’En u hebt zelfs geen flauw vermoeden omtrent de inhoud van de tijdcapsule die hij voor zijn dochter achterliet?’ ‘Helaas niet. En de advocaat die de brief verzond ook niet. En zonder een bevel tot huiszoeking of een gewone inbraak konden wij er ook niet achter komen - en misschien had ze de brief toen ook al vernietigd. Maar alles wat we gedaan zouden hebben, zou haar hebben gewaarschuwd dat ze gecontroleerd werd, en zoals de zaken nu staan is dat waarschijnlijk het laatste waar ze aan zal denken. Op dit moment willen we onze glazen niet ingooien. Washington meent dat u de man bent om dit karwei verder op te knappen, om het meisje te schaduwen en haar voldoende speling te geven zonder haar kwijt te raken, tot u erachter bent wat ze van plan is.’
‘Ik ben heel handig met glazen,’ bekende de Saint, ‘en ik moet ook toegeven dat ik een natuurtalent bezit om op jonge meisjes te passen. Waar logeert ze?’ ‘In het Tagus Hotel,’ zei kolonel Wade. ‘Dit is haar foto. Ze is vanochtend gearriveerd, dus veel kan ze nog niet gedaan hebben. En tussen haakjes, we hebben voor u een kamer gereserveerd in het Tagus, op dezelfde verdieping en recht tegenover de hare.’