Liedteksten
Dit zijn de dagen
Dit zijn de dagen om nooit te vergeten
Wat je beweegt, wat je stuwt, wat je drijft
Wat het is, hoe het voelt, mocht je even niet weten
Hoe je overal komt en niet weet waar je blijft
’
Dit zijn de dagen van wroeten en knokken
Van doorgaan met zoeken tot over de rand
Van het hoogst haalbare. Met ogen dicht gokken
Reiken naar wat je niet weten kunt want
Dagen van gieren en kwatten en knallen
En knoeien totdat je er twee tellen bent
De vlakte ontstegen om nooit meer te vallen
Voor de duur van ten minste dat ene moment
Dit zijn de dagen van horten en stoten
Van geen ophouden weten want we zijn er nog niet
Zo lang niet gevoeld waar het om te doen is
De snak van de zaal naar de snik in het lied
Voor even, heel even de kloof overkomen
Het jubelend toppen van het gapend ravijn
Tussen hoe wij het ons al een leven lang dromen
En wat het in werkelijkheid zo vaak dreigt te zijn
En blijven proberen en pielen en prutten
En dan pas gelukkig als we twee tellen wám
De bliksemse bende op zijn pijlers doen schudden
Van minstens Uitgeest tot achter Zaandam
Dit zijn de dagen om nooit te vergeten
Wat je beweegt, wat je stuwt, wat je drijft
Wat het is, hoe het voelt, mocht je even niet weten
Hoe je overal komt en niet weet waar je blijft
Met wassen vleugels de oversteek wagen
Op goed geluk voor het leeg op de loop
Zolang de kans bestaat het toeval uitdagen
Verlangen de brandstof en motor de hoop
Mijn van straat geredde roos
Zie haar lonken door het leven
Kijk haar spelen in de wind
Prikkels die haar gloed me geven
Hou me voor haar stekels blind
Jeuk die niet kan weggewreven
Pijn die ons tezamen bindt
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Kon ik weten wat me wachtte
Toen die avond in de stad
Ik naar huis liep en ik zag je
Roos tussen het vuil en nat
Ongebroken mooi – je lachte wat
In de schoot geworpen schat
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
En ik denken dat ik jou
Maar wedden dat jij mij uitkoos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Toen jij daar voor het grijpen lag
Met één hand in je zij
Had ik elk ander kunnen zijn
Of ging het jou echt om mij?
Zie haar pronken door mijn leven
Kijk haar spelen met de wind
Prikkels die haar gloed me geven
Hou me voor haar stekels blind
Onze dagdromen verweven
Volg ik haar door ieder lint
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
En ik denken dat ik jou
Maar wedden dat jij mij uitkoos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Mijn van straat geredde roos
Doe het lief
Jij kan het, lief
Je kan het
Je weet dat jij het kan
Van deze ouwe jongen
Maak jij een jongeman
Jij draait je hand er niet voor om en
Moe word je er niet van
Dus doe het, liefje, alsjeblieft
Doe er van alles an
Jij kan het, lief
Je kan het
Ik weet dat jij het kan
Voor jou een kleine moeite
En ik weer boven jan
Komt zomaar bij me op en
Lijkt mij een heerlijk plan
O doe het, liefje, doe het
Trek er eens lekker an
Doe het, liefje, doe het
Je kan het als geen een
Doe het, liefje, doe het
Waar zal ik anders heen?
Doe het, liefje, doe het
Moet ik het dan alleen?
Doe het, liefje, doe het
Doe het me nu meteen
Toe nou, liefje, toe nou
Wat kijk je me nu aan
Toe nou, liefje, toe nou
Je ziet me hier toch staan
Toe nou, liefje, toe nou
Je hebt dit meer gedaan
Toe nou, liefje, toe nou
Laten we samen gaan
Jij kan het, lief
Je kan het
Jij weet dat ik het kan
Of was je voor vanavond
Iets anders al van plan?
Jij houdt er toch ook van en ik
Kan er weer tegenan
Dus doe het, liefje, alsjebliefje
Neem me er lekker van
Mooier dan nu
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Mooier dan nu zal de wind nooit over dit water waaien
Zal geen sleepboot ooit in dit laatste zonlicht draaien
Zullen wij niet langs de kant te kijken staan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Mooier dan nu zal de wind die wolken nooit verplaatsen
Zal de hemel nooit in die flatramen weerkaatsen
Zullen wij dit ademloos niet gadeslaan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Mooier dan nu zal geen meeuw ooit stilhangend zwijgen
Zal die rook nooit uit fabrieksschoorstenen stijgen
En zien wij dit samen niet sprakeloos aan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Hier langs het stil stromende water
Met zijn eeuwig klinkend lied
Van vergeet het maar, vergeet het maar
Maar vergeet het niet
Mooier dan nu zal het licht aan de overkant nooit schijnen
Zullen wij niet in de duisternis verdwijnen
En begint het morgen weer van voren af aan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Mooier dan nu zal het nooit gaan
Ik jou en jij mij
Wanneer het niet gaat zoals je hoopt
Waar je voor staat wordt maar gesloopt
Hoe je ook steigert – ze doen het toch
Moet je maar denken: je hebt mij altijd nog
Niets gaat het halen
Alles slinkt alles slijt
Legt het op den duur af
Tegen de tijd
Maar wat er ook komt
Hoe het ook zij
We hebben elkaar
Ons allebei
We hebben elkaar
Ik jou en jij mij
Wanneer het niet loopt zoals je wilt
Die onrust bij je binnen krijg je niet stil
Je geloof in de dingen staat op de tocht
Onthou dan één ding: je hebt mij altijd nog
Niets is voor eeuwig
Alles gaat voorbij
Verdwijnt op het eind
Alles, ook wij
Maar wat er ook komt
Hoe het ook zij
We hebben elkaar
Ons allebei
We hebben elkaar
Ik jou en jij mij
Wanneer het niet wordt wat je graag wou
Je staat buiten met je dromen in de kou
Je ziel wordt voor een habbekrats verkocht
Dan hebben wij elkaar altijd nog
Al schuift de lange duur
Alles opzij
Tot aan dat uur
Wat er ook komt
Hoe het ook zij
We hebben elkaar
Ons allebei
We hebben elkaar
Ik jou en jij mij
Wil je winnen leer verliezen
Een winnaar wordt hij die goed kan verliezen
Een streep door de rekening is een stap naar iets groots
De race is een fase, de finish een startpunt
Volharding je motor en wilskracht je loods
Een winnaar wordt hij die goed kan verliezen
Die lacht om zijn tranen en nog harder werkt
Die pijn kan verbijten en niet stuk te krijgen
Beseft dat ervaring je vormt en je sterkt
Wil je winnen leer verliezen
Leer de nederlaag doorstaan
Krijg je zwaktes in de smiezen
Wie wil winnen moet beginnen
Met verliezen om te gaan
Krijg het stevig voor je kiezen
Slikken en ertegenaan
Leer van falen, ga niet kniezen
Je moet eerst jezelf verslaan
Een winnaar wordt hij die goed kan verliezen
Die zal zich niet snel uit het veld laten slaan
Zijn fouten helpen hem beter te worden
De weg naar de top begint onderaan
Wil je winnen leer verliezen
Leer de nederlaag doorstaan
Krijg je zwaktes in de smiezen
Wie wil winnen moet beginnen
Met verliezen om te gaan
In dit land
In dit land van wind en water
Schuimen wolken uit de klei
Olieverven op de golven
Grove kluiten aan de prei
Land van armen uit de mouwen
Land van geen geouwehoer
Land van oeverloos gekanker
Op de duivel en zijn moer
In dit land van nette zwendel
Land van welvaartsmaatschappij
Groot geworden van de handel
Maar vooral van piraterij
Land van dieven en van duiten
Land van kaarsrecht in de leer
In het weekend je te buiten
En dan door de week meneer
En zo graaien we en waaien we
Met alle winden mee
Met de mond vol over alles
Maar in feite geen idee
In dit land van koeien schapen
Schepen kippen en het IJ
Land van steilen en van papen
Op de drooggemalen klei
Land van noeste deltawerken
Voor het keren van het tij
Land van honderdduizend kerken
Om het draaien van de brei
In dit land waarvan de leiding
In gerechtigheid gelooft
Met een scheef oog naar de peiling
Land met boter op het hoofd
En zo draaien we en waaien we
Met alle winden mee
Met de mond vol over alles
Maar in feite geen idee
In dit land van struise meiden
Opgeschoten jongelui
Rond het vriespunt in je T-shirt
Bij min twintig in een trui
Land van noem het tolerantie
Van heb ik iets van je aan?
Ik bemoei me ook met jou niet
Laat mij ook mijn gang dan gaan
In dit land wars van vertoning
Land van benen op de grond
In die prut is ieder koning
Van zijn eigen lapje stront
En zo draaien we en waaien we
Met alle winden mee
Met de mond vol over alles
Maar in feite geen idee
Land waarin ik ben geboren
Tussen grootspraak en gekloot
Tussen kaffers en het koren
In dit land ga ik nog dood
Drie ballen voor een piek
‘Mensen, drie ballen voor een piek’
Kermis. Feest. Het is lente
Gejuich, gejoel, slierten muziek
Rond bontgekleurde tenten
Je weet niet waar je kijken moet
Zo mooi is het, zo machtig
Hoe alles draait en glanst en tolt
Het is haast eng maar prachtig
De botsauto’s, het reuzenrad
Sirenes loeien, gillen
Het spookhuis durf je nog niet in
Al zou je bijna willen
De roze suikerspinnengeur
Die donzig aan komt drijven
Feest. Het is kermis in het dorp
Kon het maar steeds zo blijven
Drie ballen voor een piek
We staan met brommers langs de kant
Zien lui zich dom vermaken
Daar loopt een leip met teddybeer
Daar staat er een te braken
Van ons hoeft heel die kermis niet
Misschien straks even schieten
Zo’n gouden klokkie voor de grap
Of zo’n kaartspel blote tieten
Maar eerst indrinken in het café
Tot het grut hier is vertrokken
Misschien gaan Els en Mieke mee
Eén ding: we gaan niet knokken
Want het is feest, voor iedereen
Al is het dan je smaak niet
Lachen is het ook weer wel
Wanneer je lam juist raak schiet
Drie ballen voor een piek
Drie ballen voor een piek
De halve wereld al gezien
Sta je nergens van te kijken
Maar dat nou pal voor jouw hotel
De kermis neer moet strijken
Je komt toch al zo slecht in slaap
En dan kun je wel gaan klagen
Maar de baas van het hotel is zat
Dit zijn zijn hoogtijdagen
Krijsende koters met hun pa
Dat schorem met hun brommers
Die stank van friet en oliebol
Kermis. Is er iets dommers?
Je sluit je in je kamer op
Om een borrel in te schenken
En nog maar een, nog een, nog een
Om nergens aan te denken
Drie ballen voor een piek
Drie ballen voor een piek
Drie ballen voor een piek
Recht in de ogen
Natuurlijk zijn er hufters
Klootzakken en slijmjurken
Er zijn crooks en bandieten
En drabbers te veel
Natuurlijk, er zijn lafaards
Er zijn schoften en schurken
Schandalig, misdadig,
Corrupt, crimineel
Kijk maar om je heen
Natuurlijk heb je klerelijers
Heb je boeven en teringlijers
Er is tuig en geteisem
En gajes volop
Natuurlijk, er zijn racisten
Er zijn fascisten en klojo’s
Mafkezen en mafketels en nono’s
Met een bord voor hun kop
Maar kijk om je heen
Wij zijn er ook nog
Wij zijn met de meesten
Met mensen die snappen hoe je als vriend
Door de verschillen heen over de grenzen
Elkaar recht in de ogen kunt zien
Natuurlijk zijn er oorlogen
Misdaden en aanslagen
Is er moord en doodslag
Om handel en geld
Er is honger en woede
Ellende en armoe
Er is strijd en terreur
Wraak en geweld
Maar kijk om je heen
Wij zijn er ook nog
Wij zijn met de meesten
Met mensen die snappen hoe je als vriend
Door de verschillen heen over de grenzen
Elkaar recht in de ogen kunt zien
Natuurlijk zijn er pummels
Zakkenwassers en etters
Ophitsers en zwetsers
Vernachelen het feest
Natuurlijk, er zijn eikels
Er zijn ploerten en zeikers
Tirannen, foute mannen
Ze zijn er altijd geweest
God bestaat niet
Stel nou eens dat God bestaat
Dat is niet zo, nee, inderdaad
Die is er niet, dat weet ik wel
Maar stel dat God bestaat, dus stel
Dan draagt die god het zware lot
Van enige echte ware God
Die alles weet en alles ziet
Dat is toch onze god, of niet?
Hoewel ik heel ruimdenkend ben
Heb ik niets met die god van hen
Vind hem zelfs uitgesproken slecht
Alleen onze god is echt
Zo begon al het gedonder
Terwijl God niet eens bestond
En ondertussen loopt de duivel
Met een glimlach om zijn mond
Het is onze god die geeft en neemt!
Nee, onze god! wordt er geclaimd
Nee, onze god van goed en kwaad!
Nee, alleen die van ons bestaat!
Bestaat jouw god? Dan mijn god ook!
Men speelt met vuur, er zwaait een pook
De eerste steen vliegt door een ruit
En spoedig breekt de pleuris uit
Een paar lopen beledigd weg
Er volgt koortsachtig overleg
En met tegenzin nemen we aan
Dat elke god maar moet bestaan
Zo begon al het gedonder
Terwijl God niet eens bestond
Ondertussen loopt de duivel
Met een glimlach om zijn mond
Met een glimlach om de stront
Sjoege
Heb van weinig dingen sjoege, vandaar dat ik niks beweer
Ik heb wel vaag zo mijn vermoedens maar dat is het ongeveer
Heb het weer van horen zeggen of ooit in de krant zien staan
Of misschien van de tv maar waarvan kun je nog op aan?
Ik heb van bitter weinig veel verstand maar één ding weet ik wel:
Dat jij er mooie sier mee maakt als ik je dat vertel
Ik herinner me de tijd nog dat ik dacht dat ik alles wist
Heb me nooit meer zo verschrikkelijk als juist in die tijd vergist
Had de wereld in mijn broekzak, ging uit wandelen met de maan
Liet de zon alsof het niks was een beetje op- en ondergaan
Had een ijzersterke mening als ze vroegen wat ik vond
Maar ik zag niet eens het drijfzand waar ik op te stampen stond
Weet nu eindelijk wat beter
Het komt eigenlijk hierop neer
Ben nog maar van één ding zeker
Ik weet naks van niks niet meer
Heb mijn leuzen vaak gespoten op de blinde muur van kwaad
Ik heb mijn neus te vaak gestoten aan die wolk van zachte praat
Je kunt mij van alles vragen – vragen staat eenieder vrij
Alleen moet je voor een antwoord niet echt rekenen op mij
Want ik hield voornamelijk twijfels over aan de loop der tijd
Maar die wil ik als je aandringt voor een spotprijsje wel kwijt
Weet nu eindelijk wat beter
Het komt eigenlijk hierop neer
Ben nog maar van één ding zeker
Ik weet naks van niks niet meer
Het onzichtbare spel
Alles is niet zo
Zoals wij denken
Zo is het niet
Dat denken we maar
Dat het om ons ging
Mochten we willen
Had je gedroomd
Want dat is niet waar
Alles is niet zo
Alles is anders
Niet in de verte
Zoals het lijkt
Er is nog een wereld
Achter de onze
Daar zie je niets van
Hoe je ook kijkt
We hebben geen idee
Welk spel er wordt gespeeld
Hoe de kaarten zijn geschud
Hoe de troeven zijn verdeeld
Wie de inzetten bepalen
Wie beslissen ja of nee
En wie de prijs betalen
We hebben geen idee
Snappen er niks van
Weten zo weinig
Denken van alles
Hebben het mis
Lullen voor honderd
Geen flauwe notie
Hebben niet door
Hoe het eigenlijk is
Het moet niet gekker worden
Trekt soms iemand aan de bel
Het moet niet veel gekker worden
Maar dat wordt het vast nog wel
We hebben geen idee
Van het spel dat wordt gespeeld
Hoe de kaarten zijn geschud
Hoe de troeven zijn verdeeld
Wie de inzetten bepalen
Wie er zeggen: we gaan mee
En de prijs die wij betalen
We hebben geen idee
Wie de trekker overhaalt
Schoten in de nacht
Bloed kruipt door de goot
Zwaailichten sirenen
Daar gaat een jongen dood
Tasten in het duister
Omtrent de dader, maar
Ik liep toevallig langs en
Ik weet er wel een paar
Iemand ontwierp het wapen
Iemand was de leverancier
Iemand had de kennis
Iemand zette het op papier
Iemand verzorgde de brochure
Iemand heeft het uitgedacht
Iemand plaatste de bestelling
Iemand reed de vracht
Niemand vond het een bezwaar
En iedereen is ervoor betaald
Maar alleen wie de trekker overhaalt
Is de moordenaar
Alleen wie de trekker overhaalt
Is opeens een moordenaar
Slagveld ver van huis
Jongens van achttien jaar
Met tanks en met kanonnen
Vermoorden ze elkaar
Wederzijdse leiders
Beschuldigen elkaar
De aanstichter te zijn
Maar ik weet er nog een paar
Iemand verkocht het materieel
Iemand was de leverancier
Iemand deed de lobby
En er was iemand bankier
Er was iemand met connecties
Iemand dacht in het totaal
Iemand anders had de knowhow
Iemand vijlde aan het staal
De goede zaak was er bij gebaat
En iedereen is er voor betaald
Maar alleen wie de trekker overhaalt
Is de Jan Soldaat
Alleen wie de trekker overhaalt
Is dan een Jan Soldaat
Heel andere wereld
Deze wereld met al zijn pijn en
Leed en gelazer, zijn vuil en verdriet
Deze wereld die je voelt schrijnen
Deze wereld is mijn wereld niet
Ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd
Een heel andere wereld
Duizend keer mooier
Waar de mensen proberen
Om het niet te verklooien
Ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd
Deze wereld van douwen en grauwen
Van snauwen en klauwen, van angst op krediet
Deze wereld, misschien is het de jouwe
Maar dit is mijn wereld niet
Ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd
Een heel andere wereld
Duizend keer mooier
Waar de mensen proberen
Om het niet te verklooien
Ik heb een heel andere wereld in mijn hoofd
Noem me dom of naïef
Te onnozel, te lief
Of nog niet van illusies beroofd
Ik heb een heel andere wereld
Een heel andere wereld in mijn hoofd
Een heel andere wereld
Duizend keer mooier
Ietsje later
Amper is mijn dag begonnen of hij kan al niet meer stuk
Scherven liggen voor het grijpen als ik me een vuistslag buk
Het kan in lompen of metalen, in effecten, wat de ruk
Overal valt iets te halen voor wie oog heeft voor geluk
Nog geen dag kan er voorbijgaan zonder dat ik eraan denk
Dat ik aan het eind der tijden veel te weinig aandacht schenk
Heb van heel ver moeten komen om te wezen waar ik nu ben
En het is vooral om niet te vallen dat het lijkt alsof ik ren
Ik kom waarschijnlijk ietsje later
Maar vergeet niet wat ik zeg
Ik kom waarschijnlijk ietsje later
Maar moet wel wat eerder weg
Alle fouten mag je maken voor je in het leven slaagt
Krijg je muren vol diploma’s waar geen hond je ooit naar vraagt
Weet je zelf wel als de beste wat je slechtste ik uitdaagt
Is de vrouw niet die je leuk vindt maar de lul die haar behaagt
We zien allemaal iets anders kijkend door dezelfde ruit
Vogelpoep of universum – het is maar waar je toe besluit
Wat je wilt zien – of je de bui ziet of de buit
Hangen aan het eind of liggen – zoveel maakt het mij niet uit
Ik kom waarschijnlijk ietsje later
Maar vergeet niet wat ik zeg
Ik kom waarschijnlijk ietsje later
Maar ga ook wat eerder weg
Spoken en fantomen
Het dromt voor de poorten
Het beukt op de wallen
Het rammelt aan sloten
Het stampt voor de kust
Het stoot tegen hoofden
Het schopt tegen kloten
Het zaagt aan de poten
Het stookt in de rust
Spoken en fantomen
Spoken en fantomen
Het gist in de kelders
Het rommelt in de buurten
Het spookt door de hoofden
Het snijdt in ons vlees
Het knaagt aan ons vreten
Het belaagt ons geweten
Het teistert het denken
Het voedt onze vrees
Spoken en fantomen
Waar komen ze vandaan?
Hoever laten we het komen?
Hoever laten we ze gaan?
Spoken en fantomen
Wat praten ze ons aan?
Het schudt aan de pijlers
Het ramt op de muren
Het legt in de luren
Het pist in het fust
Het rukt aan de touwen
En het deukt het vertrouwen
Het hakt in de wortels
En beneemt ons de lust
En er is geen muur zo hoog
Geen mijnenveld zo breed
Geen tank zo sterk
Geen kogel gaat zo straight
En er is geen eed zo duur
Geen dictatuur zo wreed
Geen prikkeldraad zo scherp
Geen vuur zo heet
Spoken en fantomen
Waar komen ze vandaan?
Hoever laten we het komen?
Hoever laten we ze gaan?
Spoken en fantomen
Wat praten ze ons aan?
Hoever laten we het komen?
Hoever laten we ze gaan?
Spoken en fantomen
Wat praten ze ons aan?
Dat had je gedacht
We dachten we dachten
Nog even en dan
Let maar eens op
Zul je zien dat het kan
Als iedereen meewerkt
Zijn best ervoor doet
Dan komt het zo dachten we
Allemaal goed
Dachten we dachten we
Dachten we
De mens is niet slecht
Hooguit onhandig
Bedoelt het niet kwaad maar
Doet soms niet verstandig
Moet nog veel leren
Moet nog veel kwijt
Met vallen en falen
Komt er een tijd
Dachten we dachten we
Kennis was macht
Dachten we dachten we
Tot diep in de nacht
Dachten we dachten we
Dachten we
Als iedereen samen
De vrede bewaart
En eenieder gunt ieder
Zijn huid en zijn baard
Als je wat er gedaan moet
Gezamenlijk klaart
Dan wordt het uiteindelijk
Hier een hemel op aard
Dachten we dachten we
Uit alle macht
Dachten we dachten we
Tot diep in de nacht
Dachten we dachten we
Maar dat had je gedacht
We dachten niet verder
We keken niet rond
We snoerden onszelf
Met illusies de mond
Het volste vertrouwen
In nathouwse pap
Niks in de gaten
En toen kwam de klap
We dachten we dachten
We dachten echt dat
We meenden te weten
Hoe of het zat
Dachten we dachten we
Maar we dachten maar wat
Niet de lijnen maar de bocht
Het is de gok niet maar het wagen
Het is de man en niet het paard
Niet het antwoord maar het vragen
Het is de route, niet de kaart
Het is de vreugde, niet het juichen
Het is de sleutel, niet het slot
Niet de uitkomst maar het raadsel
Het is het pissen, niet de pot
Het is jezelf niet maar je naaste
Het geloof en niet de god
Het is de schop niet maar het scheppen
Het is de waarheid, niet de clou
Het zijn je ogen, niet de kleppen
Het is niet de druk maar het gedoe
Het is het scheren, niet het snijden
Niet het persen maar het vocht
Het is het leven, niet het lijden
Niet het eindpunt maar de tocht
Niet het racen maar het rijden
Het is de lijn niet maar de bocht
Het is de lijn niet maar de bocht
Het is de drank niet maar het drinken
Het getal niet maar de som
Het is het drijven, niet het zinken
Het is het hoe niet maar waarom?
Het is het uiten, niet het innen
Het is het ruisen, niet het riet
Het is het spel en niet het winnen
Niet de zanger maar het lied
Niet de start maar het beginnen
Het is je hart en ook de beat
Het is je hart maar ook de beat
Niet de roes maar de vervoering
Het is de opbouw, niet de sloop
Het geheim, niet de beroering
Niet de twijfel maar de hoop
Het is de hoop, niet de vervulling
Niet de toekomst maar aanstonds
Het is de kunst, niet de verkulling
Niet de roddel maar het gonst
Niet de schok maar de onthulling
Het is de speurtocht, niet de vondst
Het is de speurtocht, niet de vondst
De onbedrinkbare dorst
Wou dat het hier nooit ging sluiten
Zitten hier zo verschrikkelijk goed
Hoef nog lang niet naar buiten
Waar die echte wereld woedt
Maar vrienden rond de tafel
Fantaseren met elkaar
Over leven, doen en later
En we drinken er een paar
Mag van mij altijd zo blijven
Zitten zoals ik nu zit
Weet niks leukers, mooiers, fijners
Weet niks beters dan dit
Met elkaar de vriendschap vieren
Wie wil hier dan nog vandaan?
Westenwind waait door de kieren
Maar ik moet een keertje gaan
Samen tillen we de zorgen
Die eenieder van ons torst
En we proosten op de haalbaarheid
Der dingen en we zingen
Uit klinkklare borst om het schorst
Van de onbedrinkbare dorst
Wou dat het hier nooit ging sluiten
Zitten zo allejezus goed
Hoef nog lang niet naar buiten
Waar die werkelijkheid woedt
Maar vrienden rond de tafel
Samen zwetsen met elkaar
Over allemaal nog veel mooier
En we nemen er een paar
Samen tillen we de zorgen
Die eenieder van ons torst
En we proosten op de haalbaarheid
Der dingen en we zingen
Uit klinkklare borst om het schorst
Van de onbedrinkbare dorst
Dat het niet eeuwig zo kan doorgaan
Dat moet dan maar
Het zal ons worst
En we proosten en we zingen
We proosten en we zingen
Van de onbedrinkbare dorst
Achter die deur
Die deur, als kind zo vaak voorbijgelopen
Dat zware hout, het koperen beslag
Nooit stond die deur ook maar een kiertje open
Naar wat je graag eens zien zou maar nooit zag
Achter die deur
Achter die dichte deur
De fantasieën die je ’s nachts bekropen
Van wat achter die deur verscholen lag
O, als je groot bent eens een kaartje kopen
Om aan de weet te komen wat niet mag
Achter die deur
Wat daar gebeurt
Achter die dichte deur
Nu, ouder, en naar ze dan zo mooi beweren wijzer
Heb ik geld genoeg bijeengeschooid
Om alle deuren door te gaan
Maar ik laat me geen illusies meer verknallen
Ik ken het leven nu en denk: dat nooit
Je blikken toren ligt al omgevallen
Nog voor je ook maar één bal hebt gegooid
Achter die deur
Wat daar gebeurt
Achter die dichte deur
Doorzichtige mannen
In de straat waar doorzichtige mannen
Aangestuurd door een bronstige waas
Van schielijk gewijzigde plannen
Schuifelen langs paarsverlicht gaas
In de straat waar doorzichtige mannen
Hunkerend naar heimelijk soelaas
Hun principes naar elders verbannen
In die straat zijn de vrouwen de baas
Zij kennen de schuchtere jannen
Met die driftige koorts in hun taas
En zij lokken hen onder hun pannen
Met hun weelderig lichaam als aas
In die straat waar bedremmeld de mannen
Willig luisterend naar de naam haas
In de strik stappen voor hen gespannen
In die straat zijn de vrouwen de baas
Vergeten
Als ik ’s nachts eenzaam over straat loop
Dan gaat het mij niet om de straat alleen
Het gaat mij niet om die paar schaarse lichten
En ook niet om mijn stappen op het steen
Maar om hun echo die me wijsmaakt dat
Ik niet als enige mijn lot beween
Als ik ’s nachts eenzaam door de stad loop
Bij elke zijsprong weifel, wik en weeg
Alsof ik niet mijn kansen al verspeeld heb
Steeds kies voor de beroerdst verlichte steeg
Met een hoofd vol woelige gedachten
En mijn hart huiveringwekkend leeg
Duizend dagen met duizenden nachten
En het liefst wil ik nog maar één ding
Niet meer verlangen, nee, niets meer verwachten
Niets meer koesteren, nog geen herinnering
Als ik ’s nachts eenzaam over straat loop
Dan loop ik daar niet door de stad alleen
Passeer de stille huiver langs de huizen
Negeer een maan die lang gelee verdween
Weiger toe te geven aan mijn klachten
Het doelloos dolen houdt mij op de been
Duizend dagen met duizenden nachten
En ik wens mezelf nog maar één ding
Niet meer begeren, nee, niets meer verwachten
Niets meer koesteren, nog geen herinnering
Laat het niet over zijn
Een vriend die opbelt
Ik zeg dat het wel gaat
Ik hoor hem maar het is net
Of hij tegen een ander praat
En als hij ophangt ben ik
Vergeten wat hij zei
Iets als ‘kop op’, geloof ik, maar
Zo werkt dat niet bij mij
Laat het niet over zijn
Laat het niet over zijn
Als het nu over is
En dit is de pijn
Laat het dan
Als je, als je, alsjeblieft
Niet over zijn
De herrie uit de straat
Het is of ik het niet hoor
Het nieuws op televisie
Het dringt niet tot me door
De krant ligt op de tafel
Maar ik staar voor me uit
Muziek komt uit de radio
Maar ik hoor alleen geluid
Laat het niet over zijn
Laat het niet over zijn
Als het nu over is
En dit is de pijn
Laat het dan
Als je, als je, alsjeblieft
Niet over zijn
Ik weet dat de zon schijnt
Maar nergens zie ik licht
Ogen, ramen, deuren
Zitten allemaal potdicht
Dag of nacht, het komt
Op hetzelfde neer
Wat je eenmaal kwijt bent
Vergeet je nimmermeer
Laat het niet over zijn
Laat het niet over zijn
Als het nu over is
En dit is de pijn
Laat het dan
Als je, als je, alsjeblieft
Niet over zijn
Van hot naar haar
Kan nergens blijven
Geen rust in mijn gat
Geen rust in mijn donder
Ik moet weer op pad
Altijd weer verder
Weet ook niet waarvoor
Maar kan niet wachten
Ik moet ervandoor
Zo ben ik nu eenmaal
Zit zo in elkaar
Ik ben een zwerver
Van hiero naar daar
Ik ben een zwerver
Van hot naar haar
Wordt het genoeglijk
Wordt het te knus
Dan ga ik ervantussen
Dan neem ik de bus
De fiets of de auto
De tram of de trein
Of ik ga lopen
Maar waar ik moet zijn?
Zo ben ik nu eenmaal
Zit zo in elkaar
Ik ben een zwerver
Van hiero naar daar
Ik ben er zo een
Van zwerven maar
Waar ik naar op zoek ben
Ik wou dat ik het wist
Je wilt er achter komen
Of je verderop iets mist
Wil me niet binden
Laat jullie alleen
En morgenochtend
Ben ik al ver heen
Ik kan nergens aarden
Aan luttel gehecht
Ben liever alleen
Het liefst onderweg
Zo ben ik nu eenmaal
Zit zo in elkaar
Ik ben een zwerver
Van hiero naar daar
Ik ben een zwerver
Van hot naar haar
De ene dag is de andere niet
De ene dag is de andere niet
De ene dag schittert, de andere giet
Dan weer bewolking, dan weer een lied
De ene dag is de andere niet
De ene dag regen, de volgende zon
Vandaag lukt weer alles wat gisteren niet kon
Morgen gaat brengen wat je nu nog niet ziet
De ene dag is de andere niet
Je krijgt langzaam door hoe alles geschiedt
De ene dag is de andere niet
Gisteren stralend, morgen van streek
Vandaag zie je scherp hoe je je gisteren verkeek
En hoe zal het zijn aan het eind van de week?
Het komt allemaal in orde
Het komt allemaal goed
Het kon als het niet morgen is
Wel eens overmorgen worden
Maar maak je geen zorgen
Het helpt niks als je dat doet
Het komt allemaal in orde
Het komt allemaal goed
Gisteren waardeloos, morgen weer mooi
Dan weer geweldig, dan weer geklooi
Gisteren dubbel, morgen weer quitte
De ene dag is de andere niet
Het duurt meestal even voordat je het ziet
De ene dag is de andere niet
Soms in de wolken, soms in mineur
Nu gaat het soepel en straks met gezeur
De ene keer somber en dan weer in kleur
Het komt allemaal in orde
Het komt allemaal goed
Is het nog niet morgen
Dan kan het wel eens overmorgen worden
Maar maak je geen zorgen
Het helpt niks als je dat doet
Het komt allemaal in orde
Het komt allemaal goed
Kom blauwe regen
Kom dan blauwe regen
Val maar naar benee
Kom dan blauwe regen
Spoel me met je mee
Kom dan blauwe regen
Stroom me in de zee
De zon smelt in de bergen de sneeuw om tot het water
Dat glinsterend in beken de flanken langs krioelt
Zo kringelend zijn weg zoekt tot het zich weer verzamelt
En stampend de rivier wordt die de rivier zich voelt
Kom dan blauwe regen
Val maar naar benee
Kom dan blauwe regen
Spoel me met je mee
Kom dan blauwe regen
Stroom me in de zee
Door dammen en met sluizen laat de rivier zich temmen
Neemt boten zwaarbeladen geschiedenissen mee
Ik zit hier aan de kade en luister naar de stemmen
Die aan de einder opgaan in het water van de zee
Kom dan blauwe regen
Val maar naar benee
Kom dan blauwe regen
Spoel me met je mee
Kom dan blauwe regen
Stroom me in de zee
Ketenen
In onzichtbare ketenen geklonken
Kan ik maar niet ontsnappen aan de stad
Met elke ruk hoor ik mijn hart méér bonken
Geen meter schiet ik op. Geen snars. Geen spat
Ik kom niet weg. Hoe slijpschijven ook vonken
Hoe ik ook haat wat ik zo lief ooit had
Toen wij tezamen zongen, dronken, zonken
Ik kan maar niet ontkomen aan mijn stad
Het loeien in de haven van de schepen
Het knarsen van de trein uit het station
Je met je lot en al laten verslepen
En weggaan, ver van hier, als dat eens kon
De uitwegen in diep geheim bemeten
De routes uitgestippeld in de nacht
Je bent ze op slag stoïcijns vergeten
Als zij maar bij je afscheid om je lacht
Dus morgen weer loze ontsnappingsplannen
Lepels, smeergeld, vijlen, maskers voor
Om niet te lijken op die sneuvelmannen
Snijbrand me los. Een slaaf wil ervandoor
Het loeien in de haven van de schepen
Het knarsen van de trein uit het station
Je met je lot en al laten verslepen
En weggaan, ver van hier, als ik dat kon
Met onzichtbare ketenen geklonken
Zit ik aan haar vast. Ik doe geen stap
Zonder haar ogen in mijn rug. Ik voel ze lonken
Maar nee, ik kijk niet om. Ik zet me schrap
En hou me blind voor lichten rond het plein en
Doof voor het link gescharrel van gespuis
Vooruit, een laatste blik. Zie haar dan deinen
En ik ben weer verkocht. Verder van huis
Het loeien in de haven van de schepen
Het knarsen van de trein uit het station
Je met je lot en al laten verslepen
En weggaan, ver van hier, als je dat kon
Alles zo weer kwijt
Een baan, een huis, geld op de bank
Een vrouw en auto, plank vol drank
Een indrukwekkende cv
Een vriendenkring, je stamcafé
Je fitnessclub, je bubbelbad
Jij dacht echt dat je alles had
Een polis op de eeuwigheid
Maar je bent alles zo weer kwijt
Hoe je je ook voorbereidt
Je bent alles zo weer kwijt
Je droom, een rol in het geheel
Een naam, een stem in het krakeel
Een zekere faam bij deze en geen
Een air van slagen om je heen
Connecties bij een ochtendblad
Jij dacht echt dat je alles had
Je waterbed gespreid
Maar je bent alles zo weer kwijt
Voor de hogesnelheidstrein hier rijdt
Ben je het allemaal alweer kwijt
Je scherpe tong, je linkse praats
Je groot hart op de goede plaats
Je idealen toen en daar
Je fotoboeken met lang haar
Je schrijfambities in het klad
Jij dacht echt dat je alles had
Alleen te weinig vrije tijd
Maar je bent alles zo weer kwijt
Niets wat in je voordeel pleit
Je bent alles zo weer kwijt
Je nieuwe lief, de oude weg
Je derde huis, je vierde leg
Je eigen paard, je vrindenclub
Je oldtimer, je Piper Cub
Een hond, twee poezen en een kat
Jij dacht echt dat je alles had
Alleen geen tijd, steeds minder tijd
Maar je bent alles zo weer kwijt
En dan zit je met je spijt
Alleen die raak je niet kwijt