
Monaldi & Sorti
Het ei van Salaì
De onverbeterlijke leugenachtige genotzuchtige dief, die in de kerker van Florence zijn misdaden heeft bekend. Met tevens nuttige en schitterende wetenswaardigheden over hoe Amerika te ontdekken, de tortuur te weerstaan en verloren eieren terug te vinden.
Het geheel
met de hand verbeterd
Door Salaì zelf
In het Jaar onzes Heren 1508
Vertaling Jan van der Haar
De Bezige Bij
Amsterdam 2009
Copyright © 2008 Rita Monaldi en Francesco Sorti
Copyright Nederlandse vertaling © 2008 Jan van der Haar
Vertaling motto Egon Friedell, Ecce Poeta © 2008 Jan van der Haar
Vertaling motto Stefan Zweig, De wereld van gisteren © 2007 Willem van Toorn, De Arbeiderspers, Amsterdam
Oorspronkelijke titel L’uovo di Salaì
Omslagontwerp Studio Jan de Boer
Omslagillustratie The Bridgeman Art Library
ISBN 978 90 234 4897 6 / nur 305
Deze digitale editie is gemaakt naar de eerste druk, 2008
Aan de andere kant van Portugal
Er is niets schadelijker en fnuikender dan de eeuwige klachten over de veramerikanisering van Europa. Eerst moeten we Amerikanen worden, dan kunnen we er weer aan denken ‘goede Europeanen’ te worden. Berlijn verdient juist daarom de hoogste bewondering. Berlijn bevindt zich in de vlegeljaren van een opkomende cultuur die we nog niet kennen en die eerst haar contouren moet laten zien.
Egon Friedell, Ecce Poeta (1912)
In die zomer van 1936 was de Spaanse Burgeroorlog begonnen. Voor het raadhuis, waaraan de vlag van Franco wapperde, stonden, meestal onder aanvoering van priesters, jonge jongens met boerse kleren aan in lange rijen opgesteld, kennelijk uit de omringende dorpen gehaald. Na een kwartier zag ik dezelfde jonge jongens veranderd uit het raadhuis komen. Ze droegen keurige, hagelnieuwe uniformen, geweren en bajonetten; onder toezicht van officieren werden ze op even keurige en hagelnieuwe auto’s geladen, die door de straten de stad uit raasden. Waar had ik dat eerder gezien? Eerst in Italië en daarna in Duitsland! Ook daar hadden ze ineens die smetteloze nieuwe uniformen gehad en die nieuwe auto’s en machinegeweren. En weer vroeg ik me af: wie levert, wie betaalt die nieuwe uniformen, wie organiseert die jonge straatarme mensen, wie zet ze op tegen de bestaande macht, tegen het gekozen parlement, tegen hun eigen wettige volksvertegenwoordiging? De staatskas was, dat wist ik, in handen van de legale regering, net als de wapendepots. Dus moesten die auto’s en die wapens uit het buitenland geleverd zijn, en zonder twijfel uit het nabije Portugal over de grens gebracht. Maar wie had ze geleverd en betaald?
Stefan Zweig, De wereld van gisteren (1942)