***

8. Tegenoffensief
lk zag Randy nog twee keer voordat de zomer ten einde liep en de school begon, één keer voor een picknick in het park en één keer om naar de film te gaan. Ik las veel, alle boeken waarvan Randy me had verteld dat hij die in zijn vorige klassen had moeten lezen. Zoals meestal als ik van school veranderde, had ik de meeste boeken die de docenten hadden opgegeven of in de klas hadden behandeld gelezen, maar er waren ook veel verschillen.
Mama begon plezier te krijgen in het werk in het restaurant en was, ik denk door haar uiterlijk en warme persoonlijkheid, weldra een van de serveersters die de meeste fooien kregen. Ironisch genoeg had Phoebe het goed voorspeld. Uiteindelijk ging ik ook aan het werk in het restaurant. Ik hielp Dallas met de gastvrouwplichten in de weekends. Ik was onder de indruk van de snelheid waarmee mama alles onder de knie kreeg. Toen ik er een opmerking over maakte, vertelde ze me voor het eerst dat ze vroeger al vaak als serveerster had gewerkt en dat ze zo mijn vader had leren kennen.
'Het was altijd een goede manier om mijn inkomen een beetje bij te spijkeren,' zei ze.
Ik kon zien dat veel mannen die binnenkwamen met haar flirtten, zelfs als hun vrouw of vriendin erbij was. Op een avond hoorde ik Dallas zeggen: 'Jammer dat je een tienerdochter hebt. Je zou door kunnen gaan voor achter in de twintig en er zijn een hoop rijke jonge vrijgezellen in Palm Beach.'
Ik had daar nooit bij stilgestaan. Was ik een hinderpaal geworden voor mijn moeder? Mama deed of zei nooit iets om me dat gevoel te geven, en ik kon me trouwens niet voorstellen dat zij op jacht zou zijn naar een rijke vrijgezel. Soms wilde ik dat ik bij papa in de helikopter had gezeten. Ik zou liever zijn waar hij nu ook was. In ie- der geval leidde het werk in het restaurant mijn gedachten af.
Phoebe daarentegen was niet bereid iets te doen dat zelfs maar enigszins op werk leek in het restaurant, ondanks het feit dat haar vader de eigenaar was. Als iémand het idee had dat alles haar rechtens toekwam, was het Phoebe wel. Ik zag haar nu en dan als ze langskwam om haar vader over te halen haar wat geld te geven. Ze kreeg hem ook zover dat hij vóór het eind van de zomer een auto voor haar kocht. Ze wilde mij net zo graag vermijden als ik haar en toen mama ernaar informeerde, herinnerde ik haar eraan dat Phoebe haar tijd niet wilde verdoen met iemand die jonger was dan zij. Het was grotendeels waar ook.
Ik was zenuwachtiger voor het begin van dit speciale schooljaar dan ik me van enig ander jaar kon herinneren, hoe jong ik ook was geweest of hoe abrupt we ook van de ene gemeenschap naar de andere werden overgebracht. Deze keer ging ik per slot, zoals mama het beschreef, als burgermeisje naar school. Ik had geen kader van kinderen van marineofficieren om de overgang te vergemakkelijken.
Misschien was het verbeelding, maar als ik naar scholen ging die door meer kinderen van militair personeel werden bezocht, kon ik ze gemakkelijk onderscheiden, en we voelden ons tot elkaar aangetrokken. Ik dacht altijd graag dat we ons beter gedroegen. We kleedden ons wat formeler en strooiden het 'alstublieft' en 'dank u wel' rond in onze conversatie en spraken altijd met meer respect over onze docenten, ook als we het erover eens waren dat hij of zij niet erg goed of aardig was. Dat wilde niet zeggen dat niemand van ons ooit in moeilijkheden kwam. Het kwam gewoon minder vaak voor en het was meestal ook lang zo ernstig niet als de problemen van de meeste andere leerlingen die we kenden.
Maar op de school in Florida waren geen marinekinderen, en ik had een vreemd gevoel van eenzaamheid, ondanks Randy's pogingen me hier thuis te laten voelen. Elke keer als een andere leerling of leraar zijn of haar aandacht op mij richtte, vroeg ik me af of ze me een buitenbeentje vonden.Maar Randy was een grote hulp. Hij kwam me opzoeken op de dag voordat de school begon en probeerde me gerust te stellen door me alles te vertellen, van de eigenaardigheden van de leerkrachten tot de slechtste tafel in de kantine van school, de slechtste omdat de zon er altijd op scheen door het onbeschermde deel van het raam. Tot in alle details. Mama moest erg lachen om Randy en noemde hem een 'schatje'. Ze zei het maar één keer waar hij bij was en ik zag dat  hij ineenkromp. Hij vond het niet erg om 'schat' te worden genoemd, maar 'schatje accentueerde zijn tengere gestalte. Sommige treiteraars plaagden hem en noemden hem Vogeltje.
Die eerste dag stond hij bij de ingang van de school op me te wachten en hij stelde me voor aan een paar van zijn vrienden, die net als hij goedgemanierd en een beetje onzeker waren. Een van mama's geliefde uitdrukkingen, die ze van haar eigen moeder had geleerd, was 'Soort zoekt soort'. Ik dacht daar vaak aan overdag, observeerde de diverse persoonlijkheden en de manier waarop ze naar elkaar toetrokken om een kliek te vormen in de schoolpopulatie. Ik vond mezelf niet onzeker. Dat vond ik echt niet, ondanks mijn nervositeit. Voordat de dag voorbij was, praatte ik met andere leerlingen, zelfverzekerder en vrolijker dan de meesten van Randy's vrienden.
Ik zag Phoebe vaak in de gangen en de kantine, maar elke keer gedroeg ze zich alsof ze me nooit eerder gezien had, bekeek me nauwelijks langer dan een seconde. Ik besloot dat als een meevallertje te zien.
Helaas ontdekte ik tegen het eind van de week dat Phoebe mijn bestaan niet zo genegeerd had als ik had gehoopt. Ze had de bijnaam 'Sailor Girl' op school rondgefluisterd. Sommige vrienden van haar salueerden voor me in de gangen. Mijn eerste reactie was woede en verontwaardiging, maar toen besloot ik met de stroom mee te gaan. Een andere geliefde uitdrukking van mama was 'Wat niet buigt, breekt'. Me tegen hen verzetten, hun tonen dat ik het me aantrok, zou mijn nederlaag betekenen, dacht ik. In plaats daarvan begon ik terug te salueren. Eerst vonden ze dat grappig, maar na een tijdje begon het hen te vervelen en gingen ze zich ergeren als ik als eerste salueerde.
Roger was de eerste die het opgaf en kwam de laatste dag van de eerste week naar me toe in de kantine om me te vertellen dat  ik de meest frustrerende persoon was die Phoebe ooit had ontmoet.
'Ze heeft het zo goed als toegegeven tegen me,' bekende hij. 'Je brengt haar in de war. Ze weet niet hoe ze de dingen voor je moet verpesten.'
'Zeg haar dat ze mijn vriendin wordt. Dat zal mijn dag echt goed
bederven,' zei ik, en hij begon zo hard te lachen dat hij de aandacht trok van de leerlingen om ons heen.
'Je bent grandioos,' zei hij met naar ik dacht oprechte bewondering in zijn ogen.
Phoebe was net binnengekomen en was kennelijk pissig dat hij met me stond te praten, en ik werd me plotseling bewust van mijn eigen macht en de kans om een tegenoffensief te lanceren, zoals papa het zou noemen.
'Dank je,' zei ik. 'Mag ik je om een gunst vragen?' Ik glimlachte zo koket als ik maar kon.
'Vragen staat vrij,' zei hij, terugflirtend. 'Maar dat zegt niet dat ik je verzoek ook zal inwilligen.'
ik moet vandaag extra vroeg thuis zijn. Zou jij me misschien naar huis kunnen rijden?'
Hij overwoog mijn verzoek en keek even naar Phoebe, die giftige pijlen op me afstuurde met haar ogen.
'Oké,' zei hij impulsief. 'Kom maar naar het parkeerterrein. Ik ben vandaag met de auto van mijn moeder, de zwarte Mercedes cabriolet. Die is gemakkelijk te vinden. Het is de enige Mercedes daar.'
'Dank je,' zei ik ingetogen. 'Ik ben je erg dankbaar.'
'Goed. Oké.' Hij keek nerveus, maar ik meende ook een glimp van opwinding in zijn ogen te bespeuren.
Hij liep terug naar Phoebe en negeerde me de rest van de middag. Hoe hij na school aan haar wist te ontkomen, was me niet duidelijk, maar hij zat zenuwachtig in zijn auto te wachten toen ik naar buiten kwam.
'Stap in,' zei hij dringend, alsof we op de vlucht sloegen.
Zodra ik dat deed, reed hij achteruit en dc parkeerplaats af, de straat op. Ik had zelfs mijn riem nog niet vastgemaakt.
'Rij je altijd zo hard?' vroeg ik.
Hij keek alsof hij niet van plan was een woord tegen me te zeggen, maar me thuis af te zetten en er dan als een haas vandoor te gaan.
'Het spijt me. Het was niet mijn bedoeling je last te bezorgen,' zei ik.
Hij keek me aan. 'Je bezorgt me geen last. Nee, ik rij niet altijd zo hard. Dat zou erg onverstandig zijn. Nog één snelheidsovertreding en mijn vader neemt me mijn rijbewijs af en laat me niet één van zijn auto's meer gebruiken.' Hij lachte. ik ben min of' meer op proef. Ik denk dat ze het waar jij vandaan komt gedegradeerd noemen of zo,
hè?'
'Nee. Je bent op rapport, maar met behoud van je rang.'
Hij lachte. 'Luister,' zei hij. 'Ik zal je een goede raad geven. Ga geen duel aan met Phoebe. Ze kan heel gemeen zijn als ze zich bedreigd voelt.'
'Hoe zou ik in vredesnaam een bedreiging voor haar kunnen
zijn?'
'Iedereen die voortdurend de confrontatie met haar aangaat, vormt een bedreiging voor haar. Ze is niet vergeten hoe je haar hebt verslagen met dat kaartspelletje bij mij thuis. Ze heeft een hoop vrienden en vriendinnen op school, die veel op haar lijken, als je me snapt. Ik heb gezien hoe ze achter iemand aangingen. Dat is niet bepaald prettig.'
'Waarom ga je met haar om als je zo'n hekel aan haar hebt?' vroeg
ik.
'Ik heb geen hekel aan haar.'
'Je vindt haar niet echt aardig,' hield ik vol. 'Je kunt iemand niet aardig vinden die dingen doet waar je niet van houdt.'
'Waar heb je al die wijsheid vandaan?' vroeg hij glimlachend.
ik luister, en ik onthoud,' zei ik.
'Je hebt veel rondgereisd, hè?' vroeg hij, me met nieuwe belangstelling opnemend.
'Ja. Ik was er niet blij mee, maar we moesten verhuizen als mijn vader werd overgeplaatst naar een andere basis.'
'Het lijkt me moeilijk voortdurend nieuwe vrienden te moeten maken,' merkte hij op. Hij keek meelevend.
ik heb het overleefd,' zei ik. Hij lachte.
'Je hebt het meer dan overleefd. Ondanks al die chaos in je leven, ben je slim en.' ging hij verder, met een zijdelingse blik op me, 'knap en vrij wereldwijs.'
Ik zei niets. Toen mama en ik een keer een serieus gesprek hadden over jongens en romantiek, vertelde ze me dat het moeilijkste is om een oprecht compliment te kunnen onderscheiden van vleierij uil egoïstische overwegingen. Een van onze boeken was Chaucers Canterbury Tales, en een van die verhalen was The Nun's Priest's Tule, dat ging over de vos die de haan Chantecler in de val lokte door
hem te vleien en hoe Chantecler de rollen omdraaide door de vos terug te vleien. Ik vertelde het mama in het kort, en ze knikte.
'Mijn moeder zei: "Vleierij brengt slechts één vraag naar voren: Wat wil je?" Je moet de onzin weten te scheiden van het oprechte compliment.'
'Maar hoe weetje het verschil, mama? Vooral als een man je een compliment maakt?' vroeg ik.
Ze dacht even na en zei toen iets dat ik nooit ben vergeten. 'Als het die man gelukkiger maakt dan jou, dan is het oprecht. Sommige mensen zouden het misschien trots noemen. Ze zijn trots op je, trots dat jij om hen geeft.'
Trots was een belangrijk woord voor een marineman en -vrouw. Het verbaasde me niet dat mama het koos om uit te leggen wat ze bedoelde. Ik zag hoe trots papa in zijn uniform in de houding stond tijdens een ceremonie, maar ik zag ook hoe trots hij was als we naar een party of diner gingen en hij mama naast zich had. Ik zag het ook in haar ogen. Hun trots op elkaar maakte hun liefde nog sterker en gepassioneerder. Altijd als hij weer thuiskwam, zelfs al was hij maar een korte periode weg geweest, nam hij haar in zijn armen, en zoenden ze elkaar alsof ze elkaar jaren niet gezien hadden.
'Heb je morgenavond wat te doen?' vroeg Roger toen we voor mijn huis stopten.
'Mijn moeder vindt het niet prettig als ik 's avonds uitga als ik de volgende dag naar school moet,' zei ik.
'Ze werkt elke avond in het restaurant, hè?'
'Elke avond behalve maandag.'
'Zal ik dan morgenavond langskomen? Dan ga je niet uit.'
ik wil mijn huiswerk afmaken.'
'Nou, en? Dan help ik je.'
Ik dacht even na. Deels voelde ik me opgewonden door zijn voorstel, maar tegelijk voelde ik me zenuwachtig. Phoebe zou des duivels zijn als ze erachter kwam. Misschien speelde ik met vuur en zou ik het beetje controle dat ik had verliezen.
'Ontspan je een beetje,' drong hij aan. 'Je moet leren wat meer plezier te maken. We blijven niet eeuwig tieners, weet je. Dit wordt geacht de beste tijd van ons leven te zijn.'
'Goed dan,' zei ik, en wilde dat ik de woorden terug kon nemen zodra ze mijn mond uit waren, maar ik herinnerde me een andere uitspraak van mama: 'Je kunt de klok niet terugdraaien."
'Bedankt voor de lift,' riep ik, terwijl ik snel uitstapte. Dit was mijn eigen schuld. Waarom had ik hem gevraagd me thuis te brengen?
Ik hoorde hem lachen, en hij reed weg terwijl ik naar binnen ging. Mama maakte zich klaar om naar haar werk te gaan. Omdat het zoveel tijd kostte om met de bus te gaan, had ik haar deze week twee keer misgelopen en zagen we elkaar pas de volgende ochtend.
'Grace,' riep ze vanuit haar slaapkamer.
'Hoi,' zei ik en liep naar binnen. Ze stond zich op te maken voor de spiegel in de badkamer.
'Hoe was het vandaag op school?'
'Beter,' antwoordde ik. 'Ik heb gezien dat ik al de helft van de nieuw opgedragen boeken voor Engels heb gelezen.'
'Natuurlijk. Weetje nog hoe papa je plaagde datje altijd met je neus in een boek zat?'
'Ja.'
De tijd had het me mogelijk gemaakt te glimlachen om de meeste van mijn goede herinneringen, en me niet te voelen alsof mijn hart zou breken.
Ik keek een tijdje naar haar, me afvragend of ik het haar moest vertellen van Roger. Ik dacht niet dat ze er kwaad om zou zijn, maar toch voelde ik me schuldig. Ik besloot mijn mond te houden, want ik zou een manier weten te vinden om zijn bezoek af te zeggen. En waarom zou ik het vertellen als ik hem niet liet komen?
Maar Roger overrompelde me de volgende dag volkomen. Hij stond met Wally en een groepje jongens in de gang toen ik hem lussen de lessen door zag. Phoebe stond een eindje verderop, met Ashley naast zich, die gefascineerd luisterde terwijl Phoebe oreerde tegen een paar van haar toegewijde fans. Ik liep naar Roger. We hadden maar drie minuten tussen de lessen, en we hadden niet langer dan nog een minuut of zo de tijd.
'Hoi,' zei ik.
Hij keek naar mij en toen naar de andere jongens alsof hij verbaasd was dat ik hem zo openlijk begroette. Iedereen glimlachte. Maar Wally aarzelde geen seconde en begroette me enthousiast.
'Op zoek naar een kaartspelletje?' vroeg hij.
'Nee. Ik wilde Roger even spreken.'
'Mij?' Hij keek naar rechts om te zien of Phoebe oplette. Nou, dat deed ze. 'Waarom?'
'Ik wilde je zeggen dat het niet doorgaat vanavond.'
'Wat niet?'
'Wat niet? Ik bedoel datje bij mij thuis komt.'
'Wie heeft gezegd dat ik dat zou doen? Lijd je aan waanideeën of zo?' Hij keek naar zijn vrienden, die me nieuwsgierig aanstaarden.
Phoebe kwam naar ons toe. Ik schudde ongelovig mijn hoofd en liep snel weg. Als hij een idioot en een lafaard wilde zijn, mijn zegen had hij, dacht ik. Hij begreep het wel. Ik wilde niets met hem te maken hebben.
Later, toen ik met Randy in de kantine zat, liepen Phoebe, Ashley en nog een paar andere vriendinnen van haar als een zwerm buizerds naar onze tafel.
'Ik heb gehoord wat je probeerde uit te halen,' zei Phoebe beschuldigend nog voordat ze bij ons stond. Iedereen aan de naburige tafels hield op met praten en draaide zich om.
'Ik probeerde helemaal niets uit te halen,' zei ik.
'Wat dacht je wel, dat door nel te doen of Roger je aardig vond. hij je ook echt aardig zou gaan vinden? Is dit een soort geniepige tactiek die je toepaste toen je op de marinebases woonde, Sailor Girl?' Ze bewoog haar hoofd van de ene kant naar de andere kant om te zien of haar publiek alles waardeerde wat ze deed en zei.
ik heb geen geniepige tactiek gebruikt.'
'Nee, natuurlijk niet. Hij heeft me alles verteld watje gedaan hebt. Eerst smeek je hem je thuis te brengen, jammerend over een of andere dringende noodzaak, en dan probeer je dit. Moest je echt zo gauw thuis zijn? Nou? Wat was die dringende noodzaak? Kun je me dat uitleggen?' Ze deed een stap achteruit en sloeg haar armen over elkaar.
Ondanks alles sprongen de tranen in mijn ogen. 'Dat gaatje niets aan.' zei ik.
'O. het gaat me niets aan,' herhaalde ze. Ze verhief haar stem om zeker te weten dat ook de leerlingen aan de achterste tafels haar konden horen. 'Je gaat achter mijn vriend aan en het gaat me niets aan?'
'Ik ging niet achter je vriend aan. Hij wilde met me praten.' riep ik uit.
Ik moet dit niet doen, bleef ik mezelf voorhouden. Ik moet me niet zo uit mijn tent laten lokken. Ze wil een gevecht leveren op haar eigen terrein. het was een slechte tactiek van me, maar ik kon er niets aan doen.
'O, Roger toont een tikje medelijden met een zielig, jammerend, verwend matroosje, en jij maakt er een liefdesrelatie van. Nou ja, iedereen hier is gewaarschuwd, vooral de jongens,' zei ze met stemverheffing. 'Je praal mei SailorGirl en meteen zit je bij haar in de boot, of je wilt of niet. Ja toch, Randy?' Ze draaide zich naar hem om.
'H-hou op... Phee... Phoebe.'
'G-goed, Ra... Randy. Daarom houdt ze van je. Zij kan rustig doorpraten en jij lui... lui... luistert.'
Het groepje sloeg dubbel van het lachen.
'Dat is gemeen!' schreeuwde ik tegen haar, en stond op. 'Je bent een valse, egoïstische meid. Als iemand verwend is, dan ben jij het wel.'
'Precies, Sailor Girl,' antwoordde ze, en salueerde met naar achteren getrokken schouders. 'Aye, aye. Nu weer terug om het dek te zwabberen, en als je daarmee klaar bent, kun je de wc's schoonmaken.' Ze draaide zich op haar hielen om en beende weg, gevolgd door haar giechelende klonen, die als gehoorzame ratten achter haar aan liepen.
Toen ik om me heen keek, zag ik dat tientallen leerlingen me vol verwachting aankeken. Mijn eigen gezicht leek in brand te staan. Ik voelde de aandrang over de tafel heen te springen en haar te tackelen. Randy, alsof hij mijn gedachten kon horen, legde bezwerend zijn hand op mijn arm.
'Ver... vergeet haar,' zei hij en dwong me te gaan zitten.
Ik keek nog één keer haar richting uit. Roger en Wally stonden nu bij haar tafel en iedereen lachte.
'Ik kan ze dit niet ongestraft laten doen,' zei ik en rukte me los uit Randy's greep.
'Grace!' riep hij. maar ik bleef doorlopen. Inmiddels had iedereen een beknopt verslag gekregen van mijn confrontatie met Phoebe. en een paar honderd ogen volgden elke stap van me.
Phoebe, Ashley, Roger en Wally keken op, stomverbaasd dat ik het waagde naar hen toe te komen.
'Hoe kón je!' zei ik tegen Roger. 'Hoe kón je net doen of je niet had gevraagd vanavond bij mij thuis te komen? Ben je daarom zo halsoverkop weggeglipt van het parkeerterrein en reed je als een maniak? Ben je zo bang voor haar dat je als een rat rondsluipt en dan liegt?'
Roger kon me niet recht in de ogen kijken. Hij glimlachte, schudde zijn hoofd en keek naar de grond.
'Je bent kennelijk niet zo goed in het lezen van andermans kaarten als je denkt, Sailor Girl,' zei Phoebe zelfvoldaan.
'Nee, ik ben er alleen goed in als ik niet met een stel bedriegers speel. En ik zal je wat zeggen, Phoebe,' ging ik verder. Ik keek haar recht en doordringend in de ogen. 'Hij mag dan bang zijn om jou de waarheid in je gezicht te zeggen, maar toen hij met mij alleen was, heeft hij me wel verteld hoe weinig respect hij voor je heeft. Misschien brengt hij op een dag de moed op om het je te zeggen, en dat is de dag waarop hij een man zal worden.'
Er werd luid gejoeld en gelachen. Ik keek om en zag dat Rogers gezicht knalrood was. Phoebe was zo razend dat zij nu de indruk wekte dat de rook uit haar oren kwam.
Ik voelde me wal beter, maar hield pas op met beven toen ik weer in de klas zat. Ik wist dat dit niet voorbij was, en ik kon me voorstellen wat voor moeilijkheden ze zou proberen te maken voor mama en mij in het restaurant. Ik moest mama zo gauw mogelijk alles vertellen, dacht ik, en had er nu spijt van dat ik Rogers plan om me op te zoeken voor haar had verzwegen.
Ik wilde na school zo gauw mogelijk naar huis, maar mijn vervangende algebraleraar had de klas in drie groepen verdeeld en ons ingedeeld voor drie dagen per week extra werk. Vandaag was de dag voor mijn groep, dus moest ik nog een uur langer op school blijven. Toen ik thuiskwam was mama al naar haar werk. Ze had een briefje achtergelaten met het eten dat ze had klaargemaakt en dat ik alleen maar hoefde op te warmen.
Terneergeslagen en gefrustreerd at ik nauwelijks. Randy belde om te horen hoe het met me ging. Ik zei dat ik me goed voelde en hij zich niet ongerust hoefde te maken maar bedankte hem voor zijn bezorgdheid. Hij was een heel aardige jongen, maar als een vogel die in een door zijn gebrek gefabriceerde kooi gevangenzat. Een deel van de reden waarom ik zo gauw in de val was getrapt die Phoebe en Roger kennelijk voor me hadden uitgedacht, was het feit dat Roger zo beschermend was geweest voor Randy, maar dat bleek een uitzondering op de regel te zijn. Niemand was wat hij of zij leek te zijn, dacht ik. Mama had me hiervoor gewaarschuwd. Ze had me gezegd dat ik moest afwachten voor ik mijn vertrouwen in iemand stelde.
Maar hoe lang moest je wachten, vroeg ik me af, en wanneer wist je dat het veilig was? Was het ooit veilig?
Ik belde het restaurant, maar Dallas zei dat het erg druk was en mama me zou bellen zodra ze even tijd had.
'Het is een van die avonden dat iedereen die gereserveerd heeft eerder te vroeg dan te laat komt,' schreeuwde ze boven de herrie uit.
Ik ben liever daar dan hier, dacht ik. Ik bedankte haar en ging mijn eten opwarmen.
Het was al een tijdje geleden dat ik Augustus voor het laatst had gezien. Terwijl ik aan de eettafel zat en door de patiodeuren naar de vijver staarde, dacht ik aan hem en wenste dat ik ook een of ander speciaal thuisstudieprogramma kon volgen. Ik was bang om de volgende dag weer naar school te gaan. Phoebe zou ongetwijfeld weer haar best doen me in de val te lokken of zou een nieuw verhaal over me rondstrooien. Hoe lang zou dit nog doorgaan ? Waarom was het zo belangrijk voor haar? Ik hoopte dat ze er gauw genoeg van zou krijgen en haar pijlen op een ander onschuldig slachtoffer zou richten.
Ik zou algauw ondervinden dat ze in plaats daarvan een nog grotere aanval op me plande.
Mama belde me pas om een uur of negen.
'Het spijt me, lieverd,' zei ze. 'Dit is de eerste echte kans die ik heb gehad, en nu is er een ernstig probleem hier en zal ik later thuiskomen dan gewoonlijk, vrees ik.'
'Wat voor probleem, mama?'
Ze aarzelde, en zei toen nauwelijks hoorbaar, wat me duidelijk maakte dat ze niet wilde dat iemand in haar omgeving het zou horen: 'Er wordt geld vermist. Veel geld.'
'Geld?'
'Warren is buiten zichzelf, en Dallas is bijna in tranen.'
Mijn hart stond even stil en begon toen te bonzen. 'Niemand denkt toch dat jij het hebt weggenomen, hè?' vroeg ik.
'Natuurlijk niet. Waarom vraagje dat, Grace?'
'Was Phoebe vanavond in het restaurant?'
'Phoebe? Ja, waarom?'
'Ik zal het je vertellen als je thuis bent,' zei ik.
'O, je moet niet voor mij opblijven, lieverd. Je moet voldoende slaap hebben. We praten morgenochtend wel.'
'Nee,' zei ik.
'Het duurt misschien nog een hele tijd voor ik thuis ben,' waarschuwde ze.
'Kan me niet schelen.'
'Wat is er?' Voor ik zelfs maar kon beginnen, zei ze: 'Ik moet ophangen. Dallas wenkt me. Ga slapen,' beval ze en hing op.
Slapen? Hoe kon ik in vredesnaam slapen voor ik wist wat er aan de hand was?
Ik staarde naar de grond, probeerde uit te puzzelen wat ik moest doen, toen ik plotseling voelde dat iemand naar me keek. Toen ik opkeek gaf ik bijna een gil. Augustus stond voor de deur van de patio en staarde me aan. Zijn haar zat in de war als altijd, maar bij uitzondering droeg hij een simpel zwart shirt met korte mouwen en sneakers. Hij klopte niet. Hij bleef alleen maar staan en keek naar binnen.
'Wat doe je?' vroeg ik, terwijl ik de deur opendeed. 'Je liet me schrikken.'
Hij leek geen woord te hebben gehoord. Zijn gelaatsuitdrukking, of het gebrek daaraan, veranderde niet. Ik wist niet eens zeker of hij me wel zag, zo glazig stonden zijn ogen.
'Augustus?'
Hij draaide zich langzaam naar me om. 'Mevrouw Dorahush ligt in het ziekenhuis,' zei hij.
'Je grootmoeder? Waarom? Wat is er gebeurd?'
'Angina pectoris.'
'Wat is dat?'
'Dat is een ziekte die gekenmerkt wordt door korte, heftige aanvallen van pijn in de borst door deficiënte oxygenatie van de hartspieren,' antwoordde hij. Zijn blik was stoïcijns, zijn ogen bleven onbeweeglijk. 'Om te spreken als een leek, ze is aan de rand van een hartaanval.'
'O, Augustus, wat erg. Komt het goed met haar?'
'Ik weet het niet.'
Wat leken mijn problemen met Phoebe nu gering en onbelangrijk.
'Heb je al gegeten? Wil je iets eten of drinken?'
Hij haalde zijn schouders op.
'Kom binnen. Mijn moeder heeft te veel lasagne gemaakt. Hou je daarvan? Ze kan heerlijk koken.'
Hij liep naar binnen en liet zich door me aan tafel leiden.
'Ik zal het even in de magnetron zetten.' zei ik.
Ik zette een bord met bestek en een servet voor hem neer.
'Je moet dapper zijn voor haar. Augustus. Ik wed dat ze zich op het ogenblik bezorgder maakt over jou dan over zichzelf.'
Hij knikte. 'Dat is ongetwijfeld waar. Zij was de enige die me aanmoedigde. Toen ik klein was joeg ik mijn ouders angst aan.'
'Angst? Waarom?'
'Ze waren niet opgewassen tegen een kind van drie dat kon lezen en schrijven, en toen ik op mijn zevende wiskunde onder de knie had, dachten ze dat ik abnormaal, een soort wangedrocht was. Andere kinderen van mijn leeftijd durfden niet bij mij in de buurt te komen en oudere kinderen voelden zich gegeneerd door de manier waarop ik ze overvleugelde. het maakte het soms moeilijk voor mijn ouders om hun vrienden te behouden.
'Op de middelbare school haalden de andere leerlingen alle mogelijke streken met me uit. Ze stalen mijn boeken en mijn schriften in de hoop dat ik zou zakken voor mijn tentamens, maar ik had al die boeken niet nodig, en dat maakte ze gefrustreerd en nog kwader. Ten slotte zei de schooldecaan tegen mijn ouders dat  ik in een speciale omgeving thuishoorde. Dat was een eufemistische manier om ze te vertellen dat ze me van deze school moesten halen. Ze wisten niet wat ze met me aan moesten. Mevrouw Dorahush vond het juiste programma voor me, weet je.'
'Waarom noem je haar toch altijd zo? Noem haar gewoon je grootmoeder.'
'Ze is bezig te verdwijnen,' legde hij uit. 'Net als mijn ouders. Ik heb liever dat ze verdwijnt als mevrouw Dorahush.'
Ik staarde hem aan, begreep dat dit zijn manier was om zichzelf emotioneel te beschermen. De formaliteit was zijn cocon.
Ik hoorde de bel van de magnetron en ging zijn eten halen. Toen
hij eenmaal een hap had genomen, at hij met smaak verder.
'Dat is lekker.' Hij zweeg even en keek om zich heen alsof hij nu pas besefte dat we alleen waren. 'Waar is je moeder?'
'Op het werk.' Ik legde uit waar ze werkte en het hoe en waarom.
'Je moeder is een heldin,' verklaarde hij.
'Waarom?' vroeg ik. Zelf' dacht ik graag zo over haar, maar hoe kwam hij tot die conclusie?
'Ze heeft een grote tragedie meegemaakt, en ze blijft doorgaan, zegt ja tegen het leven en alle verantwoordelijkheden. Ze wentelt zich niet in haar ongeluk, en ze laat zich er niet door veranderen.
'Het hele leven is lijden,' vervolgde hij. 'Alles wat leeft, leeft op iets dat sterft. Dit eten zit vol dingen die vroeger leefden: de tarwe die in de pasta is gebruikt, het vlees, de groenten. Ik moet lachen om orthodoxe vegetariërs... ze willen niets eten dat een gezicht of een moeder heeft. Ze beseffen niet dat de aarde een moeder is. Alles wordt geboren en alles sterft.'
Ik wist dat hij somberen erg filosofisch was omdat hij wanhopig was over zijn grootmoeder, maar ik dacht: Wat moet hij eenzaam zijn. Hij leeft en denkt op een niveau dat zo ver boven de wereld ligt waarin ik verkeer. Het is alsof hij meer dan de normale kindertijd heeft overgeslagen. Hij leek meer op een wijze oude man, ook al was hij nog maar een tiener. Mijn problemen met Phoebe konden onmogelijk zijn belangstelling wekken, maar toch vroeg ik me onwillekeurig af wat een genie als hij zou kunnen suggereren.
'Ik heb een probleem op school,' begon ik. 'Het verspreidt zich als een ziekte, en ik geloof dat ook mijn moeder erdoor wordt aangetast.'
Hij trok zijn wenkbrauwen op en leunde achterover om te luisteren.
'Je hebt het goed geanalyseerd,' zei hij toen ik uitgesproken was. 'Je had niet achter haar aan moeten gaan en op haar manier terugvechten. Als je dat doet, kun je het nooit winnen, omdat je zelf je vijand bent geworden.'
'Ik ben mijn vijand geworden?'
'Ja, je bent net zo geworden als zij, maakt gebruik van haar tactiek, leeft in haar wereld. Straks heb jij je eigen aanhang en zij de hare, en dat zal haar plezier doen omdat het zal bevestigen dat haar zienswijze over jou en de rest van de wereld juist is.'
'Wat moet ik doen?'
'Niets,' zei hij. 'Dit is iemand die het niet kan verdragen om te worden genegeerd. Ze zal alles doen wat ze kan om je tot een reactie te dwingen, en hoe meer je je daartegen verzet, hoe gefrustreerder ze zal worden, en ten slotte zal iedereen die ook maar een beetje hersens heeft en dit alles aanziet, genoeg krijgen van haar en tegen haar zeggen dat ze het nu eens van zich af moet zetten.
'Hel was het geheim en is nog steeds het geheim achter de geweldloze beweging. De onderdrukkers weten niet wat ze moeten doen als de onderdrukten weigeren hen te erkennen en zich niet tegen hen verzetten zoals verwacht wordt. De onderdrukkers zijn gereed voor de strijd, en als ze die niet krijgen raken ze in de war en gefrustreerd. Zo zal het haar ook vergaan.'
ik wou dat je op mijn school zat.' zei ik.
Hij glimlachte. 'Soms wou ik dat ook.'
'Kan dat niet?'
ik zou me alleen maar vervelen tijdens de lessen, en mijn docenten zouden zich onzeker voelen en een hekel aan me hebben. Dat is al le vaak gebeurd.'
'Maar er zijn nog meer dingen behalve de studie. Sport, activiteiten, party's. Mis je dat nooit. Augustus?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Ik denk er niet aan.'
'Dus je past de geweldloosheid toe op jezelf?'
Hij glimlachte. 'Hoe bedoel je?'
'Je vermijdt het conflict, weigert de gevoelens die je hebt te erkennen.'
Hij staarde me even aan en knikte toen. 'Misschien ben je slimmer dan je denkt.'
'Ik wou dat ik slimmer was in wiskunde. Ik zie ertegen op om met dat huiswerk te beginnen.'
'O? Laat eens zien,' zei hij.
We gingen naar mijn kamer en ik toonde hem het boek en het hoofdstuk. Hij begon het uit te leggen op een manier die veel eenvoudiger was dan onze leraar had gedaan. Toen hij een paar van de problemen met me had uitgewerkt, begreep ik het en deed de rest van de opgaven in de helft van de tijd.
'Je zou nu al les kunnen geven,' zei ik.
'Nee. Daar zou ik niet goed in zijn. Normaal heb ik het geduld er niet voor. Het is als een hardloper die pas op de plaats moet maken omdat de anderen hem niet bij kunnen houden. Het is te frustrerend voor me. Het is geen eigenwaan, het is nu eenmaal zo.'
'Ik begrijp het,' zei ik.
'Dat geloof ik echt,' antwoordde hij, en toen verraste hij me door zich naar me toe te buigen en me een zoen te geven. 'Niet boos worden,' zei hij onmiddellijk.
'Ik ben niet boos, alleen verbaasd.'
'Dat wilde ik al doen toen ik je de eerste keer zag. Is die jongen die stottert je nieuwe vriendje?'
'Nee. Hij is gewoon een erg aardige jongen.'
'Heb je veel ervaring met jongens?'
'Niet echt, nee.'
Hij leek verheugd over dat antwoord, 'ik moet naar huis,' zei hij plotseling. 'Bedankt voor het eten.'
'Bedankt voor je hulp met wiskunde.'
'Bedankt dat je je door me hebt laten kussen.'
ik heb het je niet echt laten doen,' zei ik lachend.
'O. Goed dan.' Hij boog zich naar voren en bracht zijn lippen naar de mijne, maar heel langzaam, wachtend tot ik me terug zou trekken. Dat deed ik niet, en hij zoende me opnieuw.
Ik keek hem in de ogen. Ze leken te fonkelen door de gedachten erachter.
'Jij bent het eerste meisje dat ik gezoend heb,' bekende hij.
'Hoe voel je je nu?' vroeg ik, bijna even nieuwsgierig naar zijn reactie als naar die van mijzelf.
Hij dacht na. 'Alsof ik niet wil verdwijnen.'
Ik glimlachte, en toen liep hij de kamer uit. Ik volgde hem naar de tuindeur.
'Laat me weten hoe het met je grootmoeder gaat,' zei. 'Kom morgenavond langs, oké?'
'Oké.'
Ik keek hem na toen hij wegliep. Hij bleef even staan, keek achterom en liep toen verder de donkere tuin in tot hij weg was.
Ik viel in slaap voordat mama thuiskwam, maar toen ze de deur opende, hoorde ik haar en werd ik wakker. Ik riep haar. Ze leek er
een eeuwigheid over te doen om naar mijn kamer te komen.
'Waarom ben je nog wakker?' vroeg ze. Haar silhouet tekende zich af tegen het licht in de gang.
'Ik was in slaap gevallen, maar ik hoorde je binnenkomen. Wal is er in het restaurant gebeurd?'
Ik hoorde dat ze een diepe zucht slaakte en ik knipte het licht aan van de lamp op mijn nachtkastje.
'Ze hebben het geld eindelijk gevonden,' zei ze. in de loop van de avond maakt Wanen altijd een bundeltje van het geld dat tot op dat moment ontvangen is, om het de volgende dag naar de bank te kunnen brengen. Hij had de zak met bankbiljetten op zijn bureau laten liggen, en daar was het niet meer, dus ontstond er paniek.'
'Waar is het gevonden?'
Mama keek naar het plafond en hield haar hoofd schuin alsof ze wilde voorkomen dat de tranen uit haar ogen rolden.
in het vertrek waar de serveersters en kelners hun jassen en tassen en zo bewaren. Het lag onder mijn jas.'
'Dat heeft Phoebe gedaan,' zei ik onmiddellijk.
'Phoebe?' Ze dacht even na. 'Je zei iets over haar aan de telefoon. Waarom zou ze zoiets doen?'
Ik vertelde haar in korte trekken wat er gebeurd was. Mama kwam tijdens mijn uitleg binnen en ging op mijn bed zitten terwijl ze luisterde.
'Waarschijnlijk heb je dan gelijk.' zei ze met een knikje.
'Ze denken toch niet dat je geprobeerd hebt het te stelen, mama?'
'Nee. Dallas was net zo van streek als ik, en Warren was dolgelukkig dat het gevonden was. Maar ze verdenken andere werknemers, en dat zorgt niet echt voor een prettige werksfeer. Ik zal Dallas alles vertellen wat je mij hebt verteld,' besloot ze. intussen, lieverd, als ik jou was, zou ik haar gewoon...'
'Negeren?'
'Ja.'
'Nog iemand heeft me die raad gegeven.' Ik vertelde haar over Augustus en zijn grootmoeder.
'Arme jongen. Hij moet doodsbang zijn. Ik zal morgen naar haar informeren en zien wat wc kunnen doen om hen te helpen. Ga nu slapen en maak je geen zorgen.'
Ze bukte zich, gaf me een nachtzoen en stond op.
'O,' zei ze glimlachend. 'Door al die opwinding en zo vergat ik nog je te vertellen dat ik vanavond een heel sympathieke man heb ontmoet. Hij kwam binnen en at in zijn eentje. Hij was erg aardig. Zijn vrouw is onlangs gestorven. We hebben een heel prettig gesprek gehad. Gek, maar als je verschrikkelijke dingen meemaakt, denk je dat ze alleen jou en niemand anders overkomen, en sta je verbaasd als je iemand ontmoet die het begrijpt omdat hij iets dergelijks heeft ervaren.'
'Het kan nooit hetzelfde zijn,' beweerde ik.
Ze glimlachte. 'Nou, het kwam er dicht genoeg bij. Ik heb zo'n idee dat hij weer terugkomt.'
Ik zei niets. Ten slotte besefte ze dat ze gewoon aan die man bleef staan denken.
'Welterusten,' zei ze. Ze liet me verwarder achter dan vóór haar thuiskomst.
In mijn wildste dromen had ik me mama niet met een andere man kunnen voorstellen. Het was nog steeds alsof papa gewoon dienst had op zee.
Hoe kon ze ooit weer van een man houden?
Hoe kon ze dat ooit willen?
Niemand zou ooit de plaats van mijn vader kunnen innemen.
Ik zou iedereen haten die dacht dat hij het zelfs maar kon proberen.
Het leven was zoveel ongecompliceerder toen we nog een gezin op de marinebasis waren, dacht ik, en vroeg me af hoe ik ooit had kunnen wensen dat we dat niet waren.
Probeer te slapen, zei ik tegen mezelf.
Slapen?
Het was of je jacht maakte op een regenboog.