleboel dingen.’

‘Zoals?’ Stephanie begon ongeduldig te worden. ‘Tuinieren, veronderstel ik.’

‘Onder andere. Heb je de schilderijen gezien aan de muren van de salon? Die heeft Sancha geschilderd.’

Stephanie zette grote ogen op. ‘Heeft zij dat gedaan?’ riep ze geïnteresseerd uit. ‘Dat - dat had ik nooit gedacht.’

‘Hoe kon je ook? In elk geval was Sancha een nogal onaards persoontje. Ze was ermee tevreden wat rond te scharrelen in de tuin, een beetje te naaien en, wanneer ze daarvoor in de stemming was - te schilderen! ’ Stephanie zuchtte. ‘Goed, maar dat soort dingen doe ik nu eenmaal niet. O, ik kan heus wel een beetje naaien, en ook wel onkruid wieden, maar dat is alles. Ik heb geen bijzonder artistiek talent zoals zij moet hebben gehad. Ik begrijp nu wel dat Sophia haar een meesteres moet hebben gevonden met heel weinig eisen.’

Pietro trok aan zijn oorlelletje. ‘Oké, maar daarmee zijn onze problemen nog niet opgelost, wel? Wat moeten we vanavond bijvoorbeeld eten?’

‘Dominica heeft wat soep gemaakt. Die staat daar op het fornuis. Ik zal hem warm maken en dan kunnen we er wat brood bij nemen. Als dessert is er voldoende vers fruit en kaas. Morgen zal ik wel wat beters organiseren, maar voor vanavond is dat voldoende.’

‘Maar, Stephanie...’

‘Pietro, als je daar blijft staan — doe liever iets!’

‘Zoals?’

‘Zoals wat kolen in het fornuis gooien voordat het uit is. O, en ga Maria zoeken om haar te vragen of ze ook meedoet aan de revolutie of dat ze vertrekt!’

Pietro kon een glimlach niet onderdrukken. ‘Ik weet het niet,’ zei hij hulpeloos, ‘je bent een verbazingwekkende vrouw, Stephanie!’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Maar de hemel helpe je wanneer Santino thuiskomt en ontdekt wat er tijdens zijn afwezigheid is gebeurd!’

 

Op een avond, ongeveer een week na het begin van de crisis, zaten Pietro en Stephanie in de kleine eetkamer koffie te drinken, toen hij zei: ‘Ik heb Sophia vandaag gezien, Stephanie.’

‘O ja? Waar?’

‘In het dorp. Ze logeert momenteel bij haar broer en zijn vrouw.’

‘O,’ Stephanie probeerde niet al te geïnteresseerd te doen. ‘Wat heeft ze gezegd?’

‘Niets over wat er is gebeurd. Ik was degene die erover begon. Ik vertelde haar dat jij en Maria het hier wel wisten te redden.’

Stephanie voelde zich wat ongeduldig worden. Ze wenste half en half dat Pietro niets had gezegd, dat Sophia in het onzekere was gelaten over de gang van zaken op het kasteel. Haar gezicht onthulde wat van haar teleurstelling en Pietro zei: ‘Wees niet zo bitter! Sophia is ook maar een mens. Als je het mij vraagt, heeft ze allang spijt van wat er is gebeurd.’

Stephanie fronste haar wenkbrauwen. ‘Bedoel je dat ze er over piekert om terug te komen?’

Pietro perste zijn lippen op elkaar. ‘Dat heb ik niet met zoveel woorden gezegd. Ik geloof alleen dat ze spijt heeft van haar impulsieve daad.’ Hij zuchtte. ‘Je zult moeten toegeven dat het makkelijker zou zijn als ze terugkwam en de anderen meebracht.’

Stephanie begon de lege borden en kop en schotels te verzamelen en op een dienblad te zetten.

‘Vertel me eens,’ zei ze, een vraag onder woorden brengend die ze nu al verscheidene dagen had willen stellen, ‘hoe lang denk je dat het zal duren voordat Santino terugkomt?’

Pietro drukte de sigaret uit die hij had zitten roken. ‘Volgens mij moet hij binnen enkele dagen terugkomen,’ zei hij onverschillig. ‘Je begrijpt wel dat het feit dat ik hem niet heb ingelicht over wat er hier is gebeurd, een ontzaglijke hoop moeilijkheden zal veroorzaken.’

‘Hoezo?’ Stephanie staakte haar werk en keek naar hem op. ‘Het was jouw schuld niet dat Sophia en de anderen weg zijn gegaan, en ik heb de verantwoordelijkheid op me genomen hem niet in te lichten. ’

Pietro wierp haar een wrange blik toe. ‘En jij denkt dat hij daarmee tevreden zal zijn?’ Hij lachte kort. ‘M’n lief meisje, dit is het Castello di Strega, generaties lang het tehuis van de familie Ventura! Een dergelijke verantwoordelijkheid is hier niet aanvaardbaar! Er is nooit — maar dan ook helemaal nooit — een dergelijke moeilijkheid op het kasteel geweest.’

‘Nou, dat is dan belachelijk!’ Stephanie stond abrupt op. ‘En als jij zo bang bent voor je positie hier, dan kun je hem beter meteen bellen.’

Pietro stond eveneens op, in zijn ogen een verwijtende uitdrukking. ‘Stephanie!’ zei hij. ‘Heb ik me ten opzichte van jou ooit aan mijn plichten onttrokken? Heb ik niet alles gedaan wat je me vroeg? Heb ik geen kolen geschept, het fornuis schoongemaakt, groenten uit de tuin gehaald en allerlei andere karweitjes verricht zonder ook maar één kik te geven?’

Stephanie keek hem nu een beetje beschaamd aan. ‘O ja, dat natuurlijk wel,’ gaf ze somber toe. ‘Maar eerlijk gezegd zie ik niet in wat we anders hadden kunnen doen.’

Pietro haalde zijn schouders op. ‘Je had je tegenover Sophie kunnen verontschuldigen...’ en toen ze verontwaardigd naar hem keek, hief hij bezwerend een hand op. ‘Of we hadden Santino een telegram kunnen sturen om hem te laten terugkomen en de zaak in handen te nemen.’ Stephanie pakte het beladen dienblad op. ‘Het komt me voor,’ zei ze zorgvuldig, ‘dat er veel te veel nadruk wordt gelegd op de macht van één man! Hij is echt geen godheid! Hij is een doodgewoon menselijk wezen en ik geef er de voorkeur aan mijn eigen problemen op te lossen.’

 

Het was een heel warme middag. Stephanie, die Pietro het fornuis had laten aansteken voordat hij voor zaken naar Palermo ging, transpireerde hevig terwijl ze bezig was een schaal kersen te pitten, die ze wilde gebruiken als garnering voor een taart. Lucia deed haar middagslaapje in haar kamer en Maria zat te soezen op het terras. Er heerste een bijna slaperige sfeer in het kasteel, en Stephanie verlangde naar een duik in het warme water van de oceaan.

In de stilte klonk het geluid van een automotor en Stephanie zuchtte. Pietro was blijkbaar vroeger terug dan hij had verwacht. Misschien zou hij wel met haar willen gaan zwemmen.

Ze keek naar haar handen. Ze waren roodgevlekt door het kersesap. Ze haalde de pit uit de laatste kers en liep naar de kraan om haar handen te wassen. Ze stond ze juist af te drogen toen de zware keukendeur openging. De glimlach bestierf op haar lippen, want het was niet Pietro maar haar man, en zijn gezicht stond absoluut onheilspellend!

‘Wat is hier gaande?’ snauwde hij.

Stephanie voelde zich plotseling zwak en had behoefte aan steun, maar er was niemand die haar die kon verlenen.

‘Het is een lang verhaal,’ begon ze onzeker, maar ze zweeg toen ze de woede op zijn gezicht zag.

‘Ja! Dat ben ik met je eens! Veel te lang! Elf dagen te lang, om precies te zijn!’

Stephanie staarde hem niet-begrijpend aan. ‘El- elf dagen?’ hakkelde ze. Dat was precies het aantal dagen sinds Sophia en de anderen vertrokken waren.

‘Ja, elf dagen. Dat klopt toch, niet?’ Zijn ogen namen haar meedogenloos op, zagen het verwarde haar, de vlekken op haar wangen en haar met meel bespatte katoenen broek. ‘Je begrijpt zeker wel dat je jezelf belachelijk hebt gemaakt - en mij!’ Santino deed dreigend een stap op haar toe en bleef toen staan. ‘Ik zal geen woorden verkwisten aan iemand die eruit ziet en handelt als een viswijf!’ vervolgde hij. ‘Je gaat je opknappen en meldt jezelf over vijftien minuten in mijn studeerkamer!’

Stephanie zag hoe onvoorstelbaar woedend hij was, maar ze piekerde er niet over om zich te laten behandelen als een personeelslid.

‘Stephanie!’ waarschuwde hij. ‘Maak me niet bozer dan ik al ben!’ Hij haalde diep adem. ‘Ik eis een verklaring, en die zal ik hebben ook!’ Na deze woorden draaide hij zich met een ruk om, liep de keuken uit en sloeg de deur met een harde klap achter zich dicht.

In haar slaapkamer trok Stephanie de gewraakte broek en blouse uit, waarna ze naar de badkamerdeur ging en de deur stevig achter zich sloot.

Toen ze aan haar kaptafel bezig was haar haar te borstelen, zag ze tot haar schrik dat er bijna een halfuur verstreken was sinds Santino in de keuken was verschenen en de gedachte aan zijn woede was voldoende voor haar om het ogenblik te vrezen waarop ze hem weer onder de ogen moest komen.

Ze schrok bij het horen van een geluid achter haar. Toen ze zich verbaasd omdraaide, zag ze Santino arrogant in de deuropening staan.

‘Ben je behalve dom ook onverantwoordelijk?’ informeerde hij met een stem als ijs, ‘of wil je dat ik demonstreer hoe ik anderen laat gehoorzamen?’ Hij stapte de kamer in en smeet de deur achter zich dicht.

Stephanie was ontsteld. Ze had er geen seconde aan gedacht dat hij naar haar kamer zou komen.

‘Wil je mijn kamer verlaten?’ eiste ze met een stem die niet helemaal vast was. ‘Je - je kunt mij niet intimideren!’

‘O nee? Dacht je dat?’ Hij schudde grimmig zijn hoofd. ‘Misschien kom je nog wel tot andere gedachten.’

‘In hemelsnaam!’ Stephanies stem brak bijna van de spanning. ‘Wat wil je van me? Wat ik heb gedaan, was het enige wat ik kon doen! Ik heb geprobeerd om zonder de hulp van Mario en Pietro het kasteel te leiden!’ Ze stak haar hand uit alsof ze hem wilde afweren. ‘Niets of niemand is daar de dupe van geworden. Lucia is behoorlijk verzorgd en ik kan tenminste naar alle eerlijkheid zeggen dat ze me nu als een vriendin behandelt!’

Santino bleef staan, de armen over de borst gevouwen, zijn benen iets uiteen. ‘Ga door!’

‘Wat valt er nog meer te zeggen?’ Ze streek nerveus over haar glanzende haar. ‘Misschien moet ik je vragen hoe je erachter bent gekomen...’ Ze boog haar hoofd en beet op haar lip, niet in staat die doordringende blik nog langer te verdragen.

Santino bestudeerde een hele poos haar gebogen hoofd en zei toen scherp: ‘En hoe denk je dat ik het te weten ben gekomen? Jij had me niet van het gebeurde op de hoogte gesteld. Pietro evenmin. Hoe denk je dat ik me gedraag wanneer het me ter ore komt dat mijn vrouw — herhaal, mijn vrouw - zich gedraagt als een onbetaalde dienstmeid?’

‘Je laat het wel erg smerig klinken!’ protesteerde ze.

‘Is het dat dan niet?’

‘Nee, natuurlijk niet. In Engeland zou er van me verwacht worden dat ik na mijn trouwen voor een huishouden zorgde!'

‘Dit is geen huis. Het is een kasteel. Je kunt het. Castello di Strega moeilijk vergelijken met het een of andere prutshuisje in een gewone straat!’ De arrogantie in zijn stem maakte haar nog bozer dan de woorden die hij gebruikte, en Stephanie hief zo waardig mogelijk haar hoofd op.

‘Je gelooft het misschien niet,’ antwoordde ze koel, ‘maar de waarheid is dat de situaties precies dezelfde zijn...’

‘Hebben jullie meer dan een dozijn slaapkamers in jullie huizen?’ informeerde hij sarcastisch. Toen, met nog meer nadruk: ‘Er zijn hier dingen die vragen om de zorg van ervaren handen, schilderijen en meubels die niet kunnen worden prijsgegeven aan vernietiging door luizen of houtwormen, enkel en alleen omdat ze verwaarloosd zijn. Heb je bijvoorbeeld die kist in de hal gewreven, die, tussen haakjes, een echt antiek stuk is?’

‘Nee, nee, natuurlijk niet.’

‘Waarom niet?’

‘Daar heb ik geen tijd voor gehad...’

‘Precies.’ Het klonk triomfantelijk. ‘Je hebt er geen tijd voor gehad. En dat zul je ook niet hebben, zolang je die belachelijke rol van huishoudster wilt blijven spelen.’

‘Het is helemaal niet belachelijk!’ beet ze hem toe. ‘Ik heb me weten te redden. Goed, je antieke meubilair is niet gewreven en de tapijten moeten gezogen worden en ook ligt er stof in de kamers die niet worden gebruikt, maar voor de rest heb ik me heel goed weten te redden. Lucia heeft me zelfs zo nu en dan geholpen, en Pietro was absoluut een engel...’

‘O ja, Pietro!’ Zijn gezicht betrok. ‘Waar is hij?’

Stephanie perste haar lippen op elkaar. ‘Hij - hij is voor zaken naar Palermo.’

‘Het verbaast me nog dat hij tijd kan vinden voor zijn werk wanneer hij zo verdiept is in huishoudelijke aangelegenheden,’ merkte Santino met snijdend sarcasme op.

Stephanie maakte een hulpeloos gebaar. ‘Je - je wilt niet proberen het te begrijpen, hè?’

‘Voor zover ik het zie, heb je je op een bijzonder domme manier gedragen door Sophia zomaar te ontslaan en de leiding op je te nemen zonder dat je ook maar het minste idee van had hoe je dat moest doen.’

‘Ik heb Sophia niet ontslagen!’ Stephanie staarde hem verontwaardigd aan.

‘O, natuurlijk niet. Goed, laten we dan zeggen dat je het onmogelijk voor haar hebt gemaakt om te blijven!’

‘Dat heb ik helemaal niet gedaan. Ik wilde alleen maar een beetje medezeggenschap hebben. Dat is toch zeker niet te veel gevraagd?’

Santino liet zijn armen langs zijn lichaam zakken. ‘Wat weet jij van het leiden van het kasteel af?’ snauwde hij minachtend. ‘Sophia woont hier al meer dan dertig jaar! Het is toch zeker wel duidelijk dat jij haar niets over haar werk kan leren.’

‘Ik - ik wilde haar ook niets leren,’ antwoordde Stephanie. ‘Ik wilde dat ze mij iets leerde!’

‘Maar waarom? Toen Sancha hier was...’

Dit was de druppel die de emmer deed overlopen. ‘O, ja, Sancha!’ snauwde Stephanie. ‘Ik vroeg me al af hoe lang het zou duren voordat je met haar naam op de proppen kwam!’ Ze haalde diep adem. ‘Je vrouw — je eerste vrouw — is hier geen meesteres meer, dat ben ik! Jij hebt me hierheen gehaald, jij hebt me gedwongen hier naartoe te komen, jij hebt me gemaakt tot wat ik ben, en nu moet je daar ook de gevolgen van dragen! Ik kan het niet helpen wat Sancha deed. Misschien was ze tevreden met een leventje van nietsdoen. Ik ben niet zo! Ik ben ik! Een geëmancipeerde vrouw, niet het een of andere zwakke vrouwelijke wezen dat alles doet en laat wat haar heer gemaal zegt, dat haar dagen doorbrengt met naaien, tuinieren en schilderen...’

‘Wees stil!’

Ondanks de laaiende woede in zijn ogen liet Stephanie zich niet het zwijgen opleggen. ‘Ik houd mijn mond niet!’ Ze schreeuwde hem de woorden bijna toe. ‘Jij hebt me hier gebracht, maar ik ben niet je slavin en jij bent mijn meester niet!’

Santino greep haar ruw bij de pols. ‘Ik laat niet toe dat je zo tegen me spreekt!’ snauwde hij. ‘En ook spreek je niet zo spottend over Sancha.’

‘Waarom? Waarom?’ Stephanie verloor alle voorzichtigheid uil het oog. ‘Waarom zou ik me niet op welke manier dan ook verdedigen? Ik ben een menselijk wezen, geen automaat zoals jij!'

‘Op Sicilië gehoorzaamt een vrouw haar man!' antwoordde hij grimmig. ‘Op Sicilië is de man de baas! En of je het prettig vindt of niet, je bent de vrouw van een Siciliaan, en daarom aan mij verantwoording verschuldigd! Heb ik me duidelijk gemaakt?’

Zijn vingers beten wreed in het vlees van haar pols, en in een poging zich te bevrijden, gaf ze hem plotseling een harde klap midden in zijn gezicht.

Maar in plaats dat Santino haar losliet, rukte hij haar naar zich toe en greep haar bij de keel. Hij keek woedend naar haar opgeheven gezicht, de wijkende lippen, de betraande ogen. De nabijheid van zijn lichaam werkte enorm verwarrend, vooral de harde druk van zijn bovenbenen tegen de hare. Ze kon zijn frisse mannelijke geur ruiken, en vreemd genoeg voelde ze de wens in zich opkomen om zich innig tegen hem aan te drukken.

De vingers om haar keel ontspanden zich en begonnen de zachte huid van haar hals te strelen. Het was krankzinnig, dacht ze wild, om hem toe te staan haar op deze manier aan te raken, wetend wat voor soort man hij was en wat zijn mening over haar was, maar ze kon er niets aan doen.

Met een kreun trok hij haar nog dichter tegen zich aan. Hij scheen al zijn zelfbeheersing verloren te hebben. Hij begroef zijn gezicht in de dikke zachtheid van haar haren en mompelde hartstochtelijke woordjes in zijn eigen taal, waarbij hij bewees dat hij wel degelijk een menselijk wezen kon zijn...