4 eieren

Dat er in die acht jaar helemaal niets in Igors leven zou zijn gebeurd, is beslist niet waar. Hij is namelijk bijna dertig kilo zwaarder geworden.

Wafels, chocolademousse, rijstpudding, soesjes, een tulband? Zodra Nettie wakker wordt, weet ze het al. Vanavond weer eens tiramisu. O ja, ze heeft haar eigen ding gevonden. Merci nog voor de tip, Stanley. En ook voor de praktische hulp. Hij heeft haar bojo leren bakken.

Pannenkoeken en lammetjespap liggen inmiddels ver achter haar. Van het een komt het ander, en als je toch staat te roeren, kun je net zo goed doorpakken en je aan iets avontuurlijkers wagen. Eiwit dat niet stijf wil worden, schiftende room, een mokkasoufflé die weigert te rijzen: haar overkomt het allang niet meer. In acht jaar tijd valt er een hoop te leren. Pureren, glaceren, glazuren. Korstdeeg. Kruimeldeeg. Bladerdeeg. Filodeeg. Briochedeeg. Jelly en gelei. Crème brûlée, crème fraîche, crème caramel. Brood-en-boterpudding. Passievruchtencoulis.

Ze weekt biscuits in rode wijn, ze zeeft bloem, ze vlecht deeg en bestrijkt het met een losgeklopt ei om het te laten glanzen, ze brengt sauzen schuimend aan de kook, dompelt bananenbeignets in dampende olie en haalt ze er na twee minuten goudbruin en knapperig uit, ze ontpit kersen, ze voegt een geurig vanillestokje toe. Trifle met sherry of trifle met rum (Laat de custard in de koelkast stijf worden, maar niet hard.). Baklava. Bavarois. Blini’s.

Igor eet als een hollebollegijs van alle zoetigheid. Hoe machtiger, hoe beter. Hij wordt er loom en sloom van, precies zoals ze hem graag heeft. Zijn maag stulpt in plooien over zijn broekrand. Hij heeft een onderkin gekregen.

Terwijl zij zich zwetend van griesmeelpudding naar rumbaba roerde en kneedde, is hij… gestabiliseerd, zou je kunnen zeggen. ’s Ochtends gaat hij naar de werkplaats, waar hij stacaravans afmonteert, ’s middags komt hij naar huis, hij doet zich tegoed aan een pavlova of een honingkwarktaart met pralinékorst, en ’s avonds zet hij de televisie aan en kijkt ernaar, gecapitonneerd in zijn vet, totdat hij naar bed gaat.

‘Waar doe je het van?’ vraagt Fenny soms, die nu een coupe soleil heeft en een ooglidcorrectie overweegt. Ze is blijkbaar vergeten dat ze bij de invoering van de euro hun tarief onopgemerkt hebben kunnen verdubbelen. En Igors loon is er ook bij gekomen. Hij hoeft alleen maar wat zakgeld per week.

‘Kant-en-klaar is alles veel duurder,’ antwoordt ze dan maar. In werkelijkheid is het altijd weer spannend om een nieuw recept uit te proberen. Ze kijkt iedere dag in de kranten en tijdschriften die klanten in de retirade achterlaten. Maar het bevredigende zit hem niet alleen in de bereiding van een nog onbekende pudding die druipt van de room en de karamel. Er is meer aan de hand.

Mascarpone en ricotta. Kardemom. Macadamia’s. Ahornsiroop. Couverture. Muskadellen en sultana’s. Alsof ze een vreemde taal spreekt. Of lid is geworden van een club die geheimschrift voert. Exotische ingrediënten waarvan Fenny en Connie nog nooit hebben gehoord, zijn haar tegenwoordig even vertrouwd als boter, kaas en eieren.

Boodschappen doen is een missie geworden. Alleen al de jacht op de perfecte citroen voor de perfecte citroenschuimtaart. Citroenen met een dunne schil (zoals de Lisbon en de Meyer) zijn sappiger dan die met een dikke schil (zoals de Eureka), maar de Lisbon en de Eureka zijn weer wranger dan de Meyer. De geur komt uit de schil, de smaak komt uit het sap. Het is maar een weetje.

Denk maar niet dat de primitieve holbewoners van vroeger na het verorberen van hun everzwijn uitriepen: ‘Wat is er toe?’ Toen de aarde nog plat was, werd er geen merengue, croquembouche of blanc-manger opgediend. Het dessert is een kenmerk van beschaving. Dat zie je ook aan hoe Igor erdoor is veranderd. Of was het alleen maar de puberteit waardoor hij zo lastig was?

Ze is bepaald niet van plan om dat te testen of om enig risico te nemen. En bovendien zijn toetjes haar ding.

Stanley, de stiekemerd, bleek al jaren en jaren getrouwd. Met zo’n dikke verpleegster. Als ze beslag klopt of een bakplaat met ovenpapier bedekt, moet ze soms weer even aan hem denken. Hoe zou het met hem zijn? Waarschijnlijk heeft hij het niet eens opgemerkt dat ze nooit meer naar zijn toko komt. Al die opzichtige ringen kreeg hij natuurlijk van zijn vrouw.

Ze is zesenvijftig, en ze denkt er nooit meer over om van de galerij te springen. Vanavond gaat ze Engelse dropijs maken. Het is een hoop werk, maar dan heb je ook wat (Laat het kokosschuim in de oven afkoelen met de ovendeur op een kier.).

In acht jaar kan er veel veranderen, haast zonder dat je het merkt. Dat er zo veel tijd is verstreken, constateer je eigenlijk alleen maar als je onverhoeds in een spiegel kijkt. En dan verbaas je je. Ben ik dat? Wat is er gebeurd met alle vorige versies van mij, waar zijn ze gebleven? En: Bij god, wat begin ik op mijn moeder te lijken.

Zou Jolie, waar die zich inmiddels ook mag bevinden, dat ook weleens denken?

Zet het uit je hoofd, Nettie.

Morgen zal ze haar rubberhandschoenen aantrekken om vloeren te dweilen en potten te chloren, laatdunkend gadegeslagen door shoppende vriendinnen en opgeblazen zakenlieden die hun laptop angstvallig mee naar binnen manoeuvreren, en die geen van allen weten wat zij nu doet: met een tik tegen de rand van de kom breekt ze een ei voor de tiramisu en scheidt de dooier van het wit. Nog een ei, en dan gaat ze het wit tot zachte pieken opkloppen.