5
„En deze?"
„Hm, nee. 't Is het niet."
Anna Petrova rolde met haar ogen. „Hoezo, het is het niet? Vroeger zou je die jurk geweldig hebben gevonden, maar sinds je getrouwd bent, kan het niet meer."
Isabelle keek haar onschuldig aan. „Ik ben niet getrouwd, maar ik wil gewoon wat aan mijn stijl doen. Minder uitdagend. Ik word ook ouder, weet je."
Anna grinnikte. ,Je bent inderdaad al zevenentwintig. Da's praktisch bejaard."
„Dat bedoel ik niet, maar ik kan toch niet meer in kleding lopen die bedoeld is voor meisjes van zestien."
Sara van Hoven bekeek het prijskaartje van de jurk die Anna in haar handen hield. „Rijke meisjes van zestien," verbeterde ze. „Deze jurk is zeker van puur goud gemaakt."
„En trouwens, ik heb laatst al een nieuw jurkje gekocht."
„Van Gucci," zuchtten haar vriendinnen in koor.
„Precies. Ik moet John nog steeds om opslag vragen om het te kunnen betalen."
„Of je neemt een hogere functie," merkte Sara gevat op, maar Isabelle deed alsof ze haar niet hoorde en snuffelde in een rek met een zeer hoog truttigheidgehalte. Sara keek er met afgrijzen naar. „Wil je dat aantrekken? Mijn moeder draagt dat soort kleding."
Isabelle reageerde niet, maar greep naar haar tas alsof ze door een slang was gebeten en ze razendsnel een tegengif moest pakken om niet ter plekke te overlijden. In plaats van een medisch uitziend flesje haalde ze echter haar knalrode telefoon tevoorschijn, die met het volume van een luchtalarm een of ander afschuwelijk deuntje speelde. „Rich?"
Anna zuchtte demonstratief. „Het is nog maar de drieëndertigste keer dat hij vandaag belt," fluisterde ze tegen Sara. „Hij heeft vast iets nieuws te melden."
Sara grinnikte. „Als ze nog even doorgaan, komt het kwijl zo meteen door de telefoon naar buiten."
„Hij is hier." Met een rood hoofd en hijgend van spanning kwam Jasmine op haar vriendinnen afgelopen. „Ik zag hem net die horlogewinkel binnengaan."
„Wie?" Meteen waren haar vriendinnen een en al oor.
„Bram." Jasmine fluisterde zijn naam.
Anna duwde een passerende verkoopster de jurk in haar handen, gebaarde Isabelle dat ze mee moest komen en met z'n vieren verlieten ze de kledingwinkel om op de uitkijk te gaan staan voor de winkel die Jasmine bedoelde. Voor deze speciale gelegenheid kapte Isabelle een nieuwe lofzang van Rich af en stopte ze haar telefoon in haar tas.
Ontsnappen was voor Bram niet mogelijk zonder te worden gezien, want als hij het Magna Plaza Shopping Center wilde verlaten, moest hij toch eerst met de roltrap naar boven. En daar hadden Isabelle, Anna en Sara zich gepositioneerd. Jasmine stond een eindje verderop en keek beschaamd. „We hoeven hem toch niet te tackelen," siste ze. „Ik wil gewoon dat jullie hem zien."
Het was ongeveer de vijftigste keer dat ze Bram te zien kregen, maar Jasmine vond het nog steeds nodig om elke keer als ze hem ergens zag, haar vriendinnen op de hoogte te brengen. Ze was al drie jaar verliefd op hem, maar nog altijd had ze niet de eerste stap durven zetten. En dat ging vandaag ook niet gebeuren.
„Ga nou weg bij die trap," smeekte ze. „Straks ziet hij jullie nog. Ik wil dat jullie hèm zien, niet andersom."
„Waarom gaat hij eigenlijk een horloge kopen?" vroeg Anna. „Ik denk dat ik even die winkel inloop."
Vóór Jasmine haar kon tegenhouden, was ze al verdwenen. Met één waarschuwende blik weerhield Jasmine haar twee andere vriendinnen ervan om hetzelfde te doen.
Twee seconden later was Anna terug. „Geen gevaar," concludeerde ze. „Hij koopt een horloge voor zichzelf. En hij heeft geld, want dat ding kost tweehonderd euro."
„Heeft hij je gezien?" informeerde Jasmine bezorgd. ,Je hebt toch niet iets doms gedaan?"
Anna keek onschuldig. „Ik? Ik doe nooit iets doms. Ik heb alleen maar gezegd dat hij zo'n voortreffelijke smaak heeft. En dat iemand die zo'n horloge draagt, laat zien dat hij weet wat een goede stijl is. Verder niets."
„Oh nee," kreunde Jasmine. „Als hij naar buiten komt en hij ziet ons samen, denkt hij vast dat ik jou heb gestuurd."
„Wit heel goed is," zei Isabelle vrolijk, „want dan weet hij eindelijk dat je interesse hebt voor hem. Het zou eens tijd worden, na al die jaren."
„Dat vertel ik hem liever zelf. We moeten hier weg." Jasmine probeerde haar vriendinnen de roltrap op te duwen, maar veel succes had ze niet. De drie vrouwen bleven staan waar ze stonden en keken nieuwsgierig naar de uitgang van de winkel, waar Bram elk moment kon verschijnen.
„Kom nou mee," smeekte Jasmine. „Ik sta echt voor gek." Maar ze was te laat. Bram liep de winkel uit, keek even om zich heen en zette toen koers naar de roltrap, waar Jasmine en haar vriendinnen zich hadden opgesteld. Jasmine dacht razendsnel na. Nu de roltrap op gaan kon niet meer, maar blijven staan was evenmin een optie. Bram kwam al dichterbij.
In paniek hield ze haar knalroze handtas voor haar gezicht en maakte zich uit de voeten. Ze vluchtte een willekeurige winkel in, verbaasd nagekeken door haar vriendinnen. Vanachter een rek gluurde ze naar de roltrap. Bram was al bijna boven. Ze was gered! Al had ze geen woord met hem gewisseld, helaas.
„Wat doe jij nou?" Anna keek haar vriendin verontwaardigd aan. ,Je moet niet weglopen als je een geweldige kans hebt om een praatje met Bram te maken."
„Een praatje maken? Een geweldige kans om mezelf voor paal te zetten, bedoel je zeker."
„Hoezo?"
„Hij zal wel denken dat ik jou op hem heb afgestuurd als hij ons samen ziet. Dat maakt echt een geweldige indruk, denk je niet?"
„Welnee," zei Isabelle vrolijk. „Hij ziet Anna niet meer staan als jij naast haar staat. Hij vindt je vast leuk, Jasmine."
Jasmine schudde haar hoofd. „Laten we maar verder gaan shoppen. Of eigenlijk, ik heb honger. Kunnen we niet gaan lunchen?"
„Alleen nog even één jurkje passen," kondigde Anna aan, waarna ze verdwenen was. Isabelle, Jasmine en Sara wisselden een wanhopige blik. Eén jurkje betekende in Anna-taal dat ze nog wel een uurtje bezig zou zijn. Of twee.
Jasmine Brusselman hapte naar adem en werd achtereenvolgens spierwit en knalrood. Haar hart roffelde tegen de binnenkant van haar ribbenkast alsof het solliciteerde naar een plek bij de drumband. Bram had zojuist zijn eigen huis verlaten en in plaats van dat hij gewoon wegliep, zoals altijd als ze hem puur toevallig langs zag lopen, had hij hij haar aangebeld. En dat betekende dat ze hem nu onder ogen moest komen, terwijl ze zich net in haar rafelige joggingbroek en oude Pink Panther- shirt op de bank had geïnstalleerd, klaar voor de zoveelste herhaling van Dirty Dancing. Tot overmaat van ramp had ze een masker in haar haar gedaan, zodat het weer glanzend en stralend zou worden. Jammer alleen dat het er nu uitzag als een bos verlept stro. Als het al te zien was, want het grootste deel ging schuil onder een kap van aluminiumfolie, die haar het aanzien van een alien gaf. Als ze de deur opendeed, zou Bram waarschijnlijk heel hard wegrennen. Of ter plekke dood neervallen. Maar als ze het niet deed, zou ze de komende honderd jaar alleen op de bank zitten in haar oude kloffie, zich afvragend of ze misschien met Bram getrouwd zou zijn als ze toen die avond de deur wel open had gedaan.
Ze stond op en liep naar de voordeur. Eigenlijk had ze niet eens zoveel te verliezen. Behalve haar complete gevoel voor eigenwaarde dan.
„Hé hoi," zei ze quasi-verrast toen ze de deur open deed.
Ze zag Brams ogen razendsnel over haar kleding gaan en hij fronste. Geen goed teken.
„Hoi, ik wilde je iets vragen, maar ik zie dat je op het punt stond om te gaan slapen." Hij keek op zijn - waarschijnlijk nieuwe - horloge. Het was half tien.
Jasmine voelde hoe haar wangen langzaam diep rood kleurden. „Nee, ik was van plan om een film te gaan kijken."
„Oké. Eh... ook goed. Hoe dan ook, ik kom later wel terug."
„Nee!" riep ze haast wanhopig uit. „Ik bedoel, eh, dat hoeft niet. Vertel het maar. Wat wilde je vragen?"
Bram aarzelde. Hij wist duidelijk niet of hij moest lachen of hard weglopen. „Oké, het gaat hierom," zei hij uiteindelijk. „Een paar dagen geleden heeft iemand een steen door mijn ruit gegooid. Ik heb aangifte gedaan en nu wil de politie graag een lijst met alle telefoonnummers van buren, zodat ze die eventueel kunnen raadplegen bij het onderzoek."
„Oh, oké. Tuurlijk." Teleurgesteld was een groot woord, maar Jasmine kon niet zeggen dat ze heel blij was. Nou ja, goed, ze was inderdaad behoorlijk teleurgesteld. Bram kwam helemaal niet speciaal voor haar. Ze krabbelde haar nummer op een briefje en overhandigde het hem. „Ze mogen me altijd hellen," zei ze, waarna ze een beetje beschaamd de deur dicht deed. Waarom zou Bram ook speciaal voor haar langskomen? Ze wist het nu zeker: hij zag niets in haar.
„Bram heeft mijn nummer gevraagd." Jasmine zei het met zoveel enthousiasme alsof ze had meegedeeld dat haar kat door een vrachtwagen was overreden.
„Wat? Maar dat is geweldig!" Sinds Isabelle verliefd was, gunde ze iedereen een fantastisch en romantisch liefdesleven. Jasmines verliefdheid die nog tot niets had geleid, was haar dan ook een doorn in het oog.
„Niet echt." Ze pakte een biscuitje van de schaal en stak het in haar mond. Ze kauwde er lusteloos op. „Het was de meest onromantische ervaring die je maar kunt verzinnen."
„Hoezo?"
„Hij vroeg mijn nummer voor een politieonderzoek. Een of andere onverlaat heeft een steen door zijn ruit gekegeld en nu wil de politie uitzoeken wie dat gedaan heeft."
„Heb je iets gezien dan?" „Nee, maar Bram moest een lijst maken met de telefoonnummers van alle buren."
Isabelle trok haar neus op. „Dat klinkt inderdaad anders dan 'je bent de vrouw van mijn dromen, wil je met me uit'."
„Precies en dat zal hij ook wel nooit zeggen. Hij valt gewoon niet op me."
„Kom kom, niet zo snel opgeven. Misschien is het wel een smoes. Hij durfde je nummer niet op een andere manier te vra- gen."
„Natuurlijk. Wel de slechtste smoes aller tijden."
„Nee, denk nou even na," weerstreefde Isabelle optimistisch. „Dit is Amsterdam. De politie stelt echt niet een heel rechercheteam samen voor een gebroken ruit, hoor. Ik kan me niet voorstellen dat hij daarvoor je nummer kwam vragen."
Jasmine keek voor zich uit. „Hm, daar zit wat in," zei ze uiteindelijk, terwijl ze het droge biscuitje wegspoelde met een grote slok thee.
„Ik weet het zeker," jubelde Isabelle. „En nu gaat hij jouw nummer toevallig binnenkort gebruiken om je mee uit te vragen. Oh, het wordt echt wat tussen jullie."
Jasmine lachte. „Ik hoop dat je gelijk hebt. Trouwens, ik denk dat..." Ze kon haar zin niet afmaken, omdat Isabelles telefoon het muziekje liet horen dat Jasmine inmiddels toon voor toon uit haar hoofd kende. Het was het speciale Rich-muziekje, dat alleen speelde als hij belde. Zo'n zesentachtig keer per dag, dus.
„Dag lieverd," kweelde Isabelle. „Hoe gaat het met je?"
„Steeds slechter," klonk zijn donkere stem. „Ik mis je elke minuut meer."
Haar hart sloeg over. Ze had de woorden al minstens honderd keer gehoord, maar ze kon er geen genoeg van krijgen. „Ik mis jou ook. Maar over twaalf dagen zit ik al in het vliegtuig."
„Wat ben je aan het doen?"
„Niets bijzonders. Theedrinken met Jasmine. Het is hier theetijd, weet je wel."
„Oh ja, hier is het bedtijd, maar mijn bed is leeg en koud zonder jou. Het voelt gewoon niet meer als mijn eigen bed." Wat op zich overdreven was, besefte Isabelle, want feitelijk had ze er maar één keer in geslapen, maar Rich bedoelde het natuurlijk symbolisch. Haar bed was ook leeg zonder hem, ook al wist ze niet hoe het eruit zag als hij erin lag.
„Ik weet het, schat. Hoeveel uur is twaalf dagen?" Ze zag hoe Jasmine met haar ogen rolde, maar negeerde haar. Als zij en Bram eenmaal wat kregen, ging ze ook zo praten. Nou ja, waarschijnlijk niet, want Bram woonde naast haar, maar bij wijze van spreken dan.
„Veel te veel uur."
„Hoe is het eigenlijk op je werk?" informeerde Isabelle.
„Saai."
„En bij de sportclub?"
„Ook saai. Op jouw werk?"
„Hm, niet echt leuk. Er is binnenkort een personeelsfeest, waar iedereen helemaal vol van is."
„Oh." Ze hoorde meteen een soort achterdocht in Rich' stem. Lieve achterdocht, natuurlijk.
„Maar ik ga niet, hoor. Geen enkel feestje is leuk zonder jou. Ik kan me niet meer herinneren wat ik vroeger leuk vond aan feestjes. Ze waren zo... oppervlakkig."
„Dat heb ik nou ook. Ik ben blij dat je niet gaat. Je kunt het toch wel maken om niet te gaan?"
„Oh ja, tuurlijk," zei lsabelle luchtig, terwijl ze met moeite slikte. „Promotie hangt echt niet van één zo'n feestje af, als je dat soms denkt."
„Tjee, ja, dat is het verschil tussen Nederland en Amerika, hè. Hier moet je heel wat uurtjes per dag meer werken en als je een personeelsfeestje mist, heb je grote kans dat al je collega's hogerop zijn gegaan, behalve jij."
„Echt waar?" vroeg lsabelle met hoge stem. „Nou, dat is in Nederland inderdaad niet zo. Nee hoor, daar heb ik nog nooit van gehoord. Tjee, is dat echt zo?" Oké, je kunt het ook overdrijven. Nog even en Rich zou feilloos begrijpen dat ze een prachtkans, om niet te zeggen haar enige kans, op promotie bij het grof vuil zette door het feestje te missen.
„Oké, dan is het goed. Hé, ik ga ophangen, want ik moet nog eh... studeren. Je weet wel, die cursus die ik doe. Management. Ik ben in de bibliotheek." Er klonken allerlei harde stemmen op de achtergrond, lsabelle fronste haar wenkbrauwen. Amerikaanse bibliotheken waren blijkbaar niet zo stil als Nederlandse.
„Succes ermee, darling," wenste ze hem toe. „En vergeet niet dat ik aan je denk."
„Ik zou niet durven." Ze wisselden de nodige telefoonzoenen uit en toen hing lsabelle op. Meteen begon haar telefoon een ander melodietje te fluiten. Een foto van haar moeder in enigszins beschonken toestand - anders liet ze zich niet fotograferen - verscheen op het schermpje. lsabelle glimlachte verontschuldigend naar Jasmine en nam op.
„Hoi mam."
„Hallo? Hallo, wie is daar?"
„Mam, met lsabelle."
„Oh, dag lieverd. Je vader heeft weer zo'n nieuwe telefoon gekocht, maar volgens mij doet hij het niet."
„Hij doet het best," hoorde ze haar vader op de achtergrond roepen. „Als je hem niet als een walkietalkie voor je mond houdt, tenminste."
Isabelle glimlachte. Haar moeder was niet echt een technisch wonder. „Mam, hoor je me?"
,Ja, ik hoor je wel. Je hoeft heus niet zo hard te praten, hoor. Ik ben niet doof." Het probleem was: dat was ze dus wel. Maar ze ontkende het in alle toonaarden. Isabelle wist dat haar vader speciaal daarvoor een telefoon had gekocht die je extra hard kon zetten.
„Waarvoor belde je, mam? Jasmine is hier, dus ik kan niet te lang met je praten."
„Ik belde je helemaal niet. Jij belde mij."
„Hè?"
,Ja, ik probeerde je broer te bellen, maar toen had ik jou ineens aan de telefoon. Waarom belde je?"
„Laat maar. Niks. Verkeerde nummer. Ga Albert maar bellen." Ze zei haar moeder gedag en hing op. Haar broer was Albert de Geweldige, met huis, tuin, vrouw en kind. Helemaal zoals haar moeder het graag zag. Isabelles appartement in Oud-Zuid schoot op een aantal punten tekort: het had geen tuin, geen vier slaapkamers en er woonden geen kinderen. En het was in Amsterdam, wat ook geen punten opleverde. Volgens haar moeder was de hoofdstad dé kweekvijver van alles wat niet deugde. Nadat ze uren had geprobeerd haar van gedachten te doen veranderen, had Isabelle het uiteindelijk opgegeven. Zij hield van de stad en als haar moeder dat niet deed, was het jammer, maar helaas.
„Ze belde niet voor jou?" raadde Jasmine.
„Ze moest eigenlijk Albert hebben."
„Heb je haar al over Rich verteld?"
,Ja, maar volgens mij ziet ze het allemaal niet zo zitten nog. Ze heeft liever dat ik met een normale man trouw."
Jasmine trok haar neus op. „Een saaie man dus? En trouwens, is Rich niet normaal of zo? Heeft hij twee neuzen? Zes benen?"
„Zoiets, ja," grinnikte Isabelle. Trouwens, het was waar. Rich was niet normaal. Vroeger zou ze met nog geen tien paarden bij een leuk feestje weg te houden zijn geweest en nu gaf ze vrijwillig een belangrijk personeelsfeest op. Knappe jongen, die dat voor elkaar kreeg.
Isabelle de Bruijn. Of nee, Isabelle de Bruijn - Van Brunswijk. Isabelle van Brunswijk, gehuwd De Bruijn.
Gedachteloos schreef Isabelle de namen op een blaadje. Er werd van haar verwacht dat ze een karrenvracht aan verzeke- ringsaanvragen verwerkte, maar ze had belangrijker dingen te doen. Haar nieuwe naam vaststellen, bijvoorbeeld. En Kathleen in gedachten vermoorden.
Morgen was het feest der feesten en haar collega had niets beters te doen dan elke drie seconden vertellen hoe prachtig de jurk was die ze had uitgezocht. Niet dat er iemand luisterde, maar dat leek haar niet echt te interesseren. Om het allemaal nog erger te maken liet ze ook nog om de twee minuten de naam 'Robbert de Graaf' vallen. Behalve Isabelle wist niemand wie dat was en daarom was Isabelle er zeker van dat die hints voor haar waren bedoeld. Maar daar trapte ze mooi niet in. Ha!
Ze bleef stug nieuwe namen opschrijven, om zichzelf er elke keer aan te herinneren waar ze het allemaal voor deed. Of niet voor deed, eigenlijk. En het was het waard. Echt. Wat was nou een feestje in verhouding tot een leven lang gelukkig getrouwd zijn? Ze zou nog duizenden feestjes beleven, met Rich aan haar zijde. Rij het volgende personeelsfeest zou ze Kathleen de ogen uitsteken met haar fantastische man en dat Kathleen tegen die tijd duizend euro per maand meer verdiende en bovendien een hogere functie had, zou dan helemaal niet meer belangrijk zijn. Hopelijk.
Er verscheen een envelopje onderin haar beeldscherm. Snel opende ze het emailprogramma. Het was vast Rich. Als hij niet kon bellen, mailde hij haar voortdurend om te zeggen hoe haar miste. Wat heel schattig was en niet irritant, zoals Anna en Sara voortdurend beweerden. Oké, het was misschien lichtelijk overdreven om twintig keer per dag te bellen en in de tussentijd te sms'en of te mailen (of tegelijk), maar dat was gewoon een uiting van zijn oneindige liefde voor haar.
Oh, het mailtje was van Robby. Druk? stond er alleen maar.
Isabelle keek achterom en schudde haar hoofd.
Roken? luidde zijn volgende mail. Ze knikte. Niet dat ze rookte, maar dit zou een mooi moment zijn om te beginnen. Ze volgde Robby naar buiten. Terwijl hij een shaggie draaide, keek ze een beetje om zich heen.
„Vertel eens," begon hij, het shaggie vastgeplakt in zijn mondhoek. „Wat is er met je?"
„Niks," loog ze overtuigend. „Hoezo?"
„Eerst ga je naar New York en daarna kom je terug en ben je een slap aftreksel van de Isabelle die je eerst was. Er is een feestje morgen. Een fééstje! Maar jij gaat liever thuis op de bank de complete serie Sex and the City opnieuw zitten kijken.
Omdat je net in New York bent geweest."
„Toevallig heb ik een afspraak en daarom kan ik niet op dat feestje komen."
Robby keek haar aan en blies een rookwolk in haar gezicht. „En die afspraak is zo belangrijk dat je Kathleen de kans geeft iedereen te vertellen dat ze promotie gaat maken. Wat waarschijnlijk nog waar is ook."
„Ze doet haar best maar. Ik heb andere dingen te doen."
„Isa, promotie maken was jouw enige doel in het leven. Wat is er gebeurd met je? Ben je soms verliefd of zo?"
Met een ruk keek ze hem aan. „Hoe weet je dat?"
„Ik gokte. Maar het is dus waar."
„Het is waar, ja. Ik ben stapelverliefd geworden op een Nederlander die tijdelijk in New York zit. Volgende week vlieg ik terug."
„Volgende week pas?" Robby's sigaret bewoog gezellig mee met de bewegingen van zijn mond. „Dan kun je morgenavond toch wel komen?"
„Nee, want we hebben elkaar beloofd geen losbandig leven meer te leiden zolang wc duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn. Geen verleidingen enzo. Je kent dat wel."
Robby gooide zijn hoofd in zijn nek en lachte. Er viel een beetje as op zijn neus, maar hij merkte het niet. „Lieverd, dat heb ik al aan zoveel mensen beloofd. Het is iets symbolisch. Iets wat je belooft om het vervolgens pijlsnel weer te vergeten. Natuurlijk doe je het even niet met een ander, maar je mag toch wel een feestje bezoeken?"
„Toevallig geldt deze afspraak echt," zei Isabelle een beetje gekrenkt. „Ik weet zeker dat hij het ook niet doet."
Robby keek haar sceptisch aan. „Oké," zei hij uiteindelijk.
„Wat jij wilt." Hij drukte zijn sigaret uit en mikte hem tussen de struiken. „Laten we weer naar boven gaan. F,r wachten nog ongeveer honderdvijftig mega-inspirerende verzekeringsaan- vragen op me."
Isabelle knikte en volgde hem. De afspraak geldt echt, herhaalde ze in gedachten. Echt, echt, echt. Ook voor Rich. Niemand geloofde het misschien, maar zij wisten allebei dat het waar was. Het was gewoon de rest van de wereld tegen hen tweeën. Een beetje het klassieke verhaal. Zo was het toch altijd? Twee verliefde mensen en verder niemand die aan hun kant stond. Romeo en Julia. Tristan en Isolde. Erec en... hoe heette ze ook alweer? Nou ja, maakt niet uit, het idee was overal hetzelfde. En toevallig waren zij en Rich aan de winnende hand.