Dubbele agenda
Verleidingskunsten
Maurits legde zijn gespierde vingers onder Maria's kin en draaide haar hoofd langzaam naar zich toe. Met smekende ogen keek ze hem aan toen hij zijn vingers strelend over de zachte huid van haar hals naar beneden liet glijden...
Graaf Maurits van Rodenburgh weet niet wat hem overkomt als hij zijn hart verliest aan deze beeldschone vrouw. Ze heeft echter een verpletterende verrassing voor hem in petto.
Een waterig ochtendzonnetje verdreef langzaam de grauwe sluier van de nacht. Boven de tuinen en landerijen rond slot Rodenburgh hing een dichte nevel, waardoor het leek alsof het kasteel op een grijs wolkendek zweefde. De sluimerende stilte werd al snel verstoord door het gekwetter van de vogels die zich schuilhielden in de tulpenbomen, de treurwilgen, de eiken en de lindes op het uitgestrekte terrein.
In de verte klonk het zachte geluid van paardenhoeven en even later verscheen een zwarte hengst met zijn berijder aan het begin van de oprijlaan die loodrecht op het kasteel stond. Het paard dat rustig voortliep, leek tot zijn knieën weg te zakken in de mistbanken die boven de klinkers hingen. Aan weerszijden van de laan stonden oude beuken die met hun takken een bladerendak boven de weg vormden. De ruiter liet de teugels over de hals van de hengst bungelen. Het paard brieste en strekte zijn met schuim bedekte hoofd naar voren zodra de teugels werden gevierd.
De jongeman leek in gedachten verzonken. Zijn grijze ogen dwaalden langs de beuken de oprijlaan af en richtten zich op het witgepleisterde kasteel dat majestueus aan het eind van de oprijlaan uit de mist verrees. Op het moment dat hij zijn ogen omhoog liet glijden langs de muren, werd op de eerste verdieping een van de hoge schuiframen geopend. Maurits mompelde wat tegen de hengst en ogenblikkelijk stond het dier stil.
Vandaag, dacht Maurits, was het begin van een heel nieuw tijdperk. Je werd maar eens in je leven eenentwintig en voor hem was deze dag wellicht nog belangrijker dan voor andere leeftijdgenoten. Vanaf vandaag verwachtte zijn vader van hem dat hij zich intensief zou gaan bemoeien met het besturen van het kasteel en de daarbij behorende landerijen. Jaren van gedegen voorbereiding en geduldig luisteren en kijken hadden hem een enorme hoeveelheid kennis verschaft die hij vanaf nu hard nodig zou hebben. Hij wist dat het niet gemakkelijk zou worden zijn studie economie te combineren met zijn taken op slot Rodenburgh, maar hij was vastbesloten zijn vader niet teleur te stellen.
Maurits streek door zijn donkere haar en spoorde de hengst met zijn hakken licht aan terwijl hij de teugels weer greep. Even later donderden de zware paardenhoeven over de houten brug en verdwenen paard en ruiter uit het zicht.
Nog geen tel later kwam er beweging in de laatste beuk langs de oprijlaan. Twee in spijkerbroek gehulde benen verschenen tussen het groen en bungelden over de onderste tak naar beneden. De eigenaresse van de benen schatte met toegeknepen ogen de afstand van de tak tot de grond en waagde vervolgens de sprong. Ze maakte een perfecte landing op haar witte gymschoenen en gooide tevreden haar vlecht over haar schouder op haar rug. Ze drukte met haar wijsvinger haar bril weer recht op haar neus en keek met haar groene ogen spiedend naar het kasteel. Toen stak ze nadrukkelijk haar tong uit tegen het witte gebouw en rende naar het kasteel, sloop op haar tenen over de brug en vervolgde haar weg langs de witte muren, door de tuinen, over de muur en toen het bos in. Uiteindelijk hield ze hijgend stil voor de achterdeur van een lage, rietgedekte boerderij die verstopt lag in een kromming van de bosrand.
Het meisje veegde het zand van haar gymschoenen en ging naar binnen.
"Maar ik wil niet mee," klonk het opstandig.
"Niets mee te maken, Christelle. Je moet mee."
"Maar mam, waarom kan Maurits niet zonder mij jarig zijn?"
"Luister meisje, je vader en ik werken voor graaf Van Rodenburgh. Op een dag zal Maurits die functie bekleden en daarom is het belangrijk dat we nu naar het kasteel gaan om hem te feliciteren."
"Maar ik hoef toch niet mee? Ik werk toch niet voor zijn vader? En als ik later groot ben, moet je niet denken dat ik voor hem ga werken. Er komen vast alleen grote mensen. Ik denk niet dat er nog andere kinderen van acht komen."
"We gaan maar even, hou op met zeuren en trek je jurk aan."
Morrend verdween Christelle naar de bovenverdieping. Ze haatte jurken, maar de officiële bezoekjes aan de bewoners van Rodenburgh verafschuwde ze nog meer. Ze trok haar lichtgele jurk aan, wierp even een wanhopige blik in de spiegel van de badkamer en roffelde de trap af naar beneden. Ze stoof de gang door, riep tegen haar moeder dat ze vast vooruit ging en verliet de boerderij zonder te luisteren naar haar moeder die iets riep over gymschoenen.
Christelles sombere blik verdween uit haar ogen toen ze het kasteel naderde en de jongen op de rand van de muur zag zitten.
"Hé, Costijn!" riep ze. "Moet je niet op het feestje van je broer zijn?"
"Eigenlijk wel," riep de jongen terug, "maar ik dacht dat we eerst nog wat anders konden gaan doen."
"Wat dan?"
"Ben je vergeten dat we gewed hebben over de grote eikenboom?"
"O ja, dat is waar ook."
Christelle keek hoofdschuddend naar haar lichtgele jurk. "Mijn moeder wordt boos als ik mijn jurk vies maak."
"Wat geeft dat nou? Je hebt gelukkig je gymschoenen nog wel aan, dat klimt beter."
"Heb je een ladder?" vroeg Christelle, omhoogkijkend naar de muur waarop Costijn zat.
De jongen knikte en stak zijn hand uit. In een oogwenk zat Christelle naast hem op de muur en keken ze beiden naar de enorme eik een stuk verderop in het gras stond. Ze lachten naar elkaar, lieten zich van de muur glijden en droegen samen de aluminium ladder die klaarlag naar de eikenboom. Costijn plaatste de ladder tegen de onderste zijtak die enkele meters boven de grond hing. Hij keek Christelle vol verwachting aan.
"Dus je moet hoger dan ik vorige week was."
"Makkie," zei Christelle parmantig, haar neus in de lucht stekend. Ze zette vastbesloten haar voet op de onderste sport van de ladder en klauterde snel omhoog. Eenmaal in de boom ging ze voorzichtiger te werk. Al snel kreeg ze in de gaten dat klimmen met een jurk aan heel wat lastiger was dan klimmen in een spijkerbroek. Vastbesloten zich niet te laten kennen, klom ze strijdlustig verder. Ze had bijna het punt bereikt waar Costijn de vorige week was blijven steken, toen de zware stem van de graaf over het terrein schalde.
"Costijn, kom onmiddellijk naar huis!"
"Wat nu?" riep Christelle gealarmeerd.
"Ik moet gaan. Ik kom zo snel mogelijk terug."
Costijn draaide zich om en rende weg. Hij had niet in de gaten dat hij bij de onverwachte beweging tegen de ladder stootte en het gevaarte met een zachte plof in het hoge gras terechtkwam, Christelle uitte een verwensing en staarde in de diepte. De sprong uit de beukenboom vanmorgen was een makkie geweest. Zelfs als ze zich voorzichtig liet zakken, zou ze nu nog een heel eind vallen. Bovendien liep ze het risico met haar voeten op de ladder terecht te komen. Ze had geen zin in een verzwikte enkel en besloot te blijven wachten tot Costijn terugkwam. Na een half uur was ze het wachten echter meer dan zat. Ze besloot alsnog te proberen tot boven in de kruin van de eik te klimmen. Costijn moest haar dan maar op haar woord geloven. Haar lenige vingers vonden houvast aan de zijtakken en knoesten van de oude boom. Toen ze opnieuw bij het punt kwam waar Costijn een week eerder was blijven steken, begreep ze waarom hij niet verder was gekomen. Vanaf de stevige tak waarop ze zich bevond, was het niet mogelijk een volgende tak te bereiken die sterk genoeg was haar gewicht te dragen. Christelle keek nadenkend om zich heen. Uiteindelijk kroop ze over de tak terug naar de brede stam. Omhoogkijkend constateerde ze dat er maar één manier was om verder te komen. Ze zou langs de boomstam omhoog moeten klimmen, gebruik makend van twee knoesten die iets uitstaken. Verdere houvast ontbrak. In gedachten zag Christelle al het triomfantelijke gezicht van Costijn als ze hem zou vertellen dat ze hem niet had kunnen verslaan en koppig zette ze haar angst opzij. Ze kwam overeind en balanceerde met een voet op de tak terwijl ze haar andere voet stevig op de eerste knoest zette. Ze drukte haar lichaam zo dicht mogelijk tegen de stam en greep zich met haar rechterhand stevig vast aan de tweede knoest. Haar linkerhand zocht houvast in de ondiepe holtes van de ruwe boombast. Toen ze voldoende grip had, zette ze zich in een vloeiende beweging af en verplaatste haar volle gewicht naar de voet die op de onderste knoest stond. Ze slaakte een zucht van opluchting toen het eerste deel van de gevaarlijke klim erop zat en zocht, nog steeds dicht tegen de boomstam gedrukt, naar meer houvast. Met haar linkerhand kon ze nu bij de volgende tak. Ze greep hem beet en zette haar rechtervoet stevig op de tweede knoest. Als ze flink kracht zette, kon ze zich in een keer omhoog hijsen. Terwijl ze zich afzette, hoorde ze de knoest kraken. Ze gilde toen ze voelde hoe het hout onder haar voet afbrak en ze bijna alle houvast verloor. Net op tijd wist ze zich aan de tak die boven haar hing vast te grijpen. In een reflex zette ze haar voeten schuin tegen de stam en duwde ze zichzelf langzaam omhoog door haar voeten steeds een stukje te verplaatsen. Haar spieren protesteerden trillend tegen de onmogelijke houding. Bevend van schrik hing Christelle enkele minuten later schrijlings over de tak. Toen ze zag hoe hoog ze was geklommen, hield ze even de adem in. Nog nooit had ze zich zo hoog in de kruin van een boom gewaagd. Haar ogen gleden langs de stam van de boom tot ze het punt zag, waar de knoest was afgebroken. Ze wist meteen dat het onmogelijk zou zijn naar beneden te klimmen.
De afstand van de tak waarop ze nu zat tot de onderste knoest was veel te groot om te overbruggen. Was ze maar wat langer, dan was het probleem niet zo groot geweest. Costijn had gezegd dat hij zo snel mogelijk terug zou komen. Er zat niks anders op dan op hem te wachten. Met zijn hulp zou ze wel weer uit de boom kunnen klauteren. Voldaan constateerde Christelle dat ze in elk geval hoger was gekomen dan Costijn.
De zelfvoldane glimlach verdween in het daarop volgende uur beetje bij beetje van haar gezicht en maakte plaats voor onzekerheid. Als Costijn niet gauw kwam opdagen, dan zou ze om hulp moeten roepen, maar als haar vader of de graaf erachter kwam dat ze ondanks alle verboden nog steeds in de bomen op het landgoed klom, zou ze er niet genadig vanaf komen.
Terwijl ze overdacht welke straf haar te wachten zou staan, als iemand ontdekte dat ze in de eikenboom zat, hoorde ze in de verte het geluid van een ambulance. Tot haar verbazing zoefde het geluid niet in de verte langs de oprijlaan voorbij, maar kwam steeds dichterbij.
Christelle strekte zich zover mogelijk uit, in een poging de oprijlaan te zien. Door het dichte bladerdak was dat echter onmogelijk en geërgerd liet ze zich weer in haar oude positie zakken. Ze hoorde de ambulance over de brug rijden en meteen daarna viel het geluid van de sirene weg. Met haar benen nog steeds stevig om de dikke tak geklemd, vroeg ze zich af wat de ambulance op Rodenburgh kwam doen. Was er een ongeluk gebeurd? Ze had geen geluiden gehoord die daar op wezen. Was Maurits eindelijk afgeworpen door die wilde hengst van hem? Christelle grijnsde toen ze bedacht dat het een prima verjaardagscadeautje zou zijn voor de bemoeial. De grijns verdween toen ze zich realiseerde dat een ambulance alleen met sirenes reed als er een ernstig ongeluk was gebeurd. Zelfs die vervelende Maurits wenste ze geen afschuwelijk ongeluk toe. Inmiddels hoorde ze de stemmen van de graaf en Maurits over het binnenhof schallen. Tot haar spijt kon ze niet verstaan wat er werd gezegd. De warme zomerwind voerde de opgewonden stemmen mee door de tuinen en Christelle veerde op toen ze die van haar eigen moeder herkende. Wat gebeurde er in vredesnaam allemaal? Ze hoorde portieren dichtslaan en een seconde later reed de ambulance weg.
Christelle bewoog zich onrustig heen en weer op de boomtak. Ze begon helemaal stijf te worden van de ongemakkelijke houding en haar zenuwen waren tot het uiterste gespannen. Ze bevroor toen ze Maurits aan zag komen. Hij liep regelrecht op de eikenboom af en Christelle kreunde inwendig toen ze hem speurend omhoog zag kijken.
"Christelle?" hoorde ze hem roepen.
Ze maakte zich zo klein mogelijk en hoopte tegen beter weten in, dat Maurits weer weg zou gaan.
"Ik weet dat je daar bent," riep hij. "Kom naar beneden."
"Nee," antwoordde Christelle die voor geen goud wilde toegeven dat ze niet alleen naar beneden durfde.
"Ik wil met je praten. Kom naar beneden."
"Hoe weet je eigenlijk dat ik hier ben?" vroeg Christelle.
"Costijn heeft het verteld."
"Costijn zou me nooit verraden," riep Christelle verontwaardigd uit. "Je hebt ons vast weer eens lopen bespioneren."
"Als je niet naar beneden komt, dan kom ik je halen," zei Maurits terwijl hij de ladder overeind zette.
Christelle verbaasde zich erover dat Maurits haar niet boos en belerend toesprak zoals hij altijd zo graag deed. Met argusogen volgde ze zijn bewegingen. Ze kreunde inwendig toen ze zag met hoeveel gemak hij omhoogklom in de boom.
Maurits bleef zitten op de tak onder haar en keek langs de stam omhoog. "Nu begrijp ik waarom je hier al zo lang zit. Je kunt niet terug, of wel soms?"
"Natuurlijk wel," loog Christelle. "Ik wacht op Costijn, want hij moet zien dat ik verder ben geklommen dan hij."
"Schuif maar naar de stam. Als je dan voorzichtig je benen laat zakken, help ik je wel naar beneden."
Christelle deed exact wat Maurits haar opdroeg en liet zich gedwee door hem uit haar benarde positie verlossen. Ze haalde opgelucht adem zodra ze naast hem op de tak zat. Haar spieren trilden onophoudelijk, een logisch gevolg van de krampachtige houding waarin ze meer dan een uur had gezeten. Maurits klom voor haar uit naar beneden en hielp haar zo goed als hij kon.
"Wat deed die ambulance hier?" vroeg Christelle toen ze bijna bij de ladder waren en ze haar oude bravoure terugkreeg.
Toen Maurits geen antwoord gaf keek ze hem over haar schouder aan. Pas nu zag ze de serieuze blik op zijn gezicht. Hij ontweek haar ogen en Christelle voelde de spanning die net was weggeëbd weer toenemen.
Stilletjes daalde ze de ladder af, waarna ze zich omdraaide en afwachtend naar Maurits opkeek.
"Ik wil even met je praten," begon hij.
"Wat is er gebeurd?"
"Ik ben bang dat je vader een ongeluk heeft gehad."
"Papa?" Christelles groene ogen werden groot van schrik. "Papa? Kwam die ambulance voor papa? Wat is er met hem?"
Maurits legde een hand op haar arm en probeerde haar kleine hand vast te grijpen.
"Het was een ernstig ongeluk, Christelle."
"Maar papa wordt toch wel weer beter?"
"Ik... Je moeder is meegegaan met de ambulance. Ze wilde dat ik het je zou vertellen."
"Ik wil naar het ziekenhuis," riep Christelle die zich langs Maurits heen probeerde te wurmen. Hij greep haar echter vast.
"Je kunt je papa niet meer helpen, meisje."
"Ik kan mijn papa altijd helpen," protesteerde Christelle opstandig.
"Dat weet ik, maar deze keer zal het niet lukken. Je vader is gevallen. Hij wordt nooit meer beter. Je vader is..."
"Nee!" gilde Christelle, haar tengere handen tegen haar oren duwend. "Je mag het niet zeggen. Het is niet waar! Mijn papa is niet dood. Mijn papa gaat nooit dood. Nooit!"
Met een wilde beweging duwde ze de veel grotere jongeman van zich af. Haar vlecht danste op haar rug toen ze aan een wilde spurt door het gras begon. Ze wilde naar huis, naar de boerderij waar haar vader gewoon aan het werk zou zijn. Ze hijgde toen ze bij de muur kwam. Voor ze zich op de muur kon hijsen, werd ze van achteren door twee sterke armen beetgegrepen.
Maurits trok het tegenstribbelende meisje stevig tegen zich aan en liet zich in het gras zakken. Het duurde een eeuwigheid voor de woede in het meisje afnam en plaats maakte voor verdriet, zo schrijnend dat Maurits haar pijn in zijn eigen hart voelde. Hij staarde over het hoofd van het kind heen. Zijn ogen vol verdriet, vol medelijden en vol schuld…
De hoge schuiframen van slot Rodenburgh waren bijna allemaal opengeschoven zodat de zachte zomerbries vrij spel had. De wind voerde niet alleen warme lucht met zich mee. Ook de zwoele, bedwelmende geur van zomerbloemen gleed door de open vensters naar binnen en wervelde via de lange kasteelgangen de zalen in, de trappen op naar boven en nog hoger, naar de ronde kamers in de spitse torens. In een van deze torenkamers klonken zachte harptonen. Twee vrouwen zaten achter hun geliefde instrument en lieten hun slanke vingers geconcentreerd langs de snaren glijden. De ene vrouw was eigenlijk nog maar een tiener, de ander was een stuk ouder. De dunne huid van haar handen was gerimpeld, maar haar vingers raakten nog steeds zonder aarzelen en trefzeker de dunne snaren van de harp.
Maurits hoorde de muziek al toen hij de eerste stap op de stenen wenteltrap zette. Zo zacht mogelijk klom hij naar boven, bang de vrouwen te storen voordat ze klaar waren met musiceren. Hij bleef in de deuropening staan en leunde met zijn rechterschouder tegen de houten deurpost. Zijn ogen gleden over het tweetal dat met hun rug naar hem toegekeerd zat en helemaal opgingen in hun muziek. Het grijze haar van zijn grootmoeder glansde als zilver en stond in schril contrast met het donkere haar van Christelle, dat in een dikke vlecht op de rug van de jonge vrouw hing.
Maurits beet op zijn onderlip en liet zijn ogen onderzoekend over Christelle glijden. Zoals altijd droeg ze een spijkerbroek met daarop een felgekleurd shirt. Haar pony was veel te lang en hing voor haar ogen die toch al nauwelijks te zien waren door de donkergerande bril die ze droeg.
Toen hij voor de zoveelste keer die week constateerde dat Christelle niet bijzonder aantrekkelijk was, besefte hij dat hij moest ingrijpen voor het te laat was. Hij was nog maar enkele weken terug uit Amerika, maar het was hem al snel opgevallen dat zijn broer uitzonderlijk veel tijd aan Christelle besteedde. Aanvankelijk had Maurits gedacht dat hij het zich maar verbeeldde. Christelle was een opgeschoten zeventienjarige, niet bijster aantrekkelijk en heel onzeker. Zeker niet het type waar zijn vierentwintigjarige broer voor viel en zeker niet het soort vrouw waar Costijn serieus in geïnteresseerd was. Hij had gezien dat Christelle nerveus reageerde als Costijn in de buurt kwam en hij wist dat er wat broeide tussen die twee. Hij wist ook zeker dat zijn lieve broertje de dochter van zijn grootmoeders gezelschapsdame als oud vuil zou afdanken zodra hij haar niet meer nodig had. Het laatste waar hij momenteel behoefte aan had, was een fikse ruzie op het kasteel en een tiener met een gebroken hart. Hij moest ingrijpen voor de boel uit de hand liep. Hij wilde niet dat zijn grootmoeder haar gezelschapsdame zou moeten missen, of de uren met Christelle achter de harp zou moeten ontberen.
Christelle mocht dan geen schoonheid zijn, harp spelen kon ze als geen ander, dacht Maurits bewonderend terwijl hij luisterde naar de heldere tonen die de witgepleisterde ruimte vulden. Ze had beslist heel veel talent. Met de juiste scholing zou ze een geweldig harpiste kunnen worden. In twee seconden vormde zich in Maurits hoofd een plan. Hij draaide zich geruisloos om en liep snel de trap af naar beneden. Terwijl hij zich met lange passen door de brede gangen haastte, streek hij gewoontegetrouw door zijn donkere haar. Hij duwde de zware, houten deur die naar zijn studeerkamer leidde open en liet zich achter zijn bureau in de leren stoel zakken. Nog geen minuut later was hij in gesprek met de directeur van de Royal Academy of Music in Londen.
"Christelle! Er is post voor je."
"Post? Uit Engeland? Er staat een stempel op van de muziekacademie in Londen, waarom schrijven die mij nou?" vroeg Christelle verbaasd, haar bril recht op haar neus duwend. Ze haakte haar wijsvinger achter de flap van de enveloppe en scheurde hem open. Haar ogen vlogen over de regels.
"Onmogelijk," fluisterde ze zacht. "Dit moet een vergissing zijn."
"Wat is er?" vroeg haar moeder en Christelle reikte haar zwijgend de brief aan. "Maar dit is geweldig! Dit is precies wat je graag wilde," riep haar moeder opgetogen nadat ze de brief had gelezen.
"Ik wil helemaal niet naar Engeland om harp te studeren. Ik wilde gewoon ergens het conservatorium doen."
"Maar dit is toch een kans uit duizenden?"
"Hoe weten die mensen wie ik ben? Hoe komen ze aan mijn adres? Ik begrijp dit niet. De brief is nota bene ondertekend door de directeur zelf."
"Zou de oude gravin het voor je geregeld hebben? Ze vindt het zo geweldig fijn dat je ook harp speelt. Ze vertelt me dagelijks hoe ze geniet van de uren die jullie samen spelen."
"Als ze er zo van geniet, dan zou ze niet willen dat ik naar het buitenland vertrek om daar te studeren. Ik ga het haar meteen vragen."
Christelle vouwde de brief dubbel en propte hem in de achterzak van haar spijkerbroek. Het was nog steeds warm zomerweer en ze genoot van de korte wandeling van het huis waar ze met haar moeder woonde, naar het kasteel. Ze klopte beleefd op de deur van het woonvertrek van de oude dame.
"Binnen," hoorde ze de weduwe zeggen.
Christelle duwde de deur open en stapte de weelderig ingerichte kamer binnen.
"Dag Christelle. Hadden we een afspraak?"
"Nee, nee," haastte Christelle zich te zeggen. "Ik wil u alleen iets vragen."
"Zeg het eens, meisje."
Christelle overhandigde de brief aan de dame tegenover haar. De douairière zette haar bril op en las de brief aandachtig.
"Dat is geweldig! Wel jammer dat je weggaat, dan kunnen we niet meer zo vaak samen spelen."
"Mag ik vragen of u soms een goed woordje voor me heeft gedaan bij die academie? Ik heb me daar helemaal niet ingeschreven en begrijp niet hoe ze aan mijn adres komen."
"Kind, nee. Ik zou me nooit durven bemoeien met jouw zaken. Ik denk dat je bij Maurits moet zijn. Die is al jaren bevriend met de directeur daar."
"Maurits?" zei Christelle verbaasd. "Waarom zou hij dit doen?"
"Geen idee, ga het hem vragen, zou ik zeggen. Hij is aan het werk in zijn studeerkamer."
In gedachten verzonken verliet Christelle de kamer. Via de grote hal liep ze naar de vertrekken waar Maurits zijn intrek had genomen na de onverwachte dood van zijn ouders. Waarom zou Maurits dit doen? De deur naar de studeerkamer van de jonge graaf stond open en Christelle liep zonder te kloppen verder. Maurits keek op van zijn werk en kwam overeind.
"Christelle," zei hij vriendelijk. "Kom verder. Kan ik je ergens mee helpen?"
Christelle overhandigde hem de brief en bestudeerde zijn gezicht terwijl hij hem las.
"Heb jij dit geregeld?" wilde ze weten zodra Maurits opkeek.
"Dat heb je snel ontdekt," lachte de lange man.
"Je grootmoeder suggereerde dat jij er wat mee te maken zou kunnen hebben. Waarom heb je dit gedaan?"
"Ik vind dat je te veel talent hebt voor een gewoon conservatorium. Ik dacht je een dienst te bewijzen."
"Mij een dienst bewijzen? Wat moet ik in Engeland? Ik kan mijn moeder toch niet zomaar alleen achterlaten?"
"Ben je van plan het aanbod af te slaan?"
"Jazeker. Ik heb een uitstekende plaats gekregen op een conservatorium hier in de buurt en ik ben niet van plan mijn hele planning om te gooien omdat jij me even een plaatsje bezorgt op een van de meest prestigieuze opleidingen in Europa!"
Christelle had Maurits recht aangekeken terwijl ze sprak en het was haar niet ontgaan dat hij zijn lippen op elkaar perste. Ondanks zijn duidelijke irritatie liet hij haar uitspreken. Altijd een gentleman, dacht Christelle spottend.
"Ik wil dat je gaat," was het enige wat Maurits uiteindelijk zei.
"Wat?" vroeg Christelle verbijsterd.
"Je gaat en daarmee uit!"
"Wie denk je wel dat je bent?"
"Christelle, het is een wereldkans die je niet kunt laten schieten omdat je..."
"Omdat ik wat? Denk je nu echt dat ik me door jou de wet laat voorschrijven? Wat moet ik zover van huis? En hoe denk je dat ik zo'n dure studie moet betalen? Ik zal het zo druk hebben met afwassen en kranten bezorgen, dat ik geen tijd heb om te studeren."
"Ik betaal wel."
Christelles mond viel open van verbazing. Maurits was geen gulle gever. Iedereen wist dat hij zorgvuldig met zijn geld omsprong en hij moest wel een heel goede reden hebben om haar zo'n genereus aanbod te doen.
"Waarom wil je me hier zo graag weg hebben?" vroeg ze zacht.
Maurits nam weer plaats in de leren stoel achter zijn bureau en zuchtte diep.
"Ik had gehoopt dat we dit onderwerp zouden kunnen omzeilen," begon hij voorzichtig.
"Welk onderwerp?"
"Costijn…"
"Wat heeft hij hiermee te maken?" wilde Christelle met toegeknepen ogen weten.
"Dat weet je dondersgoed. Ik ben echt niet blind en zie wat er zich hier allemaal afspeelt."
"O ja? Wat dan wel?"
"Christelle, doe niet zo moeilijk. Costijn zal je hart breken. Hij zal je laten vallen zodra het nieuwe eraf is. Dat doet hij met al zijn liefjes."
"Probeer je me duidelijk maken hoeveel hij op je lijkt?" bitste Christelle. Ze zag de grijze ogen flikkeren en bond iets in. Uiteindelijk was deze man haar moeders werkgever en ze kon geen ruzie met hem gaan maken.
Maurits duwde de papieren waaraan hij had zitten werken boos van zich af en keek haar streng aan.
"Je gaat en daarmee is de discussie gesloten!"
"Ik ga niet," siste Christelle, haar goede voornemens vergetend. "Wanneer hou je in godsnaam op met commanderen? Mijn hele leven loop je je met mij te bemoeien. Ik ben het spuugzat!"
Christelle plantte haar handen stevig op het notenhouten bureau en boog zich voorover. "Ik ben zeventien jaar. Ik ben oud en wijs genoeg om mijn eigen boontjes te doppen. Als ik iets met je broer wil beginnen, dan is dat mijn keus. Jij hebt daar niets mee te maken."
"Je weet niet wat je zegt. Ik heb geen zin te gaan zitten wachten tot je met een gebroken hart bij me komt uithuilen."
"Mijn hart zal niet breken en als dat ooit wel gebeurt, kom ik zeker niet bij jou uithuilen," katte Christelle die steeds bozer werd. "Je bent mijn vader niet. Mijn vader is al jaren dood. Je kunt zijn plaats niet innemen."
"Dat wij ik helemaal niet, maar er zal toch iemand moeten zijn die ervoor zorgt dat je geen puinhoop van je leven maakt."
"Zoals ik al zei, kan ik prima voor mezelf zorgen," antwoordde Christelle, met een woedend gebaar haar vlecht naar achteren slingerend. "Ik heb nooit om je hulp gevraagd. Jij hebt die altijd aan me opgedrongen!"
Maurits lachte schamper voor hij overeind kwam en de deur naar de gang sloot. "Ik meen me anders te herinneren dat je maar wat blij was toen ik je destijds uit de eikenboom kwam redden."
"Dat was niet nodig geweest als die broer van je de ladder had laten staan."
"En die keer dan dat je vast kwam te zitten in het drijfzand bij de rivier? Als ik je niet had gemist, had je nog een eeuwigheid aan die boomstronk gehangen."
"Dat je me af en toe hebt gered, betekent niet dat je mijn leven moet bepalen!"
"Af en toe?" grijnsde Maurits. "Kun je je die griezel nog herinneren die zich tijdens het schoolfeest aan je opdrong, vorig jaar?"
"Ja," snauwde Christelle. "Ik begrijp nog niet waarom je het noodzakelijk vond hem tegen de vlakte te slaan."
"Hij was onbeschoft en zat aan je."
"Mijn hemel, Maurits. Er waren een paar honderd mensen in die zaal. Ik kon hem echt zelf wel aan. Ik schaam me nog als ik eraan terugdenk en ik kan nog boos op je worden, omdat je het nodig vond me al om half twaalf op te halen."
"Ik voel me nou eenmaal verantwoordelijk voor je, Christelle."
"Waarom? We zijn niet eens familie. Ik voel me ontzettend belemmerd in mijn vrijheid door jou. De tijd dat je in Amerika studeerde, waren een verademing."
"Zo erg kan het toch niet zijn?" wilde Maurits met opgetrokken wenkbrauwen weten.
"Zo erg is het wel. Ik wil dat je je vanaf vandaag niet meer met mijn leven bemoeit. Nooit meer. Je bent mijn grote broer niet en je bent mijn vader niet. Ik heb jouw bemoeizucht niet nodig en ik ga niet naar Londen."
Christelle richtte zich op en keek naar Maurits die vlak voor haar stil was blijven staan. Hij vouwde zijn armen over elkaar en keek stoïcijns op haar neer. "Het spijt me voor je," sprak hij zacht. "Maar je gaat wel degelijk."
"Je kunt me niet dwingen."
"Dat kan ik wel."
"Hoe?" fluisterde Christelle.
"Je moeder heeft hier een fantastische baan, vind je niet? Het zou jammer zijn als ze naar ander werk moest uitkijken."
"Hoe durf je!" siste Christelle verontwaardigd. "Wat heb ik je misdaan, Maurits? Hoe kan iemand zo gemeen doen?"
"Ik doe niet gemeen, Christelle," reageerde Maurits rustig. "Ik probeer je een boel hartzeer te besparen en mezelf een fikse ruzie met mijn broertje. Bovendien vind ik echt dat je talent hebt. Regeren is vooruitzien en ik weet dat dit op lange termijn voor iedereen het beste is."
"Weet je, ik vond je vroeger veel aardiger. Sinds je vader is overleden en je de verantwoordelijkheid voor het slot op je hebt genomen, ben je zo serieus en zo afstandelijk geworden. Helemaal nu je met dat bedrijf bezig bent. Je was altijd al een bemoeial, maar vroeger konden we nog eens lachen. Het lijkt wel alsof je dood bent van binnen. Je gedraagt je als een verbitterde, oude man van tachtig!"
"Hou je mond, Christelle."
"Geen denken aan. Weet je wel hoe ze dat noemen, zo'n voorstel als jij me net hebt gedaan? Chantage!"
"Christelle!" donderde Maurits' zware stem door de ruimte. "Nu is het genoeg. Nog één woord en ik leg je over mijn knie. Over twee weken vertrek jij naar Londen en daarmee basta!"
Christelle keek de boze man tegenover haar woedend aan. Ze voelde zich klemgezet, maar ze kon weinig anders doen dan bakzeil halen.
"Ik ga naar Londen," fluisterde ze met gebalde vuisten. "Maar denk maar niet dat ik ook maar een rooie cent van je accepteer!"
Ze duwde Maurits boos aan de kant en stormde de studeerkamer uit. Haar hart bonsde in haar keel en haar handen trilden van woede. Waar haalde die opgeblazen kikker het lef vandaan? Hoe durfde hij zich zo met haar leven te bemoeien?
Christelle opende de zware voordeur van het kasteel en roffelde de zeven treden van het bordes af. Ze struikelde bijna over de hond die onderaan de treden zat te wachten.
"Kom op, Nero, ten strijde!" riep ze tegen de zwarte labrador. De hond sprong op en stormde voor haar uit in de richting van de bossen.
Maurits keek door het getinte raam van de Mercedes naar het landschap dat aan hem voorbijgleed. De beelden drongen nauwelijks tot hem door. Hij was met zijn gedachten bij de komende ontmoeting met de directie van Office Design. Hij dat hij de belangrijke deal vandaag kon sluiten, maar niets was de laatste tijd nog zeker. Al negen jaar lang bracht hij met succes bedrijven uit verschillende landen bij elkaar die in dezelfde branche werkzaam waren. In die negen jaren had hij met zijn personeel talloze fusies succesvol begeleid. De samenwerking met zijn klanten was doorgaans plezierig verlopen en dat kwam voornamelijk door zijn drang naar perfectie. Het afgelopen jaar had hij er stevige concurrentie bij gekregen van een nieuw bedrijf dat uit het niets leek te zijn opgedoken. De eerste keer dat een miljoenenorder aan zijn neus voorbij was gegaan, had hij het zichzelf verweten. Hij had teveel aan zijn hoofd gehad en daarom de deal niet goed begeleid. De tweede keer had hij zijn wenkbrauwen nadenkend gefronst en toen het de vorige maand voor de derde keer gebeurde, was hij boos geworden. Hij had laten uitvissen wie de onbekende concurrent was en met interesse het rapport gelezen dat op zijn bureau was neergelegd.
EuroFusion heette het nieuwe bedrijf dat werd geleid door een jonge, afgestudeerde econoom en qua opzet veel leek op zijn eigen bedrijf. EuroFusion werkte in dezelfde landen als Rodenburgh International en leek zich op hetzelfde soort klanten te concentreren. Het was Maurits een raadsel hoe het bedrijf erin slaagde hem te slim af te zijn. Hij was een geslaagde zakenman met veel kennis van zaken en veel ervaring. Hoe een nieuw bedrijf met relatief jonge en onervaren mensen in zo'n korte tijd zoveel succes kon boeken, begreep hij niet.
"Nog vijftien minuten, meneer," meldde zijn chauffeur beleefd.
"Dank je, Harry."
Als de problemen met zijn nieuwe concurrent het enige obstakel waren geweest, dan had Maurits zich weinig zorgen gemaakt. Er was echter nog meer aan de hand. Al maandenlang probeerde hij een groot bedrijf, InfoTech International, over te nemen. Stukje bij beetje was hij erin geslaagd een groot percentage van de aandelen te kopen. Nog maar kort geleden was hij ervan overtuigd geweest dat het bedrijf voor het eind van de zomer in zijn bezit zou zijn. De oprichter van het bedrijf had zich altijd verzet tegen een eventuele overname, maar bezat niet de financiële middelen om Maurits een halt toe te roepen. De man bezat zelf vijfendertig procent van de aandelen en Maurits was ervan overtuigd dat de man zijn aandelen zou willen verkopen zodra hij eigenaar was geworden van het bedrijf. Inmiddels bezat Maurits achtenveertig procent van de aandelen en had hij nog maar drie procent nodig om het bedrijf in handen te krijgen. Een van zijn medewerkers had hem echter verteld dat zeventien procent van de aandelen de laatste maanden over was gegaan in handen van een onbekend bedrijf of persoon. Zolang hij dat bedrijf niet kon benaderen, kon hij fluiten naar de aandelen die hij zo hard nodig had. Ook al genoot hij van zijn werk als bemiddelaar tussen Europese bedrijven, zijn hart lag bij de informatie technologie. Hoofdschuddend richtte Maurits zijn aandacht weer op de komende vergadering.
Hij las nog een keer de informatie door die hij had over Office Design. Het bedrijf maakte exclusieve kantoormeubelen die bestemd waren voor de kantoren van topmanagers en was naarstig op zoek naar een ander Europees bedrijf waarmee het kon fuseren. Per toeval had hij de perfecte zakenpartner voor Office Design ontdekt en in zijn gedachten was de deal dan ook eigenlijk al rond.
"We zijn wat te vroeg," hoorde hij Harry opmerken. De wagen minderde vaart en Harry draaide het parkeerterrein op. Hij zette de wagen neer op een voor bezoekers gereserveerde plek. Meteen zag Maurits de luxe BMW die even verderop stond. Het logo van EuroFusion prijkte in sierlijke, gouden letters op de zijkant van de donkere wagen.
Maurits uitte een verwensing. "Wel potverdorie. Nou zitten die jongens me alweer dwars. Hoe bestaat het?"
Op dat moment werd het portier aan de bestuurderskant opengegooid en stapte de chauffeur uit. Harry floot bewonderend tussen zijn tanden toen hij de slanke benen van de vrouwelijke chauffeur zag. Ze droeg een korte, donkerblauwe rok met daarboven een sierlijke witte blouse. Haar lange benen waren gehuld in glanzende panty's en haar voeten in lakschoenen met een lage hak. Eigenlijk verried alleen haar pet dat ze de chauffeur van de wagen was. Ze leunde tegen de motorkap van haar auto en bestudeerde haar nagels. De wind speelde met haar schouderlange haar en plakte haar korte rok tegen haar lange benen. Maurits was ervan overtuigd dat het een knappe vrouw was, maar kon haar gezicht niet goed zien.
"Wilt u dat ik nog een rondje rijd tot de concurrentie is verdwenen?" informeerde Harry.
"Nee," zei Maurits. "Ik geloof dat ik eens een praatje ga maken met die dame daar."
"Maar ze rijdt voor de concurrentie," merkte Harry gealarmeerd op.
"Nog wel," grijnsde Maurits.
"Meneer," begon Harry aarzelend. "U moet geen dingen doen die niet door de beugel kunnen."
Maurits lachte hardop. "Ik zal me aan de wet houden."
Na deze woorden gooide hij het portier open en stapte uit. Hij bleef even stilstaan om zijn verkrampte spieren op te rekken en gooide toen het portier dicht. Nonchalant liep hij naar de jonge vrouw die nog steeds tegen de motorkap van de wagen leunde. Pas nu hij buiten was merkte Maurits hoe warm het was. Hij hield stil op nog geen meter afstand van de vrouw en keek naar het kantoorgebouw van Office Design.
"Enig idee hoe lang je baas nog bezig is?" informeerde hij rustig.
De vrouw draaide haar hoofd langzaam naar hem toe. Maurits werd ogenblikkelijk getroffen door haar klassieke profiel en haar uitnodigende, volle lippen. Ze was echt mooi, zijn instinct had hem niet bedrogen.
"Mijn baas?" vroeg de vrouw. "Ik weet het niet. Ik verwacht dat hij elk ogenblik weer naar buiten komt."
"Met een contract, neem ik aan?"
"Uiteraard. Voor minder rijd ik hem niet."
Maurits schoot in de lach. Als de vrouw sprak schitterden haar hagelwitte tanden tussen haar halfgeopende lippen
door. Ze sprak accentloos Nederlands en formuleerde haar woorden zorgvuldig met een lichte glimlach om haar mond.
"Ik denk dat ik een interessant voorstel voor je heb," zei Maurits, zijn handen in de broekzakken van zijn dure Armani kostuum proppend.
"Dat zal best. Je bent ten slotte van de concurrentie."
"Je bent goed op de hoogte," zei Maurits bewonderend.
"Ik ken het bedrijf van binnen en buiten."
"Dan weet je dingen die ik ook graag zou willen weten," grijnsde Maurits. Hij wilde dat de vrouw haar zonnebril af zou zetten zodat hij haar ogen kon zien.
"Ga je me een aanbod doen?" vroeg ze, terwijl ze haar handen aan weerszijden van haar lichaam op de motorkap zette.
"Ik heb het vage vermoeden dat dat weinig zin heeft," antwoordde Maurits. "Je zou me waarschijnlijk ook niet geloven als ik zei dat ik dringend om een chauffeur verlegen zat."
"Inderdaad."
"Hoe komt het dat EuroFusion me de laatste tijd steeds een stap voor is?" wilde Maurits schaamteloos weten.
"Je moet niet van die moeilijke vragen stellen. Ik ben aangenomen vanwege mijn knappe uiterlijk, niet vanwege mijn hersenen," antwoordde de vrouw.
Maurits lachte. Hij begon steeds meer lol te krijgen in het gesprek met de chauffeuse en vergat bijna waarom hij haar had aangesproken.
"Ik zal de laatste zijn om je schoonheid ter discussie te stellen, maar ik denk dat je heel wat meer hersens hebt dan je wilt laten blijken."
"Waarom zeg je niet gewoon rechtstreeks wat je wilt?" vroeg ze.
"Jouw baas zit me in de weg. Ik begrijp niet waarom hij zich opeens op mijn werkterrein begeeft."
"Jouw werkterrein is anders gemeengoed hoor!"
"Maar ik heb in al die jaren dat ik mijn bedrijf run, nog nooit zo’n last gehad van concurrentie," merkte Maurits rustig op.
"Je klinkt nu als een verwend kind."
Maurits zuchtte. Het was overduidelijk dat de vrouw niet van plan was de antwoorden te geven waar hij op hoopte, maar hij kon haar geen ongelijk geven. Integendeel, de loyaliteit aan haar baas was lovenswaardig. Hij was aanvankelijk van plan geweest haar spelenderwijs uit te horen over haar werkgever en haar daarna een baan aan te bieden in zijn eigen bedrijf. Nu ze echter zo duidelijk liet blijken dat ze niet van plan was te zwichten voor een aanbod van Rodenburgh International, besloot Maurits het plan te vergeten. Toch kon hij zich er niet toe brengen haar gedag te zeggen en terug te gaan naar zijn wagen.
De wind speelde nog steeds met haar korte rok en haar donkere, met koper doorweven haarlokken. Een vleugje van haar verlokkelijke parfum dreef zijn neusgaten binnen en maakte hem zo mogelijk nog bewuster van haar vrouwelijke uitstraling.
"Heb je verder nog wat op je hart?" vroeg ze zachte.
"Zou je me geloven als ik zei dat ik een keer met je uit wil, omdat ik je beter wil leren kennen?"
"Absoluut niet. Ik zou je wel geloven als je zei dat je met me uit wil om me uit te horen over EuroFusion. Waarschijnlijk zou je me vervolgens een baan bij jouw bedrijf aanbieden."
"Dat lijkt me toch te gewaagd,” lachte Maurits. “Ik wil me niet in het grijze gebied tussen legaal en illegaal handelen begeven. Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik je beter wil leren kennen, maar ik begrijp dat je moeilijk kunt uitgaan met de grootste concurrent van je baas, nietwaar?"
"Mijn baas bepaalt niet met wie ik uitga. Ik denk overigens niet dat iemand bezwaar zou maken als ik met je uitging."
"Niet?"
"Nee. Ze zouden mijn handtas volstoppen met microfoontjes en ze zouden natuurlijk schaamteloos gebruik maken van alle informatie die je tijdens ons uitje los zou laten. Nu ik er even over nadenk, is het een geweldig idee. Dus als jij het risico durft te nemen dat ik je uithoor over jouw bedrijf en de informatie vervolgens doorspeel aan EuroFusion, dan wil ik wel met je uit."
"Wat is het leven zonder risico's? Ik ben wel toe aan een beetje leven in de brouwerij en ik denk dat jij de aangewezen persoon bent om voor die actie te zorgen."
"Hier krijg je spijt van," lachte de vrouw.
"Misschien… Binnenkort geef ik een bal op Rodenburgh. Zou je het leuk vinden om te komen?"
"Ah, graaf Maurits geeft een bal in zijn kasteel."
"Je bent echt goed op de hoogte."
"Ik heb mijn huiswerk gemaakt."
"Helaas kan ik je niet ophalen, waar je ook woont. Ik moet de gasten ontvangen. Zal ik mijn chauffeur sturen?"
"Nee, dankt je. Ik rij liever zelf."
"Zoals je wilt. Volgende week zaterdagavond. Afgesproken?"
"Ik neem aan dat de dames in het lang komen?
"Inderdaad. Ik heb je naam trouwens niet goed verstaan."
"Ik heb mijn naam helemaal niet genoemd, dat weet je best."
"Ga je het me nog vertellen?"
De vrouw stak haar slanke hand uit en Maurits liet zijn vingers om de hare glijden. Het contact sloeg een golf door zijn lichaam waardoor hij automatisch de greep op haar hand verstevigde. Ze tilde met haar vrije hand de zonnebril omhoog en keek hem recht aan toen ze zich voorstelde.
"Maria..."
"Ik geloof dat je baas naar buiten komt," onderbrak Maurits haar toen hij de man vanuit zijn ooghoeken het gebouw uit zag komen.
Hij liet haar hand los, zij het met tegenzin. "Ik zie je volgende week," zei hij rustig waarna hij zich omdraaide en terugliep naar zijn eigen wagen. Hij opende het portier, greep zijn spullen van de achterbank en gaf Harry enkele instructies. Enkele seconden later passeerde hij Maria's werkgever toen hij met zijn lange benen naar de entree van het kantoor liep. Hij groette de man met een hoofdknik en kon een kwajongensachtige grijns niet onderdrukken. De man mocht een geweldige chauffeuse hebben, hij was degene die een afspraak had. Maurits floot tevreden een deuntje tussen zijn tanden terwijl hij door de draaideur naar binnenliep en terugdacht aan de stralende, met goud doorspikkelde ogen die hem zojuist een seconde hadden aangekeken.
Een uur later verliet hij Office Design. Tot zijn vreugde was het hem deze keer gelukt de order in de wacht te slepen, ondanks het feit dat EuroFusion nog voor hem een meeting met de directie van Office Design had gehad.
Op de terugweg naar Rodenburgh concentreerde Maurits zich op zijn werk en bande hij de plezierige herinnering aan de ontmoeting met Maria uit zijn gedachten. Halverwege de rit ging de telefoon. Maurits voelde zijn goede humeur verdwijnen toen zijn medewerker Stef meldde dat hij nog steeds niet had kunnen achterhalen wie de zeventien procent aandelen had opgekocht waar Maurits zijn zinnen op had gezet.
"Hoe is het mogelijk!" mopperde Maurits in de telefoon. "Heb ik eindelijk een bedrijf gevonden waar ik verder mee wil, lukt het me niet om eenenvijftig procent van de aandelen bijeen te krijgen. Iedereen weet dat het bedrijf niet geweldig draait en ik heb met gemak alle andere aandelen kunnen kopen."
"Misschien is er nog iemand die weet dat het bedrijf met de juiste leiding een miljoenenwinst zou kunnen maken," opperde Stef.
"Ik wil dat je doorzoekt. Bel Armand en Peter. Misschien hebben zij een vermoeden. En Stef, als je die aandelen vindt, doe er dan een goed bod op."
"Doe ik."
"En Stef, zoek eens uit wat EuroFusion moet kosten."
"Dat meen je niet."
"Jawel. Ik ben hun gestook zat. Vanmorgen stond hun wagen pontificaal voor de deur van Office Design geparkeerd. Gelukkig ben ik met de order de deur uitgelopen, maar het had niet veel gescheeld. Ik wil niet dat ze me nog langer voor de voeten lopen. Het wordt toch tijd dat we weer uitbreiden, laten we dat dan maar doen door EuroFusion op te kopen en dat personeel aan ons bestand toe te voegen."
Maurits grijnsde in zichzelf toen hij even aan Maria dacht. Ze zou het hem hoogst kwalijk nemen als hij op deze manier haar nieuwe werkgever werd. Tenzij ze de samenwerking natuurlijk net zo aanlokkelijk zou vinden als hij.
Harry klakte met zijn tong toen Maurits had opgehangen.
"Wat?" wilde Maurits weten.
"Ik zeg niets," mompelde de chauffeur, nauwelijks verstaanbaar.
Het was een bloedhete zomerdag geweest en ondanks de witte, dikke muren was het op slot Rodenburgh warm geworden. Overal stonden de ramen wijd open om de zachte bries binnen te laten, die wellicht enige verkoeling zou kunnen brengen.
In de balzaal van Rodenburgh waren de voorbereidingen voor het feest in volle gang. Jasper, de al wat oudere butler die al jaren bij de familie in dienst was, voerde met ijzeren discipline het personeel aan. Met zijn krakende stem deelde hij de ene order na de andere uit. Zijn scherpe blik gleed kritisch over de tafels met de versiering in de zaal. Zodra hij iets zag wat hem niet beviel, gaf hij opdracht de fout te herstellen. Hij liep op een reusachtig bloemstuk van rozen, en lelies toe om een paar bloemen opnieuw te schikken, ondertussen kritisch luisterend naar het ensemble dat bezig was de instrumenten te stemmen. Daarna maakte hij nog een laatste rondje langs de rijkelijk versierde tafeltjes. Hij trok hier en daar een puntje van de damasten tafelkleden recht, controleerde met een spiedend oog het kristal en het zware zilver, raapte een draadje van de vloer en keerde zich bij de deur ten slotte tevreden om. Juist op dat moment kwam Maurits binnen, gekleed in een klassieke smoking met een eenvoudige vlinderstrik om de boord van zijn peperdure overhemd.
"Alles is klaar, meneer," zei Jasper.
"Alleen die violen moeten ze nog wat beter op elkaar afstemmen, maar ik weet zeker dat ze dat zelf ook wel hebben gehoord."
"Ik zie dat mijn grootmoeder van plan is weer een deuntje mee te spelen," lachte Maurits met een blik op de bekende harp.
"Ik geloof niet dat de douairière zich de kans zal laten ontglippen als ze met een ensemble kan spelen."
"Dat denk ik ook niet. Voor een dame van drieënnegentig is ze nog verbazingwekkend vief, vind je niet?"
"Mevrouw heeft de bewondering van al het personeel," antwoordde de butler formeel.
"Konden mijn ouders hier nog maar bij zijn," verzuchtte Maurits.
"Die gedachte speelt ons allen wel eens door het hoofd, mijnheer. Het personeel uitte overigens vandaag zijn waardering voor het feit dat u hen zo ruim beloont voor het overwerk dat deze avond met zich meebrengt."
"Dat spreekt voor zich. Jasper, ik verwacht vanavond een speciale gast. Ik wil graag dat ze met alle egards behandeld wordt. Het zou me verbazen als ze een van de andere gasten kende. Ik wil niet dat ze zich verloren voelt in de menigte, dus zou je haar naar me willen begeleiden zodra ze arriveert? Het is een lange, bijzonder mooie vrouw met donker haar."
"Natuurlijk mijnheer. Anders nog iets?"
"Nee. Zoals gewoonlijk is alles perfect geregeld."
"Ik geloof dat ik de eerste auto de oprijlaan zie opkomen."
"Je hebt gelijk. Ik ga naar de grote hal om de gasten te begroeten."
Maurits liep met lichte tred door de brede gangen van zijn kasteel naar de majestueuze hal, genietend van de feestelijke bloemdecoraties langs de wanden. De brede, dubbele deur van de entree stond vanwege het warme weer open. Hij zag zijn eerste gasten dan ook de treden van het bordes opkomen zodra hij de hal betrad. Met een uitnodigend gebaar heette hij zijn vrienden welkom.
Een klein uur later was het feest in volle gang en wervelden de gasten over de glanzend gepolijste vloer van de balzaal. Het zwart van de smoking van de heren werd naar de achtergrond verdrongen door de bonte schakeringen van avondjaponnen waarin de dames zich hadden gehuld. Maurits bedankte de vrouw van een van zijn beste vrienden met een kleine buiging voor de dans toen de muziek was afgelopen. Hij voegde zich bij een echtpaar dat hij al jaren tot zijn intieme vrienden rekende en voerde een geanimeerd gesprek met hen. Desondanks kon hij niet verhinderen dat zijn ogen met de regelmaat van de klok naar de deur van de balzaal gleden.
"Verwacht je nog iemand?" informeerde Armand geamuseerd.
"Dat weet je dondersgoed," antwoordde Maurits zijn vriend met toegeknepen ogen aankijkend.
"Ah," mengde Armands vrouw, Emilia, zich in het gesprek. "De mysterieuze Maria. Hoe zat het ook weer? Je hebt haar precies drie minuten gesproken en ons sindsdien dagelijks aan haar bestaan herinnerd."
"Om nog maar te zwijgen over het feit dat ze voor de concurrentie werkt," voegde Armand daar aan toe.
"Had ik jullie maar niks verteld," zuchtte Maurits. "Misschien heeft ze zich bedacht en komt ze niet."
Hij pakte een glas wijn van het dienblad dat een van de bedienden hem presenteerde en nam nadenkend een slok. Op dat moment steeg er gemompel op in de zaal, dat ondanks de muziek van het kleine strijkorkest goed hoorbaar was.
"Ik geloof dat je dame zojuist is gearriveerd," grijnsde Armand met een knik naar de deur
Maurits keek opzij en hield onwillekeurig even de adem in. In de deuropening van de balzaal stond een adembenemende vrouw, gehuld in een japon van prachtige, goudkleurige zijde die haar lichtgebruinde huid deed glanzen. Het lijfje van de jurk sloot nauw om haar bovenlichaam en liet haar schouders vrij. Het strakke lijfje ging over in een klassieke, uitwaaierende rok. Om haar schouders droeg ze een omslagdoek van de koperkleurige mousseline die ingenieus om haar armen was gedrapeerd en eindigde in twee smalle ringen die om haar slanke middelvingers waren geschoven. In haar hand hield ze een met lovertjes bezaaid avondtasje. Het haar had ze uit haar gezicht gekamd en bovenop haar hoofd vastgezet met een gouden haarspeld. Vanaf haar kruin golfde het haar in dikke, met koper doorweven donkere slagen verder naar beneden tot net tussen haar schouders. De simpele haardracht benadrukte haar hoge jukbeenderen en volle, uitnodigende mond. Het enige sieraad dat ze droeg, was een driedubbele rij parels met in het midden een bloem van smaragden die dichte tegen de huid van haar hals lag.
Zodra de vrouw Maurits in het oog kreeg, plooiden haar lippen zich in een zachte glimlach die hem weer tot leven leek te wekken.
"Mijn god," fluisterde Maurits terwijl hij Armand zijn wijnglas in de handen duwde zonder zijn ogen van de schoonheid in de deuropening af te wenden.
Hij liep op haar toe, bijna niet in staat te bevatten dat de aantrekkelijke chauffeuse zo ongelooflijk mooi bleek te zijn. Vlak voor haar bleef hij staan, zijn benen licht gespreid. Hij nam haar uitgestoken hand, bracht hem naar zijn lippen en drukte er een handkus op, haar fluweelzachte huid nauwelijks beroerend. Het ontging hem dat alle ogen in de balzaal zich op hem hadden gevestigd.
"Je ziet er adembenemend uit," fluisterde Maurits naar waarheid. "En ik ben blij dat ik eindelijk je ogen echt kan zien," voegde hij daar gemeend aan toe. "Dank je, Jasper," ging hij met een hoofdknik naar de butler verder. Hij trok Maria's arm door de zijne, zich intens bewust van het effect dat ze op hem had en liep langzaam met haar terug naar zijn vrienden.
"Heb je me gemist?" vroeg hij brutaal.
De schoonheid aan zijn zijde lachte zacht.
"Ik geloof," antwoordde ze met lachende ogen. "Dat het beter is als ik daar geen antwoord op geef."
Maurits stelde haar voor aan Armand en Emilia die Maria warm welkom heetten en haar ogenblikkelijk deelgenoot maakten van hun gesprek.
"Het is maar goed dat je bent gekomen, Maria," lachte Emilia schalks. "Maurits had het niet overleefd als je hem een blauwtje had laten lopen."
"Het was natuurlijk wel goed geweest voor zijn opgeblazen ego," voegde Armand daar plagend aan toe.
"Hé, zo kan hij wel weer," zei Maurits. "Wat wil je drinken, Maria?"
Hij wenkte een van zijn bedienden en reikte Maria het glas aan waar ze om had gevraagd. Nadat hij haar even de gelegenheid had gegeven te wennen aan de ambiance boog hij zich voorover en vroeg hij haar fluisterend of ze met hem wilde dansen. De gouden schittering in haar zachtgroene ogen straalde hem tegemoet toen ze hem antwoord gaf.
"Als je belooft niet op mijn tenen te trappen," zei ze met fluwelen stem.
"Die tijd heb ik achter me," grinnikte Maurits.
Hij legde zijn hand lichtjes op haar onderrug en leidde haar naar de dansvloer. Het ensemble zette net een rustige wals in, precies het soort dans waar Maurits op gehoopt had. Het kostte hem moeite zijn gezicht in de plooi te houden toen hij merkte welk effect Maria op hem had zodra haar lichaam tijdens de dans nauw in contact kwam met het zijne. Nog nooit in zijn leven had een vrouw hem zo geraakt en dat terwijl hij haar nauwelijks kende. Hij leidde Maria moeiteloos tussen de andere paren door.
"Wie heeft jou leren dansen?" wilde hij na enkele minuten weten.
"Ik heb een goede leermeester gehad."
"Iemand die nog steeds een rol in je leven speelt?"
"Waar zit je naar te vissen?" lachte Maria, haar hoofd in haar nek leggend om hem beter te kunnen aankijken.
"Vissen? Ik? Hoe kom je erbij?" antwoordde Maurits grijnzend. "Vertel eens, wat doet een vrouw met zoveel hersens bij mijn concurrent?"
"Ah, begin je me nu uit te horen?"
"Nee, dit is pure belangstelling voor jou. Op een of andere manier ben je te slim voor je beroep."
"Zijn chauffeurs dan per definitie domme mensen?" wilde Maria met opgetrokken wenkbrauwen weten.
"Nee, natuurlijk niet. Het zijn heel capabele mensen met veel gevoel voor verantwoordelijkheid, maar jij bent anders. Het zou me niet verbazen als je een goed ontwikkeld ,zakelijk instinct hebt. Wat doe je in je vrije tijd?"
"Ik ben dol op muziek, net als iedereen eigenlijk. Verder ben ik voorzitter van een beleggingsclub."
"Waarin beleggen jullie?" wilde Maurits meteen weten.
"Alles wat geld oplevert."
"Mag ik meedoen?"
"Absoluut niet. De club bestaat uitsluitend uit wouwen."
"Laat Emilia het maar niet horen, die is altijd wel geïnteresseerd dergelijke activiteiten. Ze is architect en leidt haar eigen bureau."
"En wat doe jij in je vrije tijd?"
"Helaas heb ik weinig vrije tijd. Mijn werk zie ik deels als een hobby dus ook in de avonduren ben ik vaak in mijn studeerkamer te vinden. Verder gaat mijn spaarzame tijd op aan het besturen van dit kasteel met alles wat erbij hoort. Mijn broer zou ook het een en ander moeten doen, maar hij is nogal rusteloos en schuift de zaken graag voor zich uit. Ik had hem trouwens nog verwacht vanavond. Waarschijnlijk is hij het hele feest vergeten."
"Is het moeilijk dit kasteel in goede staat te houden?"
"We hebben onze problemen gehad, financieel bedoel ik, maar de laatste jaren zijn we in rustiger vaarwater gekomen en loopt alles naar wens."
"Ik dacht dat een zakelijk wonder als jij weinig last zou hebben van financiële problemen?"
Maurits zuchtte voor hij antwoord gaf. "Laten we maar zeggen dat onze problemen werden veroorzaakt door uit de hand gelopen activiteiten van iemand uit de familie. Erg geheimzinnig hoef ik er niet over te doen, want de kranten hebben er bol van gestaan. Gelukkig zijn die problemen voorbij. De laatste jaren heb ik miljoenen in het onderhoud en de restauratie van het kasteel gepompt. Ik ben er openlijk trots op. Het is per slot van rekening mijn erfgoed dat ik graag aan mijn nageslacht zal overdragen."
"Ik wil niet onbeleefd lijken, maar wordt het dan geen tijd dat je aan dat nageslacht gaat werken?"
"Ah, nu klink je als mijn grootmoeder. Ze zeurt me al jaren aan mijn hoofd om achterkleinkinderen. Ik kan haar maar niet duidelijk maken dat het niet zo eenvoudig is een vrouw te vinden, die aan mijn eisen voldoet."
"Stel je misschien te hoge eisen?"
"Ik ben geen gemakkelijke man, Maria. De vrouw die met mij trouwt, zal af en toe heel wat met me te stellen krijgen."
Met een hoorbare zucht van spijt bracht hij haar terug naar zijn vrienden toen de dans was afgelopen. Maria glipte bij hem vandaan en begon een gesprek met Emilia over haar beleggingsclub. Maurits en Armand luisterden met opgetrokken wenkbrauwen naar de beurservaringen die de twee vrouwen uitwisselden. De vaktermen vlogen over en weer. Maurits kon zijn ogen niet van Maria afhouden. De omslagdoek was van haar schouders gegleden, een zijdezachte, lichtgetinte huid ontblotend. Haar handen bewogen elegant door de lucht als ze haar woorden kracht bijzette met gebaren. Haar zacht stem klonk verleidelijk en sensueel in zijn oren. Het was overduidelijk dat ze was gezegend met een meer dan gemiddeld verstand. Niets was aantrekkelijker, concludeerde Maurits terwijl hij stond te kijken, dan een vrouw die net zo slim was als ze mooi was. Hij kreeg de onbedwingbare neiging Maria voor zich op te eisen.
"Maria, kan ik je verleiden tot een rondgang door het kasteel?" vroeg hij, het gesprek beleefd interrumperend.
"Schaam je!" riep Emilia hem op zijn vingers tikkend. "Je kunt als gastheer het feest niet verlaten."
"Ik kan alles doen waar ik zin in heb," antwoordde Maurits, zijn ogen niet van Maria afwendend.
"Ik wil het kasteel dolgraag zien," antwoordde Maria tot zijn vreugde.
Met een klein handgebaar naar de deur liet Maurits Maria voorgaan. Hij was zich er terdege van bewust dat zijn vrienden hem gadesloegen. Wat hij niet wist, was dat er talloze weddenschappen werden afgesloten zodra de deur achter hem in het slot viel.
"Wat wil je het eerst zien?" vroeg Maurits die voelde hoe een bijna kinderlijke opwinding zich van hem meester maakte.
"Alles," glimlachte Maria.
"Dat kan vanavond niet. Je zult helaas moeten terugkomen," zuchtte Maurits gespeeld.
"Laat me dan de plekken zien die het meest voor je betekenen," stelde ze voor.
"Goed," antwoordde Maurits en hij greep Maria's hand. "Als eerste laat ik je de mooiste toren zien. Van daaruit heb je schitterend uitzicht over de oprijlaan en een deel van de landerijen. Maria giechelde toen hij haar achter zich aan trok de stenen wenteltrap op naar de bovenste kamer in de ronde hoektoren.
Maurits duwde Maria voor zich uit naar de kleine torenramen en schoof er een open zodat de zwoele zomerbries naar binnen kon waaien. Hij ging vlak achter haar staan en keek naar de uitdrukking op haar gezicht. De emoties die hij weerspiegeld zag, verbaasden hem. Onbewust gleden zijn ogen naar de welving van haar borsten. De roomwitte huid van haar borsten werd omhooggestuwd door haar strakke kleding. Maria hijgde nog licht van het rennen waardoor haar buste zacht op en neer deinde.
Zelden had Maurits zoveel moeite gehad zijn handen thuis te houden. Wat deed deze vrouw met zijn verlangens? Waarom voelde alles wat ze zei en deed goed, alsof het zo zijn moest, alsof ze aan zijn zijde hoorde? Hij probeerde zijn gevoelens te ontkennen terwijl Maria de torenkamer bekeek. Hij kon onmogelijk zo reddeloos verliefd zijn op een vrouw die hij nauwelijks kende en toch... Hij wilde bij haar zijn, haar vasthouden en haar beter leren kennen.
Omdat hij maar al te goed wist dat hij zijn kansen zou verpesten als hij overhaast te werk ging, besloot hij zijn gevoelens te verbergen. Voorlopig mocht Maria niets weten van zijn verliefdheid.
Een half uur lang leidde Maurits haar rond door het kasteel, elke reactie nauwlettend gadeslaand. Ze leek oprecht onder de indruk van al het moois. Als laatste bracht hij haar naar de muziekkamer die hij had laten inrichten voor zijn grootmoeder die niet langer de wenteltrap naar de torenkamer kon beklimmen. Het was een rechthoekige, grote ruimte die grensde aan zijn studeerkamer. Vier schuiframen die tot het hoge plafond reikten, gaven een spectaculair uitzicht over de symmetrische tuinen aan de achterzijde van het slot. Links in de kamer stond een vleugel. Vlak onder een van de ramen stond een chaise longue die bekleed was met een rood velours. Maria staarde met open mond naar alle kostbaarheden en het klein antiek dat langs de muren stond, ondertussen naar de vleugel lopend. Ze keek even naar de muziekboeken die op het instrument klaarlagen. Met ineengeslagen handen liep ze naar het midden van de zaal. Vlak bij de chaise longue bleef ze staan.
"Dit is absoluut goddelijk," fluisterde Maria met ingehouden adem.
"Net als jij," antwoordde Maurits serieus.
Maria wierp een verwarde blik over haar schouder. Toen ze zijn ogen ontmoette, sloeg ze haar gitzwarte wimpers neer,
"Maurits, ik..." begon ze, naar haar ineengestrengelde handen kijkend.
Een luid gepiep in de deuropening deed hen beiden opkijken. Maurits keek verbaasd naar de reusachtige, zwarte labrador die met een onverwacht luid gejank naar voren stormde. Voor Maurits kon reageren op het ongebruikelijke gedrag van zijn hond, sprong Nero met zijn volle gewicht tegen Maria op. Ze verloor haar evenwicht en tuimelde achterover tegen Maurits aan, die er nog net in slaagde zijn armen om haar middel te slaan voor ze samen onderuit gingen en op de chaise longue terechtkwamen. Maria leek niet bang te zijn voor de hond en probeerde lachend de uitgelaten hond van zich af te houden.
"Nero, af!" gelaste Maurits streng.
Ogenblikkelijk droop de hond af naar de deur waar hij zich op de drempel liet zakken.
"Het spijt me," begon Maurits. "Normaal gesproken gedraagt hij zich voorbeeldig."
Zijn armen lagen nog steeds om Maria's middel. Geboeid staarde hij naar de vrolijke uitdrukking op haar gezicht. Opeens werd hij zich heel bewust van de betoverende vrouw op zijn schoot. Zijn rechterhand gleed als vanzelf naar haar gezicht waar hij een zachte haarlok achter haar oor duwde. Hij zag Maria weer onzeker met haar wimpers knipperen en verlegen opzij kijken. Ze bewoog onrustig heen en weer op zijn schoot wat een kreun aan Maurits ontlokte.
"Gezien de positie waarin we ons bevinden," begon hij zacht, "lijkt het me raadzaam als je stopt met wiebelen."
Geamuseerd keek Maurits toe hoe zich een lichte blos over Maria's gezicht verspreidde toen ze zich bewust werd van zijn groeiende verlangen.
"Ik ga me niet verontschuldigen voor het feit dat mijn lichaam reageert als dat van een gezonde man," fluisterde Maurits. "Hoe komt het dat je dit met me kunt doen? Ik ken je nauwelijks. Waarom heb ik dan het gevoel dat je deel van me uitmaakt, dat je zo bijzonder bent en tegelijk zo vertrouwd? Waarom voelt alles bij jou zo perfect aan. Je bent mooi, intelligent, maar er is nog iets anders. Geloof je in liefde op het eerste gezicht?"
"Ik eh… Ik denk dat we... Maurits, we moeten praten."
"Dat doen we toch? Ik geloofde nooit in die onzin, maar nu weet ik het niet meer. Vanaf het moment dat ik je zag, heb ik dagelijks aan je gedacht en van je gedroomd. Wie ben je?"
Hij legde zijn vingers onder haar kin en draaide haar hoofd langzaam naar zich toe. De blik in haar groene ogen deed zijn hart sneller kloppen. Met smekende ogen keek ze hem aan toen hij zijn vingers strelend over de zachte huid van haar hals naar beneden liet glijden.
"Maurits, niet doen.”
"Waarom niet? Je trilt als een espenblad. Is dat van verlangen of van afkeer?"
"Dit kan niet," fluisterde Maria ademloos.
"Jij voelt het ook, nietwaar? Dat vreemde verlangen, dat gevoel van eenheid… Ik laat je los zodra je zegt dat je niets van me wilt weten, dat ik de grenzen overschrijd en me aan je opdring."
Maria opende haar mond, bewoog haar lippen woordeloos waarna ze Maurits weer smekend aankeek. Ze snakte naar adem toen hij zich iets oprichtte en de zijdezachte huid in haar hals streelde met zijn lippen. Zodra Maurits voelde hoe geëmotioneerd ze reageerde op zijn lichte aanraking bedacht hij zich geen moment. Hij zakte achteruit tegen het rode velours van de rugleuning van de chaise longue. Met zijn wijsvinger tilde hij haar hoofd iets op, waarna hij haar lippen met de zijne beroerde.
"Ik wil je kussen," mompelde hij tegen haar halfgeopende mond. "Wijs me in godsnaam niet af…"
Nog nooit in zijn leven had hij iets zo graag gewild, zo verlangd naar een vrouw en zich zo onzeker gevoeld als in die luttele momenten waarin hij op haar reactie wachtte. De seconden die verstreken leken een eeuwigheid te duren. Maurits kreunde zacht toen Maria haar uitnodigende lippen zacht tegen de zijne bewoog. Hij trok haar dichter naar zich toe, haar tegen zich aanklemmend alsof hij haar nooit meer wilde laten gaan. Tegelijkertijd veroverde hij haar mond met een alles verterende kus die zijn eigen hart wild op hol deed slaan. Hij kreunde toen ze snikkend reageerde op het verleidelijke ritme waarmee zijn tong de zoete warmte van haar mond veroverde. Haar adem kwam met horten en stoten waardoor haar borsten op en neer bewogen en de verleidelijke rondingen zacht langs zijn smoking schuurden.
Maurits verloor alle besef van tijd, vergat de gasten in de balzaal, vergat zijn goede voornemens en gaf zich ongeremd over aan de verlangens die deze onbekende vrouw in hem losmaakte.
Hij draaide Maria om in zijn armen en vlijde haar zacht met haar rug op het rode velours waarna hij haar gezicht met talloze kussen bedekte.
"Wat gebeurt er met ons?" fluisterde hij tussen zijn liefkozingen door. "Ik herken mezelf niet meer, wat doe jij met mij?"
Met zijn tong trok hij een vurig spoor van haar slaap naar de welving van haar borsten. Zijn omfloerste ogen stonden vol verlangen toen hij zijn hoofd ophief en haar aankeek. "Je betovert me. Ik voel me een verliefde schooljongen, een willoze speelbal."
Zijn bekentenis ontlokte een kirrend lachje aan Maria's keel. Toen ze de blik in zijn ogen zag, verdween de lach uit haar ogen en keek ze hem serieus aan.
"We moeten praten," fluisterde ze een hand tegen zijn wang leggend.
"Nee," antwoordde Maurits. "We moeten iets doen aan die verlangens die door ons heen razen. Ik wil je weer zien. Morgen. Ik laat je niet gaan tot je hebt beloofd dat ik je morgen weer zal zien."
"Morgen?"
"Ja, we moeten de rest van ons leven plannen."
"Maurits?" zei de vrouw in zijn armen verbijsterd.
"Ik wil dat je met me trouwt."
"Dat is volstrekt belachelijk."
"Klopt, maar het is onvermijdelijk!"
"Neem me niet kwalijk, maar ik denk dat ik daarin het laatste woord heb," stoof Maria op. "Dat ik je kus, wil niet zeggen dat ik de rest van mijn leven met je wil delen."
"Dat wil je wel, je weet het alleen nog niet."
"Waag het niet mijn leven te willen bepalen."
"Dat wil ik niet," sprak Maurits sussend, verbaasd over haar onverwachte opstandigheid, maar tegelijkertijd geboeid door haar wilskracht. "Ik geef alleen uiting aan mijn gevoelens."
"Ik geloof dat we beter terug kunnen gaan naar de balzaal," zei Maria, zijn onderzoekende blik ontwijkend.
"Zeg me dan in elk geval dat je iets voor me voelt," fluisterde Maurits.
Toen Maria vergeefs naar woorden zocht, formuleerde Maurits zijn verzoek opnieuw. "Zeg me dan dat je niets voor me voelt, dan laat ik je met rust."
"Het overvalt me, Maurits. Jij overvalt me met je woorden en je daden. Hier was ik niet op voorbereid en niet tegen gewapend. Je hebt me geraakt op een kwetsbaar moment. Morgen denk je weer heel anders."
"Onmogelijk."
"Geloof me nou maar."
Maria duwde haar handen zacht tegen Maurits' borstkas en hij kwam overeind, haar meetrekkend in zijn bewegingen. "Heb je spijt van onze kus?" wilde hij fluisterend weten.
"Nee," antwoordde ze hees, "maar het was wel onverstandig en impulsief. Kunnen we nu alsjeblieft terug naar het feest?"
"Natuurlijk," antwoordde Maurits.
Maria snelde voor hem uit door de brede gangen van het kasteel. Maurits verbaasde zich over haar uitstekende geheugen toen hij merkte hoe gemakkelijk ze de weg terugvond.
Zodra ze in de balzaal arriveerden, merkte hij dat het gemompel aanzwol en al zijn vrienden hen nauwlettend gadesloegen. Maria leek het ook te merken. Ze deed een stap in zijn richting en Maurits voelde een golf van beschermingsdrang door zich heen gaan. Zelfverzekerd legde hij zijn rechterarm om haar slanke middel. Hij voelde dat Maria trilde. Ze was overduidelijk nog niet bekomen van de schrik. Hij had beter op zijn woorden moeten letten. Het was absurd om te denken dat ze net zo overspoeld werd door emoties als hij. Zijn aanzoek moest angstaanjagend zijn geweest, net als zijn heftige kussen. En toch, ze leunde nu tegen hem aan, steun zoekend bij hem alsof ze volledig op hem vertrouwde. Maurits kreeg zijn grootmoeder in de gaten die zich onder de gasten had begeven.
"Kom, dan stel ik je aan mijn grootmoeder voor," mompelde hij zacht in Maria's oor.
Zijn grootmoeder had hen echter al in de gaten gekregen en kwam naar hen toe.
"Dag lieve," begon ze. "Ik zocht jullie al. Vermaak je je, meisje?" vroeg ze aan Maria.
Maurits keek verbaasd van de ene vrouw naar de andere. "Hebben jullie elkaar al ontmoet?"
"Ik kwam je grootmoeder tegen in de hal toen ik net gearriveerd was," lichtte Maria toe.
"Had je niet nog een verrassing voor Maurits?" vroeg zijn grootmoeder samenzweerderig aan de schoonheid aan zijn zij.
"Ik denk niet dat ik dat moet doen," fluisterde Maria wanhopig.
"Ik ben dol op verrassingen," mengde Maurits zich nieuwsgierig in het gesprek.
Maria keek onzeker om zich heen voordat ze antwoord gaf. "U krijgt uw zin," zei ze tegen de douairière. "Maar u moet het me niet verwijten als het een mislukking wordt.”
"Dat wordt het niet," antwoordde de adellijke dame.
Maria wendde zich tot Maurits. "Het spijt me," zei ze aarzelend. "Het was niet mijn bedoeling dat het zo zou gaan."
Voor Maurits kon reageren, gleed ze uit zijn omarming en liep ze met elegante passen naar het ensemble, de zijden rokken van haar avondjapon iets optillend. De muzikanten onderbraken hun spel toen ze zich voorover boog en een van de violisten wat in het oor fluisterde. De man knikte bereidwillig.
Er was iets veranderd in Maria's houding, constateerde Maurits, al kon hij niet precies aangeven wat.
Maria sprak op gedempte toon met de musici. Gracieus nam ze even later plaats achter de harp. Het was inmiddels muisstil in de balzaal geworden. Alle gasten volgden ademloos de bevallige bewegingen van de elegante vrouw achter het instrument. Ze legde haar slanke vingers tegen de snaren van het instrument, boog haar hoofd iets voorover en sloot haar ogen. De stilte in de zaal werd als bij toverslag doorbroken door het glasheldere geluid dat Maria's ervaren vingers aan het instrument ontlokten.
Na enkele maten vielen de andere musici in en zwol het geluid aan tot een klaterende stroom van betoverende muziek. Verbijsterd staarde Maurits naar de bewegingen van Maria's armen, haar handen, de houding van haar hoofd en haar schouders. Met gesloten ogen liet hij de waarheid tot zich doordringen.
"Maria," dreunde het door zijn hoofd. "Maria Christelle van Zanten…"
De vrouw aan wie hij zijn hart had verloren, was niemand minder dan Christelle! Christelle die hij negen jaar niet had gezien, die hij negen jaar lang had gezocht en die hem negen jaar lang had ontlopen! Christelle, die hij voor het laatst had gezien toen ze achttien jaar was en ze zij aan zij aan het graf van haar moeder stonden. Christelle, die hem de onverwachte dood van haar moeder verweet, een slungelige puber was met een veel te lange pony, een bril en een beugel.
Het lelijke eendje was veranderd in een adembenemend mooie vrouw die zijn hart in één klap had veroverd. En ze werkte voor zijn grootste concurrent!
Opeens begreep Maurits het! Geen wonder dat hij het gevoel had dat hij haar kende, dat ze zo vertrouwd aanvoelde alsof ze altijd deel uit hadden gemaakt van elkaars leven. Waarom had hij haar niet herkend?
"Ze is geweldig, vind je niet?" hoorde hij opeens zijn broer naast zich wagen.
"Costijn? Waar kom jij opeens vandaan? Wist jij dat Christelle zou komen? Herkende je haar meteen?" fluisterde Maurits zacht, worstelend met zijn gevoelens.
"Natuurlijk herkende ik haar, ik heb haar de laatste jaren regelmatig gezien."
"Wat?" brieste Maurits met ingehouden woede. "En je hebt mij daar niets van verteld? Je wist toch dat ik haar zocht?"
"Christelle wilde het zo," verdedigde Costijn zich.
"Hou op met kibbelen en luister naar die muziek," mengde de douairière zich in het gesprek.
"U wist ook dat het Christelle was, nietwaar?" vroeg Maurits zijn grootmoeder verwijtend.
"Natuurlijk. Ze is geen spat veranderd."
Maurits vocht tegen de emoties die hem overspoelden. Welk spel had Christelle met hem gespeeld? Waarom had ze niet gezegd wie ze was? Nu hij van de schok begon te bekomen, drong de ene vraag na de andere zich aan hem op. Welke rol speelde ze bij EuroFusion? Waar was ze al die jaren geweest? Waarom had ze contact gehouden met Costijn?
Maurits was niet gewend aan tegenwerking. De ergernis over Christelle, die hem met haar koppige houding al die jaren dwars had gezeten, borrelde omhoog en werd heviger. Hij moest zich dwingen haar niet achter de harp vandaan te trekken. Hij perste zijn lippen op elkaar en wachtte met een stoïcijnse blik tot het stuk was afgelopen. Niemand van de aanwezigen was zich bewust van zijn toenemende woede. Zelfs zijn grootmoeder, die hem doorgaans feilloos aanvoelde, ging zo op in de muziek, dat ze niets merkte.
Even plotseling als het stuk was begonnen, eindigde het met een laatste waterval van klanken. Alle aanwezigen, op Maurits na, barstten los in luid applaus. Christelle stond op. Aarzelend richtte ze haar groene ogen op Maurits die haar recht aankeek. Hij bracht langzaam, met een spottende blik zijn handen omhoog en applaudisseerde voor haar. Het was overduidelijk dat hij haar niet complimenteerde met haar muziekspel.
Costijn liep met uitgestoken handen op Christelle toe. Hij was een goedgebouwde man, zij het wat kleiner dan zijn oudere broer en tilde Christelle moeiteloos op, waarna hij haar in het rond zwierde. Christelle ontspande zich en lachte toen hij haar wat toefluisterde. Het ensemble zette weer een dansnummer in. Gretig legde Costijn zijn handen om Christelles middel. Hij leek zijn broer te zijn vergeten, net als alle andere aanwezigen, toen hij met Christelle over de dansvloer wervelde. Ze vormden een verpletterend mooi paar, constateerde Maurits, naar de donkere vrouw en de blonde man kijkend. Ogenschijnlijk onaangedaan begon hij een gesprek met zijn grootmoeder die haar vreugde over Christelles terugkeer niet onder stoelen of banken stak. Zodra de dans was afgelopen en Costijn met Christelle aan zijn zij verscheen, onderbrak Maurits het gesprek echter beleefd. Blindelings zocht zijn hand naar die van Christelle. Hij greep haar slanke vingers beet in een ijzeren greep, waarna hij zich bij zijn grootmoeder verontschuldigde en Christelle achter zich aan trok, de balzaal uit.
Zodra de deur achter hen in het slot viel, verdubbelden de deelnemers aan de weddenschappen hun inzet, onderzoekende blikken werpend op de jongere broer van de graaf Van Rodenburgh.
"Laat me los!" riep Christelle wanhopig. "Maurits, je doet me pijn!"
Christelle keek vertwijfeld naar de brede rug van de lange, gespierde man die haar woest voorttrok door het kasteel. Ze had best geweten dat ze met vuur speelde, maar dat Maurits zo ongelooflijk boos zou worden, had ze zelfs in haar stoutste dromen niet kunnen vermoeden. Ze had zijn woede gezien zodra ze hem na het recital had aangekeken. Het had haar echter onwaarschijnlijk geleken dat hij zijn woede te midden van zijn gasten zou laten blijken. Daar had ze zich danig in vergist.
Maurits beende de trappen op naar de eerste verdieping waar hij de zware, houten deur naar de bibliotheek opende en haar naar binnen duwde. De deur viel met een knal in het slot, de muziek van de balzaal buitensluitend. Met ingehouden woede duwde Maurits Christelle in zijn leren bureaustoel. Zijn handen plaatste hij op de armleuningen aan weerszijden, zijn ogen boorde hij in de hare. Er was niets over van de sensuele man die haar nog geen half uur eerder zo hartstochtelijk had gekust.
"Vertel eens," teemde hij tussen opeengeklemde kaken. "Wat wil je van me? Heb je genoten van je spel? En waar heb je in godsnaam al die jaren gezeten?"
Christelle voelde haar oude opstandigheid met de minuut groeien toen Maurits de zo bekende belerende en vaderlijke toon tegen haar aansloeg.
"Behandel me niet als een kind!" bitste ze. "En ga aan de kant. Ik heb geen behoefte aan een gesprek met jou als je je zo bazig opstelt. Eigenlijk heb ik helemaal geen behoefte aan een gesprek met jou."
"Je komt deze kamer niet uit totdat ik precies weet wat je de afgelopen jaren hebt uitgeweten. Heb je enig idee hoe ongerust ik ben geweest? Ik heb stad en land naar je afgezocht. Wat zeg ik? Ik heb het hele rottige Engeland afgestruind om je te vinden! Ik heb je op je moeders begrafenis gezegd dat je mij op de hoogte moest houden van je bezigheden en prompt verdween je van de aardbodem."
"Wat had jij dan gedacht? Ik was oud en wijs genoeg om voor mezelf te zorgen. Bovendien had ik meer dan genoeg van je."
"Ik heb altijd voor je klaargestaan!"
"Nee, Maurits," zei Christelle. "Jij stond niet klaar, je commandeerde, je deelde orders uit, je gedroeg je alsof je mijn vader was en je bemoeide je met dingen die je niets aangingen. Dat is heel wat anders!"
"Ik was verantwoordelijk voor je," zei Maurits.
"Onzin!" riep Christelle boos.
Ze staarden elkaar aan, geen van beiden van plan een duimbreed te wijken voor de ander.
"Waarom mocht ik je niet vinden?" vroeg Maurits. "Waarom sloot je me buiten?"
"Begrijp je het niet, Maurits? Kijk nou eens naar wat je met mijn leven hebt gedaan. Vanaf het moment dat mijn vader stierf, stond je in de weg en belemmerde je me in mijn ontwikkeling. Je regelde alles voor mijn moeder en voor mij zonder onze mening te vragen." Haar stem dreigde te breken. Ze schraapte haar keel toen ze moeizaam verder sprak. "Je stuurde me naar Engeland terwijl ik dat niet wilde. Je had
belachelijke, wilde fantasieën over romantische gevoelens tussen Costijn en mij dus daarom moest ik weg, zonder enige vorm van discussie of inspraak van mijn moeder."
"Ik wilde je een gebroken hart besparen."
"Costijn zou mijn hart nooit breken."
"Je was zo jong en onschuldig, Christelle. Wat wist jij van liefde, laat staan van mijn wispelturige broer?"
"En was jij de aangewezen persoon om je daarmee te bemoeien? Als ik me niet vergis, was er een constante stroom vrouwelijk schoon die dit kasteel aan de voorkant in marcheerde en er aan de achterkant gebroken weer uitkwam. En ze gingen allemaal via jouw slaapkamer!" bitste Christelle, die diep in haar hart wist dat ze schromelijk overdreef.
"Je overdrijft als een klein kind."
Christelle hief haar handen in een wanhopig gebaar op. "Jij bent onmogelijk. Je bent niets veranderd!"
Snel glipte Christelle onder Maurits' rechterarm door waarna ze bij hem vandaan liep. Gespannen keerde ze zich weer naar Maurits, die zich had opgericht en haar hoofdschuddend aankeek.
"Weet je, als je me niet naar Engeland had gestuurd, had je jezelf een hoop ellende kunnen besparen en mij ook. Je hebt me beroofd van het laatste jaar dat ik met mijn moeder had kunnen doorbrengen," snikte ze opeens met gebroken stem.
"Ik kon niet weten dat je moeder aan een hartaanval zou overlijden," verweerde Maurits zich.
"Je had me nooit weg mogen sturen. Nooit!" tierde Christelle die de oude woede in alle hevigheid voelde opborrelen. "Je had het recht niet!"
"Het was mijn plicht je te beschermen."
"Praat me niet van beschermen. Je hebt me meer verdriet gedaan dan je ooit zult kunnen bevatten."
"Ik heb je nooit willen kwetsen," zei Maurits zacht. Christelle ontweek de grijze, meelevende ogen van de man tegenover haar. Zolang hij boos was ze tegen hem opgewassen. Zodra hij zijn gevoelens toonde, werd ze onzeker.
"En dus kwam je terug om me met gelijke munt te betalen," mompelde Maurits. "Ben je daarom voor mijn concurrent gaan werken? Waarom doe je niets met je muziekopleiding?"
"Die heb ik helemaal niet afgemaakt, dat weet je best."
"Wat heb je al die jaren gedaan, Christelle?"
"Gestudeerd. Toen mijn moeder overleed, had ik het gevoel dat ik niets meer had. Ik had geen huis meer, geen ouders meer, ik woonde al een jaar in het buitenland en kon niet zomaar terugkomen om hier verder te studeren aan een conservatorium. Bovendien wilde ik geen gebruik meer maken van jouw geld. Dat had me toch altijd al tegen gestaan. Tot mijn verbazing bleek mijn moeder me een flinke som geld te hebben nagelaten. Meer dan ik ooit had kunnen vermoeden. Ik gebruikte dat geld om te studeren."
"Wat ging je dan studeren?"
"Bedrijfskunde, economie en management. "
"Allemaal tegelijk?"
"Denk je dat ik daar te stom voor ben?"
"Ik denk dat je het tegendeel al hebt bewezen," antwoordde Maurits rustig reagerend op haar boze uitval.
"Al tijdens mijn studie begon ik mijn geld te beleggen," ging Christelle verder. "Ik deed dat aanvankelijk met wisselend succes. Naarmate ik meer kennis van zaken kreeg, groeide mijn kapitaal gestaag. Ik dreef mee op de economische hausse van de afgelopen jaren en zag de paar ton waar ik mee was begonnen toenemen tot enkele miljoenen."
Maurits floot bewonderend tussen zijn tanden. "Ik begrijp de helft nog niet," begon hij vervolgens. "Waarom werk je in godsnaam als chauffeur als je over zoveel geld beschikt en zo'n uitmuntende studie achter de rug hebt?"
Christelle rechtte haar rug en keek hem uitdagend aan.
"Ik ben geen chauffeur," begon ze rustig. "EuroFusion is mijn bedrijf, Maurits."
"Wat?" fluisterde hij verbijsterd.
"Je hebt me best verstaan. Dat bedrijf is van mij. Elke pen, elke computer, elke vierkante centimeter van het kantoor is van mij. Ik heb inmiddels veertig werknemers en een omzet van miljoenen!"
"Wat wil je?" lispelde Maurits hoofdschuddend. "Ik begrijp opeens waarom EuroFusion mij zo dwars heeft gezeten. Je bent uit op wraak, nietwaar?"
Christelle lachte schamper. "Ik zou me nooit verlagen tot zoiets doms als wraak. Ik wil je een lesje leren. Ik wil dat jij eens voelt hoe het is als iemand je voortdurend belemmert, en je plannen dwarsboomt. Ik weet best dat jij veel rijker bent, dat je een veel groter bedrijf hebt, maar dat neemt niet weg dat ik je in je zakelijke ontwikkeling kan hinderen. Ik ben maar een kleine vis, maar ik kan je verzekeren dat ik het je zo lastig zal maken als in mijn macht ligt. En mijn macht, beste Maurits, groeit met de dag."
Maurits vouwde zijn armen over zijn brede borstkas waardoor de zwarte stof van zijn smoking strak kwam te staan. Hij begon te lachen. Zijn witte tanden blonken in het licht van de kroonluchter en zijn grijze ogen glinsterden van plezier.
"Wat is daar zo grappig aan?" bitste Christelle die op een andere reactie had gehoopt.
"Dat geld dat je van je moeder erfde, lieve Christelle, had ze niet bij elkaar gespaard of gewonnen in een loterij. Ik heb het haar gegeven om er zeker van te zijn dat het jou aan niets zou ontbreken. Natuurlijk had ik er destijds geen idee van dat ik op een kwade dag geconfronteerd zou worden met een rancuneuze schoonheid die mij het leven zuur wilde maken. Ik vind het geweldig! Ja, je bent een lastige vlieg en strijkt neer op de plekken waar ik wil landen, maar ik neem aan dat we onze onderlinge irritatie als volwassen mensen kunnen bespreken en vergeten," sprak hij met overredende, fluwelen stem.
"Als jij denkt dat je zo gemakkelijk van me af komt, zit je er goed naast. Ik ben helemaal niet van plan mijn houding te wijzigen. Zoals ik al zei, zal ik je dwarszitten waar ik maar kan."
"Vind je dat niet kinderachtig?"
"Absoluut niet."
"En hoe moet het dan verder met onze gevoelens?" wilde Maurits met opgetrokken wenkbrauwen weten.
Christelle wreef haar handen. Ze ontweek de blik van de imponerende man die voor haar stond en haar met een geamuseerde trek om zijn mond aankeek.
"Ik weet niet waar je het over hebt. Ik heb een spel met je gespeeld, dat weet je best."
"Kleine leugenaar," fluisterde Maurits zacht. "Je wilde een spel spelen, je wilde me laten lijden en het me betaald zetten dat ik me met jouw leven bemoeide, maar je raakte verstrikt in de netten van je eigen val."
"Onzin!" wierp Christelle strijdlustig tegen.
"Echt? Waarom herhalen we onze kus dan niet zodat we kunnen vaststellen wat we werkelijk voor elkaar voelen?"
"Waag het niet om me aan te raken," riep Christelle gealarmeerd uit toen Maurits een stap in haar richting deed. Ze week achteruit tot ze de harde rand van zijn notenhouten bureau tegen haar benen voelde.
"Raak me niet aan!" dreigde ze, vergeefs proberend zijn handen weg te duwen.
Ze snikte toen hij zijn hoofd voorover boog en zijn lippen zacht in het kuiltje van haar hals duwde. "Nee," kreunde ze, toen hij haar satijnen huid met zijn tong streelde.
Maurits gleed met zijn lippen omhoog en kuste een voor een haar oogleden. "Wat is er met je bril gebeurd?" wilde hij zacht weten.
"Ik heb een laserbehandeling ondergaan en zie weer perfect," kwam het trillend over Christelles lippen.
Ze probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen en duwde verwoed met haar handen tegen Maurits' brede borstkas. Hij leek haar verzet niet eens op te merken en kuste haar voorhoofd. "Ik ben blij dat je eindelijk verlost bent van die pony die tot over je ogen hing," mompelde hij. "En die beugel heeft jouw tanden keurig in het gareel gezet. Wist je dat je een betoverende lach hebt?"
"Maurits, laat me los."
"We moeten nog vaststellen wat we voor elkaar voelen," lispelde hij in haar oor.
Christelle voelde hoe ze dreigde te bezwijken voor deze vastbesloten man die haar bedwelmde met zijn kussen. De vage geur van citrusvruchten en sandelhout prikkelde haar zintuigen. Zijn aanhoudende strelingen deden haar knieën knikken. Zijn woorden deden haar weerstand langzaam afbrokkelen. Terwijl Maurits haar door de dunne stof heen streelde, probeerde Christelle zichzelf tot de orde te roepen. Ze kon onmogelijk toegeven. Ze wist toch dat hij haar zou laten vallen zodra hij zijn doel had bereikt? Het ging hem om de jacht, niet om de buit. Bovendien zou hij haar commanderen, haar voortdurend de les lezen en haar beperken in haar vrijheden. En had hij niet een extra beweegreden om haar te paaien? Hij deed wel alsof haar zakelijke onderneming hem niet dwars zat, maar ze was ervan overtuigd dat hij zich er vreselijk aan ergerde. Waarschijnlijk hoopte hij haar te kunnen overreden haar zakelijke activiteiten te staken als ze zich aan hem bond.
"Nee," protesteerde Christelle dan ook luid toen zijn zoekende vingers over het strakke lijfje van haar gouden jurk naar boven gleden, de rondingen van haar borsten naderend.
"De dame zegt nee, Maurits," klonk het opeens rustig vanuit de deuropening.
"Bemoei je er niet mee," antwoordde Maurits geïrriteerd toen hij Costijn zag staan.
"Laat haar gaan," hield Costijn vol.
"Zodat jij je gang kunt gaan? Geen haar op mijn hoofd!"
Christelle voelde haar ergernis toenemen toen de mannen haar bespraken alsof ze er niet bij was. Uit pure frustratie schopte ze Maurits tegen zijn scheenbeen. Hij slaakte een verontwaardigde kreet en liet haar los.
Christelles groene ogen schoten vuur toen ze hem uitschold. "Ik zei nee en je bent oud genoeg om te begrijpen wat dat betekent. Voor een graaf gedraag je je erg ongemanierd. Je zou je moeten schamen."
"Je woorden waren niet in overeenstemming met je hartslag, liefje," pestte Maurits.
Christelle stampvoette van woede toen ze de zelfvoldane blik in zijn ogen zag. Ze glipte bij hem vandaan en voegde zich bij Costijn die haar meteen tegen zich aantrok. De plagende blik verdween spoorslags uit Maurits' ogen en maakte plaats voor een kille uitdrukking.
"Vertel eens," teemde hij naderbij komend. "Waar hebben jullie elkaar de afgelopen jaren ontmoet? En waarom wist ik daar niets van?"
"Maurits," begon Costijn geïrriteerd. "Je hebt er geen idee van wat Christelle allemaal voor mij en daarmee ook voor jou heeft gedaan. Laat haar met rust. Ze is geen vrouw die je aan je lange lijst met veroveringen zult kunnen toevoegen. Je zou haar moeten respecteren in plaats van haar te kleineren."
"Ik haar kleineren? Wat dacht je dat ze mij heeft aangedaan met haar gespeelde onschuld? Ze gaf zich uit voor iemand anders en..."
"Kun je het haar kwalijk nemen? Je hebt haar jarenlang dagelijks gezien en dan herken je haar niet eens terwijl je op nog geen meter afstand met haar staat te praten. Geen wonder dat ze je een beetje wil stangen."
"Je zult moeten toegeven dat Christelles huidige, oogverblindende verschijning in niets meer doet denken aan de opgeschoten puber die hier negen jaar geleden voor het laatst was. Het was niet verwonderlijk dat ik haar niet meteen herkende."
"Ik wil dat je haar met rust laat. Ze verdient je dankbaarheid en je respect."
"Waar zou ik haar dankbaar voor moeten zijn?" wilde Maurits weten.
"Je hebt er geen idee van wat een ongelooflijke blunder je hebt gemaakt toen je Christelle tien jaar geleden het wegstuurde."
"Waarom klinkt het uit jullie mond toch steeds alsof ik willens en wetens haar leven vergalde?" vroeg Maurits.
Costijn negeerde Maurits' opmerking en ging verder. "Je weet dat ik na het tragisch ongeluk waarbij papa en mama hun leven verloren, nogal van slag was. Wat jij niet weet, is dat mijn gokproblemen toen al begonnen. Christelle was zeventien toen ze erachter kwam en ze heeft van alles geprobeerd om me tot inkeer te brengen. Ze begon net resultaat te boeken toen jij ervan overtuigd raakte, dat we verwikkeld waren in een romantische affaire en haar zonder pardon naar het buitenland verbande."
Maurits had zijn grijze ogen op Christelle gericht en keek haar vragend aan. "Waarom vertelde je me toen niet van Costijns gokprobleem?"
"Dat kon ze niet," zei Costijn voor Christelle kon reageren. "Ik had haar gesmeekt mijn verslaving voor jou te verbergen en ze heeft zich aan haar belofte gehouden. Als ik me goed herinner, heeft ze wel geprobeerd je ervan te overtuigen dat we geen relatie hadden, maar zoals gewoonlijk was je overtuigd van je eigen gelijk en stond je niet open voor andere mogelijkheden."
Tot Christelles voldoening zag ze eindelijk een glimp van onzekerheid in de ogen van Maurits. Hij keek haar onderzoekend aan, zijn wenkbrauwen vragend opgetrokken. "Als het waar is wat Costijn zegt, dan heb je een verontschuldiging van me te goed."
"Je kunt niet herstellen wat je toen allemaal hebt gedaan," antwoordde Christelle. "Daar is het te laat voor. Je hebt mij beroofd van een opleiding in mijn eigen land, van mijn vrienden en van een heel kostbaar jaar met mijn moeder. Aan een verontschuldiging heb ik geen behoefte. Het zou veel fijner en ook veel overtuigender zijn als je leert dat de wereld niet naar jouw pijpen danst, dat mensen hun eigen keuzes moeten maken en daarmee ook hun eigen fouten."
"Dat is een romantisch denkbeeld, Christelle, maar niet erg realistisch. Laten we de gokverslaving van Costijn eens als voorbeeld nemen. Als ik hem vier jaar geleden de wacht niet had aangezegd en hem niet naar dat afkickcentrum in Zwitserland had gestuurd, was hij nu nog verslaafd. Soms moet je ingrijpen in het leven van een ander. Het was mijn taak en mijn verantwoordelijkheid om jullie tot evenwichtige volwassenen te laten opgroeien. Oké, daar heb ik fouten bij gemaakt, maar mijn inmenging in jullie leven was wel degelijk zinvol."
"Ik moet toegeven dat dat centrum zinvol was," begon Costijn, "maar alleen omdat Christelle besloot naar Zwitserland te komen en me te helpen."
Christelle zag dat Maurits opnieuw een schok moest verwerken. "Ik had er geen idee van dat jij daarbij betrokken was," zei hij verbaasd.
"Zo zie je maar, graaf Van Rodenburgh. Ook jij bent niet alwetend," zei Christelle. Ze richtte zich tot Costijn voor ze verder sprak. "Ik wil graag naar huis."
"Goed…"
"Mijn tasje ligt nog in de balzaal, ik laat me daar liever niet meer zien na de vernederende manier waarop Maurits me de zaal uit heeft getrokken."
"Ik haal het wel even. Kun je je handen thuishouden?" eindigde Costijn met een blik op zijn oudere broer.
Maurits snoof verontwaardigd en keerde hen met een ruk zijn rug toe. Zodra Costijn weg was, liep Christelle naar de lange, donkere man die uit het raam staarde.
"Als je denkt dat dit gesprek iets verandert aan mijn voornemen jou dwars te zitten, dan heb je het mis. Pas als jij je attitude verandert, als jij laat zien dat je echt bereid bent rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen, verleg ik mijn zakelijke interesses."
Christelle keek naar het strakke profiel van de man naast haar. Hij liet niets blijken van zijn gevoelens en zei geen woord.
"Ik loop Costijn vast tegemoet," mompelde Christelle, onzeker geworden door het stilzwijgen van Maurits. "Ik ben in ieder geval blij dat ik na al die jaren weer eens op Rodenburgh ben geweest. Je hebt het prachtig in zijn oude luister hersteld."
Na die woorden vluchtte Christelle weg. Ze trof Costijn onder aan de trap en liet zich door hem naar haar auto brengen waar ze hartelijk afscheid namen.
Christelle leunde achterover in het zachte pluche van haar auto en begon vol tegenstrijdige emoties aan de terugweg naar haar statige grachtenhuis in de stad. Ze had jaren uitgekeken naar de dag waarop ze Maurits met gelijke munt terug kon betalen, maar ze had nooit kunnen vermoeden dat ze zo'n kater zou overhouden aan de confrontatie. Ze voelde zich emotioneel uitgeput, alsof ze een gevecht op leven en dood had gevoerd. Ze dacht terug aan wat Maurits allemaal had gezegd. Met name zijn opmerking over het web waar ze zelf in verstrikt was geraakt, had zijn doel niet gemist. Wie had ooit kunnen vermoeden dat deze harde, zakelijke man zoveel in haar los zou kunnen maken? En wie had ooit kunnen denken dat hij zo'n speelse, verleidelijke kant had? Dat hij zo'n weergaloze verleider zou zijn die haar hart sneller kon doen laten kloppen zodra hij maar naar haar keek? Toen ze zich herinnerde dat hij haar min of meer ten huwelijk had gevraagd voordat hij wist wie ze werkelijk was, lachte ze schamper. Zij had een spel gespeeld, maar dat had hij evengoed. Het was absurd te denken dat zijn huwelijksaanzoek serieus was geweest. Als ze hem niet beter had gekend, was ze zonder, twijfel gezwicht voor zijn avances en was ze nog deze avond in zijn bed geëindigd. En dat wilde wat zeggen voor een vrouw die zich doorgaans niet liet inpakken door mooie praatjes.
Maurits staarde de achterlichten van Christelles wagen na. Hij stond nog steeds roerloos voor het raam van de bibliotheek. Verwarde gedachten tolden door zijn hoofd. Hoe had hij zulke grove fouten kunnen maken, terwijl hij het juist allemaal zo perfect had willen doen? Hij wreef vermoeid met zijn hand over zijn voorhoofd en schrok toen de stilte werd verstoord door Armands diepe stem.
"Ik dacht al dat ik je hier zou kunnen vinden. Je grootmoeder heeft ons allemaal even bijgepraat. Het moet een schok zijn geweest te ontdekken dat Maria niemand minder was dan Christelle. Mijn hemel, als ik nog denk aan al die pogingen die je hebt ondernomen haar te vinden... En dan duikt ze volkomen onverwachts op in je leven. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het een adembenemende, intelligente en getalenteerde vrouw is. Geen wonder dat je als een blok voor haar viel."
"Armand," vroeg Maurits, zijn vuisten in de zakken van zijn pantalon samenballend. "Vind jij ook dat ik een bemoeial ben? Iemand die het leven van anderen wil sturen zonder rekening te houden met de gevoelens van die ander?"
Armand lachte en sloeg zijn vriend bemoedigend op zijn schouder. "Hmmm… Heeft ze je dat verweten? Sta je hier daarom zo te kniezen?"
"Ze heeft me nog veel meer verweten en ik probeer te analyseren of dat terecht is."
"Als ze bedoelt dat je graag de baas speelt, dan zit daar wel wat in," lachte Armand.
"Even serieus graag."
"Ik ken je niet anders dan als een meelevende, fantastische vriend. Je weet best hoe ontzettend ik jouw onvoorwaardelijke vriendschap waardeer. Je bent er altijd voor mij en voor Emilia. Ik stel jouw mening op prijs, ik geniet van je gezelschap. Daarnaast weet ik dat je een bikkelharde zakenman bent, maar hé, dat ben ik ook. Dat moeten we zijn willen we de zaken op de rails houden. Onze werknemers hebben niets aan twijfelende directeuren die geen beslissingen kunnen nemen."
"Dat is niet wat Christelle bedoelde. Ze vindt me privé een arrogante zak."
"Zei ze dat?" riep Armand verbaasd uit.
"Het zijn mijn woorden, maar daar kwam het wel op neer."
"Maurits," begon Armand voorzichtig. "Weet ze van de belofte?" "Nee…"
"Vertel het haar dan," drong Armand aan. "Als ze dat weet, zal ze je beter begrijpen en je vergeven."
"Hoe kan ik het haar vertellen zonder de hele waarheid op te biechten? Ik kan het niet vertellen, Armand. Ik krijg de woorden niet over mijn lippen."
"Je kunt niet eeuwig met die schuldgevoelens blijven rondlopen, jongen. Vertel het haar."
"EuroFusion is van haar," zei Maurits ogenschijnlijk onaangedaan. "Ze is vastbesloten mij het leven net zo zuur te maken als ik het haar heb gemaakt."
"Echt waar? Ze moet een kei zijn in haar vak."
"Ik ben bang dat de waarheid haar alleen maar bozer maakt en haar verhardt."
Maurits draaide zich om en keek Armand aan. Op dat moment ging de telefoon. Maurits liep naar zijn bureau waar hij zich in de leren stoel liet zakken voordat hij opnam.
"Stef," begon hij verbaasd op zijn horloge kijkend. "Vertel het eens."
Armand kwam dichterbij toen Maurits een verbaasde kreet slaakte en luid vloekte.
"Slecht nieuws?" vroeg hij toen Maurits een tel later de hoorn weer op de haak smeet.
"Weet je nog die zeventien procent aandelen van dat bedrijf dat ik wil overnemen?" vroeg Maurits kortaf.
"Ja, als je die hebt, ben je klaar."
"Stef is er vanavond achtergekomen wie ze heeft."
"En?"
"Ze zijn in het bezit van ene mejuffrouw M.C. van Zanten."
Tot Maurits ongenoegen barstte zijn vriend in lachen uit. "Het lijkt erop dat Christelle je in de houdgreep heeft, kerel."
Armand wierp een geamuseerde blik op het kwade gezicht van zijn vriend. "Wil je een gemeend advies van een goede vriend?" wilde hij weten.
"Altijd."
"Trouw met haar."
"Ik heb haar al ten huwelijk gevraagd," mompelde Maurits voor zich uit starend.
"Als ik afga op de uitdrukking op je gezicht, heeft ze nee gezegd."
"Ze nam niet eens de moeite antwoord te geven."
"Dan zul je wat harder moeten werken. Ik kan je uit ervaring vertellen dat vrouwen die zich niet door mooie woorden laten inpalmen, de strijd dubbel en dwars waard zijn."
"Ik weet niet eens waar ze woont."
"Je weet waar het kantoor van EuroFusion zit. Ik wil niet vervelend doen, maar je bent al een half uur weg. De gasten worden onrustig."
"Je hebt gelijk," knikte Maurits, snel overeind komend. "Bedankt voor het luisteren."
"Dat spreekt voor zich. Zolang ik de weddenschap maar, win heb je mijn zegen."
"Welke weddenschap?" wilde Maurits nieuwsgierig weten terwijl ze de bibliotheek uitliepen en hij de deur achter zich sloot.
"We hebben gewed of Christelle zou bezwijken voor je charmes."
"Wie zijn we?"
"Emilia en ik natuurlijk. En Lauren en Redmar, Sarah en Rex en Victoria en Romeyn."
"Wil jij beweren dat al mijn beste vrienden zich verlaagd hebben tot het afsluiten van een weddenschap met mijn geluk als inzet?"
"Jazeker! We vinden het hoog tijd worden dat je trouwt. De dames zijn er unaniem van overtuigd dat het minstens een half jaar duurt."
"En de heren?"
"Wij geven je meer kans. Ik heb persoonlijk ingezet op twee maanden."
"Wat is de inzet?" wilde Maurits onbeschaamd weten.
"Honderd euro."
"Ik doe mee," deelde Maurits beslist mee. "Alleen denk ik er maar twee weken voor nodig te hebben."
"Je kunt niet op jezelf wedden," grijnsde Armand.
"Ik kan alles doen waar ik zin in heb," grinnikte Maurits.
Een tel later betraden ze opgewekt de balzaal en nog geen halve minuut later zwierde Maurits met Emilia over de dansvloer en sprak hij haar belerend toe over het schandelijke feit dat ze een weddenschap durfde af te sluiten in zijn kasteel, tijdens zijn feest en over zijn geluk.
"Als je zo bazig doet, maak je geen schijn van kans," glimlachte Emilia. "Ik geloof dat ik mijn inzet verdubbel."
Op de maandagochtend na het bal op kasteel Rodenburgh liep Christelle iets over achten haar kantoor binnen. Ze slingerde haar leren attachékoffer op haar bureau en drukte op de knop van de intercom om haar secretaresse te vragen koffie te brengen.
Met een zucht nam ze plaats achter haar bureau. Nu Maurits eenmaal wist wie de directeur was van EuroFusion, zou het ongetwijfeld veel moeilijker worden met hem te concurreren. Het stond voor haar als een paal boven water, dat hij al het mogelijke in het werk zou stellen om te verhinderen dat ze nog een order voor zijn neus wegkaapte.
"Dank je wel, Brenda," mompelde ze met haar neus in de papieren toen de gevraagde koffie op tafel werd gezet.
"Voor jou doe ik alles," antwoordde een diepe mannenstem.
Christelle keek met een kreet op en staarde ontzet in Maurits' fonkelende ogen.
"Wat doe jij hier?" stamelde ze achter adem. "Mijn kantoor uit! Nu!"
"En jij verwijt mij dat ik bazig ben?" plaagde Maurits, haar uitroep negerend.
Christelle schoof met een ruk haar bureaustoel achteruit en kwam nerveus overeind. Maurits had haar overrompeld waardoor ze zich kwetsbaar voelde. Kwetsbaar en een gemakkelijke prooi. Ze haalde diep adem om haar gespannen zenuwen te kalmeren.
"Heb ik je laten schrikken?" vroeg Maurits met geveinsde onschuld.
"Hoe durf je hier onaangekondigd binnen te komen? Jij en ik zijn concurrenten."
"Nou en? Wou je daar iets aan doen? Je zou natuurlijk je zaak kunnen opdoeken en bij mij in dienst treden. Het is niet eenvoudig goed personeel te vinden en jouw expertise zou uitstekend van pas komen."
"Jij opgeblazen, verwaande, arrogante..."
"Zak?" vulde Maurits aan toen Christelle haar laatste woorden inslikte. "Ik weet dat je diep in je hart zo over me denkt en daarom ben ik juist hier. We gaan de strijdbijl begraven."
"Daar ben ik nog helemaal niet aan toe," bitste Christelle naar de lange man aan de andere kant van haar bureau kijkend. Toen Maurits om het bureau heen liep en op haar toe kwam, week ze instinctief achteruit. Ze botste met haar rug tegen de muur. Wantrouwend keek ze naar Maurits op die, met zijn handen nonchalant in de broekzakken, vlak voor haar bleef staan.
"Ik heb gehoord dat je aandelen bezit waar ik mijn zinnen op heb gezet," zei Maurits zacht.
Christelle beet geërgerd op haar onderlip. Hoe was hij daar achtergekomen? Verdorie, ze had het liever nog jaren geheimgehouden. Het was haar grote troefkaart, haar ultieme revanche. Ze liet haar ogen over Maurits glijden die er in zijn Armani kostuum zo sexy uitzag, dat het bijna niet eerlijk was. Hoe kon ze met deze man concurreren als hij haar al van slag bracht door gladgeschoren en modieus gekleed op haar kantoor te verschijnen? Het leek wel of hij haar gedachten kon raden, want hij trok plagend een wenkbrauw op, haar brutaal aankijkend. Christelle werd overvallen door de herinnering aan de manier waarop zijn lichaam had gereageerd toen ze bij hem op schoot zat. Ze uitte een verwensing toen ze voelde dat ze heftig begon te blozen. Nijdig duwde ze hem opzij waarna ze naar de deur banjerde om die voor hem te openen. Op het moment dat ze haar vingers om de deurkruk legde, plaatste Maurits, die haar kennelijk was gevolgd, zijn brede handen aan weerszijden van haar hoofd tegen het hout zodat ze de deur niet kon openen. Ze voelde zijn hete adem langs haar nek strijken en leunde verslagen met haar voorhoofd tegen de deur.
"Laat me alsjeblieft met rust," fluisterde ze wanhopig.
"Daar heb ik geen tijd voor. We moeten nog zoveel regelen," lispelde hij hees in haar oor.
Christelle was zich akelig goed bewust van de sensuele man die slechts enkele centimeters achter haar stond. Ze voelde zijn lichaamswarmte en verafschuwde zichzelf omdat hij zoveel tegenstrijdige gevoelens in haar opriep.
"Je moet jezelf niet haten om wat je voor me voelt," fluisterde Maurits.
Christelle verstarde. Hoe kon hij weten wat er in haar omging?
"Ik was erbij toen je gedoopt werd, Maria Christelle van Zanten, ik heb je leren paardrijden en leren dansen..."
"Je trapte op mijn tenen!"
"Zoals je hebt gemerkt, heb ik sindsdien wat bijgeleerd,” lachte Maurits. “Ik heb samen met je een harp gekocht en ik heb je talloze keren uit benarde situaties gered."
"Wat wil je bereiken met deze opsomming?"
"Ik wil je duidelijk maken dat het niet vreemd is dat we ons zo sterk tot elkaar voelen aangetrokken. We hebben immers al een heel leven samen gedeeld. Sinds we elkaar voor het laatst zagen, ben jij uitgegroeid tot een fantastische, volwassen vrouw. Ik ben ook maar een man van vlees en bloed, schoonheid. Ik wil... Ik zou zo graag willen dat je accepteert dat je hart op hol slaat als we elkaar zien, net als het mijne. Ik wil... Ik zou zo graag willen dat je jouw gevoelens, onze gevoelens een kans gaf."
Christelle, leunde nog steeds met toegeknepen ogen tegen de houten deur. "Ik geloof geen barst van wat je zegt. Volgens mij worden jouw woorden je ingegeven door zakelijke belangen. Je wilt mij uitschakelen zodat je geen last meer hebt van concurrentie. Zodra je je doel hebt bereikt, schuif je me als oud vuil aan de kant."
"Echt niet! Hoe kan ik je laten zien dat ik je kritiek serieus neem als je niet eens echt naar me wilt luisteren?"
"Geen idee," mokte Christelle. "Dat mag je zelf uitzoeken."
Het was even stil achter haar. Ze hoorde alleen Maurits' rustige ademhaling. "Goed, dat zie ik dan als een uitdaging. Ik vind het wel laf van je dat je de confrontatie met mij niet aandurft."
Christelle wist dat hij haar uit haar tent probeerde te lokken en dat ze met open ogen in de val tuimelde, maar kon het niet laten, te reageren omdat hij haar diep in haar hart raakte. Met een ruk draaide ze zich om. Ze leunde met haar rug tegen de deur en keek boos naar Maurits op.
"Als ik een lafaard was, was ik nooit jouw concurrent geworden!" riep ze triomfantelijk, haar dikke haar naar achteren schuddend.
"O, maar dat bedoel ik niet. Zakelijk ben je een kei, maar op het persoonlijke vlak vind ik je een enorme angsthaas. Je durfde niet eens op het bal te blijven, maar vluchtte weg. Ik weet zeker dat je niet eens met me uit durft te gaan, of een langdurig gesprek met me durft te hebben."
"Ik zou niet weten waarover we zouden moeten praten."
"Ik moet je heel wat vertellen."
"Ik wil het helemaal niet horen."
"Je weet niet eens waar het over gaat."
"Ik heb geen interesse."
Maurits liet zijn handen van de deur glijden, haar hoofdschuddend aanstarend. "Wat ben jij koppig."
Christelle opende haastig de deur en keek Maurits veelbetekenend aan.
"Oké, ik ga al."
Maurits verliet zonder verder commentaar het kantoor Christelle leunde met haar rug tegen de houten deur en liet haar tranen de vrije loop. Er was weinig over van haar strijdlust. Maurits was er weer in geslaagd haar verzet te breken en wat veel erger was, hij had haar aan het twijfelen gebracht. Was het wel goed wat ze deed? Had hij gelijk en was ze kinderachtig bezig? Moest ze inderdaad toegeven aan de emoties die hij losmaakte?
Christelle liep naar haar bureau en nam een slok van de lauwe koffie, de tranen van haar wangen vegend. Als ze hem toeliet in haar leven, zou hij dan weer veranderen in de bazige Maurits die elke minuut van haar leven wilde bepalen en controleren?
De telefoon maakte abrupt een einde aan haar overpeinzingen. Het was de eigenaar van het bedrijf dat Maurits wilde overnemen. De man smeekte haar bijna de volgende dag naar zijn kantoor te komen.
"Je weet niet hoe dankbaar ik ben dat je jouw aandelen van de markt hebt gehouden," vertelde de man haar. "Ik hoop dat we morgen een en ander kunnen bespreken zodat we het probleem kunnen oplossen."
"Ik kan wel tijd vrijmaken als je dat wilt. Is negen uur goed?"
Christelle regelde de afspraak en ging aan het werk. De hele dag betrapte ze zichzelf erop dat ze met haar gedachten afdwaalde. Ze ging daarom vroeg naar huis, verwende zich zelf met een lang bad en ging vroeg naar bed. Ze sliep tot haar eigen verbazing totdat de wekker de volgende ochtend haar slaap ruw verstoorde.
Met het oog op de komende vergadering kleedde ze zich met veel zorg, waardoor ze er zelfverzekerd uitzag. Ze liet zich door haar chauffeur afzetten bij het kantoor van InfoTech International en verheugde zich op de komende meeting.
Eenmaal in de lift keerde ze zich naar de rij knopjes en ze drukte op de knop van de zevende verdieping waar het kantoor van de directeur was. Ze slaakte een gil toen er zich onverwachts iemand bij haar voegde in de verder lege lift en zijn armen om haar heen liet glijden. Nog voor ze de lippen in haar hals voelde, had ze de kruidige aftershave van Maurits herkend.
Ze snakte naar adem. Gisteren had hij haar overrompeld en nu weer! Ze voelde hoe ze tegen wil en dank werd meegesleept in de maalstroom van gevoelens die hij in haar tot leven bracht. Ze snikte terwijl ze met knikkende knieën tegen hem aan zakte, niet in staat een woord, uit te brengen, niet in staat hem een halt toe te roepen of zijn strelende handen weg te duwen.
De kus in haar hals eindigde even onverwachts als hij was begonnen. Christelle leunde verwezen tegen Maurits aan, blij met de ondersteuning die zijn gespierde armen haar boden.
"Dit is niet eerlijk, Maurits," fluisterde ze.
"Het leven is niet eerlijk. Ik heb je gemist. Ik heb de hele nacht aan je gedacht."
"Wat doe je hier?" wilde Christelle weten, zijn woorden negerend.
"Dat merk je zo. Kom we zijn er."
Het leek wel alsof Maurits besefte dat ze nauwelijks in staat was op haar eigen benen te staan, want hij liet zijn arm om haar middel liggen tot ze het kantoor van de directeur naderden. Ze werden aangekondigd door de secretaresse en konden meteen doorlopen. De directeur van InfoTech International leek niet verbaasd over het feit dat ook Maurits binnenkwam. Integendeel, hij begroette hem vriendelijk. Christelle keek wantrouwend van de een naar de ander. Wat was er gebeurd? Ze wist niet beter dan dat de mannen gezworen vijanden waren.
"Ga zitten, Christelle," zei de directeur.
"Dank je Michael," antwoordde Christelle verbouwereerd.
Maurits ging schuin tegenover haar zitten, waarna hij papieren uit zijn binnenzak trok en ze op de salontafel legde.
"Vertel jij het?" vroeg Michael.
"Nee, doe jij het maar," antwoordde Maurits.
"Prima. Zoals je weet," begon Michael tegen Christelle. "Heeft Maurits verwoede pogingen gedaan mijn onderneming over te nemen. Hij wist natuurlijk niet dat jij een een stokje voor zijn plannen stak door zeventien procent van de aandelen op te kopen. Dat brengt ons bij de merkwaardige situatie waarin we nu verkeren. Er zijn geen kleine aandeelhouders over, slechts drie grote en dat zijn wij.
Al die tijd wist dat ik mijn bedrijf niet optimaal leid, maar persoonlijke omstandigheden hebben dat onmogelijk gemaakt. Mijn vrouw is ernstig ziek en eerlijk gezegd vind ik haar belangrijker dan InfoTech. Vandaar dat ik hier en daar een flinke steek heb laten vallen. Tot mijn verbazing heeft Maurits mij gisteren een interessant voorstel gedaan. Hij zal geen verdere pogingen doen mijn bedrijf over te nemen, ook al is hem inmiddels ter ore gekomen dat ik financieel gedwongen ben afstand te doen van een deel van mijn aandelen. Daarentegen stelde hij voor dat wij gezamenlijk het bedrijf runnen. We hebben zo ieder onze expertise en vullen elkaar aan. We beseffen terdege dat je al erg druk bent met EuroFusion, Christelle, maar zoals Maurits opmerkte: zo'n zakelijke wervelwind als jij laat zich niet tegenhouden door extra werk. We splitsen de taken op, nemen extra mensen aan en vernieuwen de structuur van de onderneming."
"Je zult meer moeten delegeren," merkte Christelle aarzelend op.
"Dat zei Maurits ook al."
Voor Christelle het goed en wel besefte, was ze enthousiast bezig met het reorganiseren van de basisstructuren van het bedrijf. Pas na enige tijd drong het tot haar door dat Maurits niets zei. Ze keek hem aan en zag dat hij ontspannen achteroverleunde in zijn stoel. Opeens realiseerde ze zich dat hij een voor hem heel ongebruikelijke stap had genomen. In plaats van een onvrijwillige overname had hij zijn krachten gebundeld met Michael. Daarmee waren de problemen in één klap opgelost. Michael behield deels zijn bedrijf, Maurits kreeg inspraak en daarmee deels zijn zin. Was dit wat Maurits bedoelde toen hij zei dat hij haar kritiek serieus nam? Was dit een eerste poging om rekening te houden met de gevoelens en wensen van anderen? Zag ze nu een kant van Maurits die ze nog niet kende? Met gemengde gevoelens luisterde ze naar Michael, af en toe een steelse blik werpend op Maurits, die haar met zijn observerende blik geen moment losliet.
"Grootmama, kan ik even met u praten?" vroeg Maurits zijn hoofd om de hoek van de muziekkamer stekend.
"Natuurlijk, lieve," antwoordde zijn grootmoeder die ophield met spelen en achter de harp vandaan kwam. "Wat kan ik voor je doen?" vroeg ze, plaatsnemend in een antiek stoeltje.
"Ik heb een probleem," begon Maurits. "Ik ben bang dat ik Christelles leven volkomen in de war heb geschopt met mijn bemoeizucht."
Toen zijn grootmoeder zweeg, keek hij haar aan. "U ontkent niet dat ik een bemoeial ben?"
"Waar het Christelle betreft, ben je dat altijd geweest, maar de mannen van Van Rodenburgh zijn altijd uitermate bezitterig geweest als het om de vrouw van hun leven ging."
"Pardon?"" zei Maurits verbouwereerd.
"Ach lieve, je bent al verliefd op Christelle zolang ze kan lopen. Toen ze een klein meisje was en jij een puber bewonderde je haar jeugdige onbezonnenheid, haar durf en haar creativiteit. Toen ze ouder werd en jij een jonge man was, werd je geboeid door haar sprankelende geest, haar intelligentie en haar doorzettingsvermogen. Je was jaloers op elke man die naar haar keek, of het nu een jongen op het schoolfeest was, of je eigen broer. Elke man was voor jou een concurrent die je meteen wilde uitschakelen. Ik denk dat je het jezelf niet eens bewust was. Christelle was nog veel te jong om een relatie met jou te beginnen. Bovendien hadden jullie zo je ruzies over de manier waarop je haar na het overlijden van haar vader behandelde. Toen je Costijn als een echt gevaar ging beschouwen, stuurde je Christelle weg."
"Zo heb ik het nooit ervaren," mompelde Maurits.
"Dat weet ik. Ik denk dat je niet kon geloven dat je viel voor een nauwelijks volwassen meisje dat nog helemaal tot bloei moest komen."
De douairière boog zich voorover en greep Maurits' hand. "Waarom denk je dat je haar zo wanhopig hebt gezocht toen ze na de dood van haar moeder spoorloos verdween? Dat was niet alleen omdat je haar opleiding wilde begeleiden, je miste haar…"
"Als u wist dat ik zulke diepe gevoelens voor haar koesterde, waarom hielp u me niet door me te vertellen waar ze was? Ik heb inmiddels begrepen dat u wel contact met haar hebt gehouden, net als Costijn."
"Christelle wilde niet gevonden worden, lieve. Ik respecteerde haar wens, maar bovenal wist ik dat ze er nog niet aan toe was om jou weer te zien. Ze had het volste recht zich te ontwikkelen en kennis te maken met de wereld."
"Ik denk liever niet na over wat ze allemaal heeft uitgespookt," begon Maurits, doelend op de mannen die ongetwijfeld deel hadden uitgemaakt van Christelles leven. Ik begrijp trouwens niet dat ik zelf niet besefte wat ik voor haar voelde."
"Onze emoties halen vreemde trucjes met ons uit, Maurits," lachte de douairière. "Jullie moesten allemaal volwassen worden. Ik had vaak zo met jullie te doen, maar ik heb me zo min mogelijk met jullie leven bemoeid en jullie elk je eigen fouten laten maken. Van fouten leer je en word je sterk. En wat nog belangrijker is: door fouten te maken leer je in te zien dat je niet onfeilbaar bent, dat je iemand bent met tekortkomingen. Wanneer je dat accepteert, ben je echt volwassen."
"Wat zouden we moeten beginnen zonder uw wijze woorden?"
"Ga je nog wat doen aan die gevoelens?"
"Ja. Ik moet alleen met een heel goed plan op de proppen komen, want Christelle is tot nu toe niet te vermurwen geweest."
"Je kunt het ook heel simpel houden en haar van je gevoelens vertellen."
"Dan gelooft ze me niet," zuchtte Maurits. Hij kuste zijn grootmoeder op haar wang en verliet de muziekkamer. Hij wist niet dat zijn grootmoeder haar oude rug rechtte en naar de aangrenzende bibliotheek liep waar ze Armand belde om haar inzet te verdubbelen.
Christelle keek naar haar tuin die er troosteloos bijlag in de avondschemering. Al dagen regende het. De deprimerende aanblik van haar verregende tuin maakte haar trieste stemming er niet beter op. Ondanks de gesloten ramen geurde haar ruime, elegant ingerichte huiskamer naar zomerbloemen. Niet alleen haar huiskamer rook zalig. Haar hele huis was vergeven van de zinnenprikkelende, zwoele geur van zomerboeketten. Bij gebrek aan vazen had ze haar toevlucht gezocht in potten en pannen, zinken emmers en zelfs hoge glazen.
Ze had nooit verwacht dat Maurits zo ver zou gaan. Dat hij haar zou overladen met zoveel geschenken en bloemen om haar te overtuigen van zijn goede bedoelingen. De cadeaus stuurde ze ongeopend retour, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen de bloemen die stuk voor stuk uit de kasteeltuinen kwamen, weg te gooien. Dat alles leidde er wel toe, dat ze dagelijks aan Maurits moest denken. Het was onmogelijk geworden hem uit haar gedachten te bannen, ook al had ze hem niet meer gezien sinds de meeting bij InfoTech.
Het was nu bijna twee weken geleden dat ze op Rodenburgh was geweest, maar pas nu durfde ze toe te geven dat ze die avond als een blok voor Maurits was gevallen. Hij had gelijk gehad: ze was verstrikt geraakt in haar eigen web. Maar toch, zolang hij niet wezenlijk veranderde, hadden ze samen geen toekomst. Ze kon niet leven met een man die haar beperkte in haar persoonlijke ontwikkeling.
Het geluid van de telefoon deed haar verschrikt ontwaken uit haar overpeinzingen.
"Emilia!" riep ze even later verrast in de hoorn. “Wat kan ik voor je doen?"
"Weet je nog dat we tijdens het bal hebben staan praten over je beleggingsclub? Ik heb met Lauren zitten babbelen en we willen wel lid worden, als dat kan."
"Natuurlijk kan dat," reageerde Christelle enthousiast. "Hoe meer zielen hoe meer vreugd."
"Kun je komen om ons verder te informeren, of ben je druk vanavond?"
"Nee, ik heb niets te doen. Zeg maar waar ik zijn moet."
"O, dat is gemakkelijk. We zijn op Rodenburgh."
"Oh."
"Is dat een probleem?"
"Eerlijk gezegd, kom ik daar liever niet."
"Ben je bang om Maurits tegen het lijf te lopen?"
"Iets in die geest," lachte Christelle om de rechtstreekse benadering van Emilia.
"Onze mannen hebben zich samen met Costijn en Maurits in de poolkamer verschanst en gaan helemaal op in het spel. We weten uit ervaring dat ze niet voor twaalven naar beneden komen. Maurits’ grootmoeder hoopt ook dat je komt. Ze heeft nog een kapitaaltje liggen dat ze graag weg wil zetten en heeft wel oren naar die beleggingsclub van jou."
"Ik... Misschien..." begon Christelle hakkelend.
"Alsjeblieft," zei Emilia nadrukkelijk.
"Goed dan, maar zodra de mannen verschijnen, ben ik weg."
"Geen probleem. Om acht uur?"
Christelle hing op en keek met gefronste wenkbrauwen in de spiegel. Eigenlijk zag ze er een beetje te sexy uit voor de gelegenheid, maar ze had nu geen tijd meer om zich te verkleden. "Ik ben hartstikke gek," mompelde ze terwijl ze haar handtas en haar jas pakte.
Ruim voor achten trok ze aan de ouderwetse bel naast de voordeur van Rodenburgh. Jasper bracht haar naar de salon waar de drie vrouwen zaten te wachten. Christelle bleef verrast op de drempel staan toen ze zag dat de ruimte afgeladen vol stond met dezelfde boeketten als die Maurits haar dagelijks stuurde. Emilia volgde haar blik en lachte. "Het ruikt zalig, nietwaar? Maurits heeft een onverwachte passie ontwikkeld voor bloemen. Zal ik de honneurs waarnemen, grootmama?"
De douairière knikte en liet het inschenken van de koffie aan Emilia over.
De vier vrouwen spraken ontspannen over de beleggingsclub en de risico's die aan de hobby verbonden waren. De tijd gleed ongemerkt voorbij. Tot haar eigen verbazing merkte Christelle dat ze zich kon ontspannen in het gezelschap van de andere vrouwen. Zelden had ze zoveel oprechte hartelijkheid gevoeld en zoveel welgemeende belangstelling. Voor ze het wist, biechtte ze op welk kattenkwaad ze als kind allemaal had uitgehaald op Rodenburgh.
Tegen tienen stond Emilia op en zei: "Ik ga even kijken hoe het poolen gaat. Dan kan ik meteen informeren hoe lang ze nog bezig zijn."
Lauren fronste tien minuten later haar wenkbrauwen toen Emilia nog niet terug was. "Ik had beter zelf kunnen gaan kijken," mopperde ze. "Als Emilia Armand ziet, blijft ze altijd plakken. Ik ga haar wel even halen. Wil je vast een wijntje voor me inschenken, Christelle?"
"Ach meisje!" merkte de douairière op toen ze alleen waren, "je hebt er geen idee van, hoezeer ik geniet van je aanwezigheid. Je moet gauw nog eens komen zodat we samen harp kunnen spelen."
"Waarom komt u niet bij mij? Ik heb mijn harp nog steeds. Dan kunt u meteen mijn huis zien."
"Dat lijkt me enig. Afgesproken. Wat is er, Jasper?" eindigde de grootmoeder van Maurits met een blik op de butler die in de deuropening was verschenen.
"Telefoon voor u, mevrouw. In de bibliotheek."
"Zo laat nog?"
"Het is uw vriendin waar u morgen naartoe gaat."
"Ah. Neem me niet kwalijk, Christelle. Ik ben zo terug. Schenk voor ons maar vast een rode wijn in."
Christelle keek even onwennig om zich heen toen ze alleen achterbleef in de grote ruimte. Ze liep naar het drankenkabinet waar de hele avond al een fles rode wijn stond te chambreren. Het voelde zo vreemd en tegelijkertijd zo vertrouwd om in de salon te zijn. Er was in al die jaren bijna niets veranderd. Ze schonk de wijn voorzichtig in de kristallen glazen.
"Hoelang hebben we nog?" vroeg ze toen ze de deur hoorde opengaan.
"Ons hele leven," antwoordde een diepe, welluidende mannenstem.
Christelles hand trilde van schrik waardoor de wijn die ze net in het laatste glas schonk over de rand golfde en van het kabinet op het ivoorkleurige tapijt droop. Ze zette de fles met een klap neer.
"Ik wist dat het stom was om hiernaartoe te komen," fluisterde Christelle, boos op zichzelf en boos op de vrouwen die haar in de val hadden laten lopen. Ze weigerde naar Maurits te kijken toen ze zich omdraaide en haar handtas van de sofa pakte.
"Ik wil graag dat je blijft," begon Maurits overredend.
"Geen denken aan!" bitste Christelle.
"Je kunt nergens heen, schat,"
"Hou op met die onzin en noem me geen schat."
"Mijn vrienden hebben het kasteel intussen verlaten, Jasper heeft zijn dienst erop heeft zitten en Costijn brengt grootmoeder naar een vriendin. Jasper heeft per ongeluk je jas meegenomen. Ik durf te wedden dat daar je autosleutels in zaten."
"Jij arrogante zak!" brieste Christelle woedend. "Ik word knettergek van je."
"Ik ben blij dat je eindelijk durft te schelden. Ik heb het verdiend."
Christelle zweeg toen zijn woorden tot haar doordrongen. Na enige aarzeling keek ze Maurits eindelijk aan. Nog nooit had een man haar met zo'n onverholen bewondering aangestaard. Maurits' grijze ogen weerspiegelden niet alleen bewondering, ze straalden ook van verlangen en hartstocht.
Maurits nam plaats op de sofa en stak zijn hand naar haar uit. "Alsjeblieft, Christelle, kom bij me zitten. Ik kan je niet laten gaan tot we hebben gepraat. Ik vraag niet meer van je dan dat je naar me luistert tot ik klaar ben met mijn verhaal. Als je dan nog weg wilt, dan breng ik je persoonlijk naar huis."
"Erewoord?"
Maurits legde een hand op zijn hart en knikte serieus. Christelle negeerde Maurits uitnodigende gebaar om naast hem op de sofa plaats te nemen en liet zich gracieus op een damesstoeltje zakken. Meteen gleed de split in haar rok open, een van haar lange, mooi gevormde benen onthullend. Christelle zag dat Maurits keek en verwenste haar kleding.
"Ik heb niet de hele nacht," bitste ze onaardiger dan haar bedoeling was geweest.
"Wat kun je je precies herinneren van je vaders dood, Christelle?"
De vraag overviel haar en Christelles hart kromp ineen bij de herinnering aan de vreselijke dag. "Ik weet dat het jouw verjaardag was en dat ik in die boom vastzat. Ik kan me de sirene herinneren en dat je me kwam halen en vertelde dat papa..." haar stem brak en ze wendde haar hoofd af. "Ik hoorde 's avonds dat papa was gevallen, zoals jij ook al had gezegd."
"Dat was ook zo. Wat je moeder je echter nooit heeft verteld, wat niemand je ooit heeft verteld, was hoe dat kwam…"
Christelle richtte haar betraande ogen op Maurits, hem vragend aankijkend.
"Ik werd die dag eenentwintig, een waanzinnig belangrijke dag voor mij. Ik wist dat mijn grootmoeder een stuk voor mij op de harp wilde spelen. Ze was echter niet lang daarvoor aan haar knie geopereerd en kon de gang naar de torenkamer nog niet maken. Ik wilde haar niet belasten door haar de wenteltrap op te laten lopen en besloot de harp naar beneden te laten brengen. Ik vroeg jouw vader dat te regelen. Ik ging ervan uit dat hij ander personeel zou vragen te helpen, maar om een of andere reden deed hij het alleen. Je weet zelf hoe smal de trap is en hoe weinig houvast er is, helemaal als je je handen vol hebt aan een zware harp. Hij verloor zijn evenwicht. De rest kun je wel raden. Ik hoorde de herrie en rende naar hem toe. Hij wist dat hij stervende was en hij liet me een belofte doen."
"Wat voor belofte?" vroeg Christelle ademloos.
"Hij liet me zweren dat ik... Dat ik je zou begeleiden en dat ik je zou beschermen. Dat ik zijn taak over zou nemen tot je volwassen was en op eigen benen kon staan. Hij liet me beloven dat ik je gelukkig zou maken."
"Dus daarom bemoeide je je altijd overal mee. Daarom kreeg ik het gevoel dat je mijn vaders rol had overgenomen. Waarom heb je me nooit verteld van die belofte? Het was allemaal zoveel makkelijker geweest als ik dat had geweten. Misschien had ik het dan kunnen accepteren."
"Dat kon ik niet, Christelle. Als ik je dat zou vertellen, had ik je ook moeten opbiechten dat ik schuldig was aan je vaders dood. Als ik het hem niet had gevraagd, was dat ongeluk nooit gebeurd. Je hebt er geen idee van hoe de schuldgevoelens zijn die me nog altijd plagen. Ik weet nog goed hoe je na zijn dood veranderde van een onbezonnen, ongeremd kind in een stil, teruggetrokken meisje. Ook dat verweet ik mezelf. Ik probeerde mijn belofte na te komen, maar het viel niet mee. Naarmate je ouder werd, werd je natuurlijk ook opstandiger. Mijn eigen gevoelens voor jou begonnen me in de weg te zitten. Mijn grootmoeder heeft me onlangs duidelijk gemaakt dat ik toen al verliefd op je was en diep in mijn hart weet ik dat ze gelijk heeft. Ik kon jouw nauwe band met Costijn niet uitstaan omdat ik jaloers was. Dus stuurde ik je weg. De situatie werd alleen maar erger toen jouw moeder ook nog eens overleed. Je hebt er geen idee van hoe erg het was het verwijt in jouw ogen te lezen en je had gelijk. Ik heb je beroofd van het laatste jaar met je moeder. Ik heb je voor mijn gevoel van beide ouders beroofd en mijn belofte heb ik niet echt kunnen inlossen."
Maurits zweeg en staarde naar zijn handen.
Christelle kwam overeind en ijsbeerde handenwringend door de kamer. "Je had het me moeten vertellen," fluisterde ze keer op keer. "Had het me maar verteld, dan had ik het vast begrepen."
"Denk je? Denk je dat je het me had kunnen vergeven dat ik schuldig was aan je vaders dood?"
"Dat weet ik niet," antwoordde Christelle zacht. "Mijn vader had je die belofte nooit moeten laten doen. Je was zelf amper volwassen."
"Hij was stervende, Christelle. Hij zocht wanhopig naar een laatste manier om het geluk van zijn kind veilig te stellen en ik was de enige die bij hem was. Hij stierf in mijn armen en ik werd op slag volwassen. Het spijt me zo," eindigde Maurits verslagen.
Christelle keek naar de volwassen kerel op de sofa en sloot haar ogen even. Daarna liep ze naar hem toe. Ze ging naast hem zitten op de sofa en legde een hand op zijn vuisten. "Ik neem je niets kwalijk, Maurits. Het was een ongeluk en goed beschouwd had mijn vader beter moeten weten. Hij had die harp nooit in zijn eentje moeten halen."
"Ik voel nog steeds hoe je die dag snikkend in mijn armen lag. Nog nooit, in mijn leven heb ik me zo verschrikkelijk eenzaam en zo verschrikkelijk schuldig gevoeld als op dat moment. Mijn shirt was nat van je tranen en ik huilde zelf als een klein kind."
"En al die jaren groeide mijn hekel aan je omdat je me maar niet met rust wilde laten," peinsde Christelle. "Ik werd soms gek van je."
"Dat weet ik," mompelde Maurits.
"Waarschijnlijk is het wel goed dat ik mijn ergernis de laatste maanden zo heb kunnen botvieren op jouw bedrijf. Het was zalig orders voor je neus weg te kapen. Ik zat in mijn kantoor en stelde me voor hoe boos je zou zijn. Het leukste was natuurlijk dat je niet wist wie de directeur was van EuroFusion."
"Dat hield je aardig goed geheim."
"En toen je me eindelijk zag, dacht je dat ik de chauffeur was," plaagde Christelle zacht.
"Wat deed je met die pet?"
"Mijn chauffeur bracht nog even wat papieren voor me naar binnen en ik stond gewoon te wachten. De zon scheen fel, het was warm dus zette ik zijn pet op."
"Wat zul je hebben genoten toen ik je niet herkende."
"Ik vond het fantastisch."
"Was je niet boos?"
"Waarom? Omdat je me niet herkende? Welnee, dat was het grootste compliment dat je me kon geven. Ik was al jaren bezig het imago van het onooglijke wicht dat ik was kwijt te raken."
"Daar ben je aardig in geslaagd," mompelde Maurits. "Ik werd in een klap verliefd op je. Ik begreep niets van mijn eigen gevoelens, maar ik was bloedserieus toen ik je ten huwelijk vroeg."
Christelle stond op en liep naar de deur, in het voorbijgaan haar handtas van de salontafel pakkend.
"Ik begrijp dat je wilt vertrekken," zei Maurits, zijn teleurstelling wegslikkend terwijl hij opstond.
"Je zou natuurlijk je belofte aan mijn vader alsnog kunnen inlossen," fluisterde Christelle over haar schouder.
"Hoe dan?"
"Maak me gelukkig."
Maurits boorde zijn ogen in de hare. Haar groene ogen schitterden van ingehouden plezier en daagden hem uit.
"Is het zo moeilijk om dat aanzoek nog een keer te herhalen, graaf Van Rodenburgh? Ik geloof dat ik het de eerst keer niet goed heb verstaan."
Christelle keek naar Maurits' verbijsterde gezicht, maar het kostte hem nog geen seconde om te bekomen van zijn verbazing. In één stap was jij bij haar. Hij strekte zijn rechterhand uit en legde hem om de volle ronding van haar borsten. Hij voelde dat er een knopje groeide onder zijn liefkozende hand.
"Maurits!" kreunde ze.
"Wat is er, schat?" fleemde hij, zijn linkerhand uitstrekkend naar haar andere borst zodat hij ook daar een tepel tot leven kon wekken.
"Alsjeblieft," smeekte Christelle. "Dit is niet eerlijk."
"Wil je met me trouwen?"
"Ja," steunde Christelle met gesloten ogen.
"Kijk me aan," fluisterde Maurits. "En zeg het nog eens."
Ze opende haar ogen. "Ja, ik wil met je trouwen," zei ze schor terwijl Maurits haar onafgebroken bleef strelen.
Maurits trok haar tegen zich aan. Hij liet zijn lippen op haar halfgeopende mond neerdalen en beet zacht in haar onderlip. In een oogwenk laaide hun passie op.
Met begerige vingers knoopte ze zijn stropdas los. Zijn overhemd gleed al snel van zijn schouders naar beneden. Maurits handen deden onderwijl ook hun werk. Terwijl zijn tong in een sensueel ritme in en uit haar mond gleed, knoopte hij gehaast haar bustier open.
Het kledingstuk viel naast zijn overhemd. Zodra Maurits haar volle, stevige borsten onder zijn vingers voelde, verloor hij zijn zelfbeheersing. Hij had haar rustig willen beminnen. Zijn lichaam dacht daar echter heel anders over en Christelle protesteerde niet. Ze liet zich gewillig door hem achterover drukken op de sofa. Hij voelde haar handen zoeken en toen ze vond wat ze zocht en hem schuchter streelde, zoog hij scherp zijn adem in. Hij strekte zich over haar uit en duwde haar slanke benen met een snelle beweging van zijn knieën uiteen. Hij werd verteerd door een allesoverheersend verlangen toen ze zo kwetsbaar en warm onder hem lag. Niets kon hem echter voorbereiden op de verterende passie die zich van hem meester maakte zodra hij hun lichamen met een snelle beweging verenigde en diep in de fluwelen zachtheid van haar lichaam binnendrong. Christelle kwam hem tegemoet met haar heupen, ontving hem ongeremd en kreunde toen hij het tempo opvoerde en haar dichter bij de top van haar verlangen bracht.
"Ik hou van je," fluisterde hij in haar oor toen hij voelde dat ze bijna explodeerde onder zijn ervaren strelingen.
"Mijn god," fluisterde Maurits vijf minuten later verbijsterd toen hij eindelijk wat was bijgekomen. "Ben je van plan dit elke keer met me te doen als je met me vrijt?"
"Alleen als je je gedraagt."
Op dat moment ging de telefoon en Maurits pakte na enige aarzeling op. Toen hij hoorde de dat Armand aan de andere kant van de lijn hing, schoot hij in de lach. Helemaal toen Armand naar de uitslag van de weddenschap vroeg.
"Ik heb de weddenschap gewonnen, vriend," grijnsde Maurits in de hoorn.
"Ik ben blij het te horen, ook al kost het me geld. Is Christelle weer naar huis?"
"Nee, ze is hier bij me."
"Maurits!" riep Christelle blozend.
"Emilia wil mee als ze haar trouwjurk gaat uitzoeken. Wil je dat aan haar doorgeven? Ik neem aan dat jullie niet lang willen wachten."
"Hoe eerder hoe beter."
"De groeten van Armand en Emilia," lachte Maurits.
"Welke weddenschap heb jij gewonnen?" wilde Christelle weten.
"Mijn fantastische vrienden hadden een weddenschap afgesloten over ons. De vrouwen hadden er op gegokt dat het een half jaar zou duren voor ik je hart had veroverd. Armand had op twee maanden gegokt."
"En jij?"
"Twee weken, maximaal!"
"Verwaande kwast," riep ze hem quasi boos toe.
Christelle schoof met een hand de zware gordijnen opzij en keek uit het hoge raam. Haar zijden trouwjurk ruiste toen ze zich omdraaide en haar handen uitstak naar haar man die de zaal betrad.
"Kijk eens naar de beuken langs de oprijlaan!" riep Christelle kinderlijk verheugd. "Er hangen duizenden lampjes in."
Ze draaide zich weer naar het raam toe. Maurits kwam achter haar staan. Hij legde zijn handen op haar blote schouders.
"Ben je niet koud?"
"Welnee. De winter is buiten. Hierbinnen is behaaglijk. In elk vertrek waar ik kom, loeit het vuur in de haarden. Ik hou zo van dit kasteel, Maurits. Het is zo'n fantastisch huis om in te wonen. Was het jouw idee om die beuken zo te verlichten? Het is super romantisch. Wat leuk voor de gasten als ze straks arriveren voor het bal."
"Hoelang hebben we nog voordat de gasten komen?"
"Nog een kwartiertje denk ik."
"Lang genoeg om de liefde te bedrijven," fluisterde Maurits in Christelles oor.
"Nu?"
"Ik heb de deur achter me op slot gedaan," prevelde Maurits, met zijn lippen over de zijdezachte huid van Christelles hals glijdend.
"Maar dan kreukt mijn jurk helemaal."
"Welnee," lispelde Maurits, haar met zich meetrekkend naar het haardvuur terwijl hij haar lange rokken optilde. "Moest je nou echt deze afgelopen nacht bij Armand en Emilia slapen?"
"Ik wilde de tradities toch nog een beetje in ere houden," giechelde Christelle.
"Ik heb je gemist."
"Dat merk ik."
Maurits uitte een verwensing toen luid getoeter nog geen tien minuten later de eerste gasten aankondigde. Christelle kwam gehaast overeind en fatsoeneerde met een hoogrode kleur haar japon. "Je zult nog even moeten wachten, schat," lachte ze ondeugend.
"Je ziet eruit om op te vreten," steunde Maurits theatraal.
"Dat doe je dan vannacht maar," plaagde Christelle.
"Maurits?" begon ze zacht terwijl hij de deur ontsloot.
Hij keek haar over zijn schouder aan.
"Je hebt me gelukkig gemaakt," fluisterde Christelle.
Alleen zij beiden begrepen de diepere betekenis van haar woorden. Zwijgend pakte Maurits haar rechterhand. Hij duwde een kus op haar huid waarna hij haar achter zich aantrok naar de reusachtige hal van het kasteel om hun vrienden te verwelkomen…