Toen Paris verslag deed van de vrijlating van de kinderen was haar stem schor van vermoeidheid en zag ze er afgepeigerd uit, maar een optimistische stemming had alle aanwezigen daar nieuwe kracht gegeven.
Ze eindigde haar verslag met een opmerking over die stemmingsverandering. 'Urenlang leek het of deze gijzeling een tragische afloop zou hebben, maar de politie heeft nu alle hoop dat de vrijlating van de kinderen een doorbraak betekent.'
Haar laatste woorden werden onderbroken door twee harde schoten. Het lawaai bracht Paris tot zwijgen, evenals de andere reporters die verslag deden. In feite had ze nog nooit een stilte meegemaakt die zo plotseling was en zo diep.
De stilte werd verbroken door het derde en laatste schot.
Paris keek nog een laatste keer naar het krantenknipsel. Daarna vouwde ze het op, precies zoals Jack had gedaan, en stopte het achter haar foto in zijn portefeuille. Ze legde de portefeuille weer in de doos. Ze was misselijk door de wetenschap dat Jack, als hij die avond ooit in verband had gebracht met wat er daarna gebeurde, het krantenknipsel niet zou hebben bewaard, maar het in duizend stukken zou hebben gescheurd.Ze was een kleine vrouw. De handen die het vochtige papieren zakdoekje verfrommelden konden van een kind zijn geweest. Ze had haar enkels gekruist en haar benen onder de stoel gestoken. Ze was nerveus als een pianoleerlinge bij een recital die wachtte tot het haar beurt was om te spelen.
Curtis stelde hen voor. 'Mrs. Toni Armstrong, dr. Dean Malloy.'
'Hoe maakt u het, Mrs. Armstrong?'
Curtis was even galant voor haar als hij voor Paris was geweest. 'Kan ik iets te drinken voor u halen?'
'Nee, dank u. Hoe lang, denkt u, dat dit zal duren? Ik moet mijn kinderen om vier uur ophalen.'
'Ik zal zorgen dat u hier dan allang weg bent.'
Dean had zich gedurende dertig seconden op deze ontmoeting voorbereid, zo lang duurde het om naar Curtis' kamertje te lopen nadat hij afscheid van Gavin en Liz had genomen. Hij had geen flauw idee waarom hij was opgeroepen om bij dit gesprek aanwezig te zijn. Hij bleef staan en leunde tegen de muur, voorlopig een zwijgende waarnemer.
Mrs. Armstrong was niet zo stil en verlegen als haar fragiele uiterlijk suggereerde. Ze moest het idee hebben gehad dat ze werd aangevallen, want ze maakte een einde aan de beleefdheden en kwam terzake.
'Mr. Hathaway zei dat u had gevraagd of u me kon spreken, brigadier Curtis, dus hier ben ik. Maar niemand heeft verteld waarom u met me wilde praten. Moet ik mijn advocaat bellen? Zit mijn man in de problemen zonder dat ik het weet?'
'Als dat zo is, weten wij dat net zomin als u, Mrs. Armstrong,' antwoordde Curtis buitengewoon vriendelijk. 'Hij heeft zich niet aan de regels van zijn proeftijd gehouden, klopt dat?'
'Ja, dat klopt.'
'En Hathaway zegt dat u hem hebt aangegeven.'
Ze boog haar hoofd en bestudeerde het papieren zakdoekje dat ze met haar klamme handen nog steeds aan het verfrommelen was. 'Het is het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen.'
'Ja, dat kan ik me voorstellen,' zei hij vol meegevoel. 'Hathaway belde iemand van de afdeling Zedendelicten, die vervolgens uw man onder mijn aandacht bracht.'
Dean begon al te snappen waar het heen ging. De afdeling Zedendelicten viel onder de bescherming van het Centrale Onderzoeksbureau. De rechercheurs die zich specialiseerden in seksmis- drijven wisten van Curtis' onderzoek. Maar al te vaak hadden die misdrijven en een moord met elkaar te maken.
'Wil je me alsjeblieft de details over de achtergrond geven?' vroeg Dean.
'Achttien maanden geleden werd Bradley Armstrong schuldig bevonden aan ongewenste intimiteiten met een minderjarige. Hij werd veroordeeld tot een proeftijd van vijf jaar, verplichte groepstherapie, en dergelijke. De laatste tijd is hij niet op de bijeenkomsten verschenen.
Zijn reclasseringsambtenaar had vandaag twee keer een afspraak met hem, maar hij kwam niet opdagen. Mrs. Armstrong stelde zijn advocaat ervan in kennis, die naar de praktijk van haar man ging - hij is tandarts - om hem aan te sporen zich aan de regels te houden. Hij was 'm gesmeerd, hoewel hij vanmiddag afspraken met patienten had. Niemand weet waar hij is. Hij heeft zijn mobiele telefoon uitgezet.'
'Ik heb hem aangegeven,' zei Toni Armstrong, 'omdat ik liever heb dat hij gearresteerd wordt vanwege het overtreden van de regels van zijn proeftijd dan... dan vanwege iets anders.'
'Wat, bijvoorbeeld?' vroeg Dean.
'Ik ben bang dat hij op het punt staat weer een misdrijf te begaan. Hij doet alles wat hij niet mag doen.'
Curtis, die voelde dat het klikte tussen Dean en Mrs. Armstrong, bood Dean zijn bureaustoel aan. Toen Dean zat, zei hij: 'Ik weet dat het moeilijk voor u is om hierover te praten, Mrs. Armstrong. We proberen niet de situatie nog moeilijker voor u te maken. In feite willen we graag helpen.'
Ze snoof en knikte. 'Brad is weer porno aan het verzamelen. Ik vond het in zijn kamer in de praktijk. Ik kan zijn computer niet kraken omdat hij constant het wachtwoord verandert om me weg te houden, maar ik weet precies wat ik er zou vinden. Tijdens zijn proces bleek dat hij tientallen websites had opgeslagen. En ik heb het niet over artistieke of verfijnde erotische kunst. Brad geeft de voorkeur aan het keiharde werk, vooral als de meisjes tieners zijn.
Maar dat is het ergste niet. Ik heb dit zelfs niet aan zijn reclas- seringsambtenaar verteld.' Ze glimlachte flauwtjes tegen Dean. 'Ik weet niet waarom ik het u wel vertel. Behalve dat ik wil dat Brad wordt tegengehouden voor hij echt in moeilijkheden raakt.'
'Wat hebt u voor Mr. Hathaway verzwegen?'
Met horten en stoten vertelde ze dat haar man regelmatig niet op zijn werk was en ook niet thuis. Ze vertelde over zijn leugens en zijn rechtvaardiging van zijn daden. 'Ik weet dat het allemaal signalen zijn dat hij de controle over zijn impulsen begint te verliezen.'
Dean was het met haar eens. Dit waren de klassieke, slechte signalen. 'Gaat hij in de verdediging als u probeert er met hem over te praten? Is hij overgevoelig en boos? Beschuldigt hij u ervan dat u wantrouwig bent, dat u hem niet vertrouwt?'
'Hij weerlegt elke beschuldiging en probeert mij de schuld te geven omdat ik hem niet steun.'
'Is hij gewelddadig geworden?'
Ze sloeg haar ogen neer. En daarmee beantwoordde ze Deans vraag nog voordat ze vertelde wat er de vorige avond in hun keuken was gebeurd. Ze sprak kalm, met gebogen hoofd, maar ze spaarde zichzelf niet en vertelde de meest intieme details.
Toen ze klaar was vroeg Dean: 'Hebt u hem niet meer gezien sinds hij naar buiten stormde?'
'Nee, maar we hebben elkaar vanmorgen via de telefoon gesproken. Hij bood zijn excuses aan, zei dat hij niet wist wat hem had bezield.'
'Heeft hij zich eerder ruw tegenover u gedragen?'
'Zelfs niet voor de grap. Ik heb hem nog nooit zo gezien.'
Weer een slecht signaal, dacht Dean.
Ze moest de bezorgdheid in zijn blik hebben gezien. Haar ogen vlogen heen en weer tussen Dean en Curtis. 'Er is me nog steeds niet verteld waarom ik hier ben.'
'Mrs. Armstrong,' zei Curtis, 'luistert uw man 's nachts weieens naar de radio?'
'Soms,' antwoordde ze aarzelend.
'Is hij ooit eerder verdwenen?'
'Een keer. Vlak nadat de ouders van zijn patiente hem hadden beschuldigd van ongewenste intimiteiten met hun dochter. Hij was drie dagen vermist voordat hij werd gevonden en gearresteerd.'
'Waar is hij gevonden?'
'In zo'n motel waar veel mensen vast wonen. Hij zei dat hij zich daar verborgen had gehouden omdat hij bang was dat niemand zijn versie van het verhaal zou geloven.'
'En deed u dat?' vroeg Dean.
'Hem geloven?' Bedroefd schudde ze haar hoofd. 'Het was niet de eerste keer dat een patiente of een medewerkster had geklaagd over ongewenste intimiteiten. Verschillende tandartspraktijken, andere steden zelfs, maar dezelfde klacht.
Voor dat incident gedroeg Brad zich net zo als hij zich de laatste tijd gedraagt. Maar deze keer is zijn gedrag duidelijker. Hij doet geen poging meer om het te verbergen. Hij is uitdagender, en dat maakt hem roekeloos. Daarom was het zo makkelijk om hem te volgen.'
'Bent u hem gevolgd?'
Tegelijk met Deans vraag vroeg Curtis wanneer dat was gebeurd.
'Vorige week, op een avond.' Ze wreef over haar voorhoofd alsof ze zich schaamde voor de bekentenis. 'Ik kan het me niet precies herinneren. Brad had van zijn werk gebeld en gezegd dat hij laat zou thuiskomen. Hij had een of ander smoesje verzonnen, maar ik had het door en heb een buurvrouw gevraagd of ze op mijn kinderen wilde passen.
Ik ben naar zijn praktijk gegaan toen hij nog niet was vertrokken, dus kon ik hem daarvandaan volgen. Hij ging naar een pornoshop met boeken en video's en bleef daar bijna twee uur. Daarna reed hij naar Lake Travis.'
'Waarheen precies?'
'Dat weet ik niet. Ik zou het gebied nooit hebben gevonden als ik hem niet was gevolgd. Het was geen bebouwd gebied. Geen huizen of bedrijfsgebouwen in de buurt. Daarom verbaasde het me daar zoveel mensen te zien. Vooral jongelui. Tieners.'
'Wat deed hij daar?'
'Een hele tijd niets. Hij zat gewoon in zijn auto toe te kijken. Er werd veel gedronken, er werd twee aan twee gerotzooid en er werden paartjes gevormd. Uiteindelijk stapte Brad uit en liep naar een meisje toe.' Ze boog haar hoofd. 'Ze praatten een tijdje. Daarna stapte ze bij hem in de auto. En toen ben ik vertrokken.'
'Hebt u hem er niet mee geconfronteerd?'
'Nee,' zei ze met een trieste glimlach. 'Ik voelde me vies. Ik wilde daar weg, ik wilde naar huis en een douche nemen. En dat deed ik ook.'
Uit respect voor haar verwarring zwegen Dean en Curtis. Ten slotte vroeg Curtis: 'Zou u de jonge vrouw herkennen met wie u hem zag?'
Ze dacht even na. Toen schudde ze haar hoofd. 'Ik denk het niet. Het enige dat me opviel, was dat ze waarschijnlijk nog op de middelbare school zat. Het was donker, dus kon ik haar gezicht niet goed zien.'
'Blond of donker haar? Groot, klein?'
'Blond, denk ik. Langer dan ik, maar kleiner dan Brad. Hij is ruim 1.75 meter.'
'Zou ze dit kunnen zijn?' Curtis pakte de foto van Janey Kemp die in de krant had gestaan en liet hem aan haar zien.
Ze keek ernaar en toen naar elk van hen afzonderlijk. 'Nu weet ik waarom u me wilde zien,' zei ze, en er verscheen een angstige blik in haar ogen. 'Ik heb over dit meisje gelezen. De vermiste dochter van een rechter. Dat is het, he? Daarom ben ik hier.'
In plaats van te antwoorden, zei Curtis: 'Hebt u ooit tegen uw man gezegd wat u had gezien, dat u hem in uw macht had?'
'Nee. Ik deed net of ik sliep als hij 's nachts binnenkwam. De volgende morgen was hij vrolijk en liefdevol, plaagde de kinderen en maakte plannen met hen voor het weekend. Hij was de volmaakte echtgenoot en vader. '
Ze zat even te peinzen, en Dean voelde dat Curtis op het punt stond haar gedachten met een andere vraag te onderbreken, maar hij gaf de rechercheur een nauwelijks merkbaar teken dat hij moest wachten.
Ten slotte keek Toni Armstrong op en richtte zich tot Dean. 'Soms denk ik dat Brad zijn leugens echt gelooft. Het is alsof hij in een fantasiewereld leeft, waar zijn daden geen consequenties hebben. Hij kan doen wat hij wil zonder angst om gepakt en bestraft te worden.'
Dat was het meest verontrustende dat ze hun had verteld. Dean betwijfelde of ze zich dat realiseerde, maar Curtis besefte het wel.
Toen Dean naar hem keek, zag hij de diepe frons op het voorhoofd van de rechercheur.
Net als Dean wist Curtis dat een van de typische kenmerken van seriemoordenaars en seksuele roofdieren een uitgebreid fantasieleven was dat zo dwingend en werkelijk voor hen was, dat ze zich ernaar gedroegen. Ze dachten vaak dat ze boven de wet stonden van een maatschappij die hen onrecht had gedaan, en ze gehoorzaamden alleen een god die hun perversiteit begreep en zelfs goedkeurde.
Curtis schraapte zijn keel. 'Bedankt voor uw tijd, Mrs. Armstrong. En aangezien het geen makkelijk onderwerp is, ook bedankt voor uw openhartigheid.'
Maar ze liet zich niet zonder meer wegsturen. 'Ik heb u een paar afschuwelijke waarheden over mijn man verteld, maar hij kan niet bij de verdwijning van deze jonge vrouw betrokken zijn.'
'We hebben ook geen enkele reden om te geloven dat hij daarbij betrokken is. Zoals ik al zei, we volgen diverse sporen.' Curtis zweeg even. Toen voegde hij eraan toe: 'Met uw hulp zouden we hem als verdachte kunnen schrappen.'
'Hoe kan ik dan helpen?'
'Door zijn computer door onze experts te laten kraken. Zijn bestanden binnengaan, kijken wat ze vinden. Dat meisje was heel actief op een website met zeer uitgesproken seksuele berichten. Op die manier heeft ze veel contacten gelegd. Als zij en uw man nooit e-mails met elkaar hebben uitgewisseld, is de kans klein dat hij haar kende.'
Ze dacht even na. Toen zei ze: 'Ik geef daar pas toestemming voor als ik Brads advocaat heb geraadpleegd.'
Curtis accepteerde de voorwaarde, maar zo te zien was hij er niet echt blij mee.
Mrs. Armstrong steeg nog meer in Deans achting. Ze liet zich niet overdonderen. Dat had waarschijnlijk niet in haar aard gelegen voor de moeilijkheden die de verslaving van haar man had veroorzaakt. Ze had zich die eigenschap moeten aanleren om geestelijk gezond te blijven en te overleven.
Curtis hielp haar overeind en bracht haar naar de deur. 'Bedankt dat u ons een dienst hebt bewezen, Mrs. Armstrong. Ik hoop dat uw man spoedig zal worden opgespoord en dat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft.'
'Hij kan de man die u zoekt niet zijn.'
'Waarschijnlijk niet. Bovendien zijn we er niet zeker van dat er een misdrijf in het spel is wat Janey Kemp betreft. Maar, zoals u ongetwijfeld weet, komen alle vroegere zedendelinquenten onder verdenking te staan als er een zedendelict wordt vermoed. Uw man koos een slecht tijdstip uit om niet op een afspraak met zijn reclasseringsambtenaar te verschijnen, dat is alles.'
Dat was niet alles, en ze was slim genoeg om dat te beseffen. Maar ze was ook te beleefd om Curtis recht in zijn gezicht te zeggen dat hij een leugenaar was. In plaats daarvan nam ze afscheid.
'Aardige vrouw,' merkte Curtis op toen ze buiten gehoorsaf- stand was.
'Intelligent ook.' Curtis keek Dean aan voor een nadere verklaring. 'Haar man zit in een neerwaartse spiraal, en dat weet ze. Ze had ook door dat je onzin uitkraamde. Ondanks wat je tegen haar zei, is het duidelijk dat je denkt dat er verband kan zijn tussen Armstrongs verdwijning en die van Janey.'
'Dat is niet uit te sluiten.' Curtis liet zich in zijn bureaustoel zakken en gebaarde Dean op de andere stoel te gaan zitten. Hij pakte een Mars van een glazen schaal op zijn bureau en bood er Dean een aan.
'Nee, dank je.'
Terwijl Curtis de Mars uitpakte, zei hij: 'Armstrongs eigen vrouw heeft gezien dat hij een minderjarige aansprak om seks te bedrijven. Speciaal voor dat doel ging hij naar die afgelegen plek aan het meer. En hoe wist hij dat hij daarheen moest? Er is maar een manier.'
'De Sex Club,' zei Dean.
'Precies. Waarschijnlijk gebruikt hij het mededelingenbord als menukaart. Hij wekt zijn eetlust op door te lezen wat daarop staat en gaat dan op zoek naar het meisje dat de afzender is. En het meisje met wie Toni Armstrong hem zag, beantwoordt aan de algemene beschrijving van Janey Kemp.'
'Heel algemeen,' zei Dean. 'Ze beschreef de helft van de mid- delbareschoolmeisjes in en rond Austin.'
'In elk geval is het heel toevallig. Ben je dat met me eens?'
Dean haalde zijn handen door zijn haar. 'Ja, ja, ik ben het met je eens.'
Hij had empathie voor Toni Armstrong gevoeld, die bleef geloven in de onschuld van een dierbare in wie ze weinig vertrouwen had.
'Als ze niet uit zichzelf met de computer komt, ga ik om een gerechtelijk bevel verzoeken,' zei Curtis. 'Misschien kan Rondeau Armstrong opsporen via Janeys e-mailadressenboek, maar dat zal langer duren. Intussen heb ik iedereen gewaarschuwd dat ik met dr. Armstrong wil praten zodra hij opduikt. We hebben al een opsporingsbericht voor zijn auto uitgevaardigd.'
'Over auto's gesproken, zijn er al labuitslagen over de auto van Janey?'
Curtis trok een grimas. 'Bewijsmateriaal in overvloed. Ze hebben sporen verzameld van elke vezel, natuurlijk of kunst. Tapijt, kleding, papier. Elk kloteding. Het kost weken om dat allemaal na te trekken.'
'Vingerafdrukken behalve die van Janey zelf?'
'Niet meer dan enkele tientallen. Ze zijn in het systeem aan het zoeken. Misschien hebben we geluk en zit er een van Brad Armstrong bij. Ze hebben ook sporen verzameld van aarde, voedsel, planten. Alles wat los en vast zit. Je kunt het zo gek niet verzinnen of we hebben het gevonden. We kunnen het snel identificeren. Maar als we bewijsmateriaal op een vuilnisbelt hadden verzameld, zou het net zo'n zootje zijn geweest.
Het meisje woonde bijna in haar auto. Volgens haar vriendinnen, zelfs volgens haar eigen ouders, maakte ze er wel zeer intensief gebruik van. Ze zat, dronk, sliep en vrijde erin. We hebben een mensenhaar gevonden, en die is precies gelijk aan een haar die we uit haar haarborstel in de badkamer van haar ouderlijk huis hebben genomen. O, en een beetje opgedroogde ontlasting. Die is geidentificeerd als hondenpoep, wat aannemelijk lijkt omdat we ook een paar hondenharen hebben verzameld die van de hond van de familie zijn.'
'Ik herinner me niet een hond te hebben gezien of gehoord.'
'Die zit in het washok. De rechter is er allergisch voor.' Curtis nam de laatste hap van zijn Mars, verfrommelde het papier en gooide het in de prullenbak. 'Dat is het tot nu toe.'
'Er is niets gevonden wat licht werpt op wat er met haar is gebeurd,' merkte Dean op.
'Geen teken van een worsteling, zoals gescheurde kleren of schaafplekken aan de binnenkant. Slechts een haar, geen hele pluk die is uitgetrokken. Geen gebroken vingernagels die op verzet zouden wijzen. Geen bloed. De benzinetank was halfvol, dus ze was niet gestrand omdat ze geen benzine meer had. Geen defect aan de motor. Voldoende lucht in alle banden. Klaarblijkelijk is ze op eigen kracht uit de auto gestapt en heeft ze het portier achter zich op slot gedaan.'
'Met de bedoeling om terug te komen,' voegde Dean er peinzend aan toe. 'Hoe zit het met andere bandensporen in dat gebied?'
'Weet je hoeveel mensen in totaal lid zijn geworden van de Sex Club? Een paar honderd. Ik denk dat ze zich daar die avond allemaal hadden verzameld. Stel dat er twee of drie met elkaar in een auto zaten, dan waren er nog honderd auto's. We hebben een paar sporen en zijn aan het nagaan wat de merken en de types waren, maar het zal dagen duren, zo niet weken, die we niet hebben.
En het vergelijken van DNA-monsters kost tijd, ook als we ze hebben geisoleerd. Veel tijd. Het kan beslist niet in...' Hij raadpleegde de wandklok. 'Minder dan zesendertig uur.'
'En hoe zit het met de foto die ze aan Gavin heeft gegeven? Geeft die aanknopingspunten?'
'Interessant. Hij is niet afkomstig van een doorsnee fotozaak die foto's in een uur ontwikkelt.'
'Heeft onze man zijn eigen donkere kamer?'
'Of hij gebruikt die van iemand anders. Een paar mensen houden zich met dat aspect bezig. Ze proberen leveranciers van fotografisch papier en chemicalien op te sporen, maar ook daar...' 'Tijd.'
'Juist. En misschien koopt onze amateur-fotograaf zijn spullen niet in een winkel. Hij kan ze via een postorderbedrijf kopen of via het internet.' Zijn dunner wordende, kortgeknipte haren hoefden niet te worden gladgestreken, maar hij streek erover alsof dat wel zo was. 'Er is nog iets. Herinner je je Marvin de schoonmaker?'
'Wat is er met hem?'
'Alias Morris Green, Marty Benton en Mark Wright. Naast Marvin Patterson zijn dat de schuilnamen die we kennen.'
'Wat is zijn verhaal?'
'Zijn echte naam is Lancy Ray Fisher. Vele keren beschuldigd van kruimeldiefstal in en buiten de universiteit. Op achttienjarige leeftijd heeft hij in Huntsville gevangengezeten wegens een grote autodiefstal. Strafvermindering doordat hij een celgenoot had verraden die tegen Lancy Ray over een moord had opgeschept. Maar toen hij weer vrij was, volgden er diverse zwaardere misdrijven, waarvoor hij minimale straffen heeft gekregen, gewoonlijk door
schuld te bekennen. Meestal ging het om het vervalsen van cheques en het stelen van creditcards.'
'Waar is hij?'
'Geen idee. Net als zijn reclasseringsambtenaar zijn we hem nog steeds aan het zoeken. Hij is ondergedoken toen we van tevoren belden. Griggs en Carson zijn daarvoor uitgekafferd. Hoe dan ook, het feit dat Marvin ons mijdt, doet me geloven dat het schenden van de regels van zijn proeftijd niet zijn enige vergrijp is en het schoonmaken van de toiletten op het radiostation niet zijn enige bron van inkomsten.'
'Of dat hij iets ergers te verbergen heeft,' zei Dean.
'We hadden een aanhoudingsbevel en hebben zijn huis doorzocht. Geen computer.'
'Die kan hij hebben meegenomen.'
'Dat zou kunnen, maar hij heeft andere snoepjes achtergelaten.'
'Zoals?'
Curtis somde een lijst op van elektronica die je niet van een gemiddeld schoonmakerssalaris zou kunnen kopen. 'Voornamelijk geluidsapparatuur. Superkwaliteit. We hebben ook dozen met troep meegenomen die we nog aan het doorzoeken zijn. Maar nu wordt het echt interessant. Een van de misdrijven waar ik het over had, was aanranding. Zijn DNA is geregistreerd.'
'Als je dat kon vergelijken met bewijsmateriaal dat in Janeys auto is gevonden...'
'Als ik daar de tijd voor had, bedoel je.'
Dean deelde de frustratie van de rechercheur. Het was een zaak waarbij alles op z'n kop stond. Ze hadden goede aanwijzingen, maar geen misdaad en geen slachtoffer. Ze waren op zoek naar een ontvoerder zonder zeker te weten dat Janey Kemp was ontvoerd. Ze veronderstelden dat ze tegen haar wil werd vastgehouden, dat haar leven in gevaar was, maar het enige dat ze wisten...
Ineens kreeg Dean een idee. 'Wat als...'
Curtis keek op en spoorde hem aan om door te gaan. 'Zeg het. Op dit moment sta ik open voor alle ideeen.'
'Is het mogelijk dat Janey hier zelf achter zit?'
'Om aandacht te trekken?'
'Of voor de lol. Kan ze een vriend hebben aangezet om Paris te bellen, gewoon voor de lol, gewoon om te zien of ze erin trapte en of ze er iets mee zou doen?' 'Het idee is niet zo vergezocht, maar ook niet zo origineel. Ik ben vanmorgen naar de rechtbank geweest om met de rechter te praten, en...'
'Werkt hij gewoon door?'
'In toga en al,' zei Curtis vol afkeer. 'Hij klampt zich vast aan de gedachte dat Janey dit doet om hem en zijn vrouw te pesten. Gezien de verkiezing in november heeft de rechter geen behoefte aan negatieve publiciteit. Het imago van een onbesproken familie en zo. Hij denkt dat Janey zijn kans om rechter te blijven tot nul probeert te reduceren.'
'Verdomme.'
'Wat?'
'Denk ik nu als rechter Kemp?'
Curtis grinnikte. 'En jullie zouden alle twee gelijk kunnen hebben.'
Na een korte stilte zei Dean: 'Ik denk het niet, Curtis. Valentino heeft me overtuigd. Of Janeys onbekende grappenmaker weet voldoende van psychologie om voor een echte door te gaan, of hij is er een.'
'Ik moet ervan uitgaan dat hij er een is.'
'Janey had een afspraak met die vent. Ze ontmoetten elkaar op een aangewezen plek. Zij parkeerde haar auto en reed met hem weg.'
'Daar lijkt het wel op,' zei Curtis.
'En dat komt overeen met Gavins verhaal.'
De rechercheur staarde peinzend naar de punt van zijn glanzend gepoetste laars. 'Gavin kan haar ergens mee heen hebben genomen in zijn auto, zodat ze privacy zouden hebben om te rollebollen.'
'En in plaats daarvan gaf Gavin haar een aframmeling? Is dat wat je denkt?'
Curtis haalde zijn schouders op, alsof hij wilde zeggen: misschien.
'Na kort met Janey te hebben gesproken, sloot Gavin zich bij zijn vrienden aan. Hij heeft je een lijst met namen en telefoonnummers gegeven. Heb je ze gecontroleerd?'
'We zijn ermee bezig.'
Het vage antwoord ergerde Dean nog meer. 'Denk je dat hij zijn stem voldoende kon vervormen om als Valentino te klinken? Denk je dat ik niet in staat ben de stem van mijn eigen zoon te herkennen?' 'Zou je dat dan willen?'
Dean kon goed tegen kritiek. Soms werd zijn analyse van een verdachte, een mogelijke getuige of een politieman die in de problemen zat niet goed ontvangen, en maakte hem niet geliefd bij de rest van het politiepersoneel. Dat was een aanvaard risico van zijn werk.
Maar dit was de eerste keer dat er aan zijn integriteit werd getwijfeld. Dat was nog nooit gebeurd! En het maakte hem ziedend. 'Beschuldig je me van belemmering van de rechtsgang? Denk je dat ik bewijs achterhoud? Wil je een haarlok van Gavin?'
'Later misschien.'
'Wanneer je maar wilt. Laat het me weten.'
'Het was niet kwaad bedoeld. Het punt is dat je veel voor je houdt, doctor.'
'Bijvoorbeeld?'
'Jij en Paris Gibson. Er is meer aan de hand dan je kwijt wilt.'
'Omdat het je geen barst aangaat, verdomme.'
'En of het me iets aangaat,' zei Curtis. Zijn woede was bijna even groot als die van Dean. 'Het is allemaal met haar begonnen.' Hij boog zich naar voren en liet zijn stem dalen zodat iemand in het kamertje ernaast hem niet zou horen. 'Jullie tweetjes waren een dynamisch duo tijdens een gijzeling in Houston. Het heeft alle kranten gehaald, het televisiejournaal.'
'Er zijn mensen gestorven.'
'Ja, dat heb ik gehoord. Het heeft je behoorlijk aangegrepen. Je nam een tijd vrij om alles op een rijtje te zetten.'
Dean kookte in stilte.
'Niet lang daarna werd de verloofde van Paris, jouw boezemvriend - iets wat je evenmin hebt verteld - uitgeschakeld. Zij gaat weg bij het journaal en wijdt zich aan zijn verzorging, en jij...'
'Ik ken het verhaal. Hoe kom je aan je informatie?'
'Ik heb vrienden bij de politie van Houston. Ik heb het gevraagd,' antwoordde Curtis zonder verontschuldiging.
'Waarom?'
'Omdat de gedachte bij me opkwam dat dit Valentino-gedoe daaruit voortkomt.'
'Dat is niet zo.'
'Weet je dat zeker? Valentino's obsessie schijnt ontrouwe vrouwen te zijn. Denk je dat een aantrekkelijke en levenslustige vrouw als Paris Jack Donner trouw bleef al die zeven jaar dat ze voor hem zorgde?'
'Dat weet ik niet. Na hun vertrek uit Houston heb ik geen contact meer gehad met haar en Jack.'
'Geen enkel contact?'
'Dat is wat ze wilde.'
'Ik snap het niet. Je zou getuige zijn bij hun huwelijk.'
'Je Houston-bron heeft er werk van gemaakt!'
'Hij heeft me niets verteld dat niet zwart op wit stond. Waarom vroeg Paris je om uit de buurt te blijven?'
'Dat vroeg ze niet, ze stond erop. Ze hield zich aan wat zij dacht dat Jack zou willen. Jack en ik waren atleten toen we studeerden. Maatjes, met alle fysieke ruwheid die dat met zich meebrengt. Hij zou niet hebben gewild dat ik hem zo zag.'
Curtis knikte alsof het antwoord deugdelijk was, maar niet compleet. 'En er is nog iets wat ik merkwaardig vind,' zei hij. 'De zonnebril.'
'Haar ogen zijn gevoelig voor licht.'
'Maar ze draagt hem ook in het donker. Ze droeg hem gisteravond toen jullie bij de Wal-Mart arriveerden. Het was midden in de nacht en er was niet eens volle maan.' Curtis wierp hem een doordringende blik toe. 'Het is bijna alsof ze zich ergens voor schaamt, he?'Stan had liever geen afspraak met zijn oom Wilkins gehad, want hij wist dat hij op z'n donder zou krijgen.

Ze zouden elkaar ontmoeten in de bar in de lounge van het Driskill Hotel, wat gunstig was voor Stan. Aangezien Wilkins van plan was 's avonds naar Atlanta terug te vliegen, had hij geen suite geboekt. Goddank, dacht Stan terwijl hij het bekende hotel in de binnenstad betrad. Het was onwaarschijnlijk dat zijn oom hem in het openbaar de les zou lezen. Wilkins haatte scenes.
In de lounge was het heel rustig. Door het plafond van gebrandschilderd glas scheen getemperd licht. Je was geneigd om zo stil mogelijk over de marmeren mozaiekvloer te lopen, want je wilde geen enkel glimmend blad in beweging brengen als je een gepotte varenpalm passeerde. Sofa's en stoelen nodigden je uit je in de dikke kussens te nestelen en te genieten van de fluitsolo die door onzichtbare luidsprekers filterde.
Maar in het midden van deze oase van koele sereniteit zat een giftige pad.
Wilkins Crenshaw was verre van lang, en Stan vermoedde dat hij verhogingen in zijn schoenen droeg. Zijn grijze haar had een gelige tint en was zo dun, dat het amper de ouderdomsvlekken op zijn wasbleke schedel bedekte. Zijn neus was te breed en paste bij zijn vlezige lippen, waarvan de onderlip ook nog slap naar beneden hing. Hij leek op een amfibie van de lelijkste soort.
Stan geloofde dat het uiterlijk van zijn oom de voornaamste reden was waarom hij vrijgezel was gebleven. De enige aantrekkingskracht die Wilkins voor het andere geslacht zou kunnen hebben, zou zijn geld zijn, wat de tweede reden was waarom hij ongetrouwd was. Hij was te gierig om ook maar een klein stukje van zijn financiele taart met een echtgenote te delen.
Stan vermoedde ook dat zijn oom een sullige verschoppeling was geweest op de militaire academie waar hij en zijn vader door zijn grootvader naartoe waren gestuurd. Daarna hadden de broers geen andere keus gehad dan The Citadel. Na te zijn afgestudeerd, had elk van hen een tijd bij de luchtmacht gediend. Dus met een titel op zak en na hun patriottische plicht te hebben gedaan mochten ze deelnemen aan het familiebedrijf.
Tijdens de overgang naar volwassenheid was de sullige Wilkins gemeen geworden. Hij had geleerd terug te vechten, maar het wapen dat hij koos was intellectueel vermogen, geen spierkracht. Hij gebruikte niet zijn vuisten, maar had een buitengewone gave om angst in te boezemen. Hij vocht vals en dodelijk.
Hij ging niet staan toen Stan zich bij hem voegde aan de kleine, ronde canapetafel. Hij begroette hem niet eens. Toen de knappe, jonge serveerster naar hen toe kwam, zei Wilkins tegen haar: 'Een sodawater voor hem.'
Stan verfoeide sodawater, maar veranderde de bestelling niet. Hij zou zijn best doen om deze ontmoeting zo pijnloos mogelijk te maken. Hij glimlachte vriendelijk en zei vleiend: 'U ziet er goed uit, oom.'
'Is dat een zijden hemd?'
'Eh, ja.'
Het was een familietrek om zich goed te kleden. Als om zijn fysieke tekortkomingen te compenseren, was Wilkins altijd onberispelijk gekleed en verzorgd. Zijn hemden en pakken werden op maat gemaakt, genadeloos gesteven en gestoomd. Geen kreukel of los draadje te bekennen.
'Doe je je best je als een homo te kleden? Of zie je er van nature zo verwijfd uit?'
Stan zei niets. Hij knikte slechts bij wijze van dank tegen de serveerster toen ze zijn sodawater kwam brengen.
'Je moet de opzichtige manier waarop je je kleedt van je moeder hebben geerfd. Ze hield van ruches en zo. Hoe meer hoe beter.'
Stan ging niet met Wilkins in discussie, hoewel zijn overhemd niet in het minst opzichtig was, noch qua stijl, noch qua kleur. En hij betwijfelde ten zeerste of zijn moeder ooit een ruche had gedragen. Ze had er altijd volmaakt uitgezien en had een uitstekende smaak gehad; voor hem bleef ze de mooiste vrouw die hij ooit had gezien.
Maar het zou zinloos zijn daarover te redetwisten, en daarom
veranderde hij van onderwerp. 'Is uw gesprek met de algemeen directeur goed afgelopen?'
'De zaak maakt nog steeds winst.'
Stan vroeg zich af waarom zijn oom dan zo nors keek. 'In de laatste peilingen kwamen we hoog uit,' zei hij. 'Een paar punten hoger dan in de periode ervoor.'
Hij had zijn huiswerk gedaan, zodat hij met die gegevens indruk kon maken op zijn oom. Hij hoopte alleen dat Wilkins hem niet een mondelinge test afnam door naar de data van de laatste periode te vragen of dat hij moest uitleggen hoeveel een punt was.
Zijn oom bromde: 'Daarom is die kwestie met Paris Gibson zo ellendig.'
'Ja, sir.'
'We kunnen niet toestaan dat ons radiostation erbij betrokken is.'
'Het is er niet echt bij betrokken, oom. Slechts zijdelings.'
'Al is het in geringe mate, ik wil niet dat wij in verband worden gebracht met iets wat zo weerzinwekkend is als de verdwijning van een tienermeisje.'
'Absoluut niet, sir.'
'Daarom ruk ik die vervloekte kop van je romp en pis ik in het gat als jij iets met die telefoontjes te maken had.'
Oom Wilkins had behalve gemeenheid nog iets anders geleerd in de tijd dat hij in het leger had gezeten. Hij had geleerd zich uit te drukken in een taal die niet verkeerd kon worden uitgelegd. De grofheid van zijn verklaring werd alleen overtroffen door de doeltreffendheid ervan.
Stan schrok terug. 'Hoe komt u erbij dat ik...'
'Omdat je een prutser bent. Dat ben je al sinds je moeder je heeft gebaard. Vanaf het moment dat je ademde, wist ze dat je een jankend misbaksel was. Ik denk dat ze daarom gewoon is gaan liggen toen ze ziek werd, en daarna van pure ellende is gestorven.'
'Ze had alvleesklier kanker.'
'Dat gaf haar een goed excuus om zich eindelijk van je te bevrijden. Je vader wist ook dat je absoluut waardeloos was en wenste niet met jou opgezadeld worden. Daarom zoog hij zo hard aan zijn pistool, dat het de achterkant van zijn hoofd wegblies.'
Stans keel kneep dicht. Hij kon geen woord uitbrengen.
Wilkins was meedogenloos. 'Je vader was al zwak en je moeder maakte hem nog zwakker. Hij vond het zijn plicht met haar getrouwd te blijven, hoewel het haar persoonlijke doel was met elke man die ze ontmoette het bed in te duiken.'
Zijn oom leefde van wreedheid. Stan had het tweeendertig jaar lang ondervonden en besefte dat hij eraan gewend zou moeten zijn. Maar dat was hij niet. Hij keek "Wilkins met pure haat aan. 'Vader had ook liefdesavonturen. Constant.'
'Meer dan we weten, daar ben ik zeker van. Hij naaide iedere vrouw die hij kon krijgen om zichzelf ervan te overtuigen dat hij het nog steeds kon. Je moeder ontzegde hem de toegang tot haar bed. Het leek of hij de enige man was van wie ze een afkeer had.'
'Behalve van jou.'
Wilkins sloot zijn hand zo stevig om zijn whiskyglas, dat Stan zich afvroeg waarom het kristal niet brak. Hij had raak geschoten, en dat was een goed gevoel. Hij wist precies waar Wilkins' minachting voor zijn moeder vandaan kwam. Talloze keren had Stan haar luchtig horen lachen en zeggen: 'Wilkins, je bent zo'n onaangename pad.'
Omdat zijn moeder het zei, die dol was op mannen, was dat een enorme kleinering geweest. Bovendien had ze nooit angst voor Wilkins getoond, en dat was de ultieme belediging geweest. Hij vond het heerlijk om mensen bang voor hem te maken, maar bij haar had hij jammerlijk gefaald. Stan schiep er behagen in hem daaraan te herinneren.
Wilkins knapte op van een slok whisky. 'Gezien je slecht functionerende ouders,' zei hij, 'is het vrij logisch dat je problemen hebt met seks.'
'Die heb ik niet.'
'Alles wijst op het tegendeel.'
Stans gezicht begon te gloeien. 'Als u het over die vrouw in Flo- rida hebt...'
'Die je een beurt probeerde te geven op haar faxapparaat.'
'Dat is haar versie,' zei Stan. 'Zo was het niet. Zij lag boven op me tot ze bang werd dat er iemand zou binnenkomen.'
'Dat was niet de enige keer dat ik je uit de penarie moest helpen omdat je de rits van je broek niet dicht kon houden. Net als je vader. Als je maar de helft van het talent dat je voor hoereren hebt voor zaken had, zouden we allemaal een stuk rijker zijn.'
Dat, vermoedde Stan, was de kern van de wrok van zijn oom. Hij kon niet aan het enorme fonds komen dat Stans ouders voor hun zoon hadden opgericht. Het omvatte niet alleen wat hij na hun dood had geerfd, maar ook een groot aandeel in de winst van het bedrijf, zolang dat bestond. De bepalingen waren onherroepelijk en onbetwistbaar. Zelfs Wilkins, met al zijn macht en invloed, kon het fonds niet ongeldig maken en Stans vermogen stelen.
'Die keer bij het zwembad van de golfclub, wat probeerde je toen met je exhibitionistische gedrag aan die meisjes te bewijzen? Dat je 'm omhoog kon krijgen?'
'We waren elf. Ze waren nieuwsgierig en smeekten of ze 'm mochten zien.'
'En daarom renden ze zeker schreeuwend naar hun ouders. Het kostte me een paar ruggen om het voorval buiten de publiciteit te houden en te verhinderen dat je niet voorgoed van de club werd uitgesloten. Je bent van de voorbereidingsschool gestuurd omdat je je aftrok in de douche.'
'Dat deed iedereen!'
'Maar alleen jij werd betrapt, wat wijst op een gebrek aan zelfbeheersing.'
'Bent u van plan me al mijn puberale onbezonnenheden voor te houden? Zo ja, dan bestel ik nog een drankje.'
'We hebben geen tijd om je misstappen de revue te laten passeren. Niet nu, tijdens dit gesprek.' Wilkins keek op zijn horloge. 'Ik moet zo meteen weg. Ik heb tegen de piloot gezegd dat ik om zes uur wilde vliegen.'
Moge je neerstorten en verbranden, dacht Stan.
'Wat ik van je wil,' zei Wilkins, 'is een ontkenning dat je gore telefoontjes met die vrouwelijke dj hebt gepleegd.'
'Waarom zou ik dat doen?'
'Omdat je een zieke kleine smeerlap bent. Het heeft me een vermogen gekost om me door jouw psychiater te laten vertellen wat ik al wist. Je ouders hebben een misbaksel gecreeerd - jou. En ze scheepten mij ermee op. Ik ben blij dat - tenminste, tot nu toe - al je "onbezonnenheden" met vrouwen zijn geweest.'
'Hou op,' siste Stan.
Hij wilde dat hij het lef had om over de tafel te springen, de korte, dikke hals van zijn oom vast te grijpen en te knijpen tot zijn uitpuilende kikkerogen uit hun kassen sprongen en zijn tong uit zijn dikke lippen stak. Hij zou het heerlijk vinden als hij dood was. Op een groteske, pijnlijke wijze dood.
'Ik heb die belletjes niet gepleegd,' zei hij. 'Dat kan helemaal niet. Ik was met Paris in het gebouw toen die telefoontjes binnenkwamen. Ze waren afkomstig uit openbare telefooncellen die kilometers van het radiostation verwijderd zijn.'
'Ik heb het gecheckt. Het is mogelijk om telefoontjes langs een andere route te sturen en het te doen lijken of ze van de ene telefoon komen terwijl ze in feite van een andere komen. Meestal een mobiele telefoon, eentje die gestolen is misschien. Dat maakt dat de telefoontjes vrijwel niet te traceren zijn.'
Stan was verbijsterd. 'Hebt u gecheckt hoe het kon zijn gedaan nog voor u me vroeg of ik het had gedaan?'
'Ik ben niet gekomen waar ik nu ben door dom en achteloos te zijn, zoals jij. Ik wilde niet dat een van je zogenaamde onbezonnenheden in mijn gezicht zou ontploffen. Ook wil ik niet een zak- kenwasser lijken omdat ik erop vertrouwde dat je je pik zou houden op de plek waar hij hoort. Ik moet me nu al verantwoorden bij de raad van bestuur dat ik jou een salaris betaal terwijl je nog geen gloeilamp kunt vervangen.'
Wilkins bleef hem strak aankijken tot Stan zei: 'Ik heb niet met telefoontjes geknoeid.'
'Het enige waar je goed in bent, is prutsen aan snufjes.'
'Ik heb niet geknoeid met telefoontjes,' herhaalde Stan.
Wilkins keek hem scherp aan terwijl hij nog een slok whisky nam. 'Die Paris. Ben je op haar gesteld?'
'Ja, ze is aardig,' zei Stan met een onbewogen uitdrukking op zijn gezicht.
De blik van zijn oom werd harder, gemener, en zoals gewoonlijk zwichtte Stan.
Dat deed hij uiteindelijk altijd. En hij haatte zichzelf erom. Hij was een jankend misbaksel.
Hij friemelde aan het vochtige servetje onder zijn onaangeraakte sodawater. 'Als u me vraagt of ik ooit seksuele fantasieen over haar heb gehad, dan is het antwoord ja. Af en toe. Ze is aantrekkelijk en heeft een hese, sexy stem, en elke avond brengen we uren alleen met z'n tweetjes door.'
'Heb je het bij haar geprobeerd?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Ze heeft duidelijk gemaakt dat ze geen interesse heeft.'
'Dus je hebt het geprobeerd en ze wees je af.'
'Nee, ik heb het nooit geprobeerd. Ze leeft als een non.'
'Waarom?'
'Ze was met iemand verloofd,' zei hij op, een toon waaruit zijn ergernis over de zinloosheid van dit gesprek bleek. 'Hij lag in een exclusieve, prive-kliniek in de buurt van Georgetown, ten noorden van hier. Paris ging elke dag bij hem op bezoek. Mensen hier op het station zeiden tegen me dat ze dat vele jaren heeft gedaan. Hij is niet zo lang geleden gestorven. Ze had er veel verdriet van en is er nog steeds niet overheen. Bovendien is ze niet het type dat zou kunnen, u weet wel...'
'Nee, ik weet het niet. Niet het type dat wat zou kunnen?'
'Dat zou kunnen worden verleid.'
Wilkins staarde hem oneindig lang aan. Toen haalde hij voldoende bankbiljetten uit zijn portemonnee om de rekening te kunnen betalen. Hij legde ze onder zijn lege glas en stond op. Daarna pakte hij zijn diplomatenkoffertje en keek langs zijn brede, afstotelijke neus naar Stan.
'Verleiden is een woord dat betekent dat je een vrouw moet overhalen seks met je te bedrijven. Dat geeft te denken, Stanley.'
Toen zijn oom wegliep, bromde hij: 'Nou, ik ben tenminste niet zo oerlelijk dat ik ervoor moet betalen.'
Stan leerde een ding van deze ontmoeting. Er was niets mis met het gehoor van oom Wilkins.
De stacaravan had zoveel jaren op dezelfde plek gestaan, dat een hoek ervan slagzij maakte. Aan de voorkant omheinde een afrastering van prikkeldraad een kleine tuin, waarin niets groeide behalve kafferkoren en doornstruiken. Het enige dat een beetje aan een echte tuin deed denken waren twee gebarsten lemen potten met verschoten plastic goudsbloemen.
Een buurjongen had een voetbal over de omheining van de tuin geschopt, maar had nooit de moeite genomen hem weer op te halen. De bal was allang leeggelopen. Een driepotige barbecue die jaren geleden op een rommelmarkt was gekocht, stond tegen de buitenmuur van de caravan. De bodem was helemaal verroest. De televisieantenne op het dak stond bijna in een hoek van 90 graden.
Het was vervallen, maar het was een onderkomen.
Een onderkomen voor drie verwaarloosde en slechtgehumeurde katten die nooit zindelijk waren geweest, en een aan koffie en sigaretten verslaafde slons, die constant rookte, ondanks het verrijdbare zuurstofreservoir waarmee ze met een canule was verbonden.
Ze ademde zwaar toen de deur van de caravan knarsend openging, waardoor een straal zonlicht dwars over het beeld op haar televisiescherm liep. 'Ma?'
'Doe de deur dicht, verdomme. Ik kan geen tv kijken als dat licht erop schijnt, en mijn soap is op de buis.'
'Jij en je soaps.' Lance Ray Fisher, alias Marvin Patterson, kwam binnen en deed de deur achter zich dicht, waardoor de kamer in een nevelige duisternis werd gehuld. Het zwart-witte televisiebeeld werd een klein beetje helderder.
Hij liep meteen naar de koelkast en wierp er een blik in. 'Er is niets te eten.'
'Dit is Luby's cafetaria niet, en niemand heeft je uitgenodigd.'
Hij zocht net zolang tot hij een stuk worst vond. Boven op de koelkast lag een wit brood. Hij duwde een van de katten weg zodat hij het brood kon pakken. Daarna belegde hij een oude boterham met worst en vouwde hem dubbel. Hij zou het ermee moeten doen.
Zijn moeder zei niets tot de soap werd onderbroken voor de reclame. 'Wat is er aan de hand, Lancy?'
'Waarom denk je dat er iets aan de hand is?'
Ze snoof en stak een sigaret op.
'Je blaast jezelf nog eens op met je gerook vlakbij die zuurstoftank. Ik hoop alleen dat ik hier dan niet ben.'
'Maak ook maar zo'n boterham voor mij.' Hij deed het. Terwijl hij langs haar liep zei ze: 'Je komt alleen op bezoek als je in de nesten zit. Wat heb je deze keer uitgespookt?'
'Niets. De huisbaas laat mijn appartement opnieuw schilderen. De komende paar dagen moet ik ergens logeren.'
'Ik dacht dat het dik aan was met je nieuwe vriendin. Waarom logeer je niet bij haar?'
'Het is uit.'
'Dat ligt voor de hand. Is ze erachter gekomen dat je een crimineel bent?'
'Ik ben geen crimineel meer. Ik ben een fatsoenlijke burger.'
'En ik ben de koningin van Sheba,' hijgde ze.
'Ik heb schoon schip gemaakt, ma. Kun je dat niet zien?'
Hij hield zijn armen opzij, waarna ze hem van top tot teen opnam. 'Wat ik zie is nieuwe kleding, maar de man eronder is niet veranderd.'
'Jawel.'
'Maak je nog steeds van die onsmakelijke films?'
'Videofilms, ma. Twee. Dat is jaren geleden, en ik deed het alleen om een vriend een dienst te bewijzen.'
Een vriend die hem had betaald met cocaine, want hij had kunnen snuiven wat hij wilde. Het enige dat hij had hoeven doen was zich uitkleden en naaien. Maar Lancy was zowel op als buiten de set met een van de 'actrices' gaan vrijen. Toen was de jaloerse regisseur gaan klagen over het formaat van zijn geslachtsorgaan. In een medium waar formaat heel belangrijk was voldeed Lancy niet aan de eisen. 'Niets persoonlijks, hoor.'
Maar Lancy had het natuurlijk wel als een persoonlijke belediging opgevat. Ze waren uit elkaar gegaan, maar niet voordat Lan- ce de regisseur had laten bloeden en smeken dat zijn eigen geslachtsorgaan intact werd gelaten.
Dat was lang geleden. Nu gebruikte hij geen harddrugs meer en speelde hij ook niet meer in porno videofilms. Hij had het roer van zijn leven totaal omgegooid.
Maar zijn moeder geloofde dat blijkbaar niet. 'Je bent net als je vader,' zei ze, terwijl ze smakkend op haar boterham kauwde. 'Hij was een onbetrouwbare schoft, en jij ziet er net zo gluiperig uit. Je praat niet eens normaal. Waar heb je ineens zo deftig leren praten?'
'Ik werk op het radiostation. Ik luister naar mensen op de radio en heb hun spreekstijl overgenomen. Ik heb erin geoefend.'
'Spreekstijl, aan me hoela. Ik vertrouw je voor geen meter.'
Ze ging weer naar haar soap kijken. Lancy liep door de smalle gang, om hopen kattenstront heen, en ging het kamertje binnen waarin hij sliep als hij niet in de gevangenis zat of geen werk had, of als hij, zoals nu, voor een paar dagen moest verdwijnen. Dit was zijn laatste toevluchtsoord.
Hij wist dat zijn moeder de kamer altijd doorzocht wanneer hij was vertrokken. Dus toen hij de losse vinyltegel onder het tweepersoonsbed optilde, was hij bang voor wat hij zou vinden. Of, beter gezegd, niet zou vinden.
Maar het geld, voornamelijk briefjes van honderd dollar, lag in de kleine, metalen doos waarin hij het had opgeborgen. De helft ervan was eigenlijk van een voormalige partner, die voor een ander misdrijf was veroordeeld en nu in de gevangenis zijn straf uitzat. Als hij vrijkwam, zou hij op zoek gaan naar Marty Benton en naar zijn deel van de poet. Maar Lancy zou zich daar pas druk over maken als het zover was, mocht het ooit zover komen.
Het bedrag was al aardig geslonken. Hij had een groot deel van het geld gebruikt om zijn auto te kopen en nieuwe kleren. Hij had een appartement gehuurd... twee, in feite, en had geld geinvesteerd in de computer die nu in de kofferbak van zijn auto stond.
Zijn moeder zou hem op zijn kop geven en zeggen dat hij zijn goede geld weggooide aan een stom ding als een computer, terwijl zij haar soaps nog in zwart-wit bekeek. Ze begreep niet dat je verstand van computers moest hebben om een onderneming, wettig of niet, te doen slagen. Lancy had zichzelf aangeleerd met de computer om te gaan. Om gezeur van het oude wijf te vermijden, zou hij wachten tot ze sliep. Dan pas zou hij zijn laptop naar binnen brengen en via zijn mobieltje het internet opgaan.
Hij telde zijn geld, stopte een paar bankbiljetten in zijn zak en legde de rest terug in de geheime bergplaats onder de vloer. Dit was zijn noodfonds. Hij vond het heel jammer dat hij er nu gebruik van moest maken, hoewel je dit beslist een noodsituatie kon noemen.
Nadat hij de laatste keer uit de gevangenis was ontslagen, had hij vrij snel een goede baan gekregen, maar was te stom geweest om het te waarderen. Een van de domste dingen die hij ooit had gedaan, was stelen van het bedrijf. Niet dat hij het als stelen had beschouwd, maar zijn baas wel.
Als hij had gevraagd of hij de afgedankte apparatuur voor een zacht prijsje mocht overnemen, zou de baas waarschijnlijk tegen hem hebben gezegd dat hij mocht meenemen wat hij wilde, dat hij rustig zijn gang kon gaan. Maar hij had het niet gevraagd en was in zijn oude gewoonte teruggevallen. Pak wat je krijgen kunt. Gebruik de gelegenheid. Op een avond, voordat hij zijn werkplek verliet, had hij de verouderde apparatuur gegapt. Hij had gedacht dat niemand die zou missen.
Maar iemand had het spul wel gemist, en aangezien hij de enige ex-crimineel op de loonlijst was, had de baas hem als eerste verdacht. Toen hij beschuldigd was, had hij bekend en om een tweede kans gevraagd. Zonder succes. Hij was ontslagen en er werd alleen geen aanklacht tegen hem ingediend omdat hij alles wat hij had meegenomen had teruggegeven.
De ervaring had hem een aantal lessen geleerd, om te beginnen dat je nooit de waarheid moest invullen op een sollicitatieformulier. Dus toen Marvin Patterson naar de baan bij het radiostation solliciteerde, vulde hij 'nee' in op de vragen over arrestaties en veroordelingen.
Hoe walgelijk het ook was om de rotzooi van andere mensen te moeten opruimen, was die baan een zegen geweest. Toen hij hem kreeg, had hij het gevoel gehad dat het lot, zijn goede fee of een of andere macht buiten hemzelf hem ertoe had aangezet die spullen te stelen. Als hij niet uit die eerste baan was ontslagen, zou hij niet vrij zijn geweest om bij 101.3 te werken.
Niet alleen had Lancy als schoonmaker genoeg verdiend om zijn reclasseringsambtenaar rustig te houden, hij had ook zijn geheime bergplaats niet hoeven leegmaken. En, het belangrijkste, zijn werk had het mogelijk gemaakt om elke avond dicht bij Paris Gibson te zijn.
Jammer genoeg kon hij nu niet terugkeren naar die baan. En ook niet naar zijn appartement, een cheque uitschrijven op Marvin Pattersons naam, of geld trekken uit een geldautomaat. Dat waren allemaal manieren die direct naar hem zouden leiden.
Zodra die agenten belden om te zeggen dat hij moest blijven waar hij was, dat ze op weg waren om met hem te praten over het feit dat Paris Gibson met een ranzig telefoontje was lastiggevallen, had hij geweten dat er een spaak in zijn wiel was gestoken. Van het ene moment op het andere was hij weer een ex-crimineel geworden en had hij ook zo gehandeld. Hij had zijn mobieltje gepakt, zijn laptop en wat kleren, en was 'm toen gesmeerd.
Eerst was hij naar zijn tweede woning gegaan, een miserabel onderkomen dat hij onder een valse naam huurde. Wat een onnodige luxe had geleken was goed van pas gekomen.
Maar toen hij het parkeerterrein naderde, had hij aan de overkant van de straat een politieauto zien staan. Hij was gewoon doorgereden. Hij had tegen zichzelf gezegd dat het waarschijnlijk toeval was, en dat de agenten in een onopvallende auto zouden zitten als ze zaten te wachten tot hij kwam opdagen. Maar hij had geen risico genomen.
Hij had de valse identiteitspapieren van Marvin Patterson vernietigd. Hallo, Frank Shaw.
Hij had het nummerbord van zijn wagen verwisseld met een bord dat hij maanden geleden had gestolen.
Wat iemand ook zei over rehabilitatie en reclassering, geen smeris, geen rechter, geen fatsoenlijke, ordelievende burger zou een ex-crimineel het voordeel van de twijfel geven. Je kon op de bijbel zweren dat je veranderd was, je kon smeken voor een kans om jezelf te bewijzen, of beloven een actief lid van de gemeenschap te worden, het maakte niet uit. Niemand gaf een crimineel een tweede kans. Noch de politie, noch de maatschappij, noch de vrouwen.
Vooral de vrouwen. Ze bedreven op allerlei manieren seks met je, maar ze werden overdreven kieskeurig als ze hoorden dat je een strafblad had. Dan deden ze moeilijk. Daar trokken ze de grens. Dat sloeg toch nergens op?
Tenminste, dat vond Lancy. Maar of het redelijk was of niet, dat was de regel. En aangezien hij zich niet naar de regel voegde, had hij geprobeerd zichzelf te veranderen in een man die dat wel deed. Hij kleedde zich beter, sprak netter en ging als een gentleman met vrouwen om.

Tot nu toe had de metamorfose hem niet echt iets opgeleverd. Hij had wel een paar veelbelovende contacten gehad, maar uiteindelijk waren die net zo afgelopen als zijn andere relaties. Het was alsof hij gebrandmerkt was, op een manier die alleen voor vrouwen zichtbaar was.
Het lukte hem gewoon niet om vriendschap en respect bij vrouwen af te dwingen. Te beginnen bij zijn eigen moeder.'We zijn er wel wat laat mee, maar we hopen dat je met ons gaat dineren.'
Paris keek van Dean naar Gavin. In zeven jaar was hij lang, mager en knap geworden. Zijn haar was een beetje donkerder en zijn gezicht volwassener, maar ze zou hem meteen hebben herkend.
'Dit is een cliche,' zei ze, 'en je zult het afschuwelijk vinden dat ik het zeg, maar ik kan niet geloven dat je zo volwassen bent.' Ze nam een van zijn handen tussen de hare. 'Het is geweldig je weer te zien, Gavin.'
Met een mengeling van gene en verlegenheid zei hij: 'Het is ook leuk om u te zien, miss Gibson.'
'Toen je negen was, noemde je me terecht miss Gibson. Maalais ik het je nu hoor zeggen, klinkt het net of ik stokoud ben. Van nu af aan ben ik Paris, afgesproken?'
'Afgesproken.'
'Hoe zit het met het etentje?' vroeg Dean.
'Ik ben het avondeten al aan het klaarmaken.'
Hij trok vol verwachting zijn wenkbrauwen op. Ze had geen andere keus dan te zeggen: 'Er is genoeg als jij en Gavin er geen bezwaar tegen hebben om aan te schuiven.'
'Het is een welkome verandering.' Dean duwde Gavin zachtjes de kamer in. 'Wat eten we?'
'Je ontfutselt me een uitnodiging en nu ben je kieskeurig?'
'Ik lust alles, behalve lever of koolraap.'
'Pasta met varkenshaas en groente. Geen koolraap.'
'Ik zit al te watertanden. Hoe kunnen we je helpen?'
'Eh.' Plotseling stond ze met haar mond vol tanden. Het was zo lang geleden dat ze gasten had gehad, dat ze niet meer wist hoe ze
hen bezig moest houden. 'We zouden eerst een drankje kunnen nemen.'
'Klinkt goed.'
'Ik heb een fles wijn...' Ze wees naar de achterkant van het huis.
'Wijs me de weg,' zei Dean.
In de keuken gaf ze hem opdracht de chardonnay te openen, terwijl zij cola voor Gavin inschonk en er een paar ijsblokjes aan toevoegde. Dean deed alsof hij thuis was. Zij en Gavin voelden zich minder op hun gemak. 'In de zitkamer staat een cd-speler,' zei Paris tegen Gavin. 'Maar ik weet niet of ik muziek heb die jij mooi vindt.'
'Vast wel. Ik luister af en toe naar je programma.'
Daar was ze blij mee. Ze vertelde hem waar hij haar cd-speler kon vinden, en hij liep van de keuken naar de zitkamer. Zodra hij buiten gehoorsafstand was, zei ze tegen Dean: 'Moet ik iets over de blauwe plek op zijn gezicht zeggen of niet?'
'Niet.'
Het was onmogelijk de donkere plek en de lichte zwelling onder Gavins rechteroog niet te zien, en natuurlijk had ze zich afgevraagd hoe hij aan zo'n pijnlijk uitziende kwetsuur was gekomen, maar Dean leek er boos over te zijn, dus veranderde ze van onderwerp en vroeg hoe Gavins gesprek met Curtis was afgelopen.
'Curtis zei dat Gavin zich aan zijn oorspronkelijke verhaal hield en hem niets vertelde dat hij mij niet had verteld. Hij en Janey maakten ruzie. Daarna sloot hij zich aan bij een groep vrienden, en Janey heeft hij nooit meer gezien.'
'Gelooft Curtis hem?'
'Hij houdt zich op de vlakte. Hij heeft Gavin niet in preventieve hechtenis genomen, wat ik als een positief teken opvat. Ook is het een gegeven dat Valentino een volwassen stem heeft. Ik denk niet dat het Gavin zou lukken om zo te klinken, als hij het al zou proberen. En waar zou Gavin een meisje in gijzeling moeten houden? Hij heeft geen eigen huis. Hij zou haar die avond hebben moeten ombrengen en - jemig, moet je mij horen!'
Hij leunde op de rand van het aanrecht en staarde in de fles wijn.
'Gavin heeft niets met Janeys verdwijning te maken. Dat weet ik gewoon, Dean.'
'Ik denk ook niet dat hij het heeft gedaan. Maar ik zou ook nooit hebben gedacht dat hij dat andere deed. Het is verontrustend, zacht uitgedrukt, te ontdekken dat mijn zoon een geheim leven heeft geleid.'
'Dat doen alle tieners toch enigszins?'
'Dat zal wel, maar ik heb het makkelijk voor hem gemaakt. Ik wilde dat hij het leuk vond om bij me te wonen, dus heb ik het niet zo nauw genomen met de discipline. Niet dat ik toegevend ben geweest, maar ik ben niet altijd even alert en consequent geweest als ik had moeten zijn. Gavin heeft daar gretig gebruik van gemaakt.'
Hij draaide zich naar haar om en voegde eraan toe: 'Ik, als psycholoog, had me toch moeten realiseren dat ik belazerd werd?'
Op dat moment riep Gavin uit de zitkamer: 'Is Rod Stewart goed?'
'Fantastisch,' riep Paris terug. Toen zei ze tegen Dean: 'Wees niet zo streng voor jezelf. Het is de plicht van een kind te proberen zijn ouders te misleiden. En wat discipline betreft, technieken uit een lesboek gaan voor het echte leven niet altijd op.'
'Maar hoe kan het dan zo moeilijk zijn om het goed te doen?'
Ze lachte zacht. 'Als het makkelijk was, als er een systeem was dat bij elk kind werkte, zouden veel zogenaamde experts werkloos zijn. Waar moeten ze dan over discussieren in al die praatprogramma's op de televisie? Denk aan de chaos, om maar te zwijgen over de economische crisis, die welgemanierde, gehoorzame kinderen zouden scheppen.'
Hij moest glimlachen om haar grapje. Toen werd ze ernstig. 'Ik vat je bezorgdheid niet licht op, Dean. In feite is het bewonderenswaardig. Gavin heeft weliswaar de verkeerde weg bewandeld, maar het komt allemaal weer goed met hem.'
Hij schonk wijn in de twee glazen die ze had neergezet en gaf er een aan haar. 'Laten we het hopen.' Ze proostten.
Ze keek hem over de rand van haar glas aan terwijl ze een slok nam. 'Het gaat hem gemakkelijk af, weet je.'
'Wat?'
'Gavin is niet de enige meestermanipulator in de familie Malloy.' 'O?'
'Heel slim van je om hier met hem te komen opdagen nadat ik al een uitnodiging voor een etentje had afgeslagen.'
'Het heeft gewerkt, nietwaar?'
'Hoe zou je als psycholoog een man noemen die zijn kind gebruikt om door een vrouw te worden uitgenodigd om te blijven eten?'
'Een zielenpoot.'
'Wat vind je van iemand die van twee walletjes eet?'
Deans glimlach verdween. 'Je doelt op Liz.'
'Heb je haar verteld dat je van plan was vanavond uit eten te gaan?'
'Ik heb tegen haar gezegd dat ik tijd met Gavin moest doorbrengen.'
'Maar je hebt het niet over mij gehad.'
'Nee.'
'Ze leek recht te hebben op je avonden.'
'Dat recht heeft ze gehad, ja.'
'Het alleenrecht?'
'Ja.'
'Hoe lang?'
'Een paar jaar.'
Dat was een onaangename verrassing. 'Wow! Destijds in Houston duurden je liefdesaffaires niet langer dan een paar weken.'
'Omdat de vrouw die ik wilde bezet was.'
'Daar hebben we het niet over, Dean.'
'En of we het daarover hebben!'
'We hebben het over jou en Liz. Een relatie van twee jaar betekent...'
'Niet wat je denkt.'
'En wat denkt Liz?'
'Pa?' Gavin stoorde hen. Hij stond aarzelend in de deuropening en stak Dean een mobieltje toe. 'Hij gaat over.'
'Bedankt.' Dean pakte de telefoon aan en keek naar de num- merweergave. 'Gavin, jij moet Paris helpen,' zei hij.
Hij verliet de keuken om het telefoontje te beantwoorden. Paris vroeg zich af of Liz had gebeld.
'Wat wil je dat ik doe?' bood Gavin aan.
'De tafel dekken?'
'Oke. Dat liet mijn moeder me altijd doen.'
Ze glimlachte tegen hem. 'Ik herinner me dat dat jouw taak was als Jack en ik bij Dean kwamen eten en jij ook aanwezig was.'
'Nu je zijn naam noemt, ik... ik heb niet de gelegenheid gehad het tegen je te zeggen. Ik vind het heel erg dat hij is overleden.'
'Dank je, Gavin.' 'Ik mocht hem graag. Hij was aardig.'
'Inderdaad. Goed,' zei ze bruusk, 'vind je dat we de eetkamer moeten gebruiken of zullen we hier in de keuken eten?'
'De keuken vind ik prima.'
'Mooi zo.' Ze liet hem zien waar de servetten, het serviesgoed en het bestek waren opgeborgen, waarna hij de tafel begon te dekken terwijl zij de groente klaarmaakte en het vlees braadde. 'Verheug je je op het komende schooljaar?'
'Ja. Nou, ik bedoel, het gaat wel. Het zal moeilijk zijn, want ik ken niemand.'
'Daar weet ik alles van. Mijn vader was beroepsmilitair.' Ze vulde een pan met water om de pasta te koken. 'We hebben door het hele land gewoond en ik heb op drie verschillende basisscholen en op twee middenscholen gezeten. Gelukkig ging hij met pensioen, dus heb ik maar een middelbare school gehad. Maar ik herinner me hoe moeilijk het was om de nieuweling te zijn.'
'Het is goed waardeloos.'
'Jij past je heel snel aan. Ik weet nog dat je halverwege het honkbalseizoen van team moest veranderen. In plaats van een Pirate werd je een ...'
'Cougar. Herinner je je dat nog?'
'Heel goed. Je coach moest ermee ophouden.'
'Hij werd voor zijn werk overgeplaatst naar Ohio of zo.'
'Dus alle jongens van zijn team werden onder de andere teams verdeeld. Je was er helemaal niet blij mee, maar het bleek het beste te zijn dat je kon overkomen. De Cougars hadden een goede korte stop nodig, en jij vulde die plaats op. Het team werd uiteindelijk kampioen van het district.'
'Alleen van de stad,' zei hij bescheiden.
'Nou, als je je vader erover hoorde praten, was het het Amerikaanse kampioenschap honkbal. Wekenlang hoorden Jack en ik niets anders dan: "Gavin deed dit, Gavin deed dat. Je had Gavin moeten zien gisteravond." We werden er gek van. Hij was zo trots op je.'
'Ik maakte een fout in een van de play-offs waardoor het andere team een run kon maken.'
'Ik heb die wedstrijd gezien.'
'Daarom ging het zo slecht! Pa had jullie allemaal uitgenodigd naar me te komen kijken. Ik ben er zeker van dat hij me had kunnen vermoorden en daarna zou sterven van schaamte.'
Ze wendde haar blik af van het fornuis en keek hem aan. 'Dean was toen apetrots op jou, Gavin.'
'Omdat ik de boel had verknald?'
'Hmm. Bij de volgende slagbeurt sloeg je een tweehonkslag, die een runner binnenbracht.'
'Dat zal het wel hebben goedgemaakt.'
'Nou, ja, voor de fans en voor je teamgenoten. Maar toen Jack op je vaders rug timmerde en tegen hem zei dat je het had goedgemaakt, zei Dean dat je het had goedgemaakt door meteen weer aan de wedstrijd mee te doen. Hij was trotser op de manier waarop je met de fout omging dan op het feit dat je een dubbelslag sloeg.'
Ze concentreerde zich weer op het fornuis en deed de pasta in het kokende water. Toen ze zich weer omdraaide, stond Gavin nog steeds sceptisch te kijken. Ze knikte. 'Echt waar.'
En terwijl ze dat zei, ervoer ze een moment van bewustwording. Hoor nou wat je zegt, dacht ze. Na het maken van een fout had Gavin meteen weer deelgenomen aan de wedstrijd. Hij was niet naar de dug-out geslopen om de rest van de innings op de bank door te brengen en de noppen van zijn schoenen in het stof te drukken terwijl hij zich over zijn fout zat op te vreten.
Gisteravond had Dean gezegd dat hij niet had gewild dat wroeging en spijt de rest van zijn leven bepaalden. Hij had het losgelaten.
Misschien kon ze nog een lesje leren van deze Malloy-mannen.
Dean kwam terug naar de keuken en onderbrak haar verwarrende gedachten. 'Dat was Curtis.' Hij keek naar Gavin alsof hij aarzelde om in zijn bijzijn over de zaak te praten, maar ging verder zonder Gavin te vragen of hij wilde vertrekken. 'Hij is de zaak beu.'
'Wat doen ze op dit moment?'
'Hij laat agenten van de inlichtingendienst proberen Lance Fisher op te sporen.'
'Wie?'
'Jij kent hem als Marvin Patterson.' Hij gaf hun een korte samenvatting van Marvins kleurrijke, criminele loopbaan. 'Hij wordt gezocht voor een verhoor, evenals Bradley Armstrong, een veroordeelde zedendelinquent die zich niet aan de regels van zijn proeftijd heeft gehouden en ertussenuit is geknepen. Hij laat andere agenten de telefoontechnische kant van de zaak bekijken om te zien of ze kunnen uitvissen hoe Valentino telefoontjes langs een andere route kan leiden. En Rondeau...'
Hij zweeg even en keek naar Gavin, die zijn hoofd boog.
'Die werkt nog steeds aan de computertechnische kant van de zaak. Ze hebben geen computer in Marvins huis gevonden, maar wel diskettes en cd's, dus zeer waarschijnlijk heeft hij een computer meegenomen. Kortom, Curtis zit vast. Aangezien er niets nieuws boven water is gekomen, stelde ik hem voor dat we proberen Valentino uit te dagen.'
'Om wat te doen?'
'Zijn nek uit te steken.'
'Hoe?'
'Via jou.'
'Via mij? In de uitzending?'
'Dat is de bedoeling, ja. Als je Janey overdreven veel lof toezwaait, haar tot slachtoffer maakt, belt hij je misschien om zich te rechtvaardigen. Misschien praat hij dan langer en geeft hij ons onbedoeld een aanwijzing over zijn verblijfplaats of zijn identiteit.
Het gaat erom dat je het accent op Janey blijft leggen,' vervolgde hij. 'Maak een echt mens van haar, geen object. Herhaal regelmatig haar naam. Zorg dat hij haar beschouwt als een individu, niet alleen als zijn gevangene.'
Paris keek Dean twijfelachtig aan. 'Denk je dat die tactiek bij Valentino zal werken?'
'Niet helemaal, nee. Maar het zal ook zijn ego krenken als het allemaal over haar gaat in plaats van over hem. Hij wil de ster zijn, degene over wie iedereen het heeft. Dus als we haar tot het middelpunt maken, kan hij het misschien niet laten om tevoorschijn te komen en te zeggen: "He, ik ben er ook nog."'
Paris wierp een blik op de klok.
Dean sprak haar gedachte hardop uit. 'Juist, ja. We hebben iets meer dan vierentwintig uur om hem te weerhouden zijn dreigement uit te voeren. Misschien hebben we vanavond de laatste kans om hem op andere gedachten te brengen. Hij moet niet worden aangespoord iets extreems te doen, wat tragische gevolgen zou kunnen hebben, maar misschien kun je hem overhalen haar vrij te laten.'
'Dat is geen gemakkelijke opgave, Dean. Er is een dunne lijn tussen aansporen en overhalen.'
Hij knikte somber. 'Om die reden heb ik er bijna spijt van dat ik met het idee op de proppen ben gekomen.'
'Wat vindt Curtis?'
'Hij was razend enthousiast. Maar ik heb hem getemperd en gezegd dat het alleen zou gebeuren als jij er voor honderd procent achter staat.'
Hij ging dichter bij haar staan. 'Voor je een besluit neemt, moet je ook nog iets anders bedenken. Het is niet onbelangrijk. In feite is het heel belangrijk. Valentino was boos op je. Hij doet dit om zowel jou te straffen als de vrouw die hem onrecht deed. Als je druk op hem begint uit te oefenen, op welk niveau en op welke manier ook, zal hij waarschijnlijk nog bozer worden en dan zul jij het doelwit zijn. Hij heeft al een verholen dreigement geuit.'
'Probeer je het me uit het hoofd te praten?'
'Zo klinkt het wel, he?' zei hij met een spottend lachje. 'Wees niet bang dat je Curtis of mij teleurstelt. Het nemen van risico's maakt deel uit van ons werk, maar jij hebt er niet voor getekend. Dit moet jouw telefoontje zijn, Paris. Als jij nee zegt, gaat het feest niet door. Denk erover na. Na het eten kun je me je antwoord geven.'
'Ik hoef er niet over na te denken. Ik zal alles doen of zeggen wat nodig is om te zorgen dat dat meisje veilig thuiskomt. Maar ik zal jouw hulp nodig hebben.'
Hij pakte haar hand en gaf er een geruststellend kneepje in. 'Ik zal dicht bij je zijn en je aangeven wat je moet zeggen. Trouwens, ik zou hoe dan ook bij je zijn.'
Ze was zich ervan bewust dat Gavin vol belangstelling naar hen stond te kijken. Daarom wendde ze zich van Dean af en zei: 'De pasta is klaar.'
'Hallo? Brad, ben jij dat? Zo ja, zeg dan alsjeblieft iets tegen me.'
Hij had niet van tevoren bedacht wat hij zou zeggen als de telefoon in zijn huis werd opgenomen, maar hij moest gewoon bellen, al was het maar om zich ervan te verzekeren dat zijn gezin er nog steeds was. Zodra hij een van hun lieve stemmetjes hoorde, zou hij wel iets verzinnen om te zeggen.
Maar toen hij de trilling in de smeekbede van zijn vrouw hoorde, kon Brad Armstrong geen woord uitbrengen. Haar duidelijke ontzetting maakte hem van streek. Zijn keel kneep dicht, hij kon niet praten. Hij klemde de hoorn in zijn zweterige hand en overwoog op te hangen.
'Brad, zeg iets. Alsjeblieft. Ik weet dat jij aan de andere kant van de lijn bent.'
Half snikkend, half zuchtend zei hij: 'Toni.'
'Waar ben je?'
Waar was hij? In de hel! Deze sjofele kamer had geen van de voorzieningen van het gezellige onderkomen dat ze voor hem en de kinderen had gemaakt. Er was geen zonlicht in deze kamer en er hingen geen lekkere geurtjes. Hier waren de jaloezieen dicht, waardoor al het licht werd tegengehouden. Het was donker, op het zwakke schijnsel van de lamp na, en de kamer stonk, voornamelijk naar zijn eigen wanhoop.
Maar zijn omgeving was niet het ergste van alles. De echte hel was zijn gemoedstoestand.
'Je moet naar huis komen, Brad. De politie is naar je op zoek.'
'O, God.' Dat had hij gevreesd, maar nu zijn bange vermoeden werd bewaarheid, draaide zijn maag om.
'Ik ben vanmiddag naar het politiebureau gegaan.'
'Wat?' zei hij boos. 'Toni, waarom heb je dat gedaan?'
'Mr. Hathaway moest je rapporteren bij de reclassering.' Ze vertelde hoe ze in het kantoor van een rechercheur was beland, maar Brad was zo radeloos, dat hij slechts een deel hoorde van wat ze zei.
'Heb je met de politie over je eigen man gesproken?'
'In een poging je te helpen.'
'Me te helpen? Door me naar de gevangenis te sturen? Is dat wat je wilt voor mij en onze kinderen?'
'Is dat wat jij voor hen wilt? Jij bent degene die ons gezin kapotmaakt, Brad. Niet ik.'
'Je neemt wraak op mij, he? Daar gaat het om. Je bent nog steeds boos.'
'Ik was niet boos.'
'Hoe noem je het dan?'
'Bang.'
'Bang?' snoof hij. 'Omdat ik wilde vrijen? Moet ik je van nu af aan van tevoren waarschuwen dat ik seks wil hebben?'
'Het was geen seks, en het was zeker geen liefdesspel, Brad. Het was agressie.'
Hij wreef over zijn voorhoofd. Zijn vingers werden nat van het zweet. 'Je probeert niet eens me te begrijpen, Toni. Dat heb je nooit gedaan.'
'Het gaat niet om mij en mijn tekortkomingen als echtgenote en als mens. Het gaat om jou en je verslaving.'
'Goed, goed, het is duidelijk. Ik zal weer naar de bijeenkomsten van de groepstherapie gaan. Oke? Bel de politie en zeg dat je je vergist hebt. Zeg dat we ruzie hadden en dat dit jouw manier was om het me betaald te zetten. Ik zal met Hathaway praten. Als ik hem vlei, zal hij inschikkelijk zijn.'
'Het is te laat voor excuses en beloften, Brad.'
De beslistheid en de overtuiging waarmee zij sprak, maakten dat hij zich nog ongeruster voelde.
'Je hebt al meer kansen gekregen dan je verdient,' vervolgde ze. 'Bovendien is het niet langer in mijn handen of in die van Mr. Hathaway. Nu is het een politiezaak, en ik heb geen andere keus dan met hen samen te werken.'
'Door wat te doen?'
'Hun toegang tot je computer te geven.'
'O, God, je hebt wel een andere keus, Toni. Snap je niet dat je me zult ruineren? Alsjeblieft, schat, doe dat alsjeblieft niet.'
'Als ik hun geen toestemming geef, zullen ze met een gerechtelijk bevel komen of een bevel tot huiszoeking of wat er ook voor nodig is. Ik kan het echt niet tegenhouden.'
'Je zou... Luister, ik zou je kunnen vertellen hoe je het moet verwijderen, zodat ze niets kunnen vinden. Alsjeblieft, Toni? Het is niet moeilijk. Een paar klikjes met de muis, dat is alles. Ik vraag je niet een bank te beroven of zoiets. Wil je dat voor me doen, schat? Alsjeblieft. Ik smeek het je.'
Ze zweeg even, en hij hield hoopvol zijn adem in. Maar vanavond overviel zijn vrouw hem met de ene nare verrassing na de andere.
'Vorige week ben ik je op een avond gevolgd naar Lake Travis, Brad.'
Hij liep rood aan terwijl zijn boetvaardigheid in razernij veranderde. 'Je hebt me bespioneerd! Dat wist ik. Je geeft het toe.'
'Ik zag je met een middelbareschoolmeisje. Je stapte met haar in je auto. Ik kan slechts aannemen dat je seks met haar had.'
'Nou en of!' schreeuwde hij. 'Omdat mijn vrouw ineenkrimpt wanneer ik haar aanraak. Wie zou me kwalijk kunnen nemen dat ik neuk waar en wanneer ik maar kan?'
'Heb je het ooit gedaan met het meisje dat vermist is? De dochter van de rechter. Janey Kemp?'
Hij hoorde zelf dat hij abnormaal snel ademde, en hij vroeg zich af of het ook zo klonk voor Toni - of voor iemand anders die misschien meeluisterde. Die mogelijkheid joeg hem angst aan. Waarom vroeg ze naar Janey Kemp?
'Heeft de politie de telefoon afgetapt?'
'Wat? Nee. Natuurlijk niet.'
'Terwijl je met de smerissen aanpapte, hebben jullie toen een plan gemaakt om me te pakken te krijgen? Luisteren ze dit gesprek af? Wordt dit telefoontje getraceerd?'
'Brad, je praat onzin.'
'Mis, ik praat helemaal niet.'
Hij verbrak de verbinding. Daarna liet hij de mobiele telefoon vallen, alsof hij zich eraan had gebrand. Hij begon heen en weer te lopen door de muffe, benauwende kamer. Ze wisten het van hem en Janey. Ze hadden het ontdekt, precies zoals hij had gevreesd.
Die... die Curtis. Brigadier Curtis. Had Toni niet gezegd dat ze vanmiddag met die man had gesproken? Had hij niet de leiding over het onderzoek naar Janeys verdwijning?
Brad was daar bang voor geweest. Toen hij haar foto op de voorpagina van zijn ochtendkrant zag staan, had hij geweten dat het slechts een kwestie van tijd was voordat de politie naar hem op zoek zou gaan. Iemand had hem waarschijnlijk met Janey gezien en had de politie daarvan op de hoogte gebracht.
Nu moest hij heel goed uitkijken waar hij heen ging. Als hij werd gezien, kon hij worden gearresteerd. Dat mocht niet gebeuren. Dat kon niet gebeuren. In de gevangenis deden andere gevangenen verschrikkelijke dingen met mannen als hij. Hij had verhalen gehoord. Zijn eigen advocaat had hem het een en ander verteld over de verschrikkingen die een zedendelinquent in de gevangenis te wachten stonden.
God, hij zat diep in de nesten! En dat had hij te danken aan Janey Kemp, dat sletterige kreng. Iedereen was tegen hem. Janey. Zijn vrouw, de woedende zeurkous. Hathaway, die niet zou weten wat hij met een stijve moest doen. Als hij er tenminste ooit een had, wat niet waarschijnlijk was. De reclasseringsambtenaar was jaloers op Brads succes bij vrouwen. Uit kwaadaardigheid zou hij hem graag met handboeien om aan de politie willen overleveren om hem meteen naar de gevangenis te brengen.
Maar Brads woede duurde slechts kort. Zijn angst keerde terug, overmande hem. Hevig zwetend, en kauwend op de binnenkant van zijn wang, ijsbeerde hij doelloos door de kamer. Dat gedoe met Janey zou hem ernstig in de problemen kunnen brengen.
Hij had zich niet met haar moeten bemoeien. Dat zag hij nu duidelijk in. Nog voor ze hem de eerste keer benaderde, wist hij van haar reputatie. Hij had haar berichten op de website gelezen. Hij wist dat op seksueel gebied niets haar te ver ging. Hij wist ook dat ze een verwend, rijk kreng was dat ex-minnaars als vuil behandelde en de draak met hen stak op het mededelingenbord van de website.
Maar hij had zich gevleid gevoeld omdat een van de meest begeerde meisjes in de Seks Club naar hem toe was gekomen. Wat werd hij geacht te doen, haar afwijzen? Welke man zou dat kunnen? Al wist hij dat hij zichzelf misschien verdoemde, hij had geen weerstand kunnen bieden aan haar aantrekkingskracht. Het was het gevaar dat het samenzijn met haar vormde waard.
Het toegeven aan zijn fantasieen bracht aanvaarde risico's met zich mee. Hij wist dat hij de goden verzocht telkens wanneer hij een middelbareschoolmeisje oppikte, of een patiente onzedelijk betastte, of zich aftrok in een videowinkel, maar het risico om betrapt te worden droeg bij aan de opwinding.
Hij daagde zichzelf voortdurend uit om te kijken hoever hij kon gaan zonder te worden gestraft. Het leek tegenstrijdig, maar hoe groter de bevrediging was, hoe verder hij wilde gaan, en hoe verder zijn escapades hem voerden, hoe dieper hij die wilde onderzoeken. Het nieuwe was algauw van iets af. Er was altijd een andere grens om over te steken, nog een stap om te zetten.
Maar nu hij in opperste verwarring was, besefte hij dat hij met deze fantasie een stap te ver was gegaan.'Boe!'
Paris, die juist vanuit het keukentje de donkere gang inliep, schrok zo, dat ze warme thee op haar hand morste. 'Verdorie, Stan! Dat was heus niet grappig.'
'Het spijt me. Jeetje, het was echt niet mijn bedoeling je te laten schrikken.' Hij stoof het keukentje in en scheurde wat keukenpapier af. 'Heb je boter nodig? Zalf? De eerstehulppost?'
'Nee, dank je,' zei ze terwijl ze haar hand droogmaakte.
'Ik kan je ogen niet zien, maar ik heb de indruk dat je boos kijkt.'
'Dat was een domme streek van je.'
'Waarom ben je zo prikkelbaar?'
'Waarom ben jij zo onvolwassen?'
'Ik heb gezegd dat het me speet. Ik ben vanavond gewoon in een jubelstemming.'
'Hoe komt dat?'
'Oom Wilkins is op de terugweg naar Atlanta. Telkens wanneer er een paar staten tussen ons in zijn, is er een reden om feest te vieren.'
'Gefeliciteerd. Maar, even voor de duidelijkheid, ik vind het niet prettig als iemand me laat schrikken. Ik kan er de lol niet van inzien.' Stan volgde haar terwijl ze terugliep naar de studio. Toen ze eenmaal in het licht waren zag ze de blauwe plek. 'O, Stan, wat is er met je gezicht gebeurd?'
Voorzichtig raakte hij de plek naast zijn mond aan. 'Oom heeft me een klap gegeven.'
'Je maakt een grapje, he?'
'Nee.'
'Heeft hij je geslagen?' riep ze uit. Toen luisterde ze vol ontzetting terwijl hij haar over hun ontmoeting in de lobby van het Driskill vertelde.
Aan het eind van zijn relaas haalde hij onverschillig zijn schouders op. 'Wat ik zei maakte hem woest. Het is niet de eerste keer. Geen probleem, hoor.'
Paris was het niet met hem eens, maar Stans relatie met zijn oom ging haar niets aan. 'Vandaag worden er overal om me heen mannen geslagen,' bromde ze, en dacht aan Gavins blauwe plek. Ze ging op haar kruk zitten, keek naar de logmonitor en zag dat ze nog iets meer dan vijf minuten muziek voorhanden had.
Onuitgenodigd nam Stan op de andere kruk plaats. 'Ben je bang door dat Valentino-gedoe?'
'Zou jij dan niet bang zijn?'
'Oom Wilkins vroeg of ik je mysterieuze beller was.'
Ze wierp hem een blik toe terwijl ze een heleboel zoetjes in haar thee deed. 'Dat is niet zo, he?'
'Het idee!' antwoordde hij. 'Hoewel ik een seksuele afwijking heb. Tenminste, volgens oom Wilkins.'
'Waarom denkt hij dat?'
'Slechte genen. Moeder was een slet. Vader was een geile beer. Oom huurt hoertjes in. Maar hij gelooft dat niemand dat weet. Hij zal wel denken dat de appel niet ver van de boom valt. Maar afgezien van het feit dat ik pervers ben, vindt hij me een gigantische knoeier.'
'Zei hij dat tegen je?'
'Met zoveel woorden.'
'Je bent een volwassen man! Je hoeft zijn gezeur niet te pikken, en je hoeft je zeker niet door hem te laten slaan.'
Stan keek haar aan alsof ze geestelijk gestoord was. 'Hoe zou ik dat volgens jou moeten laten stoppen?'
Hij maakte dat ze hem de ene minuut wilde wurgen en hem de volgende minuut een bemoedigend klopje geven. Er hadden veel sappige roddels de ronde gedaan toen Stans vader zelfmoord had gepleegd. Als er enige grond van waarheid in zat, zaten er inderdaad een aantal draadjes los bij de Crenshaw-familie. In allerlei opzichten. Het was niet verbazingwekkend dat Stan psychologische problemen had die ontward moesten worden.
Tijdens de laatste song gaf ze hem een teken om stil te zijn en zette haar microfoon aan.
'Dat was Neil Diamond. Daarvoor zong Juice Newton over The Sweetest Thing. Ik hoop dat je hebt geluisterd, Troy. Dat lied heeft Cindy voor je aangevraagd. Jullie kunnen tot twee uur een plaat aanvragen. En als je iets op je hart hebt, nodig ik je uit het met mij en mijn luisteraars te delen. Bel alsjeblieft.'
Daarna ging ze meteen over naar een reclameblok van twee minuten.
'Denk je dat hij vanavond belt?' vroeg Stan nadat ze haar microfoon had uitgezet.
'Ik neem aan dat je Valentino bedoelt. Ik weet het niet. Het zou me niet verbazen.'
'Geen enkele aanwijzing over zijn identiteit?'
'De politie onderzoekt diverse mogelijkheden, maar ze heeft weinig houvast. Brigadier Curtis hoopt dat hij vanavond zal bellen en dan misschien iets zegt wat hun nieuwe aanknopingspunten geeft.' Ze keek naar de knipperende knoppen van de telefoonlijnen op het bedieningspaneel. 'Ik weet dat een nieuw telefoontje van hem waardevol zou zijn, maar ik vind het doodeng om met hem te praten.'
'Nu heb ik echt spijt dat ik je heb laten schrikken. Ik plaagde je maar een beetje.'
'Ik zal het wel overleven.'
'Roep me als je me nodig hebt.' Hij liep naar de deur.
'O, Stan, dr. Malloy komt zo dadelijk. Wil je de voordeur in de gaten houden en hem binnenlaten?'
Stan maakte rechtsomkeert en liep terug naar de kruk. 'Wat hebben jij en die sexy psychiater met elkaar?'
Paris maande hem tot zwijgen en drukte de knop van een van de telefoonlijnen in. 'Je spreekt met Paris.'
De mannelijke beller vroeg een lied aan van Garth Brooks, uit de soundtrack van de film Hope Floats. 'Voor Jeannie.'
'Jeannie boft maar.'
'Jij hebt ons samengebracht.' 'Ik?'
'Jeannie kreeg een baan aangeboden in Odessa. We hadden elkaar nooit onze gevoelens verteld. Jij ried haar aan niet te vertrekken voordat ze tegen me had gezegd wat ze voor me voelde. Dat deed ze, en ik zei tegen haar dat ik hetzelfde voelde, dus bleef ze hier en hield gewoon haar baan. Volgend jaar gaan we trouwen.'
'Ik ben blij dat het zo goed is afgelopen.'
'Ja, ik ook. Bedankt, Paris.'
Ze voerde Make You Feel My Love in de logcomputer in en beantwoordde een andere lijn. De beller vroeg of ze een gelukwens naar de jarige Alma wilde sturen. 'Negentig? Lieve help! Heeft ze een favoriete song?'
Het was een lied van Cole Porter. Paris had het binnen een paar seconden opgespoord in de computergestuurde muziekbibliotheek, en zette het achter de Brooks-ballade.
Daarna keek ze naar Stan. 'Ben je er nog?'
'Ja, en mijn vraag blijft van kracht. En zeg niet tegen me dat jij en Malloy oude vrienden uit Houston zijn.'
'Dat is precies wat we zijn.'
'Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?'
'Via Jack. Hun vriendschap overleefde de universiteit.'
'Maar jou niet.' Ze draaide zich snel naar hem om. 'Aha, een schot in het wilde weg, maar het is raak, zie ik.'
'Donder op, Stan.'
'Ik neem aan dat dit een gevoelig onderwerp is.'
Ze wist dat hij erover door zou zeuren tot ze duidelijkheid verschafte. 'Wat wil je weten?' vroeg ze geergerd.
'Als Malloy zo'n goede vriend van jou en Jack was, vraag ik me af waarom ik tot gisteravond nooit van hem heb gehoord.'
'We vervreemdden van elkaar toen ik Jack hierheen verhuisde.'
'Waarom verhuisde je Jack hierheen?'
'Omdat Meadowview de beste kliniek voor hem was. Jack was niet in staat een vriendschap te onderhouden. Ik had het druk, want ik moest erop toezien dat hij goed werd verzorgd en ik moest me inwerken in deze baan. Dean had zijn eigen drukke leven in Houston, inclusief een jonge zoon. Het gebeurt, Stan. Omstandigheden hebben invloed op vriendschappen. Ben jij een aantal van je vrienden in Atlanta ook niet uit het oog verloren?'
Hij liet zich niet afleiden en zei: 'Was Jack de reden waarom je een carriere bij het televisiejournaal opgaf en bij dit stomme radiostation ging werken?'
'Rond de tijd van zijn ongeluk ben ik van loopbaan veranderd. Oke? Tevreden? Dat is het hele verhaal.'
'Dat denk ik niet,' zei hij, terwijl hij haar met samengeknepen ogen aankeek. 'Het klinkt logisch, aannemelijk zelfs, maar het is al te gemakkelijk. Ik denk dat je de nuances weglaat.'
'Nuances?'
'De nuances die voor een echt goed verhaal zorgen.'
'Ik heb het druk, Stan.'
'Bovendien, niets van wat je me hebt verteld verklaart de elektriciteit die gisteravond tussen jou en Malloy vonkte. Mijn wenkbrauwen werden er bijna door verschroeid. Toe nou, Paris, vertel op,' flikflooide hij. 'Ik zal niet geschokt zijn. Je kent nu de walgelijke details van mijn familie. Niets kan schandelijker zijn. Wat is er tussen jullie drieen gebeurd?'
'Dat heb ik al verteld. Als je me niet gelooft, is dat jouw probleem. Wanneer je nuances wilt, moet je die zelf maar verzinnen. Het kan me niet schelen zolang het je bezighoudt. Maar kun je intussen niet iets productiefs gaan doen?'
Ze richtte haar aandacht weer op het bedieningspaneel, de telefoonlijnen, de logmonitor en de nieuwsmonitor waarop een nieuw weerbericht van een plaatselijke meteoroloog te zien was.

Stan zuchtte gelaten en liep opnieuw naar de deur. Paris riep over haar schouder: 'Raak niets breekbaars aan!'
Zodra hij was vertrokken, verdween haar luchthartigheid. Ze goot haar thee, die nu lauw was en bitter, in de afvalbak. Ze wilde Stan vermoorden omdat hij verontrustende herinneringen had doen herleven.
Maar ze kon er niet lang bij blijven stilstaan. Ze moest haar werk doen. Ze zette haar microfoon aan en zei: 'Nogmaals, Alma, van harte gefeliciteerd. Haar verzoek heeft ons een paar generaties teruggevoerd, maar elk liefdeslied is een klassieker hier op 101.3 FM. Hier is Paris Gibson, jullie presentatrice tot twee uur vannacht. Ik hoop dat jullie bij me zullen blijven. Ik vind het leuk dat jullie me gezelschap houden en vind het ook leuk om jullie verzoekplaten te draaien. Bel me.'
Zij en Dean hadden afgesproken dat ze zich tot Deans komst niet tegen Valentino zou richten of Janeys naam noemen. Ze hadden gelijktijdig haar woning verlaten, maar hij wilde eerst Gavin naar huis brengen. Daarna zou hij naar het radiostation komen.
De avondmaaltijd was goed verlopen, en alsof ze dat stilzwijgend hadden afgesproken, hadden ze niet gepraat over de zaak waarbij ze allemaal betrokken waren geraakt. In plaats daarvan hadden ze het over films, muziek en sport gehad, en gelachen om gedeelde herinneringen.
Toen ze vertrokken had Gavin haar beleefd voor de maaltijd bedankt. 'Pa is een kok van niks.'
'Ik ben ook geen meesterkok.'
'Je kunt beter koken dan hij.'
Ze had kunnen zien dat Dean blij was dat zij en Gavin het zo goed met elkaar konden vinden en dat er zo'n relaxte sfeer was geweest tijdens de maaltijd. Ze had zich heel ontspannen gevoeld. Ze had slechts een half glas chardonnay gedronken - haar limiet als ze 's avonds moest werken. Het enige dat het een beetje bedierf, was de wetenschap dat ze hen die avond uit de buurt van Liz Dou- glas had gehouden.
Gedurende het volgende reclameblok nam ze telefoontjes aan. Wanneer ze een knipperende knop indrukte, was ze angstig, wat haar boos maakte op Valentino. Hij had ervoor gezorgd dat ze bang was om het werk te doen dat haar redding was geweest. Deze baan had haar met beide benen op de grond gehouden tijdens de zeven jaren waarin ze toezicht hield op Jacks verzorging. Ze had de oneindig lange dagen die ze in het ziekenhuis doorbracht kunnen doorstaan omdat ze wist dat ze 's avonds naar het radiostation kon ontsnappen.
Ze kreeg een telefoontje van een jonge vrouw die Joan heette. Ze kwam zo energiek over, dat Paris besloot haar uit te zenden. 'Je zegt dat je een fan bent van Seal.'
'Ik heb hem een keer gezien, in een restaurant in L.A. Hij zag er te gek uit. Zou je Kiss Fr om a Rose kunnen draaien?'
Paris zette het nummer achter drie liedjes die al waren ingepro- grammeerd.
Ze vroeg zich af waar Dean bleef. Hij deed wel flink, maar ze was er zeker van dat hij zich ernstig zorgen maakte over Gavins relatie met Janey Kemp. Elke ouder die van zijn kind hield zou bezorgd zijn, maar Dean zou zichzelf de schuld geven van Gavins wangedrag en vinden dat hij had gefaald.
Net zoals hij de schuld op zich had genomen toen Albert Dor- ries onderhandelingen met de politie van Houston vastliepen en de gijzeling op een tragedie uitliep.
Daar had je het weer. Opnieuw een herinnering. Hoezeer ze ook haar best deed om het te vermijden, ze dacht er steeds aan terug. Aan die avond.
Dean verscheen bij haar flat. Het was achttien uur nadat Mr. Dor- rie wezen van zijn drie kinderen had gemaakt door eerst zijn ex- vrouw te vermoorden en daarna zichzelf.
Dean arriveerde onaangekondigd. 'Sorry, Paris. Ik had eerst moeten bellen voordat ik hierheen kwam,' zei hij zodra ze de deur opende.
Hij zag eruit alsof hij in de afgelopen achttien uur niet had gezeten, laat staan had geslapen. Zijn ogen waren weggezonken in de donkere kringen eromheen, en hij had een stoppelbaard.
Paris zelf had heel weinig geslapen. Het grootste deel van de dag had ze doorgebracht in de redactiekamer, waar ze een globaal overzicht van het incident voor de avondjournaals had samengesteld.
Tragisch genoeg was het verhaal niet zo ongewoon. In andere steden kwamen dergelijke incidenten regelmatig voor, en zelfs in Houston was er al eens zo'n voorval geweest. Maar het was haar nog nooit overkomen. Ze was nooit persoonlijk getuige van iets dergelijks geweest. Om op de plek des onheils te zijn en het zelf mee te maken was heel wat anders dan erover in de krant te lezen of met een half oor naar het televisiejournaal te luisteren terwijl je met iets anders bezig bent.
Zelfs haar uitgeputte cameraman was aangedaan geweest. Zijn ongeinteresseerde houding was veranderd in een sombere stemming toen hun busje de ambulance volgde die de twee lijken naar het lijkenhuis bracht.
Maar niemand die het had meegemaakt had zich de rampspoed zo aangetrokken als Dean. Zijn wanhoop had in zijn gezicht diepe lijnen getrokken. Paris liet hem binnen en zei: 'Kan ik iets voor je halen? Een borrel?'
'Dank je.' Hij liet zich op de rand van haar sofa zakken terwijl zij voor elk van hen een glas whisky inschonk. Ze gaf hem een glas en ging naast hem zitten. 'Stoor ik je?' vroeg hij mat.
'Nee.' Ze wees naar haar witte badjas. Haar gezicht was schoongeboend en ze had haar haar laten drogen na lang in het bad te hebben liggen weken. Hij had haar nog nooit zo gezien, maar ze maakte zich geen zorgen over haar uiterlijk. Dingen die vierentwintig uur geleden nog belangrijk hadden geleken, waren onbeduidend geworden.
'Ik weet niet waarom ik hierheen ben gekomen,' zei hij. 'Ik wilde niet onder de mensen zijn, maar wilde ook niet alleen zijn.'
'Ik heb hetzelfde gevoel.'
Ze had geweigerd de avond met Jack door te brengen. Hij had haar dolgraag willen opvrolijken en haar helpen te vergeten wat ze had meegemaakt. Maar ze was nog niet klaar om opgevrolijkt te worden. Ze wilde tijd hebben om na te denken, en bovendien was ze doodop. Naar de bios of een restaurant gaan leek net zo ver weg als naar de maan vliegen. Zelfs voor een oppervlakkig gesprek met Jack zou energie nodig zijn geweest die ze niet had.
Praten leek niet het doel van Deans bezoek te zijn, want na de paar openingszinnen die hij had uitgesproken staarde hij nagenoeg alleen maar voor zich uit. Af en toe nam hij een slok whisky en vulde de stilte niet met zinloze conversatie. Ze wisten van elkaar hoe ellendig de ander zich voelde over de manier waarop de gijzeling was geeindigd. Ze vermoedde dat hij, net als zij, troost putte uit de nabijheid van iemand die de tragedie had gedeeld.
Het duurde een halfuur voordat hij zijn whisky had opgedronken. Hij zette het lege glas op de salontafel, keek er even naar en zei toen: 'Ik moet gaan.'
Maar ze kon hem niet laten vertrekken zonder hem troost te bieden. 'Je hebt alles gedaan wat je kon, Dean.'
'Dat zegt iedereen tegen me.'
'Omdat het waar is. Je hebt je best gedaan.'
'Maar het was niet genoeg, he? Er zijn twee mensen gestorven.'
'Drie zijn er nog in leven! Als jij er niet was geweest, zou hij de kinderen waarschijnlijk ook hebben omgebracht.'
Hij knikte, maar zonder overtuiging. Ze ging staan toen hij opstond en volgde hem naar de deur, waar hij zich naar haar omdraaide. 'Bedankt voor de whisky.'
'Niets te danken.'
Er gingen een paar seconden voorbij voordat hij zei: 'Ik heb je verslag gezien op het journaal van zes uur.'
'O ja?'
'Het was goed.'
'Gewoon.'
'Nee, ik meen het. Het was goed.'
'Dank je.'
'Niets te danken.'
Zijn ogen lieten de hare niet los, ze leken haar te smeken. Ze wist dat haar eigen ogen dat ook deden. Emoties die ze niet kon ontkennen en die ze maandenlang streng in toom had gehouden
barstten in haar los. Toen Dean zijn handen naar haar uitstak, bood ze haar lippen al aan om zijn kus te ontvangen.
Later, toen ze het herbeleefde en in staat was genadeloos eerlijk tegen zichzelf te zijn, besefte ze dat ze had gewild dat hij haar kuste. Als hij het initiatief niet had genomen, zou zij dat hebben gedaan.
Ze moest hem aanraken of sterven. Zo wezenlijk was haar behoefte aan hem.
Dean moest hetzelfde gevoeld hebben, en zijn mond nam hongerig bezit van de hare. Van het doen alsof en van de beleefdheid bleef niets over. De beperkingen van het geweten knapten en opgebouwde spanning van maanden werd de vrije loop gelaten.
Ze vlocht haar vingers door zijn haar. Hij maakte het koord van haar badjas los. En toen hij zijn handen naar binnen liet glijden, protesteerde ze niet, maar ging op haar tenen staan om haar lichaam naar het zijne te voegen. Ze pasten. De volmaaktheid ervan maakte een tijdelijk einde aan hun kus. Ze hielden elkaar slechts stevig vast.
Paris' hele lichaam tintelde. Het koude metaal van de gesp van zijn broekriem tegen haar buik. De stof van zijn broek tegen haar blote dijen. Het fijne katoen van zijn overhemd tegen haar borsten. Zijn lichaamswarmte op haar huid.
Zijn lippen zochten de hare opnieuw. Terwijl ze elkaar kusten ging zijn hand naar haar borst en streek zijn duim over haar gezwollen tepel. Daarna boog hij zijn hoofd om de tepel in zijn mond te nemen en begon er gretig aan te zuigen. Hijgend fluisterde ze zijn naam en drukte zijn hoofd tegen zich aan.
Toen hij haar op de vloer liet zakken maakte ze de knoopjes van zijn overhemd los en schoof het over zijn schouders, maar verder kwam het niet, want hij kuste haar weer. Ze voelde hem tussen haar dijen, worstelend met zijn riem en zijn ritssluiting.
Het topje van zijn penis wreef over haar schaamhaar en stootte toen bij haar naar binnen. Zijn volheid verwijdde en vulde haar. Hij ging op haar liggen en ze klemde zijn heupen tussen haar dijen. De druk was ongelofelijk lekker. De geluiden die opwelden uit haar borst waren een vreugdevolle mengeling van lachen en huilen.
Hij kuste de tranen weg die uit haar ooghoeken stroomden. Daarna hield hij haar hoofd tussen zijn sterke handen en legde zijn voorhoofd tegen het hare. Hij bewoog haar hoofd zacht heen en weer terwijl hij in haar was en ze eikaars lucht inademden.
'God helpe me, Paris,' zei hij met schorre stem. 'Ik moest gewoon in je zijn.'
Ze legde haar handen onder zijn kleren en drukte tegen zijn billen zodat hij nog dieper in haar was. Hijgend begon hij te bewegen. Met elke ritmische stoot nam de intensiteit van het genot toe, evenals de veelzeggendheid ervan. Hij omvatte haar kin met zijn ene hand en tilde haar gezicht op voor een kus.
Hij kuste haar nog steeds toen ze klaarkwam, zodat haar zachte kreten in zijn mond verstomden. Binnen een paar seconden kreeg ook hij een orgasme. En ze bleven zich aan elkaar vastklampen.
Uiteindelijk lieten ze elkaar geleidelijk en met tegenzin los. Terwijl de fysieke extase zich terugtrok, rukte de morele betekenis op van wat ze hadden gedaan. Paris probeerde het op een afstand te houden. Ze wilde fel protesteren tegen de oneerlijkheid ervan. Maar het was onverbiddelijk.
'O, God,' kreunde ze. Ze ging op haar zij liggen, met haar rug naar hem toe.
'Ik weet het.' Hij sloeg zijn arm om haar middel en trok haar tegen zijn borst. Daarna gaf hij haar een vluchtige kus in de nek en streek haar lokken van haar vochtige wangen.
Zijn hand verstijfde op het moment dat haar telefoon overging.
Eerder had ze haar antwoordapparaat aangezet, zodat ze kon horen wie er belde, en nu schalde Jacks stem uit de speaker, waardoor hij de derde aanwezige was in de kamer.
'Hallo, liefje. Ik bel alleen om te kijken of het goed met je gaat. Als je slaapt, hoef je me niet terug te bellen. Maar als je wakker bent en wilt praten, je weet dat ik bereid ben om te luisteren. Ik maak me zorgen om je. Ook om Dean. Ik heb hem de hele avond gebeld, maar hij neemt geen van zijn telefoons op. Je weet hoe hij is. Hij zal denken dat het zijn schuld is dat de gijzeling zo is afgelopen. Ik weet zeker dat hij vanavond een vriend zou kunnen gebruiken, dus blijf ik proberen hem aan de lijn te krijgen. Hoe dan ook, ik hou van je. Slaap lekker. Dag.'
Lange tijd bewoog geen van beiden zich. Toen maakte Paris zich van Dean los en kroop naar de salontafeltje, waar ze haar hoofd tegen het hout drukte, zo hard dat het pijn deed.
'Paris...'
'Ga weg, Dean.'
'Ik voel me net zo ellendig als jij.'
Ze keek hem aan over haar blote schouder. Haar badjas sleepte achter haar aan, als de sleep van een bruid, en ze trok hard aan de mouw om de welving van haar blote borst te bedekken. 'Je kunt je onmogelijk zo ellendig voelen als ik. Ga alsjeblieft weg.'
'Ik heb medelijden met Jack, ja. Maar ik verdom het om er spijt van te hebben dat ik de liefde met je heb bedreven. Het was voorbeschikt dat het zou gebeuren, Paris. Ik wist het zodra ik je voor het eerst zag, en jij wist het ook.'
'Nee, nee, dat is niet waar.'
'Je liegt,' zei hij kalm.
Ze lachte spottend. 'Een onbeduidend vergrijp vergeleken bij een vrijpartij met de getuige van mijn verloofde.'
'Je weet dat het dat niet was. Het zou veel makkelijker voor ons zijn als het niet meer was geweest dan dat.'
Dat was waar. Achter de schaamte zat de wanhoop van het weten dat het nooit weer zou gebeuren. Misschien had ze zichzelf een simpele uitglijer kunnen vergeven, een hormonale aandrang, een tijdelijk moment van zwakte. Maar het was te betekenisvol geweest om het weg te wuiven en te vergeven.
'Ga weg, Dean,' snikte ze. 'Alsjeblieft. Verdwijn.'
Ze legde haar hoofd weer op het tafeltje en sloot haar ogen. Hete tranen rolden over haar wangen terwijl ze luisterde naar het geritsel van zijn kleren, het gerinkel van de gesp van zijn riem, het gerasp van zijn rits en de gedempte voetstappen op het tapijt terwijl hij naar de deur liep. Ze doorstond een martelende stilte tot ze hoorde dat hij de deur opende en rustig achter zich dichttrok.
'Paris?'
Geschrokken keek ze achterom naar de studiodeur. Daar stond Dean, alsof hij als een geest uit haar geheugen was opgedoken.
Ze was zo diep in gedachten verzonken geweest, dat het even duurde voor ze besefte dat dit het hier en nu was, geen verlenging van haar mijmering. Ze vermande zich en gebaarde dat hij binnen mocht komen. 'Het is in orde. Mijn microfoon staat uit.'
'Crenshaw zei dat ik naar binnen kon gaan als ik geen lawaai maakte.'
Hij ging op de kruk naast de hare zitten. Even, een krankzinnig moment, had ze zin om zich op hem te storten en verder te gaan met waar ze in haar herinnering waren opgehouden. Zijn stoppelbaard had die avond rode plekken op haar huid achtergelaten die binnen een paar dagen weer verdwenen zouden zijn. Maar de sensuele herinneringen waren nooit verdwenen. De kus van de vorige avond had aangetoond hoe levendig en precies ze waren.
'Nog niets van Valentino gehoord?'
Ze schudde haar hoofd om zijn vraag te beantwoorden, maar ook om het te bevrijden van de voortdurende sensuele druk. 'Heb je Gavin thuisgebracht?'
'Met het bevel dat hij het huis niet mag verlaten. Ik denk niet dat hij vanavond ongehoorzaam zal zijn. De ondervraging heeft hem geschokt. Tijdens het eten zette hij zijn beste beentje voor en probeerde hij je natuurlijk te imponeren.'
'Nou, dat is hem gelukt, want ik was onder de indruk. Hij is fantastisch, Dean.'
Hij knikte peinzend. 'Ja.'
Ze keek naar hem en zag de diepe frons op zijn voorhoofd. 'Maar?'
Hij keek haar aan. 'Maar hij liegt tegen me.'Brigadier Robert Curtis maakte overuren in zijn kamertje in het Centrale Onderzoeksbureau. Er was nog een rechercheur, die een diefstal probeerde op te lossen en tot diep in de nacht zat te werken.
De radio op Curtis' bureau was afgestemd op 101.3 FM en hij luisterde naar de stem van Paris Gibson. Intussen las hij de informatie over haar afgebroken televisiecarriere en haar vertrek naar Houston. Zijn vrienden bij de politie van Houston waren grondig te werk gegaan en hadden hem alles gefaxt wat ooit over Paris, Jack Donner en Dean Malloy was gepubliceerd. Het was interessante stof.
Het doorzoeken van het appartement van Lancy Ray Fisher, alias Marvin Patterson, had ook een aantal verrassingen opgeleverd, met name een doos met cassettebandjes, allemaal van het radioprogramma van Paris Gibson.
Curtis vroeg zich af waarom een doodgewone schoonmaker zoveel belangstelling voor Paris had, dat hij opnames van vroegere programma's verzamelde terwijl hij haar elke avond live kon horen.
Van Lancy's moeder was hij niets wijzer geworden.
Een agent van de inlichtingendienst had haar opgespoord nadat hij zich een weg had gebaand door eindeloze bureaucratische formaliteiten en massa's rapporten. Ze woonde in een caravanpark in San Marcos, een stad ten zuiden van Austin.
Curtis was er zelf naartoe gereden, een ritje van een halfuur. Hij had een andere rechercheur kunnen sturen om de vrouw te ondervragen, maar hij had uit de eerste hand willen horen waarom de zoon van Mrs. Fisher, Lancy, die leefde onder de naam Marvin Patterson, mogelijk een obsessie voor Paris Gibson had.
Het interieur van Mrs. Fishers stacaravan was nog erger dan de buitenkant deed vermoeden, en zij zag er even onverzorgd en ongastvrij uit als haar thuis. Toen Curtis haar zijn legitimatiebewijs liet zien, was ze eerst wantrouwend, daarna strijdlustig en ten slotte grof.
'Waarom sodemieter je niet op? Ik heb niets tegen een smeris te zeggen, verdomme!'
'Is Lancy onlangs bij u geweest?'
'Nee.'
Curtis wist dat ze loog, maar hij had de indruk dat er geen liefde was tussen moeder en zoon en dat ze blij zou zijn met een kans om haar klachten te uiten. In plaats van de oprechtheid van haar antwoord aan te vechten, bleef Curtis kalm. Hij probeerde de kattenharen van zijn broek te plukken terwijl zij zat te roken tot ze besloot te spuien.
'Lancy is vanaf zijn geboorte een doorn in mijn oog geweest,' begon ze. 'Hoe minder ik hem zie, hoe beter het is. Hij leeft zijn leven en ik het mijne. Bovendien is hij verwaand geworden.'
'Verwaand?'
'Zijn kleren en zo. Hij rijdt in een nieuwe auto, en denkt dat hij beter is dan ik.'
Wat niet veel zegt, dacht Curtis. 'Wat is het merk van zijn auto en wat voor model is het?'
Ze snoof. 'Ik zie het verschil niet tussen de ene Jap en de andere.'
'Wist u dat hij bij een radiostation werkte?'
'Hij heeft me verteld dat hij de boel daar schoonmaakt. Hij moest die baan aannemen nadat hij wegens diefstal uit zijn vorige baan was ontslagen. Het was een goede baan, maar hij heeft het daar verknald. Hij is een dommerik en een nietsnut.'
'Wist u dat hij een andere naam gebruikte?'
'Dat zou me niets verbazen, na wat die jongen allemaal heeft gedaan. Hij is aan cocaine verslaafd geweest.' Ze boog voorover en fluisterde hijgend: 'Daarom maakte hij die vieze films. Om aan dope te komen.'
'Vieze films?'
'Mijn buurvrouw? Twee rijen verderop? Op een avond, niet zo lang geleden, kwam ze hierheen gerend. Ze zei dat ze mijn zoon Lancy met zijn ding had zien zwaaien in een gore film die ze in de videotheek had gehuurd. Ik schold haar uit voor leugenaar, maar ze zei dat ik zelf maar moest komen kijken.'
Ze ging rechtop zitten en nam de deugdzame houding aan van iemand die pas was bekeerd en neerkeek op de ongelovigen. 'En ja hoor, daar was hij, spiernaakt. Hij deed dingen die ik nooit eerder had gezien. Het was om je dood te schamen.'
Curtis veinsde medeleven met een moeder wier zoon het verkeerde pad op was gegaan. 'Is hij nog steeds werkzaam in de... eh... filmindustrie?'
'Nee. En hij gebruikt ook geen drugs meer. Tenminste, dat zegt hij. Het is lang geleden. Hij was nog een kind, maar toch.' Ze stak weer een sigaret op. Curtis zou bij vertrek het gevoel hebben dat hij drie pakjes had gerookt en er ook naar stonk.
'Wat voor naam gebruikte hij toen hij de films maakte?'
'Dat kan ik me niet herinneren.'
'Hoe heten de films waarin hij speelde?'
'Dat weet ik niet meer en ik wil het niet weten ook. Vraag het maar aan mijn buurvrouw. Trouwens, hoe komt het dat een oude vrouw als zij naar dat soort vuiligheid kijkt? Ze zou zich moeten schamen.'
'Heeft Lancy veel vriendinnen?'
'Je luistert niet zo goed, he? Hij vertelt me niks. Hoe zou ik nou iets over vriendinnen moeten weten?'
'Heeft hij ooit de naam Paris Gibson genoemd?'
'Wie? Is dat een jongen of een meisje?' Ze reageerde zo verbaasd, dat het niet anders dan echt kon zijn.
'Het doet er niet toe.' Curtis stond op. 'Weet u, Mrs. Fisher, dat medeplichtig zijn een misdrijf is?'
'Ik heb niemand geholpen. Ik heb u al verteld dat Lancy hier niet is geweest.'
'Dan zult u er vast geen bezwaar tegen hebben dat ik even rondkijk.'
'Hebt u een huiszoekingsbevel?'
'Nee.'
Ze blies een rookwolk in zijn richting. 'Ach, wat kan het ook schelen. Ga uw gang.'
Het was geen grote woning, dus had hij niet veel tijd nodig om erdoorheen te lopen, al moest hij sissende katten en hun uitwerpselen ontwijken. Ook had hij niet veel tijd nodig om vast te stellen dat er iemand in de logeerkamer had geslapen. Het smalle bed was niet opgemaakt en op de vloer lag een paar sokken. Toen hij neerknielde om een van de sokken op te rapen, zag hij de losse vloertegel onder het bed. Hij tilde hem met behulp van zijn zakmes makkelijk op.
Nadat hij wat hij daar had gevonden weer precies zo had teruggelegd, voegde hij zich weer bij Mrs. Fisher in wat doorging voor de zitkamer en vroeg van wie de sokken waren.
'Lancy moet ze hebben achtergelaten de laatste keer dat hij hier was. Lang geleden. Hij ruimt nooit zijn eigen rotzooi op.'
Weer een leugen, maar het was zonde van de tijd om erover te redetwisten. Ze zou blijven liegen. 'Weet u of Lancy een computer heeft?'
'Hij denkt dat ik het niet weet, maar ik weet het wel.'
'En een cassetterecorder?'
'Dat weet ik niet, maar al die moderne apparaten zijn geldverspilling, als u het mij vraagt.'
'Ik zal mijn visitekaartje bij u achterlaten, Mrs. Fisher. Als Lancy hier komt, wilt u me dan bellen?'
'Wat heeft hij gedaan?'
'Hij is een ondervraging uit de weg gegaan.'
'Waarover? Dat kan niets goeds zijn.'
'Ik wil alleen maar met hem praten. Als u iets van hem hoort, zou u hem een dienst bewijzen door mij daarvan in kennis te stellen.'
Ze nam zijn visitekaartje aan en legde het op het rommelige tafeltje naast haar leunstoel. Hij verstond niet precies wat ze langs de sigaret tussen haar lippen bromde, maar het klonk niet als een belofte om te doen wat hij vroeg.
Hij snakte ernaar om in de frisse lucht te zijn, weg van de mogelijkheid dat hij aan stukken werd gereten als haar zuurstofreservoir ontplofte. Maar bij de deur bleef hij staan om haar nog een vraag te stellen. 'U zei dat Lancy wegens diefstal uit een goede baan was ontslagen.'
'Dat is wat ik zei, ja.'
'Waar werkte hij?'
'Bij Bell, de telefoonmaatschappij.'

Zodra Curtis in zijn auto zat, nam hij contact op met de politie van San Marcos. Hij legde de situatie uit en vroeg of ze de stacaravan van Mrs. Fisher onder bewaking wilden houden. Daarna gaf hij een rechercheur van zijn eigen afdeling opdracht het dossier van Lancy Ray Fisher bij de telefoonmaatschappij door te nemen.
Het verkeer dat op autosnelweg 35 naar het noorden ging
moest heel langzaam rijden vanwege wegwerkzaamheden. Dus toen Curtis het hoofdbureau van politie bereikte, was de informatie waar hij om had gevraagd al beschikbaar. In Fishers dossier bij Bell stond zijn echte naam. Hij was een uitstekende werknemer geweest tot hij betrapt was op het stelen van apparatuur.
'Indertijd was dat geavanceerd technisch spul,' vertelde de rechercheur. 'Nu is het min of meer verouderd, want de technologie verandert razendsnel.'
'Maar is het nog steeds bruikbaar?'
'Volgens de expert wel.'
Voorzien van deze informatie zette Curtis Lancy Ray Fisher op de verdachtenlijst en richtte zijn aandacht op alles wat hem uit Houston was toegestuurd.
Er zaten ook kopieen bij van krantenartikelen, teksten van televisiejournaals en materiaal dat van het internet afkomstig was. Ze vertelden een tragisch verhaal en vulden een paar leemten die Malloy niet had willen vullen.
Nu begreep Curtis bijvoorbeeld waarom Paris Gibson een zonnebril droeg. Ze was aan haar ogen verwond geraakt bij het autoongeluk dat Jack Donner van zijn leven had beroofd, op een kloppend hart en een minimale hersenfunctie na.
Paris had op de passagiersplaats gezeten, met haar gordel om. Toen de auto met hoge snelheid tegen het bruggenhoofd botste, deden de airbags hun werk. Maar ze beschermden niet tegen het rondvliegende glas van de voorruit, dat veiligheidsglas hoorde te zijn, maar het niet was. Vooral niet toen de vijfentachtig kilo wegende chauffeur van het voertuig erdoorheen werd geslingerd.
Jack Donner had zijn gordel niet om. De airbag vertraagde zijn lancering uit de auto, maar voorkwam die niet. Hij liep ernstig hoofdletsel op. De schade was onherstelbaar en zeer groot, en hij was voor de rest van zijn leven fysiek hulpeloos.
Zijn geestelijke vermogens waren beperkt tot het reageren op visuele, tastbare en auditieve prikkelingen. De reacties waren zwak, op het niveau van een pasgeborene, maar voldoende om te verhinderen dat hij 'hersendood' werd verklaard. Niemand kon de stekker eruit halen.
Naar men zei was zijn vriend, dr. Dean Malloy van de politie van Houston, het eerst ter plekke geweest. Hij was in zijn eigen auto achter Donner aan gereden, was getuige geweest van het ongeluk en had met zijn mobiele telefoon 911 gebeld. Naar ieders mening was hij een zorgzame, zelfopofferende vriend, die in de dagen na het ongeluk de wacht hield buiten de ziekenhuiskamer van Miss Gibson en de intensive care-afdeling waar Donner lag.
In het laatste vervolgverhaal over het tragische lot van Jack Donner stond dat Paris Gibson herstelde van haar lichte verwondingen. Ze nam ontslag bij het televisiestation en liet Donner overbrengen naar een prive-kliniek.
Ze bedankte alle vrienden, collega's en fans die bloemen en kaarten hadden gestuurd om haar en haar verloofde het beste toe te wensen. Ze zou haar werk missen en alle fantastische mensen in Houston, maar haar leven had een onverwachte wending genomen, en nu moest ze een nieuw pad volgen.
Wat hem opviel, was dat er in het slotverhaal niets over Dean Malloy werd gezegd. Als er iemand van het radarscherm van een sterke, duurzame vriendschap verdween, moest er een goede reden voor zijn.
Er was geen diep, donker mysterie. Hij had gezien hoe Malloy naar Paris Gibson keek en vice versa. Met een ik-wil-je-naakt-zien blik vol begeerte.
Maar ook het vermijden van eikaars blik had een hunkering verraden die dieper ging dan alleen het fysieke verlangen. Het was de vermijding die hen beschuldigde. Als dit voor hem zichtbaar was, na hen slechts twee dagen te hebben gekend, moest het voor Jack Donner overduidelijk zijn geweest.
Conclusie: in een liefdesverhouding was drie er een te veel.
Terwijl hij naar het programma van Paris Gibson luisterde, werd hij steeds bozer.
Ze noemde hem, Valentino, niet.
Maar ze sprak eindeloos over Janey Kemp. Ze vertelde hoe graag Janeys ouders wilden dat ze ongedeerd naar hen terugkeerde, vertelde over Janeys vrienden, die zich zorgen maakten over haar veiligheid, en stak de loftrompet over Janeys deugden.
Wat een klucht! Janey had hem verteld dat ze een bloedhekel aan haar ouders had, en dat het gevoel wederzijds was. Vrienden? Ze maakte veroveringen, geen vrienden. En wat deugden betrof, die had ze niet.
Maar als je Paris hoorde was Janey Kemp een heilige. Een mooi, charmant, vriendelijk, Amerikaans ideaal.
'Als je haar nou eens kon zien, Paris,' zei hij zacht grinnikend.
Hij vond Janey nu zo weerzinwekkend, dat hij vandaag maar heel kort bij haar was gebleven. Ze zag er niet langer mooi en verleidelijk uit. Haar haar, ooit zijdezacht en veerkrachtig, hing slap om haar hoofd, en haar gezicht had een grauwe tint. De ogen, die naar willekeur zwoel of minachtend konden zijn, waren nu dof en levenloos. Ze had amper zijn aanwezigheid in de kamer opgemerkt en met een lege blik voor zich uit gestaard, zelfs toen hij vlak voor haar neus met zijn vingers knipte.
Ze leek halfdood en zag er nog erger uit. Een douche zou het een en ander verbeteren, maar hij had geen zin om haar naar de badkamer te dragen en haar te wassen.
Hij had nergens zin in, behalve ervoor te zorgen dat hij uit de problemen kwam waarin hij was geraakt. Hij had niet veel tijd meer om tot een uitvoerbare oplossing te komen en Paris een deadline van tweeenzeventig uur gegeven. En als hij enig karakter, enig eergevoel had, moest hij zich aan dat tijdschema houden.
Janey was meer een blok aan het been geworden dan hij had verwacht, en er was ook nog de vraag wat hij met Paris moest doen.
Hij had niet echt verder gekeken dan Janey hierheen te brengen en haar te gebruiken zoals ze smeekte om gebruikt te worden. Ze was een hoer die adverteerde met haar bereidheid alles te proberen, en hij had haar uitdaging aangenomen, dat was alles. Ze had terecht opgeschept en had bewezen dol te zijn op vernedering.
Hij had niet echt gepland dat dit met haar dood zou eindigen, net zomin als hij had gepland om Maddie Robinson te doden. Zijn relatie met Maddie had zich gewoon ontwikkeld. Ze had gezegd dat ze hem niet meer wilde zien, en hij had ervoor gezorgd dat ze hem niet meer kon zien. Nooit meer. Als je het zo bekeek, had zij haar lot bepaald, niet hij.
Wat Paris betrof, had hij niet veel verder gedacht dan het eerste telefoontje te plegen en tegen haar te zeggen dat hij actie had ondernomen tegen de vrouw die hem onrecht had gedaan. Hij had Paris bang willen maken, haar op stang willen jagen en haar hopelijk bewust willen maken van haar onuitstaanbare zelfvoldaanheid. Wie was zij om advies te geven over liefde en leven, seks en relaties?
Wat hij niet had verwacht, was dat zijn telefoontje een politieonderzoek op gang zou brengen en zo'n mediagebeurtenis zou worden. Wie had er nou gedacht dat iedereen zich zo druk zou maken over Janey terwijl ze precies kreeg waar ze om had gevraagd?
Nee, het was uitgegroeid tot iets wat veel groter was dan hij had verwacht. Hij had het gevoel dat hij de controle over de situatie verloor, en om te overleven moest hij die controle terugkrijgen. Maar waar moest hij beginnen?
Hij zou Janey kunnen vrijlaten.
Ja, dat kon hij doen. Hij kon haar dicht bij het huis van haar ouders uit de auto zetten. Ze kende zijn naam niet. Hij kon zijn biezen pakken, zodat, als ze de politie naar de 'plaats van het misdrijf' bracht, hij allang verdwenen zou zijn. Hij zou niet meer naar de ontmoetingsplaatsen van de Sex Club kunnen gaan of het risico nemen door haar gezien te worden, maar een sekspartner vinden was nooit een probleem. De Sex Club was slechts een middel.
Het was geen volmaakt plan, maar waarschijnlijk de beste weg die nog voor hem openstond. Hij zou Paris vanavond op de vastgestelde tijd bellen en tegen haar zeggen dat hij alleen een grap met haar had willen uithalen, om haar te laten beseffen dat ze niet met de gevoelens van mensen moest spelen en hun een ondoordacht advies geven. Ik had nooit gedacht dat je me serieus zou nemen, Paris. Kun je niet tegen een grapje? Vergeven en vergeten, oke?
Ja, dat was absoluut een uitvoerbaar plan.
'... hier op 101.3 FM,' hoorde hij Paris zeggen. Ze onderbrak zijn gedachten. 'Blijf luisteren tot twee uur. ik heb net een telefoontje gekregen van Melissa, Janeys hartsvriendin.'
Melissa.
'Melissa, wil je iets tegen de luisteraars zeggen?' vroeg Paris.
'Ja, ik wil alleen dat Janey veilig terugkeert,' zei ze. 'Janey, als je dit kunt horen en alles is in orde met je, kom dan naar huis. Niemand zal boos zijn. En als er iemand is die mijn vriendin tegen haar wil vasthoudt, wil ik zeggen dat ik dat allesbehalve gaaf vind. Laat haar gaan. Alsjeblieft. Wij willen alleen Janey terug. Nou... dat is het, denk ik.'
'Dank je, Melissa.'
Wacht even, werd hij verondersteld de schurk in dit stuk te zijn? Hij had niets met Janey Kemp gedaan wat ze niet had gewild. En Paris was ook geen sneeuwwitje, zoals ze iedereen wilde laten geloven. Ze was niet beter dan ieder ander.
Hij toetste een nummer in dat hij uit zijn hoofd kende, en wist dat dit telefoontje niet naar zijn mobieltje zou leiden. Daar had hij zich van verzekerd.
'Je spreekt met Paris.'
'Het onderwerp van vanavond is Dean Malloy.'
'Valentino? Laat me met Janey praten.'
'Janey is niet in de stemming om te praten,' zei hij, 'en ik ook niet.'
'Janeys ouders wilden dat ik je vroeg...'
'Hou je mond en luister naar me. Als jij en je vriendje niet snel zijn, zullen jullie de dood van twee mensen op jullie geweten hebben. Die van Janey. En die van Jack Donner.'
'Ik zou me beter voelen als je in mijn huis sliep tot dit voorbij is. Ik heb een logeerkamer. Niets bijzonders, maar comfortabel genoeg. En veilig.'
Dean had erop gestaan achter haar aan naar haar huis te rijden en haar naar binnen te brengen. Valentino's telefoontje was ook nu afkomstig geweest van een verlaten telefooncel, die geen aanknopingspunten gaf. De politie was er inmiddels van overtuigd dat hij nooit in de buurt van die telefooncellen kwam.
Dit telefoontje was zeer verontrustend geweest omdat hij nog bozer en nerveuzer had geklonken dan voorheen. En hij had opnieuw een toespeling gemaakt op Janeys dood. En de zinspeling op Dean en Jack was natuurlijk een onrustbarend, nieuw element geweest. Valentino kon of uitstekend raden, of hij wist met zekerheid dat zij en Dean iets met Jacks dood te maken hadden.
'Bedankt voor het aanbod, maar ik zal hier veilig zijn.' Ze liep voor hem uit door de voordeur. Eenmaal binnen deed hij een tafellamp aan, maar ze deed hem onmiddellijk weer uit. 'Ik voel me net een goudvis met het licht aan. Ze kunnen naar binnen kijken.'
Dean keek naar de patrouilleauto die langs haar stoeprand stond. 'Griggs heeft vervanging, zie ik.'
'Hij heeft vrij vannacht. Curtis zei tegen me dat het personeel anders zou zijn, maar dat dit team even waakzaam was.' Toen Dean de deur sloot, vroeg ze: 'Hoe zit het met Gavin?' Valentino had met zoveel minachting over Dean gesproken, dat ze niet alleen bezorgd waren voor de veiligheid van Dean en Paris, maar ook voor die van Gavin.
'Daar is voor gezorgd. Curtis heeft een patrouilleauto naar mijn
huis gestuurd. Ik heb Gavin gebeld en hem gezegd wat hij kon verwachten.'
'Liz?'
'Ik dacht niet dat er politie nodig was, maar ik heb haar gebeld en gezegd dat ze goed moest opletten. Dat ze zich ervan moest verzekeren dat haar alarminstallatie was ingeschakeld en me moest bellen als er iets ongewoons gebeurde.'
'Misschien zou zij in je logeerkamer moeten slapen.'
In plaats van de handschoen op te nemen, zei hij: 'Dat is een andere discussie, Paris.'
Ze draaide zich om en liep naar de keuken. Hij volgde. Het was halfdrie in de morgen, maar ze waren te gespannen om te slapen. 'Ik ga een beker warme chocola maken,' zei ze. 'Wil jij ook?'
'Buiten is het dertig graden.'
Ze wierp hem een graag-of-niet blik toe.
'Sap?' vroeg hij.
Terwijl haar water in de magnetron werd verhit, schonk ze een glas sinaasappelsap voor hem in en haalde een pak koekjes uit de voorraadkast. 'Waarover denk je dat hij liegt?'
'Valentino?'
'Gavin. Eerder vanavond zei je dat je dacht dat hij tegen je loog. We kregen het toen druk met alle binnenkomende telefoontjes en kwamen er niet aan toe het gesprek af te maken.'
Hij staarde even in zijn glas en zei toen: 'Dat is het 'm nou juist. Ik weet niet waarover hij liegt, ik weet alleen dat hij liegt.'
Na een zakje instantcacao in haar beker met warm water te hebben geleegd, gebaarde ze hem de koekjes mee te nemen en haar naar de zitkamer te volgen. Ze ging in de ene hoek van de sofa zitten, hij in de andere. Het pak koekjes lag op het kussen tussen hen in. De lamp bleef uit, maar het schijnsel van de verandalampen viel door de ramen naar binnen, dus konden ze voldoende zien. Ze zette haar zonnebril af.
'Denk je dat hij liegt over zijn activiteiten van die avond?' vroeg ze.
'Door iets weg te laten, misschien. Ik ben bang dat er meer achter zijn ontmoeting met Janey steekt dan hij wil vertellen.'
'Bijvoorbeeld dat ze seks hadden?'
'Misschien, en hij wil niet dat iemand dat weet.'
'Omdat het zijn verhaal dat hij haar verliet om zich bij zijn vrienden te voegen minder geloofwaardig zou maken?'
'Precies.' Dean kauwde op een koekje. 'Maar als je het reeel bekijkt, hoe zou hij Valentino kunnen zijn? Zijn stem klinkt anders. Hij weet het niet van ons.' Hij keek haar aan. 'Dat deel, in elk geval. Hij heeft niet de technische vaardigheden om telefoongesprekken langs een andere route te sturen.'
'Ik heb Stan gevraagd hoe die technologie werkt.'
'Hoe zou hij dat nou kunnen weten?'
'Hij houdt van snufjes, dure speeltjes. Kijk me niet zo aan,' zei ze toen hij zijn wenkbrauw vragend optrok. 'Hij is Valentino niet. Hij heeft er het lef niet voor. Stan zei dat het niet moeilijk was. Iemand die toegang heeft tot bepaalde apparatuur zou waarschijnlijk via het internet kunnen leren hoe je dat moet doen.'
'En iemand die voor de telefoonmaatschappij heeft gewerkt?'
'Voor zo iemand zou het vermoedelijk een kleinigheid zijn. Hoezo?'
'Voordat Marvin Patterson schoonmaker werd was hij monteur bij Bell.'
Dean was vanaf het radiostation achter haar aan naar haar huis gereden en had tijdens de rit met Curtis een lang telefoongesprek gevoerd. Nu vertelde hij haar alles wat de rechercheur over Lancy Fisher te weten was gekomen.
'Had hij een verzameling cassettebandjes? Van mijn show? Wat zou dat kunnen betekenen?'
'Dat weten we niet,' antwoordde Dean. 'Daarom heeft Curtis jongens van de inlichtingendienst naar al hun tipgevers gestuurd om te proberen de schichtige Mr. Fisher te vinden. We hebben een hoop vragen voor hem. De eerste is: waarom hij zo op jou is gefixeerd.'
'Dat is een grote schok voor me. Hij heeft nooit enige belangstelling voor me getoond, hield steeds zijn hoofd gebogen en deed zelden zijn mond open.'
'Vreemd gedrag voor een voormalige acteur.'
'Acteur? Marvin?'
'Hij heeft - poedelnaakt - in een paar pornofilms gespeeld.'
'Wat!' riep Paris uit. 'Weet je zeker dat we het over dezelfde man hebben?'
Hij vertelde haar wat Curtis van de moeder van Lancy Fisher had gehoord. 'Maar dat alles verklaart niet waarom hij elke avond je show op een bandje opnam. Tenminste, zo lijkt het. In totaal
had hij tweeennegentig cassettebandjes. Van vrij slechte kwaliteit, zei Curtis. Waarschijnlijk direct van de radio opgenomen. Uren vol liefdesliedjes en de sexy stem van Paris Gibson. Misschien trok Marvin zich af terwijl hij naar jou zat te luisteren. Dat moet hem aardig wat tijd hebben gekost.'
'Bespaar me dat beeld, alsjeblieft.'
'Heeft hij ooit...'
'Niets, Dean. Hij heeft nooit meer dan een paar woorden tegen me gebromd. En voorzover ik me kan herinneren heeft hij me zelfs nooit aangekeken.'
'Dan is hij wat deze zaak betreft misschien zo onschuldig als een pasgeboren kind. Misschien is hij alleen verdwenen omdat hij een ex-crimineel is en daardoor een natuurlijke afkeer van politieverhoren heeft, ook al heeft hij niets te verbergen.'
Hij zweeg even en keek haar aandachtig aan. Zo lang, dat ze ten slotte vroeg: 'Wat is er?'
'Curtis is als een echte Sherlock Holmes in ons verleden gedoken.'
Ze blies op haar warme chocola, maar plotseling had ze er geen trek meer in. 'Wat is het goede nieuws?'
'Dat is er niet. Hij zei recht voor z'n raap dat hij de feiten achter je vertrek uit Houston kende. Het ongeluk. Jacks hoofdletsel. Je ontslagneming bij de tv. Enzovoort.'
'Is dat alles?'
'Nou, daar stopte hij, maar zijn nieuwsgierigheid en insinuatie waren hoorbaar in de stilte.'
'Laat hem insinueren zoveel hij wil.'
'Dat heb ik gedaan.'
Ze zette haar beker op het salontafeltje. Daarna legde ze met een diepe zucht haar hoofd op het kussen van de sofa. 'Ik verbaas me niet over zijn nieuwsgierigheid. Uiteindelijk is hij rechercheur. En erg diep heeft hij niet hoeven graven. Een beetje gewroet aan de oppervlakte en daar is mijn leven, voor iedereen zichtbaar.'
'Het spijt me.'
Ze glimlachte flauwtjes. 'Het geeft niet. Andere aspecten hiervan zijn belangrijker. Met name Gavin.' Zonder haar hoofd van het kussen op te tillen draaide ze het opzij om Dean aan te kijken. 'Wat is er vandaag met zijn gezicht gebeurd?'
'Ik heb hem niet geslagen, als je daarop doelt.'
Gekrenkt door zijn toon en zijn woorden vloog ze overeind.
'Daar "doelde" ik helemaal niet op.' Ze pakte haar beker chocola en liep boos de kamer uit terwijl ze zei: 'Trek de deur achter je dicht als je weggaat.'Met schokkerige, boze bewegingen spoelde Paris haar beker om. Daarna deed ze de lamp boven het aanrecht uit. Toen ze zich omdraaide, stond Dean in de deuropening. Ze zag zijn silhouet tegen het zwakke licht dat uit de zitkamer kwam.
'Het spijt me dat ik tegen je snauwde.'
'Dat is niet wat me boos maakte,' zei ze. 'Het is dat je denkt dat ik zou denken dat je Gavin had geslagen.'
'Maar dat heb ik gedaan, Paris.'
De bekentenis deed haar sprakeloos staan van verbazing.
'Niet vandaag,' vervolgde hij. 'Een paar dagen geleden. Hij provoceerde me. Ik verloor mijn zelfbeheersing en gaf met de rug van mijn hand een klap op zijn mond.'
Haar woede verdween even snel als hij was opgekomen. 'O. Dan raakte ik een snaar, he?' Even later voegde ze er zacht aan toe: 'Ik weet wat er toen op Tech is gebeurd.'
Hij keek haar scherp aan. 'Heeft Jack het je verteld?'
'Hij vertelde me voldoende. Maar pas nadat ik een opmerking over je ijzeren zelfbeheersing had gemaakt.'
Hij leunde tegen de deurpost en sloot zijn ogen. 'Nou, mijn zelfbeheersing liet me in de steek, laatst bij Gavin en vandaag bij Ron- deau.'
'Rondeau?'
Hij vertelde haar wat hij had gezien toen hij de ruimte van de herentoiletten binnenging. 'Hij duwde Gavins gezicht hard tegen de spiegel. Vandaar die blauwe plek op zijn wang. Ik wilde die vent vermoorden.'
'Dat zou ik ook hebben gewild. Waarom zou Rondeau zoiets doen?'
'Hij zei dat hij een moeder en een zus had, en dat de grove berichten die Gavin op de website had achtergelaten hem zo kwaad hadden gemaakt, dat hij door het lint ging toen hij Gavin zag. Een armzalige uitvlucht waar geen donder van deugde.'
'Is Curtis hiervan op de hoogte?'
'Ik heb het hem niet verteld, en Rondeau zal het heus niet bekennen.'
'Laat je de zaak verder rusten?'
'Nee. Verdomme, nee. Maar ik zal Rondeau op mijn eigen manier aanpakken, zonder tussenkomst van Curtis.' Hij lachte schamper. 'Om terug te keren naar onze vriend de rechercheur, hij is zo vasthoudend als een terrier. Hij zal pas opgeven als hij alles weet over ons "gezellige triootje" zoals hij het noemde.'
'En daarmee bedoelt hij jou, mij en Jack.'
'Hij is niet dom, Paris. Hij weet dat er meer achter het verhaal steekt dan wat in de media werd vermeld, en dat er veel, veel meer is dat we voor hem verzwijgen.'
'Het gaat hem niets aan.'
'Hij vindt van wel. Hij denkt dat het iets met de beweegredenen van Valentino te maken kan hebben.'
'Het staat los van wat er nu gebeurt.'
'Los van de zaak Valentino, ja. Maar het staat niet los van wat er tussen ons gebeurt.'
Ze probeerde zich af te wenden, maar hij stak een hand uit en draaide haar weer om. 'We moeten hierover praten, Paris. Dat hadden we zeven jaar terug al moeten doen. Dan was Jack die avond misschien niet dronken geworden. We hadden naar hem toe moeten gaan, tegen hem zeggen dat hij moest gaan zitten en hem vervolgens vertellen...'
'Dat we hem hadden verraden.'
'Dat we verliefd waren geworden, dat geen van ons het had voorzien, maar dat het ons was overkomen. En dat is precies zoals het was.'
'Sorry, Jack. Pech gehad. Tot ziens.'
'Zo zou het niet geweest zijn, Paris.'
'Nee, het zou erger zijn geweest.'
'Erger dan wat in godsnaam? Erger dan hoe het eindigde?'
Hij haalde diep adem en vervolgde op een rustiger, redelijker toon: 'Jack was scherpzinniger dan jij dacht. En veel fijngevoeliger. Hij merkte dat we elkaar meden. Wist je niet dat hij de oorzaak daarvan wilde weten?'
Hij had natuurlijk gelijk. Ze had Jack tekortgedaan door te denken dat, als zij net deed of er niets was veranderd, hij nooit te weten zou komen dat alles was veranderd. Zijn verloofde en zijn boezemvriend hadden de liefde met elkaar bedreven. Hun relaties - die van haar met Jack, de zijne met Dean en die van haar met Dean - waren onomkeerbaar veranderd. Ze konden de klok niet terugdraaien. Het was naief van haar geweest om te denken dat ze dat konden.
'Ik dacht... dacht...' Ze boog haar hoofd en wreef over haar slaap. 'Ik weet niet meer wat ik dacht, Dean. Ik kon gewoon niet naar hem toe gaan en zeggen: "Herinner je je de avond na de gijzeling? En dat ik tegen je zei dat ik alleen wilde zijn? Nou, Dean kwam naar mijn huis en we hebben op het tapijt van de zitkamer gevrijd?"'
In plaats daarvan was ze op een subtielere manier te werk gegaan, en telkens wanneer Jack probeerde Dean en haar samen te brengen, had ze nee gezegd. Haar excuses waren steeds slapper geworden. 'Uiteindelijk zei Jack dat hij per se wilde weten waarom ik je niet meer aardig vond.'
'Ik had ook zo'n gesprek met hem,' zei Dean. 'Hij vroeg of jij en ik tijdens de gijzeling de degens met elkaar hadden gekruist. Had de crisis de politieman in mij en de reporter in jou wakker geroepen en ons zo uit elkaar gedreven? Ik zei tegen hem dat hij er helemaal naast zat, dat we elkaar mochten en veel respect voor elkaar hadden. En toen testte hij dat uit met dat onverwachte dineetje.'
Ja, dat noodlottige diner, dacht ze. Jack had geregeld dat ze elkaar in een van hun lievelingsrestaurants zouden ontmoeten. Zij en Dean waren ieder apart gearriveerd, zonder te verwachten de ander daar te zien.
Om voor het eerst sinds die avond oog in oog met hem te staan was net zo genant geweest als ze had gevreesd. Oogcontact maken was moeilijk, maar ze had zich er niet van kunnen weerhouden naar Dean te kijken. En telkens wanneer ze dat deed, had ze hem erop betrapt dat hij stiekem naar haar keek. Maar hun gesprek was gekunsteld en formeel geweest.
'Dat dineetje was een beproeving voor me,' zei Dean. 'Jij had al mijn pogingen om met je te praten afgewezen.'
'Het moest een radicale breuk zijn, Dean. Ik vertrouwde het mezelf zelfs niet toe door de telefoon met je te praten.'
'God, ik stierf vanbinnen. Ik moest weten wat je dacht. Of alles goed met je was. Of je zwanger was.'
'Zwanger?'
'We hadden niets gebruikt.'
'Ik was aan de pil.'
'Maar dat wist ik niet.' Hij wierp haar een trieste glimlach toe. 'Het was egoistisch van me, maar ik hoopte dat je zwanger was geraakt.'
Zelfs nu kon ze niet toegeven dat ze zich aan dezelfde ijdele hoop had vastgeklampt en teleurgesteld was geweest toen ze ongesteld werd. Een baby zou haar hebben gedwongen Jack de waarheid te vertellen. Het zou de rechtvaardiging voor haar en Dean zijn geweest om hem pijn te moeten doen. Maar het was niet gebeurd. 'Ik zat vreselijk in over de toestand waarin je verkeerde toen ik je die avond verliet,' zei hij. 'En plotseling zat je tegenover me, op ruim een meter afstand. Aan de andere kant van de tafel. En ik kon nog steeds niet vragen of zeggen wat ik wilde.
En dat was niet alles. Het misleiden van Jack maakte me kapot. Telkens wanneer hij een mop vertelde, of zijn arm om me heen sloeg en me zijn maatje noemde, voelde ik me net Judas.'
'Hij deed zijn best om er een leuke avond van te maken. Altijd de goede gastheer.'
Het had geleken of Jack vastbesloten was de spanning tussen hen te negeren. Hij had te veel gedronken, te luid gepraat, te hard gelachen. Maar tijdens het dessert had hij het eindelijk opgegeven en gezegd dat hij per se wilde weten wat er aan de hand was.
'Luister, ik ben jullie tweeen zat,' zei hij. 'Ik wil weten, en wel nu, wat er is gebeurd dat jullie je niet bij elkaar op je gemak voelen. Ik denk dat jullie hebben gekibbeld gedurende die gijzeling. Of dat jullie achter mijn rug iets met elkaar hebben. Dus vertel me waar de ruzie over ging of biecht jullie relatie op.'
Bij de gedachte dat hij een slimme grap had gemaakt, kruiste hij zijn armen voor zijn borst en schonk hun om beurten een glimlach.
Dean beantwoordde Jacks glimlach niet. En Paris had het idee dat haar gezicht zou barsten als ze een poging tot een glimlach deed. Hun stilzwijgen sprak boekdelen, maar toch duurde het even voordat Jack dat besefte. En toen het tot hem doordrong, was het pijnlijk om te zien. Zijn glimlach verstarde. Hij keek eerst naar Paris, bijna vragend. Daarna keek hij naar Dean, alsof hij hem dwong te lachen en iets te zeggen als: 'Doe niet zo belachelijk.'
Maar toen geen van hen iets zei, besefte hij dat zijn grap de waarheid had onthuld. 'Rotzak,' zei hij. Hij kwam overeind en siste tegen Dean: 'Jij betaalt de rekening, vriend.'
Blijkbaar had Dean haar gedachten gevolgd, want hij zei: 'Ik zal nooit vergeten hoe hij keek toen hij zijn conclusies trok.'
'Ik zal het ook nooit vergeten.'
'In mijn haast om hem naar buiten te volgen en te proberen hem ervan te weerhouden achter het stuur van zijn auto te kruipen, gooide ik mijn stoel omver. Toen ik hem overeind had gezet, waren jij en Jack verdwenen,' zei Dean.
'Ik herinner me niet dat ik door het restaurant achter hem aan ben gerend,' zei ze. 'Maar ik kan me nog levendig herinneren dat ik hem inhaalde op het parkeerterrein. Hij schreeuwde tegen me dat ik hem met rust moest laten.'
'Maar dat deed je niet.'
'Nee, ik smeekte hem het me te laten uitleggen. Hij keek me woedend aan en zei: "Heb je met hem geneukt?"
Dean streek met een hand over zijn gezicht, maar daarmee kon hij niet de spijt van zijn gelaatstrekken verwijderen. 'Dat hoorde ik hem zeggen terwijl ik helemaal aan de andere kant van het parkeerterrein was. Ik hoorde jou tegen hem zeggen dat hij niet moest autorijden, dat hij te dronken en te boos was.'
Jack had zich niets van haar smeekbeden aangetrokken en was in zijn auto gestapt. Ze was naar de passagierskant gerend, waar het portier gelukkig niet op slot was geweest. 'Ik stapte in, maar Jack beval dat ik weer uit moest stappen. Maar ik weigerde en maakte mijn veiligheidsgordel vast. Hij startte de motor en gaf gas.'
Ze waren even stil, verloren in de herinneringen aan die afschuwelijke avond. Dean was de eerste die zijn mond opendeed.
'Hij had het recht om kwaad op ons te zijn omdat we samen naar bed waren geweest. Als de rollen omgekeerd waren geweest, dan... God, ik weet niet wat ik zou hebben gedaan. Ik had hem waarschijnlijk in stukken gescheurd. Hij was gekwetst en boos, en als hij een einde aan zijn leven wilde maken, hadden we werkelijk niets kunnen doen om hem tegen te houden, die avond of daarna. We hebben hem onrecht gedaan, Paris. Daar zullen we tot aan onze dood mee moeten leven. Maar hij deed jou onrecht toen hij in die auto met je wegreed.'
Hij legde zijn handen om haar hals en streelde haar met zijn vingertoppen. 'Dat neem ik hem kwalijk. Hij had je kunnen doden.'
'Ik denk niet dat het zijn bedoeling was om iemand te doden.'
'Weet je dat zeker?' vroeg hij zacht. 'Wat zeiden jullie tegen elkaar gedurende die twee minuten tussen het parkeerterrein en dat bruggenhoofd?'
'Ik zei tegen hem dat het me speet dat we hem pijn hadden gedaan. Dat we alle twee van hem hielden en dat het maar een keer was gebeurd, een fysieke bevrijding na een traumatische ervaring, en dat het nooit meer zou gebeuren als hij het ons kon vergeven.'
'Geloofde hij je?'
Er biggelde een traan over haar wang. 'Nee,' zei ze met schorre stem.
'Geloofde jij jezelf?'
Ze sloot haar ogen en perste er verse tranen uit. Langzaam schudde ze haar hoofd.
Dean haalde diep adem. Toen trok hij haar tegen zijn borst en streelde haar haar.
'Misschien had ik meer moeten zeggen,' zei ze.
'Tegen hem liegen?'
'Dat had hem misschien gered. Hij was razend. Buiten zinnen. Ik probeerde hem over te halen te stoppen en mij te laten rijden, maar in plaats daarvan ging hij nog harder rijden. Hij verloor de macht over het stuur en is niet expres tegen dat bruggenhoofd op gereden.'
'Jawel, Paris.'
'Nee,' zei ze doodongelukkig. Ze wilde het niet geloven.
'Als een chauffeur de macht over het stuur verliest, trapt hij in een reflex op de rem. Ik reed vlak achter jullie, maar zijn remlichten zijn niet aangegaan.' Hij hield haar hoofd achterover en dwong haar hem aan te kijken. 'Jack hield van je. Daar twijfel ik geen moment aan. Hij hield genoeg van je om je tot vrouw te willen. Hij hield genoeg van je om stikjaloers te worden toen hij ontdekte dat je met mij had gevrijd.
Maar,' zei hij met nadruk, 'als hij van je had gehouden op de manier zoals had gemoeten, onzelfzuchtig en onvoorwaardelijk, kon hij nooit hebben overwogen je samen met hem om te brengen. Hoe zielig zijn laatste jaren ook waren, ik heb hem nooit vergeven dat hij je probeerde te doden.'
Hem dat te horen zeggen, maakte dat ze des temeer van hem hield. En ze hield van hem! Vanaf hun eerste ontmoeting had ze beseft dat haar liefde voor Dean Malloy onvermijdelijk was. Maar toen was het onmogelijk geweest eraan toe te geven, en nu was het ook onmogelijk. Er hadden altijd andere mensen tussen hen in gestaan. Jack. En nu Liz.
Ze maakte zich van hem los en zei: 'Nu moet je gaan.'
'Ik blijf vannacht hier.'
'Dean...'
'Ik zal op de sofa in de zitkamer slapen.' Hij stak in overgave zijn handen op. 'Als je me niet vertrouwt en denkt dat ik niet van je af kan blijven, doe je je slaapkamerdeur maar op slot. Maar ik laat je niet alleen zolang er buiten een gek is die een wrok tegen je koestert.'
'Ik snap niet hoe hij wist dat ik Jacks dood op mijn geweten heb.'
'En ik ook niet.'
'Wat er tussen jou en mij gebeurde is absoluut een geheim. Ik heb er nooit met iemand over gesproken.'
'Waarschijnlijk heeft hij onderzoek naar je verricht en de oorzaak van Jacks ongeluk geraden, net zoals Curtis.'
'Jacks ongeluk kon door een aantal gebeurtenissen zijn veroorzaakt.'
'Maar slechts een zou onze vriendschap hebben verpest. Het is niet zo moeilijk om dat te bedenken, Paris. Valentino wilde wraak nemen op ontrouwe vrouwen. Als hij tot de slotsom kwam dat jij Jack met mij bedroog, dan vertegenwoordig jij die vrouwen en neemt hij wraak op jou. Al is het een verkeerde veronderstelling, Valentino heeft het tot zijn realiteit gemaakt en daar zal hij naar handelen.' Hij schudde koppig zijn hoofd. 'Ik blijf.'
Hij dutte op de sofa tot de nieuwe dag aanbrak. Toen liep hij stilletjes het huis uit. Hij zwaaide naar de twee agenten in de patrouillewagen die nog steeds langs de stoeprand stond. Zo verzekerde hij zich ervan dat ze zich bewust waren van zijn vertrek.
Hij had nauwelijks geslapen. Hij zag eruit alsof hij het grootste deel van de nacht op was geweest, en zo voelde hij zich ook. Maar dit kon echt niet wachten. Hij wilde het niet uitstellen, zelfs niet om naar huis te gaan en zich eerst te douchen en te scheren.
Hij drukte twee keer op de bel voordat hij het nachtslot aan de andere kant van de deur hoorde klikken. Liz tuurde slaperig door de smalle kier. Toen sloot ze de deur even om de ketting van het koperen kettingslot los te maken.
'Het is onvergeeflijk dat ik op dit uur van de morgen aan je deur verschijn,' zei hij terwijl hij naar binnen ging.
'Ik vergeef het je.' Ze sloeg haar armen om zijn middel en nestelde zich tegen hem aan. 'In feite is dit een heerlijke verrassing.'
Hij gaf haar een knuffel. Onder de zijden ochtendjas, het enige dat ze aanhad, voelde haar lichaam warm, zacht en vrouwelijk aan. Maar hij was niet in het minst opgewonden.
Ze boog zich naar achteren om naar zijn gezicht te kijken, terwijl haar onderlichaam intiem tegen het zijne gedrukt bleef. 'Je ziet er gehavend uit. Lange nacht?'
'Dat zou je kunnen zeggen.'
'Heb je nieuws over Gavin?' vroeg ze, duidelijk bezorgd.
'Nee. Hij is nog niet uit de gevarenzone, en tot die tijd zal ik ongerust zijn, maar ik ben hier niet vanwege Gavin.'