Toen Paris verslag deed van de vrijlating
van de kinderen was haar stem schor van vermoeidheid en zag ze er
afgepeigerd uit, maar een optimistische stemming had alle
aanwezigen daar nieuwe kracht gegeven.
Ze eindigde haar verslag met een opmerking over die
stemmingsverandering. 'Urenlang leek het of deze gijzeling een
tragische afloop zou hebben, maar de politie heeft nu alle hoop dat
de vrijlating van de kinderen een doorbraak betekent.'
Haar laatste woorden werden onderbroken door twee harde schoten.
Het lawaai bracht Paris tot zwijgen, evenals de andere reporters
die verslag deden. In feite had ze nog nooit een stilte meegemaakt
die zo plotseling was en zo diep.
De stilte werd verbroken door het derde en laatste schot.
Paris keek nog een laatste keer naar het krantenknipsel. Daarna
vouwde ze het op, precies zoals Jack had gedaan, en stopte het
achter haar foto in zijn portefeuille. Ze legde de portefeuille
weer in de doos. Ze was misselijk door de wetenschap dat Jack, als
hij die avond ooit in verband had gebracht met wat er daarna
gebeurde, het krantenknipsel niet zou hebben bewaard, maar het in
duizend stukken zou hebben gescheurd.Ze was een kleine vrouw. De
handen die het vochtige papieren zakdoekje verfrommelden konden van
een kind zijn geweest. Ze had haar enkels gekruist en haar benen
onder de stoel gestoken. Ze was nerveus als een pianoleerlinge bij
een recital die wachtte tot het haar beurt was om te spelen.
Curtis stelde hen voor. 'Mrs. Toni Armstrong, dr. Dean Malloy.'
'Hoe maakt u het, Mrs. Armstrong?'
Curtis was even galant voor haar als hij voor Paris was geweest.
'Kan ik iets te drinken voor u halen?'
'Nee, dank u. Hoe lang, denkt u, dat dit zal duren? Ik moet mijn
kinderen om vier uur ophalen.'
'Ik zal zorgen dat u hier dan allang weg bent.'
Dean had zich gedurende dertig seconden op deze ontmoeting
voorbereid, zo lang duurde het om naar Curtis' kamertje te lopen
nadat hij afscheid van Gavin en Liz had genomen. Hij had geen flauw
idee waarom hij was opgeroepen om bij dit gesprek aanwezig te zijn.
Hij bleef staan en leunde tegen de muur, voorlopig een zwijgende
waarnemer.
Mrs. Armstrong was niet zo stil en verlegen als haar fragiele
uiterlijk suggereerde. Ze moest het idee hebben gehad dat ze werd
aangevallen, want ze maakte een einde aan de beleefdheden en kwam
terzake.
'Mr. Hathaway zei dat u had gevraagd of u me kon spreken, brigadier
Curtis, dus hier ben ik. Maar niemand heeft verteld waarom u met me
wilde praten. Moet ik mijn advocaat bellen? Zit mijn man in de
problemen zonder dat ik het weet?'
'Als dat zo is, weten wij dat net zomin als u, Mrs. Armstrong,'
antwoordde Curtis buitengewoon vriendelijk. 'Hij heeft zich niet
aan de regels van zijn proeftijd gehouden, klopt dat?'
'Ja, dat klopt.'
'En Hathaway zegt dat u hem hebt aangegeven.'
Ze boog haar hoofd en bestudeerde het papieren zakdoekje dat ze met
haar klamme handen nog steeds aan het verfrommelen was. 'Het is het
moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen.'
'Ja, dat kan ik me voorstellen,' zei hij vol meegevoel. 'Hathaway
belde iemand van de afdeling Zedendelicten, die vervolgens uw man
onder mijn aandacht bracht.'
Dean begon al te snappen waar het heen ging. De afdeling
Zedendelicten viel onder de bescherming van het Centrale
Onderzoeksbureau. De rechercheurs die zich specialiseerden in
seksmis- drijven wisten van Curtis' onderzoek. Maar al te vaak
hadden die misdrijven en een moord met elkaar te maken.
'Wil je me alsjeblieft de details over de achtergrond geven?' vroeg
Dean.
'Achttien maanden geleden werd Bradley Armstrong schuldig bevonden
aan ongewenste intimiteiten met een minderjarige. Hij werd
veroordeeld tot een proeftijd van vijf jaar, verplichte
groepstherapie, en dergelijke. De laatste tijd is hij niet op de
bijeenkomsten verschenen.
Zijn reclasseringsambtenaar had vandaag twee keer een afspraak met
hem, maar hij kwam niet opdagen. Mrs. Armstrong stelde zijn
advocaat ervan in kennis, die naar de praktijk van haar man ging -
hij is tandarts - om hem aan te sporen zich aan de regels te
houden. Hij was 'm gesmeerd, hoewel hij vanmiddag afspraken met
patienten had. Niemand weet waar hij is. Hij heeft zijn mobiele
telefoon uitgezet.'
'Ik heb hem aangegeven,' zei Toni Armstrong, 'omdat ik liever heb
dat hij gearresteerd wordt vanwege het overtreden van de regels van
zijn proeftijd dan... dan vanwege iets anders.'
'Wat, bijvoorbeeld?' vroeg Dean.
'Ik ben bang dat hij op het punt staat weer een misdrijf te begaan.
Hij doet alles wat hij niet mag doen.'
Curtis, die voelde dat het klikte tussen Dean en Mrs. Armstrong,
bood Dean zijn bureaustoel aan. Toen Dean zat, zei hij: 'Ik weet
dat het moeilijk voor u is om hierover te praten, Mrs. Armstrong.
We proberen niet de situatie nog moeilijker voor u te maken. In
feite willen we graag helpen.'
Ze snoof en knikte. 'Brad is weer porno aan het verzamelen. Ik vond
het in zijn kamer in de praktijk. Ik kan zijn computer niet kraken
omdat hij constant het wachtwoord verandert om me weg te houden,
maar ik weet precies wat ik er zou vinden. Tijdens zijn proces
bleek dat hij tientallen websites had opgeslagen. En ik heb het
niet over artistieke of verfijnde erotische kunst. Brad geeft de
voorkeur aan het keiharde werk, vooral als de meisjes tieners
zijn.
Maar dat is het ergste niet. Ik heb dit zelfs niet aan zijn reclas-
seringsambtenaar verteld.' Ze glimlachte flauwtjes tegen Dean. 'Ik
weet niet waarom ik het u wel vertel. Behalve dat ik wil dat Brad
wordt tegengehouden voor hij echt in moeilijkheden raakt.'
'Wat hebt u voor Mr. Hathaway verzwegen?'
Met horten en stoten vertelde ze dat haar man regelmatig niet op
zijn werk was en ook niet thuis. Ze vertelde over zijn leugens en
zijn rechtvaardiging van zijn daden. 'Ik weet dat het allemaal
signalen zijn dat hij de controle over zijn impulsen begint te
verliezen.'
Dean was het met haar eens. Dit waren de klassieke, slechte
signalen. 'Gaat hij in de verdediging als u probeert er met hem
over te praten? Is hij overgevoelig en boos? Beschuldigt hij u
ervan dat u wantrouwig bent, dat u hem niet vertrouwt?'
'Hij weerlegt elke beschuldiging en probeert mij de schuld te geven
omdat ik hem niet steun.'
'Is hij gewelddadig geworden?'
Ze sloeg haar ogen neer. En daarmee beantwoordde ze Deans vraag nog
voordat ze vertelde wat er de vorige avond in hun keuken was
gebeurd. Ze sprak kalm, met gebogen hoofd, maar ze spaarde zichzelf
niet en vertelde de meest intieme details.
Toen ze klaar was vroeg Dean: 'Hebt u hem niet meer gezien sinds
hij naar buiten stormde?'
'Nee, maar we hebben elkaar vanmorgen via de telefoon gesproken.
Hij bood zijn excuses aan, zei dat hij niet wist wat hem had
bezield.'
'Heeft hij zich eerder ruw tegenover u gedragen?'
'Zelfs niet voor de grap. Ik heb hem nog nooit zo gezien.'
Weer een slecht signaal, dacht Dean.
Ze moest de bezorgdheid in zijn blik hebben gezien. Haar ogen
vlogen heen en weer tussen Dean en Curtis. 'Er is me nog steeds
niet verteld waarom ik hier ben.'
'Mrs. Armstrong,' zei Curtis, 'luistert uw man 's nachts weieens
naar de radio?'
'Soms,' antwoordde ze aarzelend.
'Is hij ooit eerder verdwenen?'
'Een keer. Vlak nadat de ouders van zijn patiente hem hadden
beschuldigd van ongewenste intimiteiten met hun dochter. Hij was
drie dagen vermist voordat hij werd gevonden en gearresteerd.'
'Waar is hij gevonden?'
'In zo'n motel waar veel mensen vast wonen. Hij zei dat hij zich
daar verborgen had gehouden omdat hij bang was dat niemand zijn
versie van het verhaal zou geloven.'
'En deed u dat?' vroeg Dean.
'Hem geloven?' Bedroefd schudde ze haar hoofd. 'Het was niet de
eerste keer dat een patiente of een medewerkster had geklaagd over
ongewenste intimiteiten. Verschillende tandartspraktijken, andere
steden zelfs, maar dezelfde klacht.
Voor dat incident gedroeg Brad zich net zo als hij zich de laatste
tijd gedraagt. Maar deze keer is zijn gedrag duidelijker. Hij doet
geen poging meer om het te verbergen. Hij is uitdagender, en dat
maakt hem roekeloos. Daarom was het zo makkelijk om hem te
volgen.'
'Bent u hem gevolgd?'
Tegelijk met Deans vraag vroeg Curtis wanneer dat was gebeurd.
'Vorige week, op een avond.' Ze wreef over haar voorhoofd alsof ze
zich schaamde voor de bekentenis. 'Ik kan het me niet precies
herinneren. Brad had van zijn werk gebeld en gezegd dat hij laat
zou thuiskomen. Hij had een of ander smoesje verzonnen, maar ik had
het door en heb een buurvrouw gevraagd of ze op mijn kinderen wilde
passen.
Ik ben naar zijn praktijk gegaan toen hij nog niet was vertrokken,
dus kon ik hem daarvandaan volgen. Hij ging naar een pornoshop met
boeken en video's en bleef daar bijna twee uur. Daarna reed hij
naar Lake Travis.'
'Waarheen precies?'
'Dat weet ik niet. Ik zou het gebied nooit hebben gevonden als ik
hem niet was gevolgd. Het was geen bebouwd gebied. Geen huizen of
bedrijfsgebouwen in de buurt. Daarom verbaasde het me daar zoveel
mensen te zien. Vooral jongelui. Tieners.'
'Wat deed hij daar?'
'Een hele tijd niets. Hij zat gewoon in zijn auto toe te kijken. Er
werd veel gedronken, er werd twee aan twee gerotzooid en er werden
paartjes gevormd. Uiteindelijk stapte Brad uit en liep naar een
meisje toe.' Ze boog haar hoofd. 'Ze praatten een tijdje. Daarna
stapte ze bij hem in de auto. En toen ben ik vertrokken.'
'Hebt u hem er niet mee geconfronteerd?'
'Nee,' zei ze met een trieste glimlach. 'Ik voelde me vies. Ik
wilde daar weg, ik wilde naar huis en een douche nemen. En dat deed
ik ook.'
Uit respect voor haar verwarring zwegen Dean en Curtis. Ten slotte
vroeg Curtis: 'Zou u de jonge vrouw herkennen met wie u hem
zag?'
Ze dacht even na. Toen schudde ze haar hoofd. 'Ik denk het niet.
Het enige dat me opviel, was dat ze waarschijnlijk nog op de
middelbare school zat. Het was donker, dus kon ik haar gezicht niet
goed zien.'
'Blond of donker haar? Groot, klein?'
'Blond, denk ik. Langer dan ik, maar kleiner dan Brad. Hij is ruim
1.75 meter.'
'Zou ze dit kunnen zijn?' Curtis pakte de foto van Janey Kemp die
in de krant had gestaan en liet hem aan haar zien.
Ze keek ernaar en toen naar elk van hen afzonderlijk. 'Nu weet ik
waarom u me wilde zien,' zei ze, en er verscheen een angstige blik
in haar ogen. 'Ik heb over dit meisje gelezen. De vermiste dochter
van een rechter. Dat is het, he? Daarom ben ik hier.'
In plaats van te antwoorden, zei Curtis: 'Hebt u ooit tegen uw man
gezegd wat u had gezien, dat u hem in uw macht had?'
'Nee. Ik deed net of ik sliep als hij 's nachts binnenkwam. De
volgende morgen was hij vrolijk en liefdevol, plaagde de kinderen
en maakte plannen met hen voor het weekend. Hij was de volmaakte
echtgenoot en vader. '
Ze zat even te peinzen, en Dean voelde dat Curtis op het punt stond
haar gedachten met een andere vraag te onderbreken, maar hij gaf de
rechercheur een nauwelijks merkbaar teken dat hij moest
wachten.
Ten slotte keek Toni Armstrong op en richtte zich tot Dean. 'Soms
denk ik dat Brad zijn leugens echt gelooft. Het is alsof hij in een
fantasiewereld leeft, waar zijn daden geen consequenties hebben.
Hij kan doen wat hij wil zonder angst om gepakt en bestraft te
worden.'
Dat was het meest verontrustende dat ze hun had verteld. Dean
betwijfelde of ze zich dat realiseerde, maar Curtis besefte het
wel.
Toen Dean naar hem keek, zag hij de diepe frons op het voorhoofd
van de rechercheur.
Net als Dean wist Curtis dat een van de typische kenmerken van
seriemoordenaars en seksuele roofdieren een uitgebreid
fantasieleven was dat zo dwingend en werkelijk voor hen was, dat ze
zich ernaar gedroegen. Ze dachten vaak dat ze boven de wet stonden
van een maatschappij die hen onrecht had gedaan, en ze
gehoorzaamden alleen een god die hun perversiteit begreep en zelfs
goedkeurde.
Curtis schraapte zijn keel. 'Bedankt voor uw tijd, Mrs. Armstrong.
En aangezien het geen makkelijk onderwerp is, ook bedankt voor uw
openhartigheid.'
Maar ze liet zich niet zonder meer wegsturen. 'Ik heb u een paar
afschuwelijke waarheden over mijn man verteld, maar hij kan niet
bij de verdwijning van deze jonge vrouw betrokken zijn.'
'We hebben ook geen enkele reden om te geloven dat hij daarbij
betrokken is. Zoals ik al zei, we volgen diverse sporen.' Curtis
zweeg even. Toen voegde hij eraan toe: 'Met uw hulp zouden we hem
als verdachte kunnen schrappen.'
'Hoe kan ik dan helpen?'
'Door zijn computer door onze experts te laten kraken. Zijn
bestanden binnengaan, kijken wat ze vinden. Dat meisje was heel
actief op een website met zeer uitgesproken seksuele berichten. Op
die manier heeft ze veel contacten gelegd. Als zij en uw man nooit
e-mails met elkaar hebben uitgewisseld, is de kans klein dat hij
haar kende.'
Ze dacht even na. Toen zei ze: 'Ik geef daar pas toestemming voor
als ik Brads advocaat heb geraadpleegd.'
Curtis accepteerde de voorwaarde, maar zo te zien was hij er niet
echt blij mee.
Mrs. Armstrong steeg nog meer in Deans achting. Ze liet zich niet
overdonderen. Dat had waarschijnlijk niet in haar aard gelegen voor
de moeilijkheden die de verslaving van haar man had veroorzaakt. Ze
had zich die eigenschap moeten aanleren om geestelijk gezond te
blijven en te overleven.
Curtis hielp haar overeind en bracht haar naar de deur. 'Bedankt
dat u ons een dienst hebt bewezen, Mrs. Armstrong. Ik hoop dat uw
man spoedig zal worden opgespoord en dat hij de hulp krijgt die hij
nodig heeft.'
'Hij kan de man die u zoekt niet zijn.'
'Waarschijnlijk niet. Bovendien zijn we er niet zeker van dat er
een misdrijf in het spel is wat Janey Kemp betreft. Maar, zoals u
ongetwijfeld weet, komen alle vroegere zedendelinquenten onder
verdenking te staan als er een zedendelict wordt vermoed. Uw man
koos een slecht tijdstip uit om niet op een afspraak met zijn
reclasseringsambtenaar te verschijnen, dat is alles.'
Dat was niet alles, en ze was slim genoeg om dat te beseffen. Maar
ze was ook te beleefd om Curtis recht in zijn gezicht te zeggen dat
hij een leugenaar was. In plaats daarvan nam ze afscheid.
'Aardige vrouw,' merkte Curtis op toen ze buiten gehoorsaf- stand
was.
'Intelligent ook.' Curtis keek Dean aan voor een nadere verklaring.
'Haar man zit in een neerwaartse spiraal, en dat weet ze. Ze had
ook door dat je onzin uitkraamde. Ondanks wat je tegen haar zei, is
het duidelijk dat je denkt dat er verband kan zijn tussen
Armstrongs verdwijning en die van Janey.'
'Dat is niet uit te sluiten.' Curtis liet zich in zijn bureaustoel
zakken en gebaarde Dean op de andere stoel te gaan zitten. Hij
pakte een Mars van een glazen schaal op zijn bureau en bood er Dean
een aan.
'Nee, dank je.'
Terwijl Curtis de Mars uitpakte, zei hij: 'Armstrongs eigen vrouw
heeft gezien dat hij een minderjarige aansprak om seks te
bedrijven. Speciaal voor dat doel ging hij naar die afgelegen plek
aan het meer. En hoe wist hij dat hij daarheen moest? Er is maar
een manier.'
'De Sex Club,' zei Dean.
'Precies. Waarschijnlijk gebruikt hij het mededelingenbord als
menukaart. Hij wekt zijn eetlust op door te lezen wat daarop staat
en gaat dan op zoek naar het meisje dat de afzender is. En het
meisje met wie Toni Armstrong hem zag, beantwoordt aan de algemene
beschrijving van Janey Kemp.'
'Heel algemeen,' zei Dean. 'Ze beschreef de helft van de mid-
delbareschoolmeisjes in en rond Austin.'
'In elk geval is het heel toevallig. Ben je dat met me eens?'
Dean haalde zijn handen door zijn haar. 'Ja, ja, ik ben het met je
eens.'
Hij had empathie voor Toni Armstrong gevoeld, die bleef geloven in
de onschuld van een dierbare in wie ze weinig vertrouwen had.
'Als ze niet uit zichzelf met de computer komt, ga ik om een
gerechtelijk bevel verzoeken,' zei Curtis. 'Misschien kan Rondeau
Armstrong opsporen via Janeys e-mailadressenboek, maar dat zal
langer duren. Intussen heb ik iedereen gewaarschuwd dat ik met dr.
Armstrong wil praten zodra hij opduikt. We hebben al een
opsporingsbericht voor zijn auto uitgevaardigd.'
'Over auto's gesproken, zijn er al labuitslagen over de auto van
Janey?'
Curtis trok een grimas. 'Bewijsmateriaal in overvloed. Ze hebben
sporen verzameld van elke vezel, natuurlijk of kunst. Tapijt,
kleding, papier. Elk kloteding. Het kost weken om dat allemaal na
te trekken.'
'Vingerafdrukken behalve die van Janey zelf?'
'Niet meer dan enkele tientallen. Ze zijn in het systeem aan het
zoeken. Misschien hebben we geluk en zit er een van Brad Armstrong
bij. Ze hebben ook sporen verzameld van aarde, voedsel, planten.
Alles wat los en vast zit. Je kunt het zo gek niet verzinnen of we
hebben het gevonden. We kunnen het snel identificeren. Maar als we
bewijsmateriaal op een vuilnisbelt hadden verzameld, zou het net
zo'n zootje zijn geweest.
Het meisje woonde bijna in haar auto. Volgens haar vriendinnen,
zelfs volgens haar eigen ouders, maakte ze er wel zeer intensief
gebruik van. Ze zat, dronk, sliep en vrijde erin. We hebben een
mensenhaar gevonden, en die is precies gelijk aan een haar die we
uit haar haarborstel in de badkamer van haar ouderlijk huis hebben
genomen. O, en een beetje opgedroogde ontlasting. Die is
geidentificeerd als hondenpoep, wat aannemelijk lijkt omdat we ook
een paar hondenharen hebben verzameld die van de hond van de
familie zijn.'
'Ik herinner me niet een hond te hebben gezien of gehoord.'
'Die zit in het washok. De rechter is er allergisch voor.' Curtis
nam de laatste hap van zijn Mars, verfrommelde het papier en gooide
het in de prullenbak. 'Dat is het tot nu toe.'
'Er is niets gevonden wat licht werpt op wat er met haar is
gebeurd,' merkte Dean op.
'Geen teken van een worsteling, zoals gescheurde kleren of
schaafplekken aan de binnenkant. Slechts een haar, geen hele pluk
die is uitgetrokken. Geen gebroken vingernagels die op verzet
zouden wijzen. Geen bloed. De benzinetank was halfvol, dus ze was
niet gestrand omdat ze geen benzine meer had. Geen defect aan de
motor. Voldoende lucht in alle banden. Klaarblijkelijk is ze op
eigen kracht uit de auto gestapt en heeft ze het portier achter
zich op slot gedaan.'
'Met de bedoeling om terug te komen,' voegde Dean er peinzend aan
toe. 'Hoe zit het met andere bandensporen in dat gebied?'
'Weet je hoeveel mensen in totaal lid zijn geworden van de Sex
Club? Een paar honderd. Ik denk dat ze zich daar die avond allemaal
hadden verzameld. Stel dat er twee of drie met elkaar in een auto
zaten, dan waren er nog honderd auto's. We hebben een paar sporen
en zijn aan het nagaan wat de merken en de types waren, maar het
zal dagen duren, zo niet weken, die we niet hebben.
En het vergelijken van DNA-monsters kost tijd, ook als we ze hebben
geisoleerd. Veel tijd. Het kan beslist niet in...' Hij raadpleegde
de wandklok. 'Minder dan zesendertig uur.'
'En hoe zit het met de foto die ze aan Gavin heeft gegeven? Geeft
die aanknopingspunten?'
'Interessant. Hij is niet afkomstig van een doorsnee fotozaak die
foto's in een uur ontwikkelt.'
'Heeft onze man zijn eigen donkere kamer?'
'Of hij gebruikt die van iemand anders. Een paar mensen houden zich
met dat aspect bezig. Ze proberen leveranciers van fotografisch
papier en chemicalien op te sporen, maar ook daar...' 'Tijd.'
'Juist. En misschien koopt onze amateur-fotograaf zijn spullen niet
in een winkel. Hij kan ze via een postorderbedrijf kopen of via het
internet.' Zijn dunner wordende, kortgeknipte haren hoefden niet te
worden gladgestreken, maar hij streek erover alsof dat wel zo was.
'Er is nog iets. Herinner je je Marvin de schoonmaker?'
'Wat is er met hem?'
'Alias Morris Green, Marty Benton en Mark Wright. Naast Marvin
Patterson zijn dat de schuilnamen die we kennen.'
'Wat is zijn verhaal?'
'Zijn echte naam is Lancy Ray Fisher. Vele keren beschuldigd van
kruimeldiefstal in en buiten de universiteit. Op achttienjarige
leeftijd heeft hij in Huntsville gevangengezeten wegens een grote
autodiefstal. Strafvermindering doordat hij een celgenoot had
verraden die tegen Lancy Ray over een moord had opgeschept. Maar
toen hij weer vrij was, volgden er diverse zwaardere misdrijven,
waarvoor hij minimale straffen heeft gekregen, gewoonlijk door
schuld te bekennen. Meestal ging het om het vervalsen van cheques
en het stelen van creditcards.'
'Waar is hij?'
'Geen idee. Net als zijn reclasseringsambtenaar zijn we hem nog
steeds aan het zoeken. Hij is ondergedoken toen we van tevoren
belden. Griggs en Carson zijn daarvoor uitgekafferd. Hoe dan ook,
het feit dat Marvin ons mijdt, doet me geloven dat het schenden van
de regels van zijn proeftijd niet zijn enige vergrijp is en het
schoonmaken van de toiletten op het radiostation niet zijn enige
bron van inkomsten.'
'Of dat hij iets ergers te verbergen heeft,' zei Dean.
'We hadden een aanhoudingsbevel en hebben zijn huis doorzocht. Geen
computer.'
'Die kan hij hebben meegenomen.'
'Dat zou kunnen, maar hij heeft andere snoepjes achtergelaten.'
'Zoals?'
Curtis somde een lijst op van elektronica die je niet van een
gemiddeld schoonmakerssalaris zou kunnen kopen. 'Voornamelijk
geluidsapparatuur. Superkwaliteit. We hebben ook dozen met troep
meegenomen die we nog aan het doorzoeken zijn. Maar nu wordt het
echt interessant. Een van de misdrijven waar ik het over had, was
aanranding. Zijn DNA is geregistreerd.'
'Als je dat kon vergelijken met bewijsmateriaal dat in Janeys auto
is gevonden...'
'Als ik daar de tijd voor had, bedoel je.'
Dean deelde de frustratie van de rechercheur. Het was een zaak
waarbij alles op z'n kop stond. Ze hadden goede aanwijzingen, maar
geen misdaad en geen slachtoffer. Ze waren op zoek naar een
ontvoerder zonder zeker te weten dat Janey Kemp was ontvoerd. Ze
veronderstelden dat ze tegen haar wil werd vastgehouden, dat haar
leven in gevaar was, maar het enige dat ze wisten...
Ineens kreeg Dean een idee. 'Wat als...'
Curtis keek op en spoorde hem aan om door te gaan. 'Zeg het. Op dit
moment sta ik open voor alle ideeen.'
'Is het mogelijk dat Janey hier zelf achter zit?'
'Om aandacht te trekken?'
'Of voor de lol. Kan ze een vriend hebben aangezet om Paris te
bellen, gewoon voor de lol, gewoon om te zien of ze erin trapte en
of ze er iets mee zou doen?' 'Het idee is niet zo vergezocht, maar
ook niet zo origineel. Ik ben vanmorgen naar de rechtbank geweest
om met de rechter te praten, en...'
'Werkt hij gewoon door?'
'In toga en al,' zei Curtis vol afkeer. 'Hij klampt zich vast aan
de gedachte dat Janey dit doet om hem en zijn vrouw te pesten.
Gezien de verkiezing in november heeft de rechter geen behoefte aan
negatieve publiciteit. Het imago van een onbesproken familie en zo.
Hij denkt dat Janey zijn kans om rechter te blijven tot nul
probeert te reduceren.'
'Verdomme.'
'Wat?'
'Denk ik nu als rechter Kemp?'
Curtis grinnikte. 'En jullie zouden alle twee gelijk kunnen
hebben.'
Na een korte stilte zei Dean: 'Ik denk het niet, Curtis. Valentino
heeft me overtuigd. Of Janeys onbekende grappenmaker weet voldoende
van psychologie om voor een echte door te gaan, of hij is er
een.'
'Ik moet ervan uitgaan dat hij er een is.'
'Janey had een afspraak met die vent. Ze ontmoetten elkaar op een
aangewezen plek. Zij parkeerde haar auto en reed met hem weg.'
'Daar lijkt het wel op,' zei Curtis.
'En dat komt overeen met Gavins verhaal.'
De rechercheur staarde peinzend naar de punt van zijn glanzend
gepoetste laars. 'Gavin kan haar ergens mee heen hebben genomen in
zijn auto, zodat ze privacy zouden hebben om te rollebollen.'
'En in plaats daarvan gaf Gavin haar een aframmeling? Is dat wat je
denkt?'
Curtis haalde zijn schouders op, alsof hij wilde zeggen:
misschien.
'Na kort met Janey te hebben gesproken, sloot Gavin zich bij zijn
vrienden aan. Hij heeft je een lijst met namen en telefoonnummers
gegeven. Heb je ze gecontroleerd?'
'We zijn ermee bezig.'
Het vage antwoord ergerde Dean nog meer. 'Denk je dat hij zijn stem
voldoende kon vervormen om als Valentino te klinken? Denk je dat ik
niet in staat ben de stem van mijn eigen zoon te herkennen?' 'Zou
je dat dan willen?'
Dean kon goed tegen kritiek. Soms werd zijn analyse van een
verdachte, een mogelijke getuige of een politieman die in de
problemen zat niet goed ontvangen, en maakte hem niet geliefd bij
de rest van het politiepersoneel. Dat was een aanvaard risico van
zijn werk.
Maar dit was de eerste keer dat er aan zijn integriteit werd
getwijfeld. Dat was nog nooit gebeurd! En het maakte hem ziedend.
'Beschuldig je me van belemmering van de rechtsgang? Denk je dat ik
bewijs achterhoud? Wil je een haarlok van Gavin?'
'Later misschien.'
'Wanneer je maar wilt. Laat het me weten.'
'Het was niet kwaad bedoeld. Het punt is dat je veel voor je houdt,
doctor.'
'Bijvoorbeeld?'
'Jij en Paris Gibson. Er is meer aan de hand dan je kwijt
wilt.'
'Omdat het je geen barst aangaat, verdomme.'
'En of het me iets aangaat,' zei Curtis. Zijn woede was bijna even
groot als die van Dean. 'Het is allemaal met haar begonnen.' Hij
boog zich naar voren en liet zijn stem dalen zodat iemand in het
kamertje ernaast hem niet zou horen. 'Jullie tweetjes waren een
dynamisch duo tijdens een gijzeling in Houston. Het heeft alle
kranten gehaald, het televisiejournaal.'
'Er zijn mensen gestorven.'
'Ja, dat heb ik gehoord. Het heeft je behoorlijk aangegrepen. Je
nam een tijd vrij om alles op een rijtje te zetten.'
Dean kookte in stilte.
'Niet lang daarna werd de verloofde van Paris, jouw boezemvriend -
iets wat je evenmin hebt verteld - uitgeschakeld. Zij gaat weg bij
het journaal en wijdt zich aan zijn verzorging, en jij...'
'Ik ken het verhaal. Hoe kom je aan je informatie?'
'Ik heb vrienden bij de politie van Houston. Ik heb het gevraagd,'
antwoordde Curtis zonder verontschuldiging.
'Waarom?'
'Omdat de gedachte bij me opkwam dat dit Valentino-gedoe daaruit
voortkomt.'
'Dat is niet zo.'
'Weet je dat zeker? Valentino's obsessie schijnt ontrouwe vrouwen
te zijn. Denk je dat een aantrekkelijke en levenslustige vrouw als
Paris Jack Donner trouw bleef al die zeven jaar dat ze voor hem
zorgde?'
'Dat weet ik niet. Na hun vertrek uit Houston heb ik geen contact
meer gehad met haar en Jack.'
'Geen enkel contact?'
'Dat is wat ze wilde.'
'Ik snap het niet. Je zou getuige zijn bij hun huwelijk.'
'Je Houston-bron heeft er werk van gemaakt!'
'Hij heeft me niets verteld dat niet zwart op wit stond. Waarom
vroeg Paris je om uit de buurt te blijven?'
'Dat vroeg ze niet, ze stond erop. Ze hield zich aan wat zij dacht
dat Jack zou willen. Jack en ik waren atleten toen we studeerden.
Maatjes, met alle fysieke ruwheid die dat met zich meebrengt. Hij
zou niet hebben gewild dat ik hem zo zag.'
Curtis knikte alsof het antwoord deugdelijk was, maar niet
compleet. 'En er is nog iets wat ik merkwaardig vind,' zei hij. 'De
zonnebril.'
'Haar ogen zijn gevoelig voor licht.'
'Maar ze draagt hem ook in het donker. Ze droeg hem gisteravond
toen jullie bij de Wal-Mart arriveerden. Het was midden in de nacht
en er was niet eens volle maan.' Curtis wierp hem een doordringende
blik toe. 'Het is bijna alsof ze zich ergens voor schaamt, he?'Stan
had liever geen afspraak met zijn oom Wilkins gehad, want hij wist
dat hij op z'n donder zou krijgen.
Ze zouden elkaar ontmoeten in de bar in de lounge van het Driskill
Hotel, wat gunstig was voor Stan. Aangezien Wilkins van plan was 's
avonds naar Atlanta terug te vliegen, had hij geen suite geboekt.
Goddank, dacht Stan terwijl hij het bekende hotel in de binnenstad
betrad. Het was onwaarschijnlijk dat zijn oom hem in het openbaar
de les zou lezen. Wilkins haatte scenes.
In de lounge was het heel rustig. Door het plafond van
gebrandschilderd glas scheen getemperd licht. Je was geneigd om zo
stil mogelijk over de marmeren mozaiekvloer te lopen, want je wilde
geen enkel glimmend blad in beweging brengen als je een gepotte
varenpalm passeerde. Sofa's en stoelen nodigden je uit je in de
dikke kussens te nestelen en te genieten van de fluitsolo die door
onzichtbare luidsprekers filterde.
Maar in het midden van deze oase van koele sereniteit zat een
giftige pad.
Wilkins Crenshaw was verre van lang, en Stan vermoedde dat hij
verhogingen in zijn schoenen droeg. Zijn grijze haar had een gelige
tint en was zo dun, dat het amper de ouderdomsvlekken op zijn
wasbleke schedel bedekte. Zijn neus was te breed en paste bij zijn
vlezige lippen, waarvan de onderlip ook nog slap naar beneden hing.
Hij leek op een amfibie van de lelijkste soort.
Stan geloofde dat het uiterlijk van zijn oom de voornaamste reden
was waarom hij vrijgezel was gebleven. De enige aantrekkingskracht
die Wilkins voor het andere geslacht zou kunnen hebben, zou zijn
geld zijn, wat de tweede reden was waarom hij ongetrouwd was. Hij
was te gierig om ook maar een klein stukje van zijn financiele
taart met een echtgenote te delen.
Stan vermoedde ook dat zijn oom een sullige verschoppeling was
geweest op de militaire academie waar hij en zijn vader door zijn
grootvader naartoe waren gestuurd. Daarna hadden de broers geen
andere keus gehad dan The Citadel. Na te zijn afgestudeerd, had elk
van hen een tijd bij de luchtmacht gediend. Dus met een titel op
zak en na hun patriottische plicht te hebben gedaan mochten ze
deelnemen aan het familiebedrijf.
Tijdens de overgang naar volwassenheid was de sullige Wilkins
gemeen geworden. Hij had geleerd terug te vechten, maar het wapen
dat hij koos was intellectueel vermogen, geen spierkracht. Hij
gebruikte niet zijn vuisten, maar had een buitengewone gave om
angst in te boezemen. Hij vocht vals en dodelijk.
Hij ging niet staan toen Stan zich bij hem voegde aan de kleine,
ronde canapetafel. Hij begroette hem niet eens. Toen de knappe,
jonge serveerster naar hen toe kwam, zei Wilkins tegen haar: 'Een
sodawater voor hem.'
Stan verfoeide sodawater, maar veranderde de bestelling niet. Hij
zou zijn best doen om deze ontmoeting zo pijnloos mogelijk te
maken. Hij glimlachte vriendelijk en zei vleiend: 'U ziet er goed
uit, oom.'
'Is dat een zijden hemd?'
'Eh, ja.'
Het was een familietrek om zich goed te kleden. Als om zijn fysieke
tekortkomingen te compenseren, was Wilkins altijd onberispelijk
gekleed en verzorgd. Zijn hemden en pakken werden op maat gemaakt,
genadeloos gesteven en gestoomd. Geen kreukel of los draadje te
bekennen.
'Doe je je best je als een homo te kleden? Of zie je er van nature
zo verwijfd uit?'
Stan zei niets. Hij knikte slechts bij wijze van dank tegen de
serveerster toen ze zijn sodawater kwam brengen.
'Je moet de opzichtige manier waarop je je kleedt van je moeder
hebben geerfd. Ze hield van ruches en zo. Hoe meer hoe beter.'
Stan ging niet met Wilkins in discussie, hoewel zijn overhemd niet
in het minst opzichtig was, noch qua stijl, noch qua kleur. En hij
betwijfelde ten zeerste of zijn moeder ooit een ruche had gedragen.
Ze had er altijd volmaakt uitgezien en had een uitstekende smaak
gehad; voor hem bleef ze de mooiste vrouw die hij ooit had
gezien.
Maar het zou zinloos zijn daarover te redetwisten, en daarom
veranderde hij van onderwerp. 'Is uw gesprek met de algemeen
directeur goed afgelopen?'
'De zaak maakt nog steeds winst.'
Stan vroeg zich af waarom zijn oom dan zo nors keek. 'In de laatste
peilingen kwamen we hoog uit,' zei hij. 'Een paar punten hoger dan
in de periode ervoor.'
Hij had zijn huiswerk gedaan, zodat hij met die gegevens indruk kon
maken op zijn oom. Hij hoopte alleen dat Wilkins hem niet een
mondelinge test afnam door naar de data van de laatste periode te
vragen of dat hij moest uitleggen hoeveel een punt was.
Zijn oom bromde: 'Daarom is die kwestie met Paris Gibson zo
ellendig.'
'Ja, sir.'
'We kunnen niet toestaan dat ons radiostation erbij betrokken
is.'
'Het is er niet echt bij betrokken, oom. Slechts zijdelings.'
'Al is het in geringe mate, ik wil niet dat wij in verband worden
gebracht met iets wat zo weerzinwekkend is als de verdwijning van
een tienermeisje.'
'Absoluut niet, sir.'
'Daarom ruk ik die vervloekte kop van je romp en pis ik in het gat
als jij iets met die telefoontjes te maken had.'
Oom Wilkins had behalve gemeenheid nog iets anders geleerd in de
tijd dat hij in het leger had gezeten. Hij had geleerd zich uit te
drukken in een taal die niet verkeerd kon worden uitgelegd. De
grofheid van zijn verklaring werd alleen overtroffen door de
doeltreffendheid ervan.
Stan schrok terug. 'Hoe komt u erbij dat ik...'
'Omdat je een prutser bent. Dat ben je al sinds je moeder je heeft
gebaard. Vanaf het moment dat je ademde, wist ze dat je een jankend
misbaksel was. Ik denk dat ze daarom gewoon is gaan liggen toen ze
ziek werd, en daarna van pure ellende is gestorven.'
'Ze had alvleesklier kanker.'
'Dat gaf haar een goed excuus om zich eindelijk van je te
bevrijden. Je vader wist ook dat je absoluut waardeloos was en
wenste niet met jou opgezadeld worden. Daarom zoog hij zo hard aan
zijn pistool, dat het de achterkant van zijn hoofd wegblies.'
Stans keel kneep dicht. Hij kon geen woord uitbrengen.
Wilkins was meedogenloos. 'Je vader was al zwak en je moeder maakte
hem nog zwakker. Hij vond het zijn plicht met haar getrouwd te
blijven, hoewel het haar persoonlijke doel was met elke man die ze
ontmoette het bed in te duiken.'
Zijn oom leefde van wreedheid. Stan had het tweeendertig jaar lang
ondervonden en besefte dat hij eraan gewend zou moeten zijn. Maar
dat was hij niet. Hij keek "Wilkins met pure haat aan. 'Vader had
ook liefdesavonturen. Constant.'
'Meer dan we weten, daar ben ik zeker van. Hij naaide iedere vrouw
die hij kon krijgen om zichzelf ervan te overtuigen dat hij het nog
steeds kon. Je moeder ontzegde hem de toegang tot haar bed. Het
leek of hij de enige man was van wie ze een afkeer had.'
'Behalve van jou.'
Wilkins sloot zijn hand zo stevig om zijn whiskyglas, dat Stan zich
afvroeg waarom het kristal niet brak. Hij had raak geschoten, en
dat was een goed gevoel. Hij wist precies waar Wilkins' minachting
voor zijn moeder vandaan kwam. Talloze keren had Stan haar luchtig
horen lachen en zeggen: 'Wilkins, je bent zo'n onaangename
pad.'
Omdat zijn moeder het zei, die dol was op mannen, was dat een
enorme kleinering geweest. Bovendien had ze nooit angst voor
Wilkins getoond, en dat was de ultieme belediging geweest. Hij vond
het heerlijk om mensen bang voor hem te maken, maar bij haar had
hij jammerlijk gefaald. Stan schiep er behagen in hem daaraan te
herinneren.
Wilkins knapte op van een slok whisky. 'Gezien je slecht
functionerende ouders,' zei hij, 'is het vrij logisch dat je
problemen hebt met seks.'
'Die heb ik niet.'
'Alles wijst op het tegendeel.'
Stans gezicht begon te gloeien. 'Als u het over die vrouw in Flo-
rida hebt...'
'Die je een beurt probeerde te geven op haar faxapparaat.'
'Dat is haar versie,' zei Stan. 'Zo was het niet. Zij lag boven op
me tot ze bang werd dat er iemand zou binnenkomen.'
'Dat was niet de enige keer dat ik je uit de penarie moest helpen
omdat je de rits van je broek niet dicht kon houden. Net als je
vader. Als je maar de helft van het talent dat je voor hoereren
hebt voor zaken had, zouden we allemaal een stuk rijker zijn.'
Dat, vermoedde Stan, was de kern van de wrok van zijn oom. Hij kon
niet aan het enorme fonds komen dat Stans ouders voor hun zoon
hadden opgericht. Het omvatte niet alleen wat hij na hun dood had
geerfd, maar ook een groot aandeel in de winst van het bedrijf,
zolang dat bestond. De bepalingen waren onherroepelijk en
onbetwistbaar. Zelfs Wilkins, met al zijn macht en invloed, kon het
fonds niet ongeldig maken en Stans vermogen stelen.
'Die keer bij het zwembad van de golfclub, wat probeerde je toen
met je exhibitionistische gedrag aan die meisjes te bewijzen? Dat
je 'm omhoog kon krijgen?'
'We waren elf. Ze waren nieuwsgierig en smeekten of ze 'm mochten
zien.'
'En daarom renden ze zeker schreeuwend naar hun ouders. Het kostte
me een paar ruggen om het voorval buiten de publiciteit te houden
en te verhinderen dat je niet voorgoed van de club werd
uitgesloten. Je bent van de voorbereidingsschool gestuurd omdat je
je aftrok in de douche.'
'Dat deed iedereen!'
'Maar alleen jij werd betrapt, wat wijst op een gebrek aan
zelfbeheersing.'
'Bent u van plan me al mijn puberale onbezonnenheden voor te
houden? Zo ja, dan bestel ik nog een drankje.'
'We hebben geen tijd om je misstappen de revue te laten passeren.
Niet nu, tijdens dit gesprek.' Wilkins keek op zijn horloge. 'Ik
moet zo meteen weg. Ik heb tegen de piloot gezegd dat ik om zes uur
wilde vliegen.'
Moge je neerstorten en verbranden, dacht Stan.
'Wat ik van je wil,' zei Wilkins, 'is een ontkenning dat je gore
telefoontjes met die vrouwelijke dj hebt gepleegd.'
'Waarom zou ik dat doen?'
'Omdat je een zieke kleine smeerlap bent. Het heeft me een vermogen
gekost om me door jouw psychiater te laten vertellen wat ik al
wist. Je ouders hebben een misbaksel gecreeerd - jou. En ze
scheepten mij ermee op. Ik ben blij dat - tenminste, tot nu toe -
al je "onbezonnenheden" met vrouwen zijn geweest.'
'Hou op,' siste Stan.
Hij wilde dat hij het lef had om over de tafel te springen, de
korte, dikke hals van zijn oom vast te grijpen en te knijpen tot
zijn uitpuilende kikkerogen uit hun kassen sprongen en zijn tong
uit zijn dikke lippen stak. Hij zou het heerlijk vinden als hij
dood was. Op een groteske, pijnlijke wijze dood.
'Ik heb die belletjes niet gepleegd,' zei hij. 'Dat kan helemaal
niet. Ik was met Paris in het gebouw toen die telefoontjes
binnenkwamen. Ze waren afkomstig uit openbare telefooncellen die
kilometers van het radiostation verwijderd zijn.'
'Ik heb het gecheckt. Het is mogelijk om telefoontjes langs een
andere route te sturen en het te doen lijken of ze van de ene
telefoon komen terwijl ze in feite van een andere komen. Meestal
een mobiele telefoon, eentje die gestolen is misschien. Dat maakt
dat de telefoontjes vrijwel niet te traceren zijn.'
Stan was verbijsterd. 'Hebt u gecheckt hoe het kon zijn gedaan nog
voor u me vroeg of ik het had gedaan?'
'Ik ben niet gekomen waar ik nu ben door dom en achteloos te zijn,
zoals jij. Ik wilde niet dat een van je zogenaamde onbezonnenheden
in mijn gezicht zou ontploffen. Ook wil ik niet een zak- kenwasser
lijken omdat ik erop vertrouwde dat je je pik zou houden op de plek
waar hij hoort. Ik moet me nu al verantwoorden bij de raad van
bestuur dat ik jou een salaris betaal terwijl je nog geen gloeilamp
kunt vervangen.'
Wilkins bleef hem strak aankijken tot Stan zei: 'Ik heb niet met
telefoontjes geknoeid.'
'Het enige waar je goed in bent, is prutsen aan snufjes.'
'Ik heb niet geknoeid met telefoontjes,' herhaalde Stan.
Wilkins keek hem scherp aan terwijl hij nog een slok whisky nam.
'Die Paris. Ben je op haar gesteld?'
'Ja, ze is aardig,' zei Stan met een onbewogen uitdrukking op zijn
gezicht.
De blik van zijn oom werd harder, gemener, en zoals gewoonlijk
zwichtte Stan.
Dat deed hij uiteindelijk altijd. En hij haatte zichzelf erom. Hij
was een jankend misbaksel.
Hij friemelde aan het vochtige servetje onder zijn onaangeraakte
sodawater. 'Als u me vraagt of ik ooit seksuele fantasieen over
haar heb gehad, dan is het antwoord ja. Af en toe. Ze is
aantrekkelijk en heeft een hese, sexy stem, en elke avond brengen
we uren alleen met z'n tweetjes door.'
'Heb je het bij haar geprobeerd?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Ze heeft duidelijk gemaakt dat ze geen
interesse heeft.'
'Dus je hebt het geprobeerd en ze wees je af.'
'Nee, ik heb het nooit geprobeerd. Ze leeft als een non.'
'Waarom?'
'Ze was met iemand verloofd,' zei hij op, een toon waaruit zijn
ergernis over de zinloosheid van dit gesprek bleek. 'Hij lag in een
exclusieve, prive-kliniek in de buurt van Georgetown, ten noorden
van hier. Paris ging elke dag bij hem op bezoek. Mensen hier op het
station zeiden tegen me dat ze dat vele jaren heeft gedaan. Hij is
niet zo lang geleden gestorven. Ze had er veel verdriet van en is
er nog steeds niet overheen. Bovendien is ze niet het type dat zou
kunnen, u weet wel...'
'Nee, ik weet het niet. Niet het type dat wat zou kunnen?'
'Dat zou kunnen worden verleid.'
Wilkins staarde hem oneindig lang aan. Toen haalde hij voldoende
bankbiljetten uit zijn portemonnee om de rekening te kunnen
betalen. Hij legde ze onder zijn lege glas en stond op. Daarna
pakte hij zijn diplomatenkoffertje en keek langs zijn brede,
afstotelijke neus naar Stan.
'Verleiden is een woord dat betekent dat je een vrouw moet
overhalen seks met je te bedrijven. Dat geeft te denken,
Stanley.'
Toen zijn oom wegliep, bromde hij: 'Nou, ik ben tenminste niet zo
oerlelijk dat ik ervoor moet betalen.'
Stan leerde een ding van deze ontmoeting. Er was niets mis met het
gehoor van oom Wilkins.
De stacaravan had zoveel jaren op dezelfde plek gestaan, dat een
hoek ervan slagzij maakte. Aan de voorkant omheinde een afrastering
van prikkeldraad een kleine tuin, waarin niets groeide behalve
kafferkoren en doornstruiken. Het enige dat een beetje aan een
echte tuin deed denken waren twee gebarsten lemen potten met
verschoten plastic goudsbloemen.
Een buurjongen had een voetbal over de omheining van de tuin
geschopt, maar had nooit de moeite genomen hem weer op te halen. De
bal was allang leeggelopen. Een driepotige barbecue die jaren
geleden op een rommelmarkt was gekocht, stond tegen de buitenmuur
van de caravan. De bodem was helemaal verroest. De televisieantenne
op het dak stond bijna in een hoek van 90 graden.
Het was vervallen, maar het was een onderkomen.
Een onderkomen voor drie verwaarloosde en slechtgehumeurde katten
die nooit zindelijk waren geweest, en een aan koffie en sigaretten
verslaafde slons, die constant rookte, ondanks het verrijdbare
zuurstofreservoir waarmee ze met een canule was verbonden.
Ze ademde zwaar toen de deur van de caravan knarsend openging,
waardoor een straal zonlicht dwars over het beeld op haar
televisiescherm liep. 'Ma?'
'Doe de deur dicht, verdomme. Ik kan geen tv kijken als dat licht
erop schijnt, en mijn soap is op de buis.'
'Jij en je soaps.' Lance Ray Fisher, alias Marvin Patterson, kwam
binnen en deed de deur achter zich dicht, waardoor de kamer in een
nevelige duisternis werd gehuld. Het zwart-witte televisiebeeld
werd een klein beetje helderder.
Hij liep meteen naar de koelkast en wierp er een blik in. 'Er is
niets te eten.'
'Dit is Luby's cafetaria niet, en niemand heeft je
uitgenodigd.'
Hij zocht net zolang tot hij een stuk worst vond. Boven op de
koelkast lag een wit brood. Hij duwde een van de katten weg zodat
hij het brood kon pakken. Daarna belegde hij een oude boterham met
worst en vouwde hem dubbel. Hij zou het ermee moeten doen.
Zijn moeder zei niets tot de soap werd onderbroken voor de reclame.
'Wat is er aan de hand, Lancy?'
'Waarom denk je dat er iets aan de hand is?'
Ze snoof en stak een sigaret op.
'Je blaast jezelf nog eens op met je gerook vlakbij die
zuurstoftank. Ik hoop alleen dat ik hier dan niet ben.'
'Maak ook maar zo'n boterham voor mij.' Hij deed het. Terwijl hij
langs haar liep zei ze: 'Je komt alleen op bezoek als je in de
nesten zit. Wat heb je deze keer uitgespookt?'
'Niets. De huisbaas laat mijn appartement opnieuw schilderen. De
komende paar dagen moet ik ergens logeren.'
'Ik dacht dat het dik aan was met je nieuwe vriendin. Waarom logeer
je niet bij haar?'
'Het is uit.'
'Dat ligt voor de hand. Is ze erachter gekomen dat je een crimineel
bent?'
'Ik ben geen crimineel meer. Ik ben een fatsoenlijke burger.'
'En ik ben de koningin van Sheba,' hijgde ze.
'Ik heb schoon schip gemaakt, ma. Kun je dat niet zien?'
Hij hield zijn armen opzij, waarna ze hem van top tot teen opnam.
'Wat ik zie is nieuwe kleding, maar de man eronder is niet
veranderd.'
'Jawel.'
'Maak je nog steeds van die onsmakelijke films?'
'Videofilms, ma. Twee. Dat is jaren geleden, en ik deed het alleen
om een vriend een dienst te bewijzen.'
Een vriend die hem had betaald met cocaine, want hij had kunnen
snuiven wat hij wilde. Het enige dat hij had hoeven doen was zich
uitkleden en naaien. Maar Lancy was zowel op als buiten de set met
een van de 'actrices' gaan vrijen. Toen was de jaloerse regisseur
gaan klagen over het formaat van zijn geslachtsorgaan. In een
medium waar formaat heel belangrijk was voldeed Lancy niet aan de
eisen. 'Niets persoonlijks, hoor.'
Maar Lancy had het natuurlijk wel als een persoonlijke belediging
opgevat. Ze waren uit elkaar gegaan, maar niet voordat Lan- ce de
regisseur had laten bloeden en smeken dat zijn eigen
geslachtsorgaan intact werd gelaten.
Dat was lang geleden. Nu gebruikte hij geen harddrugs meer en
speelde hij ook niet meer in porno videofilms. Hij had het roer van
zijn leven totaal omgegooid.
Maar zijn moeder geloofde dat blijkbaar niet. 'Je bent net als je
vader,' zei ze, terwijl ze smakkend op haar boterham kauwde. 'Hij
was een onbetrouwbare schoft, en jij ziet er net zo gluiperig uit.
Je praat niet eens normaal. Waar heb je ineens zo deftig leren
praten?'
'Ik werk op het radiostation. Ik luister naar mensen op de radio en
heb hun spreekstijl overgenomen. Ik heb erin geoefend.'
'Spreekstijl, aan me hoela. Ik vertrouw je voor geen meter.'
Ze ging weer naar haar soap kijken. Lancy liep door de smalle gang,
om hopen kattenstront heen, en ging het kamertje binnen waarin hij
sliep als hij niet in de gevangenis zat of geen werk had, of als
hij, zoals nu, voor een paar dagen moest verdwijnen. Dit was zijn
laatste toevluchtsoord.
Hij wist dat zijn moeder de kamer altijd doorzocht wanneer hij was
vertrokken. Dus toen hij de losse vinyltegel onder het
tweepersoonsbed optilde, was hij bang voor wat hij zou vinden. Of,
beter gezegd, niet zou vinden.
Maar het geld, voornamelijk briefjes van honderd dollar, lag in de
kleine, metalen doos waarin hij het had opgeborgen. De helft ervan
was eigenlijk van een voormalige partner, die voor een ander
misdrijf was veroordeeld en nu in de gevangenis zijn straf uitzat.
Als hij vrijkwam, zou hij op zoek gaan naar Marty Benton en naar
zijn deel van de poet. Maar Lancy zou zich daar pas druk over maken
als het zover was, mocht het ooit zover komen.
Het bedrag was al aardig geslonken. Hij had een groot deel van het
geld gebruikt om zijn auto te kopen en nieuwe kleren. Hij had een
appartement gehuurd... twee, in feite, en had geld geinvesteerd in
de computer die nu in de kofferbak van zijn auto stond.
Zijn moeder zou hem op zijn kop geven en zeggen dat hij zijn goede
geld weggooide aan een stom ding als een computer, terwijl zij haar
soaps nog in zwart-wit bekeek. Ze begreep niet dat je verstand van
computers moest hebben om een onderneming, wettig of niet, te doen
slagen. Lancy had zichzelf aangeleerd met de computer om te gaan.
Om gezeur van het oude wijf te vermijden, zou hij wachten tot ze
sliep. Dan pas zou hij zijn laptop naar binnen brengen en via zijn
mobieltje het internet opgaan.
Hij telde zijn geld, stopte een paar bankbiljetten in zijn zak en
legde de rest terug in de geheime bergplaats onder de vloer. Dit
was zijn noodfonds. Hij vond het heel jammer dat hij er nu gebruik
van moest maken, hoewel je dit beslist een noodsituatie kon
noemen.
Nadat hij de laatste keer uit de gevangenis was ontslagen, had hij
vrij snel een goede baan gekregen, maar was te stom geweest om het
te waarderen. Een van de domste dingen die hij ooit had gedaan, was
stelen van het bedrijf. Niet dat hij het als stelen had beschouwd,
maar zijn baas wel.
Als hij had gevraagd of hij de afgedankte apparatuur voor een zacht
prijsje mocht overnemen, zou de baas waarschijnlijk tegen hem
hebben gezegd dat hij mocht meenemen wat hij wilde, dat hij rustig
zijn gang kon gaan. Maar hij had het niet gevraagd en was in zijn
oude gewoonte teruggevallen. Pak wat je krijgen kunt. Gebruik de
gelegenheid. Op een avond, voordat hij zijn werkplek verliet, had
hij de verouderde apparatuur gegapt. Hij had gedacht dat niemand
die zou missen.
Maar iemand had het spul wel gemist, en aangezien hij de enige
ex-crimineel op de loonlijst was, had de baas hem als eerste
verdacht. Toen hij beschuldigd was, had hij bekend en om een tweede
kans gevraagd. Zonder succes. Hij was ontslagen en er werd alleen
geen aanklacht tegen hem ingediend omdat hij alles wat hij had
meegenomen had teruggegeven.
De ervaring had hem een aantal lessen geleerd, om te beginnen dat
je nooit de waarheid moest invullen op een sollicitatieformulier.
Dus toen Marvin Patterson naar de baan bij het radiostation
solliciteerde, vulde hij 'nee' in op de vragen over arrestaties en
veroordelingen.
Hoe walgelijk het ook was om de rotzooi van andere mensen te moeten
opruimen, was die baan een zegen geweest. Toen hij hem kreeg, had
hij het gevoel gehad dat het lot, zijn goede fee of een of andere
macht buiten hemzelf hem ertoe had aangezet die spullen te stelen.
Als hij niet uit die eerste baan was ontslagen, zou hij niet vrij
zijn geweest om bij 101.3 te werken.
Niet alleen had Lancy als schoonmaker genoeg verdiend om zijn
reclasseringsambtenaar rustig te houden, hij had ook zijn geheime
bergplaats niet hoeven leegmaken. En, het belangrijkste, zijn werk
had het mogelijk gemaakt om elke avond dicht bij Paris Gibson te
zijn.
Jammer genoeg kon hij nu niet terugkeren naar die baan. En ook niet
naar zijn appartement, een cheque uitschrijven op Marvin Pattersons
naam, of geld trekken uit een geldautomaat. Dat waren allemaal
manieren die direct naar hem zouden leiden.
Zodra die agenten belden om te zeggen dat hij moest blijven waar
hij was, dat ze op weg waren om met hem te praten over het feit dat
Paris Gibson met een ranzig telefoontje was lastiggevallen, had hij
geweten dat er een spaak in zijn wiel was gestoken. Van het ene
moment op het andere was hij weer een ex-crimineel geworden en had
hij ook zo gehandeld. Hij had zijn mobieltje gepakt, zijn laptop en
wat kleren, en was 'm toen gesmeerd.
Eerst was hij naar zijn tweede woning gegaan, een miserabel
onderkomen dat hij onder een valse naam huurde. Wat een onnodige
luxe had geleken was goed van pas gekomen.
Maar toen hij het parkeerterrein naderde, had hij aan de overkant
van de straat een politieauto zien staan. Hij was gewoon
doorgereden. Hij had tegen zichzelf gezegd dat het waarschijnlijk
toeval was, en dat de agenten in een onopvallende auto zouden
zitten als ze zaten te wachten tot hij kwam opdagen. Maar hij had
geen risico genomen.
Hij had de valse identiteitspapieren van Marvin Patterson
vernietigd. Hallo, Frank Shaw.
Hij had het nummerbord van zijn wagen verwisseld met een bord dat
hij maanden geleden had gestolen.
Wat iemand ook zei over rehabilitatie en reclassering, geen smeris,
geen rechter, geen fatsoenlijke, ordelievende burger zou een
ex-crimineel het voordeel van de twijfel geven. Je kon op de bijbel
zweren dat je veranderd was, je kon smeken voor een kans om jezelf
te bewijzen, of beloven een actief lid van de gemeenschap te
worden, het maakte niet uit. Niemand gaf een crimineel een tweede
kans. Noch de politie, noch de maatschappij, noch de vrouwen.
Vooral de vrouwen. Ze bedreven op allerlei manieren seks met je,
maar ze werden overdreven kieskeurig als ze hoorden dat je een
strafblad had. Dan deden ze moeilijk. Daar trokken ze de grens. Dat
sloeg toch nergens op?
Tenminste, dat vond Lancy. Maar of het redelijk was of niet, dat
was de regel. En aangezien hij zich niet naar de regel voegde, had
hij geprobeerd zichzelf te veranderen in een man die dat wel deed.
Hij kleedde zich beter, sprak netter en ging als een gentleman met
vrouwen om.
Tot nu toe had de metamorfose hem niet echt iets opgeleverd. Hij
had wel een paar veelbelovende contacten gehad, maar uiteindelijk
waren die net zo afgelopen als zijn andere relaties. Het was alsof
hij gebrandmerkt was, op een manier die alleen voor vrouwen
zichtbaar was.
Het lukte hem gewoon niet om vriendschap en respect bij vrouwen af
te dwingen. Te beginnen bij zijn eigen moeder.'We zijn er wel wat
laat mee, maar we hopen dat je met ons gaat dineren.'
Paris keek van Dean naar Gavin. In zeven jaar was hij lang, mager
en knap geworden. Zijn haar was een beetje donkerder en zijn
gezicht volwassener, maar ze zou hem meteen hebben herkend.
'Dit is een cliche,' zei ze, 'en je zult het afschuwelijk vinden
dat ik het zeg, maar ik kan niet geloven dat je zo volwassen bent.'
Ze nam een van zijn handen tussen de hare. 'Het is geweldig je weer
te zien, Gavin.'
Met een mengeling van gene en verlegenheid zei hij: 'Het is ook
leuk om u te zien, miss Gibson.'
'Toen je negen was, noemde je me terecht miss Gibson. Maalais ik
het je nu hoor zeggen, klinkt het net of ik stokoud ben. Van nu af
aan ben ik Paris, afgesproken?'
'Afgesproken.'
'Hoe zit het met het etentje?' vroeg Dean.
'Ik ben het avondeten al aan het klaarmaken.'
Hij trok vol verwachting zijn wenkbrauwen op. Ze had geen andere
keus dan te zeggen: 'Er is genoeg als jij en Gavin er geen bezwaar
tegen hebben om aan te schuiven.'
'Het is een welkome verandering.' Dean duwde Gavin zachtjes de
kamer in. 'Wat eten we?'
'Je ontfutselt me een uitnodiging en nu ben je kieskeurig?'
'Ik lust alles, behalve lever of koolraap.'
'Pasta met varkenshaas en groente. Geen koolraap.'
'Ik zit al te watertanden. Hoe kunnen we je helpen?'
'Eh.' Plotseling stond ze met haar mond vol tanden. Het was zo lang
geleden dat ze gasten had gehad, dat ze niet meer wist hoe ze
hen bezig moest houden. 'We zouden eerst een drankje kunnen
nemen.'
'Klinkt goed.'
'Ik heb een fles wijn...' Ze wees naar de achterkant van het
huis.
'Wijs me de weg,' zei Dean.
In de keuken gaf ze hem opdracht de chardonnay te openen, terwijl
zij cola voor Gavin inschonk en er een paar ijsblokjes aan
toevoegde. Dean deed alsof hij thuis was. Zij en Gavin voelden zich
minder op hun gemak. 'In de zitkamer staat een cd-speler,' zei
Paris tegen Gavin. 'Maar ik weet niet of ik muziek heb die jij mooi
vindt.'
'Vast wel. Ik luister af en toe naar je programma.'
Daar was ze blij mee. Ze vertelde hem waar hij haar cd-speler kon
vinden, en hij liep van de keuken naar de zitkamer. Zodra hij
buiten gehoorsafstand was, zei ze tegen Dean: 'Moet ik iets over de
blauwe plek op zijn gezicht zeggen of niet?'
'Niet.'
Het was onmogelijk de donkere plek en de lichte zwelling onder
Gavins rechteroog niet te zien, en natuurlijk had ze zich
afgevraagd hoe hij aan zo'n pijnlijk uitziende kwetsuur was
gekomen, maar Dean leek er boos over te zijn, dus veranderde ze van
onderwerp en vroeg hoe Gavins gesprek met Curtis was afgelopen.
'Curtis zei dat Gavin zich aan zijn oorspronkelijke verhaal hield
en hem niets vertelde dat hij mij niet had verteld. Hij en Janey
maakten ruzie. Daarna sloot hij zich aan bij een groep vrienden, en
Janey heeft hij nooit meer gezien.'
'Gelooft Curtis hem?'
'Hij houdt zich op de vlakte. Hij heeft Gavin niet in preventieve
hechtenis genomen, wat ik als een positief teken opvat. Ook is het
een gegeven dat Valentino een volwassen stem heeft. Ik denk niet
dat het Gavin zou lukken om zo te klinken, als hij het al zou
proberen. En waar zou Gavin een meisje in gijzeling moeten houden?
Hij heeft geen eigen huis. Hij zou haar die avond hebben moeten
ombrengen en - jemig, moet je mij horen!'
Hij leunde op de rand van het aanrecht en staarde in de fles
wijn.
'Gavin heeft niets met Janeys verdwijning te maken. Dat weet ik
gewoon, Dean.'
'Ik denk ook niet dat hij het heeft gedaan. Maar ik zou ook nooit
hebben gedacht dat hij dat andere deed. Het is verontrustend, zacht
uitgedrukt, te ontdekken dat mijn zoon een geheim leven heeft
geleid.'
'Dat doen alle tieners toch enigszins?'
'Dat zal wel, maar ik heb het makkelijk voor hem gemaakt. Ik wilde
dat hij het leuk vond om bij me te wonen, dus heb ik het niet zo
nauw genomen met de discipline. Niet dat ik toegevend ben geweest,
maar ik ben niet altijd even alert en consequent geweest als ik had
moeten zijn. Gavin heeft daar gretig gebruik van gemaakt.'
Hij draaide zich naar haar om en voegde eraan toe: 'Ik, als
psycholoog, had me toch moeten realiseren dat ik belazerd
werd?'
Op dat moment riep Gavin uit de zitkamer: 'Is Rod Stewart
goed?'
'Fantastisch,' riep Paris terug. Toen zei ze tegen Dean: 'Wees niet
zo streng voor jezelf. Het is de plicht van een kind te proberen
zijn ouders te misleiden. En wat discipline betreft, technieken uit
een lesboek gaan voor het echte leven niet altijd op.'
'Maar hoe kan het dan zo moeilijk zijn om het goed te doen?'
Ze lachte zacht. 'Als het makkelijk was, als er een systeem was dat
bij elk kind werkte, zouden veel zogenaamde experts werkloos zijn.
Waar moeten ze dan over discussieren in al die praatprogramma's op
de televisie? Denk aan de chaos, om maar te zwijgen over de
economische crisis, die welgemanierde, gehoorzame kinderen zouden
scheppen.'
Hij moest glimlachen om haar grapje. Toen werd ze ernstig. 'Ik vat
je bezorgdheid niet licht op, Dean. In feite is het
bewonderenswaardig. Gavin heeft weliswaar de verkeerde weg
bewandeld, maar het komt allemaal weer goed met hem.'
Hij schonk wijn in de twee glazen die ze had neergezet en gaf er
een aan haar. 'Laten we het hopen.' Ze proostten.
Ze keek hem over de rand van haar glas aan terwijl ze een slok nam.
'Het gaat hem gemakkelijk af, weet je.'
'Wat?'
'Gavin is niet de enige meestermanipulator in de familie Malloy.'
'O?'
'Heel slim van je om hier met hem te komen opdagen nadat ik al een
uitnodiging voor een etentje had afgeslagen.'
'Het heeft gewerkt, nietwaar?'
'Hoe zou je als psycholoog een man noemen die zijn kind gebruikt om
door een vrouw te worden uitgenodigd om te blijven eten?'
'Een zielenpoot.'
'Wat vind je van iemand die van twee walletjes eet?'
Deans glimlach verdween. 'Je doelt op Liz.'
'Heb je haar verteld dat je van plan was vanavond uit eten te
gaan?'
'Ik heb tegen haar gezegd dat ik tijd met Gavin moest
doorbrengen.'
'Maar je hebt het niet over mij gehad.'
'Nee.'
'Ze leek recht te hebben op je avonden.'
'Dat recht heeft ze gehad, ja.'
'Het alleenrecht?'
'Ja.'
'Hoe lang?'
'Een paar jaar.'
Dat was een onaangename verrassing. 'Wow! Destijds in Houston
duurden je liefdesaffaires niet langer dan een paar weken.'
'Omdat de vrouw die ik wilde bezet was.'
'Daar hebben we het niet over, Dean.'
'En of we het daarover hebben!'
'We hebben het over jou en Liz. Een relatie van twee jaar
betekent...'
'Niet wat je denkt.'
'En wat denkt Liz?'
'Pa?' Gavin stoorde hen. Hij stond aarzelend in de deuropening en
stak Dean een mobieltje toe. 'Hij gaat over.'
'Bedankt.' Dean pakte de telefoon aan en keek naar de num-
merweergave. 'Gavin, jij moet Paris helpen,' zei hij.
Hij verliet de keuken om het telefoontje te beantwoorden. Paris
vroeg zich af of Liz had gebeld.
'Wat wil je dat ik doe?' bood Gavin aan.
'De tafel dekken?'
'Oke. Dat liet mijn moeder me altijd doen.'
Ze glimlachte tegen hem. 'Ik herinner me dat dat jouw taak was als
Jack en ik bij Dean kwamen eten en jij ook aanwezig was.'
'Nu je zijn naam noemt, ik... ik heb niet de gelegenheid gehad het
tegen je te zeggen. Ik vind het heel erg dat hij is overleden.'
'Dank je, Gavin.' 'Ik mocht hem graag. Hij was aardig.'
'Inderdaad. Goed,' zei ze bruusk, 'vind je dat we de eetkamer
moeten gebruiken of zullen we hier in de keuken eten?'
'De keuken vind ik prima.'
'Mooi zo.' Ze liet hem zien waar de servetten, het serviesgoed en
het bestek waren opgeborgen, waarna hij de tafel begon te dekken
terwijl zij de groente klaarmaakte en het vlees braadde. 'Verheug
je je op het komende schooljaar?'
'Ja. Nou, ik bedoel, het gaat wel. Het zal moeilijk zijn, want ik
ken niemand.'
'Daar weet ik alles van. Mijn vader was beroepsmilitair.' Ze vulde
een pan met water om de pasta te koken. 'We hebben door het hele
land gewoond en ik heb op drie verschillende basisscholen en op
twee middenscholen gezeten. Gelukkig ging hij met pensioen, dus heb
ik maar een middelbare school gehad. Maar ik herinner me hoe
moeilijk het was om de nieuweling te zijn.'
'Het is goed waardeloos.'
'Jij past je heel snel aan. Ik weet nog dat je halverwege het
honkbalseizoen van team moest veranderen. In plaats van een Pirate
werd je een ...'
'Cougar. Herinner je je dat nog?'
'Heel goed. Je coach moest ermee ophouden.'
'Hij werd voor zijn werk overgeplaatst naar Ohio of zo.'
'Dus alle jongens van zijn team werden onder de andere teams
verdeeld. Je was er helemaal niet blij mee, maar het bleek het
beste te zijn dat je kon overkomen. De Cougars hadden een goede
korte stop nodig, en jij vulde die plaats op. Het team werd
uiteindelijk kampioen van het district.'
'Alleen van de stad,' zei hij bescheiden.
'Nou, als je je vader erover hoorde praten, was het het Amerikaanse
kampioenschap honkbal. Wekenlang hoorden Jack en ik niets anders
dan: "Gavin deed dit, Gavin deed dat. Je had Gavin moeten zien
gisteravond." We werden er gek van. Hij was zo trots op je.'
'Ik maakte een fout in een van de play-offs waardoor het andere
team een run kon maken.'
'Ik heb die wedstrijd gezien.'
'Daarom ging het zo slecht! Pa had jullie allemaal uitgenodigd naar
me te komen kijken. Ik ben er zeker van dat hij me had kunnen
vermoorden en daarna zou sterven van schaamte.'
Ze wendde haar blik af van het fornuis en keek hem aan. 'Dean was
toen apetrots op jou, Gavin.'
'Omdat ik de boel had verknald?'
'Hmm. Bij de volgende slagbeurt sloeg je een tweehonkslag, die een
runner binnenbracht.'
'Dat zal het wel hebben goedgemaakt.'
'Nou, ja, voor de fans en voor je teamgenoten. Maar toen Jack op je
vaders rug timmerde en tegen hem zei dat je het had goedgemaakt,
zei Dean dat je het had goedgemaakt door meteen weer aan de
wedstrijd mee te doen. Hij was trotser op de manier waarop je met
de fout omging dan op het feit dat je een dubbelslag sloeg.'
Ze concentreerde zich weer op het fornuis en deed de pasta in het
kokende water. Toen ze zich weer omdraaide, stond Gavin nog steeds
sceptisch te kijken. Ze knikte. 'Echt waar.'
En terwijl ze dat zei, ervoer ze een moment van bewustwording. Hoor
nou wat je zegt, dacht ze. Na het maken van een fout had Gavin
meteen weer deelgenomen aan de wedstrijd. Hij was niet naar de
dug-out geslopen om de rest van de innings op de bank door te
brengen en de noppen van zijn schoenen in het stof te drukken
terwijl hij zich over zijn fout zat op te vreten.
Gisteravond had Dean gezegd dat hij niet had gewild dat wroeging en
spijt de rest van zijn leven bepaalden. Hij had het losgelaten.
Misschien kon ze nog een lesje leren van deze Malloy-mannen.
Dean kwam terug naar de keuken en onderbrak haar verwarrende
gedachten. 'Dat was Curtis.' Hij keek naar Gavin alsof hij aarzelde
om in zijn bijzijn over de zaak te praten, maar ging verder zonder
Gavin te vragen of hij wilde vertrekken. 'Hij is de zaak beu.'
'Wat doen ze op dit moment?'
'Hij laat agenten van de inlichtingendienst proberen Lance Fisher
op te sporen.'
'Wie?'
'Jij kent hem als Marvin Patterson.' Hij gaf hun een korte
samenvatting van Marvins kleurrijke, criminele loopbaan. 'Hij wordt
gezocht voor een verhoor, evenals Bradley Armstrong, een
veroordeelde zedendelinquent die zich niet aan de regels van zijn
proeftijd heeft gehouden en ertussenuit is geknepen. Hij laat
andere agenten de telefoontechnische kant van de zaak bekijken om
te zien of ze kunnen uitvissen hoe Valentino telefoontjes langs een
andere route kan leiden. En Rondeau...'
Hij zweeg even en keek naar Gavin, die zijn hoofd boog.
'Die werkt nog steeds aan de computertechnische kant van de zaak.
Ze hebben geen computer in Marvins huis gevonden, maar wel
diskettes en cd's, dus zeer waarschijnlijk heeft hij een computer
meegenomen. Kortom, Curtis zit vast. Aangezien er niets nieuws
boven water is gekomen, stelde ik hem voor dat we proberen
Valentino uit te dagen.'
'Om wat te doen?'
'Zijn nek uit te steken.'
'Hoe?'
'Via jou.'
'Via mij? In de uitzending?'
'Dat is de bedoeling, ja. Als je Janey overdreven veel lof
toezwaait, haar tot slachtoffer maakt, belt hij je misschien om
zich te rechtvaardigen. Misschien praat hij dan langer en geeft hij
ons onbedoeld een aanwijzing over zijn verblijfplaats of zijn
identiteit.
Het gaat erom dat je het accent op Janey blijft leggen,' vervolgde
hij. 'Maak een echt mens van haar, geen object. Herhaal regelmatig
haar naam. Zorg dat hij haar beschouwt als een individu, niet
alleen als zijn gevangene.'
Paris keek Dean twijfelachtig aan. 'Denk je dat die tactiek bij
Valentino zal werken?'
'Niet helemaal, nee. Maar het zal ook zijn ego krenken als het
allemaal over haar gaat in plaats van over hem. Hij wil de ster
zijn, degene over wie iedereen het heeft. Dus als we haar tot het
middelpunt maken, kan hij het misschien niet laten om tevoorschijn
te komen en te zeggen: "He, ik ben er ook nog."'
Paris wierp een blik op de klok.
Dean sprak haar gedachte hardop uit. 'Juist, ja. We hebben iets
meer dan vierentwintig uur om hem te weerhouden zijn dreigement uit
te voeren. Misschien hebben we vanavond de laatste kans om hem op
andere gedachten te brengen. Hij moet niet worden aangespoord iets
extreems te doen, wat tragische gevolgen zou kunnen hebben, maar
misschien kun je hem overhalen haar vrij te laten.'
'Dat is geen gemakkelijke opgave, Dean. Er is een dunne lijn tussen
aansporen en overhalen.'
Hij knikte somber. 'Om die reden heb ik er bijna spijt van dat ik
met het idee op de proppen ben gekomen.'
'Wat vindt Curtis?'
'Hij was razend enthousiast. Maar ik heb hem getemperd en gezegd
dat het alleen zou gebeuren als jij er voor honderd procent achter
staat.'
Hij ging dichter bij haar staan. 'Voor je een besluit neemt, moet
je ook nog iets anders bedenken. Het is niet onbelangrijk. In feite
is het heel belangrijk. Valentino was boos op je. Hij doet dit om
zowel jou te straffen als de vrouw die hem onrecht deed. Als je
druk op hem begint uit te oefenen, op welk niveau en op welke
manier ook, zal hij waarschijnlijk nog bozer worden en dan zul jij
het doelwit zijn. Hij heeft al een verholen dreigement geuit.'
'Probeer je het me uit het hoofd te praten?'
'Zo klinkt het wel, he?' zei hij met een spottend lachje. 'Wees
niet bang dat je Curtis of mij teleurstelt. Het nemen van risico's
maakt deel uit van ons werk, maar jij hebt er niet voor getekend.
Dit moet jouw telefoontje zijn, Paris. Als jij nee zegt, gaat het
feest niet door. Denk erover na. Na het eten kun je me je antwoord
geven.'
'Ik hoef er niet over na te denken. Ik zal alles doen of zeggen wat
nodig is om te zorgen dat dat meisje veilig thuiskomt. Maar ik zal
jouw hulp nodig hebben.'
Hij pakte haar hand en gaf er een geruststellend kneepje in. 'Ik
zal dicht bij je zijn en je aangeven wat je moet zeggen. Trouwens,
ik zou hoe dan ook bij je zijn.'
Ze was zich ervan bewust dat Gavin vol belangstelling naar hen
stond te kijken. Daarom wendde ze zich van Dean af en zei: 'De
pasta is klaar.'
'Hallo? Brad, ben jij dat? Zo ja, zeg dan alsjeblieft iets tegen
me.'
Hij had niet van tevoren bedacht wat hij zou zeggen als de telefoon
in zijn huis werd opgenomen, maar hij moest gewoon bellen, al was
het maar om zich ervan te verzekeren dat zijn gezin er nog steeds
was. Zodra hij een van hun lieve stemmetjes hoorde, zou hij wel
iets verzinnen om te zeggen.
Maar toen hij de trilling in de smeekbede van zijn vrouw hoorde,
kon Brad Armstrong geen woord uitbrengen. Haar duidelijke
ontzetting maakte hem van streek. Zijn keel kneep dicht, hij kon
niet praten. Hij klemde de hoorn in zijn zweterige hand en overwoog
op te hangen.
'Brad, zeg iets. Alsjeblieft. Ik weet dat jij aan de andere kant
van de lijn bent.'
Half snikkend, half zuchtend zei hij: 'Toni.'
'Waar ben je?'
Waar was hij? In de hel! Deze sjofele kamer had geen van de
voorzieningen van het gezellige onderkomen dat ze voor hem en de
kinderen had gemaakt. Er was geen zonlicht in deze kamer en er
hingen geen lekkere geurtjes. Hier waren de jaloezieen dicht,
waardoor al het licht werd tegengehouden. Het was donker, op het
zwakke schijnsel van de lamp na, en de kamer stonk, voornamelijk
naar zijn eigen wanhoop.
Maar zijn omgeving was niet het ergste van alles. De echte hel was
zijn gemoedstoestand.
'Je moet naar huis komen, Brad. De politie is naar je op zoek.'
'O, God.' Dat had hij gevreesd, maar nu zijn bange vermoeden werd
bewaarheid, draaide zijn maag om.
'Ik ben vanmiddag naar het politiebureau gegaan.'
'Wat?' zei hij boos. 'Toni, waarom heb je dat gedaan?'
'Mr. Hathaway moest je rapporteren bij de reclassering.' Ze
vertelde hoe ze in het kantoor van een rechercheur was beland, maar
Brad was zo radeloos, dat hij slechts een deel hoorde van wat ze
zei.
'Heb je met de politie over je eigen man gesproken?'
'In een poging je te helpen.'
'Me te helpen? Door me naar de gevangenis te sturen? Is dat wat je
wilt voor mij en onze kinderen?'
'Is dat wat jij voor hen wilt? Jij bent degene die ons gezin
kapotmaakt, Brad. Niet ik.'
'Je neemt wraak op mij, he? Daar gaat het om. Je bent nog steeds
boos.'
'Ik was niet boos.'
'Hoe noem je het dan?'
'Bang.'
'Bang?' snoof hij. 'Omdat ik wilde vrijen? Moet ik je van nu af aan
van tevoren waarschuwen dat ik seks wil hebben?'
'Het was geen seks, en het was zeker geen liefdesspel, Brad. Het
was agressie.'
Hij wreef over zijn voorhoofd. Zijn vingers werden nat van het
zweet. 'Je probeert niet eens me te begrijpen, Toni. Dat heb je
nooit gedaan.'
'Het gaat niet om mij en mijn tekortkomingen als echtgenote en als
mens. Het gaat om jou en je verslaving.'
'Goed, goed, het is duidelijk. Ik zal weer naar de bijeenkomsten
van de groepstherapie gaan. Oke? Bel de politie en zeg dat je je
vergist hebt. Zeg dat we ruzie hadden en dat dit jouw manier was om
het me betaald te zetten. Ik zal met Hathaway praten. Als ik hem
vlei, zal hij inschikkelijk zijn.'
'Het is te laat voor excuses en beloften, Brad.'
De beslistheid en de overtuiging waarmee zij sprak, maakten dat hij
zich nog ongeruster voelde.
'Je hebt al meer kansen gekregen dan je verdient,' vervolgde ze.
'Bovendien is het niet langer in mijn handen of in die van Mr.
Hathaway. Nu is het een politiezaak, en ik heb geen andere keus dan
met hen samen te werken.'
'Door wat te doen?'
'Hun toegang tot je computer te geven.'
'O, God, je hebt wel een andere keus, Toni. Snap je niet dat je me
zult ruineren? Alsjeblieft, schat, doe dat alsjeblieft niet.'
'Als ik hun geen toestemming geef, zullen ze met een gerechtelijk
bevel komen of een bevel tot huiszoeking of wat er ook voor nodig
is. Ik kan het echt niet tegenhouden.'
'Je zou... Luister, ik zou je kunnen vertellen hoe je het moet
verwijderen, zodat ze niets kunnen vinden. Alsjeblieft, Toni? Het
is niet moeilijk. Een paar klikjes met de muis, dat is alles. Ik
vraag je niet een bank te beroven of zoiets. Wil je dat voor me
doen, schat? Alsjeblieft. Ik smeek het je.'
Ze zweeg even, en hij hield hoopvol zijn adem in. Maar vanavond
overviel zijn vrouw hem met de ene nare verrassing na de
andere.
'Vorige week ben ik je op een avond gevolgd naar Lake Travis,
Brad.'
Hij liep rood aan terwijl zijn boetvaardigheid in razernij
veranderde. 'Je hebt me bespioneerd! Dat wist ik. Je geeft het
toe.'
'Ik zag je met een middelbareschoolmeisje. Je stapte met haar in je
auto. Ik kan slechts aannemen dat je seks met haar had.'
'Nou en of!' schreeuwde hij. 'Omdat mijn vrouw ineenkrimpt wanneer
ik haar aanraak. Wie zou me kwalijk kunnen nemen dat ik neuk waar
en wanneer ik maar kan?'
'Heb je het ooit gedaan met het meisje dat vermist is? De dochter
van de rechter. Janey Kemp?'
Hij hoorde zelf dat hij abnormaal snel ademde, en hij vroeg zich af
of het ook zo klonk voor Toni - of voor iemand anders die misschien
meeluisterde. Die mogelijkheid joeg hem angst aan. Waarom vroeg ze
naar Janey Kemp?
'Heeft de politie de telefoon afgetapt?'
'Wat? Nee. Natuurlijk niet.'
'Terwijl je met de smerissen aanpapte, hebben jullie toen een plan
gemaakt om me te pakken te krijgen? Luisteren ze dit gesprek af?
Wordt dit telefoontje getraceerd?'
'Brad, je praat onzin.'
'Mis, ik praat helemaal niet.'
Hij verbrak de verbinding. Daarna liet hij de mobiele telefoon
vallen, alsof hij zich eraan had gebrand. Hij begon heen en weer te
lopen door de muffe, benauwende kamer. Ze wisten het van hem en
Janey. Ze hadden het ontdekt, precies zoals hij had gevreesd.
Die... die Curtis. Brigadier Curtis. Had Toni niet gezegd dat ze
vanmiddag met die man had gesproken? Had hij niet de leiding over
het onderzoek naar Janeys verdwijning?
Brad was daar bang voor geweest. Toen hij haar foto op de
voorpagina van zijn ochtendkrant zag staan, had hij geweten dat het
slechts een kwestie van tijd was voordat de politie naar hem op
zoek zou gaan. Iemand had hem waarschijnlijk met Janey gezien en
had de politie daarvan op de hoogte gebracht.
Nu moest hij heel goed uitkijken waar hij heen ging. Als hij werd
gezien, kon hij worden gearresteerd. Dat mocht niet gebeuren. Dat
kon niet gebeuren. In de gevangenis deden andere gevangenen
verschrikkelijke dingen met mannen als hij. Hij had verhalen
gehoord. Zijn eigen advocaat had hem het een en ander verteld over
de verschrikkingen die een zedendelinquent in de gevangenis te
wachten stonden.
God, hij zat diep in de nesten! En dat had hij te danken aan Janey
Kemp, dat sletterige kreng. Iedereen was tegen hem. Janey. Zijn
vrouw, de woedende zeurkous. Hathaway, die niet zou weten wat hij
met een stijve moest doen. Als hij er tenminste ooit een had, wat
niet waarschijnlijk was. De reclasseringsambtenaar was jaloers op
Brads succes bij vrouwen. Uit kwaadaardigheid zou hij hem graag met
handboeien om aan de politie willen overleveren om hem meteen naar
de gevangenis te brengen.
Maar Brads woede duurde slechts kort. Zijn angst keerde terug,
overmande hem. Hevig zwetend, en kauwend op de binnenkant van zijn
wang, ijsbeerde hij doelloos door de kamer. Dat gedoe met Janey zou
hem ernstig in de problemen kunnen brengen.
Hij had zich niet met haar moeten bemoeien. Dat zag hij nu
duidelijk in. Nog voor ze hem de eerste keer benaderde, wist hij
van haar reputatie. Hij had haar berichten op de website gelezen.
Hij wist dat op seksueel gebied niets haar te ver ging. Hij wist
ook dat ze een verwend, rijk kreng was dat ex-minnaars als vuil
behandelde en de draak met hen stak op het mededelingenbord van de
website.
Maar hij had zich gevleid gevoeld omdat een van de meest begeerde
meisjes in de Seks Club naar hem toe was gekomen. Wat werd hij
geacht te doen, haar afwijzen? Welke man zou dat kunnen? Al wist
hij dat hij zichzelf misschien verdoemde, hij had geen weerstand
kunnen bieden aan haar aantrekkingskracht. Het was het gevaar dat
het samenzijn met haar vormde waard.
Het toegeven aan zijn fantasieen bracht aanvaarde risico's met zich
mee. Hij wist dat hij de goden verzocht telkens wanneer hij een
middelbareschoolmeisje oppikte, of een patiente onzedelijk
betastte, of zich aftrok in een videowinkel, maar het risico om
betrapt te worden droeg bij aan de opwinding.
Hij daagde zichzelf voortdurend uit om te kijken hoever hij kon
gaan zonder te worden gestraft. Het leek tegenstrijdig, maar hoe
groter de bevrediging was, hoe verder hij wilde gaan, en hoe verder
zijn escapades hem voerden, hoe dieper hij die wilde onderzoeken.
Het nieuwe was algauw van iets af. Er was altijd een andere grens
om over te steken, nog een stap om te zetten.
Maar nu hij in opperste verwarring was, besefte hij dat hij met
deze fantasie een stap te ver was gegaan.'Boe!'
Paris, die juist vanuit het keukentje de donkere gang inliep,
schrok zo, dat ze warme thee op haar hand morste. 'Verdorie, Stan!
Dat was heus niet grappig.'
'Het spijt me. Jeetje, het was echt niet mijn bedoeling je te laten
schrikken.' Hij stoof het keukentje in en scheurde wat keukenpapier
af. 'Heb je boter nodig? Zalf? De eerstehulppost?'
'Nee, dank je,' zei ze terwijl ze haar hand droogmaakte.
'Ik kan je ogen niet zien, maar ik heb de indruk dat je boos
kijkt.'
'Dat was een domme streek van je.'
'Waarom ben je zo prikkelbaar?'
'Waarom ben jij zo onvolwassen?'
'Ik heb gezegd dat het me speet. Ik ben vanavond gewoon in een
jubelstemming.'
'Hoe komt dat?'
'Oom Wilkins is op de terugweg naar Atlanta. Telkens wanneer er een
paar staten tussen ons in zijn, is er een reden om feest te
vieren.'
'Gefeliciteerd. Maar, even voor de duidelijkheid, ik vind het niet
prettig als iemand me laat schrikken. Ik kan er de lol niet van
inzien.' Stan volgde haar terwijl ze terugliep naar de studio. Toen
ze eenmaal in het licht waren zag ze de blauwe plek. 'O, Stan, wat
is er met je gezicht gebeurd?'
Voorzichtig raakte hij de plek naast zijn mond aan. 'Oom heeft me
een klap gegeven.'
'Je maakt een grapje, he?'
'Nee.'
'Heeft hij je geslagen?' riep ze uit. Toen luisterde ze vol
ontzetting terwijl hij haar over hun ontmoeting in de lobby van het
Driskill vertelde.
Aan het eind van zijn relaas haalde hij onverschillig zijn
schouders op. 'Wat ik zei maakte hem woest. Het is niet de eerste
keer. Geen probleem, hoor.'
Paris was het niet met hem eens, maar Stans relatie met zijn oom
ging haar niets aan. 'Vandaag worden er overal om me heen mannen
geslagen,' bromde ze, en dacht aan Gavins blauwe plek. Ze ging op
haar kruk zitten, keek naar de logmonitor en zag dat ze nog iets
meer dan vijf minuten muziek voorhanden had.
Onuitgenodigd nam Stan op de andere kruk plaats. 'Ben je bang door
dat Valentino-gedoe?'
'Zou jij dan niet bang zijn?'
'Oom Wilkins vroeg of ik je mysterieuze beller was.'
Ze wierp hem een blik toe terwijl ze een heleboel zoetjes in haar
thee deed. 'Dat is niet zo, he?'
'Het idee!' antwoordde hij. 'Hoewel ik een seksuele afwijking heb.
Tenminste, volgens oom Wilkins.'
'Waarom denkt hij dat?'
'Slechte genen. Moeder was een slet. Vader was een geile beer. Oom
huurt hoertjes in. Maar hij gelooft dat niemand dat weet. Hij zal
wel denken dat de appel niet ver van de boom valt. Maar afgezien
van het feit dat ik pervers ben, vindt hij me een gigantische
knoeier.'
'Zei hij dat tegen je?'
'Met zoveel woorden.'
'Je bent een volwassen man! Je hoeft zijn gezeur niet te pikken, en
je hoeft je zeker niet door hem te laten slaan.'
Stan keek haar aan alsof ze geestelijk gestoord was. 'Hoe zou ik
dat volgens jou moeten laten stoppen?'
Hij maakte dat ze hem de ene minuut wilde wurgen en hem de volgende
minuut een bemoedigend klopje geven. Er hadden veel sappige roddels
de ronde gedaan toen Stans vader zelfmoord had gepleegd. Als er
enige grond van waarheid in zat, zaten er inderdaad een aantal
draadjes los bij de Crenshaw-familie. In allerlei opzichten. Het
was niet verbazingwekkend dat Stan psychologische problemen had die
ontward moesten worden.
Tijdens de laatste song gaf ze hem een teken om stil te zijn en
zette haar microfoon aan.
'Dat was Neil Diamond. Daarvoor zong Juice Newton over The Sweetest
Thing. Ik hoop dat je hebt geluisterd, Troy. Dat lied heeft Cindy
voor je aangevraagd. Jullie kunnen tot twee uur een plaat
aanvragen. En als je iets op je hart hebt, nodig ik je uit het met
mij en mijn luisteraars te delen. Bel alsjeblieft.'
Daarna ging ze meteen over naar een reclameblok van twee
minuten.
'Denk je dat hij vanavond belt?' vroeg Stan nadat ze haar microfoon
had uitgezet.
'Ik neem aan dat je Valentino bedoelt. Ik weet het niet. Het zou me
niet verbazen.'
'Geen enkele aanwijzing over zijn identiteit?'
'De politie onderzoekt diverse mogelijkheden, maar ze heeft weinig
houvast. Brigadier Curtis hoopt dat hij vanavond zal bellen en dan
misschien iets zegt wat hun nieuwe aanknopingspunten geeft.' Ze
keek naar de knipperende knoppen van de telefoonlijnen op het
bedieningspaneel. 'Ik weet dat een nieuw telefoontje van hem
waardevol zou zijn, maar ik vind het doodeng om met hem te
praten.'
'Nu heb ik echt spijt dat ik je heb laten schrikken. Ik plaagde je
maar een beetje.'
'Ik zal het wel overleven.'
'Roep me als je me nodig hebt.' Hij liep naar de deur.
'O, Stan, dr. Malloy komt zo dadelijk. Wil je de voordeur in de
gaten houden en hem binnenlaten?'
Stan maakte rechtsomkeert en liep terug naar de kruk. 'Wat hebben
jij en die sexy psychiater met elkaar?'
Paris maande hem tot zwijgen en drukte de knop van een van de
telefoonlijnen in. 'Je spreekt met Paris.'
De mannelijke beller vroeg een lied aan van Garth Brooks, uit de
soundtrack van de film Hope Floats. 'Voor Jeannie.'
'Jeannie boft maar.'
'Jij hebt ons samengebracht.' 'Ik?'
'Jeannie kreeg een baan aangeboden in Odessa. We hadden elkaar
nooit onze gevoelens verteld. Jij ried haar aan niet te vertrekken
voordat ze tegen me had gezegd wat ze voor me voelde. Dat deed ze,
en ik zei tegen haar dat ik hetzelfde voelde, dus bleef ze hier en
hield gewoon haar baan. Volgend jaar gaan we trouwen.'
'Ik ben blij dat het zo goed is afgelopen.'
'Ja, ik ook. Bedankt, Paris.'
Ze voerde Make You Feel My Love in de logcomputer in en
beantwoordde een andere lijn. De beller vroeg of ze een gelukwens
naar de jarige Alma wilde sturen. 'Negentig? Lieve help! Heeft ze
een favoriete song?'
Het was een lied van Cole Porter. Paris had het binnen een paar
seconden opgespoord in de computergestuurde muziekbibliotheek, en
zette het achter de Brooks-ballade.
Daarna keek ze naar Stan. 'Ben je er nog?'
'Ja, en mijn vraag blijft van kracht. En zeg niet tegen me dat jij
en Malloy oude vrienden uit Houston zijn.'
'Dat is precies wat we zijn.'
'Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?'
'Via Jack. Hun vriendschap overleefde de universiteit.'
'Maar jou niet.' Ze draaide zich snel naar hem om. 'Aha, een schot
in het wilde weg, maar het is raak, zie ik.'
'Donder op, Stan.'
'Ik neem aan dat dit een gevoelig onderwerp is.'
Ze wist dat hij erover door zou zeuren tot ze duidelijkheid
verschafte. 'Wat wil je weten?' vroeg ze geergerd.
'Als Malloy zo'n goede vriend van jou en Jack was, vraag ik me af
waarom ik tot gisteravond nooit van hem heb gehoord.'
'We vervreemdden van elkaar toen ik Jack hierheen verhuisde.'
'Waarom verhuisde je Jack hierheen?'
'Omdat Meadowview de beste kliniek voor hem was. Jack was niet in
staat een vriendschap te onderhouden. Ik had het druk, want ik
moest erop toezien dat hij goed werd verzorgd en ik moest me
inwerken in deze baan. Dean had zijn eigen drukke leven in Houston,
inclusief een jonge zoon. Het gebeurt, Stan. Omstandigheden hebben
invloed op vriendschappen. Ben jij een aantal van je vrienden in
Atlanta ook niet uit het oog verloren?'
Hij liet zich niet afleiden en zei: 'Was Jack de reden waarom je
een carriere bij het televisiejournaal opgaf en bij dit stomme
radiostation ging werken?'
'Rond de tijd van zijn ongeluk ben ik van loopbaan veranderd. Oke?
Tevreden? Dat is het hele verhaal.'
'Dat denk ik niet,' zei hij, terwijl hij haar met samengeknepen
ogen aankeek. 'Het klinkt logisch, aannemelijk zelfs, maar het is
al te gemakkelijk. Ik denk dat je de nuances weglaat.'
'Nuances?'
'De nuances die voor een echt goed verhaal zorgen.'
'Ik heb het druk, Stan.'
'Bovendien, niets van wat je me hebt verteld verklaart de
elektriciteit die gisteravond tussen jou en Malloy vonkte. Mijn
wenkbrauwen werden er bijna door verschroeid. Toe nou, Paris,
vertel op,' flikflooide hij. 'Ik zal niet geschokt zijn. Je kent nu
de walgelijke details van mijn familie. Niets kan schandelijker
zijn. Wat is er tussen jullie drieen gebeurd?'
'Dat heb ik al verteld. Als je me niet gelooft, is dat jouw
probleem. Wanneer je nuances wilt, moet je die zelf maar verzinnen.
Het kan me niet schelen zolang het je bezighoudt. Maar kun je
intussen niet iets productiefs gaan doen?'
Ze richtte haar aandacht weer op het bedieningspaneel, de
telefoonlijnen, de logmonitor en de nieuwsmonitor waarop een nieuw
weerbericht van een plaatselijke meteoroloog te zien was.
Stan zuchtte gelaten en liep opnieuw naar de deur. Paris riep over
haar schouder: 'Raak niets breekbaars aan!'
Zodra hij was vertrokken, verdween haar luchthartigheid. Ze goot
haar thee, die nu lauw was en bitter, in de afvalbak. Ze wilde Stan
vermoorden omdat hij verontrustende herinneringen had doen
herleven.
Maar ze kon er niet lang bij blijven stilstaan. Ze moest haar werk
doen. Ze zette haar microfoon aan en zei: 'Nogmaals, Alma, van
harte gefeliciteerd. Haar verzoek heeft ons een paar generaties
teruggevoerd, maar elk liefdeslied is een klassieker hier op 101.3
FM. Hier is Paris Gibson, jullie presentatrice tot twee uur
vannacht. Ik hoop dat jullie bij me zullen blijven. Ik vind het
leuk dat jullie me gezelschap houden en vind het ook leuk om jullie
verzoekplaten te draaien. Bel me.'
Zij en Dean hadden afgesproken dat ze zich tot Deans komst niet
tegen Valentino zou richten of Janeys naam noemen. Ze hadden
gelijktijdig haar woning verlaten, maar hij wilde eerst Gavin naar
huis brengen. Daarna zou hij naar het radiostation komen.
De avondmaaltijd was goed verlopen, en alsof ze dat stilzwijgend
hadden afgesproken, hadden ze niet gepraat over de zaak waarbij ze
allemaal betrokken waren geraakt. In plaats daarvan hadden ze het
over films, muziek en sport gehad, en gelachen om gedeelde
herinneringen.
Toen ze vertrokken had Gavin haar beleefd voor de maaltijd bedankt.
'Pa is een kok van niks.'
'Ik ben ook geen meesterkok.'
'Je kunt beter koken dan hij.'
Ze had kunnen zien dat Dean blij was dat zij en Gavin het zo goed
met elkaar konden vinden en dat er zo'n relaxte sfeer was geweest
tijdens de maaltijd. Ze had zich heel ontspannen gevoeld. Ze had
slechts een half glas chardonnay gedronken - haar limiet als ze 's
avonds moest werken. Het enige dat het een beetje bedierf, was de
wetenschap dat ze hen die avond uit de buurt van Liz Dou- glas had
gehouden.
Gedurende het volgende reclameblok nam ze telefoontjes aan. Wanneer
ze een knipperende knop indrukte, was ze angstig, wat haar boos
maakte op Valentino. Hij had ervoor gezorgd dat ze bang was om het
werk te doen dat haar redding was geweest. Deze baan had haar met
beide benen op de grond gehouden tijdens de zeven jaren waarin ze
toezicht hield op Jacks verzorging. Ze had de oneindig lange dagen
die ze in het ziekenhuis doorbracht kunnen doorstaan omdat ze wist
dat ze 's avonds naar het radiostation kon ontsnappen.
Ze kreeg een telefoontje van een jonge vrouw die Joan heette. Ze
kwam zo energiek over, dat Paris besloot haar uit te zenden. 'Je
zegt dat je een fan bent van Seal.'
'Ik heb hem een keer gezien, in een restaurant in L.A. Hij zag er
te gek uit. Zou je Kiss Fr om a Rose kunnen draaien?'
Paris zette het nummer achter drie liedjes die al waren ingepro-
grammeerd.
Ze vroeg zich af waar Dean bleef. Hij deed wel flink, maar ze was
er zeker van dat hij zich ernstig zorgen maakte over Gavins relatie
met Janey Kemp. Elke ouder die van zijn kind hield zou bezorgd
zijn, maar Dean zou zichzelf de schuld geven van Gavins wangedrag
en vinden dat hij had gefaald.
Net zoals hij de schuld op zich had genomen toen Albert Dor- ries
onderhandelingen met de politie van Houston vastliepen en de
gijzeling op een tragedie uitliep.
Daar had je het weer. Opnieuw een herinnering. Hoezeer ze ook haar
best deed om het te vermijden, ze dacht er steeds aan terug. Aan
die avond.
Dean verscheen bij haar flat. Het was achttien uur nadat Mr. Dor-
rie wezen van zijn drie kinderen had gemaakt door eerst zijn ex-
vrouw te vermoorden en daarna zichzelf.
Dean arriveerde onaangekondigd. 'Sorry, Paris. Ik had eerst moeten
bellen voordat ik hierheen kwam,' zei hij zodra ze de deur
opende.
Hij zag eruit alsof hij in de afgelopen achttien uur niet had
gezeten, laat staan had geslapen. Zijn ogen waren weggezonken in de
donkere kringen eromheen, en hij had een stoppelbaard.
Paris zelf had heel weinig geslapen. Het grootste deel van de dag
had ze doorgebracht in de redactiekamer, waar ze een globaal
overzicht van het incident voor de avondjournaals had
samengesteld.
Tragisch genoeg was het verhaal niet zo ongewoon. In andere steden
kwamen dergelijke incidenten regelmatig voor, en zelfs in Houston
was er al eens zo'n voorval geweest. Maar het was haar nog nooit
overkomen. Ze was nooit persoonlijk getuige van iets dergelijks
geweest. Om op de plek des onheils te zijn en het zelf mee te maken
was heel wat anders dan erover in de krant te lezen of met een half
oor naar het televisiejournaal te luisteren terwijl je met iets
anders bezig bent.
Zelfs haar uitgeputte cameraman was aangedaan geweest. Zijn
ongeinteresseerde houding was veranderd in een sombere stemming
toen hun busje de ambulance volgde die de twee lijken naar het
lijkenhuis bracht.
Maar niemand die het had meegemaakt had zich de rampspoed zo
aangetrokken als Dean. Zijn wanhoop had in zijn gezicht diepe
lijnen getrokken. Paris liet hem binnen en zei: 'Kan ik iets voor
je halen? Een borrel?'
'Dank je.' Hij liet zich op de rand van haar sofa zakken terwijl
zij voor elk van hen een glas whisky inschonk. Ze gaf hem een glas
en ging naast hem zitten. 'Stoor ik je?' vroeg hij mat.
'Nee.' Ze wees naar haar witte badjas. Haar gezicht was
schoongeboend en ze had haar haar laten drogen na lang in het bad
te hebben liggen weken. Hij had haar nog nooit zo gezien, maar ze
maakte zich geen zorgen over haar uiterlijk. Dingen die
vierentwintig uur geleden nog belangrijk hadden geleken, waren
onbeduidend geworden.
'Ik weet niet waarom ik hierheen ben gekomen,' zei hij. 'Ik wilde
niet onder de mensen zijn, maar wilde ook niet alleen zijn.'
'Ik heb hetzelfde gevoel.'
Ze had geweigerd de avond met Jack door te brengen. Hij had haar
dolgraag willen opvrolijken en haar helpen te vergeten wat ze had
meegemaakt. Maar ze was nog niet klaar om opgevrolijkt te worden.
Ze wilde tijd hebben om na te denken, en bovendien was ze doodop.
Naar de bios of een restaurant gaan leek net zo ver weg als naar de
maan vliegen. Zelfs voor een oppervlakkig gesprek met Jack zou
energie nodig zijn geweest die ze niet had.
Praten leek niet het doel van Deans bezoek te zijn, want na de paar
openingszinnen die hij had uitgesproken staarde hij nagenoeg alleen
maar voor zich uit. Af en toe nam hij een slok whisky en vulde de
stilte niet met zinloze conversatie. Ze wisten van elkaar hoe
ellendig de ander zich voelde over de manier waarop de gijzeling
was geeindigd. Ze vermoedde dat hij, net als zij, troost putte uit
de nabijheid van iemand die de tragedie had gedeeld.
Het duurde een halfuur voordat hij zijn whisky had opgedronken. Hij
zette het lege glas op de salontafel, keek er even naar en zei
toen: 'Ik moet gaan.'
Maar ze kon hem niet laten vertrekken zonder hem troost te bieden.
'Je hebt alles gedaan wat je kon, Dean.'
'Dat zegt iedereen tegen me.'
'Omdat het waar is. Je hebt je best gedaan.'
'Maar het was niet genoeg, he? Er zijn twee mensen gestorven.'
'Drie zijn er nog in leven! Als jij er niet was geweest, zou hij de
kinderen waarschijnlijk ook hebben omgebracht.'
Hij knikte, maar zonder overtuiging. Ze ging staan toen hij opstond
en volgde hem naar de deur, waar hij zich naar haar omdraaide.
'Bedankt voor de whisky.'
'Niets te danken.'
Er gingen een paar seconden voorbij voordat hij zei: 'Ik heb je
verslag gezien op het journaal van zes uur.'
'O ja?'
'Het was goed.'
'Gewoon.'
'Nee, ik meen het. Het was goed.'
'Dank je.'
'Niets te danken.'
Zijn ogen lieten de hare niet los, ze leken haar te smeken. Ze wist
dat haar eigen ogen dat ook deden. Emoties die ze niet kon
ontkennen en die ze maandenlang streng in toom had gehouden
barstten in haar los. Toen Dean zijn handen naar haar uitstak, bood
ze haar lippen al aan om zijn kus te ontvangen.
Later, toen ze het herbeleefde en in staat was genadeloos eerlijk
tegen zichzelf te zijn, besefte ze dat ze had gewild dat hij haar
kuste. Als hij het initiatief niet had genomen, zou zij dat hebben
gedaan.
Ze moest hem aanraken of sterven. Zo wezenlijk was haar behoefte
aan hem.
Dean moest hetzelfde gevoeld hebben, en zijn mond nam hongerig
bezit van de hare. Van het doen alsof en van de beleefdheid bleef
niets over. De beperkingen van het geweten knapten en opgebouwde
spanning van maanden werd de vrije loop gelaten.
Ze vlocht haar vingers door zijn haar. Hij maakte het koord van
haar badjas los. En toen hij zijn handen naar binnen liet glijden,
protesteerde ze niet, maar ging op haar tenen staan om haar lichaam
naar het zijne te voegen. Ze pasten. De volmaaktheid ervan maakte
een tijdelijk einde aan hun kus. Ze hielden elkaar slechts stevig
vast.
Paris' hele lichaam tintelde. Het koude metaal van de gesp van zijn
broekriem tegen haar buik. De stof van zijn broek tegen haar blote
dijen. Het fijne katoen van zijn overhemd tegen haar borsten. Zijn
lichaamswarmte op haar huid.
Zijn lippen zochten de hare opnieuw. Terwijl ze elkaar kusten ging
zijn hand naar haar borst en streek zijn duim over haar gezwollen
tepel. Daarna boog hij zijn hoofd om de tepel in zijn mond te nemen
en begon er gretig aan te zuigen. Hijgend fluisterde ze zijn naam
en drukte zijn hoofd tegen zich aan.
Toen hij haar op de vloer liet zakken maakte ze de knoopjes van
zijn overhemd los en schoof het over zijn schouders, maar verder
kwam het niet, want hij kuste haar weer. Ze voelde hem tussen haar
dijen, worstelend met zijn riem en zijn ritssluiting.
Het topje van zijn penis wreef over haar schaamhaar en stootte toen
bij haar naar binnen. Zijn volheid verwijdde en vulde haar. Hij
ging op haar liggen en ze klemde zijn heupen tussen haar dijen. De
druk was ongelofelijk lekker. De geluiden die opwelden uit haar
borst waren een vreugdevolle mengeling van lachen en huilen.
Hij kuste de tranen weg die uit haar ooghoeken stroomden. Daarna
hield hij haar hoofd tussen zijn sterke handen en legde zijn
voorhoofd tegen het hare. Hij bewoog haar hoofd zacht heen en weer
terwijl hij in haar was en ze eikaars lucht inademden.
'God helpe me, Paris,' zei hij met schorre stem. 'Ik moest gewoon
in je zijn.'
Ze legde haar handen onder zijn kleren en drukte tegen zijn billen
zodat hij nog dieper in haar was. Hijgend begon hij te bewegen. Met
elke ritmische stoot nam de intensiteit van het genot toe, evenals
de veelzeggendheid ervan. Hij omvatte haar kin met zijn ene hand en
tilde haar gezicht op voor een kus.
Hij kuste haar nog steeds toen ze klaarkwam, zodat haar zachte
kreten in zijn mond verstomden. Binnen een paar seconden kreeg ook
hij een orgasme. En ze bleven zich aan elkaar vastklampen.
Uiteindelijk lieten ze elkaar geleidelijk en met tegenzin los.
Terwijl de fysieke extase zich terugtrok, rukte de morele betekenis
op van wat ze hadden gedaan. Paris probeerde het op een afstand te
houden. Ze wilde fel protesteren tegen de oneerlijkheid ervan. Maar
het was onverbiddelijk.
'O, God,' kreunde ze. Ze ging op haar zij liggen, met haar rug naar
hem toe.
'Ik weet het.' Hij sloeg zijn arm om haar middel en trok haar tegen
zijn borst. Daarna gaf hij haar een vluchtige kus in de nek en
streek haar lokken van haar vochtige wangen.
Zijn hand verstijfde op het moment dat haar telefoon overging.
Eerder had ze haar antwoordapparaat aangezet, zodat ze kon horen
wie er belde, en nu schalde Jacks stem uit de speaker, waardoor hij
de derde aanwezige was in de kamer.
'Hallo, liefje. Ik bel alleen om te kijken of het goed met je gaat.
Als je slaapt, hoef je me niet terug te bellen. Maar als je wakker
bent en wilt praten, je weet dat ik bereid ben om te luisteren. Ik
maak me zorgen om je. Ook om Dean. Ik heb hem de hele avond gebeld,
maar hij neemt geen van zijn telefoons op. Je weet hoe hij is. Hij
zal denken dat het zijn schuld is dat de gijzeling zo is afgelopen.
Ik weet zeker dat hij vanavond een vriend zou kunnen gebruiken, dus
blijf ik proberen hem aan de lijn te krijgen. Hoe dan ook, ik hou
van je. Slaap lekker. Dag.'
Lange tijd bewoog geen van beiden zich. Toen maakte Paris zich van
Dean los en kroop naar de salontafeltje, waar ze haar hoofd tegen
het hout drukte, zo hard dat het pijn deed.
'Paris...'
'Ga weg, Dean.'
'Ik voel me net zo ellendig als jij.'
Ze keek hem aan over haar blote schouder. Haar badjas sleepte
achter haar aan, als de sleep van een bruid, en ze trok hard aan de
mouw om de welving van haar blote borst te bedekken. 'Je kunt je
onmogelijk zo ellendig voelen als ik. Ga alsjeblieft weg.'
'Ik heb medelijden met Jack, ja. Maar ik verdom het om er spijt van
te hebben dat ik de liefde met je heb bedreven. Het was
voorbeschikt dat het zou gebeuren, Paris. Ik wist het zodra ik je
voor het eerst zag, en jij wist het ook.'
'Nee, nee, dat is niet waar.'
'Je liegt,' zei hij kalm.
Ze lachte spottend. 'Een onbeduidend vergrijp vergeleken bij een
vrijpartij met de getuige van mijn verloofde.'
'Je weet dat het dat niet was. Het zou veel makkelijker voor ons
zijn als het niet meer was geweest dan dat.'
Dat was waar. Achter de schaamte zat de wanhoop van het weten dat
het nooit weer zou gebeuren. Misschien had ze zichzelf een simpele
uitglijer kunnen vergeven, een hormonale aandrang, een tijdelijk
moment van zwakte. Maar het was te betekenisvol geweest om het weg
te wuiven en te vergeven.
'Ga weg, Dean,' snikte ze. 'Alsjeblieft. Verdwijn.'
Ze legde haar hoofd weer op het tafeltje en sloot haar ogen. Hete
tranen rolden over haar wangen terwijl ze luisterde naar het
geritsel van zijn kleren, het gerinkel van de gesp van zijn riem,
het gerasp van zijn rits en de gedempte voetstappen op het tapijt
terwijl hij naar de deur liep. Ze doorstond een martelende stilte
tot ze hoorde dat hij de deur opende en rustig achter zich
dichttrok.
'Paris?'
Geschrokken keek ze achterom naar de studiodeur. Daar stond Dean,
alsof hij als een geest uit haar geheugen was opgedoken.
Ze was zo diep in gedachten verzonken geweest, dat het even duurde
voor ze besefte dat dit het hier en nu was, geen verlenging van
haar mijmering. Ze vermande zich en gebaarde dat hij binnen mocht
komen. 'Het is in orde. Mijn microfoon staat uit.'
'Crenshaw zei dat ik naar binnen kon gaan als ik geen lawaai
maakte.'
Hij ging op de kruk naast de hare zitten. Even, een krankzinnig
moment, had ze zin om zich op hem te storten en verder te gaan met
waar ze in haar herinnering waren opgehouden. Zijn stoppelbaard had
die avond rode plekken op haar huid achtergelaten die binnen een
paar dagen weer verdwenen zouden zijn. Maar de sensuele
herinneringen waren nooit verdwenen. De kus van de vorige avond had
aangetoond hoe levendig en precies ze waren.
'Nog niets van Valentino gehoord?'
Ze schudde haar hoofd om zijn vraag te beantwoorden, maar ook om
het te bevrijden van de voortdurende sensuele druk. 'Heb je Gavin
thuisgebracht?'
'Met het bevel dat hij het huis niet mag verlaten. Ik denk niet dat
hij vanavond ongehoorzaam zal zijn. De ondervraging heeft hem
geschokt. Tijdens het eten zette hij zijn beste beentje voor en
probeerde hij je natuurlijk te imponeren.'
'Nou, dat is hem gelukt, want ik was onder de indruk. Hij is
fantastisch, Dean.'
Hij knikte peinzend. 'Ja.'
Ze keek naar hem en zag de diepe frons op zijn voorhoofd.
'Maar?'
Hij keek haar aan. 'Maar hij liegt tegen me.'Brigadier Robert
Curtis maakte overuren in zijn kamertje in het Centrale
Onderzoeksbureau. Er was nog een rechercheur, die een diefstal
probeerde op te lossen en tot diep in de nacht zat te werken.
De radio op Curtis' bureau was afgestemd op 101.3 FM en hij
luisterde naar de stem van Paris Gibson. Intussen las hij de
informatie over haar afgebroken televisiecarriere en haar vertrek
naar Houston. Zijn vrienden bij de politie van Houston waren
grondig te werk gegaan en hadden hem alles gefaxt wat ooit over
Paris, Jack Donner en Dean Malloy was gepubliceerd. Het was
interessante stof.
Het doorzoeken van het appartement van Lancy Ray Fisher, alias
Marvin Patterson, had ook een aantal verrassingen opgeleverd, met
name een doos met cassettebandjes, allemaal van het radioprogramma
van Paris Gibson.
Curtis vroeg zich af waarom een doodgewone schoonmaker zoveel
belangstelling voor Paris had, dat hij opnames van vroegere
programma's verzamelde terwijl hij haar elke avond live kon
horen.
Van Lancy's moeder was hij niets wijzer geworden.
Een agent van de inlichtingendienst had haar opgespoord nadat hij
zich een weg had gebaand door eindeloze bureaucratische
formaliteiten en massa's rapporten. Ze woonde in een caravanpark in
San Marcos, een stad ten zuiden van Austin.
Curtis was er zelf naartoe gereden, een ritje van een halfuur. Hij
had een andere rechercheur kunnen sturen om de vrouw te
ondervragen, maar hij had uit de eerste hand willen horen waarom de
zoon van Mrs. Fisher, Lancy, die leefde onder de naam Marvin
Patterson, mogelijk een obsessie voor Paris Gibson had.
Het interieur van Mrs. Fishers stacaravan was nog erger dan de
buitenkant deed vermoeden, en zij zag er even onverzorgd en
ongastvrij uit als haar thuis. Toen Curtis haar zijn
legitimatiebewijs liet zien, was ze eerst wantrouwend, daarna
strijdlustig en ten slotte grof.
'Waarom sodemieter je niet op? Ik heb niets tegen een smeris te
zeggen, verdomme!'
'Is Lancy onlangs bij u geweest?'
'Nee.'
Curtis wist dat ze loog, maar hij had de indruk dat er geen liefde
was tussen moeder en zoon en dat ze blij zou zijn met een kans om
haar klachten te uiten. In plaats van de oprechtheid van haar
antwoord aan te vechten, bleef Curtis kalm. Hij probeerde de
kattenharen van zijn broek te plukken terwijl zij zat te roken tot
ze besloot te spuien.
'Lancy is vanaf zijn geboorte een doorn in mijn oog geweest,' begon
ze. 'Hoe minder ik hem zie, hoe beter het is. Hij leeft zijn leven
en ik het mijne. Bovendien is hij verwaand geworden.'
'Verwaand?'
'Zijn kleren en zo. Hij rijdt in een nieuwe auto, en denkt dat hij
beter is dan ik.'
Wat niet veel zegt, dacht Curtis. 'Wat is het merk van zijn auto en
wat voor model is het?'
Ze snoof. 'Ik zie het verschil niet tussen de ene Jap en de
andere.'
'Wist u dat hij bij een radiostation werkte?'
'Hij heeft me verteld dat hij de boel daar schoonmaakt. Hij moest
die baan aannemen nadat hij wegens diefstal uit zijn vorige baan
was ontslagen. Het was een goede baan, maar hij heeft het daar
verknald. Hij is een dommerik en een nietsnut.'
'Wist u dat hij een andere naam gebruikte?'
'Dat zou me niets verbazen, na wat die jongen allemaal heeft
gedaan. Hij is aan cocaine verslaafd geweest.' Ze boog voorover en
fluisterde hijgend: 'Daarom maakte hij die vieze films. Om aan dope
te komen.'
'Vieze films?'
'Mijn buurvrouw? Twee rijen verderop? Op een avond, niet zo lang
geleden, kwam ze hierheen gerend. Ze zei dat ze mijn zoon Lancy met
zijn ding had zien zwaaien in een gore film die ze in de videotheek
had gehuurd. Ik schold haar uit voor leugenaar, maar ze zei dat ik
zelf maar moest komen kijken.'
Ze ging rechtop zitten en nam de deugdzame houding aan van iemand
die pas was bekeerd en neerkeek op de ongelovigen. 'En ja hoor,
daar was hij, spiernaakt. Hij deed dingen die ik nooit eerder had
gezien. Het was om je dood te schamen.'
Curtis veinsde medeleven met een moeder wier zoon het verkeerde pad
op was gegaan. 'Is hij nog steeds werkzaam in de... eh...
filmindustrie?'
'Nee. En hij gebruikt ook geen drugs meer. Tenminste, dat zegt hij.
Het is lang geleden. Hij was nog een kind, maar toch.' Ze stak weer
een sigaret op. Curtis zou bij vertrek het gevoel hebben dat hij
drie pakjes had gerookt en er ook naar stonk.
'Wat voor naam gebruikte hij toen hij de films maakte?'
'Dat kan ik me niet herinneren.'
'Hoe heten de films waarin hij speelde?'
'Dat weet ik niet meer en ik wil het niet weten ook. Vraag het maar
aan mijn buurvrouw. Trouwens, hoe komt het dat een oude vrouw als
zij naar dat soort vuiligheid kijkt? Ze zou zich moeten
schamen.'
'Heeft Lancy veel vriendinnen?'
'Je luistert niet zo goed, he? Hij vertelt me niks. Hoe zou ik nou
iets over vriendinnen moeten weten?'
'Heeft hij ooit de naam Paris Gibson genoemd?'
'Wie? Is dat een jongen of een meisje?' Ze reageerde zo verbaasd,
dat het niet anders dan echt kon zijn.
'Het doet er niet toe.' Curtis stond op. 'Weet u, Mrs. Fisher, dat
medeplichtig zijn een misdrijf is?'
'Ik heb niemand geholpen. Ik heb u al verteld dat Lancy hier niet
is geweest.'
'Dan zult u er vast geen bezwaar tegen hebben dat ik even
rondkijk.'
'Hebt u een huiszoekingsbevel?'
'Nee.'
Ze blies een rookwolk in zijn richting. 'Ach, wat kan het ook
schelen. Ga uw gang.'
Het was geen grote woning, dus had hij niet veel tijd nodig om
erdoorheen te lopen, al moest hij sissende katten en hun
uitwerpselen ontwijken. Ook had hij niet veel tijd nodig om vast te
stellen dat er iemand in de logeerkamer had geslapen. Het smalle
bed was niet opgemaakt en op de vloer lag een paar sokken. Toen hij
neerknielde om een van de sokken op te rapen, zag hij de losse
vloertegel onder het bed. Hij tilde hem met behulp van zijn zakmes
makkelijk op.
Nadat hij wat hij daar had gevonden weer precies zo had
teruggelegd, voegde hij zich weer bij Mrs. Fisher in wat doorging
voor de zitkamer en vroeg van wie de sokken waren.
'Lancy moet ze hebben achtergelaten de laatste keer dat hij hier
was. Lang geleden. Hij ruimt nooit zijn eigen rotzooi op.'
Weer een leugen, maar het was zonde van de tijd om erover te
redetwisten. Ze zou blijven liegen. 'Weet u of Lancy een computer
heeft?'
'Hij denkt dat ik het niet weet, maar ik weet het wel.'
'En een cassetterecorder?'
'Dat weet ik niet, maar al die moderne apparaten zijn
geldverspilling, als u het mij vraagt.'
'Ik zal mijn visitekaartje bij u achterlaten, Mrs. Fisher. Als
Lancy hier komt, wilt u me dan bellen?'
'Wat heeft hij gedaan?'
'Hij is een ondervraging uit de weg gegaan.'
'Waarover? Dat kan niets goeds zijn.'
'Ik wil alleen maar met hem praten. Als u iets van hem hoort, zou u
hem een dienst bewijzen door mij daarvan in kennis te stellen.'
Ze nam zijn visitekaartje aan en legde het op het rommelige
tafeltje naast haar leunstoel. Hij verstond niet precies wat ze
langs de sigaret tussen haar lippen bromde, maar het klonk niet als
een belofte om te doen wat hij vroeg.
Hij snakte ernaar om in de frisse lucht te zijn, weg van de
mogelijkheid dat hij aan stukken werd gereten als haar
zuurstofreservoir ontplofte. Maar bij de deur bleef hij staan om
haar nog een vraag te stellen. 'U zei dat Lancy wegens diefstal uit
een goede baan was ontslagen.'
'Dat is wat ik zei, ja.'
'Waar werkte hij?'
'Bij Bell, de telefoonmaatschappij.'
Zodra Curtis in zijn auto zat, nam hij contact op met de politie
van San Marcos. Hij legde de situatie uit en vroeg of ze de
stacaravan van Mrs. Fisher onder bewaking wilden houden. Daarna gaf
hij een rechercheur van zijn eigen afdeling opdracht het dossier
van Lancy Ray Fisher bij de telefoonmaatschappij door te nemen.
Het verkeer dat op autosnelweg 35 naar het noorden ging
moest heel langzaam rijden vanwege wegwerkzaamheden. Dus toen
Curtis het hoofdbureau van politie bereikte, was de informatie waar
hij om had gevraagd al beschikbaar. In Fishers dossier bij Bell
stond zijn echte naam. Hij was een uitstekende werknemer geweest
tot hij betrapt was op het stelen van apparatuur.
'Indertijd was dat geavanceerd technisch spul,' vertelde de
rechercheur. 'Nu is het min of meer verouderd, want de technologie
verandert razendsnel.'
'Maar is het nog steeds bruikbaar?'
'Volgens de expert wel.'
Voorzien van deze informatie zette Curtis Lancy Ray Fisher op de
verdachtenlijst en richtte zijn aandacht op alles wat hem uit
Houston was toegestuurd.
Er zaten ook kopieen bij van krantenartikelen, teksten van
televisiejournaals en materiaal dat van het internet afkomstig was.
Ze vertelden een tragisch verhaal en vulden een paar leemten die
Malloy niet had willen vullen.
Nu begreep Curtis bijvoorbeeld waarom Paris Gibson een zonnebril
droeg. Ze was aan haar ogen verwond geraakt bij het autoongeluk dat
Jack Donner van zijn leven had beroofd, op een kloppend hart en een
minimale hersenfunctie na.
Paris had op de passagiersplaats gezeten, met haar gordel om. Toen
de auto met hoge snelheid tegen het bruggenhoofd botste, deden de
airbags hun werk. Maar ze beschermden niet tegen het rondvliegende
glas van de voorruit, dat veiligheidsglas hoorde te zijn, maar het
niet was. Vooral niet toen de vijfentachtig kilo wegende chauffeur
van het voertuig erdoorheen werd geslingerd.
Jack Donner had zijn gordel niet om. De airbag vertraagde zijn
lancering uit de auto, maar voorkwam die niet. Hij liep ernstig
hoofdletsel op. De schade was onherstelbaar en zeer groot, en hij
was voor de rest van zijn leven fysiek hulpeloos.
Zijn geestelijke vermogens waren beperkt tot het reageren op
visuele, tastbare en auditieve prikkelingen. De reacties waren
zwak, op het niveau van een pasgeborene, maar voldoende om te
verhinderen dat hij 'hersendood' werd verklaard. Niemand kon de
stekker eruit halen.
Naar men zei was zijn vriend, dr. Dean Malloy van de politie van
Houston, het eerst ter plekke geweest. Hij was in zijn eigen auto
achter Donner aan gereden, was getuige geweest van het ongeluk en
had met zijn mobiele telefoon 911 gebeld. Naar ieders mening was
hij een zorgzame, zelfopofferende vriend, die in de dagen na het
ongeluk de wacht hield buiten de ziekenhuiskamer van Miss Gibson en
de intensive care-afdeling waar Donner lag.
In het laatste vervolgverhaal over het tragische lot van Jack
Donner stond dat Paris Gibson herstelde van haar lichte
verwondingen. Ze nam ontslag bij het televisiestation en liet
Donner overbrengen naar een prive-kliniek.
Ze bedankte alle vrienden, collega's en fans die bloemen en kaarten
hadden gestuurd om haar en haar verloofde het beste toe te wensen.
Ze zou haar werk missen en alle fantastische mensen in Houston,
maar haar leven had een onverwachte wending genomen, en nu moest ze
een nieuw pad volgen.
Wat hem opviel, was dat er in het slotverhaal niets over Dean
Malloy werd gezegd. Als er iemand van het radarscherm van een
sterke, duurzame vriendschap verdween, moest er een goede reden
voor zijn.
Er was geen diep, donker mysterie. Hij had gezien hoe Malloy naar
Paris Gibson keek en vice versa. Met een ik-wil-je-naakt-zien blik
vol begeerte.
Maar ook het vermijden van eikaars blik had een hunkering verraden
die dieper ging dan alleen het fysieke verlangen. Het was de
vermijding die hen beschuldigde. Als dit voor hem zichtbaar was, na
hen slechts twee dagen te hebben gekend, moest het voor Jack Donner
overduidelijk zijn geweest.
Conclusie: in een liefdesverhouding was drie er een te veel.
Terwijl hij naar het programma van Paris Gibson luisterde, werd hij
steeds bozer.
Ze noemde hem, Valentino, niet.
Maar ze sprak eindeloos over Janey Kemp. Ze vertelde hoe graag
Janeys ouders wilden dat ze ongedeerd naar hen terugkeerde,
vertelde over Janeys vrienden, die zich zorgen maakten over haar
veiligheid, en stak de loftrompet over Janeys deugden.
Wat een klucht! Janey had hem verteld dat ze een bloedhekel aan
haar ouders had, en dat het gevoel wederzijds was. Vrienden? Ze
maakte veroveringen, geen vrienden. En wat deugden betrof, die had
ze niet.
Maar als je Paris hoorde was Janey Kemp een heilige. Een mooi,
charmant, vriendelijk, Amerikaans ideaal.
'Als je haar nou eens kon zien, Paris,' zei hij zacht
grinnikend.
Hij vond Janey nu zo weerzinwekkend, dat hij vandaag maar heel kort
bij haar was gebleven. Ze zag er niet langer mooi en verleidelijk
uit. Haar haar, ooit zijdezacht en veerkrachtig, hing slap om haar
hoofd, en haar gezicht had een grauwe tint. De ogen, die naar
willekeur zwoel of minachtend konden zijn, waren nu dof en
levenloos. Ze had amper zijn aanwezigheid in de kamer opgemerkt en
met een lege blik voor zich uit gestaard, zelfs toen hij vlak voor
haar neus met zijn vingers knipte.
Ze leek halfdood en zag er nog erger uit. Een douche zou het een en
ander verbeteren, maar hij had geen zin om haar naar de badkamer te
dragen en haar te wassen.
Hij had nergens zin in, behalve ervoor te zorgen dat hij uit de
problemen kwam waarin hij was geraakt. Hij had niet veel tijd meer
om tot een uitvoerbare oplossing te komen en Paris een deadline van
tweeenzeventig uur gegeven. En als hij enig karakter, enig
eergevoel had, moest hij zich aan dat tijdschema houden.
Janey was meer een blok aan het been geworden dan hij had verwacht,
en er was ook nog de vraag wat hij met Paris moest doen.
Hij had niet echt verder gekeken dan Janey hierheen te brengen en
haar te gebruiken zoals ze smeekte om gebruikt te worden. Ze was
een hoer die adverteerde met haar bereidheid alles te proberen, en
hij had haar uitdaging aangenomen, dat was alles. Ze had terecht
opgeschept en had bewezen dol te zijn op vernedering.
Hij had niet echt gepland dat dit met haar dood zou eindigen, net
zomin als hij had gepland om Maddie Robinson te doden. Zijn relatie
met Maddie had zich gewoon ontwikkeld. Ze had gezegd dat ze hem
niet meer wilde zien, en hij had ervoor gezorgd dat ze hem niet
meer kon zien. Nooit meer. Als je het zo bekeek, had zij haar lot
bepaald, niet hij.
Wat Paris betrof, had hij niet veel verder gedacht dan het eerste
telefoontje te plegen en tegen haar te zeggen dat hij actie had
ondernomen tegen de vrouw die hem onrecht had gedaan. Hij had Paris
bang willen maken, haar op stang willen jagen en haar hopelijk
bewust willen maken van haar onuitstaanbare zelfvoldaanheid. Wie
was zij om advies te geven over liefde en leven, seks en
relaties?
Wat hij niet had verwacht, was dat zijn telefoontje een
politieonderzoek op gang zou brengen en zo'n mediagebeurtenis zou
worden. Wie had er nou gedacht dat iedereen zich zo druk zou maken
over Janey terwijl ze precies kreeg waar ze om had gevraagd?
Nee, het was uitgegroeid tot iets wat veel groter was dan hij had
verwacht. Hij had het gevoel dat hij de controle over de situatie
verloor, en om te overleven moest hij die controle terugkrijgen.
Maar waar moest hij beginnen?
Hij zou Janey kunnen vrijlaten.
Ja, dat kon hij doen. Hij kon haar dicht bij het huis van haar
ouders uit de auto zetten. Ze kende zijn naam niet. Hij kon zijn
biezen pakken, zodat, als ze de politie naar de 'plaats van het
misdrijf' bracht, hij allang verdwenen zou zijn. Hij zou niet meer
naar de ontmoetingsplaatsen van de Sex Club kunnen gaan of het
risico nemen door haar gezien te worden, maar een sekspartner
vinden was nooit een probleem. De Sex Club was slechts een
middel.
Het was geen volmaakt plan, maar waarschijnlijk de beste weg die
nog voor hem openstond. Hij zou Paris vanavond op de vastgestelde
tijd bellen en tegen haar zeggen dat hij alleen een grap met haar
had willen uithalen, om haar te laten beseffen dat ze niet met de
gevoelens van mensen moest spelen en hun een ondoordacht advies
geven. Ik had nooit gedacht dat je me serieus zou nemen, Paris. Kun
je niet tegen een grapje? Vergeven en vergeten, oke?
Ja, dat was absoluut een uitvoerbaar plan.
'... hier op 101.3 FM,' hoorde hij Paris zeggen. Ze onderbrak zijn
gedachten. 'Blijf luisteren tot twee uur. ik heb net een
telefoontje gekregen van Melissa, Janeys hartsvriendin.'
Melissa.
'Melissa, wil je iets tegen de luisteraars zeggen?' vroeg
Paris.
'Ja, ik wil alleen dat Janey veilig terugkeert,' zei ze. 'Janey,
als je dit kunt horen en alles is in orde met je, kom dan naar
huis. Niemand zal boos zijn. En als er iemand is die mijn vriendin
tegen haar wil vasthoudt, wil ik zeggen dat ik dat allesbehalve
gaaf vind. Laat haar gaan. Alsjeblieft. Wij willen alleen Janey
terug. Nou... dat is het, denk ik.'
'Dank je, Melissa.'
Wacht even, werd hij verondersteld de schurk in dit stuk te zijn?
Hij had niets met Janey Kemp gedaan wat ze niet had gewild. En
Paris was ook geen sneeuwwitje, zoals ze iedereen wilde laten
geloven. Ze was niet beter dan ieder ander.
Hij toetste een nummer in dat hij uit zijn hoofd kende, en wist dat
dit telefoontje niet naar zijn mobieltje zou leiden. Daar had hij
zich van verzekerd.
'Je spreekt met Paris.'
'Het onderwerp van vanavond is Dean Malloy.'
'Valentino? Laat me met Janey praten.'
'Janey is niet in de stemming om te praten,' zei hij, 'en ik ook
niet.'
'Janeys ouders wilden dat ik je vroeg...'
'Hou je mond en luister naar me. Als jij en je vriendje niet snel
zijn, zullen jullie de dood van twee mensen op jullie geweten
hebben. Die van Janey. En die van Jack Donner.'
'Ik zou me beter voelen als je in mijn huis sliep tot dit voorbij
is. Ik heb een logeerkamer. Niets bijzonders, maar comfortabel
genoeg. En veilig.'
Dean had erop gestaan achter haar aan naar haar huis te rijden en
haar naar binnen te brengen. Valentino's telefoontje was ook nu
afkomstig geweest van een verlaten telefooncel, die geen
aanknopingspunten gaf. De politie was er inmiddels van overtuigd
dat hij nooit in de buurt van die telefooncellen kwam.
Dit telefoontje was zeer verontrustend geweest omdat hij nog bozer
en nerveuzer had geklonken dan voorheen. En hij had opnieuw een
toespeling gemaakt op Janeys dood. En de zinspeling op Dean en Jack
was natuurlijk een onrustbarend, nieuw element geweest. Valentino
kon of uitstekend raden, of hij wist met zekerheid dat zij en Dean
iets met Jacks dood te maken hadden.
'Bedankt voor het aanbod, maar ik zal hier veilig zijn.' Ze liep
voor hem uit door de voordeur. Eenmaal binnen deed hij een
tafellamp aan, maar ze deed hem onmiddellijk weer uit. 'Ik voel me
net een goudvis met het licht aan. Ze kunnen naar binnen
kijken.'
Dean keek naar de patrouilleauto die langs haar stoeprand stond.
'Griggs heeft vervanging, zie ik.'
'Hij heeft vrij vannacht. Curtis zei tegen me dat het personeel
anders zou zijn, maar dat dit team even waakzaam was.' Toen Dean de
deur sloot, vroeg ze: 'Hoe zit het met Gavin?' Valentino had met
zoveel minachting over Dean gesproken, dat ze niet alleen bezorgd
waren voor de veiligheid van Dean en Paris, maar ook voor die van
Gavin.
'Daar is voor gezorgd. Curtis heeft een patrouilleauto naar
mijn
huis gestuurd. Ik heb Gavin gebeld en hem gezegd wat hij kon
verwachten.'
'Liz?'
'Ik dacht niet dat er politie nodig was, maar ik heb haar gebeld en
gezegd dat ze goed moest opletten. Dat ze zich ervan moest
verzekeren dat haar alarminstallatie was ingeschakeld en me moest
bellen als er iets ongewoons gebeurde.'
'Misschien zou zij in je logeerkamer moeten slapen.'
In plaats van de handschoen op te nemen, zei hij: 'Dat is een
andere discussie, Paris.'
Ze draaide zich om en liep naar de keuken. Hij volgde. Het was
halfdrie in de morgen, maar ze waren te gespannen om te slapen. 'Ik
ga een beker warme chocola maken,' zei ze. 'Wil jij ook?'
'Buiten is het dertig graden.'
Ze wierp hem een graag-of-niet blik toe.
'Sap?' vroeg hij.
Terwijl haar water in de magnetron werd verhit, schonk ze een glas
sinaasappelsap voor hem in en haalde een pak koekjes uit de
voorraadkast. 'Waarover denk je dat hij liegt?'
'Valentino?'
'Gavin. Eerder vanavond zei je dat je dacht dat hij tegen je loog.
We kregen het toen druk met alle binnenkomende telefoontjes en
kwamen er niet aan toe het gesprek af te maken.'
Hij staarde even in zijn glas en zei toen: 'Dat is het 'm nou
juist. Ik weet niet waarover hij liegt, ik weet alleen dat hij
liegt.'
Na een zakje instantcacao in haar beker met warm water te hebben
geleegd, gebaarde ze hem de koekjes mee te nemen en haar naar de
zitkamer te volgen. Ze ging in de ene hoek van de sofa zitten, hij
in de andere. Het pak koekjes lag op het kussen tussen hen in. De
lamp bleef uit, maar het schijnsel van de verandalampen viel door
de ramen naar binnen, dus konden ze voldoende zien. Ze zette haar
zonnebril af.
'Denk je dat hij liegt over zijn activiteiten van die avond?'
vroeg ze.
'Door iets weg te laten, misschien. Ik ben bang dat er meer achter
zijn ontmoeting met Janey steekt dan hij wil vertellen.'
'Bijvoorbeeld dat ze seks hadden?'
'Misschien, en hij wil niet dat iemand dat weet.'
'Omdat het zijn verhaal dat hij haar verliet om zich bij zijn
vrienden te voegen minder geloofwaardig zou maken?'
'Precies.' Dean kauwde op een koekje. 'Maar als je het reeel
bekijkt, hoe zou hij Valentino kunnen zijn? Zijn stem klinkt
anders. Hij weet het niet van ons.' Hij keek haar aan. 'Dat deel,
in elk geval. Hij heeft niet de technische vaardigheden om
telefoongesprekken langs een andere route te sturen.'
'Ik heb Stan gevraagd hoe die technologie werkt.'
'Hoe zou hij dat nou kunnen weten?'
'Hij houdt van snufjes, dure speeltjes. Kijk me niet zo aan,' zei
ze toen hij zijn wenkbrauw vragend optrok. 'Hij is Valentino niet.
Hij heeft er het lef niet voor. Stan zei dat het niet moeilijk was.
Iemand die toegang heeft tot bepaalde apparatuur zou waarschijnlijk
via het internet kunnen leren hoe je dat moet doen.'
'En iemand die voor de telefoonmaatschappij heeft gewerkt?'
'Voor zo iemand zou het vermoedelijk een kleinigheid zijn.
Hoezo?'
'Voordat Marvin Patterson schoonmaker werd was hij monteur bij
Bell.'
Dean was vanaf het radiostation achter haar aan naar haar huis
gereden en had tijdens de rit met Curtis een lang telefoongesprek
gevoerd. Nu vertelde hij haar alles wat de rechercheur over Lancy
Fisher te weten was gekomen.
'Had hij een verzameling cassettebandjes? Van mijn show? Wat zou
dat kunnen betekenen?'
'Dat weten we niet,' antwoordde Dean. 'Daarom heeft Curtis jongens
van de inlichtingendienst naar al hun tipgevers gestuurd om te
proberen de schichtige Mr. Fisher te vinden. We hebben een hoop
vragen voor hem. De eerste is: waarom hij zo op jou is
gefixeerd.'
'Dat is een grote schok voor me. Hij heeft nooit enige
belangstelling voor me getoond, hield steeds zijn hoofd gebogen en
deed zelden zijn mond open.'
'Vreemd gedrag voor een voormalige acteur.'
'Acteur? Marvin?'
'Hij heeft - poedelnaakt - in een paar pornofilms gespeeld.'
'Wat!' riep Paris uit. 'Weet je zeker dat we het over dezelfde man
hebben?'
Hij vertelde haar wat Curtis van de moeder van Lancy Fisher had
gehoord. 'Maar dat alles verklaart niet waarom hij elke avond je
show op een bandje opnam. Tenminste, zo lijkt het. In totaal
had hij tweeennegentig cassettebandjes. Van vrij slechte kwaliteit,
zei Curtis. Waarschijnlijk direct van de radio opgenomen. Uren vol
liefdesliedjes en de sexy stem van Paris Gibson. Misschien trok
Marvin zich af terwijl hij naar jou zat te luisteren. Dat moet hem
aardig wat tijd hebben gekost.'
'Bespaar me dat beeld, alsjeblieft.'
'Heeft hij ooit...'
'Niets, Dean. Hij heeft nooit meer dan een paar woorden tegen me
gebromd. En voorzover ik me kan herinneren heeft hij me zelfs nooit
aangekeken.'
'Dan is hij wat deze zaak betreft misschien zo onschuldig als een
pasgeboren kind. Misschien is hij alleen verdwenen omdat hij een
ex-crimineel is en daardoor een natuurlijke afkeer van
politieverhoren heeft, ook al heeft hij niets te verbergen.'
Hij zweeg even en keek haar aandachtig aan. Zo lang, dat ze ten
slotte vroeg: 'Wat is er?'
'Curtis is als een echte Sherlock Holmes in ons verleden
gedoken.'
Ze blies op haar warme chocola, maar plotseling had ze er geen trek
meer in. 'Wat is het goede nieuws?'
'Dat is er niet. Hij zei recht voor z'n raap dat hij de feiten
achter je vertrek uit Houston kende. Het ongeluk. Jacks
hoofdletsel. Je ontslagneming bij de tv. Enzovoort.'
'Is dat alles?'
'Nou, daar stopte hij, maar zijn nieuwsgierigheid en insinuatie
waren hoorbaar in de stilte.'
'Laat hem insinueren zoveel hij wil.'
'Dat heb ik gedaan.'
Ze zette haar beker op het salontafeltje. Daarna legde ze met een
diepe zucht haar hoofd op het kussen van de sofa. 'Ik verbaas me
niet over zijn nieuwsgierigheid. Uiteindelijk is hij rechercheur.
En erg diep heeft hij niet hoeven graven. Een beetje gewroet aan de
oppervlakte en daar is mijn leven, voor iedereen zichtbaar.'
'Het spijt me.'
Ze glimlachte flauwtjes. 'Het geeft niet. Andere aspecten hiervan
zijn belangrijker. Met name Gavin.' Zonder haar hoofd van het
kussen op te tillen draaide ze het opzij om Dean aan te kijken.
'Wat is er vandaag met zijn gezicht gebeurd?'
'Ik heb hem niet geslagen, als je daarop doelt.'
Gekrenkt door zijn toon en zijn woorden vloog ze overeind.
'Daar "doelde" ik helemaal niet op.' Ze pakte haar beker chocola en
liep boos de kamer uit terwijl ze zei: 'Trek de deur achter je
dicht als je weggaat.'Met schokkerige, boze bewegingen spoelde
Paris haar beker om. Daarna deed ze de lamp boven het aanrecht uit.
Toen ze zich omdraaide, stond Dean in de deuropening. Ze zag zijn
silhouet tegen het zwakke licht dat uit de zitkamer kwam.
'Het spijt me dat ik tegen je snauwde.'
'Dat is niet wat me boos maakte,' zei ze. 'Het is dat je denkt dat
ik zou denken dat je Gavin had geslagen.'
'Maar dat heb ik gedaan, Paris.'
De bekentenis deed haar sprakeloos staan van verbazing.
'Niet vandaag,' vervolgde hij. 'Een paar dagen geleden. Hij
provoceerde me. Ik verloor mijn zelfbeheersing en gaf met de rug
van mijn hand een klap op zijn mond.'
Haar woede verdween even snel als hij was opgekomen. 'O. Dan raakte
ik een snaar, he?' Even later voegde ze er zacht aan toe: 'Ik weet
wat er toen op Tech is gebeurd.'
Hij keek haar scherp aan. 'Heeft Jack het je verteld?'
'Hij vertelde me voldoende. Maar pas nadat ik een opmerking over je
ijzeren zelfbeheersing had gemaakt.'
Hij leunde tegen de deurpost en sloot zijn ogen. 'Nou, mijn
zelfbeheersing liet me in de steek, laatst bij Gavin en vandaag bij
Ron- deau.'
'Rondeau?'
Hij vertelde haar wat hij had gezien toen hij de ruimte van de
herentoiletten binnenging. 'Hij duwde Gavins gezicht hard tegen de
spiegel. Vandaar die blauwe plek op zijn wang. Ik wilde die vent
vermoorden.'
'Dat zou ik ook hebben gewild. Waarom zou Rondeau zoiets doen?'
'Hij zei dat hij een moeder en een zus had, en dat de grove
berichten die Gavin op de website had achtergelaten hem zo kwaad
hadden gemaakt, dat hij door het lint ging toen hij Gavin zag. Een
armzalige uitvlucht waar geen donder van deugde.'
'Is Curtis hiervan op de hoogte?'
'Ik heb het hem niet verteld, en Rondeau zal het heus niet
bekennen.'
'Laat je de zaak verder rusten?'
'Nee. Verdomme, nee. Maar ik zal Rondeau op mijn eigen manier
aanpakken, zonder tussenkomst van Curtis.' Hij lachte schamper. 'Om
terug te keren naar onze vriend de rechercheur, hij is zo
vasthoudend als een terrier. Hij zal pas opgeven als hij alles weet
over ons "gezellige triootje" zoals hij het noemde.'
'En daarmee bedoelt hij jou, mij en Jack.'
'Hij is niet dom, Paris. Hij weet dat er meer achter het verhaal
steekt dan wat in de media werd vermeld, en dat er veel, veel meer
is dat we voor hem verzwijgen.'
'Het gaat hem niets aan.'
'Hij vindt van wel. Hij denkt dat het iets met de beweegredenen van
Valentino te maken kan hebben.'
'Het staat los van wat er nu gebeurt.'
'Los van de zaak Valentino, ja. Maar het staat niet los van wat er
tussen ons gebeurt.'
Ze probeerde zich af te wenden, maar hij stak een hand uit en
draaide haar weer om. 'We moeten hierover praten, Paris. Dat hadden
we zeven jaar terug al moeten doen. Dan was Jack die avond
misschien niet dronken geworden. We hadden naar hem toe moeten
gaan, tegen hem zeggen dat hij moest gaan zitten en hem vervolgens
vertellen...'
'Dat we hem hadden verraden.'
'Dat we verliefd waren geworden, dat geen van ons het had voorzien,
maar dat het ons was overkomen. En dat is precies zoals het
was.'
'Sorry, Jack. Pech gehad. Tot ziens.'
'Zo zou het niet geweest zijn, Paris.'
'Nee, het zou erger zijn geweest.'
'Erger dan wat in godsnaam? Erger dan hoe het eindigde?'
Hij haalde diep adem en vervolgde op een rustiger, redelijker toon:
'Jack was scherpzinniger dan jij dacht. En veel fijngevoeliger. Hij
merkte dat we elkaar meden. Wist je niet dat hij de oorzaak daarvan
wilde weten?'
Hij had natuurlijk gelijk. Ze had Jack tekortgedaan door te denken
dat, als zij net deed of er niets was veranderd, hij nooit te weten
zou komen dat alles was veranderd. Zijn verloofde en zijn
boezemvriend hadden de liefde met elkaar bedreven. Hun relaties -
die van haar met Jack, de zijne met Dean en die van haar met Dean -
waren onomkeerbaar veranderd. Ze konden de klok niet terugdraaien.
Het was naief van haar geweest om te denken dat ze dat konden.
'Ik dacht... dacht...' Ze boog haar hoofd en wreef over haar slaap.
'Ik weet niet meer wat ik dacht, Dean. Ik kon gewoon niet naar hem
toe gaan en zeggen: "Herinner je je de avond na de gijzeling? En
dat ik tegen je zei dat ik alleen wilde zijn? Nou, Dean kwam naar
mijn huis en we hebben op het tapijt van de zitkamer gevrijd?"'
In plaats daarvan was ze op een subtielere manier te werk gegaan,
en telkens wanneer Jack probeerde Dean en haar samen te brengen,
had ze nee gezegd. Haar excuses waren steeds slapper geworden.
'Uiteindelijk zei Jack dat hij per se wilde weten waarom ik je niet
meer aardig vond.'
'Ik had ook zo'n gesprek met hem,' zei Dean. 'Hij vroeg of jij en
ik tijdens de gijzeling de degens met elkaar hadden gekruist. Had
de crisis de politieman in mij en de reporter in jou wakker
geroepen en ons zo uit elkaar gedreven? Ik zei tegen hem dat hij er
helemaal naast zat, dat we elkaar mochten en veel respect voor
elkaar hadden. En toen testte hij dat uit met dat onverwachte
dineetje.'
Ja, dat noodlottige diner, dacht ze. Jack had geregeld dat ze
elkaar in een van hun lievelingsrestaurants zouden ontmoeten. Zij
en Dean waren ieder apart gearriveerd, zonder te verwachten de
ander daar te zien.
Om voor het eerst sinds die avond oog in oog met hem te staan was
net zo genant geweest als ze had gevreesd. Oogcontact maken was
moeilijk, maar ze had zich er niet van kunnen weerhouden naar Dean
te kijken. En telkens wanneer ze dat deed, had ze hem erop betrapt
dat hij stiekem naar haar keek. Maar hun gesprek was gekunsteld en
formeel geweest.
'Dat dineetje was een beproeving voor me,' zei Dean. 'Jij had al
mijn pogingen om met je te praten afgewezen.'
'Het moest een radicale breuk zijn, Dean. Ik vertrouwde het mezelf
zelfs niet toe door de telefoon met je te praten.'
'God, ik stierf vanbinnen. Ik moest weten wat je dacht. Of alles
goed met je was. Of je zwanger was.'
'Zwanger?'
'We hadden niets gebruikt.'
'Ik was aan de pil.'
'Maar dat wist ik niet.' Hij wierp haar een trieste glimlach toe.
'Het was egoistisch van me, maar ik hoopte dat je zwanger was
geraakt.'
Zelfs nu kon ze niet toegeven dat ze zich aan dezelfde ijdele hoop
had vastgeklampt en teleurgesteld was geweest toen ze ongesteld
werd. Een baby zou haar hebben gedwongen Jack de waarheid te
vertellen. Het zou de rechtvaardiging voor haar en Dean zijn
geweest om hem pijn te moeten doen. Maar het was niet gebeurd. 'Ik
zat vreselijk in over de toestand waarin je verkeerde toen ik je
die avond verliet,' zei hij. 'En plotseling zat je tegenover me, op
ruim een meter afstand. Aan de andere kant van de tafel. En ik kon
nog steeds niet vragen of zeggen wat ik wilde.
En dat was niet alles. Het misleiden van Jack maakte me kapot.
Telkens wanneer hij een mop vertelde, of zijn arm om me heen sloeg
en me zijn maatje noemde, voelde ik me net Judas.'
'Hij deed zijn best om er een leuke avond van te maken. Altijd de
goede gastheer.'
Het had geleken of Jack vastbesloten was de spanning tussen hen te
negeren. Hij had te veel gedronken, te luid gepraat, te hard
gelachen. Maar tijdens het dessert had hij het eindelijk opgegeven
en gezegd dat hij per se wilde weten wat er aan de hand was.
'Luister, ik ben jullie tweeen zat,' zei hij. 'Ik wil weten, en wel
nu, wat er is gebeurd dat jullie je niet bij elkaar op je gemak
voelen. Ik denk dat jullie hebben gekibbeld gedurende die
gijzeling. Of dat jullie achter mijn rug iets met elkaar hebben.
Dus vertel me waar de ruzie over ging of biecht jullie relatie
op.'
Bij de gedachte dat hij een slimme grap had gemaakt, kruiste hij
zijn armen voor zijn borst en schonk hun om beurten een
glimlach.
Dean beantwoordde Jacks glimlach niet. En Paris had het idee dat
haar gezicht zou barsten als ze een poging tot een glimlach deed.
Hun stilzwijgen sprak boekdelen, maar toch duurde het even voordat
Jack dat besefte. En toen het tot hem doordrong, was het pijnlijk
om te zien. Zijn glimlach verstarde. Hij keek eerst naar Paris,
bijna vragend. Daarna keek hij naar Dean, alsof hij hem dwong te
lachen en iets te zeggen als: 'Doe niet zo belachelijk.'
Maar toen geen van hen iets zei, besefte hij dat zijn grap de
waarheid had onthuld. 'Rotzak,' zei hij. Hij kwam overeind en siste
tegen Dean: 'Jij betaalt de rekening, vriend.'
Blijkbaar had Dean haar gedachten gevolgd, want hij zei: 'Ik zal
nooit vergeten hoe hij keek toen hij zijn conclusies trok.'
'Ik zal het ook nooit vergeten.'
'In mijn haast om hem naar buiten te volgen en te proberen hem
ervan te weerhouden achter het stuur van zijn auto te kruipen,
gooide ik mijn stoel omver. Toen ik hem overeind had gezet, waren
jij en Jack verdwenen,' zei Dean.
'Ik herinner me niet dat ik door het restaurant achter hem aan ben
gerend,' zei ze. 'Maar ik kan me nog levendig herinneren dat ik hem
inhaalde op het parkeerterrein. Hij schreeuwde tegen me dat ik hem
met rust moest laten.'
'Maar dat deed je niet.'
'Nee, ik smeekte hem het me te laten uitleggen. Hij keek me woedend
aan en zei: "Heb je met hem geneukt?"
Dean streek met een hand over zijn gezicht, maar daarmee kon hij
niet de spijt van zijn gelaatstrekken verwijderen. 'Dat hoorde ik
hem zeggen terwijl ik helemaal aan de andere kant van het
parkeerterrein was. Ik hoorde jou tegen hem zeggen dat hij niet
moest autorijden, dat hij te dronken en te boos was.'
Jack had zich niets van haar smeekbeden aangetrokken en was in zijn
auto gestapt. Ze was naar de passagierskant gerend, waar het
portier gelukkig niet op slot was geweest. 'Ik stapte in, maar Jack
beval dat ik weer uit moest stappen. Maar ik weigerde en maakte
mijn veiligheidsgordel vast. Hij startte de motor en gaf gas.'
Ze waren even stil, verloren in de herinneringen aan die
afschuwelijke avond. Dean was de eerste die zijn mond opendeed.
'Hij had het recht om kwaad op ons te zijn omdat we samen naar bed
waren geweest. Als de rollen omgekeerd waren geweest, dan... God,
ik weet niet wat ik zou hebben gedaan. Ik had hem waarschijnlijk in
stukken gescheurd. Hij was gekwetst en boos, en als hij een einde
aan zijn leven wilde maken, hadden we werkelijk niets kunnen doen
om hem tegen te houden, die avond of daarna. We hebben hem onrecht
gedaan, Paris. Daar zullen we tot aan onze dood mee moeten leven.
Maar hij deed jou onrecht toen hij in die auto met je wegreed.'
Hij legde zijn handen om haar hals en streelde haar met zijn
vingertoppen. 'Dat neem ik hem kwalijk. Hij had je kunnen
doden.'
'Ik denk niet dat het zijn bedoeling was om iemand te doden.'
'Weet je dat zeker?' vroeg hij zacht. 'Wat zeiden jullie tegen
elkaar gedurende die twee minuten tussen het parkeerterrein en dat
bruggenhoofd?'
'Ik zei tegen hem dat het me speet dat we hem pijn hadden gedaan.
Dat we alle twee van hem hielden en dat het maar een keer was
gebeurd, een fysieke bevrijding na een traumatische ervaring, en
dat het nooit meer zou gebeuren als hij het ons kon vergeven.'
'Geloofde hij je?'
Er biggelde een traan over haar wang. 'Nee,' zei ze met schorre
stem.
'Geloofde jij jezelf?'
Ze sloot haar ogen en perste er verse tranen uit. Langzaam schudde
ze haar hoofd.
Dean haalde diep adem. Toen trok hij haar tegen zijn borst en
streelde haar haar.
'Misschien had ik meer moeten zeggen,' zei ze.
'Tegen hem liegen?'
'Dat had hem misschien gered. Hij was razend. Buiten zinnen. Ik
probeerde hem over te halen te stoppen en mij te laten rijden, maar
in plaats daarvan ging hij nog harder rijden. Hij verloor de macht
over het stuur en is niet expres tegen dat bruggenhoofd op
gereden.'
'Jawel, Paris.'
'Nee,' zei ze doodongelukkig. Ze wilde het niet geloven.
'Als een chauffeur de macht over het stuur verliest, trapt hij in
een reflex op de rem. Ik reed vlak achter jullie, maar zijn
remlichten zijn niet aangegaan.' Hij hield haar hoofd achterover en
dwong haar hem aan te kijken. 'Jack hield van je. Daar twijfel ik
geen moment aan. Hij hield genoeg van je om je tot vrouw te willen.
Hij hield genoeg van je om stikjaloers te worden toen hij ontdekte
dat je met mij had gevrijd.
Maar,' zei hij met nadruk, 'als hij van je had gehouden op de
manier zoals had gemoeten, onzelfzuchtig en onvoorwaardelijk, kon
hij nooit hebben overwogen je samen met hem om te brengen. Hoe
zielig zijn laatste jaren ook waren, ik heb hem nooit vergeven dat
hij je probeerde te doden.'
Hem dat te horen zeggen, maakte dat ze des temeer van hem hield. En
ze hield van hem! Vanaf hun eerste ontmoeting had ze beseft dat
haar liefde voor Dean Malloy onvermijdelijk was. Maar toen was het
onmogelijk geweest eraan toe te geven, en nu was het ook
onmogelijk. Er hadden altijd andere mensen tussen hen in gestaan.
Jack. En nu Liz.
Ze maakte zich van hem los en zei: 'Nu moet je gaan.'
'Ik blijf vannacht hier.'
'Dean...'
'Ik zal op de sofa in de zitkamer slapen.' Hij stak in overgave
zijn handen op. 'Als je me niet vertrouwt en denkt dat ik niet van
je af kan blijven, doe je je slaapkamerdeur maar op slot. Maar ik
laat je niet alleen zolang er buiten een gek is die een wrok tegen
je koestert.'
'Ik snap niet hoe hij wist dat ik Jacks dood op mijn geweten
heb.'
'En ik ook niet.'
'Wat er tussen jou en mij gebeurde is absoluut een geheim. Ik heb
er nooit met iemand over gesproken.'
'Waarschijnlijk heeft hij onderzoek naar je verricht en de oorzaak
van Jacks ongeluk geraden, net zoals Curtis.'
'Jacks ongeluk kon door een aantal gebeurtenissen zijn
veroorzaakt.'
'Maar slechts een zou onze vriendschap hebben verpest. Het is niet
zo moeilijk om dat te bedenken, Paris. Valentino wilde wraak nemen
op ontrouwe vrouwen. Als hij tot de slotsom kwam dat jij Jack met
mij bedroog, dan vertegenwoordig jij die vrouwen en neemt hij wraak
op jou. Al is het een verkeerde veronderstelling, Valentino heeft
het tot zijn realiteit gemaakt en daar zal hij naar handelen.' Hij
schudde koppig zijn hoofd. 'Ik blijf.'
Hij dutte op de sofa tot de nieuwe dag aanbrak. Toen liep hij
stilletjes het huis uit. Hij zwaaide naar de twee agenten in de
patrouillewagen die nog steeds langs de stoeprand stond. Zo
verzekerde hij zich ervan dat ze zich bewust waren van zijn
vertrek.
Hij had nauwelijks geslapen. Hij zag eruit alsof hij het grootste
deel van de nacht op was geweest, en zo voelde hij zich ook. Maar
dit kon echt niet wachten. Hij wilde het niet uitstellen, zelfs
niet om naar huis te gaan en zich eerst te douchen en te
scheren.
Hij drukte twee keer op de bel voordat hij het nachtslot aan de
andere kant van de deur hoorde klikken. Liz tuurde slaperig door de
smalle kier. Toen sloot ze de deur even om de ketting van het
koperen kettingslot los te maken.
'Het is onvergeeflijk dat ik op dit uur van de morgen aan je deur
verschijn,' zei hij terwijl hij naar binnen ging.
'Ik vergeef het je.' Ze sloeg haar armen om zijn middel en nestelde
zich tegen hem aan. 'In feite is dit een heerlijke verrassing.'
Hij gaf haar een knuffel. Onder de zijden ochtendjas, het enige dat
ze aanhad, voelde haar lichaam warm, zacht en vrouwelijk aan. Maar
hij was niet in het minst opgewonden.
Ze boog zich naar achteren om naar zijn gezicht te kijken, terwijl
haar onderlichaam intiem tegen het zijne gedrukt bleef. 'Je ziet er
gehavend uit. Lange nacht?'
'Dat zou je kunnen zeggen.'
'Heb je nieuws over Gavin?' vroeg ze, duidelijk bezorgd.
'Nee. Hij is nog niet uit de gevarenzone, en tot die tijd zal ik
ongerust zijn, maar ik ben hier niet vanwege Gavin.'