Hoofdstuk 10 Loge 341, Vermissa
De volgende dag verhuisde McMurdo van de oude Jacob Shafter naar
de weduwe MacNamara aan de uiterste rand van de stad. Scanlan, zijn
eerste kennis aan boord van de trein, was kort daarna in de
gelegenheid naar Vermissa te verhuizen en de twee huurden samen. Er
was geen andere huurder en de gastvrouw was een gemakkelijke, oude
Ierse vrouw die ze hun gang liet gaan. Ze waren vrij in hun doen en
laten, wat voor mannen met gemeenschappelijke geheimen een welkome
bijkomstigheid was.
Shafter had zich uiteindelijk laten overhalen dat McMurdo aan zijn
tafel kon mee-eten wanneer hem dat uitkwam, waardoor zijn contact
met Ettie niet werd verbroken. Integendeel, deze werd hechter en
intiemer naarmate de weken verstreken.
In de slaapkamer in zijn nieuwe onderkomen voelde McMurdo zich
veilig genoeg om de mallen voor de munten uit te pakken. Onder veel
beloften van geheimhouding mocht een aantal broeders van de loge
langskomen om ze te zien. Allemaal namen ze een paar voorbeelden
van het valse geld mee terug in hun zak. Het geld zag er zo goed
uit dat er nooit enig probleem was om het uit te geven. Maar waarom
McMurdo, die een dergelijke fantastische vak beheerste, hieraan
meewerkte, was voor hen allen een raadsel. Hij probeerde allen die
ernaar vroegen duidelijk te maken dat de politie vrij snel bij hem
op de stoep zou staan als hij zonder duidelijke bron van inkomsten
leefde.
Er zat inderdaad al een politieagent achter hem aan. Maar het
voorval deed de avonturier gelukkig meer goed dan kwaad. Na die
eerste introductie waren er nog maar weinig avonden die hij niet
doorbracht in McGinty's saloon. Hij kwam vooral om 'de jongens'
beter te leren kennen. 'De jongens' was de vrolijke benaming
waarmee de gevaarlijke bende die de stad onveilig maakte zijn eigen
leden betitelde. Zijn zwierige manieren en zijn onbevreesde manier
van spreken maakten hem al snel populair bij hen allemaal. Met de
snelle en doeltreffende wijze waarop hij korte metten met een
tegenstander maakte in een groot bargevecht verdiende hij respect
bij dat ruwe gezelschap. Maar een ander incident deed hem in nog
hoger aanzien stijgen.
Op een avond tijdens het drukste uur ging de deur open en stapte
een man in het blauwe uniform en de puntige pet van de
mijnenpolitie binnen. Dit was een speciaal orgaan dat was opgericht
door de eigenaren van de spoorlijnen en kolenmijnen om de
gewone burgerpolitie aan te vullen. Die stond vrijwel machteloos
tegen het georganiseerde schurkendom dat het district
terroriseerde. Er viel een stilte toen hij binnenkwam en er werden
hem veel nieuwsgierige blikken toegeworpen. Maar de verhoudingen
tussen politie en criminelen zijn in sommige delen van de Verenigde
Staten nogal eigenaardig. McGinty stond achter aan de bar, in zijn
vaste hoek, en toonde geen enkel teken van verrassing toen de
politieman zich tussen de klanten begaf.
'Een whisky zonder ijs want het is een koude avond, ' zei de
politieagent. 'Ik geloof niet dat wij elkaar eerder hebben ontmoet,
wethouder?'
'U bent zeker de nieuwe chef?' zei McGinty.
'Dat klopt. We wenden ons tot u, wethouder, en tot de andere
vooraanstaande burgers om ons te helpen orde en gezag in deze stad
te handhaven. Hoofdinspecteur Marvin is mijn naam. '
'We kunnen uitstekend zonder u, hoofdinspecteur Marvin, ' zei
McGinty koud. 'We hebben onze eigen politie in deze stad en we
hebben geen behoefte aan geimporteerde waar. Wat bent u meer dan
het betaalde instrument van de kapitalisten, door hen ingehuurd om
uw armere medeburger neer te knuppelen of te schieten?'
'Nou, nou, laten we daar nu geen ruzie over maken, ' zei de
politieman met een goed humeur. 'Ik denk dat we allemaal onze
plicht doen zoals we denken dat goed is, maar dat we het niet
allemaal hetzelfde zien. ' Hij had zijn glas leeg en draaide zich
om om weg te gaan, toen zijn ogen op Jack McMurdo vielen die hem
fronsend aankeek. 'Hallo, hallo!' riep hij, terwijl hij hem van top
tot teen opnam. 'Hier is een oude bekende!'
McMurdo keerde zich van hem af. 'Ik ben in mijn hele leven nooit uw
vriend of die van een andere smeris geweest, ' zei hij.
'Een kennis is niet altijd een vriend, ' zei de politieman. Hij
grinnikte. 'U bent Jack McMurdo uit Chicago, zeker weten, dat kunt
u niet ontkennen!'
McMurdo haalde zijn schouders op. 'Dat ontken ik niet, ' zei hij.
'Denkt u dat ik me voor mijn eigen naam schaam of zo?'
'Daar hebt u goede reden voor. '
'Wat bedoelt u daar verdomme mee?' Hij schudde met zijn gebalde
vuisten.
'Nee, nee, Jack, tekeergaan werkt echt niet bij mij. Ik was agent
in Chicago voordat ik naar deze verdomde kolenbunker kwam en ik
herken een schurk uit Chicago als ik er een zie. '
McMurdo's mond viel open. 'Ga me niet vertellen dat u Marvin van
Chicago Centraal bent. '
'Precies dezelfde ouwe Teddy Marvin, tot uw dienst. We zijn het
doodschieten van Jonas Pinto daar nog niet vergeten. '
'Die heb ik niet neergeschoten. '
'O nee? Dat is pas een bruikbare, onpartijdige verklaring! Nou,
zijn dood kwam jou wel heel erg goed uit, want anders was jij
gepakt voor het in omloop brengen van valse dollars. Nou, we hoeven
geen ouwe koeien meer uit de sloot te halen. Want tussen u en mij
gezegd - en waarschijnlijk ga ik mijn boekje te buiten door u dit
te vertellen - kregen ze de zaak tegen u niet rond. U kunt morgen
weer gewoon door Chicago lopen. '
'Ik heb het hier prima naar mijn zin. '
'Ik heb u in ieder geval de tip gegeven en het is niet aardig dat u
me er niet voor bedankt. '
'Nou, ik denk dat u het goed bedoelt en ik dank u wel, ' zei
McMurdo niet erg vriendelijk.
'Het maakt mij verder niet uit, zolang ik maar zie dat u op het
rechte pad blijft, ' zei de hoofdinspecteur. 'Maar, o wee, als
u nu weer de fout in gaat is het een ander verhaal! Dus goedenavond
- u ook, wethouder. '
Hij verliet de bar, maar niet nadat hij een lokale held had
geschapen. Er werd al gefluisterd over McMurdo's daden in Chicago.
Hij had op alle vragen met een glimlach geantwoord, als iemand die
zich nergens op voor wilde laten staan. Maar nu was de zaak
officieel bevestigd. De barklanten verdrongen zich rondom hem en
schudden hem hartelijk de hand. Hij kon goed tegen drank en er was
altijd weinig aan hem te merken, maar als die avond zijn vriend
Scanion er niet was geweest, had de gevierde held de nacht onder de
bar moeten doorbrengen.
Op een zaterdagavond werd McMurdo aan de loge voorgesteld. Hij had
verwacht zonder ceremonie te worden geinstalleerd omdat hij een lid
van afdeling in Chicago was. Er waren echter speciale rituelen in
Vermissa waar men trots op was en deze moest iedere kandidaat
ondergaan. Het genootschap kwam bij elkaar in een grote kamer die
voor loge bijeenkomsten in het bondsgebouw werd vrijgehouden. Er
kwamen ongeveer zestig leden bijeen in Vermissa, maar dat zei bij
lange na niets over de totale sterkte van de organisatie in deze
streek. Er waren verscheidene andere loges in de vallei en aan de
andere kant van de bergen, die leden uitwisselden als er serieuze
zaken moesten worden afgehandeld. Daardoor werden er misdaden
gepleegd door mannen die vreemden in de lokale samenleving waren.
Bij elkaar waren er niet minder dan vijfhonderd leden verspreid
over het hele district.
In de kale genootschapkamer zaten de mannen aan een lange tafel.
Langs de muur stond een tweede tafel, vol flessen en glazen, waarop
een aantal leden van het gezelschap de ogen al had gevestigd.
McGinty zat aan het hoofd met een platte zwarte pet op zijn woeste
bos zwart haar. Hij droeg een paarse stola om zijn nek, zodat hij
op een priester leek die een duivels ritueel voorzat. Rechts
en links van hem zaten de leden van de loge die hoger in rang waren
dan de rest. Onder hen bevond zich het wrede, knappe gezicht van
Ted Baldwin. Elk van deze mannen droeg een sjaal of medaillon als
embleem van zijn functie. Dat waren grotendeels mannen van een wat
rijpere leeftijd en voor de rest bestond het gezelschap uit jonge
kerels van achttien tot vijfentwintig jaar. Dit waren de
bereidwillige en flinke mannen die de opdrachten van hun senioren
uitvoerden. Tussen de oudere mannen waren er velen van wie de
gelaatsuitdrukkingen de tijgerachtige, wetteloze zielen die in hen
schuil gingen, toonden. Maar als je naar de gewone leden keek, was
het moeilijk te geloven dat deze rijen enthousiaste jonge kerels
met hun openhartige gezichten in werkelijkheid een gevaarlijke
bende moordenaars vormden. Hun geesten waren in moreel opzicht al
zo bedorven dat ze een vreemde trots schepten in hun bekwaamheid in
wat ze deden. Ze keken met het grootste respect op tegen de man die
de reputatie had een 'schoon klusje' te doen, zoals ze dat
noemden.
In hun verwrongen geesten was het een moedig en ridderlijk iets om
vrijwillig dienst te doen als moordenaar van een man die hen nog
nooit enig kwaad had gedaan en die ze in veel gevallen nog nooit
eerder van hun leven hadden gezien. Was de misdaad voltrokken, dan
maakten ze ruzie over wie de fatale klap had uitgedeeld en
amuseerden ze zichzelf en het genootschap met het beschrijven van
het gillen en kronkelen van hun slachtoffer.
In het begin waren ze nog geheimzinnig over hun daden geweest, maar
in de tijd dat dit verhaal speelt waren ze buitengewoon openhartig.
Het veelvuldig falen van de wet had hen aan de ene kant bewezen dat
niemand tegen hen durfde te getuigen. En aan de andere kant
beschikten ze over een onbeperkte hoeveelheid loyale getuigen waar
ze een beroep op konden doen en een welgevulde schatkist
waarmee ze de beste juridische talenten in de staat konden inhuren.
In de tien lange jaren waarin de wet was geschonden had niet een
veroordeling plaatsgevonden. Het enige gevaar dat de Scowrers
bedreigde was het slachtoffer zelf dat, hoewel veruit in de
minderheid en bij verrassing overvallen, af en toe zijn sporen op
zijn belagers kon achterlaten en dat ook deed.
McMurdo was gewaarschuwd dat hem een beproeving te wachten stond
maar niemand had hem willen vertellen wat die inhield. Hij werd nu
door twee plechtige broeders naar een andere kamer gebracht. Door
de houten wand hoorde hij het gemurmel van de vele stemmen van het
genootschap in de andere kamer. Een paar keer ving hij de klanken
van zijn eigen naam op en hij wist dat ze zijn kandidaatschap
bespraken. Toen kwam er een bewaker met een groen met gouden sjerp
over zijn borst binnen.
'De grootmeester beveelt dat hij zal worden geboeid, geblinddoekt
en naar binnen wordt geleid, ' zei hij.
Met zijn drieen trokken ze zijn jas uit, rolden de mouw van zijn
rechterarm op en bonden als laatste een touw strak boven zijn
ellebogen. Daarna zetten ze een dikke zwarte kap over zijn hoofd,
waardoor hij niets kon zien. Zo werd hij de kamer van het
genootschap weer binnengevoerd.
Het was erg donker en drukkend onder de kap. Hij hoorde het ruisen
van kleding en het gemompel van mensen om zich heen. Toen hoorde
hij de stem van McGinty die dof en ver weg klonk doordat zijn oren
bedekt waren.
'John McMurdo, ' zei de stem. 'Bent u reeds lid van de Orde van
Vrijmetselarij?'
Hij boog bevestigend.
'Is uw loge nummer 29 te Chicago?'
Hij boog opnieuw.
'Donkere nachten zijn niet prettig, ' zei de stem.
'Ja, voor reizigers om te reizen, ' antwoordde hij.
'Het wolkendek is zwaar. '
'Ja, er is storm op komst. '
'Zijn de gebroeders tevreden?' vroeg de grootmeester.
Er klonk algemeen instemmend gemompel.
'We weten door uw antwoorden dat u inderdaad een van ons bent,
broeder, ' zei McGinty. 'We laten u echter weten dat wij in deze
provincie en in andere provincies van deze staat bepaalde rituelen
hebben en ook een aantal eigen plichten die wij goede mannen
opleggen. Bent u klaar voor de proef?'
'Dat ben ik. '
'Beschikt u over een moedig hart?'
'Dat doe ik. '
'Zet een stap naar voren om dat te bewijzen. '
Terwijl de woorden werden uitgesproken voelde hij twee harde punten
in zijn ogen, die zo hard drukten dat het leek alsof hij zijn ogen
zou kwijtraken als hij naar voren zou bewegen. Desondanks dwong hij
zichzelf een resolute stap naar voren te doen en toen hij dat deed,
verdween de druk. Er klonk een zacht applaus.
'Hij beschikt over een moedig hart, ' zei de stem. 'Kunt u pijn
verdragen?'
'Zo goed als ieder ander, ' antwoordde hij.
'Beproef hem!'
Hij deed er alles aan om het niet uit te schreeuwen want er ging
een folterende pijn door zijn rechterarm. Hij viel bijna flauw door
de plotselinge schok ervan maar hij beet op zijn lippen en kneep in
zijn handen om zijn worsteling te verbergen.
'Ik kan meer hebben dan dat, ' zei hij.
Dit keer klonk er een luid applaus. Een betere eerste keer hadden
ze niet meegemaakt in de loge. Handen sloegen hem op zijn rug
en de kap werd van zijn hoofd getrokken. Hij ontving de
felicitaties van zijn broeders met een glimlach en knipperende
ogen.
'Nog een laatste woord, broeder McMurdo, ' zei McGinty. 'U hebt de
eed van geheimhouding en trouw al gezworen en u bent zich ervan
bewust dat de straf op het verbreken hiervan een onmiddellijke en
onontkoombare dood is?'
'Dat ben ik. '
'En u accepteert de beslissingen van de grootmeester onder alle
omstandigheden?'
'Dat doe ik. '
'Dan verwelkom ik u in de naam van Loge 341 van Vermissa bij onze
vergaderingen en privileges. Zet de drank maar op tafel, broeder
Scanlan, dan drinken we op onze waardige broeder. '
McMurdo's jas werd hem teruggegeven. Voordat hij hem aantrok,
inspecteerde hij zijn rechterarm, die nog steeds hevig pijn deed.
In het vlees van zijn onderarm stond een cirkel met een driehoek
erin, diep en rood door het brandende ijzer gemaakt. Een paar van
de mannen om hem heen rolden hun mouw op en lieten hun merkteken
van de loge zien.
'We hebben het allemaal doorstaan, ' zei er een. 'Maar lang niet
allemaal zo moedig als jij. '
'Ach, het stelde niets voor, ' zei hij, maar het brandde en klopte
niettemin verschrikkelijk.
Toen de drank die na de ceremonie volgde allemaal op was, ging de
bijeenkomst van de loge verder. McMurdo, alleen gewend aan de
prozaische vertoningen in Chicago, luisterde zeer aandachtig en met
meer inspanning dan hij liet zien naar wat werd gezegd.
'Het eerste punt op de agenda, ' zei McGinty, 'is het voorlezen van
de brief van meester Windle van de Merton Loge 249. Hij
schrijft:
Geachte heer,
Er moet een klus worden geklaard bij Andrew Rae van Rae &
Sturmash, koleneigenaren in deze buurt. u zult zich herinneren dat
uw loge ons nog wat te goed heeft, nadat wij afgelopen herfst twee
broeders de zaak van uw surveillanceagent hebben laten
oplossen. Stuur ons twee capabele mannen, zij zullen hun
instructies krijgen van penningmeester Higgins van deze loge. U
kent zijn adres. hij zal hun vertellen waar en wanneer in actie te
komen. in vrijheid de uwe, J. W. Windle, D. M. O. V.
'Windle heeft ons nog nooit iets geweigerd wanneer wij hem vroegen
om een man of twee en wij kunnen hem daarom niet weigeren. '
McGinty pauzeerde en keek de kamer door, met zijn levenloze,
kwaadaardige ogen. 'Wie biedt zich aan voor deze klus?'
Verschillende jonge kerels staken hun hand op. De grootmeester keek
ze met een goedkeurende glimlach aan.
'Jij kunt het doen, Tiger Cormac. Als je dit net zo goed afhandelt
als de vorige ben jij een goede keuze. En jij, Wilson. '
'Ik heb geen pistool, ' zei de vrijwilliger, niet meer dan een
jongen in zijn tienerjaren.
'Het is jouw eerste, nietwaar? Ja, jij moet een keer bloed aan je
vingers krijgen. Dit zal een goed begin voor je zijn. Wat betreft
een pistool, dat zal daar voor je klaarliggen of ik vergis me
sterk. Meld jezelf maandag, dat is vroeg genoeg. Jullie kunnen een
groot welkom verwachten als je terugkomt. '
'Zit er dit keer nog een beloning aan vast?' vroeg Cormac, een
gedrongen, wreed kijkende jongeman met een donker
gezicht. Zijn wreedheid had hem de bijnaam 'Tiger' opgeleverd.
'Een beloning doet er niet toe. Jullie doen dit gewoon voor de eer.
En misschien liggen er wel een paar dollars voor jullie klaar als
de klus is gedaan. '
'Wat heeft de man gedaan?' vroeg de jonge Wilson.
'Het is niet aan jullie om te vragen wat de man gedaan heeft. Er is
daar over hem geoordeeld. Dat zijn onze zaken niet. Het enige wat
wij moeten doen is de klus voor hen klaren, hetzelfde als zij voor
ons zouden doen. En nu ik het erover heb, volgende week komen er
twee broeders uit Merton deze kant op om hier een paar zaken af te
handelen. '
'Wie zijn het?' vroeg iemand.
'Vertrouw me, het is beter om dat niet te vragen. Als je niets
weet, kan je ook nergens over getuigen en kunnen er geen problemen
van komen. Maar het zijn mannen die hun werk grondig doen als ze
eenmaal aan de slag gaan. '
'En dat wordt tijd ook!' riep Ted Baldwin. 'De mensen worden lastig
in deze buurt. Vorige week werden nog drie mannen van ons
weggestuurd door voorman Blaker. Hij heeft al heel lang iets te
goed en nu zal hij het krijgen. '
'Wat krijgen?' fluisterde McMurdo tegen zijn buurman.
'Het einde van een kogel met grove hagel, ' riep de man naast hem
met een luide lach. 'Wat vind je van onze manier van oplossen,
broeder?'
McMurdo's criminele ziel leek de drijfveren van de slechte
gemeenschap waarvan hij nu lid was al in zich te hebben opgenomen.
'Mooi, ' zei hij, 'dit is de juiste plek voor een kerel met lef.
'
Een aantal mannen dat in zijn buurt zat, hoorde zijn woorden en
klapte voor hem.
'Wat gebeurt daar?' schreeuwde de zwartharige grootmeester vanaf
het einde van de tafel.
'Het is onze nieuwe broeder, meester, die onze manieren wel naar
zijn smaak vindt. '
McMurdo ging even staan. 'Ik zou willen zeggen, grootmeester, dat
als er een man nodig is, ik het een eer zou vinden om gekozen te
worden om de loge te helpen. '
Hiervoor klonk een groot applaus. Men voelde zich alsof er een
nieuwe zon aan de horizon kwam. Voor een aantal van de ouderen ging
het iets te snel.
'Ik wil voorstellen, ' zei de secretaris, Harraway, 'dat broeder
McMurdo wacht tot de loge hem een klus aanbiedt. ' Hij was een man
met de kop van een roofvogel en een grijze baard die naast de
voorzitter zat.
'Natuurlijk, dat bedoelde ik ook. Ik sta tot uw beschikking, ' zei
McMurdo.
'Jouw tijd komt, broeder, ' zei de voorzitter. 'We hebben je
opgemerkt als een man die klaarstaat en we geloven dat je goed werk
in deze streken zult doen. Er is vanavond een kleine zaak waarbij
je kunt helpen als je dat wilt. '
'Ik wacht op iets dat de moeite waard is. '
'Je kunt vanavond toch komen en leren begrijpen waar wij voor staan
in deze gemeenschap. Ik vertel later waar het over gaat.
Ondertussen, ' hij keek op zijn agenda, 'heb ik nog een paar punten
die ik onder de aandacht van de vergadering wil brengen. Allereerst
wil ik de penningmeester vragen om ons banksaldo. We moeten zorgen
voor een pensioen voor de weduwe van Jim Carnaway. Hij is omgekomen
tijdens werkzaamheden voor de loge, dus het is onze plicht om te
zorgen dat zij er goed vanaf komt. '
'Jim is vorige maand doodgeschoten toen ze probeerden Chester
Wilcox uit Marley Creek te vermoorden, ' informeerde McMurdo's
buurman hem.
'Het saldo is zeer positief op het moment, ' zei de penningmeester
met het bankboek voor zich. 'De bedrijven zijn gul geweest de
laatste tijd. Max Linder & Co heeft vijfhonderd dollar betaald
om met rust gelaten te worden. De Gebroeders Walker hebben honderd
dollar gestuurd, maar ik heb de beslissing genomen het terug te
sturen en om vijfhonderd te vragen. Als ik woensdag nog niets heb
gehoord, kunnen hun katrollen buiten werking raken. Vorig jaar
moesten we hun takelinstallatie in brand steken voor ze tot rede
kwamen. De Westelijke Sectie van het Kolenbedrijf heeft zijn
jaarlijkse contributie betaald. We hebben genoeg in kas om aan
welke verplichting dan ook te voldoen. '
'Hoe zit het met Archie Swindon?' vroeg een broeder.
'Hij heeft de boel verkocht en het district verlaten. De oude
duivel heeft een briefje voor ons achtergelaten om ons te zeggen
dat hij nog liever vrij de straten veegt in New York dan dat hij
bij een stel afpersers onder de duim zit. Bij God! Het was maar
goed voor hem dat hij al vertrokken was voordat het briefje ons
bereikte! Ik neem aan dat die zijn gezicht nooit meer laat zien in
deze vallei. '
Een oudere, gladgeschoren man met een vriendelijk gezicht en een
hoog voorhoofd die aan het einde van de tafel tegenover de
voorzitter zat, stond op. 'Penningmeester, ' zei hij, 'mag ik
vragen wie het eigendom van de man die we uit het district hebben
verjaagd heeft gekocht?'
'Ja, broeder Morris. Het is gekocht door de Staats &
Provinciale Spoorwegmaatschappij van Merton. '
'En wie heeft vorig jaar de mijnen van Todman en van Lee gekocht
die op dezelfde manier op de markt kwamen?'
'Hetzelfde bedrijf, broeder Morris. '
'En wie kocht de staalbedrijfjes van Manson en van Shuman en van
Van Deher en van Atwood, die er de laatste tijd de brui aan hebben
gegeven?'
'Die zijn allemaal gekocht door het West Gilmerton Algemeen
Mijnbedrijf. '
'Ik begrijp niet, broeder Morris, ' zei de voorzitter, 'wat het
voor ons uitmaakt wie ze koopt, want ze kunnen ze niet meenemen uit
het district. '
'Met alle respect, grootmeester, ik denk dat het heel veel voor ons
uitmaakt. Dit is nu al tien lange jaren gaande. We verdrijven
langzaamaan alle kleine ondernemers uit het vak. Wat is het
resultaat? Dat we in hun plaats grote bedrijven als de
Spoorwegmaatschappij of de Algemene IJzermaatschappij krijgen,
waarvan de directies in New York of Philadelphia zitten en die onze
dreigementen aan hun laars lappen. We kunnen hun lokale bazen
verdrijven, maar dat betekent alleen maar dat er anderen in hun
plaats gestuurd worden. En we maken het gevaarlijk voor onszelf. De
kleine ondernemers konden ons niets aandoen. Zij hadden noch het
geld, noch de macht. Zolang we ze niet al te erg uitknepen, bleven
ze in onze macht. Maar als deze grote bedrijven erachter komen dat
wij tussen hen en hun winst staan, zullen ze kosten noch moeite
sparen om ons voor de rechter te brengen. '
Er viel een stilte na deze onheilspellende woorden. Alle gezichten
stonden duister en er werden sombere blikken uitgewisseld. Ze
voelden zich zo almachtig en onaangevochten dat alleen al het idee
dat er een eventuele vergelding in het verschiet lag, niet in hun
gedachten voorkwam. En toch liet het idee zelfs de meest roekeloze
mannen onder hen huiveren.
'Het is daarom mijn advies, ' ging de spreker verder, 'dat we ons
iets toegevender moeten opstellen tegen de kleine ondernemers. Op
de dag dat zij allemaal vertrokken zouden zijn, is de kracht van
ons genootschap uitgewerkt. '
Onwelkome woorden zijn nooit populair. Er klonk kwaad geschreeuw
toen de spreker weer ging zitten. McGinty stond met een duistere
blik op uit zijn stoel.
'Broeder Morris, ' zei hij, 'je bent altijd een
doemdenker geweest. Zo lang de leden van deze loge elkaar
steunen is er geen enkele macht in de Verenigde Staten die ze kan
raken. Hebben we dat niet vaak genoeg laten zien in de rechtszalen?
Ik denk dat de grote bedrijven het gemakkelijker vinden om te
betalen dan om te vechten, hetzelfde als de kleine bedrijven doen.
En nu, broeders, ' McGinty deed zijn zwarte pet en zijn stola af
terwijl hij sprak, 'heeft deze loge zijn zaken afgehandeld wat
betreft deze avond, op een kleine zaak na die genoemd mag worden nu
we uit elkaar gaan. De tijd voor verbroedering en harmonie is
gekomen. '
Hoe vreemd is de menselijke natuur. Hier zaten deze mannen voor wie
moord een doodgewone zaak was. Die keer op keer de vader van een
gezin hadden neergeslagen, een man ten opzichte van wie zij geen
persoonlijke gevoelens hadden, zonder een enkele vorm van wroeging
of medelijden met zijn huilende vrouw of hulpeloze kinderen. Toch
kon het tere of treurige in muziek ze tot huilens toe bewegen.
McMurdo had een goede tenorstem. En als het hem nog niet gelukt was
de gunsten van de loge te verdienen, werden die hem nu zeker niet
meer onthouden nadat hij de leden had verrukt met I'm Sitting on
the Stile, Mary, en On the banks of Alan Water.
Tijdens deze allereerste avond werd de nieuwe rekruut een van de
populairste broeders, voorbestemd voor vooruitgang en een hoge
positie. Maar er waren meer kwaliteiten nodig dan alleen die van
goed kameraadschap om een waardige vrijmetselaar te kunnen zijn.
Daar kreeg hij nog voordat de avond voorbij was een voorbeeld van.
De whiskyfles was al vele keren rond gegaan en de mannen waren
opgewonden en stonden klaar voor actie toen hun grootmeester nog
eenmaal opstond om hen toe te spreken.
'Jongens, ' zei hij, 'er is een man in deze stad die een lesje moet
leren en het is aan jullie om ervoor te zorgen dat dat gebeurt. Ik
heb het over James Stanger van de Herald. Hebben jullie gezien hoe
hij weer tegen ons tekeer is gegaan?'
Er klonk instemmend gemompel en veel onderdrukte vloeken. McGinty
haalde een stuk papier uit zijn zak.
orde en recht 'Dat is de kop die hij erboven heeft gezet. '
Terreur regeert in het kolen- en ijzerdistrict Er is twaalf jaar
voorbijgegaan sinds de eerste moorden die bewezen dat er een
criminele organisatie in ons midden bestaat. sindsdien zijn
deze uitwassen niet verminderd en nu hebben ze een punt bereikt dat
ze ons tot de schande van de beschaafde wereld maken. IS het om dit
te bereiken dat ons fantastische land vreemdelingen die het
despotisme in
sommige Europese landen ontvluchten van harte verwelkomt?
worden zij zelf tirannen over dezelfde mensen die hun onderdak
hebben gegeven? Wordt er een terroristische, wetteloze staat
gevestigd in de schaduw van de Vlag van de vrijheid met zijn
sterren, waar wij met afgrijzen van zouden vernemen als we
lazen dat dit in de meest versleten monarchie in Oost-Europa
gebeurt? Het is bekend om wie het gaat. De organisatie is voor
iedereen zichtbaar. hoe lang moeten we dit nog verdragen? moeten
wij voor altijd leven...
'Ik heb nu genoeg van deze rotzooi gelezen!' schreeuwde de
voorzitter terwijl hij het papier op tafel smeet. 'Dat zegt hij
over ons. Wat ik vraag is wat wij tegen hem zeggen?'
'Dood hem!' schreeuwde een tiental woeste stemmen.
'Daar ben ik tegen, ' zei broeder Morris, de man met het hoge
voorhoofd en het geschoren gezicht. 'Ik zeg u, broeders, dat als we
ons te hard handhaven in deze vallei en dat er een moment komt dat
alle mannen in deze vallei zich in zelfverdediging verenigen om ons
te verpletteren. James Stanger is een oude man. Hij wordt
gerespecteerd in de stad en het district. Als die man wordt
neergeslagen zal er een golf door deze staat gaan die zal eindigen
in onze vernietiging. '
'En hoe gaan ze die vernietiging teweeg brengen, meneer?
Voorzichtig?' schreeuwde McGinty. 'Met de hulp van de politie? De
helft daarvan zit in onze zak en de andere helft is bang voor ons.
Of misschien met rechtszaken en de rechter? Hebben we dat al niet
eerder meegemaakt en wat is daar ooit uitgekomen?'
'Er is ene rechter Lynch, die het zou willen proberen, ' zei
broeder Morris.
Er klonk een algemene kreet van woede als antwoord op deze
suggestie.
'Ik kan niet anders doen dan met mijn vinger zwaaien, ' schreeuwde
McGinty. 'Ik kan tweehonderd mannen in deze stad neerzetten en hem
van begin tot eind laten schoonvegen. ' En hij voegde eraan toe,
met een plotseling nog hardere stem en een afschrikwekkende frons:
'Luister, broeder Morris, ik heb je in de gaten, en dat heb ik al
een tijd! Je hebt zelf geen hart en probeert het hart van anderen
te verwoesten. Het zal een slechte dag voor je zijn als je naam op
onze agenda staat, broeder Morris! Ik denk dat ik hem daar nu op ga
zetten. '
Morris was lijkbleek geworden en zijn knieen leken het onder hem te
begeven toen hij terugviel in zijn stoel. Hij hief met trillende
hand zijn glas en nam een slok voor hij iets terug kon zeggen. 'Ik
verontschuldig mij, grootmeester, tegenover u en alle broeders in
deze loge als ik meer heb gezegd dan ik had moeten doen. Ik
ben een trouw lid -- dat weet u allemaal - en het is mijn angst dat
de loge kwaad wordt aangedaan dat ik zulke verontrustende woorden
uitspreek. Maar ik heb groter vertrouwen in uw oordeel dan in mijn
eigen oordeel en ik beloof u dat ik u nooit meer zal beledigen.
'
De grootmeesters dreigende blik verdween terwijl hij naar de
nederige woorden luisterde. 'Heel goed, broeder Morris. Ik zou het
heel erg vinden als het nodig zou zijn je een lesje te leren. Maar
zo lang ik in deze stoel zit, zullen we een eensgezinde loge zijn
in woord en daad. En nu, jongens, ' ging hij verder terwijl hij het
gezelschap rondkeek, 'ik zeg alleen dat als Stanger zijn verdiende
loon krijgt we meer problemen krijgen dan we nodig hebben. Die
redacteuren steunen elkaar allemaal en elke krant in de staat zal
om de politie en het leger roepen. Maar ik denk dat jullie hem wel
een vrij ernstige waarschuwing kunnen geven. Wil jij dat regelen,
broeder Baldwin?'
'Zeker!' zei de jongeman gretig.
'Hoeveel mannen heb je nodig?'
'Een stuk of zes en twee man om de deur te bewaken. Jij gaat mee,
Gower, en jij, Mansel, en jij, Scanlan en de twee Willabys. '
'Ik heb onze nieuwe broeder beloofd dat hij mocht gaan, ' zei de
voorzitter.
Ted Baldwin keek naar McMurdo met ogen die lieten zien dat hij
niets had vergeten nog vergeven. 'Goed, hij kan mee als hij dat
wil, ' zei hij nors. 'Dat is genoeg. Hoe eerder we op pad gaan hoe
beter. '
Het gezelschap ging met veel geschreeuw en gegil en flarden van
dronken gezang uit elkaar. De bar was nog vol met drinkende mannen
en veel van de broeders bleven hangen. De kleine groep die de
opdracht had, ging de straat op met twee of drie tegelijk, om geen
aandacht te trekken. Het was een bitterkoude avond. De halve
maan scheen helder in een vrieskoude sterrenhemel. De mannen
verzamelden zich op een binnenplaats tegenover een hoog gebouw. De
woorden 'Vermissa Herald' stonden in gouden letters tussen de
helverlichte ramen. Binnen was het geratel van een drukpers te
horen.
'Jij, ' zei Baldwin tegen McMurdo, 'jij kunt beneden bij de deur
staan en erop letten dat de straat voor ons open blijft. Arthur
Willaby blijft bij je. De anderen komen met me mee. Wees niet bang,
jongens, we hebben meer dan tien getuigen dat we in de bar van het
bondsgebouw zitten op dit moment. '
Het was bijna middernacht en de straat was verlaten op een paar
dronkelappen op weg naar huis na. Het gezelschap stak de straat
over. Baldwin duwde de deur van het krantenkantoor open en rende
met zijn mannen de trap op die erachter stond. McMurdo en een ander
bleven beneden achter. Uit de kamer boven klonk een schreeuw, een
roep om hulp en daarna het geluid van stampende voeten en vallende
stoelen. Een moment later rende er een man met grijs haar de
overloop op.
Hij werd te pakken genomen voor hij weg kon komen en zijn bril viel
naar beneden voor McMurdo's voeten. Er klonk een bons en gekerm.
Hij lag op zijn gezicht en een stuk of vijf stokken kletterden
tegen elkaar toen ze op hem in sloegen. Hij krom in elkaar en zijn
lange dunne ledematen huiverden onder de klappen. De anderen
trokken zich uiteindelijk terug, maar Baldwin stompte met een
duivelse grijns op zijn wrede gezicht door op het hoofd van de man.
Deze probeerde zijn hoofd tevergeefs te beschermen met zijn armen.
Zijn witte haar was bespikkeld met bloedspetters. Baldwin stond nog
steeds op zijn slachtoffer in te beuken, zijn korte gemene uithalen
kwamen neer waar ook maar een klein deel van het hoofd onbeschermd
was. McMurdo rende naar boven en trok hem van de man af.
'Zo maak je hem dood!' zei hij. 'Houd op!'
Baldwin keek hem verbijsterd aan. 'Vervloekt!' schreeuwde hij. 'Wie
ben jij wel dat je je hiermee bemoeit - jij nieuweling bij de loge?
Donder op!' Hij hief zijn stok, maar McMurdo trok zijn pistool uit
zijn zak.
'Donder zelf op!' schreeuwde hij. 'Ik schiet je kop eraf als je me
ook maar met een vinger aanraakt. En wat betreft de loge, was het
niet de opdracht van de grootmeester dat hij niet gedood mocht
worden -- en wat ben jij nu aan het doen?'
'Hij heeft gelijk, ' merkte een van de mannen op.
'Kom op, opschieten!' schreeuwde de man beneden. 'De lichten gaan
overal aan. Binnen vijf minuten staat de hele stad hier!'
Er klonk inderdaad al geroep in de straat en er vormde zich een
kleine groep zetters en drukkers in de hal beneden die zich
opmaakte voor actie. De criminelen lieten het slappe en
bewegingloze lichaam van de redacteur bovenaan de trap liggen en
renden naar beneden. Ze maakten dat ze wegkwamen, de straat uit.
Nadat ze het vakbondsgebouw bereikt hadden, mengden sommigen van
hen zich onder de menigte in McGinty's saloon, over de bar tegen
McGinty fluisterend dat de klus geklaard was. Anderen, onder wie
McMurdo, verspreidden zich over de zijstraten en langs omwegen op
weg naar hun eigen huizen.