20
‘En wat zei hij toen?’
Jenny zat op de bank en kamde haar vingers door mijn haar terwijl ik op de hardhouten vloer zat, met een Corona in mijn ene hand en een lepel vol New York Super Chunk-ijs in de andere. Links van me stond de noodzak Monster Munch die ik bij Jenny bewaarde. Jenny had alle tequila al opgedronken voor ik arriveerde, dus we probeerde het bier er wat harder in te laten hakken met de nodige shots sauvignon blanc erbij.
Het eerste uur had ik niets anders gedaan dan huilen. In foetushouding op de bank en intussen proberen niet ook nog over te geven van ellende. Daarna volgde fase twee: de stuurloze, betraande woordenstroom. En inmiddels hadden we het stadium bereikt waarin ik probeerde mijn suïcidale neigingen te onderdrukken met snacks en zoveel drank als nodig was om me bewusteloos te krijgen. Twee biertjes en een halve fles witte wijn was de optimale dosis om het verhaal van de breuk te vertellen zonder om het woord in te storten. Ik was nog niet te dronken om het enigszins te censureren; niemand zou er beter van worden als Jenny wist wat voor nare dingen Alex over haar had gezegd. Ik wilde naar huis, niet naar zijn begrafenis. Als ze wist dat hij haar een trut had genoemd, was Alex Reid zijn leven niet meer zeker.
‘Hij zei dat zich niet weer zou laten gebruiken.’ Ik stikte bijna in de woorden en pauzeerde om op adem te komen voor ik weer een slok bier nam.
Aangezien mijn telefoon in een vuilnisbak in het De Lujo lag, kon ik er niet eens wanhopig naar staren in de hoop dat hij zou bellen.
‘Weer gebruiken?’ Jenny pikte een paar chips, stopte die in haar mond, trok een gezicht en stak onmiddellijk weer haar hand in de zak. ‘Dat snap ik even niet. Wanneer heb je hem dan nog vaker gebruikt?’
‘Volgens mij had hij het niet over mij.’
Als bierflesjes toch eens kristallen bollen waren. En waarom verkocht Bed, Bath and Beyond geen magische spiegels? Je zou toch denken dat die in de ‘Beyond’-categorie vielen.
‘Het Franse Kreng?’ informeerde Jenny. Daarmee refereerde ze aan Alex’ vreselijke ex-vriendin. Afgezien van Cici Spencer probeerde ik zo min mogelijk kwaad te spreken over andere vrouwen in verband met de Sisterhood, maar de vorige vriendin van Alex? Dat was nog eens een vrouw die hard had gewerkt om haar bijnaam waar te maken. Wat mij betrof, verdiende ze een speciaal plekje in de hel, in dezelfde hoek als Hitler, Justin Bieber en de man die de hoge jeans had uitgevonden.
‘Ik denk het wel.’ Mijn bier weigerde me te laten zien wat Alex aan het doen was, hoe fanatiek ik er ook in loerde, dus dronk ik het maar op. ‘Misschien moet ik hem even bellen. Hij weet dat ik geen telefoon heb.’
‘Hij weet echt wel dat je hier bent,’ zei Jenny. ‘Waarschijnlijk is hij net zo overstuur als jij. Je hebt de juiste beslissing genomen, blijven hangen na een mega ruzie, als je allebei moe en emotioneel bent, daar is nog nooit iets goeds uit voortgekomen. Dan zeg je alleen maar stomme dingen die je niet meer terug kunt nemen.’
‘Precies, dat dacht ik nou ook.’ Ik pruilde. Hoezo, gaf Jenny slechte adviezen. Alex?
‘Nu heeft hij even tijd om af te koelen en na te denken over wat hij heeft gezegd. Dan komt hij er zelf wel achter dat hij niet echt kwaad op je is. Hij belt je vast morgen.’
‘Hij belt me morgen,’ herhaalde ik mijn mantra tot ik bijna overtuigd was. Ik moest letterlijk op mijn handen gaan zitten om te voorkomen dat ik hem zou bellen met Jenny’s vaste lijn. Bijna gebeurde het toch, maar toen herinnerde ik me weer hoe hij had gekeken en zonk de moed in mijn schoenen.
‘Hij belt me vast.’
Drie dagen later had Alex nog steeds niets van zich laten horen.
Na de eerste vierentwintig uur radiostilte had ik gebeld en zijn voicemail ingesproken. Geen respons. Hoe langer het duurde, hoe onmogelijker het werd om in een taxi te stappen, naar huis te gaan en het uit te praten. Op dag twee gingen Jenny en ik samen naar de flat, maar toen was hij er niet. De vuilnishoop met glitters die mijn inpakplek was geweest, lag er nog net zo bij. Het enige bewijs dat Alex uit de badkamer was gekomen, was een stapel platenhoezen bij de ouderwetse draaitafel, een lege pizzadoos en tientallen lege flesjes bier. In een nog halfvolle zak patat waren sigarettenpeuken uitgedrukt. Alex rookte alleen als hij onvoorstelbaar veel stress had of in Frankrijk was. Ik hoopte echt dat hij niet in Frankrijk zat.
Jenny’s geruststellende uitdrukking vervaagde toen ik op mijn tenen door de flat liep, bang om iets te breken dat niet van mij was.
‘Wil je op hem wachten?’ vroeg ze. ‘Ik blijf wel bij je.’
Maar ik wilde niet wachten, ik was bang. Dus pakte ik wat kleren en toiletspullen, maar ook weer niet te veel. Ik kwam hier terug, hield ik me voor. Ik kwam hier absoluut terug.
Ik had gehoopt dat hij uit de subtiele hinten zou opmaken dat ik even thuis was geweest. Mijn moisturizer stond niet meer op het glazen schapje boven de wastafel. Ik had mijn altijd aanwezige aantekeningenboek van het nachtkastje gehaald. Zijn Blondie-shirt waar ik altijd in sliep, haalde ik onder mijn kussen vandaan en stopte ik in mijn tas. Ik wilde dat hij het op zou merken en me zou bellen, of beter nog: me zou komen halen. Maar dat gebeurde niet. Om vier uur ’s morgens, klaarwakker in Jenny’s bed, besefte ik dat hij niet meer zou bellen.
Het waren een paar zware dagen voor ons allebei. Jenny zat tot over haar oren in het werk en had een gebroken hart. Sinds we terug in New York waren, had ze Jeff noch Sigge gezien. Aan Sigge lag dat niet: hij had haar non-stop gebeld, maar tot nu toe had Jenny hem afgehouden met gezucht over overwerk en een post-Vegas migraine. Dat slikte hij tot nu toe, maar we hadden geen idee hoe lang dat nog zou duren. Jenny had een advocaat geconsulteerd en die had bevestigd dat haar Vegas-huwelijk met Jeff niet rechtsgeldig was en dus ook niet nietig hoefde te worden verklaard. Jeff had een barkeeper geconsulteerd en niets anders bevestigd gekregen dan de aanstaande noodzaak voor een levertransplantatie. Rond drie uur was het boze telefoontje gekomen, om vier uur de tranen. Rond tien uur ’s ochtends tekende ik voor een bos bloemen met een handgeschreven verontschuldiging. Jeff had echter nog altijd zijn huwelijk met Shannon niet afgezegd en Jenny was er nog altijd niet aan toe om met hem te praten. Ik vond het angstaanjagend dat Alex wel eens even kwaad op mij kon zijn als zij op Jeff.
Omdat Jenny zich klem had gedronken om even te kunnen slapen, wilde ik haar niet wakker maken. In plaats daarvan liep ik stilletjes naar de woonkamer en opende de jaloezieën. In New York was het nooit echt donker, zelfs niet om vier uur ’s nachts. De kamer werd verlicht door de lampen van Lexington Avenue. Taxi’s reden af en aan, mensen liepen de deli aan de overkant in en uit of stommelden het restaurantje verderop uit. Als je op de bank ging liggen en jezelf helemaal in de rechterhoek drukte, kon je net het Chrysler Building zien.
Toen ik hier net was, volstond dat om me gelukkig te maken, wat er verder ook aan de hand was, en ik had op dat moment ook een gebroken hart gehad. Ditmaal was mijn hart op een andere manier gebroken. Vorige keer had, ik me verraden gevoeld. Alsof alles wat ik ooit had gekend zomaar in één keer was weggevallen. Dit was anders. Als ik Alex kwijtraakte, verloor ik niet alles wat bekend en vertrouwd was, maar alles wat ik wilde. Hij was mijn toekomst, niet mijn verleden. Althans, ik hoopte dat hij nog altijd bij mijn toekomst hoorde.
Met een volkomen tegennatuurlijke drang tot initiatief nemen, pakte ik de telefoon en toetste zijn nummer. De lijn ging over, ik wachtte tot ik de klik van de voicemail zou horen.
‘Hallo?’
Hij nam op. Ik had geen idee wat ik eens moest zeggen.
‘Hallo?’ Zijn stem klonk moe, maar hij was wakker. Ik herkende het subtiele verschil. Ik wist alles van hem. Of ik dacht toch dat ik alles van hem wist.
‘Ik ga nu ophangen. Doe me een lol en wis mijn nummer, oké?’
‘Met mij,’ zei ik gehaast en strekte mijn tenen tot ze tintelden. ‘Met Angela.’
Hij zweeg.
Ik zweeg.
‘Waar ben je?’ vroeg hij uiteindelijk.
‘Bij Jenny.’ Ik wou dat ik iets anders had kunnen zeggen.
‘Uiteraard,’ antwoordde Alex. ‘Zeg, het is vier uur ’s morgens, kunnen we dit een andere keer doen?’
‘Wanneer?’ Mijn hart sprong op: hij wilde praten. Mijn hart kromp ineen: maar niet nu.
‘Ik bel je,’ zei hij kalm. ‘Wanneer ik dat kan.’
Hij hing niet meteen op en het geluid van zijn ademhaling deed die van mij stokken. Toen hoorde ik de klik, de kiestoon, stilte. De lichten van het Chrysler Building smolten samen en ik sloot mijn ogen tegen de tranen. Terug naar bed gaan, betekende in beweging komen en in beweging komen betekende huilen. Dus rolde ik om, stopte mijn gezicht in de rugkussens van mijn oude bank en liet die mijn tranen absorberen. Hij zou me bellen wanneer hij kon.
‘Dus dit moet leuk zijn?’ Jenny was niet blij. ‘Moet ik dit leuk vinden?’
‘Ik was vergeten hoe luidruchtig het hier is,’ gaf ik toe, en ik wou dat ze Beyoncé iets zachter zouden zetten. ‘Qua locatie was het bij iedereen in de buurt, dat leek me handig.’
Het was drie dagen na het nachtelijke telefoontje en ik had nog altijd niets van Alex gehoord. ‘Wanneer ik kan bellen’ was blijkbaar een ruim en vooral symbolisch begrip, want ik was er vrij zeker van dat hij fysiek en financieel in staat was om te bellen als hij daar zin in had en toch… niets. Ik huilde nog dagelijks – bij advertenties voor toiletpapier, tegen oude dametjes in de deli, tegenover het schap met ovulatietesten bij Duane Reed. Toch sloop er inmiddels ook wat rechtschapen woede in mijn stemming. Net als de behoefte aan afleiding. Gelukkig kon ik rekenen op gewillige handlangers.
Rond een glimmende zilverkleurige tafel in Vynl, de nichterigste tent in heel Manhattan, zaten Jenny, Erin en Mary, mijn voormalig redacteur bij The Look. Ik stond op het punt om Het Plan te onthullen, als onze ober tenminste eindelijk eens mijn discofrieten en een Bloody Mary zou brengen.
‘Ze hebben Justin Timberlake-poppen in het toilet.’ Sadie kwam er met een verrukte blik bijzitten. ‘Net Justin-barbies. En ‘Sexy Back’ speelt er steeds. Deze plek is te gek.’
‘Nee, deze plek is afschuwelijk,’ zei Mary die er nooit doekjes om wond. ‘Kunnen we alsjeblieft beginnen zodat ik weer aan het werk kan en me ellendig kan voelen in mijn eigen vertrouwde omgeving?’
‘Ja, we kunnen beginnen en nee, je mag niet weer aan het werk,’ Ik keek naar de deur, er moest nog één persoon komen. ‘Nou ja, natuurlijk mag je wel weer aan het werk, want het is tenslotte je baan, maar zou je niet iets anders willen doen?’
‘Ik wil zoveel,’ zei ze. ‘Ik wou dat ik de loterij won. Ik wou dat George Clooney eens ophield met tegen zichzelf te liegen. Ik wou dat ze eens opschoten met mijn pannenkoeken. Niets van dit alles lijkt binnen afzienbare tijd te gebeuren.’
Niet de meest inspirerende aftrap voor mijn voorstel, maar ik ging onverdroten door. ‘Wat als ik een nieuwe baan voor je had?’ Ik haalde mijn wenkbrauwen op en wachtte op een reactie die niet kwam. Sadie keek me glazig aan, Jenny en Erin wisselden licht schouderophalen uit.
‘Jezus, zeg.’ Ik sloeg mijn armen over elkaar en pruilde. ‘Ik wil een nieuw blad beginnen en ik heb jullie hulp daarbij nodig.’
‘Leuk idee, Angela.’ Mary was de eerste om me af te branden. Heel voorspelbaar. ‘Maar dit is niet zoiets als school, waar je wat foto’s bij elkaar plakte en bij Multicopy vermenigvuldigde. Een nieuw blad in de markt zetten kost miljoenen aan marketing en bovendien staat de hele tijdschriftenbranche onder druk door internet. Een nieuwe indie redt het echt niet zonder enorm budget.’
‘Ook niet als jij hoofdredacteur zou zijn?’ vroeg ik. ‘En we Sadie Nixon als onze moderedacteur zouden hebben? En James Jacobs onze entertainment-coördinator zou zijn?’
‘Nee.’ Ze vernauwde haar ogen. ‘Maar ga door.’
‘En wat als Erin Stein PR achter ons stond?’ Ik keek naar Erin en hoopte dat dit het geval was. Zwangerschap had de lat voor haar een heel stuk lager gelegd: ze glimlachte gelukzalig en knikte braaf mee. ‘Dat is zo,’ zei ze. ‘Net als al onze klanten.’
‘En mag ik de life-coach zijn?’ Jenny haakte enthousiast in, ‘Ik zou een prima life-coach zijn.’
‘Jij mag alles zijn wat je wilt,’ zei ik, en ik voelde me al wat beter. ‘Tenslotte is het jouw blad. Weet je nog waar we het over hadden tijdens de rit naar het vliegveld van Vegas? Hoe er geen tijdschrift voor ons is? Nou, als wij er zo over denken, dan zullen er meer vrouwen zijn die dat doen. Waarom beginnen we dan niet ons eigen blad?’
Rond de tafel gonsde het opeens van de ideeën en mijn energie begon te stromen. Dit was precies wat ik nu nodig had. Dit en mijn verdraaide discofrietjes.
‘Ik wil niet degene zijn die dit plan de nek omdraait voor het goed en wel geboren is,’ zei Mary. ‘Maar alles wat ik net zei, geldt nog steeds. Er zijn enorme investeringen voor nodig en ik heb wel redactionele ervaring, maar wat jij nodig hebt is geld en een uitgever – dat heb ik je niet te bieden.’
‘Het spijt me dat ik zo laat ben.’ Een lange, niet al te pneumatische blondine liet zich op de stoel naast Sadie vallen. ‘Heb je alles al verteld?’
Mary keek passend confuus. ‘Cici?’
‘Delia.’ De goede helft van de Spencer tweeling stak haar hand uit. ‘Je kunt mij herkennen aan het feit dat ik Satan niet ben. En linkshandig.’
‘Hebben ze al tegen je gezegd dat het niks kan worden?’ vroeg Delia aan mij.
‘Inderdaad,’ bevestigde ik.
‘Oké, het zit zo.’ Delia had aanzienlijk meer overredingskracht dan ik. Zodra zij het woord nam, ging iedereen rechtop zitten om te luisteren. Zelfs Mary.
‘Bob Spencer is mijn opa. De Bob van Spencer Media. En hoewel ik jaren achter de rug heb waarin ik elke vorm van nepotisme uit de weg ben gegaan, is voor mij het moment gekomen om eens te gaan cashen. Angela is naar mij gekomen met een geweldige bladformule waar veel mensen bij betrokken zijn. Ik wil die aan mijn opa voorleggen en hem vragen onze geldschieter te zijn. Want waarom is er geen leuk weekblad voor vrouwen dat niet volstaat met hopeloze mode en celebrity gossip? In andere landen zijn er succesvolle weekbladen, dat kunnen wij hier ook.’
‘Dus je hebt een businessplan?’ Mary worstelde duidelijk nog altijd met het feit dat ze Cici niet voor zich had. ‘Hoe mooi al het enthousiasme hier ook is, om een blad te maken, is er een staf nodig. Een redactie, een salesteam, een marketing team, een webteam – ga zo maar door.’
‘Dat ben ik met je eens en dat gaan we ook invullen,’ zei Delia instemmend. ‘Met jou als hoofdredacteur, ik als uitgever en Spencer Media voor de logistiek. En ja, Angela en ik zijn al bezig met een businessplan. Het idee is om te beginnen als een gratis magazine dat wordt bekostigd met inkomsten uit advertenties, met een exclusieve online component. Je moet het zo zien: sterk redactioneel materiaal wordt gecombineerd met een site waarop online deals die zijn gekoppeld aan de redactionele inhoud te vinden zijn. Distributie gaat via de betere fashion retailers in New York die zelf weer baat hebben bij de online deals van de formule, omdat die klanten naar hun winkels en sites trekken. Staat dat, dan vertrekken we naar Los Angeles om van daaruit via de rest van de Verenigde Staten uit te breiden.’
‘Delia heeft het meeste bedacht.’ Ik nipte van mijn water met geforceerde bescheidenheid. ‘Van mij is alleen het blad en de bijbehorende shoppingsite.’
‘Je zou vaker moeten worden gedumpt.’ Goedkeurend klopte Sadie me op de rug en ik vocht tegen de ingesleten reflex om haar arm te breken. ‘Dit is fantastisch! Wanneer beginnen we?’
‘We zijn al begonnen.’ Delia keek stralend rond en lachte. ‘Als jullie allemaal meedoen, ga ik voor volgende week een afspraak met mijn opa plannen.’
‘En wat ga jij doen?’ vroeg Jenny me. ‘Want dit is allemaal mooi en prachtig, maar als het je geen visum oplevert, heb jij er nog niets aan. Het aanbood staat nog: desnoods trouw ik wel met je.’
‘Dat is heel lief van je, maar ik ga de webredactie doen.’ Ik klopte geruststellend op haar hand om de angstaanjagende blik uit haar ogen te krijgen. ‘Ik heb al met Lawrence gesproken en hij denkt dat dit genoeg zal zijn om weer een visum te krijgen, dus maak je geen zorgen: dat is weer één bruiloft minder voor je dit jaar.’
‘Ik wist dat je wel iets zou verzinnen.’ Ze glimlachte. ‘En ik moet eerlijk toegeven dat het een hele opluchting is. Ik probeer het bij één ceremonie per jaar te houden. Je weet toch hopelijk dat je helemaal het einde bent, hè?’
Ik schoot in de lach. ‘Nou, ik kan ermee door, maar ik zou me beslist beter voelen als mijn discofriet eindelijk eens voor me stond.’
Onze ober had het druk achter de bar aan het einde van het restaurant, met heupwiegen op Donna Summer. Het was duidelijk dat hij betere dingen te doen had dan zijn klanten van dienst zijn. Zoals sms’en, bijvoorbeeld. Ik porde mijn arme, gehavende tas open met een gelaarsde voet en checkte mijn nieuwe iPhone. Geen berichten. Al werd ik alleen al blij van kijken naar mijn nieuwe iPhone. Ik was echt een Apple-hoer.
‘Stop met staren naar je iPhone,’ beval Jenny. ‘Elke keer als iemand over het scherm van een iPhone veegt, sterft er een feetje.’
‘iPhones zijn dodelijk voor feetjes?’
‘iPhones zijn dodelijk voor ons allemaal,’ zei ze wijs. ‘Mobieltjes zijn waardeloos. Telefoons ook. Communicatie in het algemeen is ruk.’
‘Heeft hij weer gebeld?’ vroeg ik. Mary en Delia namen intussen samen verschillende punten van het businessplan door, Sadie stelde Erin onvoorstelbaar ongepaste en veel te persoonlijke vragen over haar zwangerschap.
‘Welke van de twee?’ Jenny speelde met de manchet van haar paarse zijden jurk. ‘Ik voel me shitty. Sigge is zo’n schat en ik heb hem laten vallen als een baksteen. Ik ben echt een enorme trut.’
‘Yeah.’ Ik probeerde meelevend te klinken, maar goed beschouwd was het waar, al mochten alleen Jenny en ik dat zeggen. ‘Maar je houdt van Jeff. Je was er niet bij met je hoofd.’
‘Ik hou ook van Sigge,’ antwoordde ze. ‘Echt waar. Toen ik er eindelijk eens goed over nadacht, maakte het idee dat ik hem nooit meer zou zien me ontzettend verdrietig.’
‘En het idee om Jeff nooit meer te zien?’
‘Daar voel ik niet zoveel bij.’ Jenny’s ogen brandden. ‘Maar ik weet vrij zeker dat als ik hem hier op dit moment zou zien, hij op een brancard het restaurant zou verlaten.’
‘Bel Sigge dan. Vraag of hij zin heeft vanavond uit eten te gaan. Of anders brunchen, als dineren je te beladen is,’ stelde ik voor. ‘Je weet niets zeker tot je hem hebt gesproken.’
Ze knikte langzaam. ‘Ga je zelf ook je advies opvolgen?’
‘Alex zei dat hij zou bellen wanneer hij kon bellen.’ Ik was niet van plan om te gaan janken in het bijzijn van mijn nieuwe zakenpartners. ‘En hij zal wel eens bellen. Ooit.’
Sinds ons vertrek uit Vegas was James mijn officiële AA buddy geworden, als in: Anonieme Alexholisten. Iedere keer als ik Alex wilde bellen om te eisen dat hij me zou vergeven, belde ik James. Daar kreeg ik een schandalige Hollywood roddel voor retour. Het was een echte win-win situatie. Alex kreeg zo de eindeloze time-out die hij blijkbaar nodig had en ik kwam erachter welke celebs er allemaal in het geniep gay waren.
‘Mannen hebben gewoon veel langer nodig om dingen op een rijtje te zetten,’ zei Jenny peinzend. ‘Alles komt bij hen harder aan. Vrouwen hebben elke dag al met zoveel rottige, irritante dingen te maken, dat ze eraan gewend zijn. Een veeg in je verse nagellak, prachtige schoenen die je voeten afknellen, niet in je jeans passen – het is een niet aflatende stroom teleurstellingen. Het ergste wat een vent kan overkomen, is dat zijn favoriete team een wedstrijd verliest. Dus is het logisch dat ze helemaal van de leg zijn als dingen eens niet gaan zoals ze moeten gaan. Ze zijn er niet aan gewend, zoals wij.’
Mijn beste vriendin was waarlijk een genie. ‘Wil je dat alsjeblieft opschrijven in een artikel voor het blad?’
‘Dat kan ik en dat zal ik doen,’ zei Jenny kalm. ‘Maar soms is het beter om te weten waar je mee afbent. Wat als hij niet belt?’
Ik liet haar vraag even bezinken. Wat zou er gebeuren als hij niet belde? Nou, Kerstmis zou gewoon doorgaan – over een paar dagen was het al zover. Dan kwam Nieuwjaar, dat zou ook gewoon wel komen en gaan. Dan het tijdschrift. Dan Louisa’s baby. Dan Erins baby. Daarna zou Jenny vermoedelijk wel weer eens trouwen. En dan zou ik eenzaam en alleen sterven tussen mijn duizend katten.
‘Hij belt wel,’ zei ik opnieuw en keek de tafel rond en dronk de opgewonden uitdrukkingen en hartstochtelijke gesprekken in me op. ‘Dat weet ik gewoon.’
Op de dag voor Kerst overtrof New York zichzelf. De hemel was helder en lichtblauw, de lucht koud en tintelend fris. Er was een heel klein beetje sneeuw naar beneden gedwarreld die dreigde me de witte kerst te geven waar ik zo naar verlangde. Jenny, Erin en Sadie hadden de kerststemming een handje geholpen door me te trakteren op een brunch bij Sarabeth in de buurt van Central Park en me vervolgens mee te nemen naar de Radio City Hall Christmas Spectacular. We hadden ons door de menigte geknokt om de etalages bij Saks te zien. En we hadden Jenny gedwongen bij de Kerstman op schoot te gaan zitten. Kortom, de dames deden hun uiterste best om me af te leiden van het feit dat mijn vriendje, ook bekend als de liefde van mijn leven, nog altijd niet gebeld had.
Ons laatste gesprek was inmiddels bijna tien dagen geleden en mijn geloof in hem begon te wankelen. Jenny moedigde me niet langer aan om hem te bellen. Sadie behandelde me niet langer als een kasplantje. Erin had een luchtbed voor me gekocht. Ik vroeg me af hoelang het zou duren voor ze zouden voorstellen dat ik eigen woonruimte zou gaan zoeken. Ik ging ervan uit dat ze genadig waren vanwege de kerst, maar het nieuwe jaar met haar vibe van een nieuwe start zou daar ongetwijfeld een einde aan maken. Wie wilde er nu in vredesnaam in januari aan iets nieuws beginnen? Veel te koud.
‘Dus, nu schaatsen?’ Schemering nam bezit van Manhattan. Jenny stak haar arm door die van mij en tastte door de gewatteerde parka naar mijn hand ‘Rockefeller Center?’
‘Hoe geweldig dit ook allemaal is,’ zei ik voorzichtig. ‘Ik ben eigenlijk helemaal uitgeteld.’
Ze keken alle drie geschokt, maar ik wilde echt niets liever voor kerst dan gewoon naar huis gaan en slapen. Nou ja, naast het voor de hand liggende, dan. Delia en ik hadden non-stop gewerkt aan het businessplan en een dummy van het blad gemaakt om aan Bob te kunnen laten zien tijdens de presentatie en als ik niet werkte, panikeerde ik zoveel mogelijk over andere dingen dan Alex. Zoals de kwestie van mijn visum: als dat niet doorging, wat moest ik dan? Wat als Bob het plan niet zag zitten? Wat als we het wel mochten uitvoeren, maar het blad niet aansloeg?
‘Geen denken aan.’ Sadie schudde haar hoofd. Ik begon er spijt van te krijgen dat ik haar bij de club had gehaald, Jenny en zij spanden steeds vaker samen om me weg te stemmen. Bovendien ruimde ze de badkamer nooit op als ze daarin tekeer was gegaan. ‘We zetten onze kerstmutsen op en gaan ertegenaan, zo makkelijk kom je er niet vanaf. Uitgeteld, het mocht wat. Het is motherfucking kerst, nota bene.’
‘Chic gezegd,’ zei ik en wendde me tot Jenny. ‘Mag ik naar huis?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Van mij wel, als je maar niet in bed jankend naar zijn album gaat liggen luisteren.’
‘En wat dan nog?’ vroeg ik mokkend.
‘Ik zweer het, vrouw, dwing me niet je iPod dezelfde dood te laten sterven als je mobieltje.’ Jenny sleurde me Fifth Avenue af tegen de stroom van last minute shoppers in. Hoe stom waren zalmen maar niet? ‘We gaan schaatsen, je gaat pret hebben en daarna gaan we, weet ik veel, een miljoen calorieën aan chocolademelk drinken.’
‘Goed dan,’ mokte ik verder. ‘Schaatsen. Yay.’
Het lukte me aardig om me groot te houden. Het huilen in het openbaar was al een stuk minder en gisteravond had ik een heel bad kunnen uitzitten zonder ook maar één keer te snikken. Weliswaar werd ik ’s nachts nog snakkend naar adem wakker en checkte ik nog elk kwartier mijn mobieltje, maar ik deed mijn best om het af te bouwen. Daar ging echter erg veel energie in zitten, ik had niet meer zoveel over voor de kerstgedachte en dat maakte me triest. De dag dat woorden als ‘Dashing through the snow on a one-horse open sleigh’ geen glimlach meer bij me opwekten, was de treurigste dag ooit.
De ijsbaan op Rockefeller was druk zoals altijd, maar Erin kende een meisje die een vent kent die weer een belangrijk meisje kende, zodat we meteen aan de beurt waren. Ze speelde haar ‘Ik Ben Zwanger’ troef briljant uit en ging lekker zitten, waarbij ze gewillig op onze handtassen paste. Officieel in training voor het moederschap, terwijl wij onze schoenen omwisselden voor kunstschaatsen. Het was niet de eerste keer dat ik wou dat Jenny me even op de hoogte had gesteld van haar plannen, in plaats van me te verrassen met deze kerst extravanganza. Dan had ik jeans in plaats van een jurk gedragen en als ik geweten had dat we naar Sarabeth’s zouden gaan, iets met een elastische tailleband. De schitterende wollen Alexander Wang jurk die ik voor kerst van Sadie had gekregen, was te mooi voor woorden, maar niet erg geschikt om in te eten of te schaatsen. Ik scharrelde over het ijs als Bambi, op weg naar een zeer modieuze begrafenis. Het was te betwijfelen of hij Wong had gedragen tijdens de uitvaart van zijn moeder net zoals ik betwijfelde of ik het vermogen had de komende dertig minuten overeind te blijven.
Uiteraard schaatste Jenny als een professional. Ze zwierde en draaide over de baan, terwijl Sadie zich vastklampte aan de zijkanten en wachtte tot knappe single vaders op haar afkwamen om haar te versieren. En die kwamen, in drommen.
Vastberaden mijn ‘Kerst in New York’ fantasie volledig uit te leven, zette ik één voet voor de andere en gleed verder de ijsbaan op. Toen ik vijftien, was ik hier goed in. Louisa en ik waren elke week gaan schaatsen. Maar ja, destijds was ik ook goed geweest in vriendschapsbandjes vlechten en mijn haar mishandelen met wafelijzers, en die dingen kwamen tegenwoordig ook nog maar zelden voor. Gehinderd door een strakke rok en de weerstand van mijn parka, had ik bepaald geen lol. Om eerlijk te zijn, had ik in het algemeen geen lol. Ik was zo goed geworden in faken en net doen alsof ik lachte en het naar mijn zin had, dat ik vergeten was om ook daadwerkelijk te genieten. Ik was zelfs vergeten hoe ik moest genieten.
En nu was het kerstavond.
Midden op de ijsbaan van Rockefeller Center kwam ik tot stilstand. Ik keek op naar de enorme kerstboom met de duizenden kleurige lichtjes en bevroor.
Hij had niet gebeld.
Het was kerstavond en hij had niet gebeld.
Er knapte iets in me. Genoeg was genoeg. Iets in me moest schreeuwen voor het weer huilen zou worden. Hij ging verdomme nog aan toe kerst niet voor me verpesten!
Het was echter geen slim plan op boos op de schaats te zijn – ik had Dancing on Ice gezien en wist wat er kon gebeuren. Het was tijd om van het ijs te gaan en actie te ondernemen. Ik moest naar de kant zien te komen, deze schaatsen uit zien te krijgen, mijn laarzen aantrekken, een metrostation vinden, een kwartier geduldig zitten, overstappen op een andere trein, nog eens vijftien minuten wat minder geduldig zitten en dan rechtstreeks naar de flat marcheren om hem op zijn flikker te geven.
Het zou uiteraard een stuk makkelijker zijn geweest om dit plan tot uitvoering te brengen als ik van de opwinding niet onmiddellijk onderuit was gegaan, plat op mijn gezicht.
‘Shit, Angie, gaat het?’ Jenny stond in een oogwenk naast me, maar het was te laat. Mijn handpalmen schrijnden, mijn knieën deden zeer en ik kon amper ademhalen. En daar waren uiteraard ook de tranen weer.
‘Niets aan de hand,’ hijgde ik tussen de snikken door. ‘Het doet alleen maar pijn.’
De meeste New Yorkse schaatsers hadden het fatsoen om niet te gaan staren naar een volwassen vrouw die snikkend als een dreumes van het ijs werd geëscorteerd. Ik liet me op een bank vallen en rukte aan mijn veters, boos op Alex, boos op mezelf, boos op degene die me vijftien jaar geleden geleerd had een dubbele strik in de veters van mijn kunstschaatsen te leggen.
‘Zal ik even helpen?’
‘Nee, ik heb geen hulp…’ Ik keek op met een dodelijke blik en liet mijn mond open vallen. Daar was hij dan. Alex.
Even vroeg ik me af of ik misschien toch met mijn hoofd op het ijs was geknald, maar een blik naar links leerde me dat Jenny, Sadie en Erin als krabben zijwaarts weg scharrelden, met zuinige lachjes om hun mond.
‘Dat werd tijd,’ zei Jenny, net luid genoeg om gehoord te worden. ‘Ik dacht dat die klootzak nooit zou komen opdagen.’
‘Laat me even helpen.’ Alex knielde voor me en ging aan de slag met mijn veters. ‘Jezus, kon je deze niet nog wat strakker strikken?’
Ik kon nog steeds geen woorden vinden. Alex. Pal voor me. Zijn haar viel over zijn gezicht toen hij zich voorover boog, maar ik kon zijn lange slanke vingers aan de knopen zien pulken. De toppen waren rood van de kou.
‘Ik wou net naar je toe gaan,’ zei ik ten slotte.
‘Het is koud, maar ook weer niet zo koud,’ merkte hij op. ‘Voor zover ik weet is de East River nog niet bevroren.’
‘En ik heb niets gehoord over gecrashte mobiele netwerken of ontplofte telefooncentrales,’ antwoordde ik. Het was allemaal erg verwarrend. Ik wilde hem omhelzen, mijn verontschuldigingen aanbieden en zijn huid op mijn huid voelen om hem nooit meer los te laten. Maar ik wilde ook zo snel mogelijk mijn schaatsen uit zien te krijgen, om daarmee eventueel zijn hersens in te slaan. Totdat ik had uitgedokterd voor welke optie ik zou kiezen, zat ik maar even stil.
Alex keek naar me op met rozige wangen. Mijn god, wat wilde ik daar graag even in knijpen. En er daarna op meppen. Hard.
‘Ik heb geen goed excuus,’ zei hij. ‘Ik ben een paar dagen weggeweest, naar mijn ouders, om even rustig alles op een rij te zetten. Maar ik had je moeten bellen. Ik heb wel steeds het nummer gedraaid, maar dan durfde ik niet door te gaan omdat ik niet wist wat ik moest zeggen.’
‘En dat weet je nu wel?’ Het is beter om te weten waar je mee af bent, hield ik mezelf voor. Zelfs slechts nieuws was beter dan al die onzekerheid.
Hij knikte en trok de mouwen van zijn trui over zijn kleumende handen. ‘Het spijt me.’
O, o.
‘Alles wat ik heb gezegd, het sloeg allemaal nergens op en het ging alle grenzen van het fatsoen te buiten. Wat ik heb gezegd over jou en over Jenny – zeker wat ik heb gezegd over Jenny – dat meende ik niet eens. Ik was alleen zo ontzettend kwaad, dat ik niet wist wat ik ermee aanmoest. Ik ben niet zo goed in ontzettend kwaad zijn.’
‘Ik heb niet tegen haar gezegd wat je over haar zei.’ Ik vocht tegen het verlangen om te gaan dansen en zingen. Toch minimaal tot ik de schaatsen uit had. ‘Dat is ook meteen de reden dat je nog leeft, trouwens.’
‘Dus daarom was ze zo nijdig toen ik mijn verontschuldigingen aanbood.’ Alex tuurde naar een handpalm. ‘Shit.’
‘Wanneer heb je haar gesproken?’ Ik wilde niet zo’n klein beetje weten waarom Jenny eerder ‘Het spijt me’ had gehoord dan ik.
‘Toen ze me gisteravond belde.’ Hij ging weer aan het werk met de knopen. ‘Ze belde. Ze gaf me ervan langs. Niets wat ik niet verdiende.’
Ik tuurde de ijsbaan af, maar het sluwe nest was natuurlijk nergens meer te bekennen.
‘Alex, het spijt míj.’ Ik stopte zijn handen in die van mij en boog me voorover tot onze voorhoofden elkaar bijna raakten. Hij was hier echt, ik kon het nog steeds bijna niet geloven. ‘Alles wat ik heb gezegd, ik heb het gewoon niet goed verwoord. Ik wil inderdaad graag in New York blijven en ik kan je duizend redenen geven waarom, maar jij staat bovenaan. Ik wil hier blijven om jou. Ik durfde dat eerder gewoon niet te zeggen.’
‘Hoezo niet?’ Hij sloeg zijn handen om die van mij, zodat onze vingers helemaal in elkaar gevlochten waren. Het voelde geweldig.
‘Omdat ik bang was voor wat jij dan zou zeggen.’ Gegeneerd schudde ik mijn hoofd. ‘Ik was bang dat je zou gaan freaken. En dat was ook zo, toch?’
‘Je was bang voor wat ik zou gaan zeggen als je zei dat je bij mij wilde blijven?’ Zijn stem was zo laag dat de nieuwsgierige trut naast me echt moest over leunen om mee te kunnen luisteren. ‘Waarom?’
‘Daarom.’
‘Dat is niet echt een antwoord, suffie.’ Alex porde me zachtjes tegen mijn knie. ‘Waarom?’
‘Omdat ik daar geen invloed op heb, hè?’ mompelde ik, wriemelde mijn vingers vrij en begon de knopen weer te ontwarren. ‘Blijven voor een baan, voor mijn vrienden of gewoon omdat ik niet terug wil naar Engeland, dat is iets waar ik nog een beetje controle op kan uitoefenen. Door toe te geven dat ik voor jou wil blijven, leg ik het allemaal in jouw handen. Noem dat maar niet eng. En ik dacht…’
Alex maakte mijn zin af. ‘Jij dacht dat ik niet zou willen dat je bleef? Jij dacht dat ik niet wilde dat je in Amerika bleef en de beste manier om dat op te lossen was me vragen om met je te trouwen?’
‘Ik zei niet dat het een logische redenering was,’ antwoordde ik. ‘Maar dat is wel de reden dat ik zo onvoorstelbaar veel stomme dingen heb gezegd over hoe het huwelijk niets voorstelt en dat het alleen maar om een papiertje gaat. Ik meende daar geen woord van. Ik dacht alleen maar dat jij er zo over zou denken.’
‘Maar zo denk ik er helemaal niet over.’ Hij zag kans de ene knoop los te maken, terwijl ik eindelijk succes had met de ander. ‘En je gaf me wel het gevoel dat je alles meende wat je zei.’
‘Dat is echt niet zo,’ zei ik verdedigend. Sinds wanneer was ik zo’n goede actrice? ‘Ik probeerde mezelf alleen maar te beschermen tegen afwijzing en een manier te vinden om hier te blijven. Ik had bovendien het gevoel dat je dat hele visumgedoe niet echt serieus nam. Steeds als ik erover begon, zei jij dat het wel kon wachten tot na de kerst en ik wilde niet zo lang wachten. Het was al zo kort dag – ik was gewoon in paniek.’
‘Dat was me wel duidelijk.’ Hij hielp me met de laatste strik. ‘Je kunt een man ook niet gewoon eens even zijn gang laten gaan, hè?’
‘Ik heb al tegen Jenny gezegd dat het geen zin heeft de Kerstman om een visum te vragen,’ zei ik met een klein lachje dat bijna gemeend was. ‘Hij heeft helemaal geen invloed op de immigratiedienst.’
‘Ze vertelde me dat je helemaal geen hulp meer nodig hebt.’ Hij knielde nog steeds voor me, zo dichtbij dat ik hem zou kunnen kussen. ‘Dat hele tijdschriftding wat je hebt bedacht, klinkt fantastisch – ik ben ontzettend trots op je.’
‘Ja, ik denk dat het een succes zal worden,’ zei ik. Het was bizar dat me zoiets groots was overkomen zonder dat hij er bij betrokken was geweest. ‘Ze gaan mijn nieuwe visum regelen, dus jij bent overal vanaf.’
Alex haalde diep adem en pakte mijn hand weer vast. ‘Wat als ik er nu eens niet vanaf wil zijn?’
Ik glimlachte. Ditmaal voelde het echt. ‘Nou, zo makkelijk kom je niet van me af. Hoe ik ook genoten heb van op een luchtbed bij Jenny slapen, ik zou graag weer naar huis willen.’
‘Ja, maar wat als je nou eens niet gewoon naar huis zou komen?’ Alex schuifelde rond tot hij op één knie zat.
Op één knie terwijl hij mijn hand vasthield.
‘Wil je niet dat ik weer naar huis kom?’ Ik snapte er niets meer van. Ook niet dat de vrouw naast me opeens zo opgewonden deed.
‘Oké, als ik je nu eens dit geef, begrijp je dan waar ik heen wil?’ Hij tastte naar zijn binnenzak en haalde er een klein zwart fluwelen doosje uit.
Mijn ogen werden zo groot als de maan. Nou ja, twee manen. Instinctief mepte ik hem op zijn arm.
‘Niet helemaal de reactie waar ik op had gehoopt.’ Hij perste zijn lippen samen, schraapte zijn keel en keek naar me op.
Ik voelde een acuut geval van het Syndroom van Tourette in me opborrelen en concentreerde me met alle macht op mijn mond houden.
‘Angela Clark,’ zei hij. ‘Sinds ik je heb leren kennen, ben je een enorme lastpost geweest. Je was nog geen week in mijn leven of je vriendin gaf al over op mijn bank, je neemt nooit eens het initiatief om te vrijen en elke keer dat je de staat verlaat, eindigt het in een drama.’
Ik mepte hem opnieuw. ‘Ik hoop dat je ook nog wat aardigs weet te zeggen, anders wordt dit niks, hoor.’
‘En je pleegt ook nog eens huiselijk geweld.’ Hij wreef met een quasi pijnlijk gezicht over zijn ‘verwondingen’. ‘Maar ik heb gehoord dat je in Vegas een smak geld hebt gewonnen, dus daar kan ik wel mee leven.’
‘Gelukkig maar.’ Ik keek op naar de kerstboom achter hem en toen weer naar Alex. Ik moest mijn neus rimpelen om de tranen binnenboord te houden. ‘Ga door, maar nu wel iets liefs zeggen.’
‘Nou, ik weet dat je me niet zult geloven nu je een of ander superbelangrijke mediamagnaat bent geworden met grote rijkdom binnen pinbereik, maar ik denk hier al een tijdje over.’ Hij overhandigde me het doosje en knikte. ‘Bij mij in de familie mag je allemaal op kerstavond al één pakje openmaken.’
‘God, vreselijk als mensen dat doen.’ Het stoorde me echt. ‘Het haalt alle glorie van kerstochtend af en…’
‘Mens, wil je nou eindelijk eens even je kop houden en gewoon het doosje openmaken?’ merkte Alex gefrustreerd op. ‘Het is erg koud en mijn knie doet pijn.’
‘Wat ben je toch romantisch,’ mompelde ik en klapte het doosje open. Voor het eerst die dag was ik blij dat ik niets met een elastische tailleband droeg. Dit soort dingen overkwamen je niet als je in een oude jeans rondliep.
Ik snakte naar adem. In het kleine fluwelen doosje zat een prachtige ring met een smaragd. Het was een rechthoekige geslepen steen die in zijn eentje op een witgouden band zat, waarop kleine witte diamantjes schitterden. Alle lichtjes van Rockefeller Center flonkerden in de facetten en creëerden alle kleuren van de regenboog.
‘Bloody hell.’
‘Zeg dat wel,’ stemde Alex in. ‘Toch?’
Ik zag eindelijk kans om mijn blik los te scheuren van de ring, zodat ik hem aan kon kijken.
‘Je verwacht toch hopelijk niet van me dat ik deze draag en niet verlies?’ vroeg ik vreesachtig en volkomen serieus.
‘Ik verwacht inderdaad dat je hem draagt en ik hou er rekening mee dat je hem zult verliezen.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb ‘m meteen maar laten verzekeren.’ Hij haalde de ring uit het doosje en pakte mijn linkerhand om de ring om mijn ringvinger te laten glijden. Woah. Dus dit was de reden dat Jenny me tot een manicure had gedwongen. De geniepige trut.
‘Ik heb ‘m in Japan gekocht,’ zei Alex. ‘We liepen rond in een vintage winkel waar ze echt antieke sieraden hadden. Ik zag deze en ik wist gewoon dat dit je ring was. Toen ik hem zag, zag ik jou en mij en alles. En ik heb mijn huiswerk gedaan: smaragden staan zowel symbool voor stabiliteit en balans als voor liefde, creativiteit en communicatie. Dus het leek me een prima ring voor ons.’
‘Je hebt deze al in Japan gekocht?’ vroeg ik. De ring was schitterend. Alles was schitterend.
‘Yep.’ Hij sloot mijn vingers en kuste mijn vuist. ‘Dus, hoe denk je nu over voortijdig kerstcadeautjes uitpakken?’
‘Ik heb niets voor jou.’ Het had op dit punt geen enkele zin meer om de tranen nog tegen te houden, dus ik liet ze rijkelijk stromen.
‘Ik heb de doos onder de bank al gevonden,’ biechtte Alex op. ‘En natuurlijk heb ik erin gekeken.’
‘Vind je het wat?’
‘Batman staat erop.’
Met ingehouden adem keek ik hem aan.
‘Ik vind ‘m te gek.’
Ik wist het wel. We waren echt zielsverwanten. ‘In dat geval accepteer ik jouw cadeau.’
Alex lachte. Ik lachte. Hij schoof wat dichterbij en drukte zijn voorhoofd tegen dat van mij. ‘Angela Clark,’ fluisterde hij. ‘Wil je met me trouwen?’
‘Ja,’ antwoordde ik en kuste hem stevig. Alex schoof zijn vingers in mijn haar en ik wreef met mijn vingers over mijn nieuwe ring. Kostbaar bezit. Ik moest mijn best doen ‘m niet te verliezen. De ring niet en Alex niet.
Achter Alex smolten de lichtjes samen tot een blinkende betraande veeg en ergens hoorde ik een koor zingen. Het was een hiphop interpretatie van ‘Frosty the Snowman’ en geen engelenkoor, maar dit was nu eenmaal New York.
Ik voelde zijn lippen blij lachen tegen de mijne en ik wist dat het was zoals het moest zijn.
‘Ga even mijn laarzen bij Erin halen – mijn voeten bevriezen zowat,’ commandeerde ik.
‘Jezus, mens.’ Hij trok aan mijn haar en kuste me opnieuw. ‘Ga je ook zo moeilijk doen als we eenmaal getrouwd zijn?’
Volgens mij wisten we beiden al het antwoord op die vraag.