Wanhoopsdaad
Camera in de praktijk
Marja van Maerlant
"Dit is vast een hit in Hilversum." Ze lachte een kort, vreugdeloos lachje. "Hoeveel brengt dat op, een radeloze moeder en een baby die misschien wel vermoord is? Hoe meer sensatie hoe liever, toch?"
"Kijk eens hier, kinderen," zei Rosy, terwijl ze een bord met een dampende stapel pannenkoeken op de ontbijttafel zette, "jullie moeten er nog van groeien!"
Ze schoof de stroop en de bruine suiker wat dichterbij.
Andy en Steffie grepen tegelijk naar de bovenste pannenkoek. Alex en Lidy keken glimlachend toe. "Rustig aan!" maande Rosy. "Er is genoeg voor iedereen."
Ze kwam nogmaals uit de keuken en bracht een schaaltje vers in stukjes gesneden ananas, dat ze voor Alex en Lidy neerzette.
"Wat ben je toch een parel, tantetje," zei Alex Snijdewind waarderend. Het was waar, niemand kon beter voor het gezin zorgen dan zijn tante Rosy, bedacht hij. Met zijn vijven – zijn vrouw kinderarts Lidy van de Poel, haar beide kinderen Steffie en Andy en zijn altijd redderende en zorgzame tante Rosy – vormden ze inmiddels een hecht gezin. Weliswaar was het niet het doorsnee huishouden, want hij was Lidy van de Poels tweede echtgenoot, nadat haar man Werner op tragische wijze was verongelukt. Maar zijn geduldige liefde en de band die tussen hem en Lidy was gegroeid, waren beloond doordat de twee kinderen hem inmiddels volledig hadden geaccepteerd. En hij had de tienjarige Steffie en Andy van acht in zijn hart gesloten als waren het zijn eigen kinderen.
Lidy met haar drukke praktijk als kinderarts en Alex met zijn bloeiende advocatenkantoor, vonden in tante Rosy de ideale huisgenote. Zij was de eerste opvang als de kinderen uit school kwamen en ze was een enthousiaste en inventieve kokkin, al waren haar Zuid-Afrikaanse gerechten soms wel wat aan de pittige kant.
Hij belegde zijn pannenkoek met stukjes ananas, rolde hem op en nam een hap.
"Dat ruikt weer verrukkelijk!" zei Lidy genietend. "Maar er zit iets extra's door de ananas, Rosy! Welk kruidje is het ditmaal?"
Tante Rosy glimlachte geheimzinnig. Haar uitgebreide voorraad exotische kruiden en specerijen werd voortdurend aangevuld met nieuwe ontdekkingen. "Smaakt het?" vroeg ze enkel.
"Heerlijk!" zeiden Lidy en Alex tegelijkertijd en schoten toen in de lach.
"Ik ga de ananas straks ook proberen," zei Steffie voorzichtig, "Maar eerst wil ik mijn naam schrijven met stroop." Behoedzaam bewoog ze de lepel en hield hem schuin zodat de stroop een spoor trok over haar pannenkoek. "Kijk, de S wordt heel dik, maar dan heb ik niet genoeg meer voor de rest." Ze doopte de lepel nogmaals in de stroop, en begon aan de ‘t’.
"Het is intussen meer stroop dan pannenkoek," zei haar moeder licht vermanend.
"Juist lekker!" vond Steffie tevreden.
Een tijdlang zaten ze met zijn vieren te smullen, terwijl Rosy voldaan toekeek en waar het nodig was de koffie en appelsap bijschonk.
"Wat eten we vanavond, tante Rosy?" vroeg Steffie, nadat ze eerst netjes haar mond had leeggegeten.
"Ik maak iets heel erg lekkers," beloofde Rosy, "maar ik vertel nog niet wat!"
"Hè, toe!" bedelde Andy. "Wordt het iets met gehaktbal?"
"Het wordt toch niet met pepers?" vroeg Steffie ongerust.
"Ik zal het proberen," beloofde Rosy, "maar de waarheid is…"
Ze trok een geheimzinnig gezicht. "Als jullie het nou echt willen weten, de waarheid is dat ik iets ga koken…"
"Vertel, vertel!" drongen Andy en Steffie aan. "Je gaat iets koken dat…"
"Dat ik zelf nog niet weet!" plaagde Rosy.
"Ooooh, wat flauw!" riep Steffie teleurgesteld, maar Andy zei onmiddellijk: "Dan weet ik wel iets: gehaktbal!"
Alex Snijdewind stond op. "Kom," zei hij en keek op zijn horloge. "Ik moet me nu haasten, want ik heb al vroeg een belangrijke afspraak. Maar die ananas was verrukkelijk, tante, dank u wel!" Hij boog zich naar Lidy, die haar gezicht ophief en hem zoende.
"Het wordt vandaag een drukke dag," zei hij teder, "maar aan het eind zie ik mijn mooie vrouw als beloning! Daar zal ik aan denken als ik die lastige zaak onder handen heb!"
"Kun je niet beter je aandacht bij je werk hebben?" vroeg zijn vrouw ondeugend, maar met een blosje op de wangen. Het was heerlijk, zo verliefd als hij altijd nog kon zijn, bedacht ze terwijl ze hem nakeek. Eigenlijk was het onvoorstelbaar dat zij nu voor de tweede keer de liefde van haar leven had gevonden. Het klonk misschien raar, maar toch voelde ze het zo. Met Werner was zij volmaakt gelukkig geweest, tot die verschrikkelijke rampdag. En nu, jaren later en op een heel andere wijze, was zij intens gelukkig met Alex. Dat geluk met hem en de beide kinderen was des te kostbaarder nu zij ervaren had dat het van de ene op de andere seconde vernietigd zou kunnen worden. Er was slechts één dronken automobilist voor nodig geweest…
Ze huiverde, en vermande zich. "Ik moet ook aan het werk," zei ze. "Zullen jullie lief zijn en luisteren naar tante Rosy?"
"Dat doen we toch altijd!" zei Steffie verontwaardigd, maar Andy antwoordde trouwhartig: "Tuurlijk!"
Lidy dronk haar laatste slokje koffie uit en spoedde zich door de gang, die naar het praktijkgedeelte van de villa leidde. De vrijstaande villa die ze al jong van haar ouders had geërfd, bood ruimte genoeg voor haar praktijk als kinderarts. Ze vond het ideaal om zo van haar drukke werk terug in haar privéleven te kunnen stappen. Wel moest ze soms alle zeilen bijzetten om haar gezinsleven zo veel mogelijk gescheiden te houden van haar betrokkenheid bij haar patiëntjes en hun ouders. Ze was zich ervan bewust dat dit niet altijd even goed lukte, maar zoals het was, was het goed, vond ze. Haar werk als kinderarts was nu eenmaal haar roeping.
Achter de balie was Corine Vossen al druk bezig met het voorbereiden van die morgen. Een stapel dossiers lag klaar voor Lidy. Hoewel ze uiteraard alle bestanden in haar computer had, hechtte ze altijd nog aan een papieren dossier. Op die manier wist ze heel zeker dat ze altijd alle gegevens beschikbaar had en dat geen virus of Trojaans paard haar werk zou kunnen verstoren.
"Goedemorgen, Corine!" begroette ze haar assistente. Op het geluid van haar stem kwam nu ook Petra tevoorschijn uit de praktijkkamer. "Goedemorgen, Lidy!" zei ze hartelijk. De omgang tussen dokter Van de Poel en haar beide assistentes was heel vriendschappelijk en informeel, hoewel Corine en Petra wel degelijk een groot respect hadden voor de kundigheid en betrokkenheid van hun werkgeefster.
"Zojuist voor acht uur heeft al iemand voor je gebeld," zei Corine. "Een man, een meneer Amerongen geloof ik. Hij wilde per se met de dokter zelf spreken, maar hij zei niet waarover."
De naam kwam Lidy niet bekend voor. "Klonk hij alsof het een urgent geval kon zijn?" vroeg ze. "Zit zijn dossier in de computer?'
"We hebben geen enkel kindje Amerongen in het bestand," zei Corine. "Hij wilde iets met de dokter bespreken en zei dat het iets belangrijks was, maar ik heb geen idee wat het was."
"Nou, hij zal waarschijnlijk wel weer bellen," verwachtte Lidy. “Als het gelegen komt, wil ik hem wel te woord staan, maar anders moet hij echt een afspraak maken."
Ze nam de stapel dossiers op, installeerde zich in haar spreekkamer en zette de computer aan. Toch vreemd, dacht ze. Doorgaans vertelden ouders van nieuwe patiëntjes wel aan de assistente wat de bedoeling was en helemaal als het een ziek kind betrof.
De eerste kindjes kwamen haar aandacht opeisen en het was een drukke ochtend. Er was een baby van tien maanden oud, Sterre van Zanten. De moeder, Janneke van Zanten, had een moeilijke periode achter de rug. Ze was nog geen jaar getrouwd toen haar man John sneuvelde in Afghanistan, terwijl hun eerste kindje nog geboren moest worden. Met hulp van haar ouders, die niet ver van de praktijk van dokter Van de Poel woonden, had ze zich er doorheen geslagen. Na de geboorte van Sterre was ze bij haar ouders ingetrokken omdat het huis dat zij met haar man bewoond had, te pijnlijke herinneringen voor haar had.
Lidy begroette haar hartelijk; ze had veel sympathie voor de jonge moeder die al zoveel te verwerken had gekregen.
"Zeg het eens," nodigde ze, "hoe is het met kleine Sterre?"
"Niet zo goed, dokter," antwoordde Janneke ongerust, "ze huilt veel en ze heeft voortdurend diarree. Dat ben ik niet van haar gewend, ze was nooit een huilbaby. Ik ben bang dat ze buikgriep heeft."
Lidy nam de oorthermometer en controleerde de temperatuur van het kleine meiske, terwijl ze intussen vragen stelde aan Janneke. Had iemand anders in de familie buikgriep gehad? Had Sterre ook overgegeven? Sinds wanneer had ze deze diarree?
Janneke beantwoordde alle vragen zo goed mogelijk. "Heeft ze koorts, dokter?" vroeg ze, "het voelde niet zo, maar…"
"Ze heeft geen koorts, zelfs geen verhoging," was het antwoord, "en als ze niet heeft gespuugd, geloof ik niet dat ze buikgriep heeft."
Het moedertje keek even opgelucht, maar daarna betrok haar gezicht weer. "Wat kan het dan zijn?"
"Vertel eens," zei dokter Lidy, "sinds wanneer krijgt ze flesvoeding?"
Janneke van Zanten bloosde. "Ik geef haar nog steeds borstvoeding en ik ben pas twee weken geleden begonnen met daarnaast een flesje te geven en af en toe een potje babyvoeding. Ik werk namelijk sinds begin deze maand part time als assistente bij een dierenartspraktijk, mijn oude beroep. Overdag past moeder op Sterre en daarom krijgt ze nu gedeeltelijk flessenmelk. Als het aan mij lag, had ik haar nog veel langer uitsluitend via de borst gevoed. Het is zo'n heerlijk intiem gebeuren en ik voel dan zo intens de band met mijn dochtertje en via haar met John…" Haar ogen vulden zich met tranen. "Het is nu ruim een jaar geleden dat hij gesneuveld is…"
Lidy legde even een hand op haar arm.
"Sorry," zei Janneke en het volgende moment snikte ze het uit.
"Het is oké," zei Lidy warm, "ik weet hoe erg dat is, Janneke. Ik heb zelf van de ene minuut op de andere mijn man verloren. Dat is zo afschuwelijk, daar zijn geen woorden voor."
Janneke trok een tissue uit de doos die voor dat doel op het bureau klaarstond en snoot haar neus.
"Ik denk dat je best nog zoveel mogelijk borstvoeding kunt geven en van je dochtertje genieten," gaf Lidy als advies. "Probeer voor overdag wat melk af te kolven en om de overgang naar andere voeding gemakkelijker te maken geef ik je voorlopig een recept voor speciale voeding. Ik vermoed namelijk dat Sterre mogelijk een koemelkallergie heeft. Volg de aanwijzingen goed op en kom over een paar dagen weer. Als de diarree niet afneemt, moet je eerder komen, wil je me dat beloven? Anders bestaat er gevaar dat Sterre uitdroogt."
Janneke knikte sprakeloos, nam het recept aan en gaf de dokter een hand als dank. Ze wikkelde haar kindje liefdevol in het zachte manteltje en legde haar weer in het met roze satijn beklede mandje. Lidy keek haar na.
"Die meneer heeft weer gebeld," vertelde Corine na de lunch. "Ik vertelde dat de dokter net even was gaan eten en hij zou straks weer bellen."
"En hij zei nog steeds niet waar het over ging?" vroeg Lidy enigszins geërgerd. Ze had al jaren dezelfde artsenbezoeker en had geen behoefte aan een andere. En al helemaal niet aan een verzekeringsadviseur die ongevraagd kwam binnenvallen. "Als het dan zo belangrijk is, waarom zegt hij niet wat hij wil? Misschien kun jij hem evengoed te woord staan."
"Ik heb geen idee," antwoordde Corine, "ik heb gevraagd hoe oud het kind is, min of meer om hem uit zijn tent te lokken, maar hij zei kortaf dat hij geen kinderen heeft."
"Nou, dat schiet dan lekker op!" zei Lidy hoofdschuddend en zette zich aan het middagspreekuur.
Het tweede patiëntje die middag had haar volledige aandacht nodig. Het was het negenjarig zoontje Niels van David Zondervan, zijn tweede kind. De ongeruste vader vertelde dat Niels in de loop van de morgen hoge koorts had gekregen en ook had hij uitslag op verschillende plaatsen van zijn lichaam. Lidy betastte met haar gevoelige vingers het hoofd van de jongen en vooral zijn nek. Bij de aanraking gilde de jongen het uit van de pijn. Lidy's gezicht stond ernstig.
"Uw zoontje moet onmiddellijk naar het ziekenhuis," zei ze tegen de vader. "Ik vermoed dat hij hersenvliesontsteking heeft en de complicaties kunnen buitengewoon ernstig zijn. Ik zorg er nu eerst voor dat hij wordt opgenomen en dan zal ik al uw vragen beantwoorden." Ze belde Corine, maar Petra antwoordde op de andere lijn. "Corine is in gesprek," zei deze, "kan ik helpen?"
"Bestel onmiddellijk een ambulance. Ik heb hier een negenjarige jongen met vermoedelijk meningitis. Ik zal nu zelf het St. Joseph-kinderziekenhuis voorbereiden op zijn komst."
Ze legde de hoorn neer, die onmiddellijk overging. Lidy zag dat het Corine was, maar drukte het gesprek weg. Ze belde het St. Joseph-kinderziekenhuis en vroeg naar de directeur Hans Bonnema. Kort en zakelijk schetste ze de situatie en voegde eraan toe dat een ambulance al onderweg was om de vader en Niels naar het ziekenhuis te brengen. Toen wendde ze zich tot David Zondervan, die inmiddels wit van bezorgdheid was. Al was hij geen medicus, hij wist genoeg van hersenvliesontsteking om te beseffen dat zijn zoontje ernstig ziek was. "Ik zal straks mijn vrouw bellen," zei hij, "zij staat op dit moment in onze zaak. Maar, dokter, denkt u… zal Niels?"
"Ik moet u eerlijk zeggen dat dit heel ernstig kan zijn," antwoordde Lidy. "Ik durf werkelijk geen voorspelling te doen omtrent het verloop, maar wel kan ik u zeggen dat hij in het St. Joseph-kinderziekenhuis in de best mogelijke handen is."
Buiten klonk al de drietonige sirene van de ambulance. Terwijl de kinderarts opstond om vader en zoon naar buiten te begeleiden, ging nogmaals de telefoon van haar assistente. "Ik heb weer die meneer aan de telefoon,"zei Corine, "het is meneer Van Amerongen, en hij vraagt of het nu gelegen komt?"
"Het komt nu allerbelabberdst uit," zei Lidy, bitser dan haar bedoeling was, want de hele situatie was tenslotte niet Corines schuld. "Ik heb hier een crisisgeval, ik denk dat de ambulance al voorrijdt. Die meneer moet zeggen wat hij op zijn hart heeft en als hij per se met mij zelf wil spreken moet hij een afspraak maken, oké?"
"Gesnapt!" zei Corine.
De ambulancebroeders hadden de auto al voorgereden. Ze droegen het kind zo voorzichtig mogelijk de ambulance in. De vader nam eveneens plaats in de wagen, en met gillende sirenes vertrokken ze naar het kinderziekenhuis. Lidy en Petra keken hen bezorgd na.
"Wat is dat nu met die meneer Van Amerongen?" vroeg Lidy toen ze de balie passeerde. "Ik krijg steeds meer een hekel aan die man. Wat wil hij nou toch?"
Corien zuchtte demonstratief. "Ik begin ook tamelijk flauw van hem te worden," gaf ze toe. "Intussen heeft hij al ik weet niet hoe vaak gebeld, maar hij vertikt het om te zeggen waar het over gaat. Hij wil echt met dokter Van de Poel zelf spreken. Heb jij een geheime aanbidder, Lidy?"
"Ik hoop van niet!" antwoordde Lidy, en grinnikte bij de gedachte.
"Nou, hij vroeg ook nog naar je privénummer," voegde Corine eraan toe, "en dat schoot mij werkelijk in het verkeerde keelgat. Ik zei dat ik dat never nooit zou geven en dat hij het beste een afspraak kon maken en toen zei hij dat hij een druk bezet man is en toen vloog ik helemaal uit mijn slof en zei nogal snibbig dat hij het nooit zo druk kon hebben als de dokter. En in ieder geval, hij is degene die dokter Van de Poel zo nodig wil spreken."
"Als ik dat zo hoor heb jij hem nogal pinnig te woord gestaan," lachte Lidy nu. Ze voelde haar ergernis al weer wegebben. "Ik vermoed dat dit het laatste is wat wij van die meneer zullen horen."
"Je vergist je," kwam Corine triomfantelijk, "want hij heeft bakzeil gehaald! Morgenmiddag aan het eind van het spreekuur heeft hij een afspraak en hij heeft zelfs dubbele tijd gereserveerd."
"Tjonge!" zei Lidy bewonderend. "Ik ben toch blij dat jij zo'n assertief type bent! Ik denk dat wij alledrie een kopje thee hebben verdiend, zou jij me dat willen brengen? Dan ga ik kijken wat er met mijn volgende cliënt aan de hand is. Hopelijk hoeft de ambulance vandaag niet nog een keer te komen."
"Zo," zei Lidy tegen haar assistente Petra, "dat was het voor vandaag. Het was weer een drukke dag, maar we hebben onze vrije avond nu verdiend. Ga jij vanavond nog iets leuks doen, Petra?"
Petra aarzelde en bloosde. "Ik heb een afspraakje," gaf ze toe. "Een nieuw vriendje. Hij lijkt heel aardig, maar ik ken hem nog niet zo goed."
"Hoe heet hij?" vroeg Corine geïnteresseerd.
"Harold," zei Petra en bloosde nog dieper.
Lidy glimlachte en beantwoordde de blik van verstandhouding die Corine haar gaf. Zou Petra nu eindelijk eens geluk hebben in de liefde?
Aangekomen in haar privévertrekken vond ze Rosy en Steffie in drukke discussie verwikkeld. Steffie klonk opgewonden en Rosy ook een klein beetje. Zodra ze Lidy zag, wendde ze zich tot haar.
"De jongedame hier wil precies weten wat er in het eten vanavond zit," deelde ze mee. "Tot en met de laatste ingrediënten. Ik heb haar verwezen naar een kookboek maar ze zegt dat ik het recept toch nooit precies volg." Ze klonk lichtelijk beledigd.
"Kom, kom," suste Lidy, "ik weet zeker dat Steffie geen kritiek heeft op jouw kookkunst. Het is haar soms wat te pittig, maar dat weet je wel. Wat is dat nou, Steffie?"
"Ik wil alleen maar weten of er vlees in zit," kwam Steffie, en het klonk alsof ze ieder moment kon gaan huilen. "Ik vroeg wat er allemaal inzat, alles en toen werd tante Rosy boos. Maar ik wil geen dode dieren meer eten."
"Maar lieverd!" zei Lidy wat verbaasd. Het was duidelijk dat haar dochter van tien begon na te denken over de wereld en dat waardeerde zij als moeder. "Hoe kom je daar nu ineens bij?"
"Er is een nieuw meisje in mijn klas," zei Steffie. "Ze heet Lisette en bij haar thuis zijn ze allemaal vegetarisch. Dat betekent dat ze geen dode dieren eten. En ik denk dat dat heel goed is en ik wil ook geen dode dieren eten, dat is veel beter."
Rosy zette de handen in de zij en snoof. "Nou, ik heb al een ovenschotel klaar voor straks en daar heb ik mijn best op gedaan. En alle vlees wat wij hier eten, komt van de biologische slager en dat is helemaal verantwoord."
"Ik wil geen vlees eten," hield Steffie koppig vol.
"Dan moet je het ditmaal er maar uit pulken," zei Rosy kortaf en keerde zich weer naar het aanrecht.
"Weet je wat?" mengde zich nu Andy in de discussie. "Vraag of tante Rosy gehaktbal maakt, dan kun je dat eten! Dat is hartstikke lekker!"
Steffie keek haar achtjarig broertje meewarig aan. "Gehaktbal is ook vlees," zei ze.
"Nietes!" riep Andy, "gehaktbal is gehakt, dat is geen vlees! En waarom wil jij geen dieren eten?"
"Omdat alles met alles samenhangt," zei Steffie. "Meester heeft verteld…"
"Oh ja!" riep Andy, "ik weet het! Als wij een aardbeving hebben dan klapt er in Amerika een vlinder met zijn vleugeltjes!"
"Wat ben je toch een kind," zei Steffie bits. "Het is precies andersom, als een vlinder in Zuid-Amerika…"
"Jij bent stom!" zei Andy kwaad.
"En jij bent nog een klein kind!" zei Steffie, en zo zaten ze elk met een boos gezicht aan tafel. Lidy voelde ineens hoe moe ze was. Het was al zo'n drukke dag geweest en nu hadden haar zoon en dochter ook nog ruzie. Ze wist dat Steffie en Andy dol op elkaar waren en niet zonder elkaar konden, maar zo ging het nu eenmaal tussen broer en zus.
De stilte werd verbroken doordat Basil, de teckel, ineens opgewonden naar de voordeur rende.
"Alex komt thuis," zei Lidy blij. "Basil hoort de auto altijd lang voordat wij hem horen."
Inderdaad klonk even later de sleutel in het slot en Alex kwam binnen, voorzichtig lopend omdat Basil luid blaffend in rondjes om hem heen en tegen hem opsprong.
"Kijk eens aan, ik ben de laatste vandaag," constateerde Alex opgewekt en boog zich over naar zijn vrouw. "Hallo, schoonheid!"
Ze beantwoordde zijn kus. "Dag tante, dag allemaal," ging Alex door. "Maar wat is dat nou, lange gezichten? Toch geen ruzie hoop ik?"
"Laten we het onenigheid noemen," zuchtte Lidy. "Steffie en Andy hebben verschil van mening over eh… over vlinders in Zuid-Amerika! En Steffie wil geen vlees meer eten, ze wordt vegetarisch!"
"Tjonge!" was Alex' reactie, terwijl hij ging zitten. "Dat moet ik allemaal even verwerken, hoor! En wat vindt tante Rosy daarvan?"
"Nou," begon Steffie, maar verder kwam ze niet.
"Ja, want heb je er wel bij nagedacht dat zij dat zal moeten koken?" vroeg Alex. "En het is niet gewoon een kwestie van het vlees weglaten, je moet toch alle voedingsstoffen krijgen die je nodig hebt. Dus tante Rosy moet helemaal anders gaan koken en een nieuw kookboek gaan aanschaffen. Dat is een heleboel extra werk voor haar en je mag haar wel eerst eens netjes gaan vragen of ze dat voor jou over heeft."
Steffie dacht een ogenblik na en toen liet ze zich van haar stoel afglijden en liep naar de keuken. Vanuit de kamer hoorden ze haar zachtjes praten met Rosy.
Lidy keek haar man aan.
"Wat ben ik toch blij met jou," zei ze liefkozend.
"Dat is wederzijds," zei hij glimlachend.
Steffie kwam terug met een schaal met salade die ze op tafel zette.
"En?" vroeg haar moeder.
"Tante gaat het vanaf morgen proberen," zei Steffie. "Dan maakt ze iets apart voor mij en… en ik heb haar gezegd dat het mij spijt."
"Je bent een grote meid," prees Lidy.
"En wat dachten jullie ervan, kinderen," zei Rosy, terwijl ze een dampende ovenschotel op tafel zette, "zal ik morgen eens heel speciale pannenkoekjes bakken? Maar ditmaal zonder stroop want dat was een vreselijk geklieder vanmorgen. Ik weet iets wat nog leuker is!" Ze trok een geheimzinnig gezicht.
"Wat ga je maken, tante?" vroeg Andy, "toe, vertel!"
"Ik ga letters bakken, pannenkoekjes in de vorm van jullie naam!" zei Rosy. "Voor Steffie bak ik een 'S' en voor Andy een?"
"Een 'A'!" juichte Andy. "Zo'n hele mooie, met allemaal krullen?"
"Dat zal ik proberen!" beloofde Rosy.
"Hoe was het vandaag in de praktijk?" vroeg Alex, toen hij en Lidy na het eten van een kopje espresso zaten te genieten.
"Druk," zei Lidy, "en er was een crisisgeval, een jongen van negen met hoge koorts. De zoon van meneer en mevrouw Zondervan, je weet wel, van die mooie zaak in woninginrichting. Ik vermoedde een hersenvliesontsteking en hij is met een ambulance weggebracht en opgenomen in het St. Joseph-kinderziekenhuis. Aan het eind van de middag heb ik nog even gebeld met Hans Bonnema. Hij vertelde mij dat mijn diagnose juist was en dat Niels op dit moment buiten levensgevaar is. Dat was een pak van mijn hart." Ze wilde nog iets zeggen, maar hield in.
"Er is nog iets, dat zie ik." Alex kende zijn vrouw zo goed. "Vertel het eens, nog een ziek kindje?"
"Dat is het merkwaardige juist, dat schijnt niet het geval te zijn." Lidy vertelde over de mysterieuze meneer Amerongen, of Van Amerongen, die al ontelbare malen had gebeld maar weigerde om de assistente te vertellen wat de bedoeling was. "Uiteindelijk heeft hij toch een afspraak gemaakt voor morgen," besloot ze. "Ik denk dat hij voelde aankomen dat Corine anders zo kwaad zou worden, dat ze hem helemaal niet meer te woord zou willen staan."
Alex lachte. Hij wist dat Corine zeer resoluut kon optreden als het moest en dat zij als een waakhond de privacy van haar werkgeefster beschermde.
"Morgen zal het raadsel dus worden opgelost," zei hij. "Maar wat zeg je van die dochter van ons… van jou?"
Lidy gaf hem een knuffel. "Ik vind het heerlijk als je haar 'onze' dochter noemt," zei ze teder. "Steffie en Andy kunnen zich geen betere tweede vader wensen! Tja, wat moet ik over onze Steffie zeggen? Ik begrijp dat een nieuw klasgenootje haar op dit idee heeft gebracht. Op die leeftijd is het ontzettend belangrijk om je aan te sluiten bij je vriendinnetjes. Maar hoe dan ook, ik vind dat we haar wens moeten respecteren, zolang ze het op een fatsoenlijke manier vraagt. Ze is bezig haar persoonlijkheid te ontwikkelen en dat gaat met vallen en opstaan."
"Ik denk ook dat dit een fase is," stemde Alex met haar in. "Waarschijnlijk is het over een paar maanden weer iets anders, zeehondjes redden, of protesteren tegen kinderarbeid in Azië!"
Lidy fronste de wenkbrauwen. "Ik denk wel eens dat de kinderen van nu veel te veel te verwerken krijgen," verzuchtte ze. "De wereld is zo groot en ingewikkeld! Als volwassene kun je al moedeloos worden als je erover nadenkt. Hoe moet dat zijn voor een meisje van tien of een jongen van acht?"
Haar man lachte, hij had inmiddels gehoord over de discussie tussen de kinderen. "Andy vindt overal een oplossing voor," zei hij vrolijk. "Als hij geen vlees wil hebben, eet hij gewoon een gehaktbal. Dat is sowieso zijn lievelingskostje!"
De volgende morgen bleef het geval 'Amerongen' Lidy bezighouden en op de achtergrond van haar gedachten probeerde ze nieuwe oplossingen te bedenken voor het raadsel. Na de lunch keek ze met meer dan normale belangstelling naar de mensen in de wachtkamer maar tot dusver waren het allemaal vertrouwde gezichten: ouders die kwamen voor een controle of met een ziek of gewond kind.
Toen ze echter rond vier uur nog even langs Corine ging voor een dossier, zat daar ineens een man in de wachtkamer die in elk gezelschap zou zijn opgevallen. Hij had iets meer dan normale lengte, was breedgeschouderd en had een zelfbewust gezicht met regelmatige trekken. Zijn kastanjebruine haar was dik en golvend en hij droeg het redelijk lang, als in de jaren zeventig, met krullende punten. Een springerige lok over zijn voorhoofd gaf hem een jongensachtig uiterlijk. Zijn kleding was informeel, gemakkelijk zittend doch van goede kwaliteit. Deze man was duidelijk iemand die het zich kon veroorloven om zich te kleden zoals hij dat wilde en die zich niet hoefde te houden aan de conventies die een baas of een maatschappij hem oplegde.
Ze controleerde haar agenda; het was nog een half uur voor de afgesproken tijd! Kennelijk was dit toch een erg belangrijke zaak voor hem, wat het doel van zijn komst dan ook mocht wezen.
Eindelijk was hij aan de beurt en de kinderarts reikte de man de hand.
"Lidy van de Poel," stelde ze zich voor en monsterde hem onderwijl met lichte nieuwsgierigheid.
Hij stelde zich voor als Christof van Amerongen en ineens begon het haar ergens te dagen. Christof van Amerongen… Had hij niet iets van doen met documentaires en televisie? Ze bood hem een stoel aan en nam zelf plaats achter haar bureau.
"Ik begrijp dat u mij ergens over spreken wilde?" zei ze nogal overbodig en keek hem onderzoekend aan.
De man tegenover haar scheen zich volkomen bewust van de imposante indruk die hij maakte. Hij wachtte een ogenblik met zijn antwoord en mat haar met zijn blik, zoals zij dat hem deed.
"Ja," zei hij toen droogjes, "ja, dat is een juiste conclusie." Vervolgens bleef hij weer zwijgen en ineens verloor Lidy haar geduld.
"Gaat u mij nog vertellen wat het doel van uw komst is, of maakt u daarvoor een vervolgafspraak?" vroeg zij, sarcastischer dan haar bedoeling was. Tot haar verrassing en ook wel opluchting schoot Christof van Amerongen ineens in de lach en op slag zag hij er veel aardiger en menselijker uit. Lidy lachte mee, gelukkig had hij dus wel gevoel voor humor!
"Neemt u mij niet kwalijk," zei hij nu openhartig en ging door: "Ik ben gewend om mensen bij de eerste kennismaking te taxeren op bepaalde eigenschappen en ik ben bang dat ik daardoor wel eens een arrogante indruk maak! Maar ik kan u verzekeren dat ik eigenlijk erg aardig ben. Ik wil u graag uitleggen wat de bedoeling is van dit onderhoud."
Lidy voelde hoe haar ergernis wegsmolt onder zijn blik.
"Ik weet niet of mijn naam u bekend is. Ik ben freelance producent en regisseur van televisiedocumentaires en ik heb intussen een redelijke staat van dienst. Dit jaar overweeg ik een serie van acht tot tien programma's waarin ik telkens een medische discipline belicht. Ik heb inmiddels afspraken met een huisartsenpraktijk, een internist en een oncoloog, een cardioloog en een chirurg. De laatste is dr. Dirk Broekens en toen hij hoorde dat ik graag ook de praktijk van een kinderarts in mijn serie wilde verwerken raadde hij mij aan met u contact op te nemen. Ik heb hem speciaal verzocht om u niet tevoren hierover in te lichten omdat het mij weleens overkomen is dat ik bij een eerste afspraak geconfronteerd werd met iemand die duidelijk de hele morgen bij de kapper en de schoonheidsspecialiste had doorgebracht. Het is mijn bedoeling om de mensen in hun dagelijkse doen te portretteren, zoals ze hun beroep uitoefenen. De glamour laat ik graag over aan Medisch Centrum-series."
Dokter Van de Poel knikte. "Daar kan ik mij wel bij aansluiten," zei zij. "Dat zou ook mijn visie zijn."
"Dat was ook de reden dat ik uw overigens bijzonder aardige en vriendelijke assistente heb moeten tergen door niet te willen zeggen waarvoor ik kwam. Ik hoop dat u mij dit zult vergeven!"
"Dat is al gebeurd," zei Lidy spontaan, "nu ik de reden ervoor begrijp. Maar hoe ziet u het maken van zo’n documentaire, wat zou dat inhouden voor mijn medewerkers in het bijzonder?"
Christof dacht even na voor hij antwoordde. "Ik wil u niet verhelen dat het een belasting zal zijn voor u en uw assistentes en dat ik beslag zal moeten leggen op uw tijd. Allereerst wil ik graag in een of twee interviews mij een beeld vormen van de dagelijkse gang van zaken in uw praktijk. Dan zullen wij graag enige tijd willen observeren. Wij zijn in dit geval mijn cameravrouw Renate, de geluidstechnicus Rob en ik. Uiteindelijk worden er dan opnamen gemaakt, altijd in samenwerking met en na toestemming van de betrokkenen. Hoelang dit alles zal duren, kan ik u niet van tevoren zeggen, dat is heel wisselend en afhankelijk van de onderwerpen die voorhanden zijn. Ik heb inmiddels een drie kwartier de gelegenheid gehad om vanuit de wachtkamer alles enigszins waar te nemen en ik kan in alle oprechtheid zeggen dat het mij bijzonder zou verheugen indien u uw medewerking zou willen geven."
"Ik moet zeggen dat dit verzoek mij een beetje overvalt," zei Lidy peinzend. "Toen u zo vasthoudend bleef aandringen op een gesprek, heb ik aan alle mogelijke dingen bedacht, maar dit had ik nooit kunnen raden. U begrijpt dat ik dit eerst zal moeten overleggen met mijn assistentes en andere betrokkenen." Allereerst met Alex, dacht ze, maar dat gaat hem niets aan.
Christof knikte. "Dat lijkt mij heel verstandig," zei hij instemmend. "Hoe zullen wij dit verder regelen, zal ik dan binnenkort nog weer contact opnemen met uw aardige secretaresse? Heet ze niet Corine?"
Dus dat had hij ook al onthouden! Lidy schonk hem een warme glimlach en zei: "Als u mij uw nummer, geeft beloof ik u dat ik uiterlijk morgenavond zal bellen en mijn besluit meedelen. En als wij gaan samenwerken in dit project, krijgt u uiteraard mijn persoonlijke telefoonnummer en mailadres."
Zij stond op, ten teken dat het onderhoud was beëindigd en reikte hem de hand. Hij beantwoordde haar handdruk en bedankte haar voor haar tijd. "Dan hoop ik op een positieve beslissing van uw kant," zei hij.
Toen hij weg was, bleef Lidy een ogenblik zitten om alles goed tot zich door te laten dringen. Een documentaire over haar praktijk! Dat was wel het laatste wat zij had verwacht. Ze schudde het hoofd in verwondering en liep naar Corines balie. De wachtkamer was inmiddels leeg en de twee assistentes waren bezig met opruimen en afsluiten.
"Meiden," zei Lidy, "als jullie straks nog eens even tijd hebben dan heb ik een nieuwtje te bespreken!"
Twee hoofden draaiden nieuwsgierig haar kant uit. "Heeft het te maken met die mysterieuze meneer Van Amerongen?" vroeg Petra. "Oh, vast! Weet je dat zijn gezicht mij heel bekend voorkomt? Ik kan hem nog niet goed plaatsen, maar… En vind je het ook niet een geweldig stuk?"
"Ik had een hekel aan hem gekregen door zijn gedram," bekende nu ook Corine, "maar toen hij eenmaal voor de balie stond, was hij eigenlijk heel aardig."
"Hij had goede redenen voor zijn geheimzinnigheid," vertelde Lidy, "maar daar hoor je straks alles van! Terwijl jullie afsluiten haal ik voor ons drieën nog even een kop thee."
Petra en Corine waren verrassend vlug klaar met hun werk en schaarden zich elk aan een kant van Lidy met onverholen nieuwsgierigheid in hun ogen.
"Wel," begon Lidy. "Die meneer Van Amerongen heet voluit Christof van Amerongen en hij is maker van televisiedocumentaires. Herinneren jullie je nog die prachtige uitzending over kinderen die herstellend waren van leukemie? Die was van hem!"
"Oooh!" riepen de beide assistentes als uit één mond.
"Ja, die was geweldig!" wist Petra en Corine voegde eraantoe: "Dat jongetje van vijf, zoals hij dat portretteerde – dat was zó ontroerend!"
“Diezelfde Christof van Amerongen is nu bezig met een serie over verschillende medische specialismen,” legde Lidy uit, “en raad eens welke praktijk hij ook wil portretteren?"
"Nee!" zei Petra en Corine vroeg voor alle zekerheid: "De onze?"
Lidy knikte. "Hij heeft kennelijk al overlegd met dokter Broekens van het St. Joseph-kinderziekenhuis. Die heeft hem onze praktijk aangeraden. Ik heb met hem besproken wat dat allemaal voor ons zou inhouden en ik heb gezegd dat ik het eerst wil overleggen met jullie. Trouwens ook met mijn Alex, maar dat gaat hem natuurlijk niet aan. Het is niet niks, verkijk je er niet op. Het gaat ons extra tijd kosten en we moeten uiteraard ook de medewerking van de patiënten hebben. We moeten er rekening mee houden dat hier een aantal weken vreemde mensen over de vloer komen, in ieder geval een cameravrouw en een geluidstechnicus. En natuurlijk Christof van Amerongen zelf."
Petra en Corine lieten dit even tot zich doordringen. "Het lijkt mij een geweldig avontuur!" zei Petra uiteindelijk als eerste en Corine knikte instemmend.
"We zullen zien," besloot Lidy. "Ik zou hem morgenavond hierover bellen, maar ik heb nog geen beslissing genomen. Het is best een grote verantwoordelijkheid. Wij zouden dan min of meer model staan voor een kinderartsenpraktijk in het algemeen. Christof heeft ook al afspraken met een huisarts, een cardioloog en een chirurg. Dat is overigens Dirk Broekens.
Ik ga het nu ook nog met Alex overleggen, maar jullie kunnen er dus wel achter staan?"
"Oh, absoluut!" verzekerde Petra haar en Corine zei nadenkend: "Het is ook wel belangrijk dat mensen zien hoe het nu in het echt toegaat. Er zijn tegenwoordig zoveel van die onrealistische medische series. Je weet wel, waarin alle verpleegsters en secretaresses beeldschoon zijn en alle doktoren jong en ongehuwd. En het lijkt wel of ze alle tijd van de wereld hebben en alle patiënten worden beter. Terwijl in werkelijkheid…" Ze maakte haar zin niet af.
"Ik weet het," glimlachte Lidy. "Terwijl jij in werkelijkheid getrouwd bent en voor je man en kleine meid de kost moet verdienen. Christof vertelde dat de reden dat hij jou niets wilde verklappen was, dat hij bang was dat wij hier met zijn drieën helemaal opgedirkt zouden verschijnen."
Nu schoten de beide vrouwen in de lach. "Met avondjurken aan zeker!" veronderstelde Corine, en Petra vulde aan: "Op van die ontiegelijk hoge hakken en met een decolleté!"
Nog nagrinnikend verlieten ze met zijn drieën de praktijk en wensten elkaar een fijne avond.
Voor de praktijk van dokter Van de Poel brak een bijzondere tijd aan. Toen Alex van het verzoek van de documentairemaker hoorde, was hij onmiddellijk enthousiast geweest en had zijn vrouw aangemoedigd om het avontuur aan te gaan. Hij kwam met hetzelfde argument als Corine: het was een unieke kans om het publiek een juist beeld te geven van het beroep en de praktijk van een kinderarts.
Lidy had diezelfde avond nog Christof gebeld en verteld dat zij graag met hem zou samenwerken. De regisseur had verheugd onmiddellijk zijn agenda gepakt en met de dokter afspraken gemaakt om op niet al te lange termijn met het eigenlijke werk te beginnen en een paar weken later was het al zo ver.
Lidy's dagindeling zag er nu anders uit dan voorheen.
Allereerst waren daar de dagelijkse besprekingen met Christof van Amerongen en zijn team. Behalve de geluidstechnicus en cameravrouw die hij al noemde was er een jong meisje dat aantekeningen maakte en alles vastlegde en af en toe kwamen er nog anderen assisteren.
Rob, de geluidstechnicus, bleek een vrij jonge man te zijn met een onverwoestbaar goed humeur. Zijn accent verraadde onmiddellijk dat hij uit de Achterhoek afkomstig was en hij was gezegend met een soort droge humor, waarvan je op de meest onverwachte momenten in de lach schoot. Bij de eerste kennismaking kwamen onmiddellijk de foto's van zijn gezin en het bedrijf van zijn vrouw op tafel. Drie jonge kinderen en zijn vrouw keken stralend in de camera, in een zonnige tuin die hun vlammend rode haar in een warme gloed zette. Zijn vrouw was hondenfokker en had een bedrijf in het oosten van het land, in een heerlijk landelijke omgeving. "Voor iemand met gevoelige oortjes zoals ik, een heerlijke plek om je terug te trekken," vertelde Rob opgewekt. "In de vroege ochtend als ik op stap moet om de files voor te zijn kun je daar nachtegalen horen. Het kan daar zo stil zijn, zo heerlijk… Ik zou het nooit uithouden in de grote stad. Trouwens dit hoort weliswaar officieel tot de grote stad, maar het is hier ook een rustige wijk. Dat maakt het voor mij wel gemakkelijker, ik heb wel eens mijn werk moeten doen in een kindertehuis dat naast een dierentuin was gelegen. Nou, als het voedertijd voor de zeerobben was, kon je rustig de opnamen een half uurtje stilleggen!" Hij gaf een treffende imitatie van een hongerig zeeleeuwenmannetje. Corine en Petra lagen dubbel van de lach.
Met de cameravrouw Renate hadden de assistentes wat meer moeite.
Zij was een van de weinige vrouwen in een beroep dat van oudsher overwegend door mannen werd uitgeoefend en daar was ze zich volkomen van bewust. Renate was een kleine maar stevig gebouwde vrouw die de indruk maakte dat ze voortdurend haar plaats aan het bevechten was. Met een indrukwekkende camera op haar schouder liep ze haar assistent, een sloom uitziende jongeman, bedrijvig aanwijzingen te geven en ze scheen zich niet af te vragen of ze daarbij het werk van een ander stoorde of niet.
Corine en Petra vonden beide het hele gebeuren bijzonder interessant en Lidy had al eens opgemerkt dat Petra met meer dan gewone belangstelling naar Christof keek.
Zelf kwam Lidy meer en meer onder de indruk van de gedegen wijze waarop hij te werk ging. Uit zijn vragen bleek dat hij zich grondig had voorbereid en ingewerkt in de dagelijkse bezigheden van een kinderarts. Ook zijn medewerkers spraken vol respect over hem.
De opnamen voor de huisartsenpraktijk waren kennelijk afgerond en als tweede zou nu het werk van de kinderarts belicht worden. De andere specialismen waren alle gesitueerd binnen een ziekenhuis.
Het bleek dat van iedereen wat aanpassing nodig was, niet alleen van de assistentes en Lidy. Op een morgen kwam de kinderarts haar spreekkamer binnen en vond daar cameravrouw Renate met haar hulpje in drukke bespreking terwijl ze de maat namen van het bureau van de dokter.
Lidy bleef als aan de grond genageld staan. "Wat is hiervan de bedoeling?" vroeg ze op scherpe toon.
Renate keerde zich terloops om.
"Wij gaan het bureau verplaatsen, als je er geen bezwaar tegen hebt," verklaarde ze achteloos, alsof het een bijkomstigheid betrof. "De lichtval zou vanuit deze hoek veel interessanter zijn. Als je het goed vindt, kunnen wij dat nu meteen even uitproberen."
Lidy kookte van woede en had moeite om haar stem te beheersen. "Mijn bureau blijft staan waar het staat," zei ze kortaf. "Jullie zullen het moeten doen met de lichtval die er is."
Renate nam hiermee geen genoegen. "Als we dan in ieder geval de computer naar de andere kant mogen schuiven," stelde ze voor, op nog altijd even nonchalante toon.
"Ik heb jou twee dingen te zeggen," zei dokter Van de Poel, nu werkelijk trillend van kwaadheid. "Er wordt op geen enkele manier met de inrichting van deze kamer of elders gerommeld, je blijft er vanaf. Dat is punt één. En punt twee is dat niemand mijn spreekkamer binnengaat voordat ik daar zelf toestemming voor heb gegeven. Als ik in de toekomst merk dat jij je niet aan deze simpele regels houdt kun je dezelfde dag nog vertrekken."
Renate had nog willen protesteren, maar bedacht zich toen ze Lidy's blik zag. Zonder verder een woord te zeggen liep ze naar de deur, gevolgd door het hulpje.
"En zeg Christof zodra hij komt dat ik hem onmiddellijk wil spreken!" riep Lidy haar nog achterna.
"Wat heb jij nou?" vroeg Corine verbaasd, die haar werkgeefster met strakke mond en samengeknepen wenkbrauwen achter het bureau zag zitten.
"Ik heb me even heel erg kwaad gemaakt op die Renate," bekende Lidy, en ze vertelde wat er gebeurd was.
"Och meid toch," zei Corine meelevend. De verhouding met de kinderarts was in de loop der jaren haast die van vriendinnen geworden.
"Ik weet wel dat ik er boven moet staan," bekende Lidy, "maar weet je, mijn spreekkamer is mij heilig. Het is voor mij zó belangrijk dat alles op zijn vaste plaats blijft en dat ik de ouders en de patiëntjes onmiddellijk zie als ze binnenkomen. Ik had ook helemaal geen zin om dat allemaal uit te leggen aan die Renate. Die houding van haar stond me zo enorm tegen!"
"Natuurlijk hoef jij dat niet te verdedigen, dat zou toch te gek voor woorden zijn!" Corine was oprecht verontwaardigd. "Die vrouw gedroeg zich ronduit onbeschoft en het is heel begrijpelijk dat je even kwaad werd! Weet je, ik breng je eerst een kop koffie. Neem nu maar een ogenblikje de tijd om tot rust te komen; het ochtendspreekuur kan wel heel even wachten."
"Dank je, je bent een lieverd," zei Lidy met een zucht en vroeg nog: "Is Christof er al?"
"Nog niet," en Corine verdween naar het keukentje.
Nog voor ze de eerste patiënt ontving, meldde Christof zich gelukkig. Uit de uitdrukking op zijn gezicht begreep ze dat Renate hem al had ingelicht over het incident. "Ik begrijp dat mijn cameravrouw zich heeft misdragen," zei hij, terwijl hij met een zucht ging zitten. "Zo bracht ze het wel niet, maar ik kan langzamerhand tussen de regels door lezen. Het is niet de eerste keer dat ik klachten over haar krijg."
"Ik heb haar inderdaad moeten terechtwijzen," zei Lidy en ze gaf nog even in het kort haar lezing van het voorval.
Christof bleef een ogenblik zwijgen en zei toen: "Ik kan alleen maar mijn verontschuldigingen aanbieden voor het gedrag van Renate. Dit was absoluut misplaatst. Zoals ik al zei, het is niet de eerste keer dat zij problemen geeft. Het is een moeilijk iemand om mee samen te werken en je vraagt je misschien af waarom ik dit slik. Het antwoord is dat ze zo'n verdomd goede cameravrouw is, eerlijk gezegd zou ik geen betere weten. Als ze dit zelf nu ook maar eens in wilde zien en niet aldoor denkt zo duidelijk op haar strepen te moeten gaan staan!"
Lidy's boosheid was inmiddels al gezakt. "Nou ja, ik hoop dat we hier geen herhaling van zullen krijgen, maar ik verwacht het niet. Ik heb haar dat wel duidelijk gemaakt. Dan begin ik nu maar mijn spreekuur. Wou je vanmorgen observeren?"
"Graag." En de regisseur zette zijn stoel bescheiden opzij tegen de wand.
Als eerste kwam Janneke binnen, met Sterre in het roze, satijnen babystoeltje. Lidy reikte haar de hand en zei: "Je hebt misschien al in de wachtkamer de aankondiging gelezen over de komende opnamen. Vandaag wil regisseur Christof van Amerongen graag de gesprekken bijwonen om een idee te krijgen van de gang van zaken. Als je dat liever niet wilt, gaat hij zolang even de kamer uit. Zeg het in dat geval gerust als je het niet wilt, niemand zal het je kwalijk nemen."
Jannekes blik bleef een ogenblik rusten op de markante man die nu zijn hand uitstak. "Christof van Amerongen," stelde hij zich voor, met zijn warme klankvolle stem. "Heb je bezwaar tegen mijn aanwezigheid?"
"Nee hoor," zei Janneke spontaan en ging voor het bureau zitten.
"En hoe is het gegaan met Sterre?" informeerde de dokter.
"Een stuk beter," vertelde Janneke. "Sinds ik ben overgegaan op de dieetvoeding, huilt ze niet meer en de diarree is een stuk minder. Eigenlijk was het vorige week helemaal goed, maar toen…"
"Wat gebeurde er?" vroeg Lidy vriendelijk.
"Ik zal het maar eerlijk zeggen," zuchtte Janneke. "Onze dierenartspraktijk had weekenddienst dus ik moest werken en mijn moeder heeft afgelopen zondag Sterre meegenomen naar een kinderboerderij samen met Joost, mijn neefje van vijf. Joost is werkelijk heel lief voor Sterre en mijn moeder denkt dat hij haar heeft laten mee snoepen van zijn ijsje. En toen was het natuurlijk prompt weer mis."
"Laat me ons meisje eens even bekijken." De kleine Sterre werd uit haar diverse dekentjes gepeld en Lidy onderzocht de baby snel en liefdevol.
"Ik denk dat we de oorzaak op het spoor zijn," concludeerde ze. "Sterre heeft een koemelkallergie. Het komt bij meer kleine kinderen voor en meestal groeien ze er wel overheen, maar dat kan wel een jaar of vijf duren. Oppassen is de boodschap, ze mag dus geen melk of melkproducten hebben. Ook geen lekkere ijsjes, zul je dat nog eens benadrukken tegenover je moeder?"
"Zeker weten!" Janneke wikkelde haar kindje weer in het zachte dekentje. Onwillekeurig keek Lidy naar haar met andere blik en ze zag hoe het binnenstromende licht Jannekes haar in een gouden gloed zette. Eigenlijk was het een erg mooie vrouw, bedacht ze, en dapper ook! Zo jong al weduwe en alleenstaande moeder, en ondanks alles had ze toch weer haar beroep opgepakt.
Ze zag hoe ook Christof Jannekes bewegingen vol aandacht volgde en meende in de uitdrukking op zijn gezicht een echo van haar eigen overpeinzingen te bespeuren.
De regisseur trof het die morgen; er vielen verschillende interessante gevallen te observeren. Halverwege de ochtend vroeg hij al toestemming om wat gesprekken te mogen opnemen. Cameravrouw Renate kwam bescheidener binnen dan haar gewoonte was en bood zelfs eerst haar excuses aan dokter Van de Poel aan, voor het voorval eerder die dag.
Een van de patiënten was een jongen van vijftien, die al jaren onder de hoede van dokter Van de Poel stond. Eigenlijk was Sjoerd te oud voor Lidy’s praktijk, maar de jongen had duidelijk zijn vertrouwen in de kinderarts uitgesproken en daarom was besloten alles voorlopig nog bij het oude te laten. Na een stormachtige periode waarin zijn ouders hem slechts met de grootste moeite thuis hadden kunnen handhaven, leek zijn jonge leven nu in rustiger vaarwater te zijn gekomen.
Lidy was hier blij om, want ze kende het nog jonge echtpaar Haarsma als prima ouders. Behalve Sjoerd hadden ze na enkele miskramen nog een dochtertje Noortje gekregen, dat nu acht jaar was en bij Andy in de groep zat.
Sjoerd kwam wat onwillig binnen. Hij had zijn moeder in de wachtkamer achtergelaten. Lidy nam hem lichtelijk verbaasd op. Sinds ze hem de vorige keer had gezien was zijn uiterlijk weer eens totaal veranderd. Zijn haar was zo kort, dat het waarschijnlijk niet lang geleden kaal geschoren was. Zijn kleren hingen los en wijd om zijn lijf en vertelden de buitenwereld dat hij geen snars om hun oordeel gaf. Lidy besefte hoe tegenstrijdig die houding was, want blijkbaar was het oordeel van zijn kornuiten juist allesbepalend voor deze jongen. Was dit nu de gabberstijl? Ze wist het niet. Haar eigen kinderen waren hier nog niet aan toe, hun voorkeur bleef voorlopig nog beperkt tot vegetarisch eten.
"Dag Sjoerd," zei ze vriendelijk. "we hebben hier vandaag een hele ploeg mensen zoals je ziet. Ze maken opnamen voor een televisiedocumentaire. Vind je het goed dat Renate hier ons gesprek filmt?"
De puber kreeg een kleur van opwinding en moest zijn uiterste best doen om zijn quasi onverschillige houding vol te houden. Hij nam Renate en Christof met een vluchtige blik op en mompelde: "Mij best…"
"Dank je wel. Vertel me dan maar wat de reden is voor je bezoek en probeer gewoon net te doen of die andere mensen er niet bij zijn."
"Nou, dokter, ik heb zo'n last van mijn oren. Ik hoor vaak zo'n irritant gepiep en gesuis, soms wel een uur achter elkaar. Dan ga ik er met een wattenstaafje in en probeer ze schoon te maken, maar dat helpt niks. Mama denkt dat ze misschien uitgespoten moeten worden."
Lidy's gezicht stond ernstig. "Dat heeft met schoonmaken of uitspuiten niets te maken, vrees ik. Laat mij eens even in je oren kijken."
Ze onderzocht Sjoerd zorgvuldig. "Je oren zien er prima uit maar dat is juist het verontrustende. Vertel eens, kerel, heb je een mp3 speler of een iPod?"
De jongen knikte en trok een paar snoertjes halverwege uit zijn borstzak. "Zelf verdiend," zei hij trots.
"En hoe vaak luister je daarnaar? Kun je een schatting maken van hoeveel uur per dag?"
"Altijd," was het onbekommerde antwoord. "Behalve op school in de klas. Bij de praktijklessen mag het wel."
"En ga je ook naar rockconcerten?"
"Echt niet! Dat is voor nerds! Ik ga naar vet gave concerten. Ken je…"
"Ja, ja," zei de kinderarts haastig, voordat ze een uiteenzetting kreeg over de nieuwste stromingen in de popcultuur. "Waar het mij om gaat, Sjoerd, is dat je wel eens last zou kunnen hebben van tinnitus. Dat is een aandoening van je oren die je kunt krijgen als je langdurig aan harde geluiden blootgesteld bent. Dat gesuis en gepiep zit in jouw oren zelf. Dat kan heel ernstig zijn, maar dat moet onderzocht worden. Ik geef je een verwijsbrief mee voor het St. Joseph-kinderziekenhuis. Daar zijn specialisten die kunnen vaststellen hoe erg het al bij jou is. En voor nu heb ik een heel duidelijk advies: leg die oordopjes voorlopig in de kast."
Het gezicht van de jongen betrok en Lidy besefte dat hij dit waarschijnlijk nauwelijks kon verkopen tegenover zijn maten.
Ze pakte de telefoon en nam contact op met haar assistente.
"Corine, er komt straks een jongeman, Sjoerd Haarsma. Wil je voor hem een afspraak maken met de KNO-specialist? Het moet met voorrang gebeuren en hij mag er eventueel school voor verzuimen."
Ze schreef de verwijsbrief uit en vouwde hem in een envelop.
"Alsjeblieft, Sjoerd, en ga nu even bij mijn assistente langs. Agenda meenemen."
Ze keek hem na: bij het idee dat hij een paar uren school zou kunnen verzuimen, zag Sjoerd er zelfs vrolijk uit.
"Als hij werkelijk tinnitus heeft is dat vreselijk voor die jongen," merkte ze op tegen Christof. "Maar voor hem zijn op dit moment heel andere dingen belangrijk."
Het nieuws, dat een bekend televisieploeg opnames maakte bij dokter Lidy van de Poel verspreidde zich verwonderlijk snel. Binnen een week werd er een meer dan normale belangstelling voor het spreekuur merkbaar. Ook verscheen er een enkele keer een moeder die zich gedroeg alsof ze auditie moest doen voor een hoofdrol in een Hollywoodfilm. Lidy begreep steeds beter waarom Christof het doel van zijn bezoek aanvankelijk niet had willen verklappen. Gelukkig ging het merendeel van de consulten door zoals gewoonlijk en ook haar beide assistentes vertoonden geen spoor van sterallures. Alleen tijdens het traditionele kopje thee als afsluiting van de werkdag, merkte ze dat het hele gebeuren ook Corine en vooral Petra wel degelijk bezighield.
"Er stond in Media World een groot artikel over Christof," vertelde Petra. "Wist je dat hij een jaar of zes een relatie heeft gehad met Solange Russo, die beeldschone actrice? Sinds vorig jaar leven ze weer gescheiden en zelfs de journalisten van Media World konden er niet achter komen waarom het stel uit elkaar is gegaan. Zo te zien waren ze dol op elkaar. Het enige wat Solange losliet, was dat ze absoluut geen ruzie hadden gehad en Christof weigerde elk commentaar."
Lidy moest onwillekeurig glimlachen. In gedachten zag ze het nu welbekende gezicht, de lippen stijf op elkaar geklemd en een onverzettelijke blik in de ogen. Nee, als Christof niet praten wilde, kon elke journalist het wel vergeten.
"Kom meiden," zei ze, "het is mooi geweest voor vandaag. Morgen is het alweer vrijdag en voor het weekend is prachtig weer voorspeld. Dat hebben we langzamerhand wel een keer verdiend. Wij gaan met de kinderen heerlijk naar het Naardermeer." Dat was een voorbarige opmerking, want het weekend zou heel anders verlopen dan Lidy zich had voorgesteld.
Voor een vrijdag was het die dag matig druk. Waarschijnlijk waren veel mensen al weg, met het oog op de naderende schoolvakantie. Om vier uur besloot Lidy nog even langs Huize Zonzicht te gaan om een paar kinderen met griepverschijnselen nog te controleren voor het weekend.
"Ik ben met een half uurtje weer terug," vertelde ze Corine achter de balie. "Petra, jij kunt al wel naar huis gaan, jij wilde graag op tijd weg. Ik ga naar Zonzicht en kom dan nog even hier terug."
Haar taak als huisarts van Huize Zonzicht viel strikt genomen buiten de praktijk van kinderarts en het zou ook niet meegenomen worden in Christofs documentaire. Lidy reikte de regisseur de hand en wenste hem en de crew alvast een fijn weekend toe.
Wat er het volgende half uur gebeurde, zou Corine haar leven lang niet meer vergeten. Als ze later de gebeurtenissen in de juiste volgorde probeerde te reconstrueren, lukte haar dat slechts met de grootste moeite, zo verbijsterend was de schrik die erop volgde.
Lidy van de Poel was nog maar nauwelijks vertrokken of de telefoon ging. Het was Janneke van Zanten. Corine, die juist het antwoordapparaat voor het weekend had willen inschakelen, luisterde aandachtig naar haar verhaal.
"Het spijt me dat ik zo laat nog bel," kwam Janneke, bescheiden als altijd. "Met Sterres allergie gaat het nu wel goed, maar ze heeft wat rode uitslag op haar wangetjes en in haar nekje, en ik wilde toch graag, met het weekend voor de deur, dat de dokter nog even naar haar keek. Misschien ben ik wel een overbezorgde moeder, maar…"
"Het is prima, het kan nog net," verzekerde Corine haar. Zelf had ze tenslotte ook een baby en ze kon zich de bezorgdheid van Janneke goed indenken. "De dokter is even weg, maar als je nu komt, kun je op haar wachten. We hebben voor vandaag geen andere afspraken meer staan." Ze wierp nog een vluchtige blik op de agenda van die middag. Er stond nog één afspraak open, van een mevrouw De Wit die niet was komen opdagen, maar dat was al meer dan een uur geleden. "Dokter Van de Poel is even naar Huize Zonzicht, dus je moet dan misschien een half uurtje wachten."
"O geweldig, dank u wel!" Jannekes stem klonk zo opgelucht alsof de pukkeltjes op slag van Sterres babyhuidje verdwenen waren.
Om Corine heen begonnen de medewerkers van Christof van Amerongen met het opruimen van de apparatuur. Het slungelachtige hulpje van Renate, ze wist nog steeds zijn naam niet, was even naar buiten geglipt en stond nu aan de andere kant van het parkeerterrein een sigaret te roken.
Even later kwam Janneke van Zanten al binnen, met de kleine meid in een zacht dekentje gewikkeld in het bekende, roze draagmandje. Ze zette haar in de wachtkamer op een stoel. "Ik heb in de haast mijn tas vergeten," zei ze tegen de assistente. "De dokter komt om half vijf ongeveer, zei je? Dan rijd ik vlug even heen en weer, ik woon immers vlakbij."
Op dat moment kwam Christof de wachtkamer in en bleef verrast staan bij het zien van de jonge moeder. Verbeeld ik het me nu, dacht Corine, of heeft hij voor haar een bijzondere belangstelling?
"Dag mevrouw Van Zanten," zei hij en zijn stem had een warme klank. "Janneke, bedoel ik. Ik wist niet dat je nog zou komen!"
"Dag Christof," zei Janneke, die eveneens met haar houding een beetje verlegen scheen. "Ja, de dokter gaat straks nog even naar Sterre kijken. Ik zie dat jullie al opbreken?"
"Oh nee!" verzekerde de regisseur haar beslist. "Renate, kom maar terug. We gaan nog even een uurtje door. Zeg het ook even tegen Rob, wil je, die zou de auto al voorrijden."
Hij draaide zich om en verdween weer naar de spreekkamer. Janneke repte zich naar buiten met de woorden: "Ik ben met tien minuten terug!"
Renate bracht haar camera weer terug. Kort daarop kwam Rob binnen, met een wat onverzorgd uitziende vrouw van wie Corine aannam dat ze ook tot de crew behoorde.
Die Christof mag zijn medewerkers wel eens bijbrengen dat ze zich wat meer representatief kleden, vond ze. Een spijkerbroek was tot daaraan toe, maar die vettige onverzorgde haarslierten! Vluchtig zag ze het witte gezicht van de vrouw en een paar donker brandende ogen vielen haar op. Corine stond op en liep naar het kleine keukentje. Een heet kop thee, daar was ze wel aan toe.
Toen ze even later terugkwam met de dampende thee vond ze de wachtkamer verlaten.
Verbaasd keek de assistente rond en het drong nog niet echt tot haar door.
Waren zowel dokter Van de Poel als Janneke van Zanten in dat korte ogenblik al teruggekomen? Nee, dat kon gewoonweg niet.
Had Christof of Renate de baby meegenomen naar de spreekkamer? Ze kon geen zinnig argument hiervoor bedenken, maar het leek de enige mogelijkheid. Ze zette de thee neer en liep de gang in. Door de open deur zag ze Christof en Renate staan, in gesprek gewikkeld.
"Waar is Sterre?" vroeg Corine en keek rond in de praktijkruimte, alsof de baby zichzelf kon hebben verstopt.
Twee hoofden keerden zich verbaasd naar haar toe.
"Bij jou toch?" stelde Christof een tegenvraag.
Het was alsof de grond onder Corines voeten werd weggeslagen. Ze wankelde.
"Oh God!" hijgde ze.
Op dat moment kwam Janneke aangerend die vanuit de lege wachtkamer was doorgelopen.
"Waar is Sterre?" vroeg ook zij.
Corine draaide zich naar haar toe.
"Oh God!" herhaalde ze, "die vrouw!"
Jannekes gezicht werd lijkbleek. Christof die het zag aankomen snelde toe en was juist op tijd om haar op te vangen toen ze flauwviel.
Toen Lidy niet veel later haar vertrouwde praktijkruimte betrad trof ze daar een onbeschrijfelijke chaos aan. Haar assistente Corine stond een uitleg te stamelen, beurtelings rood en wit wordend, terwijl Janneke die juist was bijgekomen hysterisch huilend in een stoel zat, met de regisseur naast haar. Hij had een arm om haar heengeslagen en sprak sussende woordjes. De rest van zijn crew, inclusief het slome hulpje, stond er verwezen omheen en trachtte te begrijpen wat er nu eigenlijk gebeurd was.
"Die vrouw…" zei Corine voor de zoveelste keer, "die vrouw in spijkerbroek. Ik dacht dat ze bij de cameraploeg hoorde, want ze kwam tegelijk met Rob binnen."
Rob, die dit verhaal voor de derde keer hoorde, schudde heftig het hoofd. "Ik heb dat mens nog nooit eerder gezien en ik heb haar nu ook nauwelijks gezien, eerlijk gezegd. Een beetje een haveloos type, mager geloof ik."
"Ik dacht…" begon Corine weer, maar Lidy onderbrak haar.
"Er is een baby weg," constateerde ze. "Gestolen, vrees ik, want daar lijkt het wel op. Corine, verman jezelf en bel de politie. Ze moeten met de grootste spoed hierheen komen. Heeft iemand van jullie die vrouw eigenlijk goed gezien? De politie zal een signalement willen hebben."
Doodse stilte; niemand had echt op de vrouw gelet.
"Het was zo'n type dat nergens opvalt, behalve dat ze er wat sjofeltjes uitzag," kwam Rob aarzelend. "Het was ook niet een vrouw waar je voor je plezier een tweede keer naar zou kijken." Hij besefte zelf hoe onnozel dit klonk en lachte wat schaapachtig.
"Ik zag haar uit een auto stappen," zei Renates hulpje, "die auto stond er al een tijdje, daarom viel het me op. Ze droeg een spijkerbroek en had lang los haar, verder weet ik het niet."
"Haarkleur?" informeerde Lidy hoopvol.
"Gewoontjes, peper en zout. Donkerblond zullen ze dat wel noemen.
Het mocht nodig wel eens gewassen worden, dat weet ik nog wel."
"Ze had donkere ogen, dat herinner ik me," kwam nu Corine die inmiddels de politie had gebeld en een korte uitleg van het gebeurde had gegeven. "Waarschijnlijk bruin. Hele felle ogen, dat viel me nog op."
Lidy zuchtte. Een magere vrouw in spijkerbroek met donkerblond haar en bruine ogen, daar had de politie straks niet veel aan.
"Heeft niemand anders haar gezien? Jij misschien, Janneke?"
Janneke schudde haar hoofd, niet bij machte om te praten.
"Ze stapte uit de auto toen mevrouw hier wegreed," zei het hulpje, dat Onno bleek te heten. "Het viel mij op vanwege de auto."
In zes paar ogen laaide nu hoop op.
"Auto?" vroeg Lidy, "bedoel je dat je de auto wel goed hebt bekeken?"
"Oh ja!" kwam Onno nu met ongepast enthousiasme, "dat was een vet gave auto joh! Een hele oude, ik zou zeggen een old-timer. Een donkergroene Vauxhall met verchroomde sierstrips. Zo eentje zou ik best willen hebben. En dan een toer door Frankrijk maken, met een tentje achterin. Die karren hebben gigantisch veel bagageruimte, weet je dat wel? Een oom van mij verzamelt old-timers, en hij…"
"Ja, ja," kwam nu Christof scherp. "Sukkel, snap je niet dat dit belangrijk kan zijn? Mevrouw Van Zanten is haar kind kwijt! Heb je toevallig ook het nummerbord gezien?"
"Het nummerbord zelf niet," antwoordde het jongmens onbevangen, totaal niet onder de indruk van de uitval van zijn werkgever, "maar het was zo'n oud blauw nummerbord. Logisch, want die Vauxhalls zijn van vóór…"
"Ja, ja," zei regisseur Van Amerongen weer, en hij streelde afwezig het haar van Janneke, die juist in een nieuwe huilbui was uitgebarsten. "Bewaar die uitleg maar voor de politie."
En op dat moment kwam inderdaad de politie zelf binnen.
Al met al was Lidy bijna een uur later dan gewoonlijk thuis.
Alex en de kinderen zaten inmiddels al aan tafel en Alex en Andy waren aan Rosy's overheerlijke ovenschotel begonnen. Steffie zat wat lusteloos om te prikken in een eier- en kaasgerecht, speciaal voor haar bereid.
"Wat was er aan de hand?" vroeg Alex. "Ik zag een politieauto op de parkeerplaats staan. Toch geen problemen in de praktijk?"
"Jawel, er is iets heel ergs gebeurd," en Lidy gaf een zo goed mogelijk verslag van die middag. Zelfs de kinderen waren ontsteld toen ze het hoorden.
"Een baby meenemen, wie doet dat nou?" riep Steffie verontwaardigd uit. "Dat is toch hartstikke aso? Wat moet dat mens daarmee?"
"Heel wat vrouwen willen graag een baby, maar kunnen er zelf geen krijgen. Maar ik vind de uitdrukking 'dat mens' niet leuk, Steffie. Wie weet wat die vrouw heeft doorgemaakt? Dit klinkt als een wanhoopsdaad," wees Alex het meisje terecht.
"Nou," mokte Steffie, "ik vind het toch aso."
Lidy ging zitten en schepte wat eten op. Het rook heerlijk zoals altijd. Ze keek de tafel rond en zag het gezicht van haar dochter.
"Wat is er, Steffie? Je kijkt niet echt vrolijk, is er iets gebeurd vandaag? Jouw eten ziet er ook lekker uit, hoe smaakt het?"
"Och ja," zei het meisje lusteloos, "ja lekker, maar aldoor die kaas… Ik denk, zou vis eten wel kunnen als je vegetarisch bent?
Bij Lisette eten ze geen vis, maar sommige andere vegetarische mensen wel. En vissen hebben toch een mooi leven gehad, altijd lekker zwemmen in de zee!"
"En wat is dan het verschil met vlees?" vroeg Alex, die wel graag discussies met de balsturige tiener aanging.
"Dat is nogal wiedes!" zei Steffie wat boos. "Koeien en varkens worden gehouden, die worden gebruikt als voedsel voor de mens."
"Een heleboel vis wordt ook gekweekt, dat is hetzelfde. En vis uit zee vangen heeft ook nadelen."
"Nou!" riep het meisje uit, "ik probeer het gewoon goed te doen maar dat is zo moeilijk! En wat jullie vandaag hebben, ruikt zo lekker!"
"Kom, kom lieverd," zei Lidy sussend. Ze zag dat het meisje de tranen in de ogen stonden.
"En volgende week is er een barbecue van school en dan zit ik weer met alleen stukjes komkommer en radijsjes!"
"Kinderen!" riep Rosy vanuit de keuken, die net deed of ze de hele discussie niet gehoord had, "zijn er nog liefhebbers voor chocolade ijs met slagroom?"
In het gehuil van vreugde dat als antwoord uit de kelen van Steffie en Andy kwam, keken Lidy en Alex elkaar aan en glimlachten. Voor het moment waren alle wereldproblemen vergeten.
De huiselijke beslommeringen leidden Lidy's aandacht even af van het verschrikkelijke voorval op de praktijk.
Diezelfde avond, toen ze nog even rond bedtijd bij de kinderen langs ging, vond ze haar dochter huilend in bed. In stilte wenste Lidy dat de moderne maatschappij jonge kinderen niet voortdurend met zulke zware vraagstukken zou opzadelen. Ze ging op de rand van het bed zitten en trok het meisje naar zich toe.
"Wat is er nou toch, lieverd?" vroeg ze troostend. "Is het nog steeds vanwege dat eten?"
"Ja," snikte Steffie, "Mam, het is allemaal zo ingewikkeld! Voor Lisette is het helemaal niet moeilijk, want bij haar thuis eten ze altijd zo en zij weet helemaal niet hoe lekker vlees is!"
"Het is ook ingewikkeld, de hele wereld zit ingewikkeld in elkaar," gaf Lidy toe. "En een klein meisje kan dat zomaar niet in haar eentje veranderen."
"Nee, maar als niemand iets doet, gebeurt er nooit wat!"
"Dat is zo, maar het kan niet allemaal tegelijk in één keer. Als veel mensen biologisch vlees zouden eten en dan ook nog een beetje minder, dat zou al heel wat zijn, want die dieren zitten niet zo opgepropt in kleine hokken. Die hebben een goed leven gehad, net als die vissen van jou."
Het snikken bedaarde wat. Lidy maakte een washandje nat en veegde het gezicht van haar dochter af. De onwillige puber liet dat zowaar toe.
"Rosy koopt altijd biologisch vlees, toch?" vroeg Steffie nog voor de zekerheid.
"Jazeker," bevestigde Lidy. "Altijd van de Groene Slager."
Steffie knikte tevreden en zuchtte diep. "Dan ga ik nu maar slapen," zei ze, rolde zich op haar zij en was vertrokken naar dromenland.
Lidy sloot zachtjes de deur en liep op haar tenen de trap af, waar Alex met de krant zat.
"Ik weet eerlijk gezegd niet of ons geplande weekend naar ons zomerhuisje wel kan doorgaan," zei ze bezorgd tegen haar man. "Ik heb geen idee hoe die nare geschiedenis zich zal ontwikkelen. Janneke van Zanten is natuurlijk ten einde raad. Sinds de dood van haar man is haar dochtertje alles wat ze heeft. De politie heeft ons allemaal uitgebreid verhoord en daardoor was ik ook zo laat. Ze zeiden dat volgens de statistieken een vermiste minderjarige meestal binnen 48 uur wel weer terecht is. Toen reageerde Christof nogal pinnig en zei dat de statistieken waarschijnlijk gebaseerd waren op weggelopen tieners, maar dat men niet kon verwachten dat een meegenomen baby van minder dan een jaar uit zichzelf wel weer zou terugkomen!"
"Ja dat was niet zo’n handige opmerking van die agent," moest Alex toegeven.
"Janneke is er totaal kapot van. Ik heb haar ter plekke een kalmerend middel gegeven; je weet dat ik dat niet lichtvaardig doe, maar het was echt nodig. Ze heeft gelukkig haar moeder tot steun, maar die zal zich nu ook geen raad weten! Ik heb Janneke aangeboden dat ze mij altijd kan bellen als ze daar behoefte aan heeft en dat scheen ze wel enorm te waarderen. Ja, en natuurlijk voel ik mij wel degelijk verantwoordelijk voor wat er is gebeurd."
Alex nam haar hand in de zijne en streelde die zachtjes. "Liefste, het heeft geen enkele zin je schuldig te voelen. Het was gewoon een allerakeligste samenloop van omstandigheden. Ik denk dat Janneke op haar beurt zich nu kwelt met de wetenschap dat ze haar kindje alleen heeft gelaten en Corine zal wensen dat ze nooit dat kopje thee was gaan halen. Maar zoiets verwacht toch niemand!"
Hij zag dat zijn veronderstelling juist was. Lidy knikte en zei: "Janneke maakte zichzelf de vreselijkste verwijten en Christof zei ongeveer hetzelfde wat jij nu zegt."
"Nou, zie je wel! Luister eens, schat. Zou het helpen als ik met de kinderen het weekend naar ons zomerhuisje ga zodat jij hier onmiddellijk beschikbaar bent als Janneke een beroep op je doet? Het zal minder fijn zijn zonder jou, maar Andy en Steffie hebben zich enorm verheugd op dat uitje."
Lidy's gezicht klaarde op. "Wat ben je toch een geweldige man! Ik durfde het zelf niet voor te stellen, maar dan zou ik mij echt een stuk rustiger voelen. Als ik aan het zeilen was, zou die kwestie toch steeds door mijn hoofd spelen, vrees ik."
Alex bracht haar hand, die hij nog steeds vasthield, naar zijn mond en kuste haar vingertoppen. Lidy keek neer op zijn warrige haardos en een golf van geluk sloeg door haar heen. Wat was het toch een lieverd en een fantastische vader voor haar kinderen! Alex keek op en ving haar blik. Zoals altijd raadde hij haar gedachten.
"Dat is dan geregeld en als tegenprestatie mag jij voor ons beiden nu een lekkere fles wijn en twee glazen gaan halen!"
Het was maar goed dat Lidy het weekend thuis was gebleven, want zaterdag even na het middaguur belde Janneke al. Haar stem trilde.
"Ik ben zojuist door de politie gebeld," zei ze.
"Is er…" Lidy maakte de vraag niet af. Als de baby terecht was geweest had Janneke heel anders geklonken.
"Nee, nee. Maar ze doen straks om één uur een oproep via de televisie en de radio. Ze zien geloof ik nu zelf ook in dat zo'n klein kindje echt niet uit zichzelf terugkomt. Dus ze vragen het publiek om inlichtingen en ze geven een beschrijving van de auto en van de vrouw, voor zover ze die hebben." Janneke pauzeerde.
Lidy keek op haar horloge, het was twintig voor één.
"Ik ga beslist kijken," zei ze.
"Ja, maar Lidy…"
"Ja, zeg het maar?"
"Zou ik bij jou mogen komen? Hier ren ik ondertussen tegen de muren op en mijn moeder blijft thuis, voor het geval die vrouw zich bij ons meldt. Ik besef dat ik misschien een inbreuk maak op jouw privacy…"
"O, kom maar gerust!" Lidy was blij dat ze tenminste iets voor de arme vrouw kon doen, al kon ze enkel maar haar gezelschap en medeleven aanbieden. "Ik ben alleen thuis met Rosy, onze steun en toeverlaat. Kom maar meteen, dan kijken we straks samen!"
"Ja, fijn!" Jannekes stem klonk al wat minder down. "Ik wou je ook nog over iets anders raadplegen."
Lidy legde neer en keek rond. Zelf had ze nog geen lunch gehad want in het weekend hield ze ervan de dag wat relaxed te beginnen. Ze zou het Janneke vragen en in ieder geval wilde die misschien wel een kop thee of koffie.
Ze besefte heel goed dat ze zich met Janneke in het bijzonder verbonden voelde door wat ze gemeenschappelijk hadden. Ze hadden allebei hun man plotseling verloren. Niemand beter dan Lidy wist wat voor wonden dit sloeg. Maar zelf had ze nu een prachtig gezin, met haar toegewijde echtgenoot en haar twee schatten van kinderen. Terwijl Janneke nu deze afschuwelijke slag te verwerken kreeg! Ze hoopte vurig dat de oproep van de politie het gewenste effect zou hebben en dat iemand met de gouden tip naar voren zou komen.
Janneke zag er bleek en moe uit. Het was duidelijk dat ze die nacht weinig of geen slaap had gehad. Ze had inderdaad nog niet gegeten, maar ze had ook geen honger, zei ze. Maar een kop thee begroette ze met enthousiasme.
Nauwelijks had Rosy de dampende thee voor hen neergezet of de oproep kwam er al voor.
In doodse stilte luisterden en keken de beide vrouwen naar het politiebericht. Vanuit de open deur naar de keuken keek Rosy mee.
Het relaas van de ontvoering werd door een politievrouw op vrij zakelijke toon voorgelezen. Lidy greep onmiddellijk haar blocnote en maakte een paar aantekeningen. Het bericht duurde niet lang, maar eindigde met de mededeling dat de uitzending nog een paar maal die dag herhaald zou worden. Aan het eind kwamen een paar telefoonnummers in grote letters op het scherm.
Lidy keek naar haar gast. Tranen stonden weer in Jannekes ogen, maar ze hield zich goed.
"Ik hoop toch zo dat dit helpt," fluisterde ze.
"Ze hebben niet veel aanwijzingen tot dusver, maar wie weet. Die groene Vauxhall is wel het meest opvallende detail."
"Het valt mij op dat ze geen compositietekening hebben laten zien," zei Janneke.
"Nee, klopt. Ze hebben het wel geprobeerd, samen met de mensen die de vrouw hebben gezien. Dat waren alleen Corine, Rob en dat hulpje Onno. Maar ze hadden alledrie slechts een heel vaag beeld van die vrouw. Daar was geen duidelijke tekening uit samen te stellen. Ik moet zeggen dat Onno's beschrijving van die old-timer een stuk concreter is!"
Ineens greep Janneke verschrikt de arm van de kinderarts. "Dokter!"
"Meid, wat is er?"
"Haar allergie! Daar hebben ze niets over gezegd!"
"Je hebt gelijk! Dat heb ik de politie wel verteld, dit is een onvergeeflijke blunder!"
Lidy haalde het kaartje van het betreffende politiebureau uit haar tas en toetste onmiddellijk het nummer in. Janneke, die alleen maar de helft van de conversatie kon volgen, luisterde gespannen toe. Het gesprek was kort maar heftig en Lidy had een verontwaardigde trek op haar gezicht toen ze neerlegde.
"De politiewoordvoerder zei dat deze opname nu eenmaal is gemaakt en dat het niet haalbaar is om dit helemaal over te doen. Volgens haar liep het zo'n vaart niet. De baby zou echt niet doodgaan van een beetje diarree, zei ze."
"Nou ja zeg! Wie is hier nu eigenlijk de kinderarts?"
"Precies! Je hoorde wel dat ik ook behoorlijk kwaad werd. Ze heeft uiteindelijk toegezegd dat ze zullen kijken wat eraan gedaan kan worden. Maar ik herinner me dat jij me nog over iets anders wilde raadplegen?"
Over Jannekes wangen kroop een blos omhoog. Ze zag er ineens weer zo jong uit als ze in feite was.
"Och, nou ja, ach, ik weet het niet. Ja, eigenlijk wel, maar het is een beetje moeilijk…"
Lidy wachtte af.
"Mag ik je iets persoonlijks vragen dan?"
Lidy knikte. De jonge vrouw zag er uit als een bedeesd schoolmeisje.
"Ben jij gelukkig met Alex?"
Die vraag was wel het laatste wat Lidy had verwacht, maar over het antwoord hoefde ze geen seconde na te denken.
"Ik zou niet gelukkiger kunnen zijn," zei ze met overtuiging. "Alex is een fantastische vader voor mijn kinderen en we houden van elkaar met hart en ziel. Dat neemt niet weg…" Ze beraadde zich een ogenblik. "Kijk, Werner was mijn eerste en grote liefde. Dat blijft zo, dat neemt niemand mij af. Met Alex is het anders. Ik ben ook op andere wijze gelukkig met hem. Maar ja, om jouw vraag te beantwoorden: wij zijn samen heel, heel gelukkig."
Janneke knikte.
"Is daarmee jouw vraag inderdaad beantwoord?"
Lidy besefte wel dat er meer achter zat, want dit was niet echt 'haar over iets raadplegen' zoals Janneke had aangekondigd. Lidy liet het onderwerp verder rusten, al had ze wel zo haar vermoedens.
Toen Janneke weg was, haalde Lidy een bakje salade uit de koelkast bij wijze van lunch en legde even een broodje onder de grill. Rosy, die juist de bedden had opgemaakt, bood aan voor hen beiden verse koffie te zetten, hetgeen Lidy graag aannam. Samen installeerden ze zich op het terras, om ook nog een uurtje van het zachte weer te genieten. Het was werkelijk prachtig zeilweer en Lidy sloot de ogen, hief haar gezicht naar de zon en stelde zich voor hoe de haar kinderen nu zaten te genieten op de boot met Alex.
Haar overpeinzingen werden gestoord door een vraag van tante Rosy. "Wat betekent dit nu voor de praktijk, Lidy?"
Lidy schrok. Het pleitte voor haar onzelfzuchtigheid dat ze daar nog geen seconde over had nagedacht.
"In het politiebericht werd duidelijk gezegd vanuit welke wijk de baby is gestolen en jouw praktijk kwam herkenbaar in beeld. Ben je niet bang dat dit jouw reputatie schade zal doen?"
"Mijn patiënten weten wat ze aan me hebben," antwoordde Lidy na een korte pauze. "Verder moet ik het beste ervan hopen."
Maar Rosy was nog niet gerustgesteld. "En die televisieman, gaat die nu gewoon door met opnemen? Dit stuurt het programma toch behoorlijk in de war!"
"Volgens mij gaat hij nu met nog meer enthousiasme door! Hij had het over een extra element dat drama kon toevoegen. Ik ben bang dat deze geschiedenis nu een voornaam onderdeel van zijn reportage gaat worden."
"Je kunt hem dat toch verbieden?" opperde Rosy.
"Nee, dat ben ik niet van plan. Ik heb hem mijn toestemming gegeven en daar sta ik nog steeds achter."
"Maar Janneke zou dat wel kunnen eisen, uit overwegingen van privacy. Dat recht heeft ze!"
"Hmmm," zei Lidy. "Ja. Zeg Rosy, heb je nog zo'n heerlijk kopje koffie?"
En daarmee bracht ze handig het gesprek op een ander onderwerp.
De dag ging verder voorbij zonder dat er nieuwe ontwikkelingen waren. De oproep van de politie werd inderdaad een paar maal herhaald en de laatste keer kwam de woordvoerder nogmaals in beeld en vertelde dat het kleine meisje geen koemelkproducten kon verdragen. Het werd gehaast voorgelezen en was er duidelijk op het laatste moment aan toegevoegd. Al met al was Lidy niet erg tevreden over de manier waarop het publiek werd ingelicht. Maar ze hield zichzelf voor dat de zaak nu berustte waar hij hoorde, bij de politie. Zelf moest ze het van zich afzetten, want ze had het weekend ook nodig om daarna weer met frisse energie aan het werk te kunnen.
Op zondagmorgen belde Alex en vroeg hoe het ging. "Wij hebben het hier geweldig met zijn drietjes," vertelde hij. "Gisteren hebben we een paar uur gezeild en 's avonds heb ik pannenkoeken gebakken voor Steffie en Andy."
"En?" vroeg Lidy. "Hoe vonden ze dat? Het zal niet meevallen om de kookkunst van Rosy te evenaren!"
"Dat klopt, maar gelukkig zijn het erg lieve kinderen. Andy mopperde dat ze wel lekker waren maar in de vorm van een letter A waren ze toch nog veel lekkerder geweest en Steffie zei heel diplomatiek dat ze erg lekker waren, bijna zo lekker als die van tante Rosy!"
Lidy lachte.
"En is er verder nog iets gebeurd?" Alex vroeg niet wat, maar Lidy begreep het onmiddellijk.
"De politie heeft een aantal malen een oproep gedaan aan mensen om zich te melden met inlichtingen. Ze hebben een foto laten zien van een groene Vauxhall van het type dat Onno beschreef. Een compositiefoto van de vrouw is niet gelukt en onze beschrijvingen van haar kleding en uiterlijk waren natuurlijk ook behoorlijk waardeloos. Dat kan zo ongeveer iedereen zijn.
Er had zich vrijdag voor het spreekuur nog een mevrouw De Wit aangemeld die niet is komen opdagen. Daar weten wij verder niets van, ze zit niet in Corines administratie en ze had een adres opgegeven dat niet bleek te kloppen. Dus dat kan best die vrouw zijn geweest maar het is dan nog de vraag of ze echt De Wit heet…"
"Zul jij je daar niet te veel zorgen maken, zo in je eentje?"
"Rosy is hier toch!" lachte Lidy. "Wij zitten af en toe samen op het terras en genieten hier ook van het mooie weer. En ik besteed mijn tijd nuttig met het bijhouden van mijn vakliteratuur. Daar kom ik veel te weinig aan toe. Gaan jullie weer zeilen vandaag?"
"Jazeker! Hier komt je zoon nog even!"
Lidy glimlachte en werd warm bij het horen van de enthousiaste jongensstem van Andy.
"Hé mama! We gaan straks weer met de boot en vanmiddag heeft Alex beloofd dat hij frites gaat maken met gehaktbal!"
"Wauw, jullie worden verwend!" zei Lidy, maar toen schoot haar iets te binnen. "En Steffie dan?"
"Steffie is aan het zwemmen! Dag mama, hier is Alex weer!"
"Ik geloof dat Steffie even een pauze neemt in haar vegetarisch bestaan," kwam de stem van Alex. "Het valt niet mee om aan je principes vast te houden als je broer frites met gehaktbal krijgt!"
"Nu, geniet er maar van, jullie drieën," zei Lidy, en wijdde zich weer aan het bestuderen van een wetenschappelijk artikel.
Janneke werd die zondagmorgen doodmoe wakker, na een nacht vol akelige dromen van woeste achtervolgingen en benauwende situaties. Het was één nachtmerrie in het bijzonder die telkens terugkeerde, waarin ze in een groot, duister meer zwom met haar baby in haar armen. Aan alle zijden om haar heen verrezen steile wanden loodrecht vanuit het inktzwarte water. Verwoed zwemmend en watertrappelend probeerde ze houvast te vinden met één hand terwijl ze met de andere Sterre vasthield en het hoofdje boven water trachtte te houden. Telkens als ze meende grip te krijgen op de oever, brokkelde hij onder haar vingers af en gleed ze weer weg.
Uitgeput knipperde ze nu tegen het ochtendlicht en bleef een ogenblik liggen om het besef dat ze wakker was, goed tot zich door te laten dringen. Hoewel ze zich realiseerde dat het 'maar' een droom was geweest, werkte dat niet bevrijdend en de werkelijkheid viel als een loden deken over haar heen. Nee, ze zwom niet in dat akelige, koude water, maar ze hield evenmin haar kindje in haar armen… Het voelde of ze van binnen werd kapotgescheurd. Geen dag was er sinds de bevalling geweest dat ze haar kleine meid niet bij zich had gehad, hoogstens van haar gescheiden door de muur tussen twee kamers. Hoe erg moest Sterre haar moeder nu missen! En hoe zou er voor haar worden gezorgd? Hoe kon een vreemde weten wat haar kleine meisje nodig had?
Ze keek op de wekker. Het was nog maar net zeven uur. Haar vader zou vast nog in slaap zijn, die had op zijn oude dag meer rust nodig dan vroeger. In de keuken beneden hoorde ze de zachte geluiden van haar moeder die de vaatwasser uitruimde, voorzichtig om haar dochter niet wakker te maken.
Janneke stapte uit bed, sloeg een ochtendjas om en liep de trap af. Beneden stond haar moeder bij het koffiezetapparaat. Ze keek op toen ze haar hoorde en Janneke zag haar vermoeide, verdrietige gezicht dat binnen anderhalve dag jaren ouder was geworden. Er brak iets in haar en snikkend viel ze haar moeder om de hals.
"Och kindje toch," zei die, zachter dan haar gewoonte was.
Intussen was, niet eens ver daarvandaan, ook Anita de Wit wakker. Veel rust had ze die nacht en de vorige niet gehad, want de baby huilde veel en viel alleen maar korte perioden in slaap. Anita wiegde haar en sprak sussende woordjes. Ze trachtte het meisje wat te voeren uit een van de diverse potjes met babyvoedsel die ze had gekocht. Pas toen ze ten einde raad zacht een slaapliedje begon te zingen dat ze zich nog uit haar kindertijd herinnerde, bedaarde het huilen en scheen de baby naar haar te luisteren.
Voor Anita was het niets meer of minder dan een wonder toen het meisje stil werd, met nog maar af en toe een nakomend hikje en haar aankeek met grote, verwonderde ogen. Anita voelde hoe een tot dusver ongekend geluk haar verwarmde, zo vol en groot, dat haar lichaam er haast te nauw voor leek. Ze bleef zachtjes doorzingen, steeds maar dezelfde strofen herhalend als een soort bezwering. De baby keek haar aan en het was alsof haar blik verzonk in die van de vrouw. Anita streek haar schouderlange dunne haren naar achteren en voelde zich de gelukkigste moeder ter wereld.
Met de baby zachtjes in haar armen wiegend liep ze door de slaapkamer van haar eenpersoonsflatje. Het kleine meisje bleef haar aankijken terwijl Anita nog aldoor het slaapliedje neuriede. Sterre heette ze, dat had ze de vorige avond op de televisie gehoord. Een mooie naam, Sterre, maar zo kon zij haar niet noemen. Het risico van ontdekking was te groot. Anita was zich er goed van bewust dat haar impulshandeling op die vrijdagmiddag een onverantwoorde daad was geweest. Als zij erover had kunnen nadenken, had zij het zeker nooit gedaan, maar het was in een seconde gebeurd en daarna kon zij niet meer terug.
Ze bleef staan voor de spiegel. Een bleke vrouw met een baby in haar armen. Het beeld van een madonna met kind, maar dan wel een madonna die door het leven getekend was. De diepe zorgelijke groef tussen haar wenkbrauwen, had ze die altijd al gehad? Anita kon zich haar gezicht als meisje niet meer herinneren.
Ze had naar de oproep van de politie gekeken, angstig maar tegelijk gefascineerd.
"Afgelopen vrijdagmiddag is een tien maanden oude baby ontvreemd uit een dokterspraktijk..."
Ze luisterde naar de summiere beschrijving van "een vrouw van naar schatting veertig jaar oud, slank postuur, halflang, donkerblond haar en bruine ogen, gekleed in een spijkerbroek en een bruin of groen jack."
Anita was in werkelijkheid nog geen vijfendertig jaar oud en de kleur van haar ogen hield het midden tussen bruin en groen. Dat ze voor ouder werd aangezien, was echter voor haar niet nieuw.
Meteen na de uitzending was ze in paniek naar beneden gerend en had haar oude Vauxhall achter de flats geparkeerd, zo ver mogelijk uit het zicht van de doorgaande weg. Natuurlijk kenden haar buren die auto, maar de meeste flatbewoners om haar heen keken naar Turkse of Marokkaanse zenders. Ze hoopte maar dat niemand van hen de oproep had gezien. Toch moesten zij en het kindje hier weg, dat was duidelijk, Maar waarheen?
Ze legde het meisje, dat nu rustig was, in haar eigen bed en keek op haar neer. "Sarah," zei ze, "zo noem ik je." Het klonk bijna plechtig. De S-klank van de naam bleef zo behouden. In hoeverre zulke jonge kinderen hun naam al zouden herkennen, ze had geen flauw idee.
Nog steeds had ze geen duidelijk plan. Na die middag toen ze in een fractie van een seconde tot die waanzinnige daad had besloten, had ze nog nauwelijks normaal en rustig kunnen denken. Met een hartslag van boven de honderd was ze zo snel ze kon met het babymandje naar buiten gelopen. Ze had het draagmandje naast zich op de passagiersstoel gezet en was weggereden, gehaast maar voorzichtig, opdat het wiegje niet van de stoel zou glijden. Een wijk verderop had ze haar auto aan de kant gezet en ze trachtte met haar handen vingers haar kloppende slapen tot bezinning te komen.
Ze had een baby gestolen, een ongelofelijke daad en nu kon ze niet meer terug. Ze tilde de baby, die zachtjes huilde, uit het draagmandje en hield haar dicht tegen zich aan gedrukt. Het kind begon nog harder te huilen. Anita keek naar het gezichtje, nu rood vertrokken. Een mooi kindje was het, een meisje, dacht ze. Het had wat rode pukkeltjes bij het halsje. De oogjes waren nu stijf dichtgeknepen maar Anita had al gezien dat die helderblauw waren.
Het was een ongelooflijke ervaring geweest om een kindje in haar armen te houden en te beseffen dat niemand anders hiervan nu wist.
Anita nam een besluit, ze moest hoe dan ook iets doen.
Ze haalde de keukenschaar en staande voor de spiegel begon ze haar dunne onverzorgde haren te knippen. Lange plukken vielen op de grond. Ze knipte en knipte en keurde zich aan alle kanten in de spiegel. Een kort rattenkopje bleef tenslotte over, met een rafelige neklijn en wat nonchalante plukjes pony boven haar ogen. Ze nam een snelle douche en wreef haar lichaam en haren droog met een ruwe badhanddoek. Een andere vrouw keek haar nu aan. Haar wangen hadden een blos en speelse lokken omlijstten haar gezicht dat er nu jonger uitzag.
Haar altijd opvallende ogen hadden een fanatieke gloed; ze had de eerste stap gezet en zou de ingeslagen weg vervolgen!
Ze trok een lichte zomerbroek aan met een kort, rood truitje, zocht wat ondergoed en toiletspullen bij elkaar en vulde een oude reistas. Wat extra handdoeken en theedoeken en het pak wegwerpluiers, dat ze zaterdag had gekocht. De luiers waren te groot geweest maar tot ze andere had, moest ze het er maar mee doen. Ze had ook babyvoeding gekocht en melk en een flesje met een zuigspeen. Die melk was dus eigenlijk waardeloos, begreep ze na de uitzending op de televisie. Maar wat moest zo'n kindje dan drinken? Gewoon vruchtensap was misschien veel te zwaar! Ze pakte toch ook de melk voorlopig maar in de koeltas.
Eerst verschoonde ze nog Sarah. Ze kreeg er al meer handigheid in, constateerde ze tevreden. Ze voerde de baby de rest van het aangebroken potje babyvoedsel. Toen sloot ze de voordeur van haar flat af en liep met de reistas over haar schouder en het draagmandje met de baby naar haar auto.
Janneke en haar moeder zaten tegenover elkaar aan de keukentafel, elk met een kop koffie en verdiept in de eigen gedachten. Wat viel er ook te praten?
Jannekes mobieltje ging af.
"Janneke," zei Christofs warme stem. Er ging een schok door haar heen.
"Christof!" zei ze en voelde zich onmiddellijk schuldig over de vreugde die openlijk in haar stem doorklonk.
"Hoe is het met je?" informeerde de regisseur. "Ik heb je nummer van Lidy gekregen. Het laat mij niet met rust, het is zo afschuwelijk, ik heb het gevoel dat wij allemaal te kort zijn geschoten. Ik zag de oproep van de politie, die heb jij vast ook gezien?"
De vraag was overbodig en het antwoord ook: "Ja…"
Het gaf Janneke wel even de gelegenheid haar chaotische gedachten te ordenen. Christof van Amerongen belde haar en ondanks al haar ellende, ondanks het feit dat haar dochter was gestolen, was ze nu ineens blij. Hoe kon dat nou?
"Ik dacht dat er misschien meer gedaan kan worden, misschien een andere, meer persoonlijke oproep," ging Christof door. "Mag ik, is het goed dat, ik bedoel…" Hij kuchte. "Zou ik vandaag misschien langs mogen komen om dat te bespreken, als je me niet te opdringerig vindt?"
"Doe maar," antwoordde Janneke, sneller en spontaner dan haar bedoeling was.
"Dan rijd ik naar je toe. Misschien kunnen we meteen een opname maken, gewoon heel simpel en geïmproviseerd. Mag ik dan je adres?"
Ze gaf het. "Gelukkig is het zondag, je zult geen last hebben van files," zei ze, nog steeds verward. "Tot straks dan!"
Ze klapte haar mobieltje dicht. Een onverklaarbaar geluksgevoel overspoelde haar.
Christof kwam! Zou hij haar kunnen helpen, zouden ze Sterre kunnen vinden? Ze wist het niet. Maar hij kwam!
Toen pas zag ze haar moeders blik.
"Wat is er aan de hand?" vroeg die met harde stem. "Begrijp ik goed dat die man hier naartoe komt? Op zondag? Had je dat niet beter eerst met mij kunnen overleggen?"
Haar stem had die licht kijvende klank die Janneke nog zo goed van vroeger kende. Wat was ze daar als kind bang voor geweest!
"Hij komt wat bespreken," zei ze kleintjes. "Hij denkt dat we misschien nog een persoonlijke oproep via de televisie kunnen doen. Hij zegt dat hij zich medeverantwoordelijk voelt omdat Sterre weggehaald is terwijl hij er was."
"Kolder!" haar moeders stem schoot uit. "Het gaat om heel iets anders, dat heb ik heel goed door! Jij moest je schamen, Janneke! Je kind is weg, het kind van jou en John! Ben je dat nu al vergeten? Moet je zo nodig grote kalverogen opzetten als een of andere aansteller van de televisie jou belt?"
"Zo is het niet, mam!" protesteerde ze.
"Oh nee-ee?" zei haar moeder sarcastisch. "Volgens mij word jij gewoon gebruikt door die vent! Dat soort mannen gaat over lijken, geloof mij nou maar! Hij ziet dit gewoon als een prachtige kans voor zichzelf, om de blits te maken met onze ellende! Medeverantwoordelijk, poeh het mocht wat! Ik geloof er niets van! En als er straks iets akeligs met Sterre is gebeurd, staat hij er met de neus bovenop om jouw gesnik op te nemen. Sensatiezucht is het, meer niet! En jij tuint daarin!"
Ze sloeg de keukendeur met een harde klap achter zich dicht en Janneke bleef verslagen achter.
Haar moeders woorden hadden twijfel gezaaid bij de jonge vrouw, die nog zo onzeker was van haar prille gevoelens.
Was het waar, zag de regisseur haar ellende voornamelijk als een sensationeel element in zijn documentaire? Had hij haar daarom gebeld, in het weekend nota bene? Hoeveel extra zou zoiets eigenlijk opleveren? Ze had wel eens gehoord dat er bij de televisie enorme bedragen werden betaald voor items die veel kijkers trokken. En zeker een vermiste baby was iets wat ieder zou aanspreken. Ze zag de reportage in gedachten al voor zich, compleet met reclameblokken eromheen met natuurlijk veel babyartikelen…
Een stemmetje in haar fluisterde haar venijnig in dat ze op deze manier gestraft werd voor haar aandacht voor Christof.
Christof had zo hard gereden als verantwoord was om bij Janneke te komen. Toen hij zijn auto bij het opgegeven adres had geparkeerd en op de bel drukte gebeurde er eerst niets. Het huis bleef stil. Hij controleerde het adres dat hij had neergekrabbeld. Dit moest het toch zijn, hij had het nog herhaald. Hij belde nogmaals, nu wat indringender. Binnen hoorde hij voetstappen in de gang.
Verbaasd keek hij naar het bleke gezicht van Janneke die in de deuropening verscheen en hem zwijgend aankeek.
"Dag Janneke," zei hij, "mag ik binnenkomen?"
Ze deed een stap opzij, maar zei nog steeds niets. Christof droeg de kleine handcamera die hij had meegenomen naar binnen. "Is er iets gebeurd?" vroeg hij, om de ongemakkelijke stilte te doorbreken.
"Ja," zei de vrouw mat, "mijn kind is weg."
"Ik bedoel: nu net," zei Christof. Ze schudde het hoofd.
"Koffie?" vroeg ze toen.
"Graag," zei de regisseur hoewel hij er totaal geen trek in had, om zich maar een houding te geven. Terwijl ze mechanisch de koffie inschonk en suiker en melk op de keukentafel zette, stelde hij de opnameapparatuur in. Ze keek toe.
"We nemen als achtergrond het raam met uitzicht op de tuin. Als jij dan in deze stoel gaat zitten en vertelt dat jouw baby weg is en dat ze een voedingsallergie heeft en vooral dat je haar heel erg mist en dan doe je een oproep aan ieder die inlichtingen kan geven om te helpen jouw meisje terug te vinden."
Christof voelde zich weer wat meer op zijn gemak in zijn rol als professioneel documentairemaker. Janneke nam plaats op de aangewezen stoel.
"Wil je nu vertellen wat er gebeurd is?" vroeg Christof.
Aarzelend begon ze. In eenvoudige woorden, recht uit het hart, vertelde ze over die dramatische vrijdag. Allengs kreeg haar stem meer klank en haar gezicht meer kleur. Toen ging ze over op de medische gegevens van Sterre en tot slot richtte ze een hartstochtelijke oproep tot de kijkers om alles door te geven wat van belang kon zijn, ook het kleinste detail. De regisseur onderbrak haar geen enkele maal.
"Dat was prima," zei hij, "in één keer goed."
"Ik had het ook echt niet nog een keer gedaan," zei Janneke toonloos.
Haar toon verbaasde en kwetste hem. "Wat is er toch?" vroeg hij.
"Niets," zei ze. "Kind geroofd, kleinigheid, verder is alles prima in orde." Haar stem was vlak.
Hij stond op en borg de apparatuur weg. "Ik ga dan maar," zei hij. Zijn koffie stond nog steeds onaangeroerd. "Ik zal proberen of dit vanavond na het nieuws nog kan worden uitgezonden. Er moet nog iets aan gemonteerd worden maar niet veel. Je hebt het uitstekend gedaan, dit zal indruk maken."
Janneke knikte en ging hem voor door de gang.
Terwijl ze de voordeur opentrok vroeg ze ineens: "Hoeveel verdien je hier nu aan?"
Hij was verbijsterd. Het was alsof er opeens een totaal vreemde vrouw voor hem stond in plaats van de Janneke die hij meende te kennen.
"Dit wordt vast een hit in Hilversum!" Ze lachte, een kort droog lachje. "Hoeveel brengt dat op, een radeloze moeder en een baby die misschien wel vermoord is? Hoe meer sensatie hoe liever toch?"
Christof keek haar aan met een gewonde blik, draaide zich sprakeloos om en liep naar zijn auto. Janneke sloot de deur.
"Heb je het nog gezien, zondagavond?" vroeg Petra aan Corine. Diezelfde vrijdagavond nog toen het drama zich had afgespeeld, had Corine haar collega opgebeld en alles in geuren en kleuren verteld.
"Die oproep bedoel je? Jazeker. Wat zag die arme Janneke eruit! Volgens mij heeft ze sinds vrijdag niet meer geslapen. Ik herkende haar nauwelijks, het is een mooie meid, maar nu leek ze wel een dweil. Is de crew trouwens al aangekomen?"
"Ze zijn bezig de auto uit te laden. Ik groette Christof in het voorbijgaan, maar kreeg nauwelijks antwoord. Oh, daar hebben we Lidy!"
Petra schonk haar werkgeefster een kop zwarte koffie in. Hoewel ze heel goed wist dat Lidy thuis al had ontbeten met haar gezin, was dit toch een vast ritueel waarmee ze de dag begon. Even bijpraten met zijn drieën, voor de hectiek van de drukke dokterspraktijk losbarstte.
"Hoe was jullie weekend?" vroeg Lidy.
"Heerlijk!" zei Petra spontaan. "Nou ja, voor zover het heerlijk kon zijn. Maar het weer was zo zalig, dat leidde je gedachten gelukkig even af. En jij, Lidy, heb je nog wat kunnen genieten?"
"De kinderen waren met Alex naar ons zomerhuisje. Ze zijn bruinverbrand teruggekomen en Andy had een zielig egeltje gevonden en dat hebben we nu thuis, in een doos."
Petra en Corine schoten tegelijk in de lach. Andy's talent om gewonde en zielige dieren te ontdekken en mee naar huis te nemen was bekend. Een enorme verscheidenheid aan insecten, grotere en kleinere zoogdieren, ja zelfs slangen, had in de loop der jaren in huize Van de Poel een tijdelijke opvang gevonden.
"Wat was er mis met het diertje?" vroeg Corine. "Was het de weg kwijtgeraakt?"
"Het lag op een paadje, en het bloedde wat. Zo te zien is het trouwens nog springlevend en Basil heeft al ontdekt dat die stekels prikken! Andy heeft in zijn boeken gevonden dat egeltjes insecteneters zijn, dus hij is de hele zondagavond nog in de weer geweest met een vliegenmepper maar dat schoot niet op. Uiteindelijk heeft Alex een blikje kattenvoer van Tom opengedraaid en dat ging erin als koek!
Andy wil het beestje graag houden, maar daar is geen denken aan. Hij had ook nog een schoteltje water voor het egeltje neergezet. Het dier had geen enkele belangstelling, maar we zagen wel zwarte stippen springen! Vlooien dus! Nu is hij met doos en al verbannen naar het berghok in de tuin."
De eerste patiëntjes hadden zich inmiddels in de wachtkamer verzameld en eisten Lidy's aandacht op. Ook Christof en zijn medewerkers waren nu op hun post. De regisseur maakte een aangeslagen indruk.
Maarten Krijgsman kwam binnenhinken, gevolgd door zijn moeder.
Maarten was een stevige, levenslustige jongen van negen jaar, dol op buitenspelen en vooral voetballen. Een geschaafd en inmiddels ontstoken been was ditmaal de reden van zijn komst.
"Hij heeft een sliding gemaakt," vertelde de moeder, zichtbaar trots op haar kennis van het voetbaljargon. "En dit was bij een uitwedstrijd op kunstgras. Het kunstgras was wel zogenaamd slidingvriendelijk, maar het liep toch niet echt goed af. Maarten heeft nogal een gevoelige huid en het brandde venijnig in."
Lidy onderzocht de wond die hier en daar was gaan etteren.
"Ik moet je wel even pijn gaan doen," kondigde ze aan.
"Geeft niks!" zei de jongen flink.
Terwijl Lidy de wond zorgvuldig schoonmaakte, informeerde ze hoe de stand van zaken was met Maartens gebit. Maarten was namelijk negen jaar geleden geboren met een schisis, een opening van zijn lip en kaak. De baby was toen hij vier maanden oud was al aan de lipspleet geopereerd. De chirurg had fantastisch werk geleverd en in de loop der jaren was het litteken vrijwel onzichtbaar vergroeid.
De operatie om de kaakspleet te dichten kon pas veel later gebeuren. Dit hield verband met de ontwikkeling van het blijvende gebit en de tandwortels. De laatste jaren stond Maarten daarom onder controle van een orthodontist die door middel van röntgenfoto's de stand van zaken op de voet volgde.
"Is nu al bekend wanneer je geopereerd gaat worden, Maarten?" vroeg Lidy. Ze depte de wond nu met een ontsmettend middel.
"De dokter denkt misschien volgend jaar," was het antwoord.
De jongen had een heldere, krachtige stem, en articuleerde goed. Hoewel bij de specifieke aard van zijn schisis geen bijzondere spraakproblemen te verwachten zouden zijn, hadden zijn ouders hem toch laten onderrichten door een logopediste.
"Better safe than sorry," was het motto van de vader geweest, die enkele jaren in de Verenigde Staten had doorgebracht.
De kinderarts had de ouders in stilte gelijkgegeven; met kinderen nam je liever geen risico's.
Ze wikkelde een stevig verband om het gewonde been. De jongen had geen kik gegeven.
"Ik geef je nog een recept voor wat antibiotica mee," zei ze. "Het verband moet voorlopig blijven zitten, niet voetballen dus. Kom je woensdag nog even langs? Dan zal mijn assistente Petra het verband vernieuwen."
Ze reikte de moeder de hand ten afscheid en zei waarderend tegen Maarten: "Je bent een ontzettend flinke jongen!" Hij glom van trots.
Nadat beiden waren vertrokken legde Lidy voor de documentaire nog aan Christof uit wat de specifieke problemen van Maartens geboorteafwijking waren geweest. Het viel haar op dat hij lauwer dan anders reageerde.
"Die kwestie met Sterre zit je nog steeds hoog, is het niet? We zijn er hier ook allemaal kapot van," zei ze, om hem in de gelegenheid te stellen zich te uiten.
"Het vreet aan me," bekende hij. "Heb je de oproep van Janneke nog gezien gisteravond?"
"Ik heb het gezien," antwoordde ze en ze voegde er voorzichtig aan toe: "Persoonlijk vind ik dat de zaak nu in handen van de politie is en dat wij dat onderzoek niet mogen doorkruisen."
"Janneke heeft toch niets verteld dat niet al bij het publiek bekend was!" protesteerde Christof.
"Dat weet ik wel," antwoordde ze, "maar ik vraag me toch af of het wel zo'n goed idee was."
"Het was zomaar een impuls van mij, met de beste bedoelingen gedaan," verdedigde Christof zich. Zelf had hij er inmiddels ook spijt van maar om een heel andere reden. Dat hield hij echter voor zich.
"Nou ja," voegde Lidy er nog aan toe, "het is in ieder geval fijn dat Janneke zo'n steun aan jou heeft!"
Hier kwam geen reactie op en het volgende patiëntje eiste haar aandacht alweer op.
"Wat was je vandaag stil, Christof," zei Petra. "Je loopt echt te tobben volgens mij!" Ze reikte hem een mok gloeiende thee.
"Dat is toch logisch!" viel de man uit. "De hele tijd speelt die ellende door mijn gedachten, ik kan mijn werk nauwelijks nog doen. Dat iemand daar zomaar met Sterre wegliep, terwijl wij op nog geen tien meter afstand waren. Het is toch gewoon te erg voor woorden? Jij was er niet bij, maar anders zou jij je toch ook medeverantwoordelijk voelen!"
"Ja, dat denk ik ook wel," bekende Petra. "Maar jullie konden er toch geen van allen iets aan doen? Zelfs Janneke niet, wie bedenkt nu zoiets!"
"Het was zo'n lief klein kindje, die Sterre. Zo kwetsbaar ook…"
Petra keek hem van opzij aan. "Jij bent echt geïnteresseerd in kinderen, niet? Het is niet alleen vanwege de documentaire!"
"Het is eerder omgekeerd! Juist vanwege mijn interesse voor kinderen, voor mensen in het algemeen, ben ik aan deze serie begonnen. De specialisatie kinderarts had mijn bijzondere belangstelling. Om heel eerlijk te zijn…" Hij aarzelde. "Ik zou zo graag zelf kinderen hebben," gaf hij toe. "Dat vind je misschien raar van een man, maar ik heb al zo lang het verlangen om kinderen, twee of liefst drie, een veilig tehuis te bieden. Je weet misschien van de relatie die ik had met Solange Russo?"
"Nee," loog Petra.
"Solange is een fantastische meid. Echt waar! We hebben een geweldige tijd samen gehad, maar… Nou ja, het is een heel talentvol actrice en bovendien bloedmooi. Die heeft een droomcarrière in het vooruitzicht en het laatste wat zij wil, is haar figuur bederven door kinderen te baren. Zo heeft zij mij dat letterlijk voor de voeten gegooid toen we weer eens een van onze heftige ruzies hadden over dat onderwerp. Alsof dat het enige belangrijke is als het gaat om kinderen te krijgen. Uiteindelijk zag ik in dat ik met haar nooit een gezin zou kunnen stichten zoals ik me dat altijd heb voorgesteld. En zonder kinderen is voor mij een relatie niet compleet. Ik wil ze zien opgroeien, met ze spelen, ze de wereld laten ontdekken. Een veilige haven voor ze zijn, iets wat ik als kind zo hopeloos gemist heb." Hij wilde nog meer zeggen, maar hield zich in.
Ineens werd Petra veel duidelijk. De tragische jeugd van Christof van Amerongen was in de media voldoende breed uitgemeten. Vreemd genoeg hadden de journalisten, in hun pogingen om de achtergronden van de breuk tussen Solange en Christof te ontdekken, aan deze mogelijkheid nooit gedacht.
"Ik zit wel op mijn praatstoel, is het niet?" zei de man naast haar, alsof hij haar gedachten raadde. Hij probeerde een luchtige toon aan te slaan. "Ik heb dit nooit aan iemand verteld, alleen Solange weet het natuurlijk. Gelukkig ben jij niet van de schandaalpers."
Petra voelde zich verward en tegelijk geroerd door Christofs ontboezeming.
"Bedankt voor je vertrouwen," zei ze toen maar. "Kom, ik moet mijn spullen nog opruimen en dan is het voor vandaag genoeg geweest. Tot morgen, oh nee, morgen komen jullie niet!"
De regisseur reageerde niet. Toen Petra bij de deur nog even naar hem omkeek, zat hij nog steeds in gedachten verzonken.
Het prachtige zomerweer was in de loop van de dag omgeslagen in een drukkende, broeierige hitte. Lidy was blij dat ze naar huis kon gaan en een gemakkelijke wijde kaftan kon aantrekken.
"We zouden best eens onweer kunnen krijgen," zei ze tegen Rosy die bedrijvig in de keuken bezig was.
"Ik denk het ook," zei Rosy. "De kinderen zijn ook al zo onrustig."
"Waar zijn ze eigenlijk?" Lidy keek om zich heen. Het eerste was ze na een drukke werkdag deed was altijd even haar kinderen begroeten. Een zoen voor Steffie en een aai over de bol voor Andy.
"In de tuin bij het egeltje," zei Rosy.
Niet veel later kwamen ze allebei door de open tuindeuren naar binnen gestormd, met veel lawaai en kennelijk in drukke discussie over het nieuwste lid van het gezin.
"Mama, mama!" riep Andy toen hij Lidy zag.
"Kerel, wat is er?"
"Steffie zegt dat het egeltje terug moet naar het bos!"
"Egeltjes horen niet in een doos in een berghok," kwam Steffie. "Wilde dieren horen in de natuur, dat heeft meester zelf gezegd!"
"Maar dan gaat hij misschien wel dood!" jammerde Andy.
"Nou, zo gaat dat in de natuur," zei Steffie wijsneuzig. "Ze kunnen toch niet allemaal blijven leven, dat is onnatuurlijk! Egeltjes eten zelf ook andere beesten en die gaan dan ook dood."
"Nou, en jij wilt zelf geen vlees eten!" riep Andy boos. "En je zei dat gehaktbal vlees is maar dat is niet zo, want gisteren heb je ook een gehaktbal gehad!"
"Gehaktbal is ook vlees," zei Steffie wat ongemakkelijk, "maar het is niet zo erg als het vlees van dieren is, die wel een goed leven hebben gehad. En als meer mensen dat doen, dan gaan supermarkten ook meer van dat vlees aanbieden. Snap je het nou?"
"Nee!" riep Andy kwaad. "Ik snap er helemaal niets van!"
"Kinderen!" Tante Rosy fungeerde weer als bliksemafleider.
"Kom eens hier, allebei! Jullie moeten proeven of dit toetje al goed is! Kom, allebei een kommetje!"
Enthousiast stortten de beide kinderen zich op de heerlijkheden in de keuken. Lidy glimlachte en sloot een ogenblik de ogen. Ze voelde hoe moe ze was.
Alex moest die middag een belangrijke rechtszaak bijwonen en kwam pas laat thuis. In de verte klonk al een dreigend gerommel toen hij de deur binnenstapte.
"Gelukkig, daar is Alex!" riep Rosy, die het niet zo begrepen had op onweer.
Alex boog zich naar zijn vrouw toe en zoende haar. Zij streek de vochtige haren uit zijn gezicht; de eerste regendruppels waren al gevallen.
Terwijl hij met smaak van de exotische schotel at die Rosy voor hem had warm gehouden, ging Lidy gezellig bij hem aan tafel zitten.
"Hoe is het vandaag gegaan in de rechtszaal?" vroeg ze.
"Het was best spannend," zei haar man, en schepte zich nog eens op. "Mmm, wat smaakt dat weer uitstekend! De tegenpartij kwam met allerlei interessante argumenten, maar jammer genoeg voor hen hadden wij die allemaal voorzien. Bovendien had ik nog een precedent gevonden in een oude uitspraak uit 1964, het Molenstreek-arrest. Toen was het iedereen eigenlijk duidelijk dat wij het pleit zouden winnen. Uitspraak is officieel pas over drie weken, maar ik heb er alle vertrouwen in. Maar zeg eens, hoe is het met jou gegaan? Is er al nader bericht over die baby die ontvoerd is?"
Lidy schudde haar hoofd. "Niets. Dat zou ook haast te mooi zijn geweest. Iedereen is erdoor aangeslagen, dat merk je aan alles. De sfeer in de praktijk was vandaag regelrecht bedrukt. Het spreekuur ging natuurlijk zoals altijd door, en Van Amerongen heeft ook wel enkele opnamen gemaakt, maar we liepen allemaal een beetje op de automatische piloot. Het gewone enthousiasme was er niet. En wat er met Christof en Janneke is gebeurd, weet ik niet. Het lijkt wel of ze onenigheid hebben, of zo. Ik heb natuurlijk niets gevraagd maar als Jannekes naam maar werd, genoemd sloot Christof zich helemaal af. Zo'n afwerende houding, weet je wel."
"Wat vreemd. Je zei toch dat die twee zo goed met elkaar konden vinden?"
"Dat dacht ik ook, volgens mij was dat ook beslist zo. Misschien is er iets gebeurd toen ze die oproep hebben gemaakt die gisteravond laat nog is uitgezonden. Vanmiddag kondigde Christof ineens aan dat de crew morgen niet komt. Hij had het over een time-out en zei dat hij het tot dusver opgenomen materiaal wil bekijken en laten bezinken. Maar het was niet volgens de planning, dat weet ik zeker."
Alex legde zijn vork neer en schoof het lege bord van zich af.
"Dat was weer een hoogstandje van kookkunst. Wij boffen toch maar met ons tante Rosy. En ik bof dubbel want ik heb ook nog jou!"
Ze glimlachte vertederd. "Je moet mij natuurlijk wel weer iedere keer veroveren!" zei ze plagerig.
Hij trok haar even naar zich toe. "Ik doe niets liever," zei hij verliefd en drukte een kus op haar oorlelletje. "Wat dacht je ervan om vandaag maar eens vroeg naar bed te gaan? Het is een zware dag geweest!"
Handig gleed ze uit zijn omhelzing weg. "Niet zo'n haast, meester Snijdewind! U hebt nog een overheerlijk toetje tegoed, dat staat al te wachten in de keuken. En denk er om, bordje leegeten!"
Alex zuchtte en wreef over zijn maag. "Ik weet werkelijk niet of hier nog een plaatsje is," zei hij quasi bezorgd.
"Bent u zo alleen op stap met uw kindje?" vroeg de eigenares van het goedkope hotel terwijl ze Anita de sleutel toestak. Haar spiedende kraaloogjes gingen over de vrouw met haar baby en namen alles op: het smalle, bleke gezicht met het korte piekhaar, nu nat van de regen, de haveloze reistas die om haar schouder hing en het met roze satijn beklede babymandje met daarin de luid huilende baby.
"Ik hoop wel dat hij niet de hele nacht blijft krijsen, want dan krijg ik problemen met de andere gasten!"
"Ze is wat nat geworden van de regen," zei Anita vergoelijkend, "we kregen net een plensbui over ons heen toen we uit de auto stapten. Maar straks als ze haar buikje vol heeft, gaat ze lekker slapen, niet Sarah?"
"Er staat een waterkoker op uw kamer, daar kunt u een flesje mee verwarmen," zei de vrouw kortaf. "Als u nog iets nodig heeft, zegt u het maar."
Anita bedankte haar en liep de trap op naar de haar toegewezen kamer. Intussen sprak ze sussende woordjes tegen de huilende baby, die echter totaal niet op haar stem reageerde. Hoofdschuddend keek de vrouw haar na.
Het onweer was bijzonder heftig, de natuur zocht een ontlading van de broeierige hitte van de afgelopen dagen.
Anita was niet de enige die die nacht weinig slaap kreeg. Janneke had zich in een korte slaap gehuild, maar schrok weer wakker van een ratelende donderslag en een fel flitslicht dat de slaapkamer even in een witte gloed zette.
Met haar armen onder het hoofd lag ze nu te staren in het duister, dat af en toe nog onderbroken werd door de bliksem van het wegdrijvende onweer.
Waar zou haar kindje zijn? Dit was nu al de vierde nacht dat ze van haar dochter gescheiden was. Hoe zou het met Sterre zijn, en waar en bij wie was ze? Ze durfde nauwelijks aan de mogelijkheid te denken dat er iets ernstigs met haar baby gebeurd kon zijn en ze probeerde haar moeders opmerkingen daarover te negeren. Jannekes gevoel zei haar dat haar kindje nog leefde en ze vertrouwde maar op haar moederinstinct. Er was ook geen andere mogelijkheid, anders zou ze gewoonweg gek worden.
Ze dacht aan Christof, aan de pijn in zijn ogen toen hij haar aankeek voor hij als een geslagen hondje wegliep. Hij had zich niet verweerd tegen haar harde woorden. Betekende dat, dat zij gelijk had, dat hij in dit drama een mogelijkheid zag om extra te scoren? Eigenlijk was het niet eens haar eigen idee geweest, het waren haar moeders woorden die met venijnige weerhaakjes in haar waren blijven steken.
Haar moeder was buitengewoon op John gesteld geweest. Voor haar ouders was hij de zoon geweest, die zij altijd zo graag hadden willen hebben. Toen het bericht kwam dat hij gesneuveld was, waren ook zij kapot geweest van verdriet.
John was Jannekes grote liefde, de vader van haar kleine meid en haar liefde voor hem zou altijd blijven. Maar kon er dan nooit meer plaats zijn voor gevoelens voor een ander? Dat soort dingen gebeurde toch wel vaker? Dokter Van de Poel was daarvan ook een voorbeeld. Alex was een geweldig echtgenoot en de beste tweede vader voor Andy en Steffie die denkbaar was, had ze gezegd.
Janneke worstelde met haar houding tegenover Christof. Diep in haar hart wist ze heel goed hoeveel hij in korte tijd voor haar was gaan betekenen, maar ze was er nog niet aan toe om dat toe te laten. Dat ongerijmde geluksgevoel toen zij haar mobieltje beantwoordde en zijn warme stem hoorde… Ze was helemaal vergeten hoe zoiets voelde. Ze verdrong de gedachte, zelfs de flauwste hint dat zij opnieuw verliefd zou kunnen worden, maakte al dat ze zich schuldig voelde. Haar moeder had ook nog eens zout in open wonden gestrooid, en vervolgens was zij, Janneke, onnodig hard tegen Christof geweest. Misschien wel helemaal ten onrechte. Waarschijnlijk had zij het nu voorgoed voor hen beiden bedorven…
Christof en zijn medewerkers zouden die dag dus niet komen, maar het was nog maar even na acht uur 's morgens of hij belde al. Lidy was nog niet aan het spreekuur begonnen en stond juist aan de balie.
Corine stak haar de hoorn toe en zei dat de regisseur met spoed de dokter wilde spreken. Lidy schudde het hoofd.
"Verbind maar door naar mijn kamer," zei ze, en liep ernaartoe. Ze had geen idee waarom de regisseur haar ineens zo dringend nodig kon hebben. Als het een pijnlijk gesprek zou worden, als hij de opnamen wilde stopzetten, dan praatte ze liever met hem in de beslotenheid van haar spreekkamer. Ze sloot de deur zorgvuldig achter zich en nam de hoorn op.
"Met Lidy van de Poel," zei ze, afwachtend.
"Lidy!" Ze had Christof nog nooit zo opgewonden gehoord, hij vergat zelfs zich met zijn naam te melden. "Moet je horen, ik ben zojuist hier gebeld, in de studio, door een pientere apothekersassistente! Naar aanleiding van de oproep van Janneke zondagavond. Ze werkt in een klein plaatsje, een klein uur rijden hiervandaan! Ze zegt dat zodra ze de apotheek hadden geopend, er een vrouw binnenkwam met een baby…"
Lidy onderbrak hem. "Heeft ze de politie gebeld?"
"Nee, maar Lidy, luister nou! Ze zegt dat die vrouw binnenkwam met een huilende baby in een mandje en dat ze advies vroeg over babyvoeding, wat voor drinken ze moest kopen waar geen koemelk in zat. De assistente vroeg of de baby dan een lactoseallergie had, maar die vrouw snapte niet waar ze het over had. Toen vroeg ze wat de diagnose van de dokter precies was, maar volgens die vrouw was ze nog niet naar de dokter geweest en dat de baby constant diarree had. Op dat moment herinnerde die assistente zich onze oproep en werd ze achterdochtig. Ze gaf die vrouw een onschuldig middeltje tegen de buikkrampjes en toen ze weggingen, heeft ze ze nagekeken. Ze staken het plein over en gingen naar een hotel schuin daartegenover!"
"Dat klinkt veelbelovend," gaf Lidy toe die nu toch ook haar hart van opwinding in de keel voelde kloppen. "Maar denk je niet dat de politie…"
"Lidy!" Christof schreeuwde bijna in de telefoon. "Denk nou even na! Als die vrouw doorkrijgt dat ze gesignaleerd is dan is de vogel toch zo gevlogen? En we hebben geen idee waartoe ze in staat is, als ze de politie achter haar aan gaat! Wat als ze in haar paniek Sterre iets aandoet en de hand aan zichzelf slaat? Zoiets hoor je toch wel vaker? Volgens mij valt er geen moment te verliezen, we moeten hier op af!"
"Wie bedoel je met 'we'?"
"Jij en ik! Een vrouw kan zo'n situatie altijd beter hanteren! Jij als de kinderarts van Sterre, zou haar vertrouwen misschien beter kunnen winnen dan wie ook!"
Lidy dacht razendsnel na. Ze had die morgen spreekuur en een afspraak bij Huize Zonzicht. Alex was aan het werk, maar wat zou hij in dit geval zeggen?
Ze nam een kordaat besluit.
"Luister goed," zei ze. "Christof, ik kan niets beloven, maar ik doe mijn best. De route naar dat dorp voert praktisch langs mijn praktijk. Als jij alvast hier naar toe komt, dan probeer ik in de tussentijd om voor vandaag of in ieder geval voor het spreekuur mijn vervanger te bereiken. Als dat lukt, dan ga ik met je mee. Je hebt gelijk, dit is een noodsituatie en we moeten alles op alles zetten. Maar als ik mijn vervanger niet te pakken krijg, of als hij gewoon vandaag niet beschikbaar is, dan moet je er alleen op af. Of je moet Janneke vragen om mee te gaan."
Christof ging op deze laatste opmerking niet in, maar zei enkel: "Ik kom eraan."
Met een zucht sloot Lidy het gesprek af en koos meteen daarna het nummer van haar collega dokter Harm Peters. Hij was haar vaste vervanger in gevallen waar dat nodig was.
Hij nam meteen op. "Met Harm, dag Lidy!"
Ze schoot in de lach. "Had je al gezien dat ik het was?"
Harm klonk onverstoorbaar vrolijk, zoals meestal. "Ik gokte erop, ik herkende je nummer maar het had natuurlijk Corine kunnen zijn. Maar meestal bel jij wel zelf."
"Klopt. Vooral als ik met een verzoek kom. Zeg Harm, laat ik maar met de deur in huis vallen, want veel tijd is er niet. Heb jij voor vanmorgen afspraken?"
"Eentje, maar dat kan verzet worden. Heb je me vandaag nodig? Hoe laat?"
"Nu meteen," zei ze. Ze keek op haar horloge. "Of eigenlijk, tien minuten geleden!"
"Ik kom eraan," was het eenvoudige antwoord.
Lidy keek een ogenblik om zich heen, als om haar gedachten te ordenen. Toen belde ze Corine.
"Luister goed," zei ze, voor de tweede keer binnen een kwartier, "er is ineens een crisisgeval, ik leg het je later wel uit. Ik heb collega Harm Peters gebeld, die komt eraan om het van me over te nemen. Ik moet nu zelf dringend weg en ik heb geen idee wanneer ik terug ben. Probeer de minder urgente gevallen van het spreekuur te verzetten naar later in de week. En wil je naar Huize Zonzicht bellen en uitleggen dat ik vandaag niet kan komen voor overleg? Ik loop weg via de gang naar het privégedeelte, want ik heb geen tijd om vragen van patiënten in de wachtkamer te beantwoorden."
"Oké," zei Corine verbaasd.
"Ik leg het later wel uit," zei Lidy nogmaals. "Licht jij Petra ook even in! Harm Peters is al onderweg."
Ze haalde haar dokterstas tevoorschijn en controleerde snel de inhoud. Daarna liep ze door de gang naar de privévertrekken terwijl ze al lopende het mobiele nummer van Christof intoetste.
"Met Lidy. Het is gelukt, ik kan mee."
Ze hoorde de opluchting in zijn stem. "Geweldig!"
"Christof, moet je horen. Neem de tweede oprit, niet die naar de parkeerplaats van de praktijk maar de volgende, naar het woongedeelte van onze huis. Daar wacht ik je op. Ik sta vijf meter van de weg af, daar is een plek waar je de auto kunt keren."
"Is goed!" Eenmaal uitleggen was voldoende voor Christof.
Het medicijn tegen de buikkrampjes had geholpen en het was Anita zelfs gelukt om bij 'Sarah' wat babyvoedsel naar binnen te krijgen. Ze merkte dat ze zo geconcentreerd het kleine meisje voerde, dat ze bij iedere hap ook haar eigen mond opendeed om hem langzaam weer te sluiten als het plastic lepeltje met oranje prut naar binnen gleed.
"Sarah," herhaalde ze zacht en zuchtte van tevredenheid. De baby keek haar nu aan met grote, diepblauwe ogen. Toen het bordje bijna leeg was, opende zich het babymondje niet meer voor het lepeltje en Sarah draaide haar hoofd ervoor weg. "Mmmm," pruttelde ze. Anita veegde het kinnetje schoon en nam haar op de arm, zachtjes wiegend. Ze hield het meisje iets voorover zoals ze dat moeders had zien doen en klopte op het ruggetje. Tot haar blijde verbazing kwam er inderdaad een boertje.
Anita bleef rondlopen in de kleine hotelkamer met de baby op de arm. Het kind was nu stil en de oogjes vielen langzaam toe. Ze wachtte tot ze aan de rustige ademhaling hoorde dat de baby in slaap was gevallen en legde haar toen in het mandje, op een droge handdoek. Zelf strekte ze zich nu uit op het smalle hotelbed.
Ze voelde zich uitgeput van het gebrek aan slaap en van alle nieuwe gevoelens die haar bestormden. Haar gedachten gingen terug naar die dramatische periode in haar leven, nu alweer acht jaar geleden. Naar het kind van haar en Leon, dat in haar buik was gegroeid. Zes maanden had ze het gedragen en zich elke dag verheugd op het wonder dat zou gebeuren. Samen met haar man had ze plannen gemaakt, babyboeken gekeken, namen bedacht en de kinderkamer in orde gemaakt. En toen, op die ongeluksdag, had ze ineens geweten dat er iets heel erg mis was. Ze voelde het kind niet meer bewegen en in paniek was ze naar de praktijk van dokter Werner van de Poel, de gynaecoloog, gegaan. Hij had naar haar buik geluisterd en zijn gezicht had heel ernstig gestaan. Toen wist ze de verschrikkelijke waarheid al.
Anita draaide zich op haar zij en trok haar knieën op. Haar gewone houding als die verscheurende pijn te erg werd. De weeën waren kunstmatig opgewekt en haar zoontje was levenloos geboren.
Een mooi, lief jongetje, zij en Leon hadden het samen nog gezien. En daarna was alles misgegaan. Wat de gynaecoloog ook zei en hoe de psycholoog ook op haar inpraatte, Anita was ervan overtuigd dat zij de baby in haar buik niet voldoende had kunnen voeden en dat het allemaal haar schuld was geweest. Leon had zich van haar afgewend en haar huwelijk was eraan kapot gegaan. Zelf had ze een eetstoornis ontwikkeld en met hulp van haar therapeut behield ze nu een moeizaam evenwicht.
Het verlangen naar een kind was gebleven, ja steeds sterker geworden. Dokter Werner van de Poel had haar afgeraden om opnieuw zwanger te worden en niet lang daarna was hij bij een tragisch ongeluk om het leven gekomen.
Anita bleef hopen. De medische wetenschap was intussen immers al weer jaren verder! En daarom had ze die afspraak met de kinderarts gemaakt, de vrouw van haar overleden gynaecoloog. Om te vragen of er misschien toch nog een mogelijkheid was, haar laatste strohalm.
In het geïmproviseerde wiegje maakte de baby een pruttelend geluidje in haar slaap. Het leidde haar gedachten af en ondanks alles was er ineens weer dat overweldigende, warme gevoel dat haar magere lijf vervulde. Anita had nog niet over de toekomst kunnen nadenken en ze stelde dat ook zo lang mogelijk uit. Diep in haar hart wist ze best dat ze de baby niet zou kunnen houden. Wat moest ze zeggen aan haar weinige familie en enkele kennissen? Ze had geen papieren voor het meisje. En hoe zou ze hen beiden kunnen onderhouden van haar uitkering? De weinige bijverdiensten die ze af en toe had - wat slecht betaald schoonmaakwerk - waren niet te combineren met een klein kind. De stap die ze uit wanhoop had gezet, voerde naar een doodlopende weg, maar daar wilde ze niet aan denken, nu nog niet.
Haar auto stond veilig uit het zicht geparkeerd en hier zou niemand haar zoeken. Voor het moment kon ze onbezorgd van 'haar' kindje genieten.
Ze opende haar ogen op een kiertje en gluurde door haar wimpers naar het wiegje. Sarah. Wat een mooie naam! En wat een mooi kindje. Ze kon vanaf haar bed alleen maar de dekentjes zien maar aan de rustige ademhaling hoorde ze dat de baby vast sliep. Toen sloot ze zelf ook haar ogen, gaf zich over aan haar vermoeidheid en zakte in slaap.
Lidy zat naast Christof met de kaart op schoot en volgde nauwgezet waar ze waren. Alhoewel ze ook over een GPS-ontvanger beschikten hield Lidy vast aan haar jarenlange gewoonte om op een kaart de route te volgen. Ook nu had ze het dorpje met een kruisje aangegeven. "We zijn ongeveer halverwege," zei ze en mat de afstanden tussen haar duim en wijsvinger.
"Klopt," reageerde Christof, met een blik op het dashboard. Hij reed geroutineerd en snel. Net iets boven de toegestane snelheid maar niet zo hard, dat hij erdoor in moeilijkheden zou kunnen komen.
Ze bekeek van opzij zijn profiel. Met een rimpel van concentratie in zijn voorhoofd hield hij het verkeer in de gaten, dat op dit uur vrij druk was. Zijn mond en kaaklijn waren strak van spanning. Het was duidelijk dat de regisseur bij dit alles persoonlijk zeer betrokken was.
"Heb je Janneke nog gebeld?" vroeg ze zo terloops mogelijk.
"Nee!" zei hij tamelijk kortaf. Na een ogenblikje voegde hij er verontschuldigend aan toe: "Sorry, ik moet op het verkeer letten. We moeten daar zo gauw mogelijk zijn. Die vrouw kan intussen al lang weer met Sterre vertrokken zijn. In dat geval schakelen we de politie in, maar ik hoop zo dat we de politie er buiten kunnen houden. Het zou ook voor Janneke zoveel plezieriger zijn!"
De welluidende vrouwenstem vanaf het dashboard adviseerde om bij de volgende afslag de snelweg te verlaten. Ze kwamen hier op de secundaire wegen. De lucht die na het onweer van die nacht eerst nog betrokken was gebleven, klaarde nu op en hier en daar verschenen de weiden fris en groen in een helder zonlicht. Langs de weg liepen sloten met een lange rij vers geknotte wilgen.
Het was hier echt mooi, mijmerde Lidy. Ze bestudeerde haar kaart. Nu was het niet ver meer. Dat kerktorentje in de verte, dat zou het al kunnen zijn.
Anita, die van uitputting in een diepe slaap was gevallen, werd pas wakker toen de kamerdeur geopend werd met een sleutel. In de deuropening stond de hoteleigenares. Haar nieuwsgierige, scherpe oogjes namen in een oogwenk alles in de kamer op en haar gezicht had een onverholen triomfantelijke uitdrukking. Ze had meteen wel geweten dat er aan dit geval iets niet pluis was!
Achter haar werden nu twee mensen zichtbaar: een lange man met een karakteristiek gezicht en vrij lang, golvend haar en een vrouw met een mooi regelmatig gezicht en een open blik. De man drong zich gehaast langs de hospita en liep naar het mandje met de baby.
Met één katachtige sprong was Anita hem voor en stelde zich tussen hem en de baby op.
"Wat moeten jullie hier?" riep ze schril, met een stem die tegen hysterie aanzat. "Ik heb deze kamer gehuurd! Jullie hebben het recht niet hier zomaar binnen te dringen!"
"Volgens deze mensen…" begon de hotelhoudster, maar de man viel haar in de rede. "Wij vermoeden dat je hier een kind verbergt dat niet van jou is," zei hij en probeerde langs haar heen te komen, maar Anita was aalvlug. Ze draaide zich half om, greep de baby uit het wiegje en klemde haar tegen zich aan. Het meisje schrok wakker en begon angstig te huilen.
"Dit is mijn kind!" riep Anita. "Ze heet Sarah! Ik weet niet waar jullie het over hebben! Dit is mijn baby!"
Nu kwam de vreemde vrouw naar voren. Ze had een vertrouwenwekkende uitstraling en een rustige stem.
"Ik ben Lidy van de Poel, ik ben kinderarts," zei ze. "Volgens deze mevrouw bent u Anita de Wit, klopt dat?"
Anita knikte enkel.
"Had u vorige week vrijdag een afspraak in mijn praktijk?"
Anita keek haar aan met grote, angstige ogen waarin de paniek op de loer lag. Ze hield beide armen beschermend om het kind heen.
"Maar u kwam niet op het spreekuur en later kwam u toch nog en toen stond daar zomaar een mandje met een baby."
De vrouw met het kind begon over haar hele magere lichaam te beven.
"U was de vrouw van Werner," zei ze hees.
"Ja," zei Lidy verbaasd. "Heb jij Werner gekend, Anita?"
Anita begon te huilen, heftig snikkend. Haar hele lichaam schokte. Ook de baby zette het nu regelrecht op een brullen. "Ik ben kinderarts," herhaalde Lidy, "geef de baby maar aan mij, Anita."
Ze strekte haar handen uit. Zonder een woord te zeggen, maar nog steeds onbedaarlijk huilend, gaf Anita het kind aan Lidy. Een zucht van verlichting ontsnapte Christof.
"Heb ik ooit!" kwam nu de hoteleigenares. "Ik dacht meteen al…"
"Mevrouw!" zei Christof van Amerongen resoluut. "Wat dacht u van een lekker sterk bakje koffie voor ons alledrie? En als u dan de rekening klaarmaakt voor deze dame, dan zal ik die meteen voldoen."
Het vooruitzicht van een betaalde rekening deed wonderen bij de hoteleigenares en ze verdween met verbazingwekkende snelheid naar beneden.
Snel en zo onopvallend mogelijk controleerde Lidy de gezondheidstoestand van Sterre. Die viel haar gelukkig niet tegen en voorzichtig legde ze het meisje weer in het warme bedje. Toen richtte ze haar aandacht op de bleke vrouw die als een hoopje ellende op de rand van het bed was gezakt. Over haar hele lichaam bevend en klappertandend probeerde Anita iets te zeggen, maar ze kreeg het gewoon niet voor elkaar om de woorden te vormen.
Lidy opende haar dokterstas en haalde er een tablet uit dat ze oploste in een beetje water.
"Hier, drink dit maar op," zei ze vol meegevoel tegen de vrouw die nog steeds huilde. Ze ondersteunde haar en hield het glas vast. Anita dronk met horten en stoten het glas leeg. Lidy keek Christof aan met vragende blik.
"Ik ga even de baby verschonen," zei ze en stond op.
Christof begreep de hint en nam haar plaats in, naast Anita op het bed. Zonder aarzeling sloeg hij een arm om haar heen. Net als Lidy voelde hij geen woede, maar vooral grenzeloos medelijden met deze arme vrouw die overduidelijk verscheurd werd door haar verdriet.
Anita liet zich tegen zijn schouder zakken, haar gezicht nat van het huilen. Langzaam werd ze rustiger.
De koffie die de hotelhoudster had gezet was lekker sterk en geurend en gaf hen de gelegenheid om even te overleggen.
Anita had met Lidy’s hulp haar armzalige bezittingen bij elkaar gepakt en zat nu als verdoofd haar koffie te drinken, beide handen om de kop. Lidy hield de baby in een dekentje op haar schoot. De hotelhoudster had aanstalten gemaakt om een stoel bij hen aan te schuiven tot Christof haar op niet mis te verstane wijze duidelijk had gemaakt dat enige privacy op prijs zou worden gesteld. Nu hield ze vanachter haar balie het gezelschap in de gaten en probeerde niets van wat er gebeurde te missen.
"Het lijkt mij niet goed dat jij in deze toestand auto rijdt, Anita." zei Lidy. "Waar woon je, is er thuis iemand die op je wacht?"
De vrouw schudde het hoofd.
"Wat dacht je ervan om eerst met mij naar huis te gaan?" stelde Lidy voor. "Dan halen we je auto later wel op. Die mag hier vast wel een dag of wat op de parkeerplaats blijven."
Anita scheen murw te zijn en liet het alles over zich heen gaan. "Werner," zei ze ineens. "Werner van de Poel was mijn gynaecoloog. Maar het kind ging dood in mijn buik. Ik kon het niet voeden."
"Vertel je mij dat straks in de auto, Anita?" vroeg Lidy.
Ze meteen al gedacht dat er een tragisch verhaal achter Anita's wanhoopsdaad schuilging en ze had nog steeds met de arme vrouw te doen.
Christof had zijn mobieltje opengeklapt en een nummer gebeld. "Met Christof. Janneke, we hebben een heel goed bericht voor je." Aan de andere kant van de lijn kwam een heftige reactie.
"Nou niet schrikken," ging Christof door, "we hebben Sterre gevonden, dokter Van de Poel en ik. Ze zit hier vlak naast me. Jazeker, het is echt waar."
Hij luisterde naar wat ze zei. "Nee, de politie weet nog van niets. We vonden natuurlijk dat jij voorging!"
De regisseur hield het telefoontje voor het oortje van de baby. Het meisje staakte haar pruttelgeluidjes en luisterde aandachtig naar de stem die tegen haar sprak en haar ogen werden groot.
Lidy nam het mobieltje over.
"Ze luistert naar je, Janneke!" zei ze opgewonden. "Ze herkent jouw stem wel degelijk!"
"Ik kan het niet geloven!" Jannekes stem klonk als van heel ver weg. "Lidy, is het heus waar? Hoe kan dat, hoe hebben jullie haar gevonden?"
"Christof heeft haar gevonden," zei Lidy. "Ik ben alleen maar met hem meegegaan. Dat zal hij je straks zelf wel vertellen."
Ze knipoogde tegen de man en gaf hem zijn telefoon terug.
"Over een drie kwartier zijn we bij je, Janneke," zei hij. "Dokter Van de Poel brengt Sterre mee en er komt nog iemand mee en dan breng ik hen later weer naar huis. Tot zo!"
Nog voor ze de auto hadden geparkeerd, had Janneke de deur al opengetrokken en ze snelde het tuinpad af.
Christof van Amerongen stapte uit en glimlachte haar toe. Toen opende hij het achterportier, en hielp een vrouw uit de auto, die een baby in een dekentje op de arm droeg. Het was Lidy van de Poel met Sterre.
"Ooooooooh Sterre, mijn kindje…" Een langgerekte zucht ontsnapte Janneke. Ze nam de baby gretig over en hield haar in een beschermend gebaar tegen zich aan geklemd terwijl ze beurtelings Christof en Lidy aankeek. "Hoe kan ik jullie hiervoor bedanken?" vroeg ze.
"Mogen we even binnenkomen?" vroeg Christof. "We hebben nog iemand in de auto."
"Ja, ja natuurlijk," zei Janneke bereidwillig, maar toen ze Anita zag uitstappen, met behuild gezicht en onverzorgd haar, keek ze hem verbaasd aan.
"Geen cameraploeg?" vroeg ze.
"Welnee," zei hij. "Dit is privé."
Ze werd ineens donkerrood van schaamte. "Het spijt me zo. Ik heb me werkelijk schandalig gedragen. Ik had meer vertrouwen in je moeten hebben, Christof. Alsjeblieft, vergeef me."
Hij keek haar aan en in hun blikken lagen duizend woorden.
"Hoe kan ik het goedmaken?" vroeg ze nogmaals.
"Ik heb wel een idee," zei de man geheimzinnig. "Maar dat vertel ik je wel onder vier ogen, want dat gaat een ander niets aan."
Toen Alex die avond thuiskwam, vond hij Lidy in de kamer terwijl een bleke magere vrouw in de keuken in druk gesprek was met Rosy.
"Is dat nu Anita?" vroeg hij terwijl hij zich naar zijn vrouw toeboog voor een kus. In de loop van de dag had hij al het goede nieuws gehoord, dat Sterre weer met haar eigen moeder herenigd was. "Hoe is het nu met haar?"
"Ze is geloof ik een beetje opgekikkerd," zei Lidy. "Ik denk dat ze achteraf zelf opgelucht was. Het was natuurlijk geen haalbare kaart om voor altijd een kind van een ander als dat van jezelf te houden. Helemaal niet als je absoluut geen geld of steun van een partner hebt. Het was een wanhoopsdaad van haar, dat was duidelijk. Janneke had ook meteen medelijden met haar, ondanks het verdriet had Anita haar had aangedaan. Anita's geschiedenis is ook triest genoeg. Ik heb haar beloofd dat ik met haar alle mogelijkheden bekijk die er misschien toch nog zijn voor Anita om moeder te worden. Vind je het trouwens niet geweldig zoals tante Rosy haar voor even die ellende laat vergeten? Nu staan ze samen een Zuid-Afrikaanse Bobotie klaar te maken, fantastisch toch!"
"En de politie is ook al op de hoogte?"
"Jazeker, Janneke heeft ze meteen opgebeld. Ze waren geloof ik wat zuur dat wij het zelf hadden opgelost en ze drongen erop aan dat Janneke aangifte tegen Anita de Wit zou doen. Maar Janneke heeft dat pertinent geweigerd. Ze vond het hele gebeuren al traumatisch genoeg."
Alex sloeg een arm om Lidy heen. "En ik weet zeker dat jij weer een beslissende rol hebt gespeeld in dat alles," zei hij en glimlachte haar warm toe, "al doe je daar ook nog zo bescheiden over!"
“Ja logisch,” deed Lidy een tikkeltje verontwaardigd. “Sterre is per slot van rekening mijn patiëntje.”
“En voor je patiëntjes doe jij alles, Lidy, dat weten we intussen allemaal!”