Vierentwintigste sessie

Ik weet dat ik er vandaag belabberd uitzie, maar gelooft u mij, doc, als u hoort wat voor week ik achter de rug heb, dan begrijpt u het, en dan weet u meteen waarom ik om een extra lange sessie heb gevraagd.

Na onze vorige afspraak kwam ik op weg naar huis langs een gloednieuw billboard met een advertentie voor het onroerendgoedproject dat ik zou krijgen. Hij stond vlak bij de afslag naar het huis van mijn tante, en ik herinnerde me dat zij altijd nijdig werd als mijn moeder over dat project begon. En plotseling realiseerde ik me dat tante Val tegenwoordig niet meer over Tamara’s successen in de makelaardij opschept.

Zodra ik thuis was, ging ik op Tamara’s website kijken. Ze heeft een paar mooie huizen in de verkoop, maar lang niet zo veel als vroeger. Zonder erbij na te denken googlede ik haar naam, en de website van de Vereniging van Makelaars verscheen in beeld. En wat bleek? De vereniging heeft disciplinaire maatregelen tegen haar genomen. Mijn perfecte nicht is vorig jaar negentig dagen geschorst geweest. Ze was tussenpersoon voor een bedrijf dat een groot stuk land aankocht, maar ze had niet verteld dat zij de zelf eigenaar van dat bedrijf was. Niet zo snugger.

Blijkbaar wist mijn moeder daar niets van, want anders zou ook ik het geweten hebben – iedereen zou het geweten hebben. Tante Val had geluk dat ik vermist raakte voordat Tamara’s schorsing in het maandelijkse Verenigingennieuws bekend werd gemaakt. Toen schoot het me te binnen.

 

Een halfuur later belde Gary, en ik stak meteen van wal. ‘Ik weet wie die afspraak met de Griezel gehad kan hebben.’

Gary zweeg even en zei toen: ‘Zeg het maar.’

‘Ik heb net ontdekt dat mijn nicht vlak nadat ik werd ontvoerd haar makelaarslicentie tijdelijk heeft moeten inleveren. Ze moet al een tijdje hebben geweten dat ze geschorst zou worden, en mijn tante heeft het ons nooit verteld. Mijn moeder en haar zus zijn supercompetitief, en ik zou dat grote project krijgen…’

‘Annie…’

‘Nee, luister. Je zei toch dat het een vrouw met een grote zonnebril was?’

‘Ja, maar…’

‘Mijn tante begon vlak nadat mijn moeder er een had gekocht ook zo’n zonnebril te dragen.’ Mijn moeder droeg hem omdat ze dacht dat ze er dan als een Hollywoodster uitzag, en ze was woest toen tante Val er ook een bleek te hebben. Ze lijken erg op elkaar: tante Val is iets kleiner, maar van een afstandje zouden ze voor dezelfde persoon kunnen doorgaan. En mijn tante ging wél bij mijn oom langs – zij kan hem de foto’s hebben gegeven. Toen die vent me vorige week te pakken wilde nemen, was ze er in een mum van tijd en…’

‘We hebben informatie waaruit blijkt dat je moeder je oom in de gevangenis opzocht, Annie.’

‘Dat kan niet, ze praat niet eens over hem.’

‘Annie, we hebben videobeelden van haar en haar handtekening staat in het gastenboek.’

‘Mijn tante kan zich zoals zij hebben gekleed en haar handtekening hebben nagemaakt, het handschrift van mijn moeder is heel kinderlijk…’

Gary zuchtte. ‘We zullen met die mogelijkheid rekening houden, oké? Maar ik moet je nog een paar vragen stellen. Waren er tijdens jouw verblijf in de berghut dingen die opvielen omdat ze daar niet leken te horen? Zoals de foto?’

‘Alles in die hut was even mesjogge, wat heeft dat hiermee te maken?’

‘Waarschijnlijk leek het op dat moment niet van belang, maar misschien waren er dingen die er eigenlijk niet hoorden?’

‘Ik heb je alles al verteld, Gary.’

‘Soms brengt een schok herinneringen boven. Ga in gedachten nog eens door de hut.’

‘Er is niets.’

‘Iets in de schuur misschien, of in de kelder…?’

‘Hoe vaak moeten we dit nog doen? Er stonden dozen, er lagen geweren, kleren, een pak geld met een…’

Roze, hij was roze! Ik zoog mijn longen vol.

‘O, shit!’

Toen waren we allebei stil.

‘Herinner je je iets?’ vroeg Gary ten slotte.

‘De Griezel had een pak geld. Daar zat een roze haarbandje omheen. Toen ik laatst bij mijn moeder was, lagen er net zulke haarbandjes in haar la, dezelfde kleur, roze, in de badkamer, ik heb er een voor mijn haar gebruikt. Maar mijn tante…’

‘Heb je hem nog?’

‘Ja. Maar zoals ik al zei…’

‘We hebben hem nodig, om hem te vergelijken.’

Ik móést hem wel over dat stomme roze haarbandje vertellen. Ik kreeg het gevoel dat ik ging overgeven.

Vanuit de verte hoorde ik Gary zeggen: ‘Kun je nog meer bedenken?’

‘Mijn moeders stiefbroer, misschien is hij er op een of andere manier bij betrokken. Ik kan kijken of ik met Wayne kan praten, dan kom ik er misschien achter of hij iets weet. Misschien heeft mijn moeder hem verteld waarom ze zo’n hekel heeft aan…’

‘Dat is wel het laatste wat je moet doen. Vergeet niet dat we nog niet zeker weten of je moeder ermee te maken heeft, en ik hoop voor jou dat het niet zo blijkt te zijn. Maar als het wel zo is, kun je het onderzoek echt schade berokkenen. Sterker nog, ik wil dat je hier met niemand over praat. Oké?’ Omdat ik niet meteen antwoordde, zei hij met zijn agentenstem: ‘Ik meen het.’

‘Wat ga je nu doen?’

‘Waarschijnlijk hebben we morgen het bevelschrift, maar dan duurt het nog wel een paar dagen voordat we alle bankgegevens binnen krijgen. Ondertussen verzamelen we zoveel mogelijk bewijs. Als we je moeder te vroeg op het politiebureau ondervragen, is er een kans dat ze bewijsmateriaal vernietigt of op de vlucht slaat.’

‘Jullie hoeven haar niet te ondervragen. Ze heeft niets misdaan.’

Hij liet zijn stem dalen en zei: ‘Luister, ik snap hoe verwarrend dit moet zijn, en ik beloof je dat ik je onmiddellijk bel als we overtuigender bewijs hebben. Probeer tot die tijd bij iedereen uit de buurt te blijven. En, Annie, ik vind het echt heel naar voor je.’

 

Ik legde de hoorn op de haak en liep weg, maar de telefoon begon meteen weer te rinkelen. Omdat ik dacht dat het Gary weer zou zijn, nam ik op zonder op de display te kijken.

‘Godzijdank, Annie Bear, ik was zo bezorgd. Ik heb uren geleden een bericht voor je ingesproken, en na wat er onlangs allemaal is gebeurd…’ Mijn moeder zweeg even om adem te halen en ik probeerde iets te zeggen maar mijn keel werd dichtgeknepen.

‘Ben je daar nog? Annie?’

‘Sorry dat ik niet heb teruggebeld.’

Ik wilde haar waarschuwen dat Gary haar kwam halen, maar wat moest ik zeggen? Gary denkt dat je bij mijn ontvoering bent betrokken maar ik denk dat het je zus is? Nee, Gary zat er waarschijnlijk naast en mijn moeder zou in alle staten zijn. Ik moest mijn mond houden. Ik kneep zo hard in de telefoon dat het pijn deed en ik zakte met mijn rug tegen de muur op de vloer. Emma kwam tevoorschijn en duwde haar gezicht tegen mijn borst.

‘En? Weet de politie al meer over die afschuwelijke man?’ vroeg mijn moeder.

Nou en of, véél meer. Veel meer dan me lief was.

‘Er zijn geen nieuwe aanwijzingen, het onderzoek lijkt op een dood spoor te zitten. Je weet het, die agenten hier zijn te stom voor woorden.’ Ik liet me op mijn zij op de vloer zakken. Mijn adem blies een paar hondenharen in een amarant.

‘Waarschijnlijk is het zo maar beter ook. Concentreer je op je herstel. Misschien moet je even met vakantie gaan.’

Ik kneep mijn ogen samen om de hete tranen die opwelden tegen te houden en beet hard op mijn tong.

‘Dat is een goed idee. Weet je wat, misschien ga ik wel een paar dagen kamperen, met Emma.’

‘Zie je wel, je moeder weet wat goed voor je is. Maar vergeet niet wat van je te laten horen en ons te laten weten dat alles goed gaat. We maken ons zorgen om je, Annie Bear.’

 

Nadat ik had opgehangen dwaalde mijn blik door mijn huis en zag ik, waar ik ook keek, vuil. Ik zette mijn boeken op alfabetische volgorde en nam de kasten en tafels af met water met bleekmiddel erin. De rest van de nacht zat ik op mijn knieën en schrobde ik alle vloeren. Geen plekje bleef gespaard. Terwijl mijn handen schoonmaakten, probeerde mijn hoofd alles te bevatten.

Dat de Griezel zich in het verleden had laten inhuren, wilde nog niet zeggen dat hij mij dit keer niet toevallig had uitgezocht – misschien was de vrouw die hem in het motel had opgezocht gewoon een vriendin. En dat hij tegelijk met mijn oom in de gevangenis had gezeten, hoefde ook nog niets te betekenen. Er zaten zo veel gevangenen, misschien hadden ze elkaar wel nooit ontmoet. En als ze elkaar daar wel ontmoet hadden, kon de Griezel natuurlijk heel goed door mij geobsedeerd geraakt zijn doordat hij al die foto’s van mijn familie had gezien. Tante Val had waarschijnlijk niets over Tamara’s schorsing gezegd omdat ze de definitieve uitspraak van de Vereniging van Makelaars afwachtte; vervolgens was ik verdwenen, wat alles had overschaduwd. Het was heel goed dat ze de gegevens van mijn moeder gingen bekijken: zodra ze niets hadden gevonden, konden ze weer naar de echte partner van de Griezel gaan zoeken – als hij er tenminste een had gehad. Het kwam wel goed.

Pas om zeven uur de volgende ochtend, toen ik eindelijk ophield, besefte ik dat ik rauwe plekken op mijn knokkels had en ruim een dag niet had gegeten. Ik slaagde erin wat thee met droge toastjes weg te werken.

 

Toen Gary die middag belde om te zeggen dat hij langskwam om het elastieken haarbandje en de foto op te halen, vertelde ik hem over het gesprek met mijn moeder, inclusief mijn zogenaamde vakantiereisje. Ik legde uit dat ik ten minste één keer moest bellen omdat ze zich anders dingen zou afvragen, wat hij goed vond op voorwaarde dat ik de gesprekken kort zou houden.

Hij raadde me aan Christina en Luke precies hetzelfde verhaal te vertellen om te voorkomen dat een van hen het onbedoeld zou verknoeien. Hij wilde bovendien dat ik in een motel ging zitten, maar dat laatste weigerde ik – het was allemaal al erg genoeg zónder dat ik mijn huis hoefde te verlaten. We spraken af dat ik mijn auto achter het huis zou verstoppen en me gedeisd zou houden. Luke en Christina hadden me sinds de tweede ontvoeringspoging iedere dag gebeld, en Christina had me aangeboden een tijdje bij haar te komen wonen; dat deed ze op een manier waaruit duidelijk sprak hoe ze haar best deed om me niets op te dringen, en ze had mijn ‘Nee, bedankt’ na een lange pauze en een ‘Goed, wat jij wilt’ geaccepteerd. Maar ik wist dat het haar pijn deed en dat ze zich zorgen zouden maken als ik niets van me liet horen, dus ik e-mailde hen allebei dat ik het nodig had om een paar dagen de stad uit te gaan en dat ik niet had gebeld omdat ik op dit moment niemand wilde spreken. ‘Sorry, ik ga even door een moeilijke fase.’

Je meent het.

 

De afgelopen dagen heb ik me in mijn huis schuilgehouden en ’s nachts kaarsen gebruikt. De kast is niet aan de orde geweest, want ik heb niet geslapen. Ik heb zelfs geen wandelingetje gemaakt – het grootste deel van de tijd lag ik dicht tegen Emma aan en liet mijn tranen in haar vacht stromen.

Eenmaal in mijn auto voerde ik het toerental een paar keer flink op, belde mijn moeder en maakte flink wat statische ruis. Ik zei dat het goed ging maar dat ik in de auto zat en mijn telefoon steeds uitviel en we dus niet konden praten. Dát was in ieder geval niet gelogen – ik hoefde maar ‘hallo’ te zeggen of ik snakte naar adem omdat ik zo’n moeite moest doen alles voor me te houden.

Toen ik mijn e-mail checkte, zag ik dat Christina had geschreven. Ze hoopte dat het me hielp weg te zijn en dat ik me beter zou voelen als ik terugkwam. ‘Ik mis je,’ zei ze. Ze had er drie kruisjes, een knuffel en een smiley onder gezet.

De volgende dag zag ik haar auto mijn oprit op rijden en ik sloeg mijn hand om Emma’s snuit zodat ze niet kon blaffen. Christina liep een tijdje buiten rond en reed toen weer weg. Toen ik naar buiten keek besefte ik dat ze de kranten die voor de deur lagen had opgeraapt. Ik voelde me een trut.

Gary belde om te vertellen dat ze vooruitgang boekten en dat hij het waardeerde dat ik zo goed meewerkte. Ik vroeg me af of het hem plezier deed dat ze bezig waren ‘de slechterik’ in te sluiten. Hij is niet voor niets bij de politie gegaan.

Ik heb hem niet verteld dat ik wel van plan was vandaag naar mijn zielenknijper te gaan, want hij zou hebben gezegd dat ik dat niet moest doen, en toen hij vanmorgen om een uur of acht belde om te vertellen dat ze die andere werkster van het motel hadden gevonden, was ik blij dat ik niet had afgebeld. En ja, ze herinnerde zich de vrouw met de zonnebril – de auto was zo groot en de vrouw was zo klein, het kostte haar moeite het portier open te krijgen.

‘Ik weet wat je denkt, Gary, maar er moet… Shit, laat me even nadenken.’

‘Het spijt me vreselijk, Annie, maar al het bewijs wijst in de richting van je moeder. We wachten nog op haar bankafschriften, maar als we die hebben, nemen we haar mee naar het politiebureau. In de tussentijd gaan we…’

‘Maar jullie weten niet zeker dat zíj bij het hotel was. Dat het een kleine vrouw was, wil nog niet zeggen dat…’

‘Ze was niet alleen klein, maar ook blond, Annie. De werkster heeft geen nummerbord gezien, maar de auto was bronskleurig, net als die van je stiefvader. En ze herkende je moeder op een foto.’

Mijn hart klopte in mijn keel.

‘Maar ik heb al een keer gezegd dat mijn tante op haar lijkt, en zij rijdt in een Lincoln met dezelfde kleur als de Caddie. Misschien werkt ze samen met haar stiefbroer en heeft hij geprobeerd me mee te nemen. Misschien chanteert hij haar – jezus, weet ik het? Maar hij loopt vrij rond, en vraag het maar aan Wayne, hij zal je vertellen dat mijn moeder hier niets mee te maken heeft.’

‘Zodra we klaar zijn, brengen we Wayne ook naar het politiebureau.’

‘Als jullie klaar zijn? Waar wachten jullie verdomme nog op? Moet ik soms eerst nog een keer vermist zijn?’

‘Annie, ik begrijp dat je kwaad…’

‘Ik ben verdomme niet kwaad, ik ben woest! Jullie zitten er helemaal naast. Als jullie niets doen, ga ik met Wayne praten en…’

‘En jezelf in de problemen brengen? Dat zou echt helpen, nietwaar?’

‘Wayne doet me heus niets; hij is een idioot, maar hij heeft geen greintje agressie in zijn lijf. Geef me maar afluisterapparatuur mee, als je zo bezorgd bent.’

‘Dit is geen aflevering van Law & Order, Annie, we geven burgers geen afluisterapparatuur mee, jij bent hier niet voor getraind. Eén verkeerde opmerking, en de zaak die je zo dolgraag wilt oplossen is finaal verpest.’

‘Alsjeblieft, Gary, ik heb een jaar lang op die berg gezeten zonder iets te kunnen doen om mezelf te helpen. Ik moet meedoen. Ik ken Wayne. Als mijn moeder hem iets over haar stiefbroer heeft verteld, krijg ik dat uit hem.’

‘Sorry, hier kan niet over onderhandeld worden. Je zult geduldig moeten zijn. En ik moet nu als de sodemieter naar de rechtbank, ik bel later nog.’

‘Oké, oké.’

Ik keek op mijn klok. Kwart over acht. Over twee uur zou Wayne in zijn eentje in de diner zitten waar hij ontbijt als hij geen werk heeft – bijna altijd dus. Mijn moeder gaat nooit mee, meestal slaapt ze haar roes uit. Ja, tuurlijk, ik zou geduldig zijn – maar niet langer dan een uur en drie kwartier.

 

In de diner was de grootste ochtenddrukte voorbij, maar de geur van spekvet hing nog in de lucht. Ik liet me in een zitje aan het raam zakken.

Er kwam een serveerster naar me toe, blocnootje en potlood in de aanslag. In het potlood stonden tandafdrukken, en haar nagels waren tot op het leven afgebeten. Net als die van mij. Ik vroeg me af wat háár zo opfokte.

‘Wat kan ik voor je doen?’

‘Voorlopig alleen koffie.’

‘O, nu weet ik het weer. Jij bent toch Annie, de dochter van Wayne? Liefje, hoe gaat het met je?’

De bandrecorder brandde in mijn zak. Wat deed ik daar? Stel dat Gary gelijk had en ik alles verknalde?

‘Prima, dank je.’

‘Wayne kan hier ieder moment zijn. Ik zeg wel dat je hier zit, goed, schat?’

‘Heel graag.’

Ze bracht de koffie, en ze was nog niet van mijn tafel weggelopen of de deur klingelde. Ik kon alleen wat zien als ik opstond of om de zijkant gluurde, maar ik deed het een noch het ander.

‘Janie! Hoe is het met de knapste serveerster van de stad?’

‘Prima, knappe kerel. Raad eens wie jou hier is komen opzoeken.’

Mijn stiefvader keek om de hoek van mijn zitje.

‘Allejezus, Annie, wat doe jíj hier? Je moeder zei dat je met vakantie was.’

De serveerster kwam terug met nog een koffie. Wayne ging tegenover me zitten.

Ik zei: ‘De politie wilde me nog een keer spreken. Daarom ben ik eerder teruggekomen.’

Hij knikte en roerde door zijn koffie.

‘Ze hebben nieuwe informatie over de man die me heeft ontvoerd.’ Hij hield het lepeltje in de lucht.

‘O ja? Wat dan?’

‘Misschien is het een idee om even een frisse neus te halen,’ zei ik. ‘Het is hier bloedheet. Waarom nemen we geen beker koffie mee naar buiten, dan kunnen we in het park gaan zitten?’

‘Ik weet het niet, hoor, je moeder wordt zo wakker en ik moet een pakje sigaretten voor haar meenemen.’

‘We blijven niet de hele dag weg, ik heb gewoon nog geen zin om al naar huis te gaan. Heb je je kaarten bij je?’

‘Wil je een potje kaarten?’

‘Zeker, maar laten we dan wel naar het park gaan. Ik moet naar buiten, het ruikt hier alsof iemand de toast heeft laten aanbranden.’

Ik betaalde onze rekening. Janie gaf ons twee verse koffie om mee te nemen en we staken de straat over, naar het park. Ik zocht een picknicktafel uit die op enige afstand van de andere tafels stond, in de schaduw. Wayne schudde het stapeltje kaarten. Ik probeerde me te herinneren of we, als we met z’n tweeën waren, wel eens iets anders hadden gedaan dan kaarten.

‘Eerlijk gezegd was het geen toeval dat we elkaar tegenkwamen, Wayne.’ Hij stopte met schudden, klaar om uit te delen. ‘Ik wilde je spreken.’

‘O ja?’

Ik zette Gary uit mijn hoofd en dook in het diepe. ‘De politie denkt dat mama met mijn ontvoering heeft te maken. Iemand zag een auto die op jouw Caddie lijkt bij het hotel waar die vent logeerde. Maar ik denk…’

‘Er zijn zoveel mensen met zo’n auto.’

‘Dat weet ik, maar de werkster gaf een omschrijving van…’

‘De politie vergist zich.’

Ik staarde hem aan. Hij keek naar de kaarten.

‘Kijk me eens aan, Wayne.’

‘Ik dacht dat je een potje wilde…’

‘Kijk me aan.’ Hij tilde langzaam zijn hoofd op en keek me aan.

‘Weet jij iets?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Wayne, ze hebben een arrestatiebevel, ze bekijken mama’s bankafschriften.’

Hij werd bleek.

Mijn stem was kalm, maar mijn hart klopte in mijn keel.

‘Is mijn moeder erbij betrokken?’

Even probeerde hij me aan te blijven kijken. Toen zakte zijn hoofd in zijn handen, en ik zag dat hij trilde.

‘Wayne. Je moet me vertellen wat er aan de hand is.’

‘Het is zo’n puinhoop, zo’n puinhoop.’ Hij mompelde: ‘Shit, wat een zootje…’

‘Wayne!’

Zijn hoofd, dat nog steeds in zijn handen rustte, ging op en neer.

‘Vertel op, Wayne, anders bel ik de politie en dan mag je het hun vertellen.’

‘Het spijt me, het spijt me zo verschrikkelijk, we wisten niet dat hij graag vrouwen pijn deed, dat zweer ik.’ Hij sloeg zijn wanhopige ogen op. ‘Ik had haar tegengehouden, echt, maar ik wist het niet.’

‘Wat wist je niet?’

‘Je weet wel, dat je moeder die man… opdracht gaf jou mee te nemen.’

Nee, nee, nee, nee.

Aan de andere kant van het park duwde een moeder haar peuter op een schommel. Het meisje gierde het uit, maar het geluid werd gedempt door het bonzen van mijn hart. Waynes lippen gingen op en neer, maar ik ving alleen brokstukken van woorden en delen van zinnen op. Ik probeerde me te concentreren op wat hij zei, maar ik dacht alleen maar aan de ronddraaiende radertjes van de bandrecorder.

Hij staarde me aan. ‘Shit, Annie, je ziet eruit alsof… Ik weet niet.’

Ik staarde terug en schudde langzaam mijn hoofd. ‘Jullie waren het… Jullie hebben het gedaan.’

Hij boog zich voorover en begon opeens snel te praten: ‘Je moet mijn kant van het verhaal horen, Annie. Het was één grote puinhoop. Maar ik wist nergens van, ik zweer dat ik nergens van wist. Toen je die eerste keer werd meegenomen, bleef je moeder er heel kalm onder. Dat was niets voor haar, ik dacht dat ze knettergek zou worden. Maar toen je na een week nog weg was, begon ze ’s nachts te ijsberen, en ze zoop als een ketter. De tweede week is ze wel drie keer naar je oom gegaan, dus ik vroeg het haar ronduit: ‘Heb je je in de nesten gewerkt, Lorraine?’ Maar ze zei alleen: “Het is niet mijn schuld.”’ Hij slikte een paar keer en schraapte zijn keel.

‘Wát was niet haar schuld? Je hebt me nog steeds niet precies verteld wat ze heeft gedaan!’

‘Je had maar een week of zo weg moeten blijven, maar er liep iets mis.’

Er liep iets mis. Dat was alles: er liep gewoon iets mis. Ik wist niet of ik moest gaan lachen of schreeuwen.

‘Je meent het. Waarom moest ik verdomme ontvoerd worden? Chanteerde de Griezel Dwight of zo? Of bedreigde Dwight mijn moeder? Ging ze altijd al bij hem langs? Wat is er verdomme gebeurd, Wayne?’

‘Ik weet niet hoe het met Dwight zit, ze reageert heel raar als ik naar hem vraag. Maar nee, ze had een film gezien over een meisje dat twee dagen ontvoerd werd, en na de film interviewden ze de echte familie… Je weet dat ze zich van die dingen in haar hoofd haalt, dan krijgt ze een waas voor haar ogen.’

Ik vulde de rest zelf in. ‘Probeer je me goddomme te vertellen dat mijn moeder me heeft laten ontvoeren vanwege een film?’

‘Lorraine zei dat jij knapper was, en als je een hele week weg zou zijn, zou het veel meer opleveren.’

Het duurde even voordat Waynes woorden tot me doordrongen. ‘Meer opleveren… Probeer je me verdomme te vertellen dat ze dit voor het geld heeft gedaan?’

‘Het begon toen ze hoorde dat dat project misschien niet naar jou zou gaan. Als Val daarachter kwam, zou zij haar het leven flink zuur maken – je weet hoe die twee zijn. Maar als jij beroemd was? Dan moest Val voor de rest van haar leven door het stof.’

‘En jij had geen idee wat ze van plan was?’

‘Shit, nee! Ik zweer je dat ik geen idee had. Ze vertelde dat je oom iemand uit de gevangenis kende die het kon doen, en hij kende ook een woekeraar die haar vijfendertig mille leende – ook daar wist ik niets van.’

‘Vijfendertig mille? Was dat de prijs voor het verzieken van mijn leven? Lekkere familie heb ik.’

‘Het was niet je moeders bedoeling dat hij je wat zou aandoen. Die man zou bellen, maar dat deed hij niet – daarom begon ze na die eerste week ongerust te worden. Je oom stak zijn licht op, maar niemand wist waar die vent je naartoe had gebracht.’

‘Maar waarom heeft ze de politie niet gebeld toen ik niet terugkwam? Waarom heb jij niets gedaan? Jullie hebben me daar gewoon laten zitten.’ Mijn stem brak.

‘Toen ik hoorde wat er aan de hand was, wilde ik onmiddellijk de politie inschakelen, maar de man van wie ze het geld had geleend zei tegen Lorraine dat de politie hem zou zoeken als zij haar mond opendeed; en dan zou hij haar gezicht met een mes bewerken en mijn benen breken. Hij zei dat hij Dwight in de gevangenis zou laten vermoorden. Wij stelden voor dat we zouden zeggen dat we met ons eigen geld hadden betaald, maar hij wilde zijn geld terug en als jouw moeder en ik in de bak zaten, zou dat nooit lukken. Hij zei ook nog dat hij ons in de bak ook zou weten te vinden.’

Ik besefte dat dit waarschijnlijk het langste en zeker het openhartigste gesprek was dat ik ooit met mijn stiefvader had gehad. En dat gesprek ging over mijn moeder, dat ze me had laten ontvoeren en verkrachten.

‘Was je niet bang dat mij iets werd aangedaan? Dat ik vermoord zou worden?’

Hij zag er miserabel uit. ‘Iedere dag opnieuw. Maar wat kon ik doen? Als ik probeerde jou te helpen, zou Lorraine verminkt worden. Toen jij vermist werd, moest ze de woekeraar betalen; ze won tijd met de verkoop van jouw spullen en probeerde ervoor te zorgen dat ze een film zouden maken, maar uiteindelijk gebeurde dat niet. Tegen de tijd dat je terugkwam, waren we blut.’

Hij ademde diep in. ‘Toen ik jou in het ziekenhuis had gezien, was ik volkomen van de kaart, maar Lorraine zei dat we verder moesten en sterk moesten zijn. Ondertussen zat de woekeraar ons nog op de hielen. Lorraine zei tegen hem dat ze geld zou krijgen voor haar rol in de film die ze over jou zouden maken, maar je wimpelde haar steeds af. In de tussentijd had ze er alles voor over om ervoor te zorgen dat de media geïnteresseerd bleven.’ In een flits herinnerde ik me al die keren dat de verslaggevers precies leken te weten waar ik was en dat ze vanaf het begin af aan vertrouwelijke informatie hadden gehad.

‘Het geld dat ze ons gaven, ging linea recta naar onze schuld. Maar ongeveer een maand geleden zei de man dat we de rest van het bedrag in één keer moesten betalen, anders zou hij ons weten te vinden.’

‘Wacht even, de man die me op straat probeerde te overmeesteren, was dat de woekeraar of Dwight?’

Wayne staarde naar zijn voeten.

‘Hebben jullie iemand ingehuurd om me nóg een keer te ontvoeren?’

‘Nee.’ Hij sprak zo zacht dat ik hem nauwelijks hoorde. ‘Dat was ik.’

‘Jíj? Jezus christus, Wayne! Ik ben me rot geschrokken, je hebt me pijn gedaan…’

‘Ik weet het, ik weet het. Het spijt me, het was niet de bedoeling dat je zou vallen, ik had niet gedacht dat je je zo heftig zou verzetten. Je moeder zei dat de media hun belangstelling verloren. We hadden geen keus, we waren de lul, Annie.’

‘Waren júllie de lul? Nee, Wayne, je bent pas echt de lul als je iedere nacht wordt verkracht. Je bent pas echt de lul als je moet tegenstribbelen en huilen en gillen omdat je verkrachter dan sneller klaarkomt. Je bent pas echt de lul als je alleen op bepaalde tijden mag plassen. Weet je wat hij deed toen hij me snapte terwijl ik stiekem plaste? Hij dwong me water uit de wc-pot te drinken. Uit de wc-pot, Wayne. Dat doen mensen zelfs hun hond niet aan. Dán ben je pas echt de lul.’

Het enige wat Wayne deed, was knikken, met tranen in zijn ogen.

‘Mijn dochter is gestorven, Wayne.’ Ik pakte zijn hand, nam die in de mijne en draaide hem om. ‘Haar hoofd was niet groter dan de palm van jouw hand. Ze is dood. En jij vertelt me dat mijn familie me dat heeft aangedaan? Degenen die ik van iedereen het meest zou moeten kunnen vertrouwen, en jij…’

Ik hoorde het mezelf zeggen en plotseling drong het tot me door.

Ik kromp ineen en sloeg mijn armen om mijn benen. Er drukte een enorm gewicht op mijn borst en ik had het gevoel dat mijn hoofd in een bankschroef zat. Ik hapte naar lucht. Wayne klopte op mijn rug en herhaalde de hele tijd dat het hem speet. Hij klonk alsof hij huilde. De rand van mijn gezichtsveld werd donker, mijn lichaam zakte voorover.

Wayne sloeg zijn arm om me heen en zorgde dat ik niet in elkaar zakte. ‘O nee, verdomme, Annie, niet flauwvallen, doe me dat niet aan.’

Na een paar minuten had ik mijn ademhaling weer onder controle, maar ik rilde nog steeds en ik had het ijskoud. Ik tilde mijn hoofd op en schudde Waynes arm van me af. Ik ademde nog een keer diep in, kwam overeind en begon met mijn armen om me heen geslagen voor het bankje te ijsberen.

‘Hebben jullie ook bij me ingebroken?’

‘Ja. Je moeder zou meteen na mij binnenkomen en jou redden, maar ik kwam tot in je slaapkamer en daar was je ook niet, en ondertussen ging dat alarm af, en toen ben ik er via het raam vandoor gegaan. En daarna bleef je moeder bij je slapen en vertelde jij haar dat je iedere ochtend hardliep…’ De avond waarop mijn moeder me Annie Bear-koekjes en mijn foto’s had gebracht. Ik ging weer zitten.

 

We keken elkaar een tijd aan zonder iets te zeggen. Eindelijk waren alle stukjes op hun plaats gevallen. Voor mij althans. Ten slotte verbrak ik de stilte.

‘Je weet toch dat je jezelf zult moeten aangeven?’

‘Ja, dat weet ik.’

We staarden naar de speeltuin. Er waren geen kinderen. De zon was achter een wolk verdwenen en het was koel in de schaduw. Een briesje bewoog de schommels heen en weer. Het ritmische piepen van hun kettingen en de geur van een naderende storm vulden de lucht.

‘Ik hou echt van je moeder, weet je dat?’

‘Dat weet ik.’

Hij ademde diep in en schoof de kaarten terug in het doosje. Ik wilde hem tegenhouden, ik wilde zeggen: laten we een allerlaatste potje doen. Maar het was te laat. Alles was voorbij.

‘Ik loop wel mee naar het politiebureau.’

Gary kwam net van de rechtbank, en toen hij mij met Wayne zag, keek hij pissig. Wayne zei dat hij een bekentenis wilde afleggen, en Gary wees naar mij en zei: ‘Niet weggaan.’ Daarna voerde hij Wayne snel af.

De uren daarna dwaalde ik door het politiebureau, bladerde tijdschriften door en staarde naar de muren – ik telde de scheurtjes en telde de vlekken. Het verraad van mijn familie deed meer pijn dan alle dingen die de Griezel met me had gedaan, en ik voelde die pijn op een plek waar hij me nooit had kunnen raken. Voor die pijn rende ik weg, zo hard als ik kon.

Eindelijk kwam Gary naar buiten.

‘Je had niet met hem moeten praten, Annie. Als het was misgelopen…’

Ik gaf hem de tape. ‘Maar het liep niet mis.’

‘We kunnen dit niet gebruik…’

‘Dat hoeft ook niet, of wel soms?’ vroeg ik. Mooi niet dat ik me verontschuldigde.

Hij schudde zijn hoofd en vertelde dat Wayne, nadat hij rechtsbijstand had ontvangen, had besloten in ruil voor strafvermindering een volledige bekentenis af te leggen en tegen mijn moeder te getuigen. Hij was aangehouden op beschuldiging van medeplichtigheid aan ontvoering, afpersing en plichtsverzaking. Hij zit vast tot de hoogte van zijn borg is vastgesteld.

Gary zei dat ze de bankgegevens waarschijnlijk die middag en anders de volgende ochtend zouden hebben. Die hadden ze niet per se nodig om mijn moeder te kunnen arresteren, maar hij wilde Waynes verklaring controleren voordat hij haar zou ondervragen. Ze wachtten bovendien op bericht van het lab over het elastieken haarbandje, en dat zouden ze op zijn vroegst de volgende dag krijgen. Ze achtten mijn moeder niet vluchtgevaarlijk – ze had niet eens een auto – en ze was geen bedreiging voor de samenleving, dus als er niets veranderde, zouden ze haar pas de volgende ochtend oppakken.

Ze lieten Wayne naar mijn moeder bellen en tegen haar zeggen dat hij een veelbelovende tip voor een handeltje in het noorden van het eiland had gekregen. Als het te laat werd om naar huis te rijden zou hij bij een vriend blijven pitten. Voor het geval ze het van iemand anders zou horen, vertelde hij ook nog dat hij mij was tegengekomen en voegde daaraan toe dat ik weer in de stad was, maar moe was van de lange rit en naar huis ging om een beetje bij te komen. Ze trapte erin.

Toen dat gedaan was, liep Gary met me naar mijn auto.

Hij vroeg: ‘Gaat het? Het zal niet meevallen dit allemaal te moeten aanhoren.’

‘Ik weet niet hoe het gaat. Het is gewoon… Ik weet het niet.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Heb je ooit gehoord van een moeder die zoiets doet?’

‘Mensen doen de mensen van wie ze houden voortdurend verschrikkelijke dingen aan. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is al minimaal één keer eerder gedaan.’

‘Om de een of andere reden voel ik me daardoor niet beter.’

‘Ik probeer je te bellen zodra we haar hebben opgepakt. Wil je het verhoor bijwonen?’

‘God, ik weet niet of ik daar wel klaar voor ben.’

‘Ik weet dat ze je moeder is, en het moet heel moeilijk zijn om te bevatten wat ze heeft gedaan, maar ik wil dat je sterk bent. Je mag niet met haar praten voordat wij haar hebben gesproken, oké?’

‘Je zult wel gelijk hebben.’

‘Echt, Annie. Ik wil dat je regelrecht naar huis gaat. Ik zou je niet eens moeten vertellen wat ik je net allemaal heb verteld, maar ik wilde je niet in het ongewisse laten. Je komt misschien in de verleiding om je moeder te waarschuwen, maar ik vertrouw erop dat je weet wat je doet. Stel me niet teleur. Je hoeft er alleen maar aan te denken wat ze je heeft aangedaan.’

Alsof ik dat zou vergeten.

 

Nou, aan een deel van Gary’s verzoek ben ik tegemoetgekomen – ik ben ergens regelrecht naartoe gereden. Niet naar huis, maar naar u. Het maakte me niet eens uit of iemand me zou zien. Tegen beter weten in blijf ik hopen dat het allemaal één grote vergissing is.

Vijfentwintigste sessie

U heeft het waarschijnlijk wel in de krant zien staan – ik sta weer in het middelpunt van de belangstelling. Toen ik na de vorige sessie naar huis reed, heb ik de hele weg aan mijn moeder gedacht. Ze kan een rotwijf zijn, ze is egoïstisch en denkt dat de hele wereld om haar draait. Maar dat ze tot iets als dit in staat is?

Toen ik die avond thuiskwam stond er een bericht van Luke op mijn antwoordapparaat. Hij is natuurlijk veel te aardig om gewoon te vragen: ‘Waar hang jij godverdomme uit?’ dus het was iets in de trant van laat het even weten als je weer terug bent. Maar ik belde niet terug, want ik wist niet wat ik moest zeggen.

Die nacht, in mijn kast, dacht ik aan mijn moeder. Gary had nog niet gebeld, en ik stelde me voor dat ze thuis voor de televisie zat te roken en te drinken, zonder te weten dat de pleuris was uitgebroken en zij de volle laag zou krijgen. Al voelde ik me dan nog zo gekwetst en verraden, ik vond het een rotidee dat ze geen benul had van wat haar te wachten stond.

Toen schoot me te binnen dat ze me op de dag van het open huis had gebeld. Ze had me vanwege een godvergeten espressoapparaat een schuldgevoel bezorgd terwijl ze wist dat ik een paar uur later door een ex-gevangene ontvoerd zou worden. Om nog maar te zwijgen van de manier waarop ze na de tweede ontvoeringspoging voor me had gezorgd – ze deed alsof ze van me hield terwijl ze me net die smerige rotstreek had geleverd. Op dat moment wist ik dat ik het verhoor moest bijwonen. Ik moest het met mijn eigen oren horen.

 

De volgende dag werd ik om een uur of tien door Gary gebeld. Ze hadden de bankgegevens ’s ochtends vroeg ontvangen, en die ondersteunden Waynes verklaring. Bovendien had onderzoek uitgewezen dat op de twee elastiekjes dezelfde roze verf zat. Ze was gearresteerd – het woonwagenpark moet in alle staten zijn geweest – en nu lieten ze haar in het politiebureau in haar eigen vet gaar koken tot ik er was. Ik deed er niet lang over, hoewel ik de hele weg ernaartoe wilde omkeren.

Ik besefte pas dat ik trilde toen ik op het politiebureau was en Gary me zijn jas aanbood. Hij was nog warm en rook naar hem. Het liefst had ik me erin verstopt, was ik er helemaal in verdwenen. Ze brachten me naar een kamertje naast de kamer waar ze mijn moeder hadden neergezet, en ik staarde haar aan door de ruit die naar ik aannam aan de andere kant een spiegel was. Er stonden ook nog een paar agenten bij mij in de kamer; als ik oogcontact maakte, sloegen ze hun ogen neer.

Mijn moeder zat met haar handen onder haar dijen op de rand van de stoel, haar voeten konden maar net bij de vloer. Haar make-up, waarschijnlijk het restant van de vorige dag, was verbleekt en uitgelopen, en haar paardenstaart zat scheef. Toen zag ik het. Eén ooglid hing net iets lager dan het andere. Ze was niet straalbezopen, maar ze had haar sinaasappelsap die ochtend beslist met een scheut wodka erin gedronken. Gary kwam binnen en ging naast me staan.

‘Hou je taai, oké?’ Hij legde zijn hand op mijn schouder. Het gewicht was stevig en warm.

‘Wat heeft dit voor zin? Jullie hebben alle bewijzen.’

‘Er is nooit te veel bewijs. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat een zaak een kat in het bakkie leek te zijn maar alsnog in de soep liep. Het is beter als ze haar betrokkenheid bekent.’

‘Wie gaat haar verhoren?’

‘Ik.’ Zijn ogen glinsterden. Als hij een paard was geweest, had hij staan trappelen.

 

Zodra Gary de kamer binnenkwam, klaarde mijn moeder onmiddellijk op. Mijn maag draaide zich om.

Hij vertelde dat hij alles opnam, waarop ze naar de camera glimlachte, en toen vroeg hij haar wat haar naam, haar adres en de datum waren. De datum moest hij haar vertellen.

Toen dat er allemaal uit was, zei hij: ‘De agenten die je vandaag hebben gearresteerd, hebben je al op je rechten gewezen, maar ik herhaal dat je, voordat je met ons gaat praten, recht hebt op juridische bijstand en dat je op ieder moment tijdens het gesprek een advocaat mag raadplegen.’

Mijn moeder schudde haar hoofd. ‘Dit is absurd – wie zou ik ontvoerd hebben?’

Gary trok een wenkbrauw op. ‘Je dochter.’

‘Annie is niet ontvoerd. Ze is door een man meegenomen.’

Gary besloot blijkbaar dat het geen zin had om haar de juridische definitie van ontvoering uit te leggen, wat ik met hem eens was. Hij ging verder.

‘We hebben een ondertekende verklaring van Wayne waarin precies staat wat zich heeft voorgedaan, en wat daarin jullie beider rol was.’ Hij sloeg een map die op de tafel lag open, haalde er een verklaring uit en wees een deel ervan aan. ‘Bovendien hebben we een afschrift van je creditcardrekening, die bewijst dat je de dag voor de aanval op Annie een busje hebt gehuurd. We hebben de factuur van het verhuurbedrijf, voor een wit busje, met jouw handtekening erop. We hebben een ooggetuige die jou en Simon Rousseau in een motel in Glen Eagle heeft gezien. We hebben een bevestiging dat een elastieken haarbandje dat we tussen de spullen van Simon Rousseau hebben gevonden, dezelfde is als een stel haarbandjes die jij kort daarvoor in je bezit had. We weten dat je het hebt gedaan.’

Mijn moeder zette grote ogen op en verstrakte in haar stoel, maar meteen daarop ontspande ze en streek de zoom van haar rok goed. Toen richtte ze haar aandacht op een nagel.

Gary legde zijn handen op de tafel en boog zich voorover.

‘Kijk eens, mijn superieuren geloven niet dat je Annie maar voor één week wilde laten verdwijnen. Dat heb je tegen Wayne gezegd, maar wij denken dat je Simon Rousseau hebt ingehuurd om haar te vermoorden – Annie had een fikse levensverzekering, en je wist dat jij daarvan de enige begunstigde bent. Maar je plannetje mislukte; het was beslist niet je bedoeling dat Annie heelhuids thuiskwam.’

Met iedere zin kromp mijn moeders lichaam verder ineen en werden haar ogen groter. Ze begon te stotteren. ‘Nee… nee… natuurlijk niet… Haar vermoorden? Nee… Ik zou van mijn leven niet…’

‘Ik geloof niet dat je me goed begrijpt, Lorraine. Ze dénken niet alleen dat je Simon Rousseau hebt ingehuurd om haar te vermoorden, ze wíllen ook dat je hem hebt ingehuurd om haar te vermoorden. In dat geval zit je namelijk veel langer in de gevangenis.’

Ik keek naar mijn moeders gezicht terwijl ze een paar keer haar lippen likte. Gary dacht waarschijnlijk dat dat de zenuwen waren, maar ik kende mijn moeder: als ze haar lippen likte, probeerde ze haar door de wodka benevelde brein scherp te stellen.

‘Willen ze dat ik dat heb gedaan?’

‘Er is veel tijd en veel geld, belastinggeld, in deze zaak gaan zitten. Mijn superieuren zijn daar… hm, niet zo gelukkig mee. En het publiek? Mensen die weekendenlang in de bossen hebben gezocht en overal posters hebben opgehangen terwijl jij al die tijd wist wat er met Annie was gebeurd? Ik zeg je: de mensen schreeuwen om bloed. Ze wíllen niet dat hier iemand voor gaat boeten; ze éísen dat iemand hiervoor gaat boeten.’

‘Nou, het is heel goed dat ze eisen dat iemand hiervoor boet. Degene die dit heeft gedaan, moet ook boeten.’ Haar ogen werden vochtig. ‘Als ik eraan denk wat Annie allemaal heeft moeten meemaken…’

Gary zei vriendelijk: ‘Luister, Lorraine, ik sta aan jouw kant. Ik probeer je uit de knoei te helpen. Ze willen niet dat je gewoon wordt veroordeeld, Lorraine – ze willen je publiekelijk aan het kruis nagelen. Dus als je me niets geeft waarmee ik aan de slag kan, word je veroordeeld omdat je iemand hebt ingehuurd die je eigen dochter moest vermoorden. En dan kan ik niets doen om het tegen te houden.’

Ze keek hem bedachtzaam aan en sloeg haar ogen neer. Misschien was ze nog niet helemaal klaar om de val in te lopen en van de kaas te gaan knibbelen, maar ze snoof de lucht al op. Ik keek toe: met afschuw vervuld, gefascineerd en vanaf een afstandje, alsof dit de moeder van iemand anders was, met een andere smeris.

‘Ik was erbij toen Annie in dat ziekenhuis lag, Lorraine, en ik heb gezien hoe moeilijk jij het had. Ik weet dat je van je dochter houdt, je hebt alles voor haar over.’ Ze begon haar voeten onder de tafel heen en weer te zwaaien. ‘Maar Annie kan behoorlijk koppig zijn, ook dat weet ik, en hoe goed je adviezen ook zijn, ze luistert niet, hè?’ Ik wist niet of de richting die hij nu insloeg me wel beviel.

‘Eigenlijk luistert niemand naar jou, hè? Je dochter niet, Wayne niet. Het valt vast niet mee te moeten toezien hoe hij de ene na de andere kans om zeep helpt en er nooit iets voor jou overblijft.’

‘Als ik die man niet bij de hand nam, sloeg hij nog geen deuk in een pakje boter.’ Ze zwiepte haar paardenstaart heen en weer en schakelde een versnellinkje hoger. ‘Maar sommige mannen hebben nu eenmaal een duwtje in de rug nodig om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen.’

Gary glimlachte verdrietig naar haar. ‘Maar eigenlijk zou het helemaal niet nodig moeten zijn dat je hem die duwtjes gaf, Lorraine. Als hij een betere echtgenoot was geweest, als hij beter voor jou had gezorgd, zou je dit toch nooit gedaan hebben?’ Ze knikte instemmend, werd zich daar toen van bewust en bleef roerloos zitten.

‘En we weten allebei dat Wayne het met die woekeraar had moeten regelen, zodat jij Annie had kunnen redden. Maar dat deed hij niet, toch? En jij mocht het weer oplossen. En nu geeft hij jouw overal de schuld van.’

Hij boog zo ver voorover dat hun neuzen elkaar bijna raakten. Ze zoog op haar lip, alsof ze een laatste beetje alcohol eruit wilde persen. Ze wilde het zeggen, ze wilde het hem vertellen – ze had nog maar een klein zetje nodig.

Gary zei met een stem waar het medeleven vanaf droop: ‘Wayne heeft je in de steek gelaten, Lorraine, daar twijfel ik niet aan. Maar wij kunnen je helpen. Wij kunnen ervoor zorgen dat je veilig bent. Jij kunt er ook niets aan doen dat het zo uit de hand is gelopen.’ En dat zetje was genoeg om haar over de rand te helpen; ze had een blos op haar wangen en haar ogen schitterden koortsachtig.

‘Hij zou haar maar een week vasthouden. Hij vertelde me hoe mooi de hut was, hij was een maand bezig geweest om hem voor haar klaar te maken, maar hij wilde me niet vertellen waar de hut stond omdat ik volgens hem geloofwaardiger over zou komen als ik echt niet wist waar ze was. Hij zou haar een middeltje geven dat volkomen veilig was en dat haar zou kalmeren, zodat ze niet bang zou zijn en eigenlijk voornamelijk zou slapen. Als de week voorbij was zou hij haar ergens in de kofferbak van een auto achterlaten en mij bellen om te zeggen waar die auto stond, en dan zou ik anoniem naar de politie bellen. Maar hij belde niet, en de mobiele telefoon waarvan hij me het nummer had gegeven, werkte niet meer. En ik kon niets doen om haar te redden. De woekeraar zei dat hij mijn gezicht kapot zou snijden.’ Ze legde haar handen op haar wangen en sperde haar ogen open. ‘Ik heb Wayne naar hem toe gestuurd om met hem te praten, maar hij maakte er zo’n potje van dat we nog meer moesten betalen.

‘Heb jij deze aan Simon gegeven?’ Gary schoof de foto van mij die ik in de hut had gevonden over de tafel.

‘Het was de enige goede foto die ik kon vinden, want ze fronst altijd als ik een foto van haar neem.’

‘Dus het leek je van belang dat hij Annie aantrekkelijk vond?’

‘Hij had in Dwights cel jeugdfoto’s van haar gezien en wilde weten hoe ze er nu uitzag.’

Gary, die een slok koffie had genomen, verslikte zich en kreeg een hoestaanval. Hij ademde een paar keer diep in en schraapte zijn keel, maar voordat hij iets kon zeggen, begon mijn moeder energiek aan haar slotbetoog.

‘Dus je snapt wel dat het niet míjn fout is. Als hij zich aan mijn plan had gehouden, was er niets met haar gebeurd. Maar nu je alles weet, kun je met je meerderen gaan praten en alles rechtzetten.’ Ze glimlachte snoeperig, boog zich over de tafel en legde haar hand op die van hem. ‘Ik heb altijd al gedacht dat jij een man bent die weet hoe hij voor een vrouw moet zorgen. Ik maak binnenkort graag eens een lekker etentje voor je klaar, dan kan ik je laten zien hoezeer ik dit waardeer…’ Ze keek hem met een schuin hoofd aan en glimlachte weer.

Gary dronk een tijdje van zijn koffie, zette zijn mok neer en trok zijn hand onder die van mijn moeder uit.

‘Je staat onder arrest, Lorraine. Jij gaat voorlopig nergens heen.’ Ze zag er echt verbaasd uit. Daarna verward. En ten slotte gekwetst.

‘Maar ik dacht dat je het begreep.’

Gary ging rechtop zitten. ‘Ik heb het ook begrepen, Lorraine. Ik heb begrepen dat je een misdaad hebt gepleegd, dat je de wet hebt overtreden, meerdere wetten zelfs, en dat je niets hebt gedaan om te redden wat er te redden viel. Ik heb begrepen dat je een moordenaar op je dochter hebt losgelaten. Ik heb begrepen dat die je dochter zwanger heeft gemaakt en haar dochtertje heeft vermoord. Dat ze doodsangsten uitstond en alleen was, dat ze werd mishandeld en verkracht, dat ze onmenselijk werd behandeld en voortdurend bang was dat ze het einde van de dag niet zou halen. Zonder dat ze ook maar een flauw benul had waarom. Nu kan ik haar eindelijk het antwoord geven. Maar mijn god, wat zou ik haar graag iets anders vertellen.’

Toen Gary langs haar de kamer uit wilde lopen, stond ze op en greep zijn arm. Er glinsterden tranen in haar blauwe ogen en ze drukte haar borsten tegen zijn arm.

‘Maar ik wist helemaal niet dat hij een moordenaar was, ik heb haar nooit iets willen aandoen – ik ben een goede moeder. Begrijp je dat dan niet?’ Bij die laatste zin brak haar stem.

Gary pakte haar bij haar schouders, duwde haar zacht van zich af en liep verder naar de deur.

‘Dit is niet eerlijk!’

Bij de deur draaide hij zich om en zei: ‘Weet je wat niet eerlijk is? Dat Annie uitgerekend jou als moeder heeft.’

 

Hij liep de kleine kamer in en kwam naast me staan. Zonder iets te zeggen keken we door de spiegelruit naar mijn moeder. Toen Gary de deur uit ging, was haar gezicht nog van woede vertrokken, maar algauw zonk het laatste beetje moed haar in de schoenen; haar oogleden schoten omhoog en Gary’s laatste woorden drongen tot haar door. Ze verbleekte en sloeg haar hand voor haar mond. Nu geen nepjammerklachten. Haar lichaam begon te trillen, ze barstte in snikken uit en schokschouderde hevig. Haar ogen schoten door de lege kamer. Ze wankelde achteruit, plofte op haar stoel neer en staarde nog altijd snikkend naar de deur.

‘Wil je met haar praten?’ vroeg Gary.

‘Nu niet.’ Ik stond te trillen op mijn benen.

Ik vroeg hem wat er nu stond te gebeuren, en hij vertelde dat mijn moeder en Wayne zouden worden vastgehouden tot de aanklacht was geformuleerd en de borg zou zijn bepaald. Ik had er geen moment aan gedacht dat er een rechtszaak zou komen. Het kon niet anders of mijn moeder zou schuldig pleiten. En hoewel het me eigenlijk niet zou moeten kunnen schelen wat er met haar gebeurde, vroeg ik me toch af of ze wel een advocaat kon betalen.

‘En die woekeraar? Lopen ze gevaar?’

‘Dat gaan we onmiddellijk uitzoeken. We zorgen er hoe dan ook voor dat ze veilig is.’

Gary bracht me naar mijn auto, en we zwegen beiden – ik had ook geen idee wat ik zou moeten zeggen. Bedankt dat je mijn moeder hebt gearresteerd en haar zo vakkundig hebt verhoord – je wist echt precies hoe je haar te grazen moest nemen?

Ik wilde al instappen, maar hij zei: ‘Ik heb nog iets voor je.’ Hij overhandigde me een pakje speelkaarten. ‘Die had Wayne op zak op het moment dat we hem arresteerden, en hij vroeg me ze aan jou te geven. Hij wil dat je weet dat het hem spijt.’ Hij zweeg en keek me diep in de ogen. ‘Het spijt mij ook, Annie.’

‘Jou hoeft het niet te spijten – het is je werk, en je doet je werk heel goed.’ Ik wist dat ik verbitterd klonk, en hij zag er miserabel uit. ‘Het was nog erger geweest als ze ermee weggekomen was,’ zei ik, maar ik had er geen idee van of dat wel waar was.

Om de een of andere reden vond ik het op dat moment heel belangrijk te weten dat hij meer was dan de man die mijn moeder had ontmaskerd.

‘Vertel me iets wat niemand anders van jou weet.’

‘Wat?’

‘Vertel iets wat niemand anders van jou weet. Maakt niet uit wat.’ We bleven elkaar aankijken.

‘Goed,’ zei hij ten slotte. ‘Soms, als ik niet kan slapen, sta ik op en neem ik een lepel pindakaas, zo uit de pot.’

‘Pindakaas? Dat zal ik ook eens proberen.’

‘Doe dat, het helpt echt.’

We keken elkaar nog even aan; toen stapte ik in mijn auto en reed weg. In mijn achteruitkijkspiegeltje zag ik dat hij me nakeek tot een paar agenten naar hem toe kwamen, hem op de rug sloegen en zijn hand schudden. Ik denk dat ze die dag op het politiebureau een feestje hebben gevierd. Toen zag ik het pakje kaarten op de passagiersstoel en besefte ik dat ik Gary’s jas nog aanhad.

 

De kranten kregen er sneller lucht van dan mijn moeder een borrel kan inschenken, en mijn telefoon stond roodgloeiend. Gisteren betrapte ik een journalist die naar mijn raam sloop – Emma heeft hem weggejaagd. Ik ben nu niet meer gewoon dat meisje dat vermist was, ik ben nu ook nog eens het meisje met de moeder die haar liet ontvoeren. Ik weet niet of ik wel nog een keer tegen al die ellende bestand ben.

Gisteren heb ik Luke gebeld, want ik wilde hem vertellen wat er aan de hand was voordat hij erover zou lezen. Hij was thuis en ik dacht even dat ik op de achtergrond de stem van een vrouw hoorde, maar dat kan ook de tv geweest zijn.

Ik vertelde wat mijn moeder had gedaan en dat ze was gearresteerd.

In eerste instantie was hij ontsteld en hij bleef vragen of ik het wel zeker wist, maar toen ik haar kant van het verhaal had herhaald, zei hij alleen: ‘Wauw, wat zal zij zich beroerd voelen – het klinkt alsof het haar allemaal volkomen boven het hoofd is gegroeid.’

Had hij met háár te doen? Waarom was hij niet verontwaardigd over wat ze mij had aangedaan? Ik wilde dat zonder omhaal tegen hem zeggen. Maar het maakte niet meer uit.

Nadat ik de hoorn op de haak had gelegd, staarde ik naar de foto van ons tweeën op de schoorsteenmantel. We zagen er zo gelukkig uit.

De volgende dag belde ik Christina en vertelde het haar. Ze haalde vinnig adem en zei: ‘O, mijn god, Annie. Gaat het? Nee, natuurlijk gaat het niet. Ik kom er meteen aan. Ik neem wel een fles wijn mee – is één genoeg? Nee, we hebben een doos nodig. Je moeder? Zat je eigen móéder hierachter?’

‘Ja, ik kan het zelf ook nog niet bevatten. Kunnen we de wijn even uitstellen? Ik heb gewoon… Ik heb tijd nodig.’

Ze was even stil en zei toen: ‘Natuurlijk, ja, zeker, maar bel me als je me nodig hebt, oké? Dan laat ik de boel de boel en kom ik onmiddellijk naar je toe.’

‘Dat zal ik doen. Dank je.’

 

Ik vertelde Christina noch Luke dat ik niet echt was weggegaan en ook niet weg zou gaan, en ik zei al helemaal niet tegen Christina dat mijn moeder had geprobeerd de verdenking op haar te laden. De laatste dagen hoor ik een voortdurende treurzang in mijn hoofd. En ik lijk maar niet te kunnen stoppen met huilen.

 

Zesentwintigste sessie

Het spijt me dat ik onze laatste afspraak heb gemist, maar ik heb mijn moeder gezien en had tijd nodig om mezelf weer bij elkaar te rapen. Weet u, het is gek, maar de nacht nadat ik haar had gezien, had ik er enorm veel behoefte aan weer in de kast te slapen. Ik heb er een hele tijd met mijn kussen in mijn hand voor gestaan, maar ik wist dat ik een grote stap achteruit zou zetten als ik de kast opendeed, en uiteindelijk ben ik weer op bed gaan liggen en heb ik me uw behandelkamer voor de geest gehaald. Ik zei tegen mezelf dat ik op uw bank lag en dat u over me waakte. En zo viel ik in slaap.

 

Ze brachten mijn moeder weer naar dezelfde verhoorkamer en ze keek me kort aan, maar toen ze tegenover me ging zitten wendde ze haar blik af. De mouwen en de broekspijpen van haar grijze, te ruime overall waren opgerold en de kleur maakte haar huid asgrauw –ik had mijn moeder in geen jaren zonder make-up gezien. Haar mondhoeken hingen naar beneden, en zonder haar kauwgomroze lippenbalsem waren haar lippen zo bleek dat ze onmerkbaar in haar huid overgingen.

Mijn hart bonsde en ik probeerde te verzinnen wat ik moest zeggen – Jee, mam, waarom heb je me in godsnaam laten ontvoeren? – en of ik het antwoord wel wilde horen. Maar voordat ik iets kon zeggen, vroeg ze: ‘Wat zei Val?’

Ik was overrompeld en antwoordde: ‘Ze heeft een boodschap ingesproken, maar…’

‘Je mag haar niets vertellen.’

‘Pardon?’

‘Niet zolang we niet hebben besproken hoe we dit gaan aanpakken.’

‘We? Je staat er alleen voor, mam. Ik ben hier alleen omdat ik uit jouw mond wil horen waarom je me dit hebt aangedaan.’

‘Gary zei dat je alles al weet. Je moet me helpen, Annie, je bent mijn laatste redmiddel.’

‘Waarom zou ik jou willen helpen? Je hebt iemand betaald om mij te ontvoeren en pijn te doen, en vervolgens…’

‘Nee! Ik wilde niet dat hij je pijn zou doen. Het is… het is misgelopen, het is volkomen misgelopen, en nu…’ Ze liet haar hoofd in haar handen zakken.

‘En nu is mijn leven naar de knoppen en zit jij in de bak. Dat heb je lekker voor elkaar, mam.’

Ze tilde haar hoofd op en liet haar panische blik door de kamer dwalen. ‘Dit deugt niet, Annie. Ik moet hier niet zitten, ik ga hier dood.’ Ze boog zich over de tafel en greep mijn hand. ‘Maar als jij nou met de politie praat, dan zeg je dat je geen aanklacht indient, of je legt uit dat je begrijpt waarom ik…’

‘Maar ik begrijp er niets van, mam.’ Ik trok mijn hand weg.

‘Ik had geen keus – je eindigde altijd als tweede.’

‘Dus het was mijn eigen schuld?’

‘Je weet hoe Val tegen me deed. Hoe ze op ons neerkeek.’

‘En ik weet hoe jij tegen haar deed, maar zij heeft haar dochter niet ontvoerd, of wel soms?’

Haar ogen vulden zich met tranen, en ze zei: ‘Je hebt geen idee, Annie. Je hebt geen idee wat ik heb moeten meemaken…’ Ze praatte niet verder.

‘Het heeft met Dwight te maken, of niet?’

Stilte.

‘Als jij het me niet verteld, vraag ik het aan tante Val.’

Mijn moeder boog zich over de tafel. ‘Dat kun je me niet aandoen! Ze zou het alleen maar gebruiken om…’ De deur ging open en een agent stak zijn hoofd om de hoek: ‘Alles goed, hier?’

Ik zei: ‘Het gaat prima.’ Mijn moeder knikte en de agent sloot de deur.

‘Besef je dan niet dat de media nu waarschijnlijk al met tante Val praten?’

Mijn moeders schouders verkrampten.

‘De verslaggevers zullen in ieder detail over jou geïnteresseerd zijn: hoe je als kind was, wat er in je jeugd is gebeurd dat je zo’n waardeloze moeder hebt kunnen worden.’

‘Ik ben een geweldige moeder, veel beter dan die van mij. En Val zal nooit over onze jeugd praten. Ze wil niet dat de mensen in haar perfecte wereldje erachter komen wat zij heeft gedaan.’ Haar stem klonk bedachtzaam. ‘Dat zou ze verschrikkelijk vinden…’ Ze begon met één nagel op de tafel te tikken.

Mijn buik trok van afschuw samen. ‘Mama, maak het niet erger dan het al…’

Ze leunde over de tafel heen. ‘Ze was het lieverdje van mijn vader, weet je, maar onze stiefvader was pas echt dol op haar.’ Ze glimlachte bitter. ‘Toen mijn moeder besefte dat haar man met een van haar dochters sliep, zei Val tegen haar dat ik het was. Voordat ik het wist lagen al mijn spullen in de voortuin, en mijn stiefvader vertrok met de noorderzon. Zonder Dwight had ik onder een brug gewoond.’

‘Dwight?’

‘Toen ik het huis uit werd getrapt, trok ik bij hem in. Ik was serveerster en hij werkte in de bouw, en toen kregen we dat plannetje met die bank.’ Haar ogen glinsterden. ‘Nadat hij was opgepakt, redde ik het nauwelijks, terwijl ik twee diensten per dag draaide. Toen kwam Val langs met een man die ze had ontmoet, en ze vertelde dat zijn ouders zo’n fantastisch huis hadden en dat hun juwelierszaak zo goed liep…’

‘Pap.’

We zwegen even.

‘Toen Dwight vrijkwam, wilden we weer gaan samenwonen, we hadden alleen geld nodig. Maar hij werd opnieuw gepakt, en ik zei dat ik verder moest, wat ik ook deed; ik trouwde met Wayne.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Toen jij dat nieuwbouwproject leek te krijgen, dacht ik dat het me eindelijk eens voor de wind zou gaan. Maar toen hoorde ik dat je het tegen Christina opnam. En zij is een veel betere makelaar.’ Ze ademde sissend tussen haar tanden door uit. ‘Als jij verloor, zou Val me de rest van mijn leven blijven koeioneren.’

‘Dus besloot je daarvoor in de plaats mijn leven te ruïneren?’

‘Ik wilde je helpen – je zou de rest van je leven op rozen zitten. Maar alles ging mis. Aan Wayne had ik niets, Dwight probeerde tenminste nog iets te doen.’

‘Beroofde hij die winkel voor jou?’

Ze knikte. ‘Ik heb jouw telefoonnummer aan die filmproducent gegeven, maar je nam de tijd en ik moest de woekeraar weer een termijn aflossen. Ik weet niet waar Dwight is gebleven.’

‘Kan het je dan helemaal niets schelen wat ik door jouw schuld heb moeten doormaken?’

‘Ik vind het vreselijk wat die man je heeft aangedaan, Annie, maar het was de bedoeling dat je maar een week zou wegblijven. Wat daarna is gebeurd, was een tegenslag.’

‘Hoe durf je in godsnaam te zeggen dat het een tegenslag was? Jij hebt die man ingehuurd, hij heeft me verkracht en mijn kind vermoord!’

‘Het was net zoiets als toen jij ijs wilde en je aan je vader vroeg of hij nog even naar de winkel wilde gaan.’

Het duurde even voordat haar woorden tot me doordrongen, en nog iets langer voordat ik mijn stem weer onder controle had.

‘Je bedoelt het ongeluk.’

Ze knikte. ‘Jij wilde ook niet dat ze doodgingen.’

Mijn borst trok samen en de lucht werd uit mijn lijf geperst. De pijn was zo hevig dat ik even dacht dat ik een hartaanval kreeg; toen brak het klamme zweet me uit en begon ik te trillen. Ik zocht haar gezicht, in de hoop dat ik haar verkeerd had begrepen, maar ze zag er tevreden uit. In het gelijk gesteld.

Mijn ogen vulden zich met tranen en ik bracht naar adem snakkend uit: ‘Jij… jij vindt dat het mijn schuld is dat ze dood zijn. Daar draaide dit echt om, je…’

‘Natuurlijk niet.’

‘Wel waar. Dat heb je altijd gedacht.’ Ik huilde nu. ‘Daarom vond je het niet erg dat…’

‘Je luistert niet, Annie. Ik weet dat je alleen maar een ijsje wilde; je wilde niet dat ze zouden doodgaan. En het is ook nooit míjn bedoeling geweest dat jou iets naars zou overkomen. Ik wilde alleen dat Val zou ophouden me te kleineren.’

Het duizelde me nog van wat ze net had gezegd toen ze vervolgde: ‘Maar dat zal ze niet lang meer kunnen doen. Morgen komt er een advocaat met me praten.’ Ze stond op en begon voor de tafel heen en weer te lopen. Ik zag dat ze weer wat kleur op haar wangen had. ‘Ik ga hem vertellen hoe het is geweest om te moeten opgroeien met een zus als Val, wat ze met onze stiefvader heeft gedaan, hoe mijn leven eruitzag toen ik het huis uit werd getrapt, hoe ze me altijd omlaag heeft gehaald – dat is verbale mishandeling.’ Ze zweeg abrupt, draaide zich naar me om en keek me aan. ‘Ik vraag me af of ze naar de rechtbank komt. Dan moet ze zitten toekijken hoe mijn advocaat…’

‘Mama, als je dit voor de rechter gaat getuigen maak je mijn leven nog een keer kapot. Dan moet ik gaan vertellen wat er is gebeurd. Dan moet ik beschrijven hoe hij me verkrachtte.’

Ze bleef heen en weer lopen. ‘Dat is het! We moeten haar als getuige oproepen, dan moet zíj beschrijven wat ze heeft gedaan.’

‘Mam!’ Ze bleef staan en keek me aan.

Ik zei: ‘Doe me dit niet aan.’

‘Dit gaat niet om jou, Annie.’

Ik deed mijn mond open om in discussie te gaan, maar toen haar woorden tot me doordrongen, verstarde ik. Ze had gelijk. Uiteindelijk maakte het niet uit of ze het voor het geld had gedaan of voor de aandacht of om haar zus voor eens en altijd te verslaan. Het ging niet om mij. Het was nooit om mij gegaan. Het was haar niet om mij gegaan, en de Griezel evenmin. Ik wist niet wie van hen tweeën het gevaarlijkst was.

Ik stond op en liep naar de deur, en ze vroeg: ‘Waar ga je naartoe?’

‘Naar huis.’ Ik liep door.

‘Annie, blijf staan.’

Ik draaide me om en zette me schrap: ik zou niet zwichten voor haar tranen, voor haar woorden van spijt, voor haar smeekbeden haar daar niet alleen achter te laten.

Ze zei: ‘Vertel het niemand voordat ik mijn kans heb gehad. We moeten het goed aanpakken, want anders…’

‘Jezus, je snapt er echt niets van, hè?’

Ze keek me uitdrukkingsloos aan.

Ik schudde mijn hoofd. ‘En je zult het ook nooit begrijpen.’

‘Neem de volgende keer kranten voor me mee, dan kan ik…’

‘Er zal geen volgende keer zijn, mama.’

Haar ogen waren wijd opengesperd. ‘Maar ik heb je nodig, Annie Bear.’

Ik klopte op de deur en zei: ‘Ik denk dat je je zonder mij prima zult redden.’ De agent die stond te wachten, deed open. Hij sloot mijn moeder in en ik wankelde naar een bankje langs de ertegenover gelegen muur. Toen hij klaar was, vroeg hij of het met me ging en of hij Gary moest halen. Ik zei dat ik even wat tijd nodig had, en hij liet me alleen.

Ik telde de stenen van de muur tot mijn hartslag was gekalmeerd en liep het politiebureau uit.

 

De kranten waren erachter gekomen dat ik mijn moeder in haar cel had bezocht, en de dagen erna speculeerden ze met schreeuwende koppen over wat daar was gezegd. Christina sprak op mijn voicemail in dat ik haar dag en nacht kon bereiken als ik met haar wilde praten. Ze probeerde het niet te laten merken, maar ik hoorde aan haar toon dat het haar kwetste dat ik haar niet zelf had verteld dat ik mijn moeder had bezocht. Tante Val sprak een aarzelend bericht in, waardoor ik me afvroeg hoeveel ze wist. Maar ik belde geen van beiden terug, ik belde niemand van de mensen die inspraken dat ze er altijd waren als ik wilde praten. Waar moest ik over praten? Het was voorbij. Mijn moeder had het gedaan. Einde verhaal.

Een paar dagen later legde ik de brochure van de kunstopleiding op mijn nachtkastje. Toen ik hem de volgende ochtend zag liggen, dacht ik: wat kan het mij nog schelen? Als ik mijn droom wil realiseren, heb ik geld nodig. Dus bezweek ik voor de verleiding en belde die filmgriet. We hadden een goed gesprek. Ik had gelijk, ze leek inderdaad sensibel genoeg om mijn wensen te respecteren. Ze mag dan uit Hollywood komen, ze praat als een normaal persoon.

Ergens wil ik nog steeds geen film, maar er wordt er hoe dan ook wel een gemaakt, en als er dan toch iemand van een film over mijn leven moet profiteren, laat het dan mij maar zijn. Trouwens, hij gaat niet over mij, maar over mijn Hollywoodversie, en tegen de tijd dat die op het witte doek verschijnt, is het gewoon een film. Niet mijn leven.

Ik heb met die filmgriet afgesproken dat ik haar en haar baas over een week zal ontmoeten. Ze noemen grote bedragen, zo groot dat mijn bedje de rest van mijn leven gespreid is.

 

Zodra ik had opgehangen, belde ik Christina. Ze verwachtte natuurlijk dat ik belde om over mijn moeder te praten, dus toen ik had verteld dat ik eindelijk die kunstopleiding ging volgen, dacht ik dat ze van verbazing zweeg. Maar toen ze bleef zwijgen, vroeg ik: ‘Weet je nog? Die in de Rockies, waar ik het op de middelbare school altijd over had?’

‘Ik weet het nog. Ik begrijp alleen niet waarom je daar nu naartoe zou gaan.’

Ze zei het neutraal, maar ik hoorde een afkeurende ondertoon. Ook toen had ze me nooit echt aangemoedigd weg te gaan; ik dacht dat ze bang was dat ze me zou missen. Ik wist niet welke reden ze nu had, maar ik wist wel dat ik hem niet wilde horen.

‘Omdat ik het graag wil,’ zei ik. ‘En ik zou het heel fijn vinden als jij mijn huis wil verkopen.’

‘Je huis? Wil je meteen je huis verkopen? Weet je zeker dat je het niet eerst een tijdje wilt verhuren?’

‘Dat weet ik zeker. Ik wil het de komende weken een beetje opknappen, maar ik wil het papierwerk zo snel mogelijk achter de rug hebben. Dus, wanneer kun je langskomen?’

Ze zweeg een tijdje voordat ze zei: ‘Waarschijnlijk kan ik dit weekend wel even aanwippen.’

 

De volgende zaterdagochtend kwam ze langs. We vulden de formulieren in en ondertussen vertelde ik haar over de school, dat ik niet kon wachten om ernaartoe te gaan, dat ik er de volgende dag heen zou rijden om er eens rond te kijken, hoe heerlijk het was om al deze narigheid achter me laten. Ze maakte geen negatieve opmerkingen, maar ze reageerde mat.

Toen de zaken waren afgerond, gingen we op de trap van de veranda voor het huis in de ochtendzon zitten. Er was nog iets waar ik over wilde praten.

Ik zei: ‘Ik denk dat ik weet wat je me die avond dat je bij me langskwam om het huis te schilderen, écht wilde vertellen.’ Haar ogen werden groot en ze bloosde. ‘Je kunt het achter je laten. Ik ben niet boos op je, en op Luke ook niet. Zulke dingen gebeuren.’

‘Het is maar één keer gebeurd, dat zweer ik,’ zei ze verward. ‘We hadden gedronken, het betekende verder niets. We waren allebei zo van streek, over jou, en niemand anders begreep wat wij voelden…’

‘Het geeft niet. Echt niet. We hebben de afgelopen tijd allemaal dingen gedaan waar we spijt van hebben, en ik wil niet eens dat je hier spijt van hebt. Misschien moest het gewoon gebeuren. Het doet er niet meer toe.’

‘Weet je het zeker? Want ik voel me er zo…’

‘Ik ben eroverheen, echt. Kun jij het nu ook achter je laten, alsjeblieft?’ Ik stootte met mijn schouder tegen die van haar en trok een gek gezicht. Zij trok er een terug en we keken zwijgend toe hoe een jong stel met een kinderwagen langs het eind van mijn oprit liep.

‘Ik hoorde dat je moeder rondbazuint dat ik, voordat je werd ontvoerd, probeerde jou te verslaan bij de aanbesteding van dat project,’ zei ze na een tijdje.

‘Inderdaad, ze zei dat jouw assistent een vriendin van haar had verteld dat jij al die tijd mijn tegenstander was. Maar dat zal wel weer een van haar vele leugens geweest zijn.’

‘Nou, ze had niet helemaal ongelijk. Ze hebben me gevraagd een voorstel in te dienen, en we hebben elkaar een paar keer ontmoet. Ik wist dat ze ook met iemand van een ander makelaarskantoor praatten, maar pas op het moment dat jij het me vertelde begreep ik dat jij dat was. Ik heb me toen onmiddellijk uit de competitie teruggetrokken, en ze namen pas weer contact met me op toen jij vermist was.’

‘Heb jij je teruggetrokken? Waarom?’

‘Je kunt zakendoen en je kunt netjes zakendoen. Jouw vriendschap was me meer waard.’

‘Ik wou dat je me dat verteld had, dan had ík me teruggetrokken zodat jij ervoor kon gaan. Jij had veel meer ervaring dan ik, en je wachtte al veel langer op zo’n grote transactie.’

Christina zei: ‘Daarom heb ik het je dus niet verteld: ik wist dat we uiteindelijk ruzie zouden krijgen over de vraag wie het moest opgeven!’

We barstten in lachen uit, maar toen werd Christina stil en ze liet haar blik over de tuin dwalen.

‘Dit is zo’n heerlijke plek.’ Shit, ik wist waar dit heen zou gaan.

‘Dat is het zeker, en ik ben ervan overtuigd dat iemand er ontzettend veel van gaat houden.’

‘Maar jij houdt ervan, Annie, en ik vind het zo zonde…’

‘Christina, laat nou!’

Ze was weer even stil, haar lichaam naast me ongemakkelijk. Toen schudde ze haar hoofd.

‘Nee. Deze keer niet. Ik heb de afgelopen maanden al je wensen gerespecteerd, ik heb zonder iets te zeggen toegekeken hoe jij je in je eentje overal doorheen worstelde, maar ik laat je niet weglopen, Annie.’

‘Weglopen? Wie beweert nou dat ik wegloop? Ik begin de boel eindelijk op een rijtje te krijgen, Christina. Ik dacht dat je blij zou zijn.’

‘Omdat je het huis waarvan je zo veel houdt verkoopt? Omdat je naar een kunstacademie in de Rockies gaat terwijl een van de beste kunstopleidingen die er zijn hier een uur rijden vandaan ligt? Dat is niet de boel weer op een rijtje krijgen; je zei net zelf dat je het gewoon achter je wil laten.’

‘Ik wil van jongs af aan naar deze school, en dit huis herinnert me aan alle dingen die ik heb meegemaakt, en aan mijn moeder.’

‘Precies, Annie. Je loopt al van jongs af aan voor je moeder weg. Denk je echt dat daarmee de pijn verdwijnt? Denk je echt dat je op die manier alles kunt uitwissen?’

‘Zit je me nou in de maling te nemen? Dacht je dat ik probeerde te vergeten wat er met me is gebeurd?’

‘Ja, dat denk ik, maar dat kun je niet. Je denkt er iedere dag aan, of niet? En ik vind het verschrikkelijk dat je me niet genoeg vertrouwt om me erover te vertellen. Dat je denkt dat ik er niet tegen kan.’

‘Dit gaat niet om jou, dit gaat om mij. Ik ben degene die er niet tegen kan. Ik vind het al verschrikkelijk moeilijk om er met mijn zielenknijper over te praten. En om het uit te spreken, om te vertellen wat hij deed, wat ík deed, en in jouw ogen te zien…’

‘Schaam je je? Is het dat? Jij hebt niets fout gedaan, Annie.’

‘Dat heb ik wel, begrijp je dat dan niet? Nee, dat snap je niet, en dat zul je ook nooit snappen. Omdat zoiets jou nooit zou overkomen.’

‘Denk je dat nou echt? Jezus, Annie, jij hebt een jaar met een gek overleefd, je hebt hem moeten vermoorden om te ontsnappen; ik slaag er nog niet eens in om aan mijn huwelijk te ontsnappen.’

‘Aan je huwelijk? Wat is er mis met je huwelijk?’

‘Drew en ik… Het gaat niet goed. We praten over een scheiding.’

‘Wat? Maar je hebt er nooit…’

‘Je wilde het luchtig houden, weet je nog? Er is niet veel luchtigs aan een stukgelopen huwelijk.’ Ze haalde haar schouders op. ‘We hadden al problemen voordat jij werd ontvoerd, maar het afgelopen jaar is het erger geworden.’

‘Door mij?’

‘Ten dele. Ik werd volledig door de zoektocht naar jou in beslag genomen. Maar daarvoor… Je weet zelf ook dat je in ons beroep weinig tijd voor andere dingen overhoudt. Ik dacht dat een nieuw huis zou helpen, maar…’ Ze haalde haar schouders weer op. Ze hadden het huis een maand voor mijn ontvoering gekocht, en ze had het toen over niets anders dan de nieuwe meubels waar ze naar op zoek waren. Ik ging ervan uit dat het hartstikke goed met hen ging.

‘Er is zo veel veranderd, Annie. Toen jij was verdwenen, heb ik bijna een maand lang iedere nacht nachtmerries gehad. Open huizen doe ik niet meer. Een week geleden belde een man die ik niet kende om een leegstaand huis te bekijken, en ik heb hem naar een mannelijke collega verwezen.

Een jaar lang draaide alles om jou vinden, en toen haalde Drew me over om die cruise te maken en was ik er niet voor je toen je in het ziekenhuis lag. En nu je weer thuis bent, heb ik je nog niet terug. Ik mis je. En ik kan er niet meer onderuit dat ik iets aan mijn huwelijk moet doen. Drew wil relatietherapie, maar ik heb geen flauw idee wat ik wil…’

Ze begon te huilen. Ik staarde naar het gras en pinkte mijn eigen tranen weg.

‘Dit díng, dit verschrikkelijke ding, is niet alleen jou overkomen. Het is iedereen die van jou houdt overkomen. En zelfs daar houdt het niet op, het is de hele stad, ja, iedere vrouw in het land overkomen. Het leven van heel veel mensen is veranderd – niet alleen dat van jou.’

Ik begon grassprietjes te tellen.

‘Jij kunt daar helemaal niets aan doen. Ik wil je alleen laten weten dat je niet alleen bent, andere mensen hebben ook verdriet. Daarom begrijp ik best dat je wilt weglopen, dat wil ik zelf ook, maar je moet de waarheid onder ogen zien. Ik hou van je, Annie, als van een zus, maar zolang ik je ken, heb je net zo’n groot deel voor me opengesteld als dichtgehouden. En nu sta je op het punt om alles voorgoed door te snijden. Je geeft het op. Net als hij…’

‘Net als wie?’

‘Die man.’

‘Jezus christus, Christina, ga me alsjeblieft niet vertellen dat je me met die klootzak vergelijkt.’

‘Het was hem toch ook te veel? Tussen de mensen te leven? Dus liep hij ervoor weg.’

‘Ik loop nergens voor weg, ik ga verder met mijn leven en bouw een nieuw bestaan op. Haal het nooit meer in je hoofd dat te vergelijken met wat hij heeft gedaan. Dit gesprek is afgelopen.’

Ze staarde me aan.

‘Sterker nog, ik denk dat je beter kunt gaan.’

‘Zie je wel? Daar ga je weer, je loopt ervoor weg. Ik zorg ervoor dat je iets voelt, en daar kun je niet tegen, je kunt het niet onder ogen zien, en dus duw je me weg.’

Ik stond op, liep naar binnen en smeet de deur achter me dicht. Even later hoorde ik haar auto wegrijden.

 

Gary belde me later die avond om te vertellen dat ze de woekeraar hadden gevonden en hun zaak tegen hem rondmaakten. Hij vertelde bovendien dat mijn moeder het ene bezoek na het andere ontving en aan iedereen die wil een interview geeft.

‘Dat verbaast me niets,’ zei ik. ‘Maar ik heb ook nog een nieuwtje voor jou.’ Ik vertelde hem dat ik eindelijk mijn droom ging najagen.

‘Heel goed, Annie! Dat klinkt alsof je op het goede spoor zit.’

Ik was blij dat hij het niet zoals Christina zag, en zei: ‘Het komt in de buurt. En jij?’

‘Ik heb zelf ook nagedacht. Een van de mannen die mij heeft opgeleid begint een adviesbureau en heeft mij gevraagd zijn partner te worden. Dan kan ik wonen waar ik wil, ik reis veel, hou speeches en kan vrij nemen wanneer ik daar behoefte aan heb.’

‘Ik dacht dat jij van je werk hield.’

‘Dat dacht ik zelf ook, maar nadat we jouw zaak hadden opgelost, begon ik het me af te vragen. En dan die scheiding… Ik weet het niet, ik heb gewoon het idee dat de tijd rijp is voor veranderingen.’

Ik lachte. ‘Ja, ik weet wat je bedoelt. Trouwens, ik heb je jas nog.’

‘Weet ik. Dat heeft geen haast. Ik heb net een gloednieuwe Yukon Denali gekocht…’

‘Wauw, jij neemt het serieus als je zegt dat de tijd rijp is voor veranderingen. Moeten mannen met een midlifecrisis geen sportwagen kopen?’

‘Hé, als ik eenmaal iets besloten heb, neem ik geen halve maatregelen. Maar als je nou niet zo bijdehand deed, kon ik zeggen dat ik er een van de komende weekeinden een ritje mee wil maken. Mag ik je, als ik bij jou in de buurt kom, en anders als je hier terugkomt voor de rechtszaak, uitnodigen voor een kopje koffie, of een lunch of zo?’

‘Ik krijg het druk met mijn opleiding en dat soort dingen.’

‘Zoals ik al zei, ik heb geen haast.’

‘Neem jij de pindakaas mee?’

‘Weet je, misschien doe ik dat wel.’ Hij grinnikte.

‘Dan kan ik vast wel voor een paar lepels zorgen.’

 

De volgende ochtend stond ik vroeg op en reed naar de school. Tjonge, al was het maar voor een paar dagen, wat was het fijn om uit dit stadje weg te gaan. De Rockies zijn prachtig in deze tijd van het jaar, en de aanblik van die enorme bergtoppen die zich naar de hemel uitstrekten zorgden er bijna voor dat ik mijn ruzie met Christina vergat. Ik had de hele rit mijn raampjes open, zodat de schone, pure geur van warme dennennaalden mijn auto vulde. Emma zat achterin met haar hoofd uit het raam, als ze tenminste niet probeerde mijn nek te likken. Het laatste stuk reed ik langzaam, en toen ik het prachtige tudorgebouw met de Rockies op de achtergrond voor me op zag rijzen kreeg ik een duizelig gevoel. Hier zou alles anders zijn.

Nadat ik mijn auto had geparkeerd, maakten Emma en ik een wandeling over de campus. We kwamen langs een stel meiden die op het gazon zaten te schetsen, en toen een van hen opkeek, glimlachten we naar elkaar. Ik was vergeten hoe fijn het is als een vreemde naar je glimlacht. Maar toen veranderde haar blik, en ik wist dat ze me had herkend. Ik wendde mijn gezicht af, maar zag nog net dat ze haar vriendin naast haar aanstootte. Ik deed Emma weer in de auto en keek waar ik me kon aanmelden.

Ik was te laat voor het semester dat in september begint, dus heb ik het inschrijvingsformulier voor januari ingevuld. Ik had geen portfolio, maar er wel aan gedacht mijn schetsboek mee te nemen, en ik liet het aan de schooldecaan zien. Hij zei dat ik waarschijnlijk zonder problemen zou worden toegelaten, en hielp me uit te zoeken welke ik zou voorleggen. Ik was teleurgesteld dat ik moest wachten, maar de decaan zei dat ik alvast avondlessen kon nemen om me voor te bereiden.

 

Op weg naar huis maakte ik in gedachten plannen voor de komende verhuizing, maar toen ik Clayton Falls naderde bleven Christina’s woorden, je loopt ervoor weg, me achtervolgen. Ik kon niet geloven dat ze dat tegen me gezegd had. Waar bemoeide ze zich verdomme mee? En dat ze zei dat ik niet alleen was? Natuurlijk was ik wel alleen. Mijn dochter is dood, mijn vader is dood, mijn zus is dood en mijn moeder had net zo goed dood kunnen zijn. Wie dacht Christina te zijn dat ze over alles wat ik deed een oordeel had?

Je loopt ervoor weg.

 

Uren later parkeerde ik op Christina’s oprit. Ik rende woedend naar haar deur en bonsde erop.

‘Annie!’

‘Is Drew hier?’

‘Nee, hij is bij een vriend. Wat is er aan de hand?’

‘Hoor eens, Christina, ik weet dat jij ook een zware tijd doormaakt, maar dat geeft je nog niet het recht mijn leven te controleren. Het is mijn leven. Niet dat van jou.’

‘Oké, Annie, ik wilde alleen…’

‘Waarom kun je me niet gewoon met rust laten? Je hebt geen idee wat ik allemaal heb meegemaakt.’

‘Nee, dat klopt. Omdat je het me niet wilt vertellen.’

‘Hoe kun je dat soort dingen tegen me zeggen? Mijn moeder heeft me ontvoerd, Christina.’

‘Ja, dat weet ik.’

‘Ze heeft me voorgelogen.’

‘Ze heeft iedereen voorgelogen.’

‘Ze heeft me daar op die berg laten zitten. In mijn eentje.’

‘Helemaal alleen.’

‘Dat heeft mijn moeder me aangedaan.’

‘Jouw moeder, Annie.’

‘En nu gaat ze naar de gevangenis. Ik heb niemand meer over. Niemand.’

‘Je hebt mij.’

En toen, eindelijk, brak ik.

 

Christina hield me niet vast terwijl ik huilde. We zaten naast elkaar op de vloer, schouder aan schouder, en ik deed snikkend mijn beklag over mijn moeder. Al die keren dat ze onrechtvaardig tegen me was geweest, alle dromen en wensen die niet in vervulling waren gegaan. En iedere keer dat ik er een uit had gegooid, knikte Christina en zei ze: ‘Ja, dat heeft ze je ook aangedaan. Dat deugde niet. Ze heeft je tekortgedaan.’

Na een tijdje ging het gesnik over in incidenteel gesnotter en daalde er een vreemde kalmte op me neer.

Christina zei: ‘Waarom haal je Emma niet uit de auto, dan zet ik thee.’

We trokken ieder een pyjama van Christina aan. ‘Zijde,’ zei ze met een glimlach, wat haar een ‘Dat spreekt vanzelf’ en een beverige glimlach opleverde. Vervolgens gingen we met een volle pot thee aan de keukentafel zitten. Ik ademde diep in.

‘Mijn baby? Haar naam was Hope.’

Dankwoord

Wauw, wat ben ik veel mensen dank verschuldigd voor hun hulp bij de totstandkoming van deze roman! Ik kan onmogelijk de volgorde bepalen van wie hoe belangrijk was, want al deze prachtige mensen waren essentieel voor mijn reis, en daarom begin ik maar gewoon bij het begin – daar begint elk goed verhaal.

Mijn tante, Dorothy Hartshorne, omdat ze alle versies heeft gelezen, met me discussieerde over de psychologische kant van het verhaal en me aanmoedigde door te zetten. En ze heeft beloofd dat ze mijn allereerste versie niet op eBay te koop aanbiedt! Mijn meelezers Lori Hall, Tracy Taylor, Beth Helms en Clare Henderson, die allemaal een druk leven hebben maar desondanks tijd hebben vrijgemaakt en hun gedachten met mij hebben gedeeld. Mijn verbazingwekkende mentor, Renni Browne, voor haar inzichten en niet-aflatende geloof in dit boek. Ook Peter Gelfan en Shannon Roberts gaven me waardevolle feedback, die me heeft geholpen Vermist naar een hoger plan te tillen.

Voor het beschikbaar stellen van hun professionele kennis ben ik dank verschuldigd aan brigadier B.D. McPhail, brigadier H. Carlson, adjudant J.D. MacNeil, brigadier J. Moffat, dr. E. Weisenberger, Peter Gallacher en Stephanie Witzaney. Voor fouten en opsmuk ben alleen ik verantwoordelijk – ik heb me tijdens mijn artistieke barensweeën wel eens laten meeslepen!

Veel dank aan mijn fantastische agent, Mel Berger, die al mijn vragen met veel geduld en wijsheid heeft beantwoord – en goeie hemel, wat had ik veel vragen! Wie ik ook onmetelijk dankbaar ben, is mijn uitgever, Jen Enderlin, die genoeg van mijn boek hield om het risico te nemen en me vervolgens hielp het over de streep te trekken. Mijn dankbaarheid gaat ook uit naar de rest van het team van St. Martin’s Press, die ervoor hebben gezorgd dat dit voor mij een fantastische ervaring kon worden: Sally Richardson, George Witte, Matthew Shear, Matthew Baldacci, John Murphy, Dori Weintraub, Lisa Senz, Sarah Goldstein, Sara Goodman, Elisabeth Catalano, Nancy Trypuc, Kim Ludlam, Anne Marie Tallberg en de verkoopafdelingen van Broadway en Fifth Avenue.

Ik ben Don Taylor en Lisa Gardner enorm dankbaar dat ze hebben geholpen er ruchtbaarheid aan te geven.

Op het persoonlijke vlak wil ik alle vrienden en familie bedanken die zelfs in mij bleven geloven toen ik dreigde het manuscript te verbranden. Al mijn liefde gaat uit naar mijn man Connel, die eten op mijn bureau zet, chocolade zo verstopt dat ik het toch nog kan vinden en me altijd het gevoel geeft dat ik de gelukkigste vrouw van de wereld ben.

Ten slotte mag Vancouver Island reëel zijn, alle stadjes die in dit boek voorkomen, inclusief Clayton Falls, zijn geheel aan mijn fantasie ontsproten.