Ik kwam vrij laat tot ontwikkeling; ik was heel mager en plat, en ik werd pas op mijn veertiende voor het eerst ongesteld. Ik herinner me het moment precies omdat ik bij opa zijn trap aan het vegen was toen het gebeurde. Ik rende naar huis om naar ma toe te gaan en liep regelrecht tegen Richard aan. 'Waar ga je heen?' wilde hij weten. 'Ik moet ma spreken, ' zei ik terwijl ik probeerde langs hem te komen, omdat ik me er niet toe kon brengen om zoiets persoonlijks met hem te bespreken. 'Waarom wil je haar spreken?' wilde hij weten. Ik mocht nooit met ma praten als ik niet tegen hem gezegd had waar het over ging. Ik denk dat hij altijd bang was dat ik een van onze geheimen zou verklappen. 'Meisjesdingen, ' zei ik, hopend dat hij het zou begrijpen en me met rust zou laten.'O, juist, ' zei hij, en hij leek niet alleen onmiddellijk door te hebben waar ik het over had, maar hij was ook ongelooflijk bezorgd. 'Ga daar dan maar naar binnen, jongedame, ' zei hij, en duwde me in de richting van de woonkamer terwijl hij naar ma schreeuwde dat ze moest komen. Ze legden me op de bank en de jongens moesten kussens gaan halen om onder mijn hoofd en mijn benen te leggen. 'Ga eens wat Doctor White's voor haar halen, ' zei ma en Richard haastte zich naar de winkel. 'Je bent nu een vrouw, ' bleven ze maar zeggen en herhaalden dat ik me op geen enkele manier moest inspannen. Ze gaven me een paar dagen vrij van school terwijl ik verderging met 'een vrouw te zijn', en ik vond het een prachtige smoes. Als ik had geweten hoe erg mijn menstruatie in de daaropvolgende maanden zou worden, dat die soms wel drie weken duurde met maar een week ertussen, zou ik waarschijnlijk niet zo blij zijn geweest. De verwennerijen hielden ook al snel op. Mijn menstruatie werkte ook tegen me omdat ma en Richard er nu nog een reden bij hadden om me thuis te houden. Ik vond het heerlijk op school omdat het betekende dat ik een paar uur per dag kon doen en zeggen wat ik wilde en geen walgelijke boetes hoefde te betalen. Ik genoot van mijn vrijheid en was altijd de clown van de klas, bekend bij leerlingen en leraren om mijn luide, bulderende lach en vrolijkheid. De leraren schenen nooit moeite met mijn gedrag te hebben omdat ik, in tegenstelling tot veel van de kinderen op die school, nooit brutaal en altijd gezeglijk was. Ik liep gewoon over van blijdschap omdat ik uit huis weg was. Iedereen, zowel de leerkrachten als de leerlingen, scheen me altijd te mogen, wat me verwonderde. Als ik zo'n verachtelijk wezen was, zoals mijn stiefvader me maar onder de neus bleef wrijven, waarom zag niemand anders dat dan?
De wetenschap dat ik geliefd was op school maakte me nog vrolijker wanneer ik er was, maar het werd een beproeving mezelf aan het eind van de dag naar huis te slepen. In het begin deed ik het goed op school, soms was ik de beste van de klas, maar naarmate ik ouder werd en geacht werd huiswerk te maken en extra tijd aan school te besteden, begon ik achterop te raken. Ik neem aan dat mijn gebrek aan goede leerprestaties me op andere scholen verweten zou zijn, maar in een buurt als de onze waren de leraren al blij als iemand vrolijk en enthousiast in de klas zat. Ze wisten dat ik mijn best deed, maar problemen thuis had. Ik was vast anders dan de meeste misbruikte kinderen, wat waarschijnlijk de reden is dat niemand van de leerkrachten mijn probleem opgemerkt heeft. Normaal gesproken zijn ze alert op kinderen die teruggetrokken zijn en problemen hebben met hun leeftijdsgenootjes, en ook op de gebruikelijke blauwe plekken en andere kenmerken. Vele jaren later vertelde Hayley me dat ik inderdaad altijd lange mouwen droeg vanwege de blauwe plekken op mijn armen, maar daar was ik me niet echt van bewust. De meeste kwellingen waar mijn stiefvader me aan onderwierp, lieten geen zichtbare sporen achter - de littekens zaten allemaal in mijn hoofd - en als ik wel duidelijke sporen vertoonde, werd ik thuis gehouden tot ik genezen was. Toch was er één keer, toen ik nog in de brugklas zat, dat mijn hele oog bloeddoorlopen was, en ik moest bij de directeur komen om erover te praten. Toen ik zijn kamer binnenstapte, zag ik dat er een paar maatschappelijk werkers waren die me wilden spreken. Ze moeten geweten hebben dat er iets anders aan de hand was, omdat de directeur vroeg: 'Heeft je vader gezegd dat hij je zou vermoorden?' Ik deed mijn mond open om 'ja' te zeggen, maar op dat moment stormde de Stomme Idioot de kamer binnen, badend in het zweet, alsof hij de hele weg van huis was komen hollen. Ik denk dat ze het hem volgens de wet hadden moeten laten weten of zo. 'Nee, ' zei ik snel. 'Hij zegt dat soort dingen alleen maar als hij grapjes maakt, zoals iedereen. ' 'Slaat hij je?' vroegen ze me.
'Nee, ' kwam er uit mijn mond, al schreeuwde ik in mijn hoofd: 'Ja!' Richard zei dat ze allemaal moesten opsodemieteren, trok mij uit mijn stoel en bracht me regelrecht naar huis, waar ik een flink pak slaag kreeg omdat ik maatschappelijk werkers bij onze familiezaken betrokken had. Ik heb nooit meer iets van een van de anderen gehoord. Ik denk dat ze er tevreden mee waren mijn antwoorden kritiekloos te accepteren. Hoewel de autoriteiten waarschijnlijk geen reden hadden om aan te nemen dat ik zo erg mishandeld werd, wisten ze zeker dat mijn ouders moeilijk, gewelddadig en verbaal agressief waren. De leraren wisten dat ik op maandag niet naar school kwam omdat ik hun uitkeringscheques moest ophalen. Alle mensen in onze buurt die moeite hadden om rond te komen, stonden tegelijkertijd in de rij op het postkantoor, een rij die soms een paar straten besloeg. Zelfs als je er om half acht 's ochtends ging staan, stond je vaak niet voor twaalf uur aan de balie, omdat er maar twee mensen waren die zich met de eindeloze stroom mensen bezighielden. Ma en Richard waren absoluut niet van plan om zelf zo lang in de rij te gaan staan, dus werd ik gestuurd. Ik was niet het enige kind in de buurt dat met die verantwoordelijkheid werd opgezadeld. Wanneer er een probleem thuis was waardoor ma vaak weg was, zoals de maanden die Les in het ziekenhuis doorbracht voor zijn brandwonden of toen ze zelf naar het ziekenhuis moest om haar nier te laten verwijderen, of om weer een baby te krijgen, ging ik weken achtereen niet naar school. Dan zat ik in huis opgesloten om allerlei dingen voor de Stomme Idioot te doen, en ik mocht nooit de lessen inhalen die ik had gemist. De leraren wisten dat ik ook het huiswerk dat ze opgegeven hadden nooit kon doen, omdat mijn ouders vonden dat de tijd die ik thuis doorbracht aan het gezin besteed moest worden in plaats van aan huiswerk. Ze dachten waarschijnlijk dat ik de hele avond televisie aan het kijken was in plaats van keihard het huis te poetsen en op mijn broertjes te passen. Ze deden er niet moeilijk over - ma had hun luid en duidelijk verteld dat ik niet alleen geen huiswerk maakte, maar ook niet nableef, en hun werk was al zwaar genoeg zonder dat ze ook nog eens ruzie met haar en Richard maakten, dus moedigden ze me aan wanneer ze maar konden. Toen ik voor een paar eindexamenonderdelen slaagde, zeiden ze allemaal hoe trots ze op me waren. Het verbaasde me, want ik wist dat ik het veel beter gedaan zou hebben als ik de kans maar had gekregen om te studeren, maar ik was ze dankbaar voor hun vriendelijkheid. Iedere vorm van studeren werd bij ons thuis als een teken van snobisme gezien. Als ze zagen dat je een boek las, namen ze aan dat je je een air aanmat en beter probeerde te zijn dan je ouders, dus niemand van ons deed het. Toen ze op school zeiden dat mijn broer Pete buitengewoon begaafd was en voorgedragen moest worden voor een beurs voor een privé-school in de buurt, zei Richard nee.
Zijn excuus was dat hij niet wilde dat zijn zoon naar een 'school voor homoseksuele jongens' ging, maar ik denk dat hij het gevoel had dat hij daardoor minder controle over Pete zou krijgen en dat hij met een milieu geconfronteerd zou worden waar hij zich geen raad mee wist. Ik weet niet of de school ooit een poging heeft gedaan om de autoriteiten over te halen ter wille van mij in te grijpen, en aangezien mijn dossiers zoekgeraakt zijn, zal ik er wel nooit achterkomen, maar ik weet wel dat ze niets hadden kunnen doen zonder het risico te lopen geïntimideerd en zelfs aangevallen te worden in hun eigen lokaal of op weg van of naar school. De moed moet hun in de schoenen zijn gezonken als ze weer een kind met onze achternaam zagen komen, omdat ze wisten dat het betekende dat ze tijdens ouderavonden uitgescholden zouden worden. Uiteindelijk lukte het hen om Richard van de lagere school verbannen te krijgen vanwege zijn agressieve gedrag, al heb ik geen idee hoe ze het verbod hebben kunnen uitvoeren. Had ik maar geweten dat de vriendelijke kantinejuf die me altijd vroeg hoe het met me ging terwijl ik in de rij stond voor mijn eten, dat vroeg voor mijn vader, dan zou ik misschien een boodschap naar hem hebben kunnen doorspelen, hem laten weten dat het slecht ging en hem vragen of hij me wilde komen halen. Maar ik dacht gewoon dat ze een vriendelijke mevrouw was en dat mijn vader niets met me te maken wilde hebben. De kantinejuf zag vast een luidruchtig, vrolijk meisje dat ondanks haar magere lijf flinke porties weg stouwde. Er was voor haar geen reden om pa iets anders te vertellen dan dat ik er goed uitzag en dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Richard zag me vast graag in een schooluniform. Ik neem tenminste aan dat dat de reden was dat ik op de basisschool van die stomme hakjes van hem moest dragen, en dat hij zijn voorkeur nog duidelijker maakte naarmate ik ouder werd. Toen ik een tiener was, liet hij me wanneer ma weg was mijn gymrokje, lange kousen en een bloesje aantrekken, mijn haar opsteken en make-up op doen. Dan ging hij op het bed liggen masturberen terwijl ik door de kamer liep, me bukte en laden opendeed zodat hij mijn slipje kon zien. Daarna moest ik op het bed kruipen en het verder voor hem afmaken.
6
Ma en de Stomme Idioot zagen school als een taakstraf die hun kinderen zo snel mogelijk van zich af moesten schudden, en zelfs nog voor ik officieel van school mocht, zeiden ze al dat ik moest gaan werken om kostgeld te kunnen betalen. Het begon met een stage die de school zou regelen en toen de leraren aan me vroegen wat ik wilde doen, zei ik dat ik graag iets met kleine kinderen wilde doen. Hoewel het wel eens te veel was geweest, had ik het wel leuk gevonden om voor mijn broertjes te zorgen toen ze klein waren, vooral voor Les, die eigenlijk meer mijn baby was dan die van ma. Als ik thuis was, was hij altijd bij me. Zelfs als ik met een vriendin uitging of naar mijn kamer ging, moest ik hem altijd meenemen. Hij kon het niet helpen - ma en Richard hadden gewoon geen zin om voor hem te zorgen - maar mijn vriendinnen vonden het niet leuk dat we hem altijd mee moesten nemen. Maar Les werd uiteindelijk heel erg verwend, want ondanks het feit dat ze niet voor hem wilden zorgen, gaven ma en Richard hem altijd zijn zin. Als hij iets van mij wilde hebben, moest ik het aan hem geven, anders begon hij te gillen en kwamen ze voor hem op en raakte ik wat het ook was voorgoed kwijt. Hij mocht ma zelfs 'dikke slet', noemen en dan lachte de Stomme Idioot alleen maar en moedigde hem aan. Toen Les een baby was en ik elf, was het mijn taak op te staan als hij 's nachts huilde en dan moest ik hem in bed nemen om hem stil te krijgen. Ik was zo bang om het fout te doen dat ik in de nachten dat hij doorsliep versuft wakker werd en dacht dat ik hem kwijt was omdat hij niet bij me in bed lag. Dan kroop ik op handen en knieën over de vloer en probeerde hem te vinden tot ik wakker genoeg was om me te herinneren dat hij er niet was. Op een middag gingen ma en ik bij mijn opa op bezoek, en ik wilde hem vertellen hoe ik midden in de nacht over de vloer had gekropen om Les te zoeken. 'Sst!' siste ma, en ik besefte dat ik mijn mond voorbij had gepraat. 'Waarom deed ze dat dan?' vroeg opa, duidelijk verwonderd. 'O, je weet hoe ze is,' wimpelde ma het af, 'ze verzint ze waar je bij staat, hë?' Ik realiseerde me dat ze niet wilde dat haar vader wist dat ze mij voor de baby liet zorgen.
Daarna leerde ik wel om mijn mond te houden. Naarmate hij ouder werd, ging Les zich zo verwend gedragen dat hij onmogelijk in de omgang werd, dus waren het Tom en Dan, de twee middelsten, die mijn lievelingsbroers werden. De Stomme Idioot vond het idee dat ik met kinderen werkte maar niks, omdat hij er niets aan had. Hij wilde dat ik in de winkelstraat ging werken. Als ik vakken vulde in een van de supermarkten, redeneerde hij, dan zou ik korting krijgen op etenswaren voor de familie. Uiteindelijk vonden ma en hij een baantje voor me in een schoenwinkel en stonden erop dat ik iedere cent afdroeg als kostgeld; ik hield net genoeg over voor de bus van en naar mijn werk en voor boterhammen in de middagpauze. Het was net of je samenleefde met een stel treiterkoppen in de speeltuin die het zakgeld van kleine kinderen afpikten. Hoewel ik langer op school had willen blijven en meer certificaten had willen halen, vond ik het leuk werk en vond ik het helemaal niet erg om het fulltime te doen. Net als met school, betekende het dat ik uit huis en een paar uur veilig uit de buurt van Richard was, al wachtte hij me altijd op wanneer ik thuiskwam. Het verbaasde me hoe goed ik met iedereen in de winkel kon opschieten. Niemand deed ooit akelig tegen me, eerder het tegenovergestelde. Hoewel de bedrijfsleidster soms streng was tegen de andere meisjes, scheen ze mij graag te mogen; ze nam me altijd mee als ze een sigaret wilde roken en liet de anderen op de winkel passen. 'Jane en ik gaan even roken, ' kondigde ze dan aan, waarna wij koninklijk wegschreden. Maar geen van de anderen leek het me kwalijk te nemen. De man van de bedrijfsleidster vond me ook aardig en vroeg me wel eens mee uit winkelen wanneer hij dingen voor zijn vrouw moest kopen en vrouwelijk advies nodig had. Er werd zelfs over gepraat om me mijn eigen filiaal te geven met een flat erboven, al kwam daar niets van. Het feit dat iedereen behalve mijn familie me leek te mogen is waarschijnlijk de reden dat ik het leven in die vroege jaren niet volledig opgegeven heb. Hoewel Richard me nog steeds zo bang wist te maken dat ik alles deed wat hij beval, slaagde hij er nooit in me ervan te overtuigen dat ik zo'n ellendige worm was als hij deed voorkomen. Als ik maar een manier kon bedenken om uit zijn klauwen te ontsnappen, dan wist ik dat er een leuke wereld op me wachtte vol aardige mensen met wie ik kon lachen. Ik kon alleen maar niets bedenken om bij hem vandaan te komen. Ondanks alle dingen die hij fysiek met me deed, scheen Richard ook nog een fantasieleven over me te hebben. Toen ik een jaar of zestien was, kwam ik op een avond thuis van mijn werk toen het nog licht was.
Ma was met de jongens naar hun boksles, zoals ze nu altijd deed en toen ik binnenkwam, zei Richard dat ik nu meteen in bad moest, zodat er straks weer warm water zou zijn voor de anderen. Ik ging terneergeslagen naar boven omdat ik aannam dat hij het als excuus aanvoerde om de badkamer binnen te komen en misbruik van me te maken. Ik kon hem niet buitensluiten omdat hij het slot van de deur had gehaald, met als reden dat hij geen deuren met een slot in zijn huis wilde hebben, wat wel een beetje ironisch was gezien zijn schuur en alle buitendeuren. Ik denk dat een deur die van binnen op slot gedraaid kon worden zijn mogelijkheden beperkte om overal in huis naar binnen te stappen wanneer hij daar zin in had. Als een van de deuren van binnenuit op slot gedraaid had kunnen worden, hadden we aan hem kunnen ontsnappen, al was het maar voor een paar minuten, en dat zou hij niet hebben kunnen verdragen. Terwijl ik me uitkleedde, had ik het vreemde gevoel dat er iets griezeligs ging gebeuren. Ik stapte snel in bad terwijl ik mezelf probeerde te bedekken, omdat ik het gevoel had dat ik bespied werd. Ik kon me niet meer voor de geest halen of er een gat in de deur zat waar het slot had gezeten. Ik waste me snel, stapte uit bad en deed de deur met een zwaai open, terwijl ik me afvroeg of het een hersenspinsel van me was, en ik kon een gil niet inhouden toen ik bijna over Richard struikelde die op zijn knieën op de vloer zat met zijn penis in zijn hand en zijn spijkerbroek en onderbroek om zijn enkels. Ik sloeg de deur dicht en hoorde hem aan de andere kant ritselen en schuifelen om zichzelf op orde te brengen. Toen ik zeker wist dat hij naar zijn slaapkamer was gegaan, droogde ik me zo snel mogelijk af en ging naar mijn kamer om me aan te kleden. Er werd nooit meer op het voorval teruggekomen, wat vreemd was, aangezien Richard zich nooit geneerde als hij over zijn behoeftes wilde praten en over wat hij met me zou gaan doen. Meestal probeerde hij net te doen of alles wat hij deed een geintje was. Soms wanneer ik in de keuken stond af te wassen, ging hij stiekem achter me staan en trok een plastic tas over mijn hoofd of wikkelde huishoudfolie om mijn gezicht. Dan lachte hij en kon ik niet terugvechten of zeggen dat het pijn deed of dat ik bang was, omdat ik dan gestraft werd omdat ik'chagrij-nig' was. De eerste paar keer worstelde ik instinctief om de zakken van mijn hoofd te krijgen, net zoals ik geprobeerd had me vanonder de kussens die hij op mijn gezicht legde te worstelen, of ik probeerde een gaatje door het plastic voor mijn mond te prikken zodat ik lucht kon krijgen, maar daar werd hij alleen maar kwaad om. Ik veranderde dus van tactiek, net als ik bij de kussens had gedaan, en bleef rustig staan, terwijl ik verder probeerde te gaan met de afwas alsof er niets aan de hand was en vocht om de paniek te onderdrukken. Ik hoopte dat het spelletje hem zou gaan vervelen, maar hij werd er alleen maar kwaad om, omdat hij vond dat ik niet sportief was. Ik weet niet met wat voor reactie ik had moeten komen om het hem naar de zin te maken. Ik betwijfel of er eigenlijk wel een was. Zijn moeder was in die tijd verhuisd en woonde ongeveer zeven uur rijden bij ons vandaan.
Zo nu en dan kondigde hij plotseling aan dat hij me meenam om een paar dagen bij haar te logeren. Ik moest mee om hem te helpen 'vanwege zijn slechte been'. Ik was bang bij de gedachte dat ik een aantal dagen achter elkaar min of meer alleen met hem zou zijn, omdat ik wist dat mijn opa en oma niets zouden vermoeden en niets konden doen om me te beschermen, ook al zouden ze dat willen. Oma was verhuisd omdat ze naast haar zus wilde gaan wonen in zo'n bejaardenbungalowtje, wat inhield dat ze het grootste deel van de tijd dat wij er waren bij haar zus thee zat te drinken. Opa had helemaal niets meer in de gaten, nu hij het stadium had bereikt dat hij zijn schoenen in de koelkast zette en boterhammen met theezakjes klaarmaakte. Hij was een lieve oude man, die zijn hele leven als kastenmaker had gewerkt, nooit een vrije dag had genomen en altijd in zijn schuurtjes aan het knutselen was. Ik heb hem nooit een keer horen vloeken, wat hem heel anders maakte dan de rest van de familie. De dag dat hij met pensioen ging, werd hij een beetje raar in zijn hoofd. Ik denk dat zijn werk hem een ontsnapping had geboden uit de realiteit van zijn huwelijk. Hun bungalow bevond zich in een gehucht van zo'n tien huizen en een winkel. Ik herinner me dat ze in het huis ertegenover een enorme zeehond in een vijver in de tuin hielden. Ze hadden hem gered toen hij als huiler tijdens een storm was aangespoeld en hadden er sindsdien altijd voor gezorgd. Het sneeuwde een keer toen mijn stiefvader en ik daar waren, en ik zat een week-lang vast met hem in het huis, terwijl hij deed of we een echtpaar of zo waren. Hoewel oma nooit lief voor me was toen ik klein was, werd ze milder toen ik een jaar of zestien was. Ze had net te horen gekregen dat ze kanker had en ze riep me bij zich om te zeggen dat ze spijt had van alles en dat ze eigenlijk wel van me hield. Ik moest er verschrikkelijk om huilen, vooral omdat ze niet lang daarna overleed. Richard had ook een zus, die net zo agressief was als hij. Ik herinner me dat ma me vertelde dat ze een keer met haar een pub binnenging en dat mijn tante een van haar voeten op de bar legde en aan een volkomen vreemde vroeg of hij haar 'laarzen godverdomme mooi vond'. Ze was een van de weinige mensen die zich tegen Richard verweerden en sloeg net zo hard als hij.
Eèn keer ging ze hem met haar naaldhak te lijf. De avond voor we op een van onze reisjes naar oma zouden gaan, stonden Richard en ik samen thuis in de keuken. Ma was met Les naar de buren gegaan om de telefoon te lenen en de andere jongens zaten in de voorkamer tv te kijken. Richard begon me te vertellen wat voor dingen hij en ik allemaal zouden doen op de heenweg en de terugweg, en ook terwijl we daar waren. Het was net of hij dacht dat ik net zo blij en opgewonden was over het vooruitzicht als hij. Ik werd steeds kwader en ik hoorde steeds een liedje in mijn hoofd dat in de televisieserie Gratige Hill een rol had gespeeld 'Zeg gewoon nee'. Ik dacht al jaren aan die tekst en om de een of andere reden, toen Richard me vroeg of ik al die dingen wilde doen, zei ik gewoon 'nee. ' Ik wist meteen dat ik een enorme fout had gemaakt. Hij drukte zijn voorhoofd tegen het mijne, zijn ogen boorden zich in mijn ogen, koud en kwaad, en ik voelde zijn adem op mijn gezicht. 'Wat?' Ik weet niet waarom, maar ik zei opnieuw 'nee'. Het was alsof er in mijn achterhoofd een heel klein vonkje moed eindelijk aangewakkerd was tot een vlam. Zijn vuist kwam uit het niets en stompte mijn hoofd achterover tegen de tegels van de muur achter me. Ik begon te huilen en wilde sorry zeggen, maar ik had hem al te kwaad gemaakt om nu nog te kalmeren. In een zwarte mist van woede bleef hij me stompen, greep me bij mijn haar, sleurde me bij de muur vandaan en schopte me letterlijk de lucht in en de gang in, voorbij de open deur naar de voorkamer waar mijn broertjes zaten. Toen ik neerkwam, kwam hij me achterna, schoppend en schreeuwend dat ik een 'ondankbaar kutwijf' was. Mijn broertjes gilden vanaf de bank dat hij moest ophouden, omdat ze bang waren dat hij me zou vermoorden, maar niemand van hen durfde iets te ondernemen, omdat ze wisten dat hij zijn woede op hen zou koelen als ze probeerden tussenbeide te komen. We hoorden allemaal ma's sleutel in het slot. 'Sta op en knap je op, ' beval Richard. Ik kwam overeind en probeerde mijn kleren glad te strijken terwijl hij naar de jongens gilde dat ze op moesten houden. Er lagen plukken van mijn haar op de smetteloze, rode vloerbedekking en mijn gezicht zag vlekkerig van de slagen. Toen ma binnenkwam, ging ik kaarsrecht staan.
De jongens waren stil, bleek en trillerig. Ma moet het gegil bij de buren en buiten hebben gehoord, maar ze was net zo bang om Richard tegen zich te krijgen als de jongens. 'Wat is er met jou?' vroeg ze lichtelijk geïrriteerd dat ik alweer moeilijk over het een of ander liep te doen. 'Iets in mijn oog, ' antwoordde ik, een zin die ik vaak gebruikte om te verklaren waarom het er misschien uitzag alsof mijn ogen traanden. Zoals altijd accepteerde ma zonder meer wat ik zei en vroeg verder niets meer. Gezien de manier waarop Richard alles wat ik deed en waar ik heen ging in de hand wilde hebben, wilde hij verrassend graag dat ik verkering zou krijgen en aan seks zou gaan beginnen, en hij liet me zo snel mogelijk aan de pil gaan, nog voor ik van school was. Het feit dat mijn menstruatie zo lang duurde, vaak terugkeerde en pijnlijk was, gaf hem een ideaal excuus. Hij stelde ook voor dat ik met een vriendin en een stel jongens naar Southend zou gaan om in de caravan van mijn oom te logeren. Uiteindelijk konden de jongens niet weg van hun werk, maar mijn vriendin en ik gingen toch en ontmoetten een paar andere jongens terwijl we daar waren. Het was een fantastische vakantie, op één voorval na toen een van de jongens aan het spelen was met een grote steen die mijn nichtjes waarschijnlijk van het strand hadden meegebracht en gevernist hadden. Hij gooide hem van de ene hand in de andere terwijl hij voor het raam van de caravan stond en ving hem steeds net op tijd. Ik vroeg of hij dat niet wilde doen en toen miste hij hem, en de steen vloog door het raam. Ik ging helemaal door het lint, omdat ik wist welke problemen ik hierdoor zou krijgen, en ik liet die arme jongen iemand bellen om tegen het weekendtarief een nieuwe ruit te komen inzetten. Het was een geweldige vakantie, maar ik kon maar niet begrijpen waarom ik ineens zoiets volwassens mocht doen. Het gaf me een glimpje hoop dat alles misschien beter zou worden. Toen ik thuiskwam, schreef een van de jongens die we ontmoet hadden me een liefdesbrief. Richard onderschepte zoals altijd mijn post en las hem aan de hele familie voor terwijl ik daar zat te huilen, vernederd en me bewust van het feit dat ik nog niet vrij was. Er woonde bij ons in de straat een jongen die Nick heette en die een jaar ouder was dan ik. Hij was al van school gegaan om steigerbouwer te worden, en ik vond hem fantastisch. Alle meisjes hadden een oogje op hem. Hayley en ik keken altijd vanachter de vitrages naar hem terwijl hij langs onze huizen liep, en we giechelden en zuchtten en fantaseerden dat hij ons mee uit zou vragen. Ik zou hem nooit hebben laten weten wat ik voelde, omdat ik me veel te opgelaten zou voelen en omdat ik niet gewild zou hebben dat mijn stiefvader wist dat ik een oogje op iemand had, voor het geval hij rot tegen hem zou gaan doen. Ik kwam zoals gewoonlijk op een middag uit school en toen ik het huis naderde, wist ik dat de hele woonkamer leeggehaald was omdat hij opnieuw behangen en geschilderd moest worden.
Het duidelijkste teken daarvan was dat de ruiten besmeurd waren met Windolene, zodat de mensen niet naar binnen konden kijken terwijl er geen gordijnen hingen. Toen ik binnenstapte, begroette Richard me in een opperbeste stemming. Hij scheen altijd blij te worden van behangen en schilderen. De ramen stonden open om de verflucht uit het huis te krij -gen, en vanuit de kamer zag ik Nick door de straat lopen, op weg naar zijn huis. Richard zag hem ook en moet iets aan mijn gezicht hebben gezien, want hij begon te zingen: 'Ze is verliefd! Janey is verliefd op Nick!' Ik zag dat Nick het kon horen en ik wilde wel door de grond zakken. Toen begon Richard als een suffe schooljongen naar hem te roepen: 'Janey is verliefd op je, Nick!' Hij schreef hetzelfde met zijn vinger in de Windolene, zodat iedereen, inclusief Nick, het kon zien. Ik moest wel met hem mee lachen, anders zou ik weer in de problemen zijn gekomen omdat ik een flauwe trut was, maar in werkelijkheid kromp ik ineen van schaamte. Richard was ook niet van plan het erbij te laten. Iedere dag liep Nick langs ons huis en Richard bleef naar hem schreeuwen tot de jongen eindelijk met een grijns reageerde. Na een tijdje nodigde hij hem uit om een kop thee te komen drinken. Nick begon steeds vaker langs te komen en ik begon met hem uit te gaan. Al was ik in het begin zo kwaad op Richard geweest, ik moest toegeven dat dit wel een leuk vervolg voor me had, omdat ik al zo lang een oogje op Nick had en nooit de moed bij elkaar geraapt zou hebben om uit mezelf tegen hem te praten. Ik begon te denken dat dit misschien een eind aan het misbruik zou betekenen. Als Richard me aan iemand anders koppelde, was hij misschien wel van plan me zelf met rust te laten. Misschien verloor hij, nu ik niet langer een kind was, eindelijk zijn belangstelling voor me en was hij bereid me vanonder zijn tirannieke bewind te laten stappen. Ik weet niet waarom ik zo optimistisch was. Er waren al zo veel keren geweest dat ik dacht dat Richard misschien zou veranderen. Ik had gehoopt dat hij zou stoppen toen ik in de puberteit kwam, en vanaf die tijd had ik bij iedere verjaardag gehoopt dat hij zijn belangstelling voor mij zou verliezen, maar het was nooit gebeurd. Zo nu en dan vroeg ik of we met die dingen konden ophouden en dan zei hij ja, als ik hem 'nog een laatste speciale gunst' bewees. Dan deed ik wat het ook was, maar het maakte niet uit, want de volgende dag bedacht hij wel weer een smoes om me iets anders te laten doen. Soms probeerde ik mijn ongesteldheid als excuus aan te voeren om iets wat hij wilde niet te doen en ik loog wel eens over de data, maar hij vond een manier om zelfs dat tegen me te gebruiken. 'Smerige trut, ' schreeuwde hij tegen me terwijl hij op een dag uit de badkamer stapte en de trap afkwam. 'Je hebt je smerige rotzooi in de wc laten liggen en ik moest het doorspoelen.'
Ik wist dat hij het verzon omdat ik niet ongesteld was, al had ik dat wel tegen hem gezegd, en ik wist zeker dat het niets met ma te maken had, maar ik kon niets zeggen, anders verraadde ik mezelf. Ik denk dat hij er gewoon een kick van kreeg om op een neerbuigende manier tegen me te praten. Maar als ik verkering had, zei ik bij mezelf, zouden de dingen anders worden. Hij zou me toch niet willen delen? Zodra ik besefte dat Richard het goed vond, bracht ik zo veel mogelijk tijd bij Nick thuis door. Zijn familie was zo lief. Zijn moeder leek me echt geschikt te vinden voor haar zoon. Ze gaf me gouden sieraden en had zelfs een foto opgehangen van Nick en mij samen. 'Ik heb altijd gehoopt dat je verkering zou krijgen met mijn Nick, ' zei ze me telkens weer, wat me het gevoel gaf dat ik bijzonder en gewenst was. Op een dag nam Nick me mee naar Londen voor een tochtje in een van de rondritbussen. Ik werd tot over mijn oren verliefd en geloofde dat ik eindelijk een uitweg uit mijn verschrikkelijke leven had gevonden. Hoewel de Stomme Idioot ons de hele tijd aanmoedigde om bij elkaar te zijn, waarschuwde hij Nick op die halfgrappige toon die hij meestal bezigde dat hij niets moest doen waar hij spijt van zou krijgen. 'Als je met haar rotzooit, ' waarschuwde hij, 'dan hak ik je lui eraf!' Zoals meestal kon je aan zijn toon niet horen of hij nu een grapje maakte of niet. Het was verwarrend, maar ik was zo gelukkig. Voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel dat er mensen waren die echt om me gaven en maakte ik deel uit van een aardige familie. Ik wist dat Nick me nooit pijn zou doen, en hij drong nooit bij me aan op seks. Het enige akelige was dat de Stomme Idioot eiste dat ik hem nog veel meer gunsten bewees voor alle keren dat hij me naar Nicks huis liet gaan, zodat ik me al smerig voelde voor ik nog maar begonnen was. Hij zei tegen ma dat hij me betaalde om het gras te maaien of de auto te wassen, maar zei vervolgens tegen mij dat het eigenlijk was om hem een plezier te doen. Het begon tot me door te dringen dat hij me gewoon betaalde om hem een plezier te doen in ruil voor mijn vrijheid. Hij had me niet alleen in een slavin veranderd, maar ook in iets dat sterk op een prostituee leek, en ik haatte hem erom. Maar zolang ik Nick had, had ik in ieder geval de hoop dat ik straks vrij zou zijn, dat ik binnenkort uit huis zou gaan en mijn leven zou doorbrengen met een man die van me hield en lief voor me was.
Ik werd voor het eerst verliefd en dat was een heel prettig gevoel. Ik had beter moeten weten. Het duurde niet lang voor de Stomme Idioot de regels van het spel weer veranderde en jaloers begon te worden op de tijd die ik bij Nick thuis doorbracht. Hij bedacht redenen waarom ik niet naar Nick toe mocht en vervolgens bedacht hij redenen waarom Nick niet naar ons toe kon komen. 'Die jongen neemt een loopje met je en denkt zeker dat je een idioot bent, ' zei hij op een dag tegen me. 'Je moet het uitmaken. Ga het nu doen en kom meteen terug. ' Ik kon aan zijn stem horen dat hij een beslissing had genomen. En als hij eenmaal een beslissing genomen had, dan viel er niet meer aan te tornen. Ik moest de beste relatie die me ooit was overkomen ogenblikkelijk stopzetten en ik kon niet uitleggen waarom, omdat Nick er dan met Richard over zou willen praten, wat hem woedend zou maken, en dan zou ik een pak slaag krijgen. Omdat Nick van school was en we elkaar overdag nooit tegenkwamen, zou ik nooit de kans krijgen om hem alleen te spreken om hem een behoorlijke verklaring te geven. Ik was er kapot van, maar ik wist dat ik me er niet tegen kon verzetten. Richard had me alleen maar geplaagd met een glimp van hoe een leven in vrijheid eruit kon zien, en nu griste hij het weer van me weg, alleen maar om te laten zien dat hij daartoe in staat was. 'Nou, ga het hem dan verdomme vertellen, ' snauwde hij. Ik wist dat Nick net zo gek op me was als ik op hem. Naast de spullen die zijn moeder me had gegeven, had hij me een paar gouden kettinkjes gegeven, waarvan één met een medaillon waar een fotootje van ons tweeën in zat dat ik boven alles koesterde. Richard zei dat ik alles terug moest geven. 'Maak het hem maar moeilijk, ' zei hij terwijl ik naar de deur liep. 'Laat hem maar lijden voor de manier waarop hij je behandeld heeft. ' Dat kon ik niet doen, maar ik kon het hem ook niet gemakkelijk maken, want het moest allemaal snel achter de rug zijn, zodat ik naar huis kon voor Richard me achterna kwam om te zien waarom het allemaal zo lang duurde. Ik sleepte me naar Nicks huis, met het gevoel dat mijn hele wereld op het punt van instorten stond. Ik wist dat er niets was wat ik kon zeggen dat verklaarde waarom ik een punt zette achter een relatie die zo goed liep. Nick zag dat er iets aan de hand was op het moment dat ik binnenkwam, maar hij had geen idee dat ik het zou uitmaken. Ik wilde schreeuwen en gillen en hem vertellen hoeveel ik van hem hield, maar in plaats daarvan moest ik hem zeggen dat het uit was. Ik mocht ook niet huilen, anders zouden mijn ogen opgezwollen zijn als ik thuiskwam en dan zou ik gestraft worden omdat ik zo somber deed. Nick moet wel gedacht hebben dat ik een keihard kreng was om hem de bons te geven zonder ook maar een traan te laten. Maar als ik hem verteld had dat Richard het bevolen had, zou hij naar hem toe hebben willen gaan om erover te praten, wat onvermijdelijk tot geweld zou hebben geleid. Nick zou absoluut geen kans hebben gezien om Richard om te praten; hij was nog maar een tiener. Nadat ik gezegd had dat het uit was en de cadeautjes had teruggegeven, liep ik terug naar huis, in de wetenschap dat ik mijn kans op liefde en geluk verspeeld had. Ik kon niet eens huilen toen ik thuiskwam, want ik zou een pak slaag hebben gekregen als Richard me betrapt had. Ik moest gewoon bij hem gaan zitten, met een waas van ellende in mijn hoofd, en instemmen met al zijn stomme redenen waarom dit het beste was. De hoop op een uitweg die ik had gekoesterd, was de bodem ingeslagen, en ik was terug bij af. Toen ik zestien werd en fulltime in de schoenwinkel werkte, hoopte ik opnieuw dat alles zou veranderen en ik wat meer vrijheid zou krijgen.
Ik mocht een enkele keer iets doen zoals 's avonds met vriendinnen uitgaan, maar vergeleken met ieder ander van mijn leeftijd, was ik nog steeds in wezen een gevangene. Op een avond mocht ik naar een twaalf uur durende MTV party die in het plaatselijke jeugdcentrum voor het goede doel werd gegeven. Daar ontmoette ik een jongen die Joe heette en die heel rustig leek, waarschijnlijk van alle joints die hij rookte. Hij was een beetje grillig en niet het meest ideale vriendje, maar ik vond hem aardig omdat hij geen grote mond had en niet zo kien op seks leek als de andere jongens die me in die tijd mee uit vroegen. Dat waren van die knullen die het leuk vonden om 'Laat je tieten eens zien!' te schreeuwen naar meisjes die ze op straat tegenkwamen, en daar had ik thuis genoeg van gezien. Ik zag er verschrikkelijk tegenop om met iemand te vrijen na alles wat ik had meegemaakt, en het was fijn om met iemand te zijn die me niet onder druk zette, net als met Nick. Het duurde drie maanden voor Joe en ik met elkaar naar bed gingen, en het was een prettige ervaring - nou ja, voor zover de eerste keer prettig kan zijn voor een meisje. Tegen die tijd was ik gek op hem en zijn zachte manier van doen. Ik denk dat ik me in die tijd aan iedereen vastgeklampt zou hebben die aardig tegen me was. Ondanks Joe's ongeschiktheid als vriendje nam Richard zijn vrijzinnige pose weer aan; ik mocht de meeste avonden weg en zelfs naar Joe's huis gaan als ik daar zin in had. Het leek erop dat de regels weer veranderd waren, maar ik was me ervan bewust dat ze ieder moment weer teruggedraaid konden worden. Eën keer nodigde Richard Joe uit om met hem en mij mee te gaan naar mijn oma in haar bungalow. Ik vond het een prettig idee dat Joe meeging, omdat ik dacht dat dat zou betekenen dat Richard niet aan me kon komen, al was ik wel zenuwachtig over wat voor vernedering hij eventueel voor ons in petto had. Hij zei dat Joe en ik een aparte kamer zouden krijgen, maar toen we er kwamen, ontdekte ik dat we allemaal in de woonkamer zouden slapen - Richard op de bank en Joe en ik op de vloer. Ik zorgde ervoor dat Joe aan de kant van de bank lag. 'Ik ga niet naast hem slapen, ' grapte Richard. 'Ruilen jullie maar.' Omdat ik Joe niet wilde vertellen waarom ik niet wilde ruilen, moest ik wel doen wat hij zei. Toen Joe eenmaal sliep, kroop Richards hand onder de dekens en begon met me te spelen. Ik kon wel door de grond zakken van schaamte. Ondanks zijn uiterlijke vriendelijkheid schiep Richard er een groot genoegen in om Joe op de meest kinderachtige manieren te vernederen, zoals een laxeermiddel in zijn drinken doen of hem naar de winkel sturen en mij in zijn Cortina meenemen en wegrijden voor Joe terug was en hem uren alleen laten terwijl Richard me dwong hem ergens in de auto te masturberen. Wanneer we eindelijk terugkwamen, moest ik liegen over waar we geweest waren. Joe slikte het allemaal opgewekt en geduldig, maar ik geloof dat hij het thuis ook niet zo prettig had en omdat hij zo jong was, was hij ook niet in een positie om stampij te maken. Het was trouwens een heel goedmoedige jongen en Richard was niet iemand met wie je ruzie zocht als het niet per se nodig was. Joe had gezegd dat hij er wel iets voor voelde om een tatoeage te nemen.
'Tijd dat je die tatoeage krijgt, jongeman,' zei de Stomme Idioot op een dag en nam ons mee naar de kust voor een dagje uit. Terwijl we in de tatoeagewinkel waren, liet hij mij betalen om een stel zwaluwen op zijn handen te laten tatoeëren. Hij had ma's naam al in zijn hals laten zetten. Het werd als heel normaal beschouwd in onze familie. Ma had nogal wat tatoeages op haar armen. Joe koos voor een adelaar op zijn rug. Nu bleef Richard me maar vragen of Joe en ik met elkaar naar bed waren geweest. Hij liet het klinken alsof hij me plaagde, maar ik vermoedde een valstrik, dus gaf niets toe. En bovendien wilde ik helemaal niet met hem over dat soort persoonlijke dingen praten. Ik wilde niet dat hij dacht dat ik iets dergelijks gedaan had en er nog van genoten had ook. Maar uiteindelijk nam hij me te pakken op de keukenvloer met zijn hand om mijn keel en sloeg me in mijn gezicht terwijl hij er op de een of andere manier in slaagde om mijn moeder ervan te overtuigen dat het gewoon een beetje dollen was, en ik kon me niet langer inhouden. Deels omdat ik me nog steeds aan strohalmen vastklampte, hopend dat hij zou ophouden dingen van me te eisen als hij wist dat ik met iemand vrijde, deels ook omdat ik de puf niet meer had om erover te liegen. 'Ja, dat klopt, ' gaf ik toe, 'we zijn met elkaar naar bed geweest. ' Ik kon niet zien wat voor effect mijn bekentenis had. Zou ik in elkaar geslagen worden omdat ik een slet was? Zou hij jaloers zijn of er maar een grapje van maken? Zou het betekenen dat hij me eindelijk met rust zou laten? Zou hij het als excuus gebruiken om Joe in elkaar te slaan? Ik zette me schrap voor een klap, maar die kwam niet. Mijn bekentenis wekte uiteindelijk geen driftbui bij hem op, maar had wel een dramatisch effect op zijn houding tegenover mij. In alle jaren dat mijn stiefvader misbruik van me maakte, had hij er altijd voor gezorgd dat hij me niet penetreerde. Ik vroeg niet waarom, het was gewoon zo, en ik was er dankbaar voor. Het was nooit bij me opgekomen dat als ik iemand verteld had wat hij deed, het heel moeilijk voor ze zou zijn geweest om iets te bewijzen, maar als hij bij me binnen was gedrongen terwijl ik nog maagd was, zou het veel gemakkelijker zijn geweest. Ik denk dat ik aannam dat hij een kick kreeg van al het andere en de penetratie graag voor ma bewaarde. Ik was een keer per ongeluk hun slaapkamer binnengelopen. Ze lag met haar rug naar hem toe en ik dacht dat ze sliep, of in ieder geval net deed alsof, terwijl hij maar aan het bonken was. Ik werd er misselijk van. Iedere zondagmiddag toen ik jonger was, gingen ze samen naar boven en moest ik voor mijn broertjes zorgen tot ze naar beneden kwamen. Soms bleven ze er uren, maar het was onmogelijk om vier jongens zo lang stil te houden, en uiteindelijk kwam Richard dan naar beneden gestormd om me straf te geven omdat ik mijn werk niet goed had gedaan.
Maar nu hij wist dat ik seks met penetratie met Joe had bedreven, zei hij dat hij en ik het de volgende keer dat we alleen waren ook zouden doen. 'Nu je het al eens gedaan hebt, ' zei hij, 'zal het niet veel anders zijn dan wanneer je het met hem doet. ' Ik knikte alleen maar, terwijl afschuwelijke angstgevoelens me bekropen; ik kon niet geloven dat net toen ik hoopte dat het beter zou worden, het in werkelijkheid nog veel, veel erger zou worden. Ondanks alles wat hij me in de loop der jaren had aangedaan, leek dit zo veel intiemer en smeriger, nog erger dan tongzoenen. Ik had altijd kans gezien zijn geur van mijn huid te schrobben nadat hij me had aangeraakt, maar dit leek onmogelijk uit te wissen. Van nu af aan zou ik regelmatig verkracht worden en er was niets wat ik ertegen kon doen, tenzij ik me volledig in elkaar liet slaan en ma hetzelfde lot zou laten ondergaan. Ook beval Richard me toen hij eenmaal ontdekt had dat ik geen maagd meer was, om het met Joe uit te maken, net zoals ik het met Nick had uitgemaakt. Mijn hart brak weer net zo bij de gedachte dat ik tegen die arme, lieve Joe moest zeggen dat het uit was. Hij kwam me altijd van mijn werk afhalen, en ik moest het hem in de bus tussen mijn werk en thuis vertellen, terwijl iedereen kon meeluisteren. De bus was altijd stampvol, maar ik kon niet het risico lopen hem te missen en te laat thuis te komen. Ik vertelde hem dat ik het uit moest maken, en we zaten met onze hoofden bij elkaar de hele veertig minuten durende rit lang te huilen. Mensen keken naar ons alsof we gek geworden waren. Toen ik thuiskwam, vertelde ik mijn stiefvader dat het uit was, en het lukte me om niet te huilen waar hij bij was, maar nog maanden daarna huilde ik wanneer ik alleen was. Ineens vol ongeduld om te krijgen wat hij wilde, begon Richard zijn plannen voor deze nieuwe fase in onze relatie te maken en zei tegen ma dat we onderdelen voor de auto gingen halen. Terwijl we samen het huis uit liepen, had ik het gevoel alsof iemand ijsblokjes in mijn maag had gegoten. In alle jaren dat hij me gemarteld en misbruikt had, had ik me altijd vastgeklampt aan het feit dat ik bofte dat hij dit nooit bij me had gedaan, en nu ging het gebeuren. 'Als je dit goed doet, ' zei hij terwijl we in de auto stapten, 'mag je vanavond uit. ' Ook zei hij dat dit het laatste was wat ik nog voor hem moest doen, maar ik wist dat het gelogen was, want dat had hij me al vaak verteld, en er was altijd weer een reden waarom ik dan toch iets nog moest doen. Als kind had ik hem misschien geloofd, maar het was niet langer mogelijk mezelf zo volledig voor de gek te houden. Als hij het me vandaag kon aandoen, waarom zou hij het morgen dan niet weer willen doen, en de daaropvolgende dag, en iedere dag daarna? Toch, omdat hij zo vriendelijk was en duidelijk graag wilde dat ik meewerkte, had ik het gevoel dat ik de situatie een heel klein beetje in de hand had, meer dan ik ooit in het verleden had gehad. Ik dacht dat het mogelijk was dat hij me ten minste op één punt tegemoet zou komen. 'Wil je alsjeblieft een condoom gebruiken?' vroeg ik, omdat ik de gedachte dat hij in me zou zijn en zijn troep achter zou laten niet kon verdragen. 'Die heb je niet nodig, ' zei hij, 'je bent aan de pil. ' 'Alsjeblieft, ' smeekte ik.
'De pil is niet altijd honderd procent veilig.' 'Goed, ' stemde hij in, en we stopten bij een garage om een pakje te kopen. Ik had het gevoel alsof ik op weg was naar mijn eigen executie. Het was halverwege de middag. We reden over landweggetjes op zoek naar een plekje waarvan Richard zou denken dat het veilig was. Eindelijk vond hij een betrekkelijk afgelegen parkeerterrein. Er stonden al een paar andere auto's geparkeerd, waaronder een waar een paar mensen in zaten. 'We wachten wel tot ze weg zijn, ' zei hij en liet me hem kussen en betasten terwijl we wachtten. Voor iedere willekeurige voorbijganger zullen we eruitgezien hebben als een doodgewoon vrijend stelletje - een meisje van zestien met een man van dertig, niet zo heel ongewoon - en ik had grote moeite met het feit dat iemand zou denken dat ik uit vrije wil bij hem was. Zo'n minuut of tien later vertoonden de mensen in de andere auto nog geen tekenen van vertrek, en zo nu en dan kwamen er andere mensen langsgelopen met hun hond, genietend van de natuur. Ik begon al te hopen dat ik er goed vanaf zou komen, vandaag tenminste. Maar nu Richard opgewonden was, was de kans klein dat hij naar huis zou gaan zonder te krijgen waar hij de hele dag aan had lopen denken. Uiteindelijk kon hij geen moment langer wachten. Hij ging het doen, of er nu iemand keek of niet. 'Klap je stoel achterover,' instrueerde hij. 'Doe je rok omhoog en trekje slipje uit. Hij klauterde naar mijn kant van de auto. Hij trok zijn broek en onderbroek naar beneden, deed het condoom om en had voor het eerst echt seks met me. Zelfs na al die jaren van misbruik en vernederingen leek dit nog veel erger. Ik kon er niets aan doen dat ik moest huilen, ook niet toen hij zei dat ik op moest houden. Ik werd misselijk van zijn adem op mijn gezicht, en door het feit dat hij me maar bleef kussen terwijl hij bezig was moest ik bijna overgeven. Ik weet niet zeker of het technisch gesproken een verkrachting was, aangezien ik geweten had dat hij het zou doen en niet geprobeerd had hem tegen te houden, maar ik had het gevoel dat ik verkracht werd. Het was bijna alsof hij me de voorgaande twaalf jaar hierop voorbereid had. Hetzelfde jaar kreeg ma een baantje als secretaresse bij de boksschool waar mijn broertjes op zaten. Dat betekende dat Richard en ik drie avonden per week alleen thuis waren. Wanneer ik om zeven uur thuiskwam van mijn werk, waren alle lichten uit, zodat ik niet kon zien waar hij was, maar hij was er altijd, wachtend in het donker, en riep me naar de woonkamer om seks te hebben. Ik probeerde hem de zin te ontnemen door me niet goed te wassen, maar het maakte hem helemaal niets uit. Als ik ook maar een minuut te laat thuiskwam, gooide hij mijn avondeten in de vuilnisbak en moest ik met honger naar bed, maar dan moest ik toch nog allerlei kunstjes uithalen die hij die dag voor me had lopen bedenken. Het scheen dat naarmate ik ouder werd, hij me steeds meer als zijn seksslavin ging beschouwen. Ik kon me niet indenken hoe ik nu ooit nog aan hem zou kunnen ontsnappen.
7
Na Joe kwam Paul. Ik ontmoette hem op een feestje toen ik bijna zeventien was en hij bracht me naar huis. Ik liet niet toe dat hij me een nachtzoen gaf, ook al wilde ik hem dolgraag weer zien. Hij moet hetzelfde hebben gevoeld, want hij trok zich van mijn aanvankelijke tegenzin niets aan. Hij was vier jaar ouder dan ik, en net als met Joe, begon ik na een maand of drie met hem naar bed te gaan. Richard, die ongetwijfeld genoot van de kans op een nieuw kat-en-muis-spelletje, moedigde de relatie aan, vond het zelfs goed dat Paul bij mij op mijn kamer kwam als hij bij ons thuis was. Paul was een gemoedelijk type en dat kwam mooi in Richards straatje van pas, omdat hij hem bijna alles kon laten doen wat hij maar wilde. Maar zoals altijd was het onmogelijk om erachter te komen hoe we ervoor stonden met Richard. De ene dag verwelkomde hij Paul in zijn huis en behandelde hem als een vriend en de volgende dag zei hij dat ik hem moest wegsturen en werd hij kwaad als hij maar durfde aan te kloppen. Ik kreeg last met Richard als Paul aanklopte wanneer hij geen zin had om hem te zien, en ik kreeg ook last met Paul, die nooit wist wanneer ik hem met open armen zou ontvangen of hem zonder enige verklaring zou wegsturen. Maar het feit dat Richard ons openlijk bij elkaar liet slapen, leek een stap voorwaarts. Langzamerhand kreeg ik wat van de voorrechten die hoorden bij het volwassen worden. Op een ochtend lagen Paul en ik nog in mijn bed te slapen toen de Stomme Idioot de kamer binnen kwam gestormd. Hij scheen naar iets op zoek te zijn terwijl wij probeerden wakker te worden en erachter te komen wat er aan de hand was. 'Waar zijn ze?' wilde hij weten. 'Waar zijn wat?' vroeg ik slaperig. 'Waar zijn je verdomde pillen?' 'Wat voor pillen?' 'Je weet wel, de pil. ' 'Daar, ' zei ik terwijl ik naar mijn nachtkastje knikte. 'Hoezo?' 'Omdat ik ze door de plee spoel, ' zei hij, terwijl hij ze uit de la pakte en naar de badkamer liep. 'Het is tijd dat je me opa maakt. ' We hoorden hem de badkamer binnengaan, en vervolgens klonk het geluid van de wc die doorgetrokken werd. De gedachten tolden door mijn hoofd, terwijl ik probeerde te bedenken wat dit te betekenen kon hebben en of het een trucje of een mogelijke uitweg voor ons was. Richard deed nooit iets zonder reden, en als hij wilde dat we een baby kregen, was dat niet omdat hij dacht dat ons dat gelukkig zou maken. Hij zou het op de een of andere manier voor zichzelf doen, maar ik kon niet bedenken waarom. Ik deed een tijdje of ik geen baby wilde, omdat ik wist dat als Richard de indruk kreeg dat hij iets deed wat me blij maakte, hij weer van tactiek zou veranderen.
Maar in mijn hart was ik heel blij met de gedachte om samen met Paul een baby te krijgen, en hij leek zich bij dat vooruitzicht ook niet echt zorgen te maken. Ik hield echt van hem en droomde er al een tijdje van om samen met hem een gezinnetje te stichten. Toen ik tijd had om erover na te denken, kwam ik ook tot de conclusie dat als ik een kind kreeg, dat een manier zou zijn om uit huis weg te komen. Eindelijk, dacht ik, had Richard me een manier geboden om aan hem te ontsnappen. Zoals altijd greep ik de kans om me optimistisch te voelen met beide handen aan. Als ik inderdaad zwanger raakte, zou Richard me misschien eindelijk met rust laten. Zelfs hij zou toch geen dingen willen doen met een vrouw die zwanger was van een andere man. Ik hoopte dat dit eindelijk het einde van alles zou zijn, dat hij me eindelijk beu was geraakt en bereid was me te laten gaan en mijn eigen leven te gaan leiden. Paul was net zo gebrand op het idee, als het inhield dat we ons eigen huis zouden krijgen en onder Richards tirannieke grillen uit zouden komen. Al wist hij niets van wat Richard in het geniep met me uitspookte, hij wist wel dat het een onaangename, onberekenbare en manipulatieve man was om in je leven te hebben; hij verdroeg hem alleen maar om bij mij te kunnen zijn en deed zijn best om zich zo weinig mogelijk met van alles te bemoeien. De daaropvolgende drie maanden bleven Paul en ik proberen een baby te krijgen, terwijl Richard ervoor zorgde een condoom te gebruiken wanneer we seks hadden. Iedere maand was ik teleurgesteld en toen, de derde maand, was ik over tijd. Ik deed een test, en die was positief. Ik was zo gelukkig en zo opgewonden bij de gedachte dat ik mijn eigen baby zou krijgen. Ma en Richard leken net zo opgewonden als ik, wat een beetje raadselachtig was, maar ik besloot zo veel te profiteren van hun goedkeuring zolang die duurde. Misschien zou alles veranderen zodra ik eenmaal moeder was en zouden ze me als een gelijke behandelen. Het feit dat ik erin geslaagd was te doen wat hij kennelijk wilde, ontsloeg me niet van mijn andere verplichtingen tegenover Richard. 'Nu je zwanger bent, hoeven we geen condooms meer te gebruiken, ' vertelde hij me zodra we alleen waren. Mijn hart zonk me in de schoenen. Hoe had ik ooit kunnen geloven dat alles beter zou worden? Hij was erin geslaagd een manier te bedenken om het nog erger te maken. In mijn verwarring raakte ik ervan overtuigd dat als ik tijdens mijn zwangerschap seks met Richard had, de baby misschien half van hem, half van Paul zou worden. Ik denk dat ik wel wist dat dat niet kon gebeuren, maar dat was het gevoel dat ik had. Ik smeekte hem om nog steeds condooms te gebruiken of zich op tijd terug te trekken, maar hij was niet van plan te luisteren naar wat ik te zeggen had. Ik had het gevoel dat ik aan de ergste vernedering onderworpen was. Het was hem weer gelukt om, nu ik juist heel gelukkig zou moeten zijn, me heel depressief te laten voelen. En mijn zelfmoordneigingen waren sterker dan ooit. Ik had altijd met de gedachte rondgelopen om een eind aan mijn leven te maken, zelfs toen ik nog klein was.
Bijna iedere dag dat ik met Hayley van school naar huis liep, bleef ik op een viaduct staan dat het park overspande, een plek waar alle junkies rondhingen, en vertelde haar hoe aantrekkelijk het was om ervan af te springen in plaats van naar huis te gaan en nog een nacht in de hel door te brengen. Nu werd het idee van vergetelheid, geen pijn, hartzeer en vernedering nog aantrekkelijker. De hele zwangerschap lang, naarmate ik dikker en oneleganter werd, bleef ik geloven dat Richard al snel geen zin in seks meer zou hebben, maar daar was geen sprake van. Toen mijn buik te dik werd om nog op te gaan liggen, liet hij me in een leunstoel zitten met mijn billen op de rand van het kussen en dan knielde hij op de vloer voor me om te krijgen wat hij wilde. Richard oefende druk uit op Paul om bij ons in huis te komen wonen, ook al haatte hij Richard als de pest, en klopte hem vervolgens geld uit de zak, door huur en, als extraatje, zijn deel van de boodschappen, gas en elektriciteit te vragen. Hoewel Paul bij zijn moeder woonde, was hij aan zijn vrijheid gewend en vond hij het normaal om als een volwassene behandeld te worden. Toen ma en Richard zeiden dat hij maar één keer per dag in bad mocht, kon hij zijn oren niet geloven. 'Ik douche twee keer per dag,' zei hij, 'een keer 's ochtends en een keer als ik uit mijn werk kom.' 'Je zult ervoor moeten betalen als wij alleen voor jou de dompelaar aan moeten zetten, ' vertelde Richard hem. Ik was Paul innig dankbaar dat hij genoeg van me hield om zo veel te pikken, zodat we samen konden zijn. Hij was echt een goede man, en ik begreep heel goed waarom hij zich door Richard liet koeioneren. Hij wist dat als hij niet deed wat de Stomme Idioot wilde, ik het met hem moest uitmaken en dat wilde hij niet. We overtuigden onszelf er allebei van dat als de baby er eenmaal was, we zouden kunnen ontsnappen naar ons eigen huisje en dat onze beproeving dan voorbij zou zijn. Het einde was in zicht. Als we het nog een paar maanden uithielden, dan was er een kans dat het leven beter zou worden. Iedere zondag ging Paul voetballen en dan moest ik thuisblijven om voor acht man te strijken en wat de Stomme Idioot nog meer voor me verzon, terwijl ik alleen maar naar Paul wilde gaan kijken, zoals ieder normaal vriendinnetje zou doen. Ik smeekte hem om niet te gaan, maar ik kon hem de ware reden niet geven, dus nam hij mijn smeekbedes niet serieus. 'Wees maar niet bang, ' zei hij wanneer ik terneergeslagen leek, 'straks zijn we hier weg en kun je doen wat je maar wilt.' Hij dacht dat ik alleen maar zo somber werd van het huishoudelijk werk en ik kon hem de verschrikkelijke waarheid niet vertellen. Toen ik negen maanden zwanger en doodmoe was, zowel van de zwangerschap als van de emotionele spanningen in huis, was ik op een middag alleen met Richard in huis, en hij werd kwaad op me omdat ik 'ongelukkig keek' terwijl ik de trap met een handveger aan het vegen was. Hij beval me voor straf de keukenvloer met mijn tandenborstel te schrobben omdat ik zo'n 'mokkende trut' was.
Bang hem nog kwader te maken, waardoor hij me zou slaan en de baby kwaad zou doen, liet ik me op mijn knieën zakken en begon te schrobben. Terwijl ik daar mee bezig was, kwam ma binnen. 'Wat ben jij aan het doen?' vroeg ze. 'De vloer schrobben, ' zei ik vermoeid. 'Met wat?' Ze keek naar me alsof ik gek was. 'Mijn tandenborstel. ' 'Waarom?' 'Dat moest, ' zei ik, terwijl Richard achter haar kwam staan. Hij deed onmiddellijk alsof hij stomverbaasd was dat ik het ook deed, en hield vol dat het een grapje was geweest, maar dat ik een te 'stomme trut' was om het door te hebben. Op dat moment knapte er iets in mijn hoofd, en ik wist dat ik het niet meer kon verdragen. Ik wist niet wat voor nieuwe spelletjes hij voor mij en mijn baby in gedachten had, maar ik kon er niet meer tegen. Ik wilde er voor ons allebei een eind aan maken. Ik wilde niet dat mijn baby in dit afschuwelijke leven terecht zou komen. Ik ging naar mijn kamer en zocht naar iets wat ik kon gebruiken om mijn polsen mee door te snijden. Ik vond een Bicscheermes en probeerde het mesje los te maken. Ma kwam binnen en hield me tegen. 'Wees niet zo'n stomme trut, ' zei ze tegen me. 'Maar hij blijft maar doorgaan, ' snikte ik. 'Als je jezelf van kant maakt, dan geef je hem verdomme wat hij wil, ' zei ze. Ik zag wel in dat ze gelijk had, maar ik was het allemaal zo beu dat ik niet wist of het me nog wel iets kon schelen. Toch gaf ik mijn zwakke poging op en worstelde verder, het beste er maar van hopend. Toen Emma geboren werd, was ze mooi, en ik was zo trots op haar. De wetenschap dat ik nu een baby had die van mij afhankelijk was voor haar bescherming, maakte me dubbel vastbesloten om uit huis te gaan zodra ik andere huisvesting met de gemeente kon regelen. Het zou nu toch nog maar een kwestie van weken zijn voor we vrij waren. Richard en ma kwamen me in het ziekenhuis opzoeken en namen bloemen en een kaart mee. Het klinkt als iets normaals voor ouders wanneer hun dochter een baby heeft gekregen, maar ze hadden nog nooit van mijn leven zoiets voor mij gedaan, noch voor iemand anders trouwens. Het was zo onvoorstelbaar vreemd. Aan de ene kant dacht ik daardoor dat we misschien inderdaad een bladzijde hadden omgeslagen en dat nu ik moeder was, alles anders zou worden, maar aan de andere kant vroeg ik me af wat Richard nu weer van plan was. Hij leek oprecht blij met de komst van zijn eerste kleinkind, vooral omdat het een meisje was, maar hoe vaak had hij me niet in slaap gesust met een schijnzekerheid, om vervolgens mijn hoop met een of andere nieuwe gruwel de bodem in te slaan? Ma en Richard waren dan misschien lief voor me geweest, maar er was iets goed mis tussen hen gegaan. Twee dagen later, toen ik op het punt stond ontslagen te worden, kwam ma naar het ziekenhuis met haar gezicht helemaal tot moes geslagen, zwart en gezwollen, en haar oor vol opgedroogd bloed. 'Hij werd gek, ' zei ze. 'Hij schopte alle deuren in.'
Hoewel ze me nooit de reden van hun ruzie heeft verteld, denk ik dat hij ruzie met haar had gezocht omdat ze zo veel jongens had gekregen en hem nooit zijn eigen dochter had geschonken. Ze smeekte de verpleegsters om me nog langer te houden zodat Emma en ik veilig waren. Ze wilden me eigenlijk niet langer dan noodzakelijk in het ziekenhuis houden, omdat ze het bed voor nieuwe gevallen nodig hadden, maar ze stemden er mee in om me nog één dag te houden. Een paar uur nadat ma was weggegaan, kwam Richard opdagen, een en al glimlach en charme. 'Ben je klaar om naar huis te komen?' vroeg hij terwijl hij Emma pakte en haar knuffelde. Hij was altijd zo poeslief tegen Emma. Zo was hij met niemand anders. 'Ja, ' zei ik en zorgde ervoor dat mijn ware angst niet zichtbaar was terwijl ik Emma's spulletjes pakte. Zodra we thuis waren, maakte hij duidelijk dat hij niets zou doen om Paul en mij aan een eigen huis te helpen, want het enige wat hem interesseerde was hoe lang het duurde voor hij weer seks met me kon hebben. 'Je denkt dat je hier weg kunt komen, hé?' treiterde hij me. 'Maar jij gaat nergens heen. Ik ga die klotebrief nooit voor je schrijven. ' De enige manier waarop we een huisje van de gemeente zouden krijgen was als we dakloos zouden worden, wat betekende dat Richard of ma een brief moest schrijven dat ze ons op straat zouden zetten. Richard wilde het niet doen en verbood ma ook om het te doen. Zolang ze zeiden dat we van harte welkom waren, zou de gemeente ons niets voor onszelf geven. Paul deed zijn best om zich niets van Richard aan te trekken, maar ik realiseerde me wel dat als we niet snel iets van onszelf kregen, hij toch weg zou gaan, en dan waren Emma en ik alleen met de Stomme Idioot. Ik begon me af te vragen of dat Richards plan was. Nu hij Emma had, waar had hij Paul dan nog voor nodig? Er waren momenten dat hij scheen te geloven dat Emma gewoon zijn eigen dochter was, alsof ze een product was van een van die afschuwelijke nachten dat we bij elkaar hadden geslapen alsof we getrouwd waren. Er kwam iemand van jeugdzorg bij ons kijken en niet wetend dat Richard slechts mijn stiefvader was, merkte ze op hoeveel Emma op haar opa leek. De rillingen liepen over mijn rug. Ook al wist ik dat het niet mogelijk was dat ze van hem was, ik kon bij de gedachte wel door de grond zakken. Ik kan er niet meer tegen, ma, ' zei ik een keer toen hij er niet was. 'Ik moet hier weg, dat weet je. ' Toen deed ma het moedigste dat ze in mijn herinnering ooit gedaan heeft. Misschien deed het feit dat er, behalve ik, ook nog een baby gevaar liep, haar besluiten om risico te lopen. Misschien herinnerde ze zich de eerste jaren waarin ze me mee naar de wc nam om me tegen mijn stiefvader te beschermen. Wat het ook was, ze schreef de brief voor me. 'Ga nu naar het gemeentehuis, ' zei ze terwijl ze hem in mijn hand stopte, 'ga zo snel mogelijk voor hij erachter komt en je achterna gaat. Kijk niet achterom, stap in de bus en ga erheen.'
De hele weg klopte mijn hart in mijn keel en ik gluurde om iedere hoek, als de dood dat Richard achter me zou opdoemen en herrie zou schoppen, de brief zou weggrissen en me aan mijn haren mee naar huis zou slepen, zoals ik hem zo vaak bij ma heb zien doen toen we klein waren. Ik wist dat hij er niet voor terugdeinsde om in het openbaar een scéne te schoppen. Ik dacht wel eens dat hij in staat zou zijn gewoon overdag op straat iemand te vermoorden en dat dan nog niemand het lef zou hebben om er iets aan te doen. De gemeente ging snel te werk toen ze ma's brief eenmaal hadden, en we kregen vier weken later een flat toegewezen. Ik was er nog steeds niet zeker van dat hij ons fysiek uit huis zou laten vertrekken, maar tot mijn verbazing liet hij ons verhuizen zonder stampij te maken. Ik kon het niet geloven. Ik was voor het eerst sinds mijn vierde echt zijn huis uit. Hoe kon het allemaal zo gemakkelijk aflopen terwijl het zo lang zo moeilijk was geweest om aan hem te ontkomen? Het ene moment zei ik bij mezelf dat het te mooi was om waar te zijn, dat het een of andere valstrik moest zijn, en het volgende werd ik overspoeld door geluk bij de gedachte dat mijn hel eindelijk voorbij was en dat ik nu in alle rust kon samenwonen met een man die van me hield en voor mijn mooie baby'tje kon zorgen. De flat lag zo'n tachtig trappen hoog, met uitzicht over de hele stad. Onze eerste nacht daar sliep Emma voor het eerst door, alsof ze instinctief voelde dat ze zich nu kon ontspannen. De buren waren allemaal heel vriendelijk, al mocht Joost weten wat ze allemaal uitspookten. Ik werd het grootste deel van de tijd high van de geuren die door de muren kwamen. Ik was zo naïef dat toen ze aanklopten om te vragen of we een weegschaal hadden, ik dacht dat het was omdat ze iets wilden gaan koken, niet om 'stuf te wegen om te verkopen. Uiteindelijk omsingelde de politie het flatgebouw en riep dat we allemaal binnen moesten blijven. Vervolgens klonk er een hoop gebonk en geschreeuw voor ze met onze buren wegreden en toen ging het leven verder alsof er niets gebeurd was. Het klonk misschien niet als de meest ideale plek om een baby groot te brengen, maar voor mij leek het een paradijs. Was de nachtmerrie eindelijk ten einde? Of had Richard een nieuw smerig plannetje in petto? Na veertien jaar met hem had ik daarop het antwoord moeten weten.
8
Ik had kunnen weten dat Richard het nooit zo snel zou opgeven. Als hij ons naar onze eigen flat liet verhuizen, kwam dat omdat hij een manier gezien had om er voordeel voor zichzelf uit te halen. Hoe kon ik zo naïef zijn geweest om dat niet in te zien? Terwijl ik hem toch zo goed kende, waarom had ik niet aangevoeld wat er zou gebeuren? De flat die we gekregen hadden, lag op twintig minuten rijden van het huis van Richard en ma, en ik dacht echt dat ik ver genoeg uit de buurt was om veilig te zijn. Ik had geen schijn van kans. Paul had een baan waarvoor hij iedere ochtend om acht uur weg moest, dus iedere ochtend om negen uur, wanneer mijn broertjes naar school waren, stond Richard bij me op de stoep. Wat had er mooier voor hem kunnen zijn? Hij had Emma en mij helemaal voor zichzelf zonder dat de kans bestond dat andere gezinsleden onaangekondigd kwamen binnenstappen. Hij had een flat met een tweepersoonsbed erin en Paul kwam pas 's middags thuis. Zijn schrikbewind over mij kon zonder onderbreking door blijven gaan. Paul wist dat Richard op alle mogelijke tijdstippen binnenviel, al wist hij er nog niet de helft van. Als Richard er nog was op een tijdstip dat Paul vroeg thuis kon komen, deed ik de ketting op de deur, zodat hij ons nooit kon betrappen. Wanneer ik zijn sleutel in de deur hoorde, had ik tijd genoeg om Richard te laten ophouden met wat hij ook aan het doen was en naar de deur te lopen om de ketting los te maken. Omdat ik te bang was en me te erg schaamde om Paul te vertellen wat er gaande was, gaf ik Richard een extra wapen in handen om me onder de duim te houden. Nu was ik niet alleen bang voor wat hij mij en ma en Emma zou aandoen als ik hem verraadde, nu had ik Paul ook nog. Ik had het gevoel dat mijn hoofd uit elkaar zou barsten van dat alles. Ik probeerde vriendinnen uit te nodigen rond de tijd dat Richard er was, zodat hij me niet te pakken kon nemen, maar hij beledigde en bedreigde ze en zij waren niet van plan zijn onbeschoftheid gewillig te ondergaan, dus kon hij ze binnen een paar minuten wegwerken. Ik probeerde wat eigen strategieën te ontwikkelen, zoals wachten met het voeden van Emma tot ik wist dat Richard langs zou komen en hem vervolgens laten wachten tot ik haar gevoed en verschoond had, waar ik zo lang mogelijk over deed. Het probleem was dat hij inderdaad altijd wachtte, omdat hij toch niets anders te doen had, en uiteindelijk gaf ik hem toch nog wat hij wilde, dus was het gewoon uitstel van executie. Nadat hij had gedaan wat hij wilde, nam hij me soms mee naar het huis van ma, samen met hun geliefde kleindochter. Later bracht hij me dan terug naar huis en dwong me alles weer opnieuw te doen voor Paul thuiskwam. Als ik me voor hem probeerde te verstoppen, net deed of ik niet thuis was wanneer hij beneden op de bel van de intercom drukte, schopte hij gewoon de portiekdeur open en kwam toch naar boven; het slot was niet sterk genoeg om hem buiten te houden. Soms ging ik bij anderen naar binnen, maar dan nam hij mijn broers mee om hem te helpen me naar buiten te jagen en op Emma te passen terwijl hij mij in een andere kamer misbruikte.
Als er niet opengedaan werd wanneer hij aanklopte, stuurde hij ze soms de brandtrap op om door mijn terrasdeuren te turen terwijl hij via de voordeur binnenkwam, zoals een jager de fretten een hol in stuurt om een konijn eruit te jagen. Wanneer de jongens erbij waren, moesten we een toneelstukje opvoeren. Dan moest ik zeggen: 'Kun je daar en daar eens even naar kijken voor me?' en met hem naar de slaapkamer of badkamer lopen om naar een of ander verzonnen probleem te kijken. Dan beval hij ze te blijven zitten waar ze zaten en bij Emma te blijven tot we terugkwamen. Hoewel ik van Paul hield en ik wist dat hij van mij hield, was het onmogelijk om er een normale relatie op na te houden met zo veel spanningen en zulke verschrikkelijke geheimen die tussen ons kwamen. Tegen de tijd dat hij uit zijn werk kwam, was ik zo erg overstuur dat ik het op iemand moest afreageren en hij was zo'n lieve, zachtaardige man dat hij alles over zich heen kreeg, zonder dat hij enig idee had wat hij allemaal fout deed. Uiteindelijk had ik geen andere keuze dan een einde aan onze relatie te maken. Ik hield van hem, maar ik wist dat ik zijn leven aan het verwoesten was en ik zag niet hoe het ooit anders kon worden. Hij was zo'n goede man; hij gaf altijd zijn loonzakje aan me af en onderging alles wat ik tegen hem zei, maar misschien had ik diep in mijn hart moeite met het feit dat hij me niet redde. Hoe kon hij ook, aangezien hij niet wist wat voor problemen ik had? Hij zag Richards buien en wist wat een verschrikkelijke invloed hij op me had, maar hij had geen idee van het misbruik dat iedere dag gaande was terwijl hij aan het werk was. Hij smeekte me er geen einde aan te maken en ik vond het afschuwelijk om te doen, maar ik kon wat er allemaal in mijn hoofd omging niet meer aan. Ik wilde dat hij me ging haten zodat hij uit eigen beweging weg zou gaan en ik me niet zo schuldig zou voelen, maar het hielp niet. Toch overtuigde ik hem ervan dat ik het meende en dat er een eind aan onze relatie moest komen. Daarna verhuisde ik naar mijn eigen flatje, wat inhield dat ik me geen zorgen hoefde te maken om Paul en wat ik hem aandeed, maar wat ook betekende dat ik nog toegankelijker voor de Stomme Idioot was geworden. Om het nog erger te maken bevond deze flat zich dichter bij zijn huis dan de eerste, maar vijf of tien minuten rijden. Ik had het gevoel dat ik weer binnengehaald werd. Soms kwam mijn broer Pete ook in mijn flat. Dan kwam ik thuis en trof hem er aan. Eerst probeerde hij net te doen of ik de deur open had laten staan, maar uiteindelijk biechtte hij op dat hij een sleutel had. Ik had het gevoel dat ik geen privé-leven had of niet onafhankelijk was, maar hij lachte gewoon om mijn protesten. Richard had vanaf de eerste dag duidelijk gemaakt dat de flat nu zijn territorium was. Als hij in de leunstoel een sigaret zat te roken, gooide hij met een nonchalant gebaar de asbak op de vloer en keek toe terwijl ik rondkroop om de as op te ruimen en hem te verzekeren dat het niet erg was. Als ik een kop thee voor hem maakte, liet hij de beker op de grond vallen en vroeg om een nieuwe. Na al die jaren van training haalde ik het niet in mijn hoofd om iets anders dan een opgewekt gezicht te laten zien en eindeloos beleefd te blijven. Als ik niet meewerkte, wist ik wat me te wachten stond. Vroeger was ik bang geweest dat ma er ook onder zou lijden, en nu was die angst erbij gekomen dat Emma tegen me gebruikt zou worden. Richard had me al mijn vriendjes afgenomen wanneer hij daar zin in had, wat weerhield hem ervan om Emma bij me weg te halen als ik hem tegen de haren instreek?
Niets. Ik zat meer in de val dan ooit tevoren. In een poging mezelf een gevoel van vrijheid te geven, begon ik mijn melkbonnen aan flessen wijn uit te geven. Emma kreeg geen flesvoeding meer sinds ze een jaar was, dus hoefde ik ze niet meer voor haar te gebruiken. Ik dronk veel te veel, maar toch kon ik niet ontsnappen. Richard hield me volledig in een ijzeren greep. Hij vertelde me hoe laat ik 's ochtends op moest staan, hoe laat ik 's avonds thuis moest komen en hoe laat ik naar bed moest. Hij vertelde me hoe ik de flat moest schilderen en behangen en wat voor meubelen ik moest kopen. Als hij ergens nog oude troep had staan waar hij vanaf wilde, moest ik het van hem kopen. Hij beheerste mijn leven alsof ik nog een klein kind was, en toch moest ik blijven glimlachen en dankbaar zijn. Ik had in de nieuwe flat in ieder geval één bondgenoot in mijn vriendin Cheryl, die vlakbij woonde. Een jaar nadat we er waren komen wonen, vertelde ik haar alles, wat betekende dat zij een van de weinige mensen was die wist wat er zich in die flat afspeelde. Cheryl had dezelfde ervaringen gehad als ik en niet alleen begreep ze dat die dingen gebeurden, terwijl de meeste mensen zich niet wilden of konden voorstellen dat ze mogelijk waren, maar ze wist ook hoe je je erdoor voelde, datje er zo angstig door werd dat je nog liever je leven naar de bliksem zag gaan dan dat je tegen de bevelen van je kwelgeest inging. Ze was dapper genoeg geweest om openbaar te maken wat er met haar was gebeurd, maar peinsde er niet over om me ertoe over te halen voor ik er klaar voor was. Ze probeerde me op alle mogelijke manieren te helpen, door bij me langs te komen als ze wist dat Richard er was. En ze bleef rustig onder zijn beledigingen en scheldpartijen die hij op haar afvuurde om haar weg te jagen. 'Ik zit gewoon een kopje thee met mijn vriendin te drinken,' zei ze luchtig terwijl hij allerlei smerige scheldwoorden over haar uitstortte. Richard en ma wilden per se op Emma passen wanneer ze maar zin hadden, of ik dat nu wilde of niet. Ik wilde niet dat Richard in de buurt van mijn baby kwam, al dacht ik eerlijk gezegd niet dat hij haar fysiek iets zou aandoen. Hij scheen haar op een voetstuk te plaatsen, alsof zij het dochtertje was dat hij altijd had willen hebben en nooit had gekregen. Soms probeerde ik hem er wel van te weerhouden om haar mee te nemen, maar ik had de kracht niet meer om te vechten. Toen Richard en ma naar Southend op vakantie gingen, zeiden ze dat ze Emma mee wilden nemen omdat ze vakantie verdiende. Ik wilde absoluut niet dat ze zo veel tijd met Richard doorbracht, maar ze gaven me geen keuze. 'Beloof me dat je haar de hele tijd bij je houdt, ' smeekte ik ma, 'dat je haar nooit met hem alleen laat. ' 'Natuurlijk niet,' zei ze, alsof ik niet goed bij mijn hoofd was om zoiets te zeggen, alsof ze nooit een oogje had dichtgeknepen voor de dingen die Richard mijn hele kindertijd bij me had gedaan en nog steeds deed, alsof hij haar niet keer op keer zonder reden en zonder wroeging in elkaar had geslagen.
Ik vond het verschrikkelijk om Emma te laten gaan, en vijf dagen lang kwam ik de flat niet uit; ik was de hele tijd als een bezetene bezig om Emma's slaapkamertje opnieuw te schilderen en te behangen voor wanneer ze terugkwam. Alsof nieuw behang en glanzende verf alles goed konden maken. De toekomst was zo uitzichtloos en ik had het gevoel dat ik niets in mijn leven meer in eigen hand had, maar in ieder geval had ik wel in de hand dat haar kamertje er leuk uitzag. Ik vond sommige dingen die Richard haar leerde, zoals donkere mensen 'nikkers' noemen, wat hij hilarisch vond, verschrikkelijk. 'Je pa is 'm gesmeerd, ' zei hij soms tegen haar, 'en je mama is een dikke slet en een hoer. ' Hoe meer ik hem vroeg die dingen niet tegen haar te zeggen, hoe meer hij het deed. Ongeveer iedere opmerking die uit zijn mond kwam, was op de een of andere manier een scheldwoord of racistisch of beledigend. Ik voelde me wanhopig bij de gedachte dat Emma beïnvloed kon worden door wat ze in dat vroege stadium van haar leven hoorde. Ik wilde meer dan ooit weglopen en ergens met haar onderduiken, maar waar kon ik in vredesnaam heen zonder dat mijn stiefvader ons achterna kwam? Ik had geen geld, en ik kende niemand buiten onze buurt die me onderdak kon geven. Als ik naar de politie ging, zou hij er meteen achterkomen en zouden Emma, ma en ik alle drie het gevaar lopen het slachtoffer van zijn wraak te worden. Ook al was ik nu volwassen en moeder, Richard leek nog steeds onoverwinnelijk en onontkoombaar. Als hij zei dat ik iets moest doen, gehoorzaamde ik onmiddellijk. 'Je bent een slechte kut-moeder, ' schreeuwde hij naar me als ik ooit ergens tegenin probeerde te gaan. 'We kunnen zo de sociale dienst bellen en ervoor zorgen dat ze je kind afnemen. ' Mijn zelfbeeld was in die tijd zo negatief dat ik echt dacht dat het waar was. Er waren momenten dat ik erover dacht om ons allebei van het leven te beroven, omdat ik geen andere manier zag om aan hem te ontsnappen. Ik stond echt op het punt om gek te worden, maar het grootste deel van de tijd zag ik nog steeds kans om voor vrienden en kennissen de schijn op te houden. Net als op school, dachten mensen die me niet goed kenden dat ik de gangmaakster van ieder feestje was, altijd lachend en grapjes makend. Maar iedereen die me wel goed kende, of bij me was als ik te veel gedronken had en mijn gevoelens tot uiting bracht, wist dat het heel anders was, ook al wist bijna niemand van hen waarom. Ik ontmoette Steve op een feestje kort nadat ik bij Paul was weggegaan en werd weer verliefd, wat ik helemaal niet van plan was geweest. Door andere mannen in mijn leven toe te laten waren de dingen in mijn hoofd alleen maar ingewikkelder geworden, en ik werd nog ongelukkiger wanneer ik ze moest opgeven.
Maar iets zei me dat het nu misschien anders was. Ik denk dat hij zich in eerste instantie aangetrokken voelde tot het uitbundige meisje met haar luide lach, maar hij leek niet uit het veld geslagen toen hij ontdekte dat ik ingewikkelder in elkaar stak dan ik op het eerste gezicht leek. Hij was niet zoals de andere mannen die ik altijd uit onze buurt had gekend. Hij kwam niet uit ons soort wereld en wist niets van wat er daar omging. Hij had een kantoorbaan, vooruitzichten, een pak en een stropdas, wat ik allemaal leuk vond, ook al begreep ik het niet helemaal. Ik had gemengde gevoelens over de voortzetting van onze relatie. Ik was blij dat ik iemand als Steve had ontmoet, maar ook bang voor wat er met zijn leven zou gebeuren als hij bij ons betrokken werd. Hij kwam uit een aardige, keurige, liefhebbende familie en had geen moment kunnen dromen wat er achter de gesloten deuren en dichte gordijnen van ons huis gebeurde. Het duurde ongeveer drie maanden voor ik de moed bij elkaar geraapt had om hem in de flat uit te nodigen terwijl mijn familie er was. Ik wist dat Richard onmiddellijk een hekel aan hem zou hebben. Hij zou inzien dat Steve niet zo gemakkelijk te intimideren zou zijn als de anderen. Ik wist dat hij minachtend over hem zou praten als 'dat kantoorpikkie' en 'dat mietje'. Ik waarschuwde Steve dat Richard onaangenaam tegen hem zou doen. Tot mijn stomme verbazing leek hij zich geen zorgen te maken. 'Ik ben wel vaker uitgescholden,' zei hij. Ik kan wel tegen een stootje. ' 'Hij is echt niet erg aardig, ' hield ik vol. Ik durfde niet tegen Steve te zeggen dat hij nog nooit zoiets als mijn familie was tegengekomen, dat het misschien zou beginnen met wat gescheld, maar dat als dat niet het gewenste effect had, het snel tot geweld zou escaleren. Ik kon mezelf er gewoon niet toe brengen om meer uit te leggen. Maar in het begin deed Richard gewoon tegen Steve; hij speelde alleen de quasi-strenge vader. Ik hoop dat je goede bedoelingen met mijn dochter hebt. ' 'Ja, heel goede, ' antwoordde Steve in zijn onschuld. Toen kwam Richard naar de keuken en vertelde me wat hij echt dacht, en ik ging in tranen terug naar de kamer, waar ik Steve vertelde dat mijn vader hem niet mocht. Ook dat leek hem niet echt dwars te zitten. Het was net of hij dacht dat ik op alles overgevoelig reageerde. Een paar weken later toen mijn stiefvader naar mijn huis kwam, werd Steve begroet met: 'O godverdomme, niet jij weer!'
Het gedrag van de Stomme Idioot volgde zijn onvoorspelbare patroon, maar Steve leek niet van plan zich er al te veel van aan te trekken. Hij bleef vastberaden beleefd en behulpzaam wanneer hem gevraagd werd terrassen aan te leggen of de familie naar een bokswedstrijd van de jongens te brengen. Paul waarschuwde hem hen niet te vaak tegemoet te komen, omdat ze anders voortdurend een beroep op hem zouden doen. En inderdaad, de eerste keer dat Steve zei dat hij Richard niet kon helpen om het een of ander te doen omdat hij naar het voetballen zou gaan, kwam er een eind aan iedere schijn van vriendelijkheid. Maar toch kon ik me er nog steeds niet toe brengen om Steve uit te leggen hoe omvangrijk de macht was die de Stomme Idioot over me had. Maar ik vertelde hem wel dat Richard niet mijn echte vader was, iets wat ik nog bijna niemand had verteld. Een van de leuke dingen aan Steve was de openhartige verhouding die hij met zijn ouders heeft. Hij vertelt hun alles. Maar in dit geval had zijn openhartigheid precies het effect waar ik al bang voor was geweest. Richard begon Steve's ouders te bellen om te zeggen wat hij van hun zoon en mij dacht en dreigde met allerlei gewelddadigheden. Ze waren niet het soort mensen dat een dergelijke onbeschoftheid en agressie zonder weerwoord over hun kant laat gaan, en tijdens een van die gesprekken verdedigde zijn moeder me. 'Ze is niet eens je eigen dochter en je praat over haar alsof ze een of ander sletje is!' schreeuwde ze hem door de telefoon toe. Richard zat me meteen op de huid en wilde weten wie ik dat geheim nog meer had verteld, en, zoals gewoonlijk, slaagde hij er weer in me een schuldgevoel te bezorgen. Maar één ding waar ik blij om was, was dat Steve en Paul het vanaf het eerste moment met elkaar konden vinden, ook al probeerde Richard hen tegen elkaar op te zetten. 'Ik word doodziek van jullie, ' zei hij toen hij een keer langskwam en ze samen aantrof. Paul was langsgekomen om Emma op te halen, en Steve zat te wachten om me mee uit te nemen. 'Hij is een klootzak en jij zit daar maar terwijl hij je wijf naait, ' zei hij tegen Paul. 'Laat je dat zomaar toe?' 'Ze is mijn wijf niet, ' wees Paul hem, volkomen redelijk, terecht. 'Ik heb een vriendin. ' Richard draaide zich met een ruk om en hief zijn vuist naar Steve's gezicht. 'Als ik je weer zie, sla ik je in elkaar. ' 'Dat zou ik niet doen, ' zei Steve, 'want dan ga ik gewoon naar de politie. ' 'Ik ga met liefde voor je zitten, ' sneerde de Stomme Idioot, en we hadden allemaal het vermoeden dat het waar was. Als hij zijn zin had gekregen, zou hij hen met elkaar op de vuist hebben laten gaan zoals mijn nichtje en mij of ma en haar vriendinnen, maar ze trapten er niet in, en hun gebundelde goedaardigheid en gezonde verstand waren te veel voor hem.
Als hij de keuze had gehad, zou hij Paul teruggehad willen hebben en Steve hebben geloosd. Paul kwam uit onze buurt en Richard kon hem beter manipuleren. Bij Steve wist hij nooit goed wat hij moest doen om overwicht te krijgen. Mijn hoofd voelde aan alsof het uit elkaar zou springen van alle verschillende spanningen, en Steve vroeg zich wel eens af waarom ik zulke wisselende stemmingen had. Een weekend nam hij me mee naar de kust waar we in een hotel verbleven en uitgingen en winkelden en het geweldig naar onze zin hadden. Het was zo romantisch, met een drankje in de auto en een rode roos voor mij. Zondagavond op de terugweg begon ik na te denken over dat het weekend nu afgelopen was dat en de Stomme Idioot maandagochtend weer op de stoep zou staan. Bij de gedachte verdween mijn gelukkige stemming en ik kon het niet meer opbrengen om vrolijk te doen. Ik kon niet eens meer doen of ik het naar mijn zin had. Steve was gekwetst en kwaad dat ik zo rot deed nadat hij zoveel voor me gedaan had, maar ik kon echt niet uitleggen waarom ik ineens zo somber was geworden zonder hem alles te vertellen. De eerste paar centimeter kloof die altijd ontstond tussen mij en mensen waar ik om gaf, begon zich af te tekenen. Steve wist wel dat ik bang voor Richard was, ook al begreep hij niet helemaal waarom, en om mij mijn zin te geven stemde hij ermee in om met me in zijn auto af te spreken. Of hij kwam 's avonds laat langs en ging de volgende ochtend vroeg weg, om te voorkomen dat hij Richard tegen het lijf liep. We spraken een bepaald teken af: ik liet boven het licht voor een raam branden als Richard in de flat was wanneer Steve langs zou komen, en dan wist hij dat hij pas kon terugkomen als het licht uit was. Steve was bereid heel ver te gaan, maar omdat ik hem niet het hele verhaal kon vertellen, werd het hem uiteindelijk te veel, en we gingen uit elkaar. Ik hoorde het van Steve's vader toen ik belde omdat ik Steve wilde spreken, en hij vertelde me dat Steve niet meer met me wilde praten. Weer had mijn stiefvader mijn kansen op geluk met een goede man verknoeid en was er een nieuwe laag aan mijn wanhoop toegevoegd. Maar ditmaal moeten er sterkere krachten aan het werk zijn geweest, want na ongeveer een half jaar, waarin zijn vrienden het knap beu waren geraakt om hem over mij te horen praten, kwam Steve me weer opzoeken. Hij schrok toen hij me zag. In die korte tijd had ik een eetstoornis gekregen en was broodmager geworden. Ik was agressief geworden en haatte de hele wereld. Het kon me niet meer schelen wie ik tegen de haren instreek. Ik had totaal geen zelfrespect meer. Ik denk dat mijn familie me eindelijk in iemand zoals henzelf aan het veranderen was. Ik was het beu om verliefd te worden op mensen en vervolgens gedwongen te worden ze af te stoten, en Steve en ik konden maar niet beslissen of we nu bij elkaar wilden blijven of niet. Uiteindelijk besloten we een test te doen. We scheurden een heleboel stukjes papier af, schreven op de ene helft 'nee' en op de andere 'ja'. Daarna stopten we ze allemaal in Steve's muts en spraken af dat we ons zouden houden aan het eerste antwoord dat eruit kwam. Op het eerste papiertje stond 'ja'.
'Drie keer proberen?' zeiden we tegelijk. De eerste drie waren allemaal 'ja', net als de drie erna. We vroegen ons af of we een fout gemaakt hadden en bekeken de andere ook, allebei in tranen, maar de nee's zaten er allemaal nog in. Iets of iemand scheen ons duidelijk te maken dat we bij elkaar hoorden. Omdat we Richard per se wilden vermijden, bivakkeerden we in Steve's auto om bij elkaar te kunnen zijn, aten bij McDonald's en maakten gebruik van de toiletten bij tankstations. Ik had zelfs een krant waar ik twee kijkgaatjes in geknipt had, zodat ik die voor mijn gezicht kon houden terwijl we rondreden voor het geval iemand ons zag. Het was niet bepaald een conventionele verkering. Ik weet niet waardoor ik eindelijk de kracht kreeg om in opstand te komen tegen de man die me mijn hele leven gekoeioneerd had. Misschien kwam het omdat hij erin geslaagd was me bijna net zo hard als zichzelf te maken, of misschien kwam het doordat ik Steve en zijn familie als voorbeeld had van hoe goed het leven kon zijn als je vrij van angst was. Wat de aanleiding ook was, kort na mijn eenentwintigste verjaardag, zeventien jaar nadat de sociale dienst me teruggestuurd had naar 'die hel', kwam ik tot de conclusie dat ik er genoeg van had. Misschien kwam het omdat Emma dichter bij de leeftijd kwam die ik had toen Richard me voor het eerst ging misbruiken, of misschien had ik gewoon het punt bereikt waarop ik niet meer kon hebben zonder dat ik volledig instortte. Ik begon dromen te krijgen waarin ik in een eenzame oude vrouw veranderd was, omdat niemand ooit bij me in de buurt had mogen komen, en soms stelde ik me voor dat Emma en ik dood waren, gewoon omdat ik geen andere uitweg uit de situatie kon bedenken. Het leek me de moeite waard om tenminste één poging te doen om van Richard los te komen voor ik het definitief opgaf. Om te beginnen vond ik de moed om hem in kleine dingen dwars te zitten, dingetjes die niemand ooit opgemerkt zou hebben, maar die mij enorme moed kostten. Ma en hij waren stapelgek op Emma; ze wilden haar altijd in huis hebben en meenemen wanneer ze daar maar zin in hadden, of ik het nu wilde of niet. Hun huis was een soort tempel voor haar geworden; Richard had zelfs een schommel in de tuin voor haar neergezet. Ma en hij speelden de hele dag met haar, en dan ging ik daar met een boos gezicht bij zitten om het zo onaangenaam mogelijk voor hen te maken. Na een tijdje kwam Richard op een dag langs en zei: 'Van nu af aan haal ik alleen Emma op. Ik wil dat rotsmoel van jou niet meer bij ons thuis zien. ' Ik realiseerde me dat ik in mijn eigen zwaard gevallen was. Vanaf dat moment kwam hij haar gewoon halen, terwijl ik met sombere gevoelens achterbleef tot hij besloot haar naar me terug te brengen. Toen dacht ik op een ochtend: Ze is mijn dochter en jullie krijgen haar niet. Ik zat in de flat met haar te wachten toen hij kwam, en sprak mezelf al mompelend zo veel mogelijk moed in terwijl ik naar de deur liep. Ik deed de deur op een kier en zette mijn voet ertegen, zodat hij niet zomaar kon binnenstappen zoals hij altijd deed.
Als ik hem dicht had gehouden, zou hij hem gewoon ingetrapt hebben - op deze manier had ik tenminste het gevoel dat ik een kans had om langs hem te schieten als hij akelig begon te doen. 'Is Emma klaar?' vroeg hij. 'Nee. ' 'Wat?' Hij was duidelijk zo geschokt dat ik hem tegensprak dat het niet tot hem doordrong wat ik had gezegd. 'Nou, zorg dan maar gauw dat ze klaar is. ' 'Nee, ' zei ik, terwijl ik van angst nauwelijks durfde te ademen. 'Dat doe ik niet. ' 'Zorg dat ze klaar is!' schreeuwde hij. Zijn gezicht liep rood aan terwijl hij schreeuwde en snauwde. 'Je hebt een kwartier. Ik wacht in de auto op haar. ' Hij wist dat ik geen telefoon had, dus zolang hij me niet weg liet gaan, kon hij terugkomen om Emma te halen wanneer hij maar wilde. Hij had me ook al talloze keren gezegd dat ik een kartonnen voordeur had die alleen maar bedoeld was als binnendeur en die gemakkelijk ingetrapt kon worden. 'Zie je de stopverf rond die ramen?' had hij een keer gezegd. 'Het is maar gemeentetroep. Je hoeft het er maar uit te schrapen en de ruiten springen er zo uit. ' Het was waar dat hij blijkbaar altijd de flat binnen kon komen wanneer hij maar wilde. Een keer dacht ik dat ik alleen was en toen ik me omdraaide, zag ik hem achter de gordijnen staan, hij stond daar gewoon omdat ik de terrasdeur niet op slot had gedaan. Nu liep hij met grote stappen naar de auto, ongetwijfeld vol vertrouwen dat hij mijn zielige opstandje in de kiem gesmoord had en dat ik Emma deemoedig aan zou kleden en klaar zou hebben wanneer hij terugkwam. Ik deed snel de deur dicht en probeerde kalm te blijven, diep te ademen en de drang te onderdrukken om op veilig te spelen en toe te geven. Ik had nu 'A' gezegd. Ik zou sowieso gestraft worden omdat ik hem had tegengesproken. Ik moest nu doorzetten, wat de consequenties ook waren. Ik nam snel in gedachten de mogelijkheden door. Het had geen zin om de achterdeur uit te gaan, omdat hij daar vast geparkeerd stond. Mijn beste gok was om bij de deur klaar te staan zodra hij terugkwam, zodat ik naar buiten kon rennen zodra hij binnenkwam. Ik was buiten op straat waarschijnlijk veiliger dan wanneer ik in de flat in de val zat. Hij zou niet bang zijn om een scëne te schoppen en me te slaan, maar hij zou in het openbaar vast niet veel te ver gaan, vooral niet als ik Emma bij me had. Hij zou zich concentreren op mij binnen zien te krijgen, waar hij de tijd zou hebben om zo veel schade aan te richten als hij maar wilde. Ik legde op het aanrecht in de keuken een vleesmes, een stan-leymes en een hamer klaar. Ik was bereid om ze allemaal te gebruiken als het nodig was. Als ik hem doodde, zou het alleen maar betekenen dat ik naar de gevangenis moest, wat niet veel erger kon zijn dan het leven dat ik al leidde. Ik kleedde Emma snel aan, zodat we klaar waren om het op een lopen te zetten als het zo ver was. Een kwartier later was Richard terug en bonsde op de deur. Het verbaasde me dat hij hem niet meteen intrapte, maar misschien hadden de paar minuten die hij had gehad om zijn gedachten te ordenen ervoor gezorgd dat hij zich beheerste.
Misschien besefte hij dat ik het dit keer meende en dat hij moest uitkijken dat hij de zeventien jaar dat hij me getraind had en mijn wil had gebroken, niet weggooide. Ik trilde over mijn hele lichaam en dacht dat ik van angst zou overgeven. Ik zette Emma achter me neer en deed de deur weer op een kier. 'Breng Emma naar me toe, ' beval hij. 'Je krijgt haar nooit meer te zien, ' zei ik terwijl mijn stem onbeheerst trilde. Hij ging als een razende tekeer; hij zei dat hij mijn moeder erbij zou halen om me een lesje te leren en dat hij me vermoordde zodra zij klaar met me was, maar hij drong niet naar binnen, wat me verbaasde. 'Emma kan gemakkelijk verdwijnen, hoor, ' waarschuwde hij. 'Je kunt haar niet ieder moment van de dag in de gaten houden. Op een dag kijk je een keer de andere kant op en dan is ze weg. ' Ik deed de deur dicht terwijl hij nog stond te schreeuwen dat hij de ruiten zou inslaan. Ik wachtte een ogenblik op het geluid van splinterend hout wanneer zijn voet door de deur kwam, maar dat gebeurde niet. Het was alsof hij niet goed wist wat hij nu moest doen. Zodra hij uitgeschreeuwd was, heerste er alleen maar stilte. Toen ik zeker wist dat hij weg was, ging ik naar de buren, waar 148 ik tot laat in de avond bleef en hun alles vertelde. In een bepaald opzicht was het fijn om openlijk over mijn privë-nachtmerrie te praten, maar tegelijkertijd was ik nog steeds doodsbang dat Richard erachter zou komen dat ik ons geheim had verklapt. Na een tijdje had ik het gevoel dat het weer veilig was om naar huis te gaan. Mijn buren gaven me een walkietalkie en beloofden dat als ze zijn auto of iemand van de familie aan zagen komen, ze me zouden oproepen en dan zou ik Emma pakken en naar hun flat rennen. Kort nadat Steve en ik weer bij elkaar waren gekomen, vertelde ik hem wat ik gedaan had, en hij gaf me een mobiele telefoon en zei dat ik de politie moest bellen als Richard bij me in de buurt probeerde te komen. Ik was blij dat ik de telefoon had, maar ik wist dat ik nooit de politie zou bellen. Als ik dat deed, zou de wraak te erg voor woorden zijn. Ik had gezien wat er met andere mensen gebeurd was die mijn stiefvader aangegeven hadden en ik was nog niet bereid zo ver te gaan. Op het moment ging het nog steeds tussen hem en mij. Het bleef een paar dagen stil. Ik voelde me een beetje zoals een soldaat in de voorste linie zich moest voelen, wachtend tot de vijand aanviel en nooit wetend wanneer het zou gebeuren of vanuit welke hoek. Ik probeerde het leven normaal te laten lijken omdat ik Emma niet onder de spanningen wilde laten lijden, maar ik bracht het grootste deel van de tijd bij mijn buren door, die probeerden me een beetje op te vrolijken. Op een middag kwam er een vriendin langs met haar dochtertje dat net was gaan kruipen. Het was een warme dag. 'Laten we buiten gaan zitten, ' stelde ze voor. 'Het is lekker in het zonnetje. ' Omdat ik al een tijdje niets van Richard had gehoord en ik bij iemand was met wie ik bevriend was, voelde ik me veiliger dan anders en stemde in. We zetten een paar stoelen buiten en gingen iets naast de deur zitten. Ik ging zo zitten dat ik de ingang naar mijn flat in de gaten kon houden, en praatte met mijn vriendin, terwijl de kinderen vlakbij ons speelden. Ineens trok ze wit weg. 'Wat is er?' vroeg ik.'Je pa, ' zei ze met trillende stem.
'Hij heeft net Emma opgetild en is de flat binnengelopen. ' Ik kon het niet geloven. Hoe kon dat in die paar seconden gebeurd zijn terwijl we er gewoon bij zaten? Tegelijk met de angst die boven kwam borrelen, voelde ik woede opstijgen bij de gedachte dat hij mijn kind had meegenomen. 'Ga snel naar huis, ' zei ik tegen haar, en ze hoorde aan mijn stem dat ik het meende. Ze tilde haar kind op en liep snel weg. Ik ging naar binnen en klemde het gordijn dat voor de deur hing tussen de deur zodat hij open bleef staan. Richard stond met Emma in zijn armen rustig in de keuken op me te wachten. 'Geef haar aan mij en ga weg, ' zei ik. 'Ik heb toch gezegd dat je haar voortdurend in de gaten moet houden, ' treiterde hij. 'Zo gemakkelijk is het om bij haar te komen. ' Ik pakte het stanleymes van het aanrecht waar ik het had neergelegd. 'Geef haar nu!' gilde ik. 'Ik neem haar mee, ' sneerde hij. 'Je kunt me toch niet tegenhouden. Als je het probeert, bel ik de sociale dienst en vertel ik wat een slechte moeder je bent. ' 'Geef haar!' gilde ik, omdat ik me niet meer wilde laten intimideren. Hij glimlachte alleen maar. 'Geef haar aan me, anders bel ik de politie!' Hij maakte nog steeds geen aanstalten en ik rende weer naar buiten, opgelucht dat ik niet meer met hem onder hetzelfde dak woonde, maar gek van angst dat hij gewoon met Emma weg zou lopen zonder dat ik hem kon tegenhouden. Ik had de telefoon niet bij me en ik weet niet of ik het nummer wel had kunnen intoetsen, zo erg trilden mijn vingers. 'Bel de politie!' schreeuwde ik naar iedereen die het maar kon horen. 'Hij neemt mijn kind mee! Bel de politie!' Ineens stond hij naast me, gillend en vloekend. Maar hij had in ieder geval Emma neergezet. 'Ik krijg je nog wel, ' bleef hij maar herhalen, en ik dacht dat hij me zou slaan, maar het kon me niets schelen. Wat deed nog meer slaag ertoe nadat ik al zo veel had gehad? Dit keer bleef ik terugschreeuwen. Tot mijn stomme verbazing zag ik een blik in zijn ogen die ik nooit eerder had gezien, alsof hij zich zorgen maakte. Ik was in zeventien jaar nooit tegen hem in opstand gekomen, was nooit serieus de confrontatie met hem aangegaan, en nu wist hij niet hoe het verder moest. Hij had ieder wapen in zijn arsenaal al gebruikt. Er was niets wat hij niet al eens met me had gedaan en ik had het allemaal overleefd. Als hij me nu de mond wilde snoeren, moest hij me vermoorden. De buren kwamen hun huis uit om te zien wat al die commotie te betekenen had. Het was net of zij door mij ook de moed hadden gekregen om zich tegen Richard te verzetten. Ik had het gevoel dat het tij eindelijk aan het keren was. Hij wist niet zeker of de politie nu wel of niet gebeld was en dus draaide hij zich, na een laatste scheldpartij vol bravoure, om en ging weg. Ik kookte van woede en ik moest op de een of andere manier een uitlaatklep vinden. 'Wil je Emma een paar minuten nemen?' vroeg ik aan een buurvrouw. De vrouw knikte omdat ze zag dat ik bijna buiten mezelf van woede was, tilde haar op en liep snel met haar weg. Ik stormde terug de flat in en begon alles wat ik zag kort en klein te slaan; ik smeet borden en kopjes en glazen en beeldjes op de vloer en voelde me bij iedere explosie van brekend porselein beter. Ik wilde alles weggooien wat Richard ooit aangeraakt of me verkocht of gegeven had. Het lukte me zelfs om het drie-zitsbankstel dat ik van hem overgenomen had op straat te gooien - Joost mag weten waar ik de kracht vandaan haalde, want het had een paar mensen uren van duwen en trekken gekost om hem überhaupt door de deur te krijgen.
Maar mijn woede raasde na zo veel jaren onderdrukt te zijn als een tornado uit me en gaf me bovenmenselijke kracht. Het had geen enkele zin om te proberen me in te houden; ik moest me laten uitrazen. Uiteindelijk was alles kapot wat ik maar kapot kon maken, en ik ging op de trap zitten om op adem te komen. Daarna ging ik Emma bij mijn buurvrouw ophalen om haar mee terug te nemen naar wat er van ons huis over was. Vanaf die dag hield ik me schuil in mijn slaapkamer of in de flat van de buren, en soms in Steve's auto. Ik hield alle gordijnen dicht en de deuren op slot, met messen bij de hand voor het geval Richard de deur in zou rammen en ik Emma moest beschermen. Ik begon met een mes onder het bed te slapen, net als ma. Ondanks het feit dat Steve alle sloten van de deuren had veranderd, voelde ik me niet veilig. Ik had gezien hoe Richard zich met geweld toegang tot de huizen van mensen verschafte en ik wist dat een paar eenvoudige slotjes hem niet buiten zouden houden als hij ons per se te pakken wilde nemen. Na een paar dagen begonnen de buren te klagen over het feit dat al mijn meubelen buiten stonden en ik realiseerde me dat ik ze daar niet kon laten staan. Pas toen drie stevige kerels de spullen probeerden binnen te krijgen, realiseerden we ons hoe sterk mijn woede moest zijn geweest! Nu die woede weggeëbd was, kon ik de spullen amper optillen. Toch wilde ik nog steeds niets van Richard in de flat hebben, en begon hier en daar te vragen of iemand anders er belangstelling voor had. Ik accepteerde ieder bod, gewoon om er vanaf te zijn. Soms parkeerde Richard zijn auto voor de flat en drukte urenlang op de claxon om me te laten weten dat hij er nog steeds was en nooit meer weg zou gaan. De buren werden vast gek van de herrie, maar ze haalden het niet in hun hoofd om te proberen hem tegen te houden. Ieder geluid was bedreigend en ik had moeite met slapen. En wanneer ik dan wegdoezelde, werd ik achtervolgd door dromen waarin ik Richard doodstak of doodschoot en hij weer opstond en maar achter me aan bleef komen, als een of andere onoverwinnelijke zombie in een horrorfilm.
Ik was zo gespannen dat mijn relatie met Steve bijna onmogelijk was. Ik kon me er niet toe brengen om op zijn avances in bed te reageren, ook al hield ik van hem, en hij raakte steeds gefrustreerder over het feit dat ik maar geen rationele verklaring voor mijn gedrag kon geven. Hij probeerde te begrijpen wat er in mijn hoofd omging, maar hij had niet de informatie die nodig was om het beeld helder te krijgen. Hij wist dat Richard een akelig, intimiderend stuk vreten was, maar hij begreep niet waarom ik me maar zo erg liet koeioneren. Ook kon hij niet begrijpen waarom het zo'n erge invloed op onze relatie moest hebben. Drie weken na de confrontatie met mijn stiefvader realiseerde ik me dat ik Steve zou kwijtraken, net zoals ik Paul was kwijtgeraakt, als ik niet iets opbouwends deed. Ik had ontdekt dat ik weer zwanger was en ik kon het idee dat Richard weer een zwangerschap van mij zou bezoedelen met zijn smerige eisen niet verdragen. Ik wilde een normaal gezinnetje met Emma en de nieuwe baby, en ik wist dat als Steve wegging, ik geen bescherming tegen Richard zou hebben als hij besloot terug te komen. Naarmate mijn zwangerschap vorderde, zou ik kwetsbaarder worden, en als ik eenmaal voor twee kleine kinderen zorgde, zou het veel moeilijker zijn om hem op afstand te houden. Ik moest nu iets doen.
9
Het was twee uur in de ochtend, en Steve was helemaal aan het eind van zijn Latijn. Ik stond weer op het punt alles kwijt te raken wat me lief was. Als ik nu niet iets deed om de situatie te redden, zou ik de rest van mijn leven alleen en in slavernij doorbrengen. Ik zou nooit de vicieuze cirkel kunnen doorbreken. Het enige wat ik hoefde te doen was Steve de waarheid vertellen, maar ik kon de woorden niet over mijn lippen krijgen. Het moest eigenlijk zo gemakkelijk zijn, maar het was alsof een deel van mijn hersenen verlamd was, alsof ze weigerden om de woorden te zeggen die gezegd moesten worden, om het verhaal te vertellen dat alles zou verklaren voor de enige die me kon helpen ontkomen. Er hadden zo lang zo veel geheimen in mijn hoofd opgesloten gezeten dat ik niet meer kon zeggen wat ik wilde, zelfs niet als mijn geluk en het geluk van de twee mensen die ik meer dan wat ook liefhad op het spel stonden. Ik voelde me tegelijkertijd bang, schuldig en beschaamd. Ik wilde Steve alles vertellen, maar ik was bang voor de mogelijke consequenties. Het leek mij dat hij niet zou kunnen begrijpen waarom ik zo bang was, dat hij het niet geheim zou willen houden, dat hij naar de autoriteiten zou willen stappen om wraak te nemen, en dat we dan allemaal in gevaar zouden komen. 'Het ligt niet aan jou, ' bleef ik hem maar verzekeren. 'Het ligt niet aan jou. ' 'Waaraan dan wel?' wilde hij weten, en de vermoeidheid verergerde zijn woede en frustratie over het feit dat we niet meer vrijden. Hij was zo'n aardige en geduldige man en ik joeg hem weg, verknoeide zijn leven zoals ik dat van mijn andere vriendjes had verknoeid, en zoals ik dat van mijn kind aan het verknoeien was. Het leek erop dat iedereen die bij me in de buurt kwam onmiddellijk in mijn vreselijke wereld van geheimen en pijn en angst werd gezogen. Ik moest iets doen om te voorkomen dat Steve tot de conclusie zou komen dat er geen toekomst voor ons was; ik moest voorkomen dat de relatie volledig zou afbrokkelen, waardoor Emma en ik opnieuw volkomen alleen en kwetsbaar zouden zijn. Ik moest hem duidelijk maken wat er met me gebeurd was, waarom het leek alsof ik gek aan het worden was, maar ik kon net zomin de woorden vinden als zonder parachute uit een vliegtuig springen. Het maakte niet uit, zei ik bij mezelf, ik moest de sprong maken, ik kon het niet langer uitstellen. 'Ik moet je iets vertellen...' zei ik, maar zodra ik mijn mond opendeed, zag ik alle gruwelijke gevolgen van wat ik hem op het punt stond te vertellen, en mijn moed liet me opnieuw in de steek. 'Ik moet Cheryl gaan halen!' 'Wat bedoel je?' Hij kon zijn oren niet geloven.
Hij moet wel gedacht hebben dat hij met een absoluut krankzinnige samenwoonde. Ik bleef niet staan om uitleg te geven; ik rende in mijn ochtendjas de flat uit en liet hem vol verwarring en met open mond bij het raam achter terwijl ik in tranen de straat door wankelde naar Cheryls huis en op de deur bonsde om haar wakker te maken. 'Wat is er?' Cheryl stak haar hoofd uit het raam boven. Op de achtergrond hoorde ik de slaperige stem van haar man die vroeg wat er aan de hand was. 'Alles in orde met haar?' hoorde ik hem zeggen. 'Ik heb je echt nodig, ' riep ik naar boven, met zo'n prop in mijn keel dat de woorden er verstikt uitkwamen terwijl ik me moest bedwingen om niet hysterisch te worden. 'Je moet met me mee komen. ' Cheryl was vast niet al te blij dat ze wakker gemaakt werd en de koude nacht in moest, maar ze was de enige op de hele wereld die echt begreep wat er met me aan de hand was. Ze liep met ferme stappen met me terug terwijl ze onderweg de ceintuur van haar ochtendjas vastknoopte, waarschijnlijk omdat ze me graag binnen wilde hebben voor ik de rest van de straat wakker maakte. Ze was zo'n goede vriendin, en ik wist dat ze zonder aarzeling zou doen wat ik van haar vroeg. Ik had altijd geboft met mijn vrienden - degenen die ik mocht houden. Nu wist ik dat er geen weg terug was. Ik was uit het vliegtuig gesprongen en dook met grote snelheid naar de aarde. Steve zou de komende paar uur alles te weten komen. Ik begon al spijt te krijgen van de sprong. Steve was zo'n nuchtere kerel. Tot hij mij ontmoette, zou zijn antwoord op iets als dit zijn geweest dat ik naar de politie moest gaan om het aan te geven, maar in mijn wereld was alles daar veel te gecompliceerd voor. Ik was zo bang dat ik hem niet duidelijk zou kunnen maken hoe belangrijk het was dat hij mijn geheim net zo zorgvuldig bewaarde als ik het al die jaren had bewaard. Ik wist hoe erg het hem zou kwetsen en ik wist niet of hij zijn woede zou kunnen bedwingen. Ik was bang voor wat hij zou doen en wat de consequenties zouden zijn. Hij wachtte in de voorkamer op ons. Zijn boosheid verdween nu Cheryl er was en maakte plaats voor verwondering en spanning, terwijl hij wachtte tot hij eindelijk zou ontdekken wat er aan de hand was. Hij moet geweten hebben dat hij op het punt stond achter iets akeligs te komen en hij moet er zenuwachtig van zijn geworden. Wat voor geheim kon zo erg zijn dat ik ons er bijna door uit elkaar had gedreven terwijl we zo veel van elkaar hielden? Ik had Steve al iets verteld over wat Cheryl was overkomen toen ze klein was, waarschijnlijk omdat ik hem al een beetje aan mijn wereld wilde laten wennen, nog voor ik er klaar voor was om hem de waarheid te vertellen, maar ik weet niet of hij het wel echt geloofde. Mensen die een veilige, beschermde en liefdevolle jeugd hebben gehad kunnen bijna niet geloven wat er in gezinnen als waar Cheryl en ik vandaan komen gebeurt. Het duurt wel even voor ze zich de gruwelen waar kinderen als wij aan worden blootgesteld kunnen voorstellen, en zelfs als ze eenmaal aanvaard hebben dat ze waar zijn, verdringen ze ze. Er zijn tenslotte een hoop dingen die we verdringen, nietwaar?
Ik zette water op en maakte een kop thee voor ons allemaal - dat is mijn oplossing voor alles. Ik ben altijd een echte thee-leut geweest. Bovendien zou het ritueel van slokjes uit een beker nemen ons een beetje afleiding bezorgen van hetgeen we moesten bespreken. Daarnaast was het niet meer dan beleefd om die arme Cheryl enige gastvrijheid te tonen nadat ik haar uit bed had gesleurd om het vuile werk voor mij op te knappen. Emma lag in haar bedje te slapen, zich nergens van bewust. Ten slotte gingen Cheryl en ik met onze bekers op de bank zitten, als kleine kinderen tegen elkaar aan, en bleef Steve door de kamer ijsberen omdat hij veel te rusteloos was om te gaan zitten terwijl hij wachtte op de uitleg van wat er allemaal dreigde mis te gaan in zijn leven. 'Luister eens, Steve, ' begon Cheryl. 'Ik weet dat jij weet wat me overkomen is toen ik klein was. ' Hij gaf geen antwoord. Ik zag dat hij zich tot het uiterste concentreerde, probeerde ieder woord dat ze zei tot zich door te laten dringen zodat hij alles begreep en niets zou missen. 'Nou, hetzelfde is Jane overkomen met haar vader. ' 'Met Richard?' Je zag bijna hoe de woorden tot hem doordrongen, vorm kregen en beelden tevoorschijn toverden die zo gruwelijk waren dat ze bijna niet te verdragen waren. 'Wanneer is dat dan gebeurd?' vroeg hij met trillende stem. 'Sinds haar vierde, ' zei Cheryl. 'Tot wanneer?' 'Zo'n twee weken geleden. ' Steve ging sneller ijsberen terwijl hij dacht aan het leven dat ik gedwongen was te leiden wanneer hij aan het werk was. Cheryl bleef praten, al denk ik dat haar woorden tegen die tijd voornamelijk over Steve heen spoelden zoals je een emmer water in één keer in een smalle fles probeert te gieten. Ik zat ineengedoken naast haar, en iedere spier trilde; mijn beker en sigaret schudden in mijn handen terwijl ik ritmisch heen en weer wiegde zoals ik zo vaak deed. Ik wist het, ' barstte hij los, toen de waarheid eenmaal tot hem doorgedrongen was. Ik wist het verdomme.' 'Wat bedoel je?' wilde ik weten. 'Sinds ik jou ken, krijg ik steeds die beelden van jou en hem in mijn hoofd, en ik zei dan tegen mezelf: Zieke idioot! Maar zoiets als dit had ik me nooit voorgesteld.' Cheryl sloeg haar arm om me heen om me te laten ophouden met trillen. Steve's onthutstheid maakte plaats voor woede; hij liep schreeuwend en tierend door de kamer. 'Hou op met kwaad zijn!' gilde ik, terwijl ik mijn handen op mijn oren legde. 'Je geeft me het gevoel dat ik iets verkeerd gedaan heb. Dat is de reden waarom ik het je niet wilde vertellen!' Steve wilde geen bijzonderheden weten, maar kon zich er niet van weerhouden om vragen te stellen. Terwijl hij de antwoorden aanhoorde en inpaste in alles wat hij al van mijn familie wist, merkte ik dat hij het gruwelijke van de situatie inzag. Hij zag in dat we op geen enkele manier konden goedmaken wat er in het verleden was gebeurd, maar dat we manieren moesten bedenken om de toekomst beter te maken. Toen hij over de schok heen was, was zijn eerste gedachte dat we naar de politie moesten gaan.
Ik moest hem ervan overtuigen dat ik echt niet wilde dat hij er iets aan deed en dat ik niet bereid was om naar de politie te gaan of iets anders te doen wat de situatie zou verergeren. Daarna was zijn enige gedachte dat hij ons uit de buurt weg moest halen. We besloten weg te lopen, Emma mee te nemen en niemand te vertellen waar we heen gingen, zelfs Paul niet. Het zou een moeilijke stap voor ons worden, om zonder afscheid te nemen weg te gaan van vrienden en mensen die goed voor ons waren geweest, maar we konden niet het risico lopen dat mijn stiefvader achter mensen aan zou gaan van wie hij dacht dat ze wisten waar we waren. Als hij ook maar zou vermoeden dat iemand een adres van ons had, zou hij ze genadeloos in elkaar slaan tot hij het losgepeuterd had. Iedereen wist van zijn onbeheerste woedeaanvallen wanneer iemand hem tegensprak of dwarszat. Het was nog dringender dat we snel weg zouden komen, omdat ik weg wilde zijn voor mijn familie van mijn nieuwe zwangerschap afwist. Ik wilde dat het leven van mijn nieuwe baby volledig onbezoedeld door hen bleef. De ochtend nadat hij de waarheid had gehoord, stond Steve op de normale tijd op, omdat hij niet langer bereid was om voor zonsopgang wakker te worden om ongezien weg te komen. Het zag ernaar uit dat er eindelijk iets zou gebeuren. Hij verkeerde nog in shocktoestand toen hij in zijn auto stapte en naar zijn werk reed. Een paar straten verder zat hij vast in het verkeer en zag zijn moeder in de auto voor zich zitten. Hij seinde verwoed met zijn lichten naar haar totdat ze de auto aan de kant zette. Hij barstte in tranen uit en vertelde het hele verhaal. 'We zullen snel uit de buurt weg moeten,' zei hij. 'We zullen jullie zo veel mogelijk helpen, ' zei ze tegen hem. 'Alles wat we maar kunnen doen. ' Ik had geweten dat Steve zijn ouders zou vertellen wat mij was overkomen, omdat hij zo'n goede band met hen had. Toch was het zwaar, want ook al was Steve's vader een mannetjesputter, zijn ouders waren allebei niet jong meer. En ik wist hoe mijn stiefvader was met zijn dreigtelefoontjes, zijn briefjes onder de deur door en de uren die hij zittend in zijn Cortina bij mensen voor de deur doorbracht, waarbij hij met zijn koplampen door de ramen scheen en voortdurend claxonneerde. Hij wist hoe hij mensen duidelijk kon maken dat ze nergens veilig waren, vooral niet in hun eigen huis. Hij was er altijd een meester in geweest om het leven van mensen tot een hel maken. Ik vertrouwde Steve's ouders, maar ik was doodsbang bij de gedachte dat iemand anders van onze plannen afwist. Hoe meer mensen het wisten, hoe groter het gevaar dat mijn stiefvader erachter zou komen. En het stond vast dat hij zijn woede op mij af zou koelen wanneer hij me vond. Het was altijd zijn gulden regel geweest, vanaf het allereerste moment toen hij het vleesmes op mijn keel zette, dat niemand ooit mocht weten wat er tussen ons gebeurde wanneer we alleen waren, anders zou hij ma en mij vermoorden. Niets wat hij in de zeventien jaar daarna had gedaan, had me enige reden gegeven om zijn woorden in twijfel te trekken.
Als hij erachter kwam dat ik gepraat had, voor we uit de buurt weg waren, waren de gevolgen niet te overzien. Ik deed vooral mijn best om het voor Cheryl geheim te houden, omdat zij een tijdlang degene was geweest die het grootste gevaar liep om problemen met Richard te krijgen vanwege de manier waarop ze me in bescherming nam. Ook al was ze net zo bang voor hem als iedereen, ze had altijd het gevoel gehad dat ze een zeker overwicht op hem had, omdat ze wist wat hij met me uitspookte, en dat had haar de moed gegeven om de confrontatie met hem aan te gaan. Paul had tegen Steve gezegd dat hij Emma en mij een tijdje uit de buurt weg moest halen. Hoewel hij zijn dochter zou missen, had hij zich gerealiseerd dat er voor ons geen andere uitweg was. Ik vond het verschrikkelijk dat we geen contact meer met hem zouden hebben, maar ik wist dat het niet kon, omdat Richard en mijn broers hem onder druk zouden zetten om hun te vertellen waar ik zat. Ik hoopte maar dat hij het zou begrijpen. Ik moest het contact met al mijn vrienden op precies dezelfde manier afkappen. Ik kon niet het risico lopen dat ze zo geïntimideerd zouden worden dat ze ons zouden verraden. Als iemand van hen mijn nieuwe nummer in zijn of haar mobiele telefoon zou opslaan, bijvoorbeeld, en die telefoon kwam in verkeerde handen terecht, zou ik al snel scheldtelefoontjes krijgen en dan zou het niet lang duren voor ik weer bezoek kreeg. Ik moest mezelf volledig losmaken. Gedurende een aantal weken nadat ik me tegen hem verzet, had Richard geen direct contact met me opgenomen, zodat we de kans hadden om onze plannen uit te werken. Dat wilde echter niet zeggen dat hij niet nog steeds aanwezig was in mijn leven, een dreigende gestalte op de achtergrond die me liet weten dat hij in mijn leven kon terugkomen wanneer hij maar wilde. De Cortina stond vaak in de straat voor de flat terwijl de claxon maar ging en ging en ging, zodat ik wel kon gillen. Op een avond ging Steve eropuit om shoarma en patat te kopen, omdat ik nog steeds te bang was om ook maar de keuken in te gaan om te koken uit angst dat Richard door de achterdeur naar binnen zou dringen. Het duurde een eeuwigheid voor hij terugkwam, en ik begon me zorgen te maken terwijl ik me in de slaapkamer schuilhield.
Toen hij eindelijk terugkwam, trilde hij over zijn hele lichaam. Hij stapte uit de auto, ons avondeten achter zich aan slepend, en de zak scheurde waardoor de patat en shoarma eruit vielen. Hij had een hamer onder zijn autostoel gelegd voor het geval Richard hem op straat in een hoek zou drijven, en die hield hij in zijn andere hand. Terwijl hij naar de flats kwam gestrompeld, trapte hij op het gevallen eten, gleed uit en kwam hard op de treden terecht. Tegen de tijd dat hij eindelijk in de flat was, snakte hij naar adem, bijna bevangen door de adrenaline. 'Hij zag me toen ik weer in de auto stapte, ' zei hij. 'Hij kwam naast me staan terwijl ik parkeerde zodat ik niet weg kon en gaf aan dat hij ook ging parkeren, omdat hij het wilde uitvechten. Toen hij uit de auto stapte, ben ik gewoon gaan toeteren. Ik wilde je aandacht trekken en ervoor zorgen dat iedereen voor het raam ging staan. Ik kreeg mijn raampje niet open, omdat de hendel kapot is, dus ik schreeuwde tegen hem door de ruit terwijl ik naar de gezichten wees:"Zie je dat? Iedereen weet het van je!" Hij was echt even in paniek, maar desondanks kwam hij op me af. Ik bleef niet staan. Ik kon zien wat hij van plan was. Ik ging ervandoor, met hem achter me aan. Ik wilde hem uit de buurt zien te krijgen, zodat hij niet naar jou zou gaan. Ik reed in de richting van het politiebureau, en hij sloeg af. Ik was bang dat hij weer naar hier zou komen, dus draaide ik meteen om en toen zat hij weer achter me. Ik ging langzamer rijden tot ik twintig reed en toen reed hij gewoon weg. ' Een andere ochtend toen we wakker werden, had iemand Steve's banden laten leeglopen en dus moesten we een andere plek zoeken om de auto te parkeren. Het was duidelijk dat het leven op deze manier niet door kon gaan. Op een dag werd er op de deur geklopt, en daar stond mijn broertje Dan. Ik had hem niet meer gezien sinds ik tegen Richard in opstand was gekomen. Hij moet toen een jaar of veertien zijn geweest. 'Alles goed, Dan?' zei ik. 'Pa wil al zijn sieraden terug, ' zei hij tegen me. 'Dat is goed, joh, ' zei ik, want ik had niets tegen hem. 'Wil je binnenkomen terwijl ik ze pak?' Hij schudde zijn hoofd en sloeg zijn ogen neer. Ik kon merken dat de Stomme Idioot ergens vanuit zijn auto zat te kijken. Omdat ik dolgraag alles kwijt wilde wat met hem te maken had, verzamelde ik fluitend alles wat hij of ma me ooit voor mijn verjaardag of Kerstmis had gegeven. 'Zeg maar dat hij alles mag houden, ' zei ik terwijl ik het spul gaf, 'want ik wil er niets van hebben. ' Ik verbaasde me over mijn eigen moed dat ik zo brutaal durfde te zijn. 'Ik mis je echt, ' mompelde Dan. 'Ik hou nog steeds van je, Dan, ' zei ik terwijl ik hem even knuffelde. 'Ik mis jou ook en het spijt me van alles, maar het is niet mijn schuld. ' Ik zag dat hij zijn tranen moest bedwingen. Hij wilde natuurlijk niet dat zijn vader zou zien dat hij gehuild had wanneer hij weer bij de auto kwam. Ook al waren we plannen aan het maken om uit de buurt te ontsnappen, Steve was er toch nog steeds helemaal voor om naar de politie te gaan, omdat hij geloofde dat Richard alleen maar overal mee wegkwam omdat niemand iets tegen hem durfde te doen.
Hij deed zijn uiterste best om mij over te halen, maar hij zag ook wel dat ik niet in staat was om iets dergelijks te ondernemen. We moesten midden in de nacht wegsluipen als we een min of meer normaal leven voor onszelf en de kinderen wilde hebben. We moesten accepteren dat mijn stiefvader erin geslaagd was ons uit ons huis en bij onze vrienden vandaan te jagen, of we het nu leuk vonden of niet. Maar hoe kies je waar je wilt wonen als je praktisch overal heen kunt? En hoe zouden we een huis vinden dat we konden betalen? Het zou zeker een paar weken duren voor het geregeld was. De enige voorwaarde was dat Steve binnen drie kwartier rijden van zijn werk moest zitten, maar dat besloeg nog een enorm gebied. De enige plaatsen waar ik niet heen wilde, was overal waar ik met mijn stiefvader was geweest, zoals de doe-het-zelfzaken in andere steden waar hij me altijd mee naartoe nam. Ik wilde nergens heen waar ook maar de minste kans bestond dat ik hem tegen zou komen wanneer ik boodschappen aan het doen was. Dus was ons doel om een plaats te vinden waas, ik nog nooit van gehoord had en waar je de goedkoopst mogelijke huizen kon krijgen, aangezien Steve niet zo vreselijk veel verdiende. Ik had lang genoeg in gemeentewoningen gewoond om in aanmerking te komen voor subsidie bij de aankoop van een huis en had $14. 000 kunnen krijgen, waar Steve een aardig eind mee had kunnen komen, maar we konden niet het risico lopen dat iemand bij de gemeente wist waar we heen waren. We moesten volledig verdwijnen, dus moesten we het huis helemaal alleen regelen. Je eerste huis kopen is voor ieder jong stel al een grote stap zonder datje het onder dit soort druk moet doen. Bij iedere vertraging bij de notaris of de makelaar raakten we in paniek. Ze moeten gedacht hebben dat ze met een stel gekken te maken hadden. Ze bleven ons maar geruststellen dat ze voortdurend huizen voor mensen kochten en verkochten en wisten wat ze deden, en wij probeerden hen er maar van te overtuigen dat ze geen idee hadden hoe belangrijk het was dat de transactie snel zou verlopen. Een van de makelaars waar we naartoe gingen, nam ons mee naar een huis dat voor minder dan $50. 000 te koop stond. Het was een teruggevorderd huis, en de mensen die het kwijtgeraakt waren, hadden zich gewroken door alles in huis kort en klein te slaan en zelfs de muren met uitwerpselen te besmeuren. Het zag er deprimerend uit, maar het zou in ieder geval een plekje van onszelf zijn zodra we het eenmaal schoongemaakt hadden. Ik was het trouwens toch gewend om huizen schoon te moeten maken - de flat die de gemeente me had toegewezen toen ik voor het eerst uit huis ging, was in een nog slechtere staat geweest - en we waren allang blij dat we iets konden krijgen. Bovendien wist ik een hoop van huizen opknappen - omdat ik het mijn stiefvader zo vaak had zien doen - en ze schoonhouden, omdat ik zo lang zijn huishoudslaafje was geweest. Steve's vader, die schilder en behanger was, beloofde ons te helpen het huis bewoonbaar te maken.
Toen de koop gesloten was en we de sleutels van ons nieuwe huis hadden, moesten we midden in de nacht verhuizen om er zeker van te zijn dat Richard niet halverwege kwam opdagen en een scne zou schoppen. Ook al hadden we niet veel spullen, het zou toch nog wel een uur of twee duren voor we alles in de bestelwagen hadden, en we konden niet het risico lopen dat iemand ons zou zien en hem zou bellen. Ik had al een hoop spullen aan vrienden en buren weggegeven, onder het voorwendsel dat ik nieuwe spullen ging kopen en de oude niet meer nodig had. Ik wilde beslist niets meenemen wat met Richard te maken had, niets wat hij me had verkocht of zelfs maar had aangeraakt. En vooral het bed niet, waar ik zulke verschrikkelijke herinneringen aan had. Ik had zelfs de vloerbedekking weggegeven, aangezien alle flats in het gebouw dezelfde afmetingen en vormen hadden. De laatste paar dagen voor de verhuizing had ik in tuinstoelen op de kale planken gezeten, terwijl ik schietgebedjes deed dat Richard niet langs zou komen en zou zien waar ik mee bezig was. Steve's vader en een paar vrienden van hem kwamen om middernacht helpen, en hoewel we ons best deden om zo stil mogelijk te doen, gingen in het hele blok de lichten aan en kwamen de buren kijken wat we aan het doen waren en vroegen mensen waarom we niet gezegd hadden dat we weg zouden gaan. Ik kon ze geen verklaring geven, wat best moeilijk was, omdat sommigen in het verleden heel goed voor ons waren geweest. Ik wilde alleen maar zo snel mogelijk weg voor Richard kwam opdagen om ons tegen te houden. Ik propte alles in de bestelwagen en weerde de vragen van nieuwsgierige, beledigde buren af met een machteloos schouderophalen. Emma sliep al bij Steve's moeder. We zouden de rest van de nacht bij hen thuis slapen voor we bij het krieken van de dag naar ons nieuwe huis zouden gaan.
De volgende ochtend gingen we al vroeg met Emma in de bestelwagen op pad. Steve's vader kwam ook mee om ons te helpen de spullen binnen te krijgen. Het gaf een goed gevoel om eindelijk uit de buurt weg te zijn, ook al betekende het dat we in een huis trokken dat zo stonk dat we de eerste paar dagen in de tuin moesten eten. We brachten ieder moment dat we niet sliepen schrobbend en boenend door, maar uiteindelijk werd het huis bewoonbaar. Het moet Steve een ongelooflijke hoop moed hebben gekost om te besluiten naar een streek te gaan die hij niet kende, om zich los te maken van veel van zijn vrienden en familie om Emma en mij een veilig thuis te geven en de hele financiële last op zich te nemen. Daar kwam bij dat hij te maken had met mijn labiele geestestoestand. Aan de ene kant was ik opgelucht dat ik eindelijk weg was van mijn familie, maar tegelijkertijd keek ik nog steeds de hele tijd over mijn schouder omdat ik dacht dat de Stomme Idioot ieder moment kon opdagen. Iedere keer dat de telefoon ging, wist ik zeker dat hij mijn telefoonnummer had opgespoord. Iedere keer dat ik een Cortina zag, raakte ik verlamd van schrik en kwam het vertrouwde paniekgevoel bij me naar boven. Ik had een klein kind om voor te zorgen en ik was zwanger, terwijl ik tegelijkertijd mijn best moest doen om niet gek te worden. Het kan niet gemakkelijk zijn geweest om met mij samen te leven. Hoewel het een enorme opluchting was om vrij te zijn van Richard, miste ik mijn broertjes en mijn vrienden. Ik had het gevoel dat ik de jongens in de steek had gelaten en wilde hun laten weten dat ik nog steeds van ze hield en dat ik me niet voor hen schuilhield. Een paar dagen nadat we weggegaan waren, belde ik het hoofd van hun school op en legde een beetje uit wat er gebeurd was. 'Ik wil alleen maar even met ze praten, ' zei ik, 'zodat ik ze kan vertellen dat ik ze niet vergeten ben. Kunt u ze vragen na schooltijd naar uw kamer te komen? Dan bel ik om half vier. Maar vertel ze alstublieft niet waarom u ze wil spreken.' Ze was heel begripvol en zei dat ze zou doen wat ze kon. Ik wachtte bij de telefoon tot het exacte tijdstip dat ik gezegd had dat ik zou bellen en toetste toen met trillende vingers het nummer in. 'Het spijt me verschrikkelijk, Jane, ' zei de directrice, 'maar omdat je niet wilde dat ik hun zou vertellen waarom ik hen wilde spreken, namen ze aan dat ze straf zouden krijgen en zijn ze meteen na schooltijd weggerend. ' Ik was zo verdrietig dat ik niet met mijn broertjes in contact kon komen. Ik merkte dat ik veel aan hen dacht en me afvroeg hoe het met hen ging. Ik kocht altijd een kaart voor hun verjaardag, ook al stuurde ik die nooit op, en dacht de hele dag aan hen. Ik maakte vaak plannetjes om Tom, die de meest kwetsbare leek, thuis weg te halen en hem veilig bij ons te laten wonen. Steve vond het een prima idee, maar we konden maar niet bedenken hoe we het moesten doen. Hoewel ik nu fysiek vrij van Richard was, leed ik nog steeds geestelijk onder alles wat eerder gebeurd was, en ook onder de alomtegenwoordige angst dat hij me zou opsporen en plotseling op de stoep zou staan.
Soms ging ik aan de drank om de depressie te lijf te gaan; dan haalde ik een paar flessen wijn nadat ik Emma 's ochtends naar school had gebracht, of ik bleef maandenlang in huis, bang om een stap buiten de deur te zetten. Als je je hele leven slaaf bent geweest, gewend om vanaf het moment dat je wakker wordt tot aan het moment datje gaat slapen bevelen te gehoorzamen en misbruikt te worden, is het onmogelijk om je plotsklaps aan een normaal leven aan te passen. Ik had nooit eerder de vrijheid gehad om mijn eigen beslissingen te nemen en had geen idee hoe ik dat moest doen. Ik was net een vogel die in gevangenschap was opgegroeid en ineens in het wild werd losgelaten: ik raakte de kluts kwijt. Zolang er andere mensen bij waren, kon ik de schijn ophouden een zorgeloze lolbroek te zijn, maar ik wist dat ik op het randje balanceerde en professionele hulp moest zoeken. Ik zei steeds tegen mijn dokter dat ik hulp nodig had, maar ze scheen het dringende van de situatie niet in te zien. Wat haar betrof was ik iemand die uit het niets was gekomen en het wel goed leek te doen. Ze had geen idee van mijn geschiedenis, en er was nooit tijd genoeg om haar volledig uit de doeken te doen wat ik had meegemaakt. 'Het gaat nu nog wel, ' zei ik telkens, 'maar ik weet dat ik mijn hoofd op orde moet krijgen, anders gaat het straks helemaal mis. Ik heb te veel mensen gezien die helemaal ingestort zijn omdat ze hun problemen niet vroeg genoeg aangepakt hebben.' Mijn dokter keek alleen maar verwonderd en verwees me naar een therapeute. Ik maakte een afspraak met de vrouw, en zei dat ik Emma moest meenemen omdat ik op dat tijdstip geen oppas voor haar had. 'O, dat is geen probleem, ' zei de therapeute. 'Dit bezoek is alleen bedoeld om de formaliteiten af te handelen en de namen en familiebanden op een rijtje te zetten. ' Ze was verpleegster en had net een opleiding voor therapeute afgemaakt. Toen ik haar begon te vertellen wat er was gebeurd, viel haar mond open en ze keek naar Emma. 'Denk je dat hij misschien haar vader zou kunnen zijn?' vroeg ze. Voor mij was dat was het einde van de sessie. Ik had er geen vertrouwen in dat ze wist waar ze mee bezig was. Maar ik wist dat ik de confrontatie met mijn boze geesten op een dag voor eens en voor altijd aan moest gaan.
10
Een paar maanden nadat we waren ondergedoken, schonk ik het leven aan mijn tweede dochter, Sophie. Richard en ma hadden niet eens geweten dat ik zwanger was, en ik vond het een prettig idee dat ze niet wisten dat Sophie bestond, dat ze op geen enkele manier iets met hen te maken hoefde te hebben. We deden vreselijk ons best om een fijne gezinssfeer voor onze dochtertjes te creëren, maar de boze geesten waren nog steeds in mijn hoofd aan het werk. Ze probeerden wanhopig me van het pad af te duwen met de herinneringen en de verwarring en de woede en het schuldgevoel en al het andere dat er in de loop der jaren in verstrikt was geraakt. Maar zolang ik een kleine baby had om voor te zorgen, had ik het te druk om echt aandacht te schenken aan de gedachten en emoties die zich in mijn hoofd opstapelden. Maar de dingen die ik Steve had verteld, moeten wel de hele tijd door zijn hoofd hebben gespookt. Ik weet dat een hoop van zijn vrienden het beu raakten dat hij er maar over door bleef gaan wanneer ze met zijn allen uitgingen en lol wilden hebben. Op de ochtend van de eerste nieuwjaarsdag in ons nieuwe huis, nadat Steve de avond tevoren flink was doorgezakt met een van zijn vrienden, kwam ik beneden en zag ze allebei heel steels kijken. Ik weet het niet aan het feit dat ze de nacht tevoren zoveel hadden gedronken, want dat was niet zo heel bijzonder. 'Wat is er?' vroeg ik. 'Niks, ' verzekerde Steve me, maar keek me niet rechtstreeks aan. De telefoon ging en het was of alle kleur uit zijn gezicht wegtrok. Het was zijn vader, die ons vertelde dat hij een telefoontje van mijn moeder had gehad en dat ik contact met haar moest opnemen, dat het heel ernstig was. 'Waar kan dat nou over gaan?' vroeg ik me af. 'Misschien vertelt ze me wel dat Richard dood is.' 'Het spijt me heel erg, Jane, ' zei Steve toen hij zich realiseerde dat hij geen andere keuze had dan ermee voor de dag te komen. 'We hadden gisteravond nogal wat gedronken en toen hebben we je moeder gebeld en ik heb gezegd wat ik van hen dacht. ' 'Je hebt haar verteld dat je het wist?' Ik kon mijn oren niet geloven. Mijn ergste nachtmerrie was bewaarheid. Nu zou mijn stiefvader te horen krijgen dat ik het andere mensen had verteld, dat ik zijn gulden regel had overtreden. 'Stomme idioot!' Dat telefoontje, dat zomaar uit het niets kwam, moet een enorme schok voor mijn stiefvader zijn geweest; hij had er immers altijd op vertrouwd dat ik nooit het lef zou hebben om ongehoorzaam te zijn. We hoorden via andere vrienden van Steve, die nog steeds in de oude buurt woonden, dat mijn moeder de volgende dag alle huizen was langsgegaan om te zeggen dat ik allerlei beschuldigingen aan het adres van mijn vader uitte (ze hielden nog steeds de schijn op dat hij niet mijn stiefvader was) en dat ze ervoor wilde zorgen dat niemand iets zei. ' Janey loopt geruchten te verspreiden, ' zei ze tegen hen, 'en we willen er niemand over horen praten. ' Ik wist dat iedereen die bezoek van mijn moeder had gehad niet stond te trappelen om haar of mijn vader tegen de haren in te strijken. Toen mijn boosheid op Steve zo ver weggezakt was dat ik weer normaal kon praten, belde ik ma. Mijn hart ging tekeer terwijl ik me afvroeg wat er nu zou gebeuren. 'Is het waar?' vroeg ze. Is wat waar?' 'Je weet het best. Is het waar?' 'Ja. ' 'Waarom heb je het me niet verteld?' 'Je zou me toch niet geloofd hebben, en als je het wel geloofd had, zou hij ons allebei vermoord hebben.
Waar is hij nu?' 'Weg. Hij gaat helemaal over de rooie. Hij is op zoek naar degene die gebeld heeft. ' 'Hij weet wie gebeld heeft, ' zei ik. 'Hij zoekt alleen maar een excuus om iets kapot te maken. Laat nooit merken dat je gelooft dat het waar is. ' Nog jaren daarna droomde ik dat de politie aan de deur stond om te vertellen dat ze mijn moeder dood in een plas bloed hadden aangetroffen, omdat ze Richard had verteld dat ze geloofde wat ik over hem had gezegd. Kort erna verhuisden Richard en ma naar de andere kant van de wijk. Vanaf het moment dat hij de waarheid te horen kreeg, vond Steve dat ik naar de politie moest gaan om te vertellen wat er met me was gebeurd. Zijn ouders dachten er net zo over, en ik moest hun vertellen dat het nooit zou gebeuren, dat ik nooit de moed zou kunnen opbrengen om in de rechtszaal te gaan staan en mijn stiefvader openlijk te beschuldigen van de dingen die hij met me had gedaan, dat zijn wraak verschrikkelijk zou zijn. Ze zagen allemaal wel in dat ze me alleen maar onder nog zwaardere druk zetten als ze erover door bleven gaan, dus hielden ze op, maar ik wist dat ze er nog steeds zo over dachten en diep in mijn hart wist ik dat ze gelijk hadden. Wanneer ik naar mijn twee meisjes keek, vroeg ik me af wat ik zou doen als ze op een dag naar me toekwamen en me vertelden dat iemand hen gemolesteerd had. Als ik dan zou zeggen dat ze naar de politie moesten gaan, zouden ze zich omdraaiden en zeggen: 'Maar dat heb jij ook nooit gedaan. ' Wat zou ik dan tegen hen zeggen? Het is zo verschrikkelijk als je weet dat je iets moet doen, maar je kunt de moed niet opbrengen om het te doen. Het geeft je iedere dag een slecht gevoel over jezelf. Niet dat ik nieuwe excuses nodig had om een slecht gevoel over mezelf te hebben. De nieuwe vriendschappen die ik sloot liepen helemaal mis en de spanningen liepen op. Daar kwam bovenop dat we verschrikkelijke geldproblemen hadden. Steve's salaris was maar net voldoende om de hypotheek te betalen, en dan kwamen er ook nog de kosten van de benzine bij om heen en weer naar zijn werk te rijden. Toen Sophie geboren werd, moesten we alle kleertjes en spullen van rommelmarkten halen of kregen we afdankertjes van vrienden en Steve's familie. We hadden amper genoeg geld om behoorlijk te eten. Met Kerstmis konden we Emma alleen maar zes video's van Caspar geven, die we voor een pond per stuk op de kop hadden kunnen tikken. Ze was er zo blij mee dat het een van de beste Kerstmissen was die ze ooit had gehad, maar wij voelden ons verschrikkelijk. 'Nog een video van Cas-parl' riep ze uit terwijl ze ze een voor een uitpakte. Zodra Sophie de hele nacht doorsliep, nam ik een baantje als schoonmaakster om bij te verdienen. Ik werkte van zeven uur 's avonds tot drie uur 's nachts; ik maakte wc's schoon en dergelijke, maar de spanning, bovenop al het andere, bleek te groot. Ik moest er na een paar weken mee ophouden. Een van de dingen die ik beu was, was dat we allemaal verschillende achternamen hadden.
Als we een gezin wilden worden, moesten we het goed doen. 'Zullen we gaan trouwen?' zei ik op een avond tegen Steve, en hij stemde er blij mee in. 'De meisjes kunnen onze bruidsmeisjes zijn. ' Ik vond het leven altijd gemakkelijker wanneer ik bezig was en dingen moest plannen. Een bruiloft was een geweldige afleiding van de wolken die zich in mijn hoofd samenpakten, ook al konden we de meeste mensen die belangrijk voor ons waren niet uitnodigen, maar toen het allemaal voorbij was, verviel ik terug in hetzelfde leven, met dezelfde problemen. Toen Sophie oud genoeg was om naar de peuterspeelzaal te gaan, waren er enkele uren per dag waarin ik niets anders te doen had dan piekeren. Hoewel het huis waar we naartoe verhuisd waren best leuk was, had het bijna dezelfde indeling als ieder huurhuis van de gemeente waarin ik ooit met de Stomme Idioot had moeten wonen, en wanneer ik binnen was, had ik nog steeds niet het gevoel dat ik echt ontsnapt was. Er waren zoveel dingen die een akelige herinnering of een paniekaanval konden oproepen - iets wat de kinderen zeiden, of een geur die ik uit mijn jeugd herkende - en dan werd ik overspoeld door beelden die me herinnerden aan de dingen die ik zo hard geprobeerd had te vergeten. De daaropvolgende paar jaar ging ik steeds meer drinken als ik me down voelde. Iedere ochtend nadat ik Emma naar school en Sophie naar de peuterspeelzaal had gebracht, kocht ik een paar flessen wijn en nog een doosje paracetamol, de ene keer in de ene winkel, de andere keer uit een andere winkel. Dan zat ik de hele ochtend wijn te drinken en naar de tabletten te staren, terwijl ik de moed probeerde te verzamelen om ze allemaal in te nemen en overal een eind aan te maken. Iedere dag krabbelde ik terug en werd in plaats daarvan dronken. Ik merkte dat ik van de drank moest huilen en medelijden met mezelf kreeg. Als ik broodnuchter was, zei ik bij mezelf dat er een hoop mensen in de wereld waren die het een stuk slechter hadden dan ik, en dan dwong ik mezelf om me te beheersen. Maar als de wijn me eenmaal in zijn greep had, verdween mijn zelfbeheersing, kwamen de tranen en huilde ik om alles wat me afgenomen was. Ik raakte ervan overtuigd dat ik het leven van iedereen verpestte, waaronder dat van Steve en de meisjes, en dat ze zonder mij allemaal beter af zouden zijn. Ik overwoog regelmatig alle mogelijke zelfmoordmethodes, en bij meer dan één gelegenheid stak ik met mijn ogen dicht een drukke straat over. Maar het was net of ik een beschermengel had, want niet alleen miste het verkeer me, maar de verschillende voorwerpen die ik gebruikte om mijn polsen door te snijden kwamen ook nooit op de juiste plek terecht. Maar vroeg of laat liep ik het gevaar dat het zou lukken, en dan zouden Emma en Sophie geen moeder meer hebben. Op een dag liet ik al mijn haar afknippen. Toen Steve 's ochtends de deur uit ging, zag ik eruit als altijd, met lang haar, en toen hij terugkwam, was het er allemaal af en had ik nog korter haar dan hij. 'Ja, ' zei hij, en slikte de neiging in om te zeggen wat hij echt vond, 'nee, ik vind het leuk.
Ja, het ziet er prima uit. Nee, echt. ' Het duurde lang voor hij de moed vond om me te vertellen hoe erg hij van de transformatie geschrokken was. Alle spanningen van het intact houden van mijn steeds slechter wordende geestestoestand kwamen nu op Steve's schouders terecht, met een beetje steun van de paar vriendinnen die ik in onze nieuwe woonplaats had gemaakt. Steve's ouders waren altijd zo lief voor me, maar het moet een vreselijke schok voor ze zijn geweest toen hun zoon was thuisgekomen met een meisje uit het soort gezin waaruit ik kwam. Ik weet zeker dat ze opgelucht waren toen we een halfjaar uit elkaar waren, maar toen Steve eenmaal besloten had dat ik degene was die hij wilde, steunden ze ons allebei altijd op iedere mogelijke manier en behandelden me als een dochter. Nu stonden ze onder niet-aflatende druk van mijn familie, die hun 's nachts met dreigende telefoontjes bestookte en een hoop andere dingen deed die ze me niet wilden vertellen omdat ze me niet overstuur wilden maken. Ze waren niet het soort mensen dat zich snel liet intimideren, maar het maakte hun leven wel onaangenaam. Het bevestigde dat we de juiste beslissing hadden genomen door niemand anders die er misschien onderdoor zou zijn gegaan, aan diezelfde druk bloot te stellen. Door Sophie's geboorte waren er nu drie mensen voor wie ik beter moest worden om goed met ons gezinsleven om te kunnen gaan. Eindelijk, na een jaar op de wachtlijst te hebben gestaan, kreeg ik een afspraak met een klinisch psychiater in het plaatselijke centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Ze praatte heel vriendelijk met me en legde me uit waar ik me op de schaal tussen gedeprimeerd en euforisch bevond - en ik stond bijna onderaan. Ik bleef haar maar smeken me te laten opnemen. Ik wilde alleen maar rust en door iemand verzorgd worden. 'Nee. ' Ze schudde haar hoofd. 'Als je geen gezin had, dan wel, maar als ik je bij hen vandaan haal, bestaat het risico dat je het gewoonweg opgeeft. ' Er waren de daaropvolgende weken wanneer ik in haar wachtkamer zat heel wat keren dat ik mensen hoorde huilen en schreeuwen omdat ze opgenomen werden terwijl ze dat niet wilden, en ik benijdde hen. Ze schreef me kalmerende middelen, antidepressiva, vitamines en slaaptabletten voor, waarvan sommige zo sterk waren dat ze alleen in het ziekenhuis gehaald konden worden, en verwees me door naar een psycholoog. 'U bent een man!' zei ik, toen ik de eerste keer zijn spreekkamer kwam binnengestapt. Niet alleen was hij een man, maar hij leek ook nog eens van mijn leeftijd, wat voor mijn gevoel een beetje gènant zou worden. 'Is dat een probleem?' vroeg hij. 'Dat denk ik wel. Ik wil een vrouw. Hoe weet ik dat u die dingen niet bij uw eigen kinderen doet?' 'U bent hier nu toch, waarom probeert u het niet eens?' opperde hij. 'Want als u vraagt om iemand anders, zou dat nog wel een tijdje kunnen gaan duren.'
Ik deed wat hij voorstelde en wist meteen dat ik de juiste persoon had getroffen. Vanaf het eerste moment dat ik met hem praatte, was het alsof er een loden last van mijn schouders werd getild. Ik liet alles wat er vanaf mijn vierde met me gebeurd was de vrije loop, bespaarde hem geen enkel detail, en hij luisterde en begreep hoe ik me voelde. Iemand besteedde zowaar aandacht aan me en was niet kwaad of geschokt of zei dat ik flink moest zijn of dat ik naar de politie moest gaan of zoiets; hij luisterde alleen maar. Vaak sprongen de tranen in zijn ogen wanneer ik iets vertelde. 'Ik ben degene die hoort te huilen, hoor, ' zei ik dan voor de grap, 'u niet. ' Toen ik hem een paar gedichten liet zien die ik tijdens mijn ergste momenten had geschreven, vroeg hij of hij ze mee naar huis mocht nemen om ze te lezen, omdat hij het een beetje zwaar vond met mij erbij in de kamer. Later vertelde hij me dat alles wat ik geschreven had kenmerkend was voor iemand in mijn situatie. De daaropvolgende maanden slaagde hij er op fantastische wijze in me een beter gevoel over mezelf te geven. Voor het eerst begon ik te geloven dat wat er met me gebeurd was niet mijn eigen schuld was geweest, en ik voelde mijn moed langzamerhand toenemen. Ik voelde me nog steeds niet sterk genoeg om naar de politie te stappen en de lange strijd aan te gaan om de Stomme Idioot achter de tralies te krijgen, maar er vielen enkele dingen in mijn hoofd op hun plaats. Ik begon echt te denken dat ik misschien wel helemaal niets had om me schuldig over te voelen en me voor te schamen. Mij was echt groot onrecht aangedaan. De psycholoog raadde me ook boeken aan die mij de ogen openden voor het feit dat ik niet alleen stond, dat er andere mensen waren die het allemaal begrepen. Nadat ik jarenlang te horen had gekregen dat lezen betekende dat je deed alsof je beter was dan anderen, las ik ineens voortdurend boeken. Het was net alsof mijn hersenen jaren en jaren op water en brood hadden geleefd en ik er nu zo veel mogelijk bladzijden in moest proppen.
Een van de boeken die ik las was Ik had geen naam van Dave Pelzer, en de manier waarop hij zijn leven op de rails kreeg na een jeugd vol misbruik en mishandeling, was een inspiratie voor me. Ik kende veel mensen die het hadden gelezen en ze zeiden dat ze niet konden geloven dat alles wat hij over zijn moeder had geschreven waar was, maar ik geloofde het wel, want ik had het ook meegemaakt. Ik kon me iedere scëne die hij beschreef voorstellen. 'U moet dit boek lezen, ' zei ik bij mijn volgende bezoek tegen mijn psycholoog. 'U moet het echt lezen. Er moet ergens een school zijn waar ze die mensen opleiden, want ze zijn allemaal hetzelfde. ' 'Wat voor mensen?' Hij nam met een verwonderd gezicht het boek van me aan. 'Wat bedoel je?' 'Mensen die dit soort dingen met kinderen doen. Ze moeten wel allemaal van dezelfde plek komen. Ze doen allemaal dezelfde dingen. Alles wat zijn moeder deed, zou mijn stiefvader ook gedaan kunnen hebben. ' Er was een jaar van psychotherapie voor nodig voor ik me in staat voelde om er serieus over te denken om naar de politie te gaan. Je kunt een leven vol angst niet van het ene moment op het andere overwinnen, en ik veranderde wel honderd keer van gedachten, maar ik kwam ten slotte tot de conclusie dat ik me sterk genoeg voelde om te doen wat ik altijd geweten had dat ik moest doen. 'Ik denk dat ik nu misschien wel naar de politie kan om de Stomme Idioot aan te geven, ' zei ik op een dag tegen Steve. Dat was precies waar hij op gehoopt had. Hij geloofde met heel zijn hart dat niemand met dat soort misdaden tegen een kind mocht wegkomen en hij wilde al jaren dat ik mijn mond open zou doen. Zijn ouders en hij waren steeds maar dingen blijven zeggen als: 'Hoe zou je het vinden als hij dit straks met iemand anders doet, en jij had hem tegen kunnen houden?' Nu ging Steve uit mijn naam meteen naar het plaatselijke politiebureau. Daar vertelden ze hem dat hij de aangifte moest doen op het bureau in de buurt waar de misdaden gepleegd waren. Hij reed er rechtstreeks naartoe. Ik denk dat hij ervoor wilde zorgen dat hij de bal aan het rollen kreeg voor ik van gedachten kon veranderen. Hij had gelijk. Vanaf dat moment veranderde ik zo'n beetje om het uur van gedachten, maar het was nu te laat om het terug te draaien, en het grootste deel van de tijd wist ik wel dat ik de juiste stap had gezet, ook al was de angst soms bijna ondraaglijk. Een politievrouw, die Marie heette, van de afdeling kinderbescherming kwam als eerste naar me toe. Ik zag dat het min of meer routine voor haar was en ik voelde me schuldig omdat ik haar lastigviel. Ik bleef me maar verontschuldigen en zeggen dat ze wel iets beters te doen had zoals het redden van kinderen die nu gevaar liepen, dan te luisteren naar een volwassene die klaagde over iets wat jaren geleden gebeurd was. Ik voelde me altijd schuldig als ik op het journaal beelden zag van kinderen in Afrika die doodgingen van de honger of ledematen verloren door de landmijnen, en dan vond ik dat ik toch niet echt te klagen had.
Nu bleef ik maar zeggen dat het allemaal wel meeviel en dat er altijd kinderen waren die waarschijnlijk nog erger meemaakten. Ik moet Marie's vertrouwen in de zaak met alles wat ik te berde bracht aardig ondermijnd hebben. Marie vroeg me of mijn stiefvader ooit gearresteerd was, en ik zei dat hij honderden keren gearresteerd was, maar dat hij nooit in de gevangenis terechtgekomen was omdat hij de getuigen altijd intimideerde en iedereen die een aanklacht tegen hem had ingediend, hem altijd onder druk weer ingetrokken had. Ik merkte dat ze geïrriteerd begon te raken en ik realiseerde me dat het inderdaad vergezocht klonk. 'Pak dan zijn dossier, ' zei ik. 'Dan kunt u het met eigen ogen zien. ' Ik denk dat Marie tegen de tijd dat ze wegging erover dacht om mijn klacht te noteren en het daarbij te laten. Ze had heel geduldig uitgelegd hoe moeilijk het voor het Openbaar Ministerie was om in een zaak als de mijne ook echt tot vervolging over te gaan. Het verbaasde me niets, omdat ik dacht dat ik een van de miljoenen moest zijn die in hun jeugd verschrikkelijke dingen hadden moeten ondergaan, maar ik was blij dat ik eindelijk mijn mond open had gedaan. Zolang mijn klacht maar ergens op papier stond, redeneerde ik, zou Richard minder gemakkelijk met hetzelfde kunnen wegkomen. Tot mijn verbazing kwam Marie de volgende dag terug, nadat ze Richards dossier had bekeken. 'Ik heb iets voor je, ' zei ze, terwijl ze een rol papier ter hoogte van haar kruin hield. Vervolgens liet ze hem helemaal tot aan de grond toe afrollen. Iedere centimeter was bedekt met aantekeningen over mijn stiefvader. 'Dat zijn alleen nog maar zijn arrestaties in de afgelopen zeven jaar, ' zei ze. Er ging een golf van opluchting door me heen toen ik besefte dat een gezaghebbend iemand zowaar zou geloven wat ik zei. 'Ik denk dat we maar het beste bij het begin kunnen beginnen, hé?' zei Marie. We gingen aan de slag om mijn herinneringen op een rijtje te zetten en een zaak op te zetten waarmee haar bazen wel naar de rechter wilden stappen. 'Het Openbaar Ministerie begint er alleen aan als ze het idee hebben dat er een redelijke kans is dat ze het kunnen winnen, ' waarschuwde ze me. Het was niet moeilijk om me alle afschuwelijke dingen die met me gebeurd waren te herinneren, maar het was bijna onmogelijk ze op een min of meer samenhangende volgorde te zetten omdat mijn gedachten van de hak op de tak sprongen. Ik merkte dat hoe meer ik Marie vertelde, hoe erger ze in de war raakte. 'Deed hij dat met je toen je vijf of tien was?' vroeg ze dan. 'Ging dit een maand of een jaar door? Wanneer is dat gebeurd? Hoe vaak? Hoe lang?' Ik kon heel vaak geen duidelijk antwoord geven, en iedere vraag leidde weer tot een stortvloed van woorden terwijl Marie's pen over het papier vloog om het allemaal in de een of andere vorm te noteren zodat er later een samenhangend verhaal van gemaakt kon worden. Toen ze besefte dat er meer dan de normale hoeveelheid materiaal geschift moest worden, moest ze er een collega bij halen om een handje te helpen. In de meeste gevallen van kindermisbruik vindt het maar een paar jaar plaats tot het kind gered wordt of de misbruiker geen interesse meer toont omdat het slachtoffer ouder wordt.
Zeventien jaar was een onthutsend lange tijd om systematisch misbruikt te zijn, en dat maakte de klus zwaarder dan anders, terwijl ik de ene gruwelijke herinnering na de andere opdiepte. Marie ging naar de sociale dienst om mijn dossier op te halen om te zien of ze enig idee hadden gehad van wat er gaande was en wat ze er mogelijk aan gedaan hadden. 'Ze zijn het dossier kwijt, ' vertelde ze me door de telefoon. 'Ik heb tegen ze gezegd dat ze een week hebben om het te vinden, anders stuur ik er een team op af om echt te zoeken.' Ik hoorde hoe kwaad ze was. Ze vertelde me dat het niet de eerste keer was dat haar dit in de loop van een onderzoek overkwam. Een week later was er niets boven tafel gekomen, en ze stuurde er een politieteam op af om ieder dossier in het gebouw door te nemen. Ze vonden niets. Iemand had ieder spoortje bewijs verwijderd. 'Wat betekent dat?' wilde ik weten. 'Dat betekent dat zijn verdediger zal zeggen dat hij je onmogelijk op die manier heeft kunnen behandelen, omdat maatschappelijk werk geregeld langskwam om te controleren of het wel goed met je ging. ' 'Maar voor zover ik me kan herinneren, zijn ze nooit bij me in de buurt geweest,' hield ik vol. 'En ook al hadden ze dat gedaan, dan zou ik nooit het lef hebben gehad om ze te vertellen wat er gaande was. ' Marie en haar collega gingen onverschrokken door met alles uit me te halen wat ze maar konden, tot hun vingers pijn deden van het schrijven. 'We gaan nu stoppen, ' zei Marie ten slotte tegen me. 'We kunnen niet alles wat hij ooit met je gedaan heeft opschrijven, anders komt er geen einde aan deze zaak. ' Ze gingen weg om het hele verhaal te laten uittikken. Toen ze met het getypte relaas terugkwamen, was Marie gewapend met een schaar en een Prittstift. 'Je moet dit doornemen, ' legde ze uit, 'en dingen uitknippen en min of meer op volgorde bij elkaar plakken zodat de juristen het kunnen snappen. ' Ik probeerde te doen wat ze zei, maar het kostte me nog steeds moeite om alles op volgorde te zetten. 'De vrouw die dit uitgetikt heeft, ' vertelde Marie terwijl we het samen doornamen, 'werkt al bijna twintig jaar op deze afdeling, maar ze moest steeds het kantoor uit omdat ze moest huilen terwijl ze je woorden uittikte. ' 'En denk je dat ze hem zullen vervolgen?' vroeg ik. 'Wie weet?' zei Marie schouderophalend. 'Maar als ze het niet doen, dan hebben we in ieder geval ons best gedaan. ' Nu ik besloten had deze weg te bewandelen, was ik vastbesloten het zo goed mogelijk te doen. Marie en haar collega's deden zo hun best dat ik ze op alle mogelijke manieren wilde helpen, zodat het achteraf geen verspilde moeite zou blijken te zijn. We bleven met het document bezig tot het zo zorgvuldig was als we maar dachten dat het kon. Vervolgens nam Marie het mee om haar bazen ervan te overtuigen dat het de moeite waard was om vervolging in te stellen. Ze kwam een paar dagen later breed grijnzend terug. 'Mijn baas vindt dat we je moeder ook moeten aanpakken, ' verkondigde ze opgewekt. 'Echt?' Ik was met stomheid geslagen. 'Waarvoor?' 'Hij gaat er vanuit dat ze precies wist wat er gaande was en dat we haar op verwaarlozing kunnen pakken. ' Maar uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat het te lastig zou zijn om ma te vervolgen en besloten dat ze zich zouden concentreren op de zaak tegen Richard om die bewezen te krijgen. Ik was dolgelukkig. Even was er een enorme last van mijn schouders. Ik had het gevoel dat ik eindelijk op een happy end afstevende.
Maar toen sloeg de realiteit toe. De hele procedure zou een jaar beslaan voordat de zaak voorkwam, en al die tijd zou Richard weten dat we achter hem aan zaten en hij zou zijn inspanningen verdubbelen om ons te vinden en ons zo te intimideren dat we verder onze mond zouden houden. De politie verzekerde me dat als hij eenmaal gearresteerd was, hij in voorarrest zou blijven en wij veilig zouden zijn. Maar in werkelijkheid kwam hij meteen weer op straat te staan. 'Jullie hebben me beloofd dat jullie hem vast zouden houden, ' kreunde ik toen ze het me vertelden. 'Het spijt me, Jane, ' zei Marie. 'Ze zijn tot de conclusie gekomen dat hij te veel medicijnen slikt om het risico te nemen. Als er iets fout zou gaan en hij tijdens het voorarrest ziek wordt, kan de hele zaak in duigen vallen, en zou hij de politie kunnen aanklagen. We konden het risico gewoon niet nemen.' 'Maar hij zal achter me aan komen,' betoogde ik. Ik zou hier nooit aan begonnen zijn als jullie me niet beloofd hadden dat hij achter de tralies zou verdwijnen.' 'We zullen alles doen om jullie te beschermen, ' verzekerde ze me, en ik wist dat ze het meende. Maar wat kon ze doen als Richard of mijn broers besloten om bij de school te staan wachten en Emma een paar uur mee te nemen, gewoon om te laten zien dat ze dat nog steeds konden? Wat zouden ze doen als de telefoontjes midden in de nacht begonnen te komen of de briefjes in de brievenbus belandden? Wat zouden ze doen als ons huis 's nachts op raadselachtige wijze in brand vloog of Steve's auto van de weg werd gereden terwijl hij op weg was naar zijn werk? Hoewel ik er geen spijt van had dat ik naar de politie was gegaan, wist ik niet hoe ik de komende maanden moest doorkomen. Ik keek voortdurend over mijn schouder en schrok iedere keer als ik een auto voor het huis hoorde stoppen of als de telefoon ging of als Emma een paar minuten later dan anders uit school kwam. Eenmaal in huis, ging ik bijna nooit weg, behalve om de kinderen de straat over naar school te brengen, en zelfs dat lukte niet altijd; dan moest ik Steve of een vriendin vragen ze te brengen. Het was alsof mijn hersenen het van uitputting niet meer aankonden. Ieder kleinigheidje dat Emma of Sophie vroegen, leek zo zwaar als het beklimmen van de Mount Everest. Als ze iets wilden drinken, kon ik amper de energie opbrengen om een beker te pakken en daar iets in te schenken. De gedachte om mezelf van het leven te beroven bleef maar bij me opkomen, en ik schreef een lange brief waarin ik er de nadruk op legde dat als ik doodging de meisjes allebei bij Steve moesten blijven. Mijn ergste nachtmerrie was dat Emma weggehaald zou worden en aan mijn moeder zou worden gegeven. Ik wilde er ook voor zorgen dat het zwart op wit stond dat ik niet wilde dat Richard of ma of mijn broers naar mijn begrafenis zouden komen. Iedere avond, na een zware dag op kantoor, moest Steve mijn dronken gezeur aanhoren over dat ik er een eind aan wilde maken.
Uiteindelijk verloor hij zijn geduld. Als je het gaat doen, kan ik je niet tegenhouden, ' zei hij op een avond. 'Doe het maar, dan hebben we dat gehad. Ik ga naar bed. ' Hij ging naar boven, en ik bleef snotterend in de kamer achter.'Oké,' dacht ik, 'als ik het ga doen, dan zijn er een paar dingen die ik moet regelen. ' Ik was er nooit aan toegekomen om Emma te vertellen dat Paul haar echte vader was. Steve deed het zo geweldig en ze was zo gelukkig met hem, dat het niet de moeite waard leek om verwarring in haar hoofdje te zaaien. Maar ik wilde geen losse eindjes achterlaten. Het was nu vijfjaar geleden sinds we ontsnapt waren. Emma was acht en oud genoeg om het te begrijpen. Ik ging op een dag na schooltijd met haar om de keukentafel zitten en vertelde het haar allemaal. Ze luisterde vol aandacht, stelde een paar vragen en scheen het allemaal prima te vinden. Ik vond dat ik contact met Paul moest leggen en hem opnieuw in contact met zijn dochter moest brengen voor ik ertoe kwam om er een eind aan te maken. Maar als ik met hem in contact wilde komen, moest ik hem ook het hele verhaal vertellen van waarom we halsoverkop weg moesten en van wat er allemaal achter zijn rug om was gebeurd terwijl we samenwoonden. Ik wist van de enkele mensen uit de oude buurt die we nog wel eens zagen dat hij verloofd was en dat Emma nu een halfbroertje had. Ik wilde dat Paul haar weer zou zien en erover zou denken om haar kennis te laten maken met zijn andere kind, maar ik wist niet hoe ik met hem in contact kon komen. Toen ging Steve op een avond met zijn maten stappen en kwam een vent tegen met wie hij op school had gezeten die bij Paul op voetballen zat. Toen hij hoorde dat ze nog steeds samen voetbalden, vroeg hij of hij Paul zijn nummer wilde geven. De man verzekerde hem dat hij het zou doen en we wachtten op zijn telefoontje. Toen het maar niet kwam, was ik verbaasd, want ik was er zeker van geweest dat Paul onmiddellijk zou bellen. Uiteindelijk kwam het telefoontje toch en hij vertelde ons dat de wederzijdse vriend vergeten had hem het nummer te geven. We maakten een afspraak en ik vertelde hem het hele verhaal. Hij was net zo geschokt en vervuld van walging als Steve was geweest, maar ik kon bijna zien hoe de stukjes op hun plaats vielen terwijl hij mijn woorden tot zich door liet dringen. 'Dus al die keren dat ik vroeg thuiskwam en de ketting op de deur zat...' zei hij en ik knikte, opnieuw ziek bij de gedachte aan de dingen die ik iedere dag van mijn leven gedwongen was te doen tot we ontsnapten. Paul was vol begrip en wilde ons steunen. Hij beloofde alles te doen wat in zijn macht lag om me bij het proces te helpen. Nu ik moed kreeg, zocht ik ook contact met mijn vader en mijn jongere broertje Jimmy. Pa was gelukkig hertrouwd en had een succesvol schildersbedrijf waar hij comfortabel van kon leven. We begonnen bij hem op bezoek te gaan, maar we moesten ons altijd verstoppen als er iemand anders van zijn familie langskwam voor het geval ze zouden doorvertellen dat we in de buurt waren. De broer van mijn moeder woonde aan de overkant van de straat. Pa verkeerde nog steeds in zalige onwetendheid over de hel die ik had moeten doormaken nadat hij was weggegaan.
Toen ik hem er iets van vertelde, zag ik dat hij het nauwelijks kon verdragen ernaar te luisteren, dus hield ik de meeste details voor me. Dat was het moment dat hij me vertelde dat hij altijd aan de kantinejuffen op school vroeg om aan hem door te geven hoe het met me ging. Zelfs toen ik hem alles had verteld, leek hij niet in staat het allemaal te begrijpen. 'Ik begrijp wel hoe hij die dingen met je kon doen toen je klein was, ' zei hij op een dag, 'maar hoe kon je hem door laten gaan je te misbruiken toen je eenmaal volwassen was en zelf een baby had?' Ik vond het niet mijn verantwoordelijkheid om nog verdere toelichtingen te geven. Misschien zou het trouwens toch vriendelijker zijn geweest om hem in zalige onwetendheid te hebben laten voortleven. Hij schudde vol ongeloof zijn hoofd toen ik hem een paar dingen vertelde die ma ook had gedaan. 'Ze moet wel heel veel veranderd zijn, Janey, ' zei hij. Ik zou nooit met een vrouw zoals jij die beschrijft getrouwd zijn. ' Jimmy na al die jaren weer ontmoeten was een schok. Ik weet niet wat ik verwacht had, maar wat ik aantrof was heel anders. Jimmy's levenservaring sinds we uit elkaar waren gehaald, had niet veel anders kunnen zijn geweest dan de mijne. Hij was geadopteerd door lieve mensen die genoeg geld hadden om hem in alles zijn zin te geven. Hij was hun enige kind en leek geen problemen in zijn leven te hebben, maar toch was hij niet gelukkig en had moeite met volwassen worden. Ik merkte dat ik weinig geduld met hem had, en Steve nog minder. Het was een teleurstelling nadat ik al die jaren zijn herinnering in mijn hart had meegedragen. Misschien hoopte ik dat we nog steeds de zielsverwanten zouden zijn die we waren toen we klein waren en die we al die jaren in mijn gedachten waren gebleven. Misschien was Jimmy zo beschadigd door zijn vroegste jaren dat alle liefde en veiligheid in de wereld hem er niet overheen konden helpen, of misschien was er sprake van erfelijkheid waar hij niet vanaf kwam. Maar ondanks alles wat er is gebeurd en de verschillende wegen die we zijn ingeslagen, hou ik nog steeds van de man die ooit het kleine jongetje was dat ik bij het pleeggezin had moeten achterlaten en met wie ik praatte via de moedervlek op mijn arm. Hoewel mijn leven in bepaalde opzichten beter werd, pakten de zwarte depressiewolken waarvoor ik steeds zo bang was geweest zich steeds meer samen. Ik dacht voortdurend aan hoeveel beter af iedereen zou zijn zonder mij, vooral Steve en de meisjes. Ik was altijd ongelukkig en had het gevoel dat niemand iets aan me had. Ik bleef drank en tabletten kopen, als voorbereiding op iets wat ik niet echt wilde doen. Uiteindelijk, toen ik een ochtend alleen in de keuken zat te gillen en te huilen, dronk ik me voldoende moed in om een handjevol sterke kalmerende middelen en antidepressiva in te nemen. Ik had er al voor gezorgd dat iemand anders de kinderen uit school zou halen en ze bij haar thuis zou houden tot ik ze kwam halen, omdat ik dacht dat ik tegen die tijd wel dood zou zijn.
Maar ik denk dat ik niet genoeg tabletten ingenomen had, want ik kon nog steeds naar de deur lopen toen iemand er maar op bleef bonzen. "Wat heb je gedaan?' vroeg mijn vriendin toen ik de deur opendeed en ze zag hoe ik eraantoe was. Ik liet me op de keukenvloer zakken, kroop in een hoek en huilde en huilde; het enige wat ik wilde, was dat het allemaal voorbij was. Mijn benen konden me niet meer dragen. Iedere keer dat ik opstond, viel ik weer. Mijn vriendin was woest op me; ze schreeuwde en tierde, want ze wist wat ik gedaan had omdat ik het er al zo lang over had. Ze belde haar moeder, die verpleegster was en aan de overkant van de straat woonde, en samen schreeuwden ze me vragen toe: 'Hoeveel heb je er ingenomen?' Ik probeerde antwoord te geven, maar ik kon me met mijn dikke tong en verdoofde gezicht niet verstaanbaar maken. Mijn vriendin belde haar man, die van zijn werk kwam om me in de auto naar het ziekenhuis te brengen. Toen ik daar eenmaal was, voelde ik me voor gek staan. Ik kan nooit genoeg tabletten ingenomen hebben, want ze pompten niet eens mijn maag leeg. Maar ze wilden me niet laten gaan voor ze wat on-derzoekjes hadden verricht. Ik wilde alleen maar slapen, zo moe was ik, maar dat mocht niet. Steve kwam later en hij keek niet blij. 'Ik heb er genoeg van,' zei hij. 'Ik breng je naar huis.' Hierna besefte ik dat ik mezelf echt onder controle moest krijgen als ik mijn boze geesten wilde verdrijven en een behoorlijke moeder voor de meisjes wilde zijn. Een van mijn belangrijkste taken in het jaar dat de zaak voorkwam was zo veel mogelijk getuigen zien te vinden die naar voren wilden treden om mijn verhaal te ondersteunen. Ik moest mensen hebben die wilden getuigen hoe gewelddadig en angstaanjagend Richard was en hoe gemakkelijk hij in staat was geweest om een kind te intimideren en te dreigen tot het deed wat hij wilde. In mijn naïviteit dacht ik dat als ze eenmaal zagen dat ik best tegen hem in opstand durfde te komen, alle andere familieleden ook het gevoel zouden krijgen dat ze hun mond konden opendoen. Hij had ze in de loop der jaren in elkaar geslagen, aangevallen en geïntimideerd, dus ik dacht eigenlijk dat ze me wel dankbaar zouden zijn dat ik hem eindelijk aan de schandpaal nagelde als de kwaadaardige, luie, wrede treiterkop die hij was. Ik herinnerde me alle keren dat ma en de jongens hadden gezegd hoeveel beter het leven zonder hem zou zijn. Ma had altijd gedacht dat de jongens degenen zouden zijn die haar uit zijn klauwen zouden redden zodra ze groot waren, maar misschien moest ik wel degene zijn die het deed. Jammer genoeg had ik Richards vermogen tot intimidatie onderschat. Een of twee van de vriendinnen uit het verleden gingen op mijn telefoontjes in en zeiden dat ze voor me zouden getuigen, maar ze belden allemaal terug om hun steun in te trekken nadat ze met hun man of partner hadden gepraat. Er was kennelijk niemand die zijn of haar leven, thuis en gezin in gevaar wilde brengen. Het zag ernaar uit dat Richard er andermaal in geslaagd was om een hele gemeenschap zo veel angst aan te jagen dat ze zich niet tegen hem zouden verzetten, zelfs niet wanneer ze de kans kregen, maar ik begreep volkomen hoe ze zich voelden. Had hij me niet twintig jaar de mond weten te snoeren?
Er waren ook mensen die ik expres niet benaderde, omdat ik wist dat ze te kwetsbaar waren. Ik wist dat ze het voor me zouden doen, maar dat Richard ze zou vermoorden. Cheryl, bijvoorbeeld, had in de loop der jaren zo veel voor me gedaan en ik kon haar niet vragen ter wille van mij nog meer risico te lopen. Ik had Hayley al zo lang niet meer gezien dat ik aarzelde of ik nu contact met haar zou zoeken en haar om zo'n grote gunst zou vragen, maar uiteindelijk zag ik in dat ik alle hulp nodig had die ik maar kon krijgen. 'Natuurlijk help ik je, ' zei ze zodra ik het gevraagd had, en ik herinnerde me hoe we die dag al die jaren geleden bloedzusters waren geworden. 'Je had het me eeuwen geleden al moeten vragen, ' vervolgde ze. 'Je moeder is al bij mijn moeder geweest om te vragen of ze voor hen wilde getuigen. ' 'Wat heeft je moeder gezegd?' 'Nee, maar hun advocaten blijven maar aankloppen. ' Het was geweldig te ontdekken dat er een paar mensen waren die de kracht hadden om op te komen voor wat zij vonden dat goed was. Hoe meer ik ontdekte, hoe erger mijn hoofd tolde. Ik schrok van het aantal oudere buren dat zei dat ze altijd hadden geweten dat er iets tussen Richard en mij gaande was, alsof het onvermijdelijk was en ze er niets aan hadden kunnen doen. Misschien hadden ze er ook niets aan kunnen doen, maar ze hadden het in elk geval kunnen proberen. Misschien waren ze ervan uitgegaan dat ik vrijwillig aan de relatie deelnam. Was zoiets werkelijk mogelijk? Oom John, die mijn vriend was geweest in de tijd dat hij naast ons woonde, stemde er ook mee in om tegen Richard te getuigen. 'Ik weet dat je opa het me nooit zou vergeven als ik je niet zou helpen terwijl ik de kans kreeg, ' zei hij. Hij zou er later vreselijk voor boeten; hij zou gebrandmerkt worden als een verrader van de familie omdat hij mijn kant koos tegen de geliefde patriarch. Nog een oom van me, van wie ik wist dat hij vroeger door Richard gepest en in elkaar geslagen was, belde om me te vertellen dat Richard hem had gevraagd voor hem te getuigen en dat hij er niet onderuit kon. Ik vroeg het aan Marie, en ze verzekerde me dat hij volledig in zijn recht stond om nee te zeggen. Ik belde hem terug en zei dat hij niet hoefde te doen wat Richard hem vroeg. 'Maar weet je, Janey, ' piepte hij, 'ik ging vroeger wel eens met hem naar de pub. Hij is eigenlijk een doodgewone vent. ' Voor zover ik wist ging Richard nauwelijks naar de pub. Die ene keer dat hij inderdaad met die oom was gegaan, was hij stomdronken naar huis teruggestrompeld, had onderweg ruzie gezocht, was vervolgens omgevallen en had zijn Chinese maaltijd over de hele voortuin uitgekotst. Ik denk dat hij wist dat hij niet tegen drank kon en dat dat de reden was dat ma en hij eindeloze koppen thee dronken. 'Hoe kun je zo tegen me praten over een man die me bijna iedere dag van mijn leven verkracht en misbruikt heeft?' wilde ik weten.
'Ho, wacht eens even, Janey, ' waarschuwde mijn oom, alsof hij een of andere wijze oudere van de familie was. 'Dat weten we niet zeker. Iedereen is onschuldig tot zijn schuld bewezen is. ' 'Waarom zou ik dat soort dingen verzinnen?' schreeuwde ik, buiten mezelf van woede dat ik dit moest horen van een man die zelf onder Richard geleden had. 'Hoe zou ik zeventien jaar van angst en pijn kunnen verzinnen?' Op het laatst zwichtten ze bijna allemaal, behalve Hayley, oom John, Steve en Paul. Ik vroeg aan mijn vader of hij naar de rechtszaal zou komen, en dat beloofde hij me. Steve's vader en twee vriendinnen zouden er ook zijn om morele steun te bieden. Nu ik met zoveel mensen openlijk had gepraat over wat er in het verleden was gebeurd, begonnen dingen in mijn hoofd op hun plaats te vallen en ik begon me beter te voelen. Steve was tegen die tijd op zijn werk aardig opgeklommen en had kans gezien een mooier huis in een betere wijk te kopen die nog verder verwijderd was van waar mijn familie geworteld was. Het huis was modern en leek in geen enkel opzicht op de huizen waarin ik als kind had gewoond. Ik had het gevoel moeten hebben dat ik eindelijk aan mijn verleden ontsnapte. Maar het was nog steeds onmogelijk voor me om te genieten van het goede dat ons overkwam. Ik was zo lang geconditioneerd in het denken dat je ervoor moest boeten als er iets leuks gebeurde, of dat je iemand een gunst moest verlenen of een pak slaag zou krijgen, dat ik nu niet kon geloven dat het mogelijk was dat ons leven beter zou worden. Naarmate de eerste dag van het proces dichterbij kwam, werd ik steeds nerveuzer. Stel dat niemand me geloofde en de jury Richard vrij zou spreken? Stel dat de mannen van de jury hetzelfde met hun kinderen deden als hij met mij had gedaan? Stel dat de rechter dat soort dingen deed, of de advocaten? Stel dat ik de rest van mijn leven in angst zou moeten leven dat Richard terug zou komen om zich te wreken? Stel dat ik nooit enige vorm van erkenning zou krijgen voor wat hij me had aangedaan? Stel dat zijn treiterpraktijken uiteindelijk succes zouden blijken te hebben? Hoe zou ik met die dingen kunnen leven?
11
Op de ochtend van het proces brachten we de meisjes naar school voor we naar de rechtbank gingen; we deden net of het een gewone dag was, maar ik betwijfel of we hen voor de gek konden houden. Ze moeten de spanning hebben kunnen voelen. We hadden afgesproken dat we naar Marie en haar collega's van de politie op het parkeerterrein achter de rechtbank zouden gaan, zodat zij ons er via een achteringang in konden laten. 'Ze staan vast bij de hoofdingang op je te wachten, om je te intimideren, ' legde Marie uit. 'We willen niet dat je oog in oog met hen komt te staan. ' Nadat we snel het gebouw binnengeleid waren, werden we naar boven naar een kamer gebracht die bestemd was voor getuigen die op hun beurt wachtten om naar de getuigenbank te worden geroepen. We mochten niet met elkaar praten, ook al hadden Steve en ik een paar minuten geleden nog samen in een auto gezeten. Er stonden fauteuils, en we moesten gewoon zitten en wachten tot we werden opgeroepen. Mijn vader was nergens te bekennen. Er gebeurde urenlang niets, terwijl de jury de eed werd afgenomen en er andere rituelen plaatsvonden waar wij niets van afwisten. We hadden aangenomen dat ze Steve als eerste zouden oproepen. Hij verheugde zich erop om in de getuigenbank plaats te nemen. Richard had hem het leven in de loop der jaren aardig zuur gemaakt, en hij genoot van het idee dat hij eindelijk alles recht kon zetten. 'Jane Elliott, ' riep een beambte. Mijn hart maakte een sprongetje. Ik moest als eerste naar binnen! Ik wilde niet weg uit die ruimte vol vriendelijke mensen die achter me stonden, in de wetenschap dat de Stomme Idioot op me zou staan te wachten in de rechtszaal en dat er mensen zouden zijn die zouden proberen te bewijzen dat ik een leugenaarster was en me zouden dwingen te praten over dingen waar ik niet eens meer over na wilde denken. Ik liep als in een trance het vertrek uit. Toen ik de rechtszaal binnenging, zaten een van mijn ooms en mijn broer Pete, die ik als jongetje min of meer had opgevoed, met hun armen over elkaar geslagen bij de deur, met een dreigend gezicht om me te intimideren, in de hoop dat ik op mijn woorden terug zou komen, net als ieder ander die ooit geprobeerd had een eind te maken aan het terreurbewind van de Stomme Idioot. Ik zag voor het eerst dat mijn broer een tatoeage in zijn hals had, net als zijn vader. 'Niet naar ze kijken, ' instrueerde mijn politieagente me terwijl ze me snel naar voren probeerde te krijgen. 'Niet naar ze kijken, ze proberen je alleen maar zenuwachtig te maken. ' Ik trilde van angst, maar beantwoordde hun blik alsof het me niets kon schelen. De spanning had zich een jaar lang opgebouwd naar dit moment toe, om nog maar te zwijgen van de meer dan twintig jaar ervoor. Ik zou nu niet meer terugkrabbelen. Ik had geen enkel respect voor de mensen die gezwicht waren en weigerden achter me te staan. Na alles wat hij ook hun had aangedaan. Ik keek uitdagend naar mijn broer en oom en schudde mijn hoofd, alsof ik hun duidelijk wilde maken dat ik niet kon geloven waar ze mee bezig waren, dat ik teleurgesteld was in hen als mannen. Ik had geen idee of ze zich toch ergens schaamden of dat ze het zo gewend waren geraakt om Richard te gehoorzamen dat ze echt geloofden dat het klopte en normaal was. Hij scheen in ieder geval heel succesvol te zijn in zijn campagne om hen ervan te overtuigen dat 'families hoe dan ook altijd voor elkaar moeten opkomen'.
Toen ik eenmaal in de rechtszaal was, boog ik mijn hoofd om mijn haar over mijn ogen te laten vallen, zodat het een gordijn vormde voor alles behalve datgene dat zich onmiddellijk voor me bevond. Als het aan mij lag, zou ik het gezicht van de Stomme Idioot niet zien. Ik wilde het niet opnieuw in mijn hoofd geprent hebben. Ik was erin geslaagd mijn herinneringen op plekken onder te brengen waar ik er overwegend raad mee wist en ik wilde geen nieuwe beelden die tot in de kleine uurtjes door mijn hoofd bleven spoken. Tot mijn opluchting merkte ik dat hij, zolang ik mijn haar naar voren liet vallen, buiten gezichtsbereik bleef. Ik wist dat twee van mijn vriendinnen op de publieke tribune zaten, maar ik kon hen ook niet zien. Mijn eerste dag in de getuigenbank was zwaar, omdat mijn advocaat alle gënante bijzonderheden van mijn jeugd doornam. Alles moest tot in de details omschreven worden, om te voorkomen dat er ook maar het kleinste misverstand bij de rechter of de jury zou ontstaan, en ook om alles officieel te boek te stellen. Ik mocht het niet over 'zijn ding' hebben als ik 'zijn penis' bedoelde. Iedere seksuele handeling moest zonder enige terughoudendheid beschreven worden. Ik kon me nergens verschuilen. Hoewel ik me opgelaten voelde om in het bijzijn van vreemden over zulk soort dingen te praten, wist ik dat het goed was dat mijn advocaat het deed. Hij had tegen de politie gezegd dat hij nog nooit aan een zaak had gewerkt waarin hij zo vastbesloten was om gerechtigheid voor zijn cliënte te krijgen en om ervoor te zorgen dat de verdachte een zo hoog mogelijke gevangenisstraf kreeg. Het viel me op dat Richards advocaat een opvallende jonge zwarte vrouw was. Ze deed me aan de discodiva Gr ace Jones denken. Ik wist dat Richard dat niet leuk zou vinden, gezien zijn racistische ideeën. En de kans bestond dat hij zijn ideeën aan haar kenbaar had gemaakt. De hele tijd dat ik getuigde, liet ik mijn haar voor mijn ogen vallen zodat ik hem niet hoefde te zien, en dat hielp ook wel om mijn schaamte een beetje te verdoezelen. Ik wilde niet zien hoe mensen medelijden met me hadden, omdat ik bang was dat ik mijn stem niet meer in bedwang zou kunnen houden. Ik was vastbesloten om niet verstikt te raken, omdat ik het zo goed mogelijk wilde doen. Om de zoveel tijd liet de Stomme Idioot een waarschuwende kuch horen om me te laten weten dat, ook al kon ik hem door mijn gordijn van haar niet zien, hij maar op een paar meter afstand van me zat.
Hij herinnerde me op die manier aan alle dreigementen die hij me in de loop der jaren had laten horen over wat er zou gebeuren als ik iemand over mijn geheimen zou vertellen en probeerde me zo weer te reduceren tot het kleine meisje dat hij met haar rug tegen de muur had gezet met een vleesmes op haar keel. Hij kon ongetwijfeld zien hoe moeilijk ik het in de getuigenbank had en hij wist vast, nadat hij tot de conclusie was gekomen dat hij me genoeg had aangedaan, dat hij er ieder moment een eind aan kon maken door op te staan en alles te bekennen. Dit was zijn laatste kans om iets fatsoenlijks te doen voor het kleine meisje voor wie hij al die jaren geleden de verantwoordelijkheid had genomen, maar hij zei niets. Het enige wat ik nog kon zien waren de rechter en één man die aan het eind van de jurybank zat. Het jurylid leek een jaar of veertig en droeg een leren jasje. Terwijl ik mijn verhaal vertelde, begroef hij een paar keer zijn handen in zijn gezicht en huilde. Ik wendde mijn ogen af om het beeld te verdringen en bleef gewoon verdergaan met het beantwoorden van de vragen. Ik vond het vervelend dat ik hem zo van streek maakte. Ik vreesde het moment dat mijn advocaat alle vragen gesteld had die hij wilde stellen en dat de tegenpartij aan de beurt zou komen. Eindelijk was het moment daar, en Richards advocate kwam tegenover me staan, met als doel te bewijzen dat ik loog en het hele verhaal verzonnen had. In alle rechtbankdrama's die ik ooit gezien had, slaagden de advocaten er altijd in om de dingen zo om te draaien dat ze iets anders betekenden, zodat de getuigen anders leken dan ze waren. Maar naarmate we verdergingen, leek niets wat deze vrouw me vroeg me moeilijk te beantwoorden. Op al haar vragen kon ik gewoon eerlijk antwoord geven, en wanneer ik antwoord gaf, leek ze er verder niets over te zeggen te hebben. Een of twee keer leek ze de zaak zelfs slechter voor haar cliënt te maken door me naar voorvallen te vragen waar mijn eigen advocaat niet eens aan gedacht had en waardoor Richard als nog kwaadaardiger afgeschilderd werd. Op een gegeven moment vroeg ze me naar zijn racistische ideeën, gezien mijn status in de familie als de 'Pakislaaf', en ik moest haar vertellen dat hij iedereen van een ander ras haatte en geprobeerd had ons hetzelfde aan te leren. Ze vroeg me of ik er racistische ideeën op nahield, en ik kon in alle eerlijkheid zeggen dat dat niet zo was. Toen ik eindelijk de getuigenbank mocht verlaten, zag ik dat de vloer bezaaid was met een confetti van stukjes papier die ik onbewust zenuwachtig van een prop papieren zakdoekjes had zitten plukken. Aan het eind van mijn tweede dag in de getuigenbank, toen ik het gevoel had dat ik aan het eind van mijn Latijn was en niet meer verder kon, verontschuldigde de rechter zich tegenover me. 'Het spijt me, Jane, ' zei hij, 'maar ik ben bang dat je morgen terug zult moeten komen. ' Ik liet mijn hoofd met een mengeling van uitputting en wanhoop zakken. 'Ik weet het, ik weet het, ' ging hij zo sussend mogelijk verder. 'Het spijt me, maar we willen dit toch allemaal opgehelderd hebben, he?'
Nu ik zo ver gekomen was, wilde ik niet meer terugkrabbelen. Mijn vader was nog niet op komen dagen. Ik denk dat hij het gevoel had dat het te erg zou zijn om alles wat zijn dochter aangedaan was tot in de kleinste details te moeten aanhoren. De volgende dag zette de rechter de gerechtelijke actie stop en sprak met mijn advocaat. 'Ik denk dat we moeten ophouden en een andere wending aan de zaak geven, ' zei hij. Mijn hart zonk me in de schoenen. Wat bedoelde hij? 'Ik geloof eigenlijk niet dat dit om kindermisbruik gaat, ' vervolgde hij. Niet over kindermisbruik? Had hij dan geen enkel woord gehoord van wat ik had gezegd? 'Ik denk, ' ging hij verder, 'dat het om macht en angst gaat. ' 'Bingo!' dacht ik en vrolijkte meteen op. Eindelijk begrepen de autoriteiten wat er aan de hand was geweest. Dat was waar het vanaf de eerste dag dat ik uit het pleeggezin kwam om gedraaid had. Het was niet zo dat Richard gewoon een pedofiel was, want hij was lang nadat ik een vrouw was geworden doorgegaan met zijn misbruik; het was nog veel meer met voorbedachten rade, nog veel koelbloediger. Hij had geprobeerd me van mijn hele leven te beroven en was erin geslaagd er zeventien jaar vanaf te halen voor het me lukte hem tegen te houden, al zou je kunnen betogen dat hij me van de daaropvolgende jaren ook had beroofd omdat ik die in zo'n kwetsbare en ongelukkige toestand had doorgebracht. Na een onderbreking van de voortgang van het proces werd ik door een contactpersoon van slachtofferhulp, een oudere vrouw, teruggebracht naar de rechtszaal. Tot dan toe hadden ze er steeds voor gezorgd dat ze me door een andere deur naar binnen of naar buiten lieten gaan dan Richard, mijn stiefvader, en als ze dat niet deden, dan zorgden ze er in ieder geval voor dat we elkaar niet tegenkwamen, wat mij zelfverzekerder maakte. Door me achter mijn haar te verstoppen had ik steeds weten te vermijden hem te zien en me zijn gezicht al te nadrukkelijk te herinneren. Toen ik weer met gebogen hoofd binnenstapte, zag ik een paar schoenen vlak voor me, die me de weg versperden. Ik keek op, recht in een gezicht dat me misselijk maakte van angst. De bleke slangenogen en het rode haar waren hetzelfde, al zag hij er wat steviger uit dan ik me hem herinnerde. 'Haal me hier weg, ' siste ik tussen opeengeklemde tanden, terwijl ik voelde hoe zijn ogen zich in de mijne boorden en zijn gedachten terug in mijn hoofd kwamen. 'Haal me weg, haal me weg. ' 'Hou in vredesnaam je gemak, ' zei de vrouw, geïrriteerd door zo'n vertoon van emoties. 'Kom maar hierdoor. ' Ze bracht me naar een kamertje met een glazen deur, dat aan de rechtszaal grensde. Hij volgde ons, maar kwam niet naar binnen; hij bleef aan de andere kant van het glas staan en staarde met een uitdrukkingloos gezicht naar me. 'Haal de politie!' gilde ik. 'Haal de politie!' 'Stel je niet zo aan, kind. ' Ze begon haar geduld te verliezen. 'Om wie maak je je zo druk? Om hem?'
Ze gebaarde naar de bewegingloze gestalte aan de andere kant van het glas met de dode, starende ogen. 'Haal iemand!' gilde ik, en ze realiseerde zich dat ze me op geen enkele manier kon kalmeren. Ze liep naar de deur. 'Laat me niet alleen!' gilde ik, omdat ik hem en mij ineens alleen in het kamertje voor me zag. De vrouw raakte in paniek, omdat ze besefte dat ze niet wist wat ze met de situatie aanmoest. Op dat moment arriveerden Marie en nog iemand van de politie. Toen ze me in de hoek zagen staan met mijn gezicht tegen de muur als een kind in moeilijkheden, schoten ze me te hulp, woedend op iedereen, en brachten me in veiligheid. 'Hij vermoordt me, ' kreunde ik, terwijl Marie haar arm om me heen sloeg. 'Ik ben er geweest.' 'Nee hoor, Jane, ' suste ze me. 'Hij kan niets doen. Je doet het prima. Het is bijna voorbij. ' Ik wilde in de rechtszaal zijn om Richards getuigenis te horen toen ik eenmaal gezegd had wat ik te zeggen had. Hij was bereid geweest er te gaan zitten en naar me te luisteren terwijl ik doodging van schaamte bij de beschrijving van ieder detail van mijn vernedering door de jaren heen, dus leek het me alleen maar eerlijk dat ik getuige zou zijn van zijn vernedering. 'We kunnen je niet tegenhouden, ' zei Marie, 'maar het lijkt ons niet echt een goed idee. Ze gaan allerlei leugens vertellen om jou in een kwaad daglicht te stellen en je uitmaken voor leugenaarster en fantast. Je zult het heel moeilijk vinden ernaar te luisteren. ' Ik volgde haar raad op. Ik had al een voorproefje gehad van waar de advocate van mijn stiefvader me, volgens zijn instructies, van probeerde te beschuldigen. Ze had laten doorschemeren dat ik regelmatig drugs gebruikte en dat mijn flats altijd vol mannen waren, maar beide beschuldigingen kon ik gemakkelijk weerleggen. Ik had heus wel eens een trekje wiet genomen, maar de gedachte om met iets sterkers te experimenten terwijl je hoofd al vol boze geesten zit, is zo beangstigend dat je het niet in je hoofd haalt. Ze hadden ook geprobeerd te beweren dat mijn welzijn in de gaten werd gehouden door maatschappelijk werk, maar mijn advocaat had duidelijk gemaakt hoe belachelijk die bewering was. Ze hadden geopperd dat ik paranoïde was, dat ik geloofde dat alles en iedereen tegen me was, en dat ik een aandachttrekker was, maar ook daar leken de rechter en de jury niet van onder de indruk. Het ergste wat ze zeiden was dat als ik misbruikt was, het mijn opa moest zijn geweest die dat had gedaan, en niet mijn stiefvader. De daaropvolgende paar dagen hoorde ik flarden van wat er in de rechtszaal gebeurde. Steve, Paul, oom John en Hayley deden allemaal hun zegje, terwijl alle anderen van de familie naar voren kwamen en bezwoeren dat Richard nooit een vlieg kwaad had gedaan en dat hij een lieve, zachtaardige man was, een heel gewone jongen. Blijkbaar maakte mijn broer Pete zich tijdens het proces op een gegeven moment kwaad over iets wat mijn advocaat zei, en hij sprong over het hekje om naar hem uit te halen. Jaren van bokstraining, in combinatie met de filosofie dat geweld altijd de oplossing voor alles was, werkten nu in het nadeel van mijn familie. Hoe meer ze zich aanstelden, dreigden en stoer deden, hoe meer ze bevestigden hoe ze waren.
Eindelijk was het voorbij. We hadden allemaal gezegd wat we te zeggen hadden en nu was het aan de jury om vast te stellen of ik al dan niet de waarheid had verteld. Als ze vonden dat ik dat had gedaan, moest de rechter beslissen wat eraan gedaan zou worden. Ik kon niet eens raden wat de uitkomst zou zijn. Ik wist allang niet meer of wat er met me gebeurd was nu uitzonderlijk was of niet. Gezien de reacties van iedereen die mijn verhaal hoorde was het ongewoon en schokkend, maar mijn familie deed het voorkomen alsof dergelijk gedrag normaal was, dat niets wat mij overkomen was zo erg was dat iemand ervoor gestraft moest worden. Ik wist niet langer wat ik van alles moest denken. Een van de dingen die ik het akeligst vond was dat mijn familie nu van Sophie wist. Het was me gelukt haar bestaan voor hen geheim te houden, maar nu wisten ze dat ik twee dochters had, terwijl ik niet wilde dat ze ook maar iets van mijn nieuwe leven wisten. De jury bleef lang weg en Marie en mijn advocaat zeiden dat het een goed teken was, maar ik wilde het dolgraag achter de rug hebben en ik wilde weten wat er hierna zou gebeuren. Iedereen vertelde me dat ze er een goed gevoel over hadden en dat ze zeker wisten dat we zouden winnen, maar ik dacht steeds: 'En als we niet winnen? Als ze hem op alle punten vrijspreken en hij als een vrij man de rechtszaal uit kan wandelen? Hoe zou ik me dan voelen? En als hij eenmaal vrij was, hoe zou hij zich dan op me wreken omdat ik de hele wereld de waarheid over hem had verteld?' Steve en ik gingen naar een pub vlakbij de rechtbank om te wachten. We wilden samen met de mensen zijn die in de rechtszaal voor me opgekomen waren. Ik wilde de uitkomst met hen delen, omdat zij degenen waren die me tijdens het hele gedoe bijgestaan hadden en geweigerd hadden zich tot zwijgen of leugens te laten intimideren zoals alle anderen. Mijn vader kwam de laatste dag ook opdagen. Het was zo'n enorme pub waar je de hele dag op een bank kunt zitten en koffie, drank en hapjes bestellen. We waren er 's ochtends vroeg al gaan zitten omdat we de uitspraak niet wilden missen, en de uren tikten langzaam voorbij. Zo nu en dan ging mijn mobieltje, en dan sloeg mijn hart over, maar het was steeds Marie die ons vertelde dat er nog geen nieuws was, maar dat we ons geen zorgen hoefden te maken, dat ze allemaal waren gaan lunchen of dat ze allemaal terug waren van de lunch. We praatten uur na uur over wat er in de rechtszaal gebeurd was en bespraken iedere gelaatsuitdrukking die de rechter of de jury had vertoond. Ik zag de ogen van die rechter, weet je, ' bleef Steve's vader maar zeggen, 'en hij wierp me zo'n blik toe van "ik weet het, jongen, ik weet het".' Alle signalen leken goed, maar hoe vaak las je niet over zaken waar de uitspraak precies het tegenovergestelde was van wat iedereen verwachtte? Hoe kon ik weten wat voor invloed Richard op de jury had uitgeoefend? Kon het zijn dat hij hen net zo geïntimideerd had als ieder ander? Ik verdrong alle negatieve gedachten uit mijn hoofd. Rond een uur of drie ging de telefoon weer, en ik schrok me wild. 'Met Marie. De uitslag is binnen. ' 'Ja?' Mijn adem stokte in mijn keel. 'Hij is schuldig bevonden op alle punten, op één na, waarvan hij vrijgesproken is vanwege een technische fout. ' 'Schuldig? Hoe lang zal hij dan krijgen?' 'Ze komen pas over een paar weken met een vonnis, ' zei ze. 'Maar de rechter waarschuwde hem wel dat hij voor heel lange tijd achter de tralies zou gaan.' 'Betekent dat dat ze hem vrijlaten tot hij gevonnist wordt?' Mijn maag kromp ineen van paniek. 'Nee,' lachte Marie. 'Hij gaat in hechtenis. Het zal heel lang duren voor hij weer ergens heen kan. '
12
Toen Marie een paar weken later belde om me te vertellen dat Richard vijftien jaar gekregen had, de maximale straf die een rechter kon opleggen voor het soort misdaden waaraan hij schuldig was bevonden, voelde ik een steek van teleurstelling. 'Maar het is heel goed, Jane, ' verzekerde Marie me. 'Ik weet het, ' zei ik, 'alleen heeft hij mij zeventien jaar van mijn leven ontnomen, en nou, je weet wel. Maar toen ik eenmaal aan het idee gewend was, was ik blij en iedereen die me geholpen had de stap te nemen heel dankbaar. 'Moet je je voorstellen, mama, ' zei Emma op de avond na het vonnis, 'wij gaan nu lekker naar ons bed en die rotvent moet in een koude cel slapen. Net goed voor wat hij met jou gedaan heeft. ' De meisjes weten dat ik een wrede stiefvader had die dingen met me deed die je niet met kinderen hoort te doen, maar ze weten er niet alles van. Emma kan zich de enkele keer herinneren dat de Stomme Idioot me met zijn hand om mijn keel tegen de muur gedrukt hield, maar ik geloof niet dat ze er veel last van heeft omdat ze weet dat mijn verhaal een goed einde heeft. De uitkomst van de zaak was niet voor iedereen gelukkig. Mijn broers gingen achter de mensen aan die mij gesteund hadden. Een van hen ging Hayley in haar auto achterna en dwong haar ten slotte te stoppen. Hij rende naar haar toe, schopte tegen de auto om haar eruit te krijgen zodat hij haar te pakken kon nemen en schreeuwde dat hij haar zou vermoorden. Ze ging naar de politie, maar de rest van de familie verschafte hem een alibi door te zeggen dat hij bij hen was op het tijdstip dat ze beweerde dat het voorval plaatsvond. Haar familie begon ook de hele nacht dreigtelefoontjes te krijgen. Mijn oom John kreeg ook dreigtelefoontjes. Hij werd tijdens een familiebegrafenis naast het graf aangevallen als straf omdat hij 'de familie verraden had', en zijn auto werd volgespoten met obscene scheldwoorden. Het was de begrafenis van zijn broer, de oom die geprobeerd had me te intimideren toen ik naar de rechter stapte, en die al snel daarna was overleden aan de nierkwaal die in de familie voorkomt. Het gevecht naast het graf escaleerde toen de vrouw van oom John probeerde te helpen en voor haar moeite een klap in haar gezicht kreeg. Bij Paul werden de ruiten van zijn huis en auto ingegooid, en de ouders van Steve werden met de dood bedreigd, kregen briefjes onder de deur door en telefoontjes waarin hun verteld werd wat er met hen zou gebeuren. En voor hun huis zaten mensen in een auto en schenen met de koplampen door de ramen en toeterden constant. De politie gaf ons, Steve's ouders en Hayley's familie allemaal alarminstallaties in ons huis en mobiele alarmapparaten om overal mee naartoe te nemen, die we voor de rest van ons leven mogen houden.
Paul zit nu bij de politie en heeft een tweede zoon. Ik ben heel trots op hem dat hij iets goeds van zijn leven heeft gemaakt. Ik bleef maar hopen dat als Richard eenmaal een tijdje vastzat en ze allemaal de kans hadden gehad om over de zaak na te denken, ze zich zouden realiseren dat ik hun een enorme gunst had bewezen door hen te redden uit de klauwen van een man die hun allemaal meer dan twintig jaar het leven zuur had gemaakt. Ik kon niet begrijpen waarom het allemaal zo lang duurde. Ik nam aan dat ze allemaal nog steeds bang voor hem waren, ook al zat hij vast. Een maand of twee na het vonnis kregen Steve's ouders een telefoontje van mijn broer Tom. 'Hang alsjeblieft niet op, ' zei hij. 'Ik heb helemaal niks met die lui te maken en ik wil zo graag met Janey praten, want ik kan wat er allemaal gebeurd is gewoon niet geloven. ' 'Geef ons je nummer maar, ' zeiden ze. 'Dan geven wij het aan Janey, en kan ze jou bellen als ze wil. ' Ik wilde al jaren met Tom in contact komen, omdat ik bang was dat hij degene zou zijn die door Richard getreiterd zou gaan worden als hij mij niet meer had om in elkaar te slaan. Dan en hij waren altijd mijn lievelingetjes geweest. Toen hij een baby was en ik hem in slaap probeerde te krijgen, zoog ik zo erg aan zijn oorlelletjes dat ik ze uiteindelijk uitrekte en bungelig maakte. Hij was degene die ik wilde redden toen we net uit de buurt ontsnapt waren. Ik had via vrienden van Steve gehoord dat hij ernstig in elkaar was geslagen en uit huis was gejaagd en dat hij op straat leefde en aan de drugs was. Ik had een oude prepaid telefoon waarvan het nummer niet traceerbaar was, dus ik gaf hem dat nummer. 'Woon je niet meer bij ze?' vroeg ik toen hij belde. 'Nee, ' zei hij. 'Ik hoorde alleen toevallig over de rechtszaak omdat ik Dan op de markt tegenkwam. ' 'Ja?' 'Maar het leverde me twee blauwe ogen op. ' 'Hoezo?' 'Nou, Dan zei dat je niet onze echte zus was, maar dat ben je wel, hé?' 'Nee, ik ben alleen maar je halfzus.' 'O.' Hij zweeg even. 'Nou, ik noemde hem een leugenaar, en hij zei dingen over je en dat pikte ik niet. Ik zei dat we van elkaar houden. ' 'Heb je nog steeds van die bungeloren?' 'Ja.' Hij lachte bij de herinnering. Ik was heel blij dat ik weer contact met hem had. Nadat het vonnis was uitgesproken, vroegen de plaatselijke kranten of ze het mochten melden. Ik vond het prima. Ik wist hoe het me geholpen had om Ik had geen naam te lezen. Al was er maar één kind dat een artikel over me las en besefte dat hij of zij ook iets kon doen tegen datgene dat hem of haar werd aangedaan, dan was het al de moeite waard.
Er werd een journaliste naar me toegestuurd om me te interviewen, en op het moment dat ze bij mijn huis aankwam, ging de mobiele telefoon die ik gebruikt had om met Tom te praten. Op de een of andere manier had de rest van de familie het nummer te pakken gekregen en nu schreeuwden ze allemaal door de telefoon tegen me. Ze zeiden aan de ene kant dat ik de familie uit elkaar getrokken had, dat ik iemand had weggehaald van wie ze hielden en dat ze hetzelfde bij mij zouden doen, en aan de andere kant dat ik ze voor het eerst in jaren allemaal bij elkaar had gebracht. Het leek erop dat familieleden die elkaar jaren niet hadden gesproken nu ineens samen waren gekomen om een blok te vormen tegen een gemeenschappelijke vijand: mij. 'We weten waar Steve werkt, ' gilde een van hen. 'We helpen hem helemaal om zeep. We weten waar zijn ouders wonen, die laten we levend in hun bed verbranden. ' Aangemoedigd door de succesvolle uitspraak gaf ik ze lik op stuk. Ik schreeuwde dat ze dankbaar moesten zijn dat ik Richard achter de tralies had gekregen en dat hij hen nu geen pijn meer kon doen, maar niemand was het ermee eens. Families moesten kennelijk voor elkaar opkomen en elkaar beschermen, ook als er monsters onder bleken te zitten. Een vrouw die ik nooit had ontmoet, schold me uit omdat ik de opa van haar kinderen weggehaald had. Ze was met een van mijn broers getrouwd en moest zelf nog een kind zijn geweest toen ik uit huis ging. 'Ik sla je helemaal in elkaar!' gilde ze. 'Weet je wie ik ben? Ik kan goed vechten. En we weten waar je woont.' 'Oké, als je dan weet waar ik woon, ik sta op de stoep, kom maar op. En vergeet niet dat ik ook weet waar jij woont, ' zei ik en noemde de naam van de straat. Vervolgens kwam er een of andere kerel die ik nog nooit van mijn leven had gezien, aan de telefoon om te zeggen dat hij me open zou snijden. 'Je kent me niet eens!' zei ik. 'We weten waar je man werkt, dus zeg maar tegen hem dat hij zijn remmen moet blijven controleren. ' Toen kwam de zus van de Stomme Idioot aan de lijn en zij probeerde me ervan te overtuigen dat de jongens er kapot van waren dat ze hun vader kwijt waren. 'Dus vind je dan dat wat hij gedaan heeft onbestraft had moeten blijven?' vroeg ik. 'Het enige wat ik zeg is dat ik net heb moeten rennen met je broer die vanwege dit met een mes achterna werd gezeten.' 'Dat is het, ' dacht ik, 'die lui genieten er gewoon van. Ze zijn alleen maar gelukkig als ze iemand over de rooie kunnen jagen. Een dag zonder een lekker knokverhaal is een verspilde dag voor hen. ' Op de achtergrond hoorde ik mijn moeder boven de rest uit schreeuwen.
'Wat heeft zij? Mist ze zijn pik?' Ik verbrak de verbinding. Er viel eigenlijk niets meer te zeggen. Dat arme verslaggeefstertje wist niet hoe snel ze de deur uit moest komen. Nu is het allemaal voorbij en kunnen Steve en ik ons bezighouden met het grootbrengen van de meisjes in een normale gezinssfeer. Ik heb het gevoel dat ik gedaan heb wat ik moest doen. Nu ben ik mevrouw Elliott, een gewone vrouw en moeder; ik breng mijn kinderen naar school en haal ze weer op, ik doe het huishouden en laat de hond uit, maar er zal altijd een gat blijven waar mijn verleden had moeten zijn. Een paar oude schoolvriendinnen zochten via internet contact met me en nodigden me uit voor een reünie in een pub vlakbij de oude school. Ik wilde hen allemaal zien, maar het was moeilijk om terug te gaan naar de buurt waar mijn familie nog steeds woonde. Uiteindelijk raapte ik al mijn moed bij elkaar -tenslotte zat de Stomme Idioot vast, en ik ging ervan uit dat ik mijn broers wel aankon. Ik had ze nota bene verschoond! 'O God!' gilden de meisjes toen ze me op de reünie zagen komen. 'Het is die gekke griet in eigen persoon. ' Ik lachte hartelijk toen ik al die bekende gezichten zag. 'O, je hebt nog steeds die verschrikkelijke lach!' riepen ze uit. Toen we begonnen te praten, plaagden ze me met mijn accent. 'Je spreekt ineens de "t" uit in woorden als water, ' lachten ze. 'Je begint deftig te worden. ' 'Dat is grappig, ' lachte ik, 'want waar ik nu woon, ben ik hartstikke ordinair. ' Toen ik eindelijk besloot dit boek te schrijven en ik het de kinderen vertelde, wilde Emma weten waarom ik onze echte namen niet zou gebruiken. 'Nou, ' zei ik terwijl ik diep ademhaalde, 'er zijn misschien mensen op school die de verschrikkelijke dingen lezen die me overkomen zijn toen ik klein was en je ermee gaan plagen, en dat wil ik niet. ' 'Nou, dan zeg ik gewoon dat ze hun mond moeten houden, ' zei ze met een verwonderde blik, 'en ik zeg dat mijn moeder juist heel moedig is geweest en dat ik heel trots op je was. '
EPILOOG.
Toen Richard eenmaal achter de tralies zat, kreeg ik voldoende vertrouwen om terug te gaan naar de buurt waar de familie woonde om een vriendin op te zoeken of om uit te gaan. Ik ging altijd samen met iemand en zei nadrukkelijk! dat niemand iemand van de familie moest vertellen dat ik er was, maar ik begon me veiliger te voelen. Toch lette ik er altijd angstvallig op dat ik het lot niet tartte. Hoewel het goed was gegaan op de schoolreünie waar ik naartoe was geweest, wilde ik, toen ik te horen kreeg dat er nog een gehouden zou worden, er eigenlijk niet heen. Ik had het gevoel dat ik het lot tartte als ik terugging voor zo'n openbare gelegenheid. Maar verscheidene vriendinnen, die me via Friends United hadden gevonden, bestookten me met e-mails waarin stond dat ik moest komen. De meisjes zeiden dat iedereen zou komen en dat ze me allemaal graag wilden zien, en de mannen zeiden dat ik me geen zorgen hoefde te maken omdat ze ervoor zouden zorgen dat me niets overkwam. Het gaf me een heel fijn gevoel dat ze me allemaal zo graag wilden zien en aangezien Steve voor zijn werk een paar dagen weg zou zijn, besloot ik om de moed bij elkaar te rapen en te gaan. Ik kocht een treinkaartje en nam een taxi naar het huis van Tanya. Het plan was dat we in een pub bij elkaar zouden komen en daarna naar een club zouden gaan. Het was een warme zomeravond en hoewel ik zenuwachtig was omdat ik weer in de buurt was, verheugde ik me op een gezellige stapavond. Toen we voor de pub uit de auto stapten, zag ik een groep van onze vrienden al aan een van de tafeltjes zitten, en tegelijkertijd zag ik een paar nichten van me met een glas in hun hand de pub uit komen. Een van hen was Tracy, het meisje met wie ik al die jaren geleden van de Stomme Idioot had moeten vechten. 'Janey!' riep de tafel vol oude schoolvrienden luidkeels. 'Hier, Janey!' Zodra ik de uitdrukking op het gezicht van mijn nichten zag, wist ik dat ik in gevaar was. Ik herinnerde me het telefoontje waarin ze me allemaal uitscholden en riepen hoe ik erin geslaagd was om de hele familie tegen me in het harnas te jagen en ik realiseerde me dat ik een enorme fout had begaan.
Ze pakten hun telefoon al. Ik liep direct naar de tafel vol vrienden en sprak met Al, een grote kerel die als uitsmijter werkt. 'Je moet me hier onmiddellijk vandaan halen, Al. Laat de politie hierheen komen. ' 'Wat?' Hij keek verwonderd. Naast de pub was een politiebureau. Het zou maar enkele seconden gekost hebben om iemand te halen. 'Rustig maar, Janey, ' zei Al. 'Je bent hier heus wel veilig. ' Ik merkte dat ik hem niet zou kunnen overtuigen en ik had het idee dat ik niet veel tijd had. Ik rende de pub in, al naar adem snakkend van paniek. Als ik kans zag in de keukens te komen, kon ik misschien langs achteren wegglippen. 'Sorry, maar daar mag u niet heen, dat is de keuken. ' Een meisje versperde me de weg. 'Je moet me helpen!' schreeuwde ik. 'Je moet me hier vandaan halen en de politie bellen! Ze vermoorden me!' Ze dacht duidelijk dat ik gek was en ze wilde me per se niet door die deuren laten. Tanya en Al stonden nu bij me en begonnen de ernst van de situatie in te zien terwijl ze me tegelijkertijd probeerden te kalmeren. Het meisje bracht ons naar een vertrek en zei dat ze met de bedrijfsleider zou praten. 'Sluit ons op en bel de politie!' schreeuwde ik naar haar, maar hoe hysterischer ik werd, hoe minder serieus ze me nam, zag ik. Ik had zelf de politie kunnen bellen, maar mijn handen trilden zo erg dat ze geen telefoon konden vasthouden. Het meisje was enkele ogenblikken later terug. 'De bedrijfsleider zegt dat jullie weg moeten, ' zei ze. 'Jullie kunnen door de achterdeur de brandgang in en dan naar de straat. ' 'Ik kan niet terug naar de straat, want daar zijn ze!' schreeuwde ik, maar ze duwde ons al de brandgang in tussen de vuilnisbakken. Ik kon vandaar uit het politiebureau zien, en in een kerk ernaast was een huwelijksplechtigheid aan de gang. Het leek allemaal zo normaal, maar zo ver weg. 'Laat me hier een ogenblik wachten, ' smeekte ik. 'Sorry, maar mijn baas heeft gezegd dat ik de deur dicht moest doen,' zei het meisje, en ik zag de deur als in slowmotion dichtgaan. 'Neeeeee!' gilde ik toen het slot klikte en ik het gepiep van banden op de weg hoorde.'O God, daar zijn ze!' gilde Tanya, en ik zag een groepje van zes man door de brandgang op ons afkomen. De voorste zwaaide met een bezemsteel. Ze kwamen me allemaal bekend voor, maar in mijn verwarring zag ik niet wie wie was. Later kreeg ik te horen dat de man met de bezemsteel mijn broer Tom was, degene die tegen me had gezegd dat we van elkaar hielden. In mijn gedachten was hij nog steeds een klein jochie, net als de anderen. Ik kon niet geloven dat mijn broers in deze bende mannen waren veranderd. Ze leken allemaal op Richard toen ze het nauwe steegje binnendrongen.
Al liep met uitgestoken armen op hen af om ze tegen te houden, maar ze sloegen hem tegen de grond en bleven maar komen terwijl ze op zijn liggende lichaam trapten. De voorste tilde me bij mijn armen op en smeet me op de grond. Tanya, die de straat op rende om hulp te halen, hoorde de bonk van mijn schedel op het plaveisel. De daaropvolgende paar minuten was alles een waas terwijl ik steeds het bewustzijn verloor en weer bijkwam. De man van wie ze vertelden dat het Tom was, schopte tegen mijn hoofd en bracht de bezemsteel neer met alle kracht die ik me herinnerde van de slaag die ik als kind kreeg. Terwijl hij schopte en sloeg, schreeuwde hij dezelfde woedende, obscene scheldwoorden die ik zo vaak daarvoor uit Richards mond had horen komen. Een andere man schopte tegen de andere kant van mijn hoofd. Ik hoorde het in mijn hoofd kraken. Anderen die achteraan kwamen, schopten uit alle macht tegen mijn ribben en benen. Door hun benen heen zag ik twee mannen op Al in slaan terwijl hij op de grond lag. 'Je vermoordt haar!' hoorde ik een van de nichten schreeuwen, en ze begonnen met elkaar te worstelen terwijl sommigen anderen van me af probeerden te trekken, maar ze bleven schoppen. Een man met wie ik op school had gezeten reageerde op Tanya's hulpgeroep, maar toen hij de brandgang in keek, veranderde hij van gedachten. 'Verdomme!' riep hij uit. 'Ze zijn knettergek. Daar ga ik me niet in mengen. ' Een andere jongen van school probeerde wel tussenbeide te komen, maar kreeg een kopstoot en lag binnen een paar seconden op de grond. Tegen de tijd dat de politie de straat over kwam gestoken, was mijn familie klaar en ervandoor gegaan. Ik lag op de grond en ik kon niets zien of horen. Ik wist dat ik in mijn broek had geplast. Iemand had de deur naar de pub opengedaan, en ze probeerden me terug naar binnen te slepen. Ik kon er niets aan doen dat ik schreeuwde en huilde, bang dat ze me zouden dwingen langs de voorkant naar buiten te gaan, waar ik zeker wist dat de familie op me stond te wachten. Het meisje dat ons buiten had gesloten was bijna net zo hysterisch als ik, maar het kostte me moeite om medelijden met haar te hebben nadat ik haar om hulp had gesmeekt en die niet had gekregen. Ik maakte me meer zorgen over wie er buiten op me stond te wachten. 'Janey, ' probeerde iemand me gerust te stellen, 'het halve politiecorps is hier nu. ' Uiteindelijk slaagden ze erin me rustig genoeg te krijgen om me naar de wachtende ambulance te krijgen, maar het eerste wat ik zag, waren een paar nichtjes van me, die met hun telefoons rond belden en aan degenen die weggerend waren vertelden wat er gebeurde.
Er stond ook een achtergelaten auto voor het politiebureau, omringd door politie. Later paste ik de stukjes van de puzzel in elkaar. Mijn aanvallers hadden zo'n haast gehad om naar de pub te komen dat ze dwars over de rotonde voor het politiebureau waren gereden, en de politie was erbij gehaald om iets aan het roekeloze rijden te doen voor ze wisten wat er met mij gebeurde. Toen mijn aanvallers teruggerend waren naar de auto, en mij voor dood hadden achtergelaten, kregen ze hem niet meer gestart en moesten ze er te voet vandoor gaan. Ze moesten de auto achterlaten met hun mobiele telefoons die afgingen, zodat de politie hun telefoontjes kon aannemen. Later die avond gaven twee van mijn broers, die door hadden dat ze door hun telefoons verraden waren, zich aan om hun telefoons en de auto terug te krijgen. Terwijl ik in de ambulance werd gehesen, zag ik de bruidegom op de trap van de kerk staan, waar hij probeerde van de dag te genieten, en ik voelde me zo schuldig. Ik had het gevoel dat het allemaal mijn schuld was dat hun dag was verknoeid. Ik was ook bang dat ik de schoolreünie had verknoeid, maar ik hoorde later dat, terwijl er in het ziekenhuis foto's van me werden gemaakt en ik opgekalefaterd werd, ze het feest gaande hadden gehouden en zoals gepland naar de club waren gegaan. Ik vond het verschrikkelijk dat Al om mij zo'n pak slaag had gekregen, maar blijkbaar kon hij die avond gewoon doorgaan. Ik belde mijn vader, in de hoop dat hij naar het ziekenhuis kon komen om me moreel te ondersteunen, maar het bleek dat hij al een paar borrels op had en niet kon rijden. Ik belde Steve's ouders, en zij waren in het ziekenhuis tegen de tijd dat ik er aankwam en bleven die nacht bij me zitten. De artsen wilden dat ik bleef, maar ik wilde zo snel mogelijk weg uit de buurt en naar de kinderen. Ik wilde niet dat ze de zondag zonder hun ouders doorbrachten. De daaropvolgende paar dagen, wanneer ik in de spiegel keek, werd ik herinnerd aan alle keren dat ik mijn moeder had gezien met een hoofd dat zo opgezwollen was dat het misvormd was, haar ogen dichtgeslagen en overal blauwe plekken. Maar ondanks alles weet ik dat ik gelijk had om mijn mond open te doen.