1
(Pre)conceptie: het relationele voorbereidingswerk
Als een eicel een zaadje ontmoet…
Als je smoorverliefd bent, ervaar je dat als heel bijzonder. Veel biologen zien verliefdheid echter als een onderdeel van het leven dat ervoor zorgt dat mensen actief op zoek gaan naar een goede dna-match, zodat ze gezonde kinderen zullen krijgen. Weg met ‘o, hij maakt me zo gelukkig’ – hier komt de wetenschappelijke variant: ‘O, wij krijgen sterke kindjes!’
Neus bepaalt partnerkeus
Vrouwen hebben een heel bijzondere neus. Als ze het zweet van mannen ruiken, bepalen ze namelijk onbewust of ze een goede DNA-match met die mannen hebben in verband met de voortplanting. Zie het vrouwelijke reukorgaan maar als een soort pre-Predictorstick. Vinden we daarom mannen die zich in het zweet werken best aantrekkelijk? Maar waarom eisen we dan toch dat ze zich daarna meteen wassen? Zijn we bang dat een andere vrouw dezelfde sterke DNA-match ruikt?
Feromonensignaal: ik ben toe aan seks
Zowel mannen als vrouwen scheiden feromonen uit: geurstoffen om seksuele partners te lokken. Bij dieren, die anders met seks omgaan dan mensen en geen pil kunnen slikken of condooms kunnen gebruiken, betekent seks automatisch: kinderen krijgen. Bij de mens ligt dat anders. Ook al worden we onbewust gedreven door het verlangen om ons DNA voort te planten, we zenden ook wel eens feromonen uit justforfun.
Toppers van aantrekkelijkheid
- symmetrie in de botstructuur;
- vollere lippen (bij vrouwen);
- korte afstand tussen neus en onderkant kin (bij vrouwen);
- grotere afstand tussen neus en onderkant kin (bij mannen);
- een smalle taille ten opzichte van de heupen (bij vrouwen).
Eros versus wetenschap
De wetenschap zegt dus eigenlijk dat verliefdheid niets anders is dan een zoektocht naar goed DNA. Voor degenen die niet zo blij zijn met deze onromantische dooddoener is er altijd nog Eros, de god van de liefde en romantiek. Of laat ook hij ons in de steek? Plato heeft ons laten zien dat Eros, zoon van Poros (Vermogen) en Penia (Armoede), in feite slechts ‘verlangen’ is. Eros is dus altijd op zoek naar de compensatie van zijn eigen tekortkomingen.
Raar maar waar: uit onderzoek blijkt dat aantrekkelijkheid (met name symmetrische botten) erfelijk is, vooral bij mannen. Houd dat maar eens in je achterhoofd als je de volgende keer je schoonouders ziet…
De ontmoeting van een eitje met een eitje of een spermacel met een spermacel
Vroeger was het heel gewoon dat het prinsesje later een prinsje zou ontmoeten met wie ze lang en gelukkig zou leven. Tegenwoordig weten we wel beter en willen homoseksuele stellen net zo graag kinderen als heteroseksuele stellen. Biologisch gezien is dat echter een beetje lastig. Toch zijn er talloze oplossingen te bedenken waardoor er prachtige gezinnen te vormen zijn.
Vrouwen houden bij hun partnerkeuze rekening met de socio-economische: status, mannen gaan vooral af op het uiterlijk. ∗ 45 procent van de partners ontmoet elkaar tijdens het uitgaan of op vakantie, 13 procent via vrienden, 11 procent op het werk, 11 procent bij een vereniging of gemeenschap, 6 procent via familie en slechts een half procent via internet (misschien omdat je daar de geur van de ander z’n DNA niet goed kunt ruiken?) ∗ Gemiddeld ontmoeten we onze levenspartner op ons dertigste.
De eicel en de spermacel: een mooie combinatie
Een baby’tje onstaat natuurlijk wanneer de spermacel zich in de eicel boort. Officieel heet het dan nog geen baby, maar in de kiem zijn wel alle menselijke en persoonlijke eigenschappen aanwezig. De bevruchting is een prachtig poldermodel: een beetje van haar, een beetje van hem. Of toch meer van de een of juist van de ander?
Poldermodel in de praktijk
In tegenstelling tot elke andere cel in het menselijk lichaam hebben eicellen en zaadcellen allemaal maar 23 chromosomen. Die chromosomen bevatten de eigenschappen die de moeder en de vader doorgeven. Elke normale lichaamscel vermenigvuldigt zichzelf; hij maakt een exacte kopie en verandert er niets aan. Als de eicel en de spermacel samenkomen, tellen ze dus weer 46 chromosomen, voor de helft van de vader gekregen en voor de helft van de moeder. Een baby is dus hét voorbeeld van het ideale poldermodel.
Vrouwen zijn effectiever
Tijdens de vrijpartij die tot een nieuw menselijk leven leidt, stelt de vrouw welgeteld één eicel ter beschikking (bij een twee-eiige tweeling twee eicellen). Een man stelt zo’n 500 miljoen spermacellen ter beschikking om een succesvolle bevruchting tot stand te brengen! Zouden we daaruit kunnen concluderen dat vrouwen zelfs al vóór de conceptie effectiever zijn dan mannen?
Raar maar waar: de eicel is de grootste eet van het menselijk lichaam, de spermacel de kleinste.
Mannen zijn bikkels
Mannen (of in elk geval hun spermacellen) zijn in de kern hardere bikkels. Terwijl de eicel rustig afwacht, vechten de spermacellen zich tijdens een zware tocht door de baarmoedermond, de baarmoeder en de eileider. Ze zwemmen keihard, wel drie millimeter per minuut, en slechts een handjevol overleeft de reis. En dat terwijl de eicel niets anders doet dan wachten, wachten en nog eens wachten.
Size matters
Voor het genot van de vrijpartij doet het formaat er niet toe, maar voor de effectiviteit van ons genetisch materiaal wel. Een eicel is veel groter dan een spermacel. Dat komt doordat de spermacel in de eicel moet passen en er aan de oppervlakte van de eicel genoeg ruimte moet zijn voor honderden spermacellen die de strijd aangaan. De eerste spermacel die binnendringt, is de winnaar. Voor de andere spermacellen is de vrouw genadeloos: ze sterven in het zure vaginale milieu af.
Het recept voor een meerling:
- 2 eicellen en 2 zaadcellen, of
- 1 eicel en 1 zaadcel en een heel mysterieuze mutatie…
Conceptiefabels
- Mannen kunnen een vrouw alleen zwanger maken tijdens een ejaculatie; 30 procent van de mensen gelooft dit fabeltje nog…
- 20 procent van de dames denkt nog steeds dat ze moet klaarkomen om zwanger te kunnen worden…
- De vorming van een zaadje duurt zo’n drie maanden. ∗ De zaadcel moet zo’n 17cm afleggen voordat hij de eicel bereikt. ∗ Volgens recent onderzoek ‘ruikt’ een spermacel waar hij naartoe moet om de eicel te vinden! ∗ Direct na het binnendringen van spermacelkop in de eicel verandert het membraan van de eicel; er kan dan geen andere spermacel naar binnen.
DNA: de blauwdruk voor je ‘ik’
Op het moment van de bevruchting ligt alles al vast. Dat woord ‘alles’ komt voor toekomstige ouders vaak als een schok, alsof je opvoeding en het milieu waarin je kind opgroeit niets uitmaken. Maar de biologische waarheid is dat verreweg het grootste gedeelte van het uiterlijk en karakter van je baby al vastligt lang voordat jij überhaupt weet dat je zwanger bent…
Beetje papa, beetje mama
Je kunt natuurlijk niet zeggen dat de ene ouder meer doorgeeft dan de andere. Per item dat je doorgeeft, houdt je kindje alles wat jij doorgeeft en alles wat je partner doorgeeft. In elke celkern liggen dus jouw doorgegeven eigenschappen én die van je partner. De eigenschappen die zich laten zien, noem je de dominante eigenschappen; de eigenschappen die er genetisch wel zijn, maar die niet naar voren komen, noem je recessieve eigenschappen.
Kleur bekennen
Het meest zichtbaar in het gevecht van de dominante en recessieve eigenschappen is de kleur van de ogen en het haar. Over het algemeen kun je zeggen dat donkere kleuren dominant zijn en lichte kleuren recessief, alleen kent de natuur hierbij ook weer een poldermodelletje: de ideale tussenvorm tussen mama en papa – wat donkerder haar dan mama, maar wat lichter dan papa. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de huidskleur: een gekleurde vrouw en een blanke man krijgen een kindje met een lichtere huid dan mama, maar een donkerdere huid dan papa.
Kleurenblindheid: typisch voor jongens
Er zijn veel meer mannen dan vrouwen kleurenzwak of kleurenblind. Deze afwijking ligt namelijk op het X-chromosoom. Een jongen heeft maar één X-chromosoom; als deze dus drager is van de afwijking, komt die afwijking naar voren. Een meisje heeft twee X-chromosomen. Als zij één goed X-chromosoom heeft, zal de afwijking niet zo snel naar voren komen; dat gebeurt pas als beide X-chromosomen de afwijking tot kleurenzwakte of kleurenblindheid dragen.
De recepten voor:
- Krullend haar: zowel papa als mama moet op de chromosomen krullen meegeven.
- Golvend haar: papa óf mama moet de krullen doorgeven.
- Sluik haar: papa én mama moeten sluik haar doorgeven.
- Een goed zichtbare oorlel: als een van de ouders een oorlel doorgeeft binnen zijn genetische materiaal, dan krijgt de baby ook een goed zichtbare oorlel. Lijkt het alsof jullie allebei geen lel hebben, dan krijgt je baby ook geen zichtbare oorlel.
- Tongrollen: net als bij een zichtbare oorlel is dit zo dominant, dat slechts een van de ouders het hoeft door te geven.
Ook erfelijk, maar minder leuk
Behalve de kleuren van je baby’s uiterlijk en de lichamelijke trucjes die hij later wel of niet zal kunnen, liggen ook minder leuke dingen al vast op het DNA. Denk hierbij aan erfelijke aandoeningen of een grotere kans om later een bepaalde ziekte te krijgen. Een overdraagbare verhoogde aanleg zien we onder andere bij kanker, suikerziekte en schizofrenie, maar ook andere aandoeningen kunnen erfelijk zijn. Daarom vraagt je verloskundige je ook altijd naar de medische geschiedenis van je directe familie.
Raar maar waar: elk chromosoom heeft een dubbele spiraal in zich die de genetische code van ons ‘ik’ bevat. Elk piepklein chromosoom bevat meer dan twee meter dna!
Wie was er eerder: de kip of de mens?
We lijken qua uiterlijk natuurlijk helemaal niet op een kip, maar toch hebben mensen en kippen een belangrijke overeenkomst: er zijn voor beide zo’n twintig- tot vijfentwintigduizend genen nodig.
Intelligentie is erfelijk, maar de opvoeding is van cruciaal belang. ∗ Twee intelligente ouders hebben een grotere kans op een intelligent kind. Of die intelligentie er ook uit komt, is afhankelijk van heel veel psychosociale factoren en de manier van leven van de ouders tijdens de zwangerschap en daarna. ∗ Het erfelijke materiaal van vogels verandert langzamer dan het erfelijke materiaal van zoogdieren. ∗ Het virus herpes 6 is ook erfelijk.
Jongen of meisje?
Jongen of meisje, wat is het verschil?
Natuurlijk zijn er honderden zichtbare verschillen tussen de seksen, maar in feite is er maar één bepalend verschil: de aan- of afwezigheid van een Y-chromosoom. In onze genenpoel ligt op het dertiende chromosomenpaar altijd een X-chromosoom, dat we van onze moeder krijgen. Vrouwen hebben er hier namelijk twee van, dus ze kunnen ook alleen de X doorgeven. De man heeft een X- én een Y-chromosoom. Elke spermacel bevat echter óf een X- óf een Y-chromosoom. Dus afhankelijk van de vraag welke spermacel de eicel bevrucht, krijg je een meisje of een jongen.
Meisjes sterker, jongens sneller
Je kunt grofweg stellen dat zaadcellen met het Y-chromosoom – de jongetjes – sneller zwemmen en dat zaadcellen met het X-chromosoom – de meisjes – langer overleven in de baarmoeder als ze moeten wachten op een eicel. Jongens zijn dus sneller, maar meisjes zijn sterker.
Onthouding voor een meisje?
Natuurlijk heb je nooit helemaal invloed op het geslacht van je kind, dat zou ook niet goed zijn. Maar heb je toch een lichte voorkeur en wil je de natuur een beetje stimuleren om het kind van je keuze te krijgen? Vrij dan eens volgens het volgende schema. Wil je een jongen, vrij dan lekker vaak tijdens en net voor de eisprong. Hoop je op een meisje, vrij dan niet meer na de tiende dag van je cyclus.
Acceptatie van de spermacel
Steeds meer onderzoek toont aan dat de moeder toch zijdelings invloed heeft op de sekse van de baby. Zo laten diverse onderzoeken zien dat de eicel ‘gewilliger’ is voor de ene dan voor de andere spermacel, met andere woorden: de eicel accepteert de ene spermacel makkelijker dan de andere. Het verschil tussen deze spermacellen? Je raadt het al: het X- of het Y-chromosoom.
Weten of je een zoon of dochter krijgt?
Ook al ligt het geslacht bij de conceptie al vast, je zult nog weken moeten wachten voordat je het te weten kunt komen – als je het al wilt weten. Vrouwen die een vlokkentest laten doen, kunnen het rond de tiende week al met honderd procent zekerheid weten. Bij de vlokkentest wordt namelijk naar het DNA gekeken en je kunt vragen of daarbij ook het geslacht kan worden bekeken. Als je niet in aanmerking komt voor een vlokkentest of dit niet wilt, kun je rond de twintigste week een echo laten maken en het geslacht van de baby zien. Maar natuurlijk heeft het ook wel wat om je bij de geboorte te laten verrassen…
Fabels over sekse
- Je kunt natuurlijk ook afgaan op de volkswijsheden rondom het bepalen van de sekse:
- Ben je zwanger geworden tijdens het missionarisstandje? Dan krijg je een meisje.
- Heb je je man tijdens de ejaculatie recht in de ogen gekeken?
- Dan krijg je een jongen.
- Heb je je benen omhooggehouden na het vrijen? Dan zijn de snelle, dus de jongenscellen, eerder bij de eicel aangekomen.
Fabeltjes over mama’s uiterlijk
- Heeft je buik de vorm van een watermeloen? Gefeliciteerd, haal de roze muisjes maar in huis: je krijgt een dochter!
- Heeft je buik de vorm van een voetbal? Haal dan maar blauwe muisjes!
- Heb je een ‘hoge’ buik? Dan krijg je een meisje.
- Heb je een ‘lage’ buik? Dan krijg je een jongen.
- Is je navel gevoelig? Dan krijg je een meisje.
- Groeien je billen in hetzelfde tempo als je buik? Ook dan krijg je een meisje.
- Ben je heel erg misselijk? Je krijgt vast een meisje!
Jongens met het Klinefeltersyndroom hebben een extra X-chromosoom; ze hebben dus XXY. ∗ In tijden van stress worden er relatief minder jongetjes geboren omdat de gestreste baarmoeder dan hogere eisen stelt aan het embryo. ∗ Er worden per jaar iets meer jongens dan meisjes geboren. ∗ Het lijkt erop dat sommige mannen betere X- of juist Y-chromosoom-dragende spermacellen maken.