image

Nick en Lucy trouwden vlak voor de kerst in Leenane.

Behalve Nicks moeder, Lucy’s ouders, haar beide zussen en niet te vergeten Agnes en Ruud, was de voltallige Red Valley-band bij het huwelijk aanwezig. Sheelagh en Nevan hadden hun zes weken oude dochtertje Rosheen meegenomen. Het kleine meisje deed haar naam eer aan en sliep tijdens de hele ceremonie als een echte roos.

Dabby mocht bruidsjonker zijn en trippelde trots met het ringenplateau in zijn bek door het gangpad van de kerk naar het altaar. Het vertederde gelach van de bruiloftsgasten beviel hem zo goed dat hij het nog twee keer deed, maar uiteindelijk lukte het de bruidegom toch om de ring aan de hand van zijn geliefde te schuiven en haar daarmee officieel tot de zijne te maken.

Het bruiloftsfeest, gehouden in de schuur van Eamon Gallaghers boerderij, duurde tot in de kleine uurtjes van de nacht. Er werd geproost, gezongen en gedanst tot iedereen er bijna bij neerviel.

“Een Ierse bruiloft in countrystijl,” verzuchtte Lucy toen ze zich tegen de ochtend met haar kersverse echtgenoot in de romantisch ingerichte slaapkamer van hun eigen cottage in bed liet vallen. “Ik had me geen mooiere bruiloft kunnen voorstellen.”

Nick bromde wat en trok haar ongeduldig in zijn armen.

“Ik ben anders blij dat ik je eindelijk voor mezelf heb,” bekende hij. “Hoe voelt het nu om mevrouw Dalvoort te zijn?”

Lucy giechelde. “Héél anders dan Lucy de Ruiter.”

“Dat dacht ik al.” Nick liet zijn vingers plagend over haar schouder dwalen. Een blote schouder, gemaakt om vlinderlichte kusjes op te drukken. Wat hij dan ook prompt deed.

“Ben je gelukkig?” wilde Lucy weten.

“De gelukkigste man van de wereld,” mompelde Nick met zijn mond tegen het kuiltje in haar keel. “Ik weet zeker dat ik het wel een tijdje met je kan uithouden.”

“Een tíjdje?” Quasiverontwaardigd duwde Lucy hem weg. “Ben je vergeten wat je vanmiddag hebt beloofd? Je zit aan me vast, mannetje. Voorgoed. Het is helemaal officieel!”

“Nou, vooruit dan.” Nick nam haar weer in zijn armen en kuste haar zachte lippen.

Hij grinnikte zachtjes. “Maar ik waarschuw je. Als je ooit nog eens net zo stinkt als toen we op de berg vastzaten, laat ik me acuut van je scheiden.”

En zonder acht te slaan op haar verontwaardigde protesten, bedolf hij haar lachend onder duizenden kusjes.