26
Jeroen liet zijn koffer in de gang neerploffen. Hierna liep hij direct naar de woonkamer en ging op de bank zitten. De zucht die daarop volgde klonk als een ultieme uiting van genot. ‘Jeetje, Tal, wat is dit lekker. Oost west, thuis best.’ Hij maakte zich breed, legde beide armen op de bovenkant van de rugkussens en schopte zijn schoenen uit. ‘Ik weet dat het raar klinkt, pop, maar ik heb het gevoel heel lang weg te zijn geweest. Jarenlang, of zo. Niet normaal meer.’
Chantal ging naast hem zitten. Met haar hand wreef ze speels over zijn buik. ‘Dat gevoel had ik ook. De dagen kropen voorbij. Seconden waren minuten. Over de uren wil ik het niet eens hebben.’
Hij glimlachte dunnetjes en schudde een paar maal met zijn hoofd. Met zijn hoektand beet hij op zijn lip. Chantal zag hoe de opflikkerende lichtjes in zijn ogen begonnen te doven. De emotionele oprisping beleefde een terugslag. Dit werd hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de medicijnen, wist ze. Het was nu belangrijk om het positieve gevoel de boventoon te laten voeren.
‘Maar je bent nu weer terug en dat is het belangrijkst, nietwaar?’ Ze hoopte vurig dat haar ogen dezelfde opgewektheid uitstraalden als de brede glimlach die ze zichzelf had aangemeten.
‘En laten we eerlijk zijn, je bént ook weggeweest. Geen jaren, maar toch, voor mijn gevoel duurde het ook heel lang, hoor.’
Jeroen knikte beheerst. Het leek alsof er een tweestrijd in zijn hoofd woedde. Schaamte, vanwege zijn gedrag en de daaropvolgende opname, of enorme opluchting omdat hij weer thuis op de bank zat. ‘Wat zei Denise ervan?’ vroeg hij aarzelend.
‘Die vond het geweldig dat je weer thuiskwam,’ reageerde Chantal direct. Ze deed haar uiterste best om de uitdrukking van spontaniteit en kinderlijke blijdschap op haar gezicht intact te houden. ‘Nadat ik haar gisteren vertelde dat je zou worden ontslagen uit het ziekenhuis, pakte ze fluitend haar spulletjes bij elkaar.’ Aan de afwachtende houding van Jeroen bemerkte ze dat hij hierover zo zijn twijfels had. ‘Heus, ik maakt geen geintje. Denise was dolgelukkig. Ik heb met haar afgesproken dat ze morgen belt.’ Terwijl ze haar schouders ophaalde, toverde ze opnieuw een vrolijke uitdrukking op haar gezicht.
Zijn opspelende grijns gaf haar weer energie. Ze kuste hem vluchtig op zijn linkerwang. ‘Je weet toch hoe Denise is, gekkerd. Die vliegt door het leven heen en vindt het alleen maar prachtig als het goed met iedereen gaat.’ Ze realiseerde zich dat ze hiermee haar jongere zus zwaar tekortdeed. Nood brak echter wetten. Denise zou het wel begrijpen.
‘Denise is een geweldige meid.’ De toon waarop hij dit zei gaf haar hoop. De deprimerende onderlaag leek verdwenen.
‘De meeste mensen hebben een goed hart, joh,’ ging ze luchtig verder. ‘Als je eens wist hoeveel mensen er gebeld hebben om hun belangstelling te tonen. Mijn ouders bijvoorbeeld, die hingen wel drie keer per dag aan de lijn. Verder...’
Nog voordat hij haar onderbrak, wist Chantal dat ze te ver was gegaan. Ze wilde haar woorden terugdraaien, inslikken, uitwissen terwijl ze nog in de lucht hingen. Het onmogelijke hiervan deed haar hersens op volle toeren draaien. Ze moest iets bedenken waarmee ze deze overkill kon bagatelliseren.
‘Welke mensen bedoel je in godsnaam?’ reageerde Jeroen pinnig. ‘Jouw ouders, verre familie, de buren, mijn collega’s, de hele buurt.’ Paniek welde in zijn ogen op. ‘Wie weet er buiten ons kleine kringetje om dat ik in het ziekenhuis heb gelegen? Iemand heeft toch niet lopen rondbazuinen dat ik als een zombie ben afgevoerd?’
Chantal hief beide handen op en maakte een afwerend gebaar alsof ze hiermee een naderend gevaar kon afwenden. ‘Nee, nee, nee. Zo bedoel ik het niet. In mijn enthousiasme generaliseerde ik een beetje.’ Jeroen opende zijn mond, maar kreeg geen kans op een weerwoord. ‘Een beetje boel,’ raasde ze door. ‘Natuurlijk hebben mijn ouders gebeld, dat lijkt me logisch. Verder spraken de buren mij aan of alles goed was. Op zich is daar niets vreemds aan, ze hebben tenslotte de ambulance voor de deur zien staan.’
‘Iemand van mijn werk?’
‘Job Hendriks, maar dat was niet specifiek vanwege jouw opname. Hij belde gewoon om te vragen hoe het met je ging. Dat doet hij elke week, toch?’
Jeroen knikte. Job en hij konden het goed met elkaar vinden. Ze waren collega’s en vrienden. Elke twee weken gingen ze samen squashen. Daarna dronken ze een paar biertjes. Hierbij bleef het. Net als Jeroen was ook Job erg op zijn gezin gericht. Bij wie dan ook de deur platlopen druiste tegen hun natuur in.
‘En verder?’ De aarzeling was nadrukkelijk in zijn stem aanwezig.
‘Verder niemand, Jeroen,’ zei ze enigszins theatraal zuchtend. ‘Ik liet me meeslepen in mijn enthousiasme. Wilde je gewoon opvrolijken.’ Ze hield haar hoofd schuin en toverde haar onschuldigste gezichtsuitdrukking tevoorschijn. ‘Het spijt me, lieverd.’
Hij pakte haar uitgestoken hand en drukte deze voorzichtig tegen zijn lippen. ‘Sorry dat ik zo heftig reageerde.’
Chantal pakte zijn hand en stond gelijktijdig op. Hoewel hij zwaarder was dan zij, lukte het haar om zijn bovenlichaam naar zich toe te trekken. Jeroen gaf mee. Soepel kwam hij van de bank af en omarmde haar. ‘Niet gek voor een oude man die dagenlang op bed heeft gelegen, nietwaar?’ zei hij gekscherend. Zijn hand gleed vanaf haar rug langzaam naar beneden.
Chantal trok hem steviger tegen zich aan. Zijn bovenlichaam drukte nu tegen haar borsten. Langzaam overbrugde Jeroen de geringe afstand tussen hun lippen. De kus die volgde was lang en teder.
Jeroen tikte met zijn hand op het onderlaken. ‘Kom,’ zei hij hees. De toon waarop hij het zei, deed het speelse in het zojuist gemaakte gebaar geheel teniet. Nogmaals klopte hij op het onderlaken. Nu klonk het als een fragment van een opzwepende beat. Fel, ongeduldig, gepassioneerd.
Ze liet de badjas van haar schouders glijden. De witte stof vervormde tot een hoopje textiel waar ze lichtvoetig overheen stapte. De aanraking met het koele onderlaken deed haar licht huiveren. De lauwe douche die ze zojuist had genomen, was hiervan de oorzaak, wist ze. Haar huid was nog niet op de normale lichaamstemperatuur en bij het afdrogen had ze vast hier en daar een stukje overgeslagen. Dat gebeurde haar eigenlijk altijd wel.
Het dekbed en onderlaken voelden fris aan. Gelukkig had ze die morgen de tegenwoordigheid van geest gehad om ze te verschonen. Er was niets lekkerder dan bij thuiskomst in een schoon bed te stappen.
Zijn warme hand gleed over haar buik. Glad en warm waren de eerste woorden die haar gedachtegang doorbraken. Zijn vingertoppen verkenden haar tepels op een zachte, wat onbeholpen manier. Het deed haar naar adem happen.
Het harnas waarin ze de afgelopen weken haar gevoelens had geperst, begon scheuren te vertonen. Haar longen vroegen om een hoger bewegingsritme, een tinteling in haar onderbuik was een opmaat naar meer. Haar geest werd ruw losgekoppeld, hartstocht nam de controle over haar lichaam over.
Terwijl zijn vingertoppen op verkenning gingen, draaide zijn tong trage cirkels rond haar tepel. Elke stroperige seconde brokkelde haar zorgvuldig opgebouwde verdedigingslinie verder af. Het was één grote farce geweest, gierde het door haar hoofd. De angst dat ze een andere man in de huid van haar Jeroen terug zou krijgen, sloeg nergens op. Met deze gedachten had ze slechts haar enorme verlangen naar hem willen temperen. Zichzelf willen beschermen tegen wederom een teleurstelling.
Toen hij bij haar binnendrong, sloot ze haar ogen. Achter haar oogleden ontstond een ongekend kleurenspectrum dat uiteindelijk uiteen zou spatten tot een gigantische sterrenhemel.
De herinnering aan de heerlijke vrijpartij lag als een warme deken om haar heen. Omdat woorden ontoereikend waren om hun samenzijn te beschrijven, dacht ze over andere dingen na. Maar via allerlei kronkelweggetjes en sluiproutes kwam ze ongewild steeds weer bij de seks terecht. Waar het hart vol van was...
Ze glimlachte. Het hoogtepunt van de dag was er eentje geweest om niet snel te vergeten. Ze beet op haar lip om een meisjesachtig gegiechel te onderdrukken. Normaal was dit soort woordgrapjes niet aan haar besteed. Maar ja, met de beste wil van de wereld kon je deze dag niet als een normale dag bestempelen.
Die morgen had ze Jeroen uit het ziekenhuis opgehaald. Geen Dorien te bekennen, prima. Die zat thuis ongetwijfeld te kniezen en nieuwe plannen uit te broeden. Een aan zekerheid grenzende veronderstelling, aangezien Dorien de hele dag verder niets van zich liet horen.
Eenmaal thuis was er die kus geweest. Teder, maar met een overduidelijke lading. Een vreemde mix van opluchting, terughoudendheid, seksualiteit en respect. Een spanningsveld dat zich niet zozeer liet definiëren, maar er wel degelijk was.
Tijdens de daaropvolgende wandeling werden de eerste barrières geslecht. Het enigszins ingetogen gesprek kwam langzamerhand op gang, om uit te monden in een ongedwongen conversatie over alles en nog wat.
Na de lunch kletsten ze vrolijk verder. De meest uiteenlopende onderwerpen kwamen ter sprake. Behalve dat ene, natuurlijk. Daar bleven ze mijlenver vandaan. Een voorzichtige, door de ander zogenaamd niet opgemerkte blik op de familiefoto’s was in dit stadium het hoogst haalbare.
De opsmuk van een uitgebreid diner was deze keer niet aan hen besteed. Drie kwartier na haar telefoontje verscheen de koerier. Tweemaal pizza Margarita, lekker simpel. Daarna waren ze tegen elkaar aangekropen op de bank. Jeroen zapte als vanouds.
Rond halfelf kreeg het onbestemde gevoel definitief vat op haar. Tot aan dat moment was het enkel een sluimerend onbehagen dat ze vrij simpel wist te onderdrukken. De contradictie van angst en verlangen. Bang dat hun intieme samenzijn in een teleurstelling zou eindigen, terwijl elke vezel in haar lijf hevig verlangde naar zijn omhelzing, zijn warme huid, zijn mannelijkheid.
Aan zijn regelmatige ademhaling hoorde ze dat Jeroen sliep. Het voelde vertrouwd aan. Hier hoorde hij, naast haar. Geborgenheid, lekker warm in huis terwijl de regen op het slaapkamerraam roffelde. Zo moest het altijd zijn.
Zo geluidloos mogelijk stapte ze uit bed en pakte ze haar badjas. Terwijl de computer de opstartprocedure uitvoerde, trilden haar neusvleugels en voelde haar keel aan als het droogste gedeelte van een woestijn. Door enkele malen achter elkaar met haar ogen te knipperen, wist ze de opkomende tranen tegen te houden. Haar wangen bleven droog, haar hart was echter een tranendal waarin emoties verdronken.
De site verscheen op afroep. Palmbomen en kruisen. Daaropvolgend ‘Dossiers’. Een stemmetje in haar hoofd deed nog een poging om deze sessie af te gelasten. Hoewel ze diep in haar hart niets liever wilde, schudde Chantal nee tegen de bekende onbekende. Ze zat hier niet omdat ze het wilde. Het was simpelweg een kwestie van moeten. Dat was ze aan haar kinderen verplicht.