15

Het geheim van de zolder

'Veel plezier,' wenste zuster Andrea ons en liep weg.

'Kom binnen,' drong mevrouw DeMarco aan. Ze wenkte ons en knikte naar de bank.

Alanis keek naar mij en zag dat ik aarzelde. Ze was meer verbaasd dan bang. Ze haalde glimlachend haar schouders op. 'Vooruit,' drong ze aan en gaf me een duwtje naar binnen.

Langzaam liep ik de kamer in en ging op de kleine bank zitten. Alanis volgde me en nam naast me plaats.

'Waarom zei je tegen de zuster dat je mijn achternichtje was?' vroeg mevrouw DeMarco.

'We dachten dat we dan gemakkelijker binnen konden komen om u te spreken,' antwoordde Alanis.

'Waarom willen jullie me spreken?' vroeg ze.

'We wonen bij miss Frances Wilkens,' begon Alanis.

Ze begon te glimlachen, maar hield onmiddellijk op toen Alanis dat zei.

'Heeft Frances Wilkens je gestuurd?' vroeg ze.

'Nee, mevrouw, ze weet niet dat we u zijn gaan opzoeken.'

'Hoe wist je dan dat je hier moest zijn?'

'We hebben uw naam en telefoonnummer gevonden en gebeld en uw zoon vertelde ons waar u was toen ik naar u vroeg,' vertelde Alanis.

Ze knikte, alsof ze ook dat verwacht had.

'We vonden uw naam en telefoonnummer op de zolder,' voegde Alanis er nadrukkelijk aan toe. 'De zolder van miss Wilkens.' 'O.' Er kwam een achterdochtige blik in haar ogen, die snel van Alanis naar mij gingen en toen weer terug naar Alanis. 'Hoe gaat het met Frances?'

'Goed. Ik bedoel, ze is niet ziek of zo,' antwoordde Alanis. Ze keek naar mij en ik knikte.

Mevrouw DeMarco concentreerde zich op mij.

'Dus jij bent een March?'

'Ja, mevrouw,' zei ik. Dit keer glimlachte ze vriendelijk. Toen wendde ze zich snel af en keek door het raam alsof iets haar aandacht trok. Haar glimlach verdween. Alanis gaf me een por en knikte naar mevrouw DeMarco. Ze wilde dat ik iets vroeg, maar ik had het gevoel dat ik een brok steen had ingeslikt en durfde geen kik te geven. Ze draaide zich weer naar mij om.

'Waarom zei u dat u zo lang op haar gewacht hebt?' vroeg Alanis, en dat vestigde mevrouw DeMarco's aandacht weer op ons. Ze staarde me even aan.

'Je vader heet Christopher?'

'Ja, mevrouw.'

'En Emma?' vroeg ze snel.

'Oma Emma?'

'Ja,' zei ze. Ze trok haar mondhoeken omlaag, waardoor er aan beide kanten een rimpel verscheen. 'Oma Emma. Heeft zij je gestuurd?'

'O, nee, mevrouw. Ze is erg ziek,' zei ik. 'Ze ligt in het ziekenhuis.'

'Ze heeft een beroerte gehad,' vulde Alanis aan.

'En wie ben jij?' vroeg mevrouw DeMarco verrassend bits.

'Ik ben de kleindochter van Lester Marshall. Kent u hem? Hij werkt voor miss Wilkens.'

'Nee,' zei ze. Toen dacht ze even na. 'Misschien,' ging ze verder. 'Hij kwam later.'

'Later? Wanneer later?'

'Toen ik weg was,' antwoordde ze.

Alanis keek met een voldaan gezicht naar mij. We waren bij de juiste persoon, op de juiste plaats.

'Wie was daar op zolder? Waarom stond er een Mozesmandje? Hebt u daar gewoond? Was het mandje voor uw baby?' vroeg Alanis. Ze vuurde de vragen af alsof ze bang was dat als ze stopte, het te laat zou zijn.

Mevrouw DeMarco keek weer van haar naar mij. Ze rimpelde peinzend haar voorhoofd en trok verward haar wenkbrauwen op.

'Dus jullie weten niet wie op die zolder verbleef?'

'Nee,' zei Alanis. 'Dat is de reden waarom we u wilden spreken.'

'Hm,' zei ze, knikkend. Ze glimlachte alsof alles haar duidelijk begon te worden, alsof er een nevel optrok. 'Dus jullie weten helemaal niets?'

'Nee,' zei Alanis.

Ze keek naar mij voor een bevestiging.

'Nee, mevrouw,' zei ik.

'En jij bent een March?' vroeg ze weer, enigszins sceptisch.

'Vertel haar over jezelf,' drong Alanis aan.

'Ja, vertel,' zei mevrouw DeMarco. 'Je ouders hebben je alleen hiernaartoe laten gaan?'

'Haar ouders hebben een auto-ongeluk gehad,' zei Alanis.

'Het was een heel ernstig ongeluk,' zei ik. 'Mijn moeder ligt in coma en mijn vader zit nu in een rolstoel.'

'O, wat vreselijk.'

'Ze heeft ook een broer,' merkte Alanis op.

'Werkelijk?'

'Ian,' zei ik.

'Hij is niet bij haar. Hij zit in een inrichting. Hij heeft wat mentale problemen.'

Ze knikte alsof ze niet anders verwacht had.

'Dus nu haar vader in een rolstoel zit en haar moeder in een coma ligt, heeft haar grootmoeder ervoor gezorgd dat ze bij haar oudtante, miss Wilkens, ging wonen.'

'Ik begrijp het. Ja, Emma is erg goed in het bedisselen van andermans leven. Maar ik dacht datje zei dat ze een beroerte heeft gehad.' 'Ze ligt in het ziekenhuis,' zei ik. 'Ze kan bijna niet praten, maar ze geeft opdrachten via haar advocaat.'

Ze staarde me strak aan. Het gaf me een ongemakkelijk gevoel. Ze keek alsof ze in mijn gezicht naar een soort aanwijzing zocht.

'Maar haar advocaat heeft niet gezegd dat je me moest komen opzoeken?'

'Nee, mevrouw. Niemand heeft ons iets gezegd,' zei ik.

Ze leek zich niet op haar gemak te voelen. Ze schoof heen en weer alsof ze van plan was verder haar mond te houden. Alanis voelde het ook.

'Waarom lag uw naam dan in de ladekast op zolder?' drong Alanis aan. Waarschijnlijk dacht ze ook aan Chad, die ongeduldig zat te wachten op het parkeerterrein.

'Dat heb ik niet gedaan. Ik dacht dat alles wat met mij te maken had van die zolder was gehaald. Volgens mij was die zolder helemaal leeg.'

'O, nee, hij staat vol met meubels,' antwoordde Alanis. 'En er is ook een Mozesmandje.'

'O? Hoe wist je dat je hier moest zijn?' vroeg ze weer.

Alanis rolde met haar ogen. 'Ik heb het nummer gebeld dat we op zolder hebben gevonden en uw zoon nam op en vertelde me waar u was. Ik vroeg hem of hij die baby op zolder was,' zei Alanis.

Mevrouw DeMarco glimlachte.

'Zeker niet,' zei ze. 'Weet je zeker dat Frances er geen idee van heeft dat je hier bent?' Ze keek naar mij.

'Ze weet het niet, mevrouw. Ze weet zelfs niet dat we op zolder zijn geweest. Die is altijd op slot,' zei ik.

'Ik heb de sleutel gevonden en we zijn naar boven gegaan,' zei Alanis. 'Ik woon nu bij Jordan in het huis van miss Wilkens. Ze is mijn beste vriendin.'

Ze staarde me weer aan en wendde toen haar blik af.

'Jullie hadden hier niet moeten komen,' zei ze zonder naar ons te kijken. 'Je moet die dingen niet aan mij vragen.'

'We wisten niet aan wie we het anders moesten vragen.'

'Aan Emma Marshall.'

'Dat kunnen we niet. Ze ligt in een ziekenhuis en ze kan niet praten,' ging Alanis verder. 'Misschien hadden we het aan je vader kunnen vragen,' zei ze tegen mij.

Mevrouw DeMarco richtte haar blik weer op ons.

'Nee, ik betwijfel of hij je iets zou kunnen vertellen. Zijn vader misschien wel, maar Blake is al lang geleden gestorven, niet?' vroeg ze aan mij.

'Mijn grootvader?' vroeg ik, en ze knikte. 'Ik weet het niet precies. Hij was al dood voordat ik werd geboren. Mijn broer herinnert zich hem nog wel, maar heel vaag.'

'Hij was een knappe, aantrekkelijke man.' Ze glimlachte. 'Hij deed me denken aan Clark Gable in Gone With the Wind.'

'Gone With the Wind?' vroeg ik. Ik keek naar Alanis. Ze knikte begrijpend.

'Dat eerste diner toen jij en oudtante Frances zich verkleedden als zuidelijke schoonheden.'

Ik knikte.

'Trekt Frances nog steeds die jurken aan en pretendeert ze iemand anders te zijn?' vroeg mevrouw DeMarco.

'Ja, mevrouw. Ze verkleedt zich graag voor het eten. Tenminste sinds ik er ben,' zei ik.

'Arme Frances. Ze raakte gevangen ergens tussen haar kindertijd en de volwassenheid, bang om te ver terug te gaan en doodsbang om een stap vooruit te doen,' zei ze. 'Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Kijk maar waar het op uitdraait,' ging ze verder, met een knikje naar de kamer. 'Vier muren en een raam, eten uit de kantine, mensen die dag in, dag uit dezelfde gesprekken voeren, vergeten wat ze je al tien keer hebben verteld over zichzelf en hun familie. Ik heb diabetes, een hart dat ziek wordt van het zichzelf horen kloppen, en een kast vol oude kleren waarvoor ik me te veel schaam om ze weg te geven. Ik krijg genoeg van de echo van mijn eigen gedachten, maar als je alleen bent, is dat alles wat je hoort.'

'Komt uw zoon u niet opzoeken?' vroeg Alanis.

'Ja, als die vrouw van hem de teugels een beetje laat vieren. Ik heb een dochter die in Canada woont. Heb ik dat al verteld?'

'Nee, mevrouw,' zei ik.

'Alles wat we van u weten is uw naam, uw telefoonnummer, uw zoon en dit,' zei Alanis, om zich heen gebarend.

'Ik was een goede verpleegster. Weet je, heel vaak doet een goede verpleegster net zoveel, zo niet meer, dan een dokter, vooral als er vrouwen in het geding zijn. Ik kan me niet meer herinneren hoe vaak ik een dokter erop heb moeten attenderen wat er mis was met zijn patiënt, waar hij een bepaalde patiënt voor behandelde, wat hij had voorgeschreven. Ik geef je een goeie raad, word niet ziek, en als je ziek wordt, zorg dan dat je niet in een ziekenhuis terechtkomt. Als je niet bezig bent dood te gaan als je wordt opgenomen, zal dat niet lang duren.'

'Maar waar moet je dan naartoe als je erg ziek bent?' vroeg ik.

'Je moet niet erg ziek worden,' zei ze glimlachend. 'Ik zou onmiddellijk gezien hebben dat je uit de familie Wilkens komt,' zei ze. Toen richtte ze zich op. 'Ik was een gediplomeerde vroedvrouw. Weetje wat dat is?'

Ik schudde mijn hoofd.

'Ik weet het niet zeker,' zei Alanis.

'Vroedvrouwen zijn verpleegsters die assisteren bij een bevalling. We worden opgeleid in prenatale zorg, Ietten erop dat de zwangere vrouw goed en gezond eet, de juiste vitaminen en lichaamsbeweging krijgt, slechte dingen vermijdt. Maar om kort te gaan, er woonde geen baby op die zolder, er werd een baby geboren, en ik heb geassisteerd bij die geboorte. Als ik niet die vreselijke artritis had,' ging ze verder en liet ons haar verkrampte vingers zien, 'en ernstige diabetes en een verraderlijk hart, zou ik nog steeds kunnen werken en zelfstandig in de buitenwereld leven,' zei ze, met een knikje naar het raam. 'In plaats daarvan ben ik het bos ingestuurd, en dit is het bos.

'Sommige dagen,' ging ze verder, 'zou ik willen opstaan en naar buiten gaan en blijven doorlopen naar het graf van mijn man naast wie ik begraven zal worden, in de hoop daar de laatste adem uit te blazen. Maar dit is geen goed gesprek voor twee jonge meisjes. Ouderdom is nog een droom of een nachtmerrie voor jullie, een soort fantasie. Ik weet zeker dat jullie je niet kunnen voorstellen dat je in deze stoel en in dit tehuis zou zitten. Ik weet zeker dat jullie jezelf nooit als oud en gebrekkig zien.'

'Nee,' zei Alanis. Ik geloofde dat ze het zo intens dacht, dat het haar ongewild uit de mond viel.

Mevrouw DeMarco glimlachte.

'Dat mag ook niet. Nou, waar was ik gebleven?'

'U vertelde dat er een baby geboren was op die zolder,' bracht Alanis haar in herinnering.

'En daar korte tijd gewoond heeft, tenminste tot Emma hem kwam halen.'

'Dus Jordans vader is op die zolder geboren?' vroeg Alanis.

Ik keek van haar naar mevrouw DeMarco. Dat was niet wat ze mij hadden verteld. Waarom zou mijn vader trouwens op de boerderij zijn geboren? En waarom op een zolder? We waren altijd een rijke familie geweest. Het sloeg nergens op. Misschien was ze bezig haar geheugen te verliezen en haalde ze de dingen door elkaar.

'Ja, dat klopt,' zei ze zonder enige aarzeling. 'Nu Emma in het ziekenhuis ligt en Frances ronddanst in een andere wereld, en vooral nu Blake March er niet meer is, geloof ik niet dat ik nog gebonden ben aan mijn belofte. Ik heb er trouwens toch niet genoeg voor gekregen,' voegde ze eraan toe. Ze boog zich naar me over. 'Ik heb mijn ziel te goedkoop verkocht.'

Alanis glimlachte. 'Ik wed dat ik weet wat er gebeurd is,' zei ze. 'Haar grootmoeder had een relatie en werd zwanger. Ze hielden het geheim en ze beviel op die zolder, ja?'

'Een relatie?' vroeg ik aan Alanis. 'Mijn grootmoeder?'

'Net als mijn moeder,' antwoordde ze. Geschokt keek ik naar mevrouw DeMarco. Niet oma Emma. Ze kon onmogelijk op Mae Betty lijken.

Mevrouw DeMarco schudde haar hoofd. 'Nee. Emma March is bij mijn weten nooit van een kind bevallen.'

Alanis mond viel open. 'Ze heeft nooit een kind gehad?'

'Maar ze is mijn grootmoeder,' zei ik.

'Nee, lieve. Je grootmoeder is Frances Wilkens. Emma March is je oudtante.'

Alanis en ik zwegen. Toen glimlachte Alanis weer. Ze vond dit een nog pittiger verhaal. Haar opwinding ergerde me mateloos, maar ik zei niets.

'Ik had niet degene moeten zijn die je dit alles vertelt, maar ik realiseer me dat je zou zijn opgegroeid zonder ooit de waarheid te kennen,' zei mevrouw DeMarco. 'Misschien vinden sommige mensen dat niet erg, maar ik vind het zondig, vooral nu, en ik heb het gevoel dat ik medeplichtig was.'

Ze leek opgelucht dat ze ons dit allemaal kon vertellen, alsof er een zware last van haar schouders was genomen.

'Oké,' zei Alanis. 'Als dat waar is, wie was dan de vader van miss Wilkens' baby?'

'Blake March,' zei ze.

'Geen wonder dat haar grootmoeder, haar oudtante of wie ze ook is, een hekel heeft aan haar zus,' zei Alanis. 'Dit is beter dan die soaps waar ze elke dag naar kijkt,' ging ze verder tegen mij. 'Ik vind het heel begrijpelijk. Miss Wilkens was vroeger heel mooi, mooier dan haar zus Emma. Ze verleidde Blake March, Jordans grootvader, ja toch?' vroeg ze aan mevrouw DeMarco.

'Nee, er zit veel meer achter dan een zus die de man van haar zus verleidt. Feitelijk,' zei ze, terwijl ze haar best deed om op te staan, 'was het Emma die Frances verleidde.'

Ze liep naar het raam en probeerde het verder open te zetten. Ik sprong op om haar te helpen.

'Dank je, lieve. Je bent een lief, knap ding. Waar heb je die leuke muts vandaan?'

'Die was van Alanis. Ze heeft hem aan mij gegeven,' zei ik.

Ze knikte.

Alanis hield haar hoofd schuin en staarde haar aan alsof ze dacht dat mevrouw DeMarco loog of dat ze, zoals ze over oudtante Frances zei, kierewiet was.

'Hoe kon Emma March haar zus verleiden en haar zus een baby krijgen, mevrouw DeMarco? Dat is niet logisch.'

'Nee, zo op het eerste gezicht niet,' antwoordde mevrouw De Marco. 'Mooi weer vandaag.'

'Wilt u dat we u mee naar buiten nemen?' vroeg ik.

'Nee, nee, dank je, lieverd. Ik ben nogal moe. Om deze tijd doe ik meestal een dutje. Soms slaap ik tot het eten wordt opgediend, Naarmate je dichter bij het einde komt, ga je steeds langer slapen. Je lichaam raakt eraan gewend.'

'Kunt u ons vertellen wat u bedoelde toen u zei dat Emma Frances heeft verleid?' drong Alanis aan. 'Er staat buiten iemand op ons te wachten, en hij is niet bepaald geduldig.'

Mevrouw DeMarco liep terug naar haar stoel en sloot haar ogen. We dachten niet dat ze nog meer wilde zeggen. Alanis schoof onrustig heen en weer en schraapte toen luid haar keel.

'Ik wist niet wat er aan de hand was toen ik pas begon voor Frances te zorgen,' begon mevrouw DeMarco weer. Ze hield haar ogen gesloten, alsof ze alles weer voor zich zag. Toen deed zij ze weer open. 'Net als jullie, dacht ik dat Frances een relatie had met Blake March. In die tijd wist iedereen alles van iedereen. Als je een paar keer te vaak niesde, hoorden je buren het. Ik had gehoord dat Blake vaak op de boerderij was geweest zonder Emma. Ik moet bekennen dat ik een paar keer langs het huis ben gereden en gelopen om een glimp van hem op te vangen. Hij reed naar het dorp om dingen te kopen en was meestal alleen. Als iemand naar Emma informeerde, had hij altijd een excuus bij de hand om uit te leggen waarom ze niet bij hem was. Geruchten hebben niet veel water en mest nodig om te gedijen, tot ze zich als klimplanten rond gewillige oren slingeren.

'Toen, kort daarna... leek Frances te verdwijnen.'

'Te verdwijnen?' vroeg ik.

'Een tijdlang zag niemand haar meer, zelfs de leveranciers niet.

Emma en Blake waren er wél en werden ook gezien, maar Frances was nergens te bekennen. Als ze naar haar vroegen, kregen ze te horen dat ze bij familie logeerde. Niemand twijfelde eraan, maar de algemene opinie was dat Emma ontdekt had dat Blake, laten we zeggen, een beetje te attent was geweest voor haar zus en zij haar had weggestuurd. Zo ging het maanden door, en toen liet Emma March me op een dag naar de boerderij komen.

'Ze begroette me bij de deur en nam me mee naar de zitkamer, waar Blake zat te wachten. Ik moet zeggen dat hij er knapper uitzag dan ooit,' voegde ze er met een glimlachje aan toe. 'Hij was een echte gentleman, je grootvader,' zei ze tegen mij. 'Hij was het type man dat thuishoorde in een vorige eeuw toen etiquette en manieren nog belangrijk waren. Hij stond op als een vrouw de kamer binnenkwam en ging pas zitten als zij zat. Ik heb geprobeerd mijn eigen zoon die manieren bij te brengen, maar dat was vechten tegen de bierkaai.'

Ze zuchtte en leek weer in slaap te zullen vallen. Haar oogleden werden zwaar en haar kin zakte langzaam op haar borst. Maar ze haalde diep adem en ging verder.

'"We willen graag uw hulp bij een zwangerschap," begon Emma. Ze was altijd heel zakelijk, Emma Wilkens, Emma March. Ze had nooit tijd voor kletspraatjes. Waarschijnlijk kon je op de vingers van één hand tellen hoeveel onnodige woorden die vrouw sprak. Let wel, ik zeg niet dat dat een nadeel is. Ik weet zeker dat Emma productiever is geweest dan de meeste vrouwen, en ik ben ervan overtuigd dat ze in heel veel opzichten een grote steun was voor Blake. Ik twijfel er niet aan of hij zou nooit zoveel succes hebben gehad als zij niet naast hem, of laat ik zeggen vlak achter hem, had gestaan.

'En ik zal je nog wat vertellen,' ging ze verder met een knikje naar mij. 'Op zijn manier hield hij heel veel van Emma. Hij wist dat ze de kwaliteiten bezat van de vrouw die hij nodig had en naast zich wenste. Mensen hier die hen gekend hebben noemden hen de koning en de koningin.'

'Ja,' zei ik. Ik herinnerde het me. 'Het huis van mijn grootmoeder was als een paleis met paleiswachten. Mijn moeder zei dat ze op oude monarchen leken.'

'Je oudtante, niet je grootmoeder,' verbeterde Alanis me.

Ik keek van haar naar mevrouw DeMarco. Ik kon de gedachte aan Emma als mijn grootmoeder niet zomaar opgeven omdat die vrouw ons dat vertelde.

'Het is niet belangrijk hoe ze haar nu noemt,' zei mevrouw De Marco tegen Alanis. 'Dat speelt nu geen rol meer. In ieder geval vroeg Emma me wat ik rekende en ik vertelde het haar, en ze zei onmiddellijk, met een simpel gebaar: "Dat verdriedubbelen we."

'Ik moet zeggen dat verdriedubbelen een heleboel geld betekende voor mij en mijn man. Ik kon mijn enthousiasme nauwelijks bedwingen. "Onder bepaalde voorwaarden," voegde ze eraan toe.

'Natuurlijk dacht ik al die tijd dat ze ontdekt had dat ze zwanger was en privéverzorging wilde.

'Dus vroeg ik haar: "Wat voor voorwaarden?"

' "Je mag nooit en te nimmer aan iemand vertellen wat je hier doet en voor wie je het doet. Niets van wat zich hier afspeelt mag ooit bekend worden. We zullen je vragen een desbetreffend document te tekenen, en als je je daar niet aan houdt, zullen we niet alleen al het geld dat je is uitbetaald terugverlangen, maar je ook voor de rechter dagen wegens contractbreuk, en dat zal je je huis en al je spaargeld kosten. Geloof me, we hebben de advocaten en de middelen om dat door te zetten."

'Ik kon haar alleen maar aanstaren. Ik kon me niet voorstellen wat ze zo strikt geheim wilde houden en ik twijfelde er niet aan of ze zou haar dreigement waarmaken. Die vrouw kon een spin uit zijn web jagen.

'"Ik weiger iets onwettigs te doen," zei ik. "Ik pleeg geen abortus."

"'O, dat willen we ook helemaal niet. We willen je hulp bij een zwangerschap en een hopelijk vlotte bevalling van een gezond kind. We zullen geen enkele andere medische zorg van je verlangen dan waarvoor je bent opgeleid."

'Dat klonk niet slecht. Wat kon het mij schelen als ze haar zwangerschap en de geboorte geheim wilde houden? Dat was haar zaak, niet de mijne.

'"We willen niet dreigend overkomen," zei Blake op veel vriendelijker, prettiger toon. "We willen alleen dat onze privézaken privé blijven. Dat is erg belangrijk voor ons. Dokters, advocaten, en ik neem aan goede particuliere verpleegsters zoals u, hebben een ethische verplichting om alles wat er tussen hen en hun patiënten voorvalt als geheime informatie te behandelen. U hebt dat vast al eerder meegemaakt. Ik weet zeker dat u een hoop mooie verhalen kent waarover u nooit hebt gesproken."

'"Ja, dat klopt, meneer March," zei ik. Hij had gelijk.

' "Noem me alsjeblieft Blake." Ik kon zien dat Emma daar niet erg mee ingenomen was. Ik moest even glimlachen.

'"Ben je dus bereid de voorwaarden die we stellen na te komen?" vroeg ze.

'"Ja," antwoordde ik. Ze keek naar Blake en hij knikte.

'"Goed dan," zei ze. "Je kunt morgen beginnen. Nog één ding," ging ze verder.

'"Ja?" zei ik.

'"We zouden graag willen dat je hier je intrek neemt en tijdens de duur van de zwangerschap hier woont. Natuurlijk kun je twee dagen per week en de feestdagen die in die periode vallen, vrij nemen."

'"Hier wonen? Meteen vanaf het begin? Ik bedoel, ik blijf altijd als de bevalling ophanden is, maar -"

'"We hebben je fulltime nodig," viel ze me in de rede. "We willen dat niemand anders toegang krijgt. Meneer March zal komen en gaan, maar ik blijf hier zodra jij er bent."

'"Maar waarom zou u me fulltime nodig hebben? Ik ben geen dienstmeid of kokkin, mevrouw March."

'Ze keek even naar Blake. "We verdubbelen wat we al verdriedubbeld hebben," zei hij, "als je zoveel mogelijk van die taken op je wilt nemen."

'Mijn mond viel open. Dat was een enorm bedrag. Ik zou in zeven, acht maanden net zoveel verdienen als mijn man in drie jaar. En toen voegde Blake eraan toe: "En als alles goed gaat krijg je een flinke bonus, laten we zeggen gelijk aan het totale bedrag dat je is uitbetaald."

'Ik zou van mijn stoel zijn gevallen als ik me niet aan de armleuningen had vastgeklampt. "Je hoeft alleen voor ons drieën te zorgen," ging hij verder. Ik dacht natuurlijk dat hij hen en mij bedoelde.

'"Oké," zei ik, "ik doe het. Mijn zoon is nu op de universiteit, dus dat is geen bezwaar, en mijn man kan voor zichzelf zorgen zolang ik hier ben."

'"Je man heeft toch dat kleine benzinestation en die werkplaats even buiten het dorp, niet?" vroeg Blake.

'"Ja," antwoordde ik. "DeMarco Pompstation."

'Hij knikte en zei toen: "Zeg hem maar dat ik vierentwintig vrachtwagens heb die hier twee keer per week komen. Ze zullen opdracht krijgen bij hem te tanken en kleine reparaties ook door hem te laten verrichten. We zullen een servicecontract laten opstellen."

'Vierentwintig vrachtwagens en kleine reparaties! Wat een bof! dacht ik. Mijn man zal niet weten wat hem overkomt. "Ik zal hem morgenochtend meteen bellen," voegde Blake eraan toe.

'"Dank u, meneer March."

'"Blake," herhaalde hij.

'"Oké," zei ik tegen Emma. "Hoe lang weet u al dat u zwanger bent?"

'Ze gaf geen antwoord. Ze stond op. "Volg me," zei ze en ging me voor naar de eettafel, waar een document lag dat ik moest ondertekenen. Ik keek het even door en zag dat de tekst ervan in essentie gelijk was aan wat ze me gezegd had. Even, heel even, aarzelde ik. Mijn hart waarschuwde me, zie je. Toen tekende ik en ze zei: "Kom mee."

'We gingen naar boven en toen naar de deur van de zolder. Ze haalde een sleutel tevoorschijn en maakte hem open. Ik volgde haar

de trap op, en daar, liggend in bed, met de voldane blik van een weldoorvoede kat, lag haar zus Frances. De rolgordijnen voor de ramen waren neergelaten.'

Mevrouw De Marco zweeg even en sloot haar ogen.

'Ik ben bang dat ik nu moet gaan liggen,' zei ze. 'Help me even naar bed. Dan zal ik verder vertellen terwijl ik lig.'

Alanis sprong overeind en pakte haar rechterarm. Ik nam haar linker en samen hielpen we haar opstaan en brachten we haar naar bed. Ze ging zitten en ik schudde haar kussens op. Glimlachend ging ze op bed liggen.

'Haal een glas water voor me bij de wasbak, als je wilt, lieve,' zei ze tegen mij.

Ik deed wat ze vroeg en kwam terug met het water. Ze dronk wat en gaf het glas terug.

'Tja,' begon ze weer. 'Je kunt het je wel voorstellen. Net als iedereen, dacht ik dat Frances vertrokken was. "Hoe lang bent u hier al?" vroeg ik. Ze keek naar Emma, óf omdat ze het vergeten was, óf omdat ze haar wilde vragen of ze het me mocht vertellen.

'"Ze is hier iets langer dan een maand, en je zult heel wat met haar te stellen hebben. Wees maar niet bang, je zult elke cent verdienen die we je betalen. Frances," ging ze verder tegen haar, "mevrouw DeMarco zal nu voor je zorgen. Ze blijft bij je tot het achter de rug is. Je moet naar haar luisteren, haar gehoorzamen en haar werk niet moeilijker maken dan het al is. Begrepen?"

'"Ja, Emma," zei Frances.

'"Geef ons een lijst van de medische hulpmiddelen die nodig zijn, mevrouw DeMarco," zei Emma. "En medicijnen en zo."

'"Oké," zei ik.

'"Zijn er nog vragen?" vroeg ze.

'Ik keek naar Frances. Ze was zo lief en jong en kwetsbaar, dat mijn hart naar haar uitging.

'"Is ze al die tijd niet buiten geweest, niet van deze zolder af?"

'"Nee," zei Emma, "en ik ben bang dat dat ook niet zal gebeuren voordat alles achter de rug is."

'"Maar wandelen, frisse lucht-"

"'Zet de ramen open, maar Iaat de rolgordijnen omlaag, en zij mag er niet voor staan als ze open zijn. Ik wil niet dat iemand haar ziet. Je mag met haar het hele huis door, als je dat wilt. Ik heb gehoord dat het goed is om trappen op en af te lopen."

'Ze keek me met een afstandelijk glimlachje aan, en ik dacht natuurlijk hetzelfde als jullie: Frances verwacht een buitenechtelijk kind en Emma wil dat geheimgehouden. Op dat moment vermoedde ik niet dat Blake de vader was. Waarom zou een vrouw de vriendin van haar man en de uit die relatie geboren baby zo goed willen verzorgen? Frances Wilkens moest van het rechte pad zijn afgedwaald en een verhouding hebben gehad met een vreemde of misschien zelfs met iemand uit het dorp die ik kende, en Emma wilde de reputatie van de familie beschermen.

'Ik kon merken dat Emma niet van plan was me nog meer te vertellen. "Ik laat het aan u over alle procedures, dieet, lichamelijke oefeningen, en dergelijke met mijn zus te bespreken," zei ze en verliet de zolder.

'Ik was geen roddelaarster. Ik vroeg Frances niet naar de vader van het kind. Ik stelde haar de gebruikelijke medische vragen, informeerde naar symptomen, deed het onderzoek dat ik altijd deed bij een vrouw die vermoedde dat ze zwanger was of bij wie de diagnose was gesteld. Ik besprak het dieet en de vitaminen die ik voor haar zou kopen en ging weg.

'Emma stond beneden op me te wachten. Zodra ik op de gang kwam, deed ze de deur op slot.

'"Is het nodig om haar op te sluiten?" vroeg ik.

'"Ja," zei ze. "Voorlopig tenminste. Laat maar." Ze wuifde mijn vraag weg als hinderlijke sigarettenrook. "Hoe gaat het met haar?" vroeg ze toen ik achter haar aan de grote trap afliep. Ik vond dat het goed met haar ging en vertelde haar dat. Vervolgens ging ik aan de keukentafel zitten en maakte een lijst van alles wat ik voor Frances nodig had. Ze zei dat ze alles zou hebben als ik de volgende ochtend terugkwam, en vertelde me toen het meest verbluffende van alles.'

'Wat dan?' vroeg Frances ongeduldig.

'Ze zei dat ik tegen iedereen die iets vroeg, vooral mijn man, moest zeggen dat ik voor haar zorgde en niet voor haar zus, dat zij zwanger was en besloten had de tijd van haar zwangerschap door te brengen in hun landelijke verblijf, waar het rustiger en aangenamer was. Ze zei dat ze zich zelfs zwanger zou voordoen en dat ik niet mocht tegenspreken wat mensen geloofden.

'Ik kan je wel zeggen dat ik sprakeloos was.

'"Waarom doet u dat?" vroeg ik.

"'Je wordt betaald om niets te vragen," zei ze, en dat was alles wat ze erover wilde zeggen.

'Pas twee weken later nam Frances me in vertrouwen en vertelde ze me dat het kind van Blake was. Natuurlijk dacht ik dat ze een heimelijke relatie hadden, maar toen voegde ze eraan toe dat Emma dat wilde.'

Mevrouw DeMarco sloot haar ogen.

'Neem me niet kwalijk,' hoorden we zuster Andrea bij de deur van de kamer zeggen, 'maar er staat een jongeman in de hal die naar jullie vraagt. Ik moest van hem zeggen dat de meter blijft lopen, wat dat ook mag betekenen. Hij is toch geen taxichauffeur?'

'Toch wel,' zei Alanis. 'Feitelijk is hij niet meer dan dat. Dank u. We komen zo.'

'Goed. Mevrouw DeMarco begint vermoeid te raken. Jullie moeten haar wat rust gunnen, meisjes.'

'Dat zullen we doen. We willen alleen nog even afscheid nemen,' zei Alanis.

Ze knikte en ging weg. We keken naar mevrouw DeMarco. Ze leek in slaap te zijn gevallen.

'Mevrouw DeMarco. Waarom zou Emma dat hebben gewild?'

Langzaam opende ze haar ogen. Ze leek half te slapen. Haar ogen vielen weer dicht.

'Mevrouw DeMarco?'

Ze deed haar ogen niet open.

'We kunnen beter weggaan,' zei ik tegen Alanis.

'Dag, mevrouw DeMarco,' zei Alanis. 'Misschien komen we terug. Dank u.'

'Dag,' zei ik, maar toen ik me omdraaide en Alanis naar buiten wilde volgen, pakte mevrouw DeMarco mijn pols vast. Haar ogen gingen open. 'Alanis,' riep ik, en ze kwam terug.

'Ik heb er nooit een openhartig gesprek over gehad met Emma March,' zei ze. 'Emma March ondervraag je niet. Maar ik ving dingen op, las tussen de regels door. Emma wist haar zus over te halen haar draagmoeder te zijn. Ze wilde zelf niet zwanger worden, maar Blake wilde met alle geweld een kind, en als het geen jongen was, clan nóg een kind. Ze beloofde Frances van alles, maar vooral haar eeuwigdurende liefde, wat alles was wat die arme Frances van haar verlangde. Daarom zei ik dat Emma March haar zus verleidde.'

Ze sloot haar ogen weer. Ik keek naar Alanis, die rood zag van op-winding over al die onthullingen. We liepen naar de deur, en weer liep mevrouw DeMarco ons terug. Ze wenkte ons.

'Ik wist het,' zei ze. 'Ik heb altijd geweten dat Emma haar zus haatte om dat liefdevolle geschenk dat ze haar had gegeven. Maar geloof me, kinderen, uiteindelijk, misschien op ditzelfde moment, haat ze zichzelf nog meer.

Ik hoor jullie dit niet allemaal te vertellen,' zei ze plotseling berouwvol. 'Jullie zijn veel te jong, en ik maak alleen maar slapende honden wakker. En waarom? Gedane zaken nemen geen keer. Het spijt me, het spijt me,' zei ze.

Deze keer deed ze vastberaden haar ogen dicht, en we vertrokken. In de gang bleef Alanis staan en pakte mijn hand. Ik had het gevoel dat ik, als ze dat niet had gedaan als een ballon omhoog zou zijn gestegen en was weggedreven met een hart dat roffelde als een begrafenisdrum.

'Nou?' vroeg ze. 'Ben je niet blij dat we hiernaartoe zijn gegaan? Je hebt al je familiegeheimen ontdekt. Dankzij mij! Ben je nou niet blij?'

'Nee,' zei ik.

'Waarom niet?'

'Ik weet het niet.'

'Je bent gewoon nog te verbluft. Op een dag zul je er blij om zijn. Ik weet het zeker.' Dat zal ik niet, dacht ik. Ik zal er nooit blij om zijn. Feitelijk was ik bang dat als we buiten kwamen, de wind ons zou meevoeren als een blad dat te snel van de boom is gevallen en verbijsterd is door het besef dat het ongebonden en voor altijd alleen is.