·11·
‘Heb ik soms iets verkeerds gezegd?’ vroeg Puller zachtjes. Hij keek naar haar gezicht, niet naar de loop van de Cobra. Als iemand een wapen op je gericht hield, keek je naar de ogen; dan wist je wat zijn bedoeling was. En het was duidelijk haar bedoeling om op hem te schieten als hij iets verkeerds zei of een verkeerde beweging maakte.
Ze zei: ‘Ik moet wel suf zijn geweest door slaapgebrek.’
‘Ik kan je niet volgen.’
‘Ik weet niet of je degene bent die je zegt te zijn. Jij bent de enige die zei dat je van de cid bent. Ik had je nooit toestemming moeten geven om naar de plaats van het misdrijf te gaan. Voor hetzelfde geld heb jij Larry Wellman vermoord en daarna verzonnen dat je iemand hebt gezien. Misschien ben je een spion en wil je stelen wat er in de tas van de man zat en op zijn laptop stond.’
‘Mijn auto buiten heeft een nummerbord van het leger.’
‘Misschien is het niet jouw auto. Of misschien heb je hem gestolen.’
‘Ik heb een identiteitsbewijs.’
‘Dat wilde ik horen.’ Ze maakte een snelle beweging met de .45. ‘Laat het me zien. Heel langzaam.’
Cole deinsde een beetje terug. Puller zag dat ze de Weaver-schiethouding gebruikte, genoemd naar een politieman in Californië die eind jaren vijftig furore maakte als schietkampioen. De voeten een schouderbreedte uit elkaar, de knieën strak. De voet aan de wapenkant iets achter de andere voet. Als ze schoot, zou ze de klassieke duw- en trekbeweging maken om de terugslag op te vangen. Hij zag dat ze haar arm strak hield, maar haar hand niet. Daardoor zou ze trillen als ze schoot. Evengoed hield ze de Cobra vast alsof ze het wapen goed kende. En hoewel haar houding misschien niet perfect was, kon ze hem op deze afstand gemakkelijk met één schot neerleggen.
Hij haalde zijn identiteitsbewijs met drie vingers uit het borstzakje van zijn overhemd.
‘Klap het voor me open,’ beval ze. ‘Eerst de badge, dan de identiteitskaart.’
Dat deed hij. Ze keek naar zijn foto en keek toen weer naar hem. Toen liet ze haar wapen zakken. ‘Sorry.’
‘Ik zou hetzelfde hebben gedaan.’
Ze stak de Cobra in de holster. ‘Maar je vroeg niet naar mijn identiteitsbewijs.’
‘Ik vroeg je door de telefoon hierheen te komen. Je naam en nummer stonden in het officiële legerdossier. Het leger maakt zulke fouten niet. Ik zag je uit je auto stappen. Je badge zit op je riem. Toen ik je vastpakte en je een schreeuw gaf, herkende ik de stem die ik door de telefoon had gehoord.’
‘Toch was ik je te vlug af,’ merkte ze op.
‘Misschien toch niet helemaal.’
Hij liet haar het zwarte ka-bar-mes zien dat hij in zijn andere hand had, verborgen achter zijn onderarm. ‘Waarschijnlijk had je in een reflex nog kunnen schieten. Dan zouden we misschien allebei tegen de vlakte zijn gegaan.’ Hij schoof het mes in de schede aan zijn riem. ‘Maar dat is niet gebeurd.’
‘Ik heb je dat mes niet zien trekken.’
‘Dat deed ik al voordat jij je wapen trok.’
‘Waarom?’
‘Ik zag je eerst naar mij kijken, toen naar de Cobra en toen naar de lijken. Het was gemakkelijk na te gaan wat je dacht.’
‘Waarom richtte jij je pistool dan niet op mij?’
‘Als ik mijn pistool trek, ben ik van plan het te gebruiken. Ik wilde een lastige situatie niet nog erger maken. Ik wist dat je om mijn identiteitsbewijs zou vragen. Ik hield het mes achter de hand voor het geval je iets anders van plan was.’ Hij keek weer naar de lijken. ‘De kinderen?’
Ze kwam een stap naar voren, haalde rubberen handschoenen uit haar jack, trok ze aan, pakte de nek van de jongen vast en hield het lijk ongeveer tien graden naar voren. Met haar andere hand wees ze naar een plek aan de onderkant van de nek.
Puller scheen er met zijn Maglite op. Hij zag de grote blauwe plek. ‘Iemand heeft zijn hersenstam verbrijzeld.’
Ze liet het lijk in zijn oorspronkelijke positie terugzakken. ‘Daar ziet het naar uit.’
‘Bij het meisje ook?’
‘Ja.’
‘Aan de lijken te zien zijn ze al ruim vierentwintig uur dood, maar minder dan zesendertig uur. Hebben jouw mensen het nauwkeuriger kunnen vaststellen?’
‘Ongeveer negenentwintig uur. Je zat er dus dichtbij.’
Puller keek op zijn horloge. ‘Dus ze zijn zondagavond om een uur of twaalf gedood?’
‘Ja.’
‘En de postbode vond ze maandagmiddag. Toen zal de rigor mortis net zijn ingetreden. Kun je dat bevestigen? Het zou een extra indicatie zijn.’
‘Ja.’
‘Heeft de postbode iets verdachts gezien?’
‘Je bedoelt, nadat hij voor de vierde keer de voortuin onderkotste toen wij daar waren aangekomen? Nee, eigenlijk niet. De moordenaars waren toen allang weg.’
‘Maar ze zijn vannacht teruggekomen. Ze hebben zelfs een politieman gedood. Nog meer wonden of sporen op hun lichaam?’
‘Zoals je kunt zien, hebben we ze niet uitgekleed, maar we hebben vrij goed gekeken en niets gevonden. Maar als je iemands hersenstam verbrijzelt, is hij dood.’
‘Ja, dat had ik ook al begrepen.’ Hij keek naar de kamer. ‘Maar dan moet je wel weten wat je doet. Je moet het precies goed doen, anders verlam je iemand alleen maar.’
‘Het was dus een professional.’
Of een militair, dacht Puller. Als dit nu eens iets van militairen onder elkaar was?
‘Misschien,’ zei hij. ‘Of de dader had geluk.’ Hij keek naar het meisje. ‘Maar niet twee keer geluk. Ze zijn niet hier gedood, tenminste de kolonel en zijn vrouw niet.’
Cole ging bij de bank vandaan en keek naar de vloerbedekking. ‘Ja, er zijn hier geen bloedspatten. De kelder is een ander verhaal.’
‘Dat zag ik toen ik daarheen ging.’
‘Over de kelder gesproken: ik moet bij Larry gaan kijken.’
Puller dacht dat haar stem even oversloeg, al had ze geprobeerd het nonchalant te zeggen.
‘Wil je eerst iets voor me doen?’
‘Wat dan?’
‘Naar het bureau bellen en ervoor zorgen dat er echt niemand bij de tas en de laptop van de kolonel kan komen.’
Ze deed wat hij vroeg. Zodra ze de telefoon had dichtgeklapt, zei hij: ‘Kom mee.’
Ze sjokte achter Puller aan de trap af. Hij leidde haar naar de plaats waar de politieman hing. De dode was nog lager gezakt. Zijn zwarte leren schoenen raakten bijna het beton.
Puller keek aandachtig naar haar terwijl ze naar de dode keek. Deze keer waren er geen tranen. Ze schudde even haar hoofd. De vrouw verwerkte het. Waarschijnlijk schaamde ze zich omdat hij tranen van haar had gezien. En toen was haar stem ook nog even overgeslagen. Ze zou zich niet hoeven te schamen. Hij had vrienden zien doodgaan, veel vrienden. Het werd nooit gemakkelijker. Het werd alleen maar moeilijker. Je dacht dat je eraan wende, maar dat was een illusie. Het gat in je geest werd alleen maar dieper, want dan paste er meer ellende in.
Ze deed een stap achteruit. ‘Ik zal degene die dit heeft gedaan te pakken krijgen.’
‘Dat weet ik.’
‘Kunnen we hem losmaken? Ik wil hem niet zo als een geslacht varken laten hangen.’
Puller keek naar de nek van de man. ‘We kunnen de strop aan de voorkant doorsnijden, dan blijft de knoop intact. Maar wacht even.’
Hij liep vlug naar zijn auto om zijn rugzak te halen.
Toen hij in de kelder terug was, haalde hij een stuk plastic en een opvouwbaar laddertje uit de rugzak. ‘Ik ga dit om het lichaam heen doen om sporen te behouden, en dan houd ik hem overeind terwijl jij op de ladder gaat staan en hem lossnijdt. Bedenk wel: niet bij de knoop maar aan de andere kant. Je mag mijn mes gebruiken.’
Ze deden dat zonder problemen, en de in plastic verpakte dode leunde tegen Pullers sterke armen. Terwijl Cole van de ladder kwam, legde Puller de dode op zijn rug op de vloer.
Puller zei: ‘Doe dat licht daar aan.’ Hij wees naar een schakelaar op de muur.
Het licht ging aan en Puller onderzocht Wellmans hals. ‘Halsslagader en keelslagader ingedrukt. Tongbeen waarschijnlijk gebroken. Dat zal bij de sectie blijken.’ Hij wees naar enkele plekken op de hals van de dode. ‘Bloedvaten gescheurd. Dat betekent dat hij nog leefde toen ze hem ophingen.’
Puller legde de politieman voorzichtig op zijn zij en ze keken naar zijn gebonden handen. ‘Zoek naar wonden waaruit blijkt dat hij zich verweerde, of sporen onder de nagels. Als we geluk hebben, zijn er dna-resten.’
Cole gebruikte daarvoor de Maglite van Puller. ‘Niets voor zover ik kan zien. Dat begrijp ik niet. Larry had zich moeten verweren. Of misschien heeft de dader alles weggeboend.’
‘Dat zal het waarschijnlijk verklaren.’ Puller wees naar het aangekoekte bloed in het haar van de man. ‘Ze hebben hem bewusteloos geslagen voordat ze hem ophingen.’
Hij haalde een huidthermometer uit zijn rugzak, streek ermee over Wellmans voorhoofd en keek naar het resultaat.
‘Iets minder dan vijf graden onder normaal.’ Hij maakte een snelle berekening in zijn hoofd. ‘Ongeveer drie uur dood. Dus ongeveer halfdrie.’
Ze hoorden buiten auto’s stoppen.
‘Daar heb je de cavalerie,’ zei Puller.
Cole keek haar collega aan. ‘Blijkbaar weet je wat je doet,’ zei ze met een blik op de dode.
‘Ik ben er om te helpen, als je dat wilt. Die beslissing is aan jou.’
‘Jazeker.’ Ze draaide zich om en liep naar de trap.
Puller zei: ‘Ik weet dat jullie de plaats delict al hebben onderzocht, maar ik zou het graag nog een keer willen doen.’ Hij voegde eraan toe: ‘Ik wil niet op iemands tenen gaan staan, maar ik heb mensen aan wie ik verantwoording moet afleggen. En die verwachten dat we ons onderzoek op een bepaalde manier doen.’
‘Het maakt mij niet uit, zolang we de schoft maar te pakken krijgen die dit heeft gedaan.’
Cole liep de trap op.
Puller keek naar de dode en toen naar de achterste muren, waar aan de concentratie bloed en vleesfragmenten te zien was waar de volwassen Reynolds’ waren geëxecuteerd.
Want ‘geëxecuteerd’ was het enige juiste woord ervoor.
Hij was in zijn hoofd geschoten en zij in haar romp. Puller vroeg zich af waarom ze een verschillende behandeling hadden gekregen. En de kinderen waren helemaal niet met een vuurwapen gedood. Als er meer mensen tegelijk werden gedood, werd meestal voor alle slachtoffers dezelfde methode gebruikt. Als je van wapen wisselde, ging daar tijd overheen, kostbare tijd. En als je de mensen vermoordde en daarna de lijken verplaatste, kostte dat nog meer tijd. Maar misschien had deze moordenaar alle tijd van de wereld gehad.
Puller keek weer naar Wellmans lichaam.
Elke moord was hetzelfde, in die zin dat er iemand door een gewelddadige oorzaak om het leven kwam, maar afgezien daarvan was elke moord weer anders.
En het oplossen van een moord was zoiets als behandeling van kanker. Wat in het ene geval werkte, werkte bijna nooit in een ander geval. Elke moord vereiste zijn eigen unieke oplossing.
Hij liep achter Cole aan de trap op.