2000

Maandag 3 januari 2000
Wisteria Walk, Ashby de la Zouch, Leicestershire

Wel, hoe ga ik dit nieuwe millennium in? Als een wanhopig man. Ik ben een alleenstaande vader, ik woon in bij mijn moeder en mijn boeken worden niet uitgegeven. Mijn kookboek, Best Afvallig, vind je in elke slechte boekwinkel à 59 cent per stuk. Op mijn achterhoofd zit een kale plek zo groot als een eierkoek. Niemand kijkt blij op als ik een kamer binnenkom. Mijn zonen gaan me waarschijnlijk wel missen als ik wegloop, maar het zal een week of twee duren voor ze doorhebben dat ik er niet meer ben. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Ik was zo’n veelbelovende jongen vroeger. Waar is mijn deel van het klatergoud naartoe gestroomd? Mijn status als bekende tv-presentator in 1997 was maar van korte duur. Nou ja, wie wil er beroemd worden door op tv met slachtafval te koken? Het is de hoogste tijd voor een nieuwe evaluatieronde. Ik moet mezelf weer herontdekken. Zo kan het niet doorgaan, anders bereik ik voortijdig de middelbare leeftijd. Ik heb een Levensplan nodig, eentje waar mijn zonen ook in passen.

Dinsdag 4 januari

Ik heb vanmorgen besloten om mijn zonen te betrekken in het formuleren van een nieuw Levensplan. Ik liep hun slaapkamer in, zette de tv uit en pakte de videoband waar ze net om hadden zitten lachen (een opname van Sky News waarop Pandora Braithwaite en haar medevips in de rij staan te vernikkelen op metrostation Strafford). Ze protesteerden, maar ik was resoluut. “Wij Moles moeten het nieuwe millennium bij de lurven grijpen, door elkaar rammelen en dwingen positief voor ons uit te pakken.” Ik gaf beiden pen en papier en ze moesten opschrijven wat ze met hun leven wilden doen. William schreef: “Meer snoep, mijn eigen tv, en die puppy uit de wc-papierreclame.” Glenn schreef: “Ik zou graag op mijn achttiende trouwen, omdat ik denk dat dat een goede manier is om elke avond van bil te gaan zonder dat je ervoor de deur uit hoeft. Om tweede te worden in de wereldkampioenschappen rollerskaten lijkt me ook niet vekeert [sic].” Hierover voelde ik hem aan de tand. “Waarom tweede? Waarom wil je zelf geen wereldkampioen worden?” vroeg ik. “Ik wil niet té beroemd worden, pap,” antwoordde hij. “Die arme Brooklyn moet zwaar beveiligd worden, niet dan?” Mijn arme zoon is geobsedeerd door die onnozele Beckhams en hun nazaten.

Mijn eigen doelstellingen zijn als volgt: 1. Een groot vrijstaand huis in een respectabele buitenwijk kopen. 2. Mijn soulmate vinden, een die verschrikkelijk intelligent is, veel geld weet te verdienen en substantiële borsten heeft. 3. Aandringen op een onderhoud met het hoofd van BBC Drama en weigeren zijn kantoor te verlaten zolang hij niet mijn De witte bestelbus heeft aangekocht, mijn comedy over een seriemoordenaar. 4. Naar de kapper voor een haarstukje. Een kleintje.

Woensdag 5 januari

Mijn moeder en Ivan hebben de hele dag in bed gelegen vanwege de griep. Vanavond ben ik bij ze gaan kijken. Mijn moeder kraakte: “Godsamme, dat werd tijd. We gaan dood door verwaarlozing.”

“Ik hecht erg veel waarde aan jullie privacy,” zei ik. Ze smeekte me om de medische nooddienst te bellen, maar ik weigerde. “We moeten geen beroep doen op het toch al zo overbelaste ziekenfonds.” Ik maakte voor allebei een vlierbessengrog en liet ze uitzweten. Toen ik hun slaapkamerdeur achter me dichttrok, zei Ivan hoestend dat hij bij de belastingdienst meer empathie kreeg. Ik werd een paar keer wakker door hun irritante gerochel en zwakke hulpkreten. Uiteindelijk strompelde Ivan naar beneden en belde de dokter, die direct een ambulance liet komen.

Donderdag 6 januari

Mijn moeder ligt in een ziekenhuis op negentig kilometer hiervandaan waar ze wordt behandeld voor een longontsteking. Ik weiger vierkant om me schuldig te voelen. Wroeging is een slopende emotie en dat hoort niet in mijn Levensplan. Ik heb alweer een formulier ingevuld voor een fatsoenlijke huurwoning. Om een paar punten extra te krijgen, kruiste ik het hokje met ‘homoseksueel’ aan. De formulieren zijn strikt geheim, dus buiten de woningbouwvereniging zal niemand weten dat ik eigenlijk…

Vrijdag 7 januari

Te grieperig om veel te kunnen schrijven. Ik smeek om de dood. Ivan heeft mijn aanvraagformulier gevonden en zei: “Ik heb het altijd al geweten.”

Vrijdag 28 januari
Wisteria Walk, Ashby de la louch, Leicestershire

De griep is als een virale tornado door de familie Mole getrokken en heeft ons getraumatiseerd en verzwakt achtergelaten. Het badkamerkastje was te klein voor alle medicijnen, dus moest er een houten plank ontdaan worden van nessen badschuim om meer ruimte te creëren. Iedere Mole ontwikkelde zijn eigen complicaties. Dokter Ng kwam zo vaak bij ons over de vloer dat het me verbaasde dat hij zijn slippers en toilettas niet mee had genomen. Toen hij op een dag met de grootste spoed aan mijn bed moest verschijnen, belde hij de redactie van een medisch tijdschrift en vroeg of ze interesse hadden in een artikel van duizend woorden over huisartsengram.

Zaterdag 29 januari

Ik ontving vanmorgen deze brief.

Lieve Adriaan,

Ken je me nog? Ik ben Pauline Mole, je moeder. Op dit moment verblijf ik in bed 5, kamer 20 van het Glengorse District Hospital. Ik ben herstellende van een longontsteking en pleuritis en lig hier al drie lange weken (aan een zuurstofapparaat). Het kwetst me zeer dat je me nog niet hebt opgezocht, noch een bloemetje of kaartje hebt gestuurd. Je onverschilligheid komt mijn genezing niet ten goede. Ik kan niet slapen, doordat ik me afvraag wat ik verkeerd heb gedaan.

Liefs,

je moeder

PS: Ik ben gestopt met roken. Het was niet te doen met zo’n zuurstofmasker.

Lieve mam,

Is het echt al weer drie weken geleden? Wat vliegt de tijd toch. Wat fijn om te horen dat je bent gestopt met roken. Ik heb alle asbakken bij elkaar gezocht (eenendertig in totaal) en ze in de vuilnisbak gegooid, zodat je niet in de verleiding komt als je weer thuis bent. De reden waarom ik je niet kwam opzoeken was dat ik nog steeds erg verzwakt ben door de griep. We hebben dokter Ng vier keer moeten bellen voor een huisbezoek, waarvan twee keer in het holst van de nacht. Prijs je gelukkig met je ziekenhuisbed, al zit je negentig kilometer verderop.

Ik wilde je een bosje bloemen sturen, maar eerlijk gezegd schrok ik van de prijzen. Minimaal vijftien pond voor een boeket! En dan ook nog eens tweeënhalf pond bezorgkosten. Je reinste uitbuiting. Ik geef toe dat ik een kaartje had kunnen sturen, maar een wandeling naar de winkel is uitgesloten zolang ik nog geen kracht in mijn benen heb. Je echtgenoot, Ivan, heeft me op de hoogte gehouden van je genezingsproces. Ik heb wel degelijk heel veel aan je gedacht, en ik vind het ergerlijk en kwetsend dat je me beschuldigt van verwaarlozing.

Je zoon, Adriaan

Ik gaf Ivan het briefje mee. Hij is een verliefde dwaas, zoals hij dagelijks negentig kilometer op en neer rijdt om haar op te zoeken. Om tien uur kwam hij terug uit het ziekenhuis, en hij was in extase. “Toen je moeder vanmorgen wakker werd, vroeg ze om haar beautycase,” zei hij. Hij vertrouwde me toe dat hij, toen ze net was opgenomen, haar ziekenhuisbed twee keer voorbij was gelopen zonder haar te herkennen. Hij had haar nooit eerder zonder lippenstift of mascara gezien. Via hem kreeg ik het volgende antwoord van mijn moeder.

Beste Adriaan,

Dus ik ben geen zeventien en een halve pond waard? Als ik denk aan al het geld en alle aandacht waarmee ik je de afgelopen tweeëndertig jaar heb overladen, dan word ik pas echt goed ziek. Waarschijnlijk mag ik over een paar dagen al weer naar huis. Tegen die tijd wil ik dat je weg bent uit Wisteria Walk. Neem je zonen mee en ga maar bij je vader en Tania wonen. Ze hebben vier lege slaapkamers in The Lawns.

Voorheen je moeder

Zondag 30 januari

Ik ben net terug van The Lawns, waar ik mijn huisvestingsprobleem aan mijn vader en zijn vrouw heb voorgelegd. Ze zaten er niet echt om te springen om mij en mijn zonen onderdak te bieden. “Wij hebben die kamers in gebruik!” zei mijn vader. “In de ene bewaar ik mijn golfclubs en in de andere laat Tania haar geraniums overwinteren.”

“Dan heb je nog altijd twee lege kamers over,” wierp ik tegen.

“Helaas niet,” zei Tania. “Ik ben bezig om een van die kamers als meditatieruimte in te richten.”

“En de laatste overgebleven kamer dan?” vroeg ik cynisch. Mijn vader wendde zijn gezicht af, maar Tania bleef me recht aankijken.

“De vierde kamer gaat dienstdoen als opslagruimte voor mijn Millennium Dome-souvenirs,” zei ze. Toen ik uiteindelijk strompelend The Lawns verliet, veegde ik de tranen van mijn wangen. Al mijn hoop is vervlogen. Dat wordt een sociale huurwoning.

Maandag 31 januari
The Lawns, Ashby de la Zouch, Leicestershire

Na een dramatisch telefoontje laat op de avond van mijn vader, konden ik en mijn telgen tijdelijk asiel (een week maximaal) op bovenstaand adres krijgen. De jongens en ik delen een kamer met zestien overwinterende geraniums. Ik slaap op een opblaasmatras uit de postordercatalogus. De jongens liggen op een tweepersoonsfuton. Ik heb me altijd al afgevraagd wie er nou futons kocht, maar nu weet ik het: dat is Tania Braithwaite, mijn nieuwe stiefmoeder, die dol is op alles wat Japans is. Onlangs heeft ze haar labradorpuppy Henry een nieuwe naam gegeven. Hij heet nu Yoko. Geen wonder dat het beest zo verdwaasd uit zijn ogen kijkt.

Het zal ook niet lang duren voordat het huis ook een nieuwe naam krijgt. De ‘lawns’ hebben inmiddels bijna allemaal plaatsgemaakt voor kiezelstenen, diepzinnige keien en vijvers met koikarpers. Vanmorgen zei Glenn, toen we op weg naar de auto langs de vissen liepen: “Waarom noemt ze dat een kooi, pa? Het is toch gewoon een vijver?” We waren al bijna bij de school toen het opeens tot me doordrong dat Glenn een grapje had gemaakt. Zijn vermogen om een woordspeling te maken is toch een teken dat mijn oudste zoon intelligent is? Zijn leraren slaan qua zijn beoordeling flink de plank mis. Hij kan de Holden Caulfield van het nieuwe millennium worden.

Ik parkeerde zoals gewoonlijk op de zigzaglijnen voor de entree van de peuterschool en ik kreeg tot mijn verbazing mevrouw Portnoy, het schoolhoofd, over me heen. “Meneer Mole,” zei ze, “ik heb de ouders zowel mondeling als schriftelijk ettelijke keren laten weten dat er niet op de zigzaglijnen geparkeerd mag worden. Waarom brengt u William niet gewoon te voet naar school?” Ik gaf William een kus en duwde hem het speelplein op voordat ik me toelegde op Portnoys klacht.

Woensdag 2 februari

Ben ik de enige die het is opgevallen dat de datum vandaag 2-2-2000 is? Ik heb er nog niemand anders over gehoord. Ik heb de gemeentelijke huisvestingsdienst gebeld en nadat ik hun mijn probleem had uitgelegd, verwezen ze me door naar de unit voor daklozen. Ik wantrouw alles wat met unit wordt aangeduid. Het riekt naar wanhoop en uitzichtloosheid en iets wat buiten de normale kaders valt. Ik maakte een afspraak met de woonconsulent die mij werd toegewezen, ene juffrouw Pigg. Waarom, o waarom maken mensen met ridicule namen nooit gebruik van de wet op naamsverandering?

Donderdag 3 februari

Juffrouw Pigg is een bevallige jonge dame (met borsten als overmaatse goudrenetten, benen verborgen onder een lange zwarte rok, voornaam Pamela). Ze zat net mijn aanvraagformulier door te lezen toen ik haar kantoor binnenkwam. Na een kort en slaapverwekkend praatje over het weer, zei ze: “Dus u bent een homoseksuele, alleenstaande vader met twee zonen.” Ik boog me voorover om mijn sokken op te trekken. Ik had bedenktijd nodig. Moest ik op de bres springen voor mijn heteroschap of het bedrog verlengen waarmee ik hoger op de lijst kwam te staan? Juffrouw Pigg keek me vriendelijk aan. Ik streek met mijn vingers over mijn snor. Ze zei: “U voelt zich duidelijk niet op uw gemak met uw seksuele geaardheid, meneer Mole.”

Ik vroeg me af of het strafbaar was om valse informatie op een officieel gemeentedocument te zetten. “Nee,” mompelde ik uiteindelijk. “Niemand mag het weten.” Ze raakte even mijn hand aan. “U kunt me vertrouwen.” Het moment waarop ik de waarheid had kunnen vertellen, was voorbij. “Ik heb een huis met drie slaapkamers voor u, in Gaitskell Estate – ”

“Nee, niet in de Gaitskell,” onderbrak ik haar. “Het wemelt er van de homofoben. Is er niet ergens een nichtvriendelijke buurt waar mensen hun huis en tuin netjes bijhouden en de huisdieren goed zijn afgericht?”

Juffrouw Pigg fronste haar wenkbrauwen. “U hebt wel een stereotiep beeld van homoseksuelen,” zei ze. “Ik heb net een homostel moeten uitzetten. Hun huis was een janboel en hun hond terroriseerde de buren.”

Vrijdag 4 februari
The Lawns

Glenn is geschorst omdat hij op school het gerucht had verspreid dat de breiwerkzuster, mevrouw McKye, een massamoordenaar was. “Het was maar een grapje, pap,” protesteerde hij. “Ze laat al dertig jaar vijf dagen per week dodelijke steken vallen.”

Ik vertelde hem over Harold Shipman, de arts die is veroordeeld wegens moord op minstens tweehonderdachttien mensen, en ik adviseerde Glenn om verder geen uitlatingen te doen over de medische wetenschap. Op zaterdag zijn we verhuisd naar Arthur Askey Way nummer 13, Gaitskell Estate.

Zaterdag 5 februari
Arthur Askey Way nummer 13, Gaitskell Estate

Ik snap niet waarom niemand dit huis wilde huren.

Het is er droog, de centrale verwarming doet het, het heeft drie slaapkamers, een nieuwe badkamer, een keuken met alles erop en eraan en een grote kamer ensuite. Ook zijn er ramen met dubbel glas, een voortuin met verhard stuk voor de auto en in de achtertuin staat een middelgrote boom. De woningbouwvereniging heeft het compleet gerenoveerd.

Ik vroeg Pamela Pigg van de gemeentelijke unit voor daklozen waarom het huis ruim een jaar had leeggestaan en ze zei: “Ik moet bekennen, meneer Mole, dat het huis berucht is.”

Ze wilde niet vertellen waarom. Misschien had er ooit iemand gewoon die beroemd was in Leicester, zoals Gary Lineker of Willie Thorne: twee mannen van eenvoudige komaf die allebei op hun eigen manier de status van Bekende Brit hebben verkregen in de sportwereld.

Glenn en William hebben gemengde gevoelens over de verhuizing. Ze zijn blij met hun eigen slaapkamer, maar Glenn zei: “Ik ben niet ruig genoeg voor Gaitskell, pa, en jij ook niet.” William vroeg zich af waarom de winkelramen met prikkeldraad waren afgedekt.

Ik hing hem een of ander idioot verhaaltje aan zijn neus dat het Territoriale Leger de winkelstraat voor een militaire oefening ging gebruiken, maar het was duidelijk dat zelfs hij, de goedgelovigste aller goedgelovigen, daar niet intrapte. Ik kan het feit maar beter onder ogen zien: we leven te midden van wat sociologen omschrijven als ‘de onderklasse’, en wat mijn vader, die met tegenzin mijn spaarzame meubilair kwam afleveren, het ‘Honk van Satan’ noemt.

Niettemin lijken de Ludlows, onze naaste buren met wie we een schutting delen, erg rustige mensen. Ik heb uit het huis hiernaast nog geen piepje opgevangen. Ik weet dat ze zo heten omdat iemand met dikke zwarte glansverf HIER WONEN DE LUDLOWS op hun voorgevel heeft geschilderd.

Zondag 6 februari

Ik liet de jongens televisie kijken en wandelde naar de krantenkiosk. Op de deur hing een briefje. “We verkopen geen lijm of sigaretten aan minderjarigen, en binnen zijn geen bivakmutsen toegestaan.” Ik deed mijn bivakmuts af en ging naar binnen.

Er stond een Aziatische man achter de toonbank. Een vrouw, waarschijnlijk zijn echtgenote, was de tijdschriftkast aan het bevoorraden met zo te zien pornoblaadjes.

“Goedemorgen,” zei ik vrolijk. “Een Observer, alstublieft.”

“Te laat, kleine, de dominee is al langs geweest en heeft het enige exemplaar meegenomen,” zei de man met een vet Leicester-dialect.

“En dat is uw enige exemplaar van een grote landelijke krant?” vroeg ik.

“We hebben nog een heleboel andere,” zei hij en hij wees naar de News of the World, de People en de Sunday Sport.

Ik verzocht hem om voortaan twee exemplaren van de Observer te bestellen. Op weg naar buiten zei ik zo amicaal mogelijk: “Is het niet tegen uw religieuze overtuiging om pornografie aan te bieden?”

Gepikeerd antwoordde hij: “Nee, ik ben katholiek en we komen uit Goa. Wat is er trouwens mis met wijvenlijven? Heb je er wat op tegen?”

Ik vrees dat ik een verkeerde start heb gemaakt met de Goanen.

Nadat ik bij de minisuper Food Is U was gefouilleerd door een dikke beveiligingsman in uniform, ging ik naar binnen in de hoop croissants en vers sinaasappelsap te vinden. Ik ging weer naar huis met een klef gesneden wit en een fles oranje vloeistof. Er waren twee rijen met schappen vol cake en koek, en één rij was compleet aan allerlei soorten chips en prik gewijd.

Zodra ik me hier een beetje heb geïnstalleerd, zal ik de filiaalmanager laten weten dat hij zijn assortiment moet uitbreiden.

Vrijdag 11 februari

Mijn moeder kwam vandaag naar mijn nieuwe woning kijken. Ze was duidelijk geagiteerd dat ze door deze buurt had moeten rijden. “Dat overleef je nooit, Adriaan,” zei ze. Ze had haar nieuwe hond bij zich, maar die vertikte het om de auto uit te komen. Ik heb Pandora een Valentijnskaart gestuurd met de tekst: “O Pandora, die doos van jou.”

Zondag 13 februari

De Ludlows zijn terug van hun eerste vakantie met de caravan op de camping. Het gezin bestaat uit twee volwassenen, zes kinderen en drie honden. Het kabaal is onbeschrijflijk.

Maandag 14 februari
Valentijnsdag

Niet één kaart gekregen. Niet één.

Maandag 28 februari
Arthur Askey Way

Glenn kwam vandaag thuis met een briefje van zijn gymleraar, meneer Lunt. Dit stond erin:

Geachte heer Mole,

Glenn heeft me aan het begin van de les het volgende briefje gegeven. Al is het niet Glenns handschrift, ik geloof ook niet dat het van u is.

Ik las het bijgevoegde, slecht geschreven briefje. Er stond in:

Geagte heer Lunt,

Er is iets vreseleks gebeurt met mijn zoon Glenn hij heeft een termmaale ziekte en niet lang meer te leven het is een kwestie van teid al weet hij het niet dus zeg hem maar niets het is beeter als hij met aan de wijlant loop meedoed dat is slegt voor hem groete meneer Mole

Glenn stortte in en bekende dat hij zijn moeder, Sharon Bott, had overgehaald om het briefje te schrijven. Hij zei: “Ik haat de weilandloop, pap. We moeten in een kort broekje door allerlei gehuchten rennen waar iedereen me uitlacht en roept dat ik kippenpootjes heb.”

Ik heb Sharon in haar armetierige keukentje geconfronteerd, waar ze voor de kinderen net voorgebakken drumsticks ontdooide voor bij de thee. Het was niet voor het eerst dat ik gruwelde bij de gedachte dat ik ooit een gemeenschap met deze vrouw heb gehad. Met haar vergeleken is Moby Dick een sardientje.

Terwijl ze het plastic van de bakjes kip aftrok, jammerde ze: “Ik ben een watje, Aidy, en ik trek het niet als ze mijn Glennie pesten.”

Ik verzocht haar om zich in de toekomst niet meer met Glenns opvoeding te bemoeien. Ze zei: “Ik ben zijn moeder. Hij heeft de helft van mijn genen.”

“Jawel,” antwoordde ik, “de genen van grammatica, interpunctie en spelling. Helaas.” Toen ik wegging, zei ze: “Ik ben nog steeds hartstikke gek op je, Aidy.” Ik deed net alsof ik haar niet hoorde.

Ik schreef de heer Lunt het volgende antwoord:

Geachte heer Lunt,

Mijn eigen kindertijd was een kwelling, omdat ik voortdurend werd gepest met mijn acne. Glenn heeft eenzelfde complex aangaande zijn abnormaal spichtige benen. Het zou prettig zijn als hij voortaan een lange sportbroek mag dragen bij de weilandloop, of dat jullie van route veranderen en alleen verlaten weilanden en wegen kiezen waar hij de schimpscheuten van domme, vossenjagende, zangvogelmoordende, heggenslopende, riviervervuilende boerenpummels kan omzeilen.

Met hoogachting, A.A. Mole

Dinsdag 29 februari

Schrikkeldag. En een brief van de eerwaarde Neil Kinnock! Ik heb hem ontmoet toen ik slachtafvalkok was in restaurant Hoi Polloi in Soho voordat het later werd omgedoopt tot zuurstofbar H20. Hij schreef:

Geachte heer Mole,

Met plezier stuur ik u bijgevoegd de uitnodiging voor het Labour Party Centenary Dinner op maandag 10 april. Ik zal deze avond gastheer zijn en tot mijn genoegen zal de premier deze avond bijwonen. Vanzelfsprekend zal er de nodige beveiliging in acht worden genomen. Daarom kan ik u nog niet de juiste locatie opgeven, behalve dat het diner in een centraal gelegen hotel in Londen zal plaatsvinden…

Ik heb kennelijk diepe indruk op meneer Kinnock gemaakt. Hij heeft vast genoten van de schapentestikels in een coulis van zwarte bessen.

20.30 uur

Sharon Bott is net weggegaan, in tranen. Ze arriveerde onuitgenodigd om half-acht in een taxi. Ze haalde een fles supermarktcava tevoorschijn, zeeg neer op één gigantische knie en vroeg me ten huwelijk. Ik heb haar afgewezen. Glenn was teleurgesteld. Hij zei: “Ik had de enige in de klas kunnen zijn met een pa én een ma.”

Woensdag 1 maart

Lunts antwoord was beknopt.

Geachte heer Mole,

Het dragen van een lange sportbroek bij de weilandloop is verboden.

Met groet, de heer Lunt

P.S.: Als boerenpummel acht ik uw opmerkingen aangaande plattelandsmensen uitermate beledigend.

Vrijdag 3 maart

Mijn moeder heeft me net gewezen op de kleine lettertjes op de uitnodiging voor het Centenary Dinner. De kaarten kosten zeshonderd pond per stuk. Ik heb een afspraak gemaakt bij de opticien.

Zondag 5 maart

Ik heb de hele dag met mezelf in de clinch gelegen. Moet ik Glenns langebroekenban blijven bestrijden of moet ik maar gewoon toegeven en die knul blootstellen aan geestelijke folteringen tijdens de weilandloop waar hij misschien een trauma aan overhoudt? Ik belde een paar mensen om hun mening te vragen. Mijn vader herinnerde me eraan dat hij ‘zich had uitgesloofd’ om mij te steunen in mijn verzet tegen Scruton, de tirannieke hoofdmeester met de uitpuilende ogen, om rode sokken op school te mogen dragen terwijl alleen zwarte waren toegestaan. Mijn moeder zei: “Geef het nou maar op, Aidy. Je wint het nooit van het autoritaire regime.”

Ik belde ook parlementslid Pandora Braithwaite, die me twintig jaar daarvoor in mijn rodesokkenrebellie had bijgestaan. “Ik heb nu geen tijd, schat, Ken en Frank komen bij me eten en ik ben bezig met de varkenshersens in geitenkaas.” Aha! Als ik het niet dacht. Kandidaat-burgemeesters Ken Livingstone en Frank Dobson zijn twee handen op één buik. Hun enige vijand is Tony Blair. Ze hebben het zo bekonkeld dat het net lijkt alsof Blair zijn eigen partij niet meer in de hand heeft.

Nadat Glenn naar bed was gegaan, schreef ik een brief aan zijn schoolhoofd, Roger Patience.

Geacht schoolhoofd,

Mijn zoon Glenn Bott heeft abnormaal dunne benen en hij is zich daar zeer van bewust. Zou u gezien de omstandigheden een uitzondering willen maken op het kortebroekengebod en hem toestaan een lange broek te dragen tijdens de weilandloop?

Hoogachtend, A.A. Mole

Dinsdag 7 maart
Vastenavond

Peggy Ludlow kwam rond theetijd langs om meel, een citroen, eieren, melk, een koekenpan en olie te lenen. Ik vroeg sarcastisch waarom ze niet meteen bij mij in de keuken flensjes kwam bakken. Ze ging er direct op in, waarop de hele familie Ludlow binnendromde en in mijn huiskamer naar Jerry Springer keek, terwijl ik in de keuken met de koekenpan stond te wapperen tot ik mijn pols ontwrichtte.

Zo te zien is Vince Ludlow werkloos, al draagt zijn familie altijd merkkleding. Peggy begint mijn gedachten te beheersen. Vandaag droeg ze een mouwloze overgooier van slangenleer en kon ik voor het eerst haar bovenarmen zien. Ze heeft diverse tatoeages, waarvan de recentste het hoofd van Jeremy Paxman moet voorstellen, de presentator van Newsnight. Toen ik zei dat ik een fan van zijn programma was, vertelde ze dat ze in feite om Jeremy Clarkson had gevraagd en de tattooshop ging aanklagen.

Woensdag 8 maart
Aswoensdag

Mijn zonen en ik zijn door mijn moeder uitgenodigd voor een niet-rokendag, om haar nieuwe status als niet-roker te vieren. We kwamen een tikje laat aan, om half-acht pas. Ze maakte geërgerd de deur voor ons open. “Jullie hebben de asbaksmijtceremonie gemist.” Om kwart voor acht rookte ze haar laatste sigaret in de tuin, omringd door vrienden en familie. De tranen rolden over haar gehavende nicotinewangen. Daarna plakte Ivan gewichtig een nicotinepleister op haar bovenarm. Toen ik later weer het huis in liep, vond ik het zonder al die eeuwige rookwolken toch niet meer hetzelfde.

Patience heeft me nog altijd geen uitsluitsel gegeven over de lange sportbroek.

Donderdag 9 maart

Ben gebeld door het schoolsecretariaat dat Roger Patience alleen nog maar per mail bereikt kan worden op dit adres: patience@neilarmstrongcommunitycollege.com.

Vrijdag 10 maart

Ik overviel mijn moeder vanmiddag aan de telefoon: ze was een Silk Cut aan het roken, kauwde op nicotinekauwgum en had twee nicorettes opgeplakt, op elk bovenbeen een. Ze smeekte me om niets tegen Ivan te zeggen.

Zaterdag 11 maart

Ik heb Pandora ontmoet bij de ceremonie ten bate van de sluiting van het buurthuis in deze wijk. Ze zei dat Tim Henman, ooit coryfee van Wimbledon, die avond bij haar zou aanschuiven voor het diner, alsook de notoire oud-cricketspeler Geoffrey Boycott. Zou die Boycott zijn losse handjes al hebben aangedraaid?

Zondag 12 maart

Het langebroekendrama sleept zich voort. Het schoolhoofd houdt voet bij stuk. Ik heb Glenn opgedragen om zijn lange sportbroek aan te trekken voor de weilandloop begint en dat hij maar naar huis moet komen als hij hem weer uit moet trekken. Glenn kwam om kwart over elf thuis met dit briefje op zak:

Beste heer Mole,

Zoals ik al uitentreuren heb laten weten, mag Glenn geen lange broek dragen tijdens de weilandloop. Dankzij het dragen van korte broeken en hemdjes bij temperaturen onder nul hebben onze jonge mannen weer wat ruggengraat ontwikkeld, zodat ons grootse land twee wereldoorlogen kon winnen en een handvol roeimedailles bij de Olympische Spelen in Atlanta in 1996.

Hoogachtend,

R. Patience (schoolhoofd)

Neil Armstrong Community College

Ik belde Pandora in het gemeentehuis en werd doorgeschakeld naar een callcenter waar een voicemail me vroeg om op sterretje te drukken als ik een kiezer was of op hekje als ik een klacht had over het ziekenfonds, de straatverlichting of verhuizing vanuit een sociale huurwoning.

Met stijgende ergernis luisterde ik hoe alle cijfers een tot en met acht werden opgelezen voordat ik als optie kreeg om op een negen te drukken om iemand persoonlijk te kunnen spreken. Eindelijk krijg ik Pandora aan de telefoon, dacht ik. Maar het was Pandora niet. Het was ene Lorraine van het callcenter die me na een kattige introductie informeerde dat ons gesprek werd opgenomen.

Ik belde mijn nieuwe stiefmoeder (Pandora’s moeder) Tania en vroeg haar om Pandora’s e-mailadres. “Ik ben net de koivijver aan het schoonmaken, Adriaan,” antwoordde ze. “Kun je me op een gunstiger tijdstip terugbellen?”

“Dus jij stelt je huisdieren boven het probleem van je kleinkind?” brieste ik.

“Dat doe ik zeker,” snauwde ze. “Ik ben het met Patience eens. Ons land is groot geworden door korte broeken en hemdjes.” Het is waar wat ze zeggen: mensen worden steeds rechtser naarmate ze ouder worden. Tania was ooit koploper in de linkse beweging van Ashby de la Zouch.

Dinsdag 14 maart

Nu is William ook al in de problemen gekomen op school. Hij vond dat Posh Spice de volgende koningin van Engeland zou moeten worden. Voor straf moest hij van mevrouw Claricoates, zijn juf, alleen in het speelhuisje zitten tijdens het voorleesuurtje. Ik weet dat dit geen sanctie is in de categorie bamboesplinter-onder-je-nagel, maar hij kwam toch flink overstuur thuis en was compleet confuus met betrekking tot het erfelijkheidsprincipe.

Ik heb Glenn vandaag thuisgehouden, terwijl ik me zat te beraden op mijn volgende stap in het langebroekendispuut. Zou ik meer succes hebben als ik een brief naar een meer links georiënteerd parlementslid stuurde? Of een ingezonden brief naar de krant? Een petitie indienen misschien?

Woensdag 15 maart

Vince Ludlow is gearresteerd omdat hij een boete van honderdvijftig pond had openstaan! Om half-acht ‘s-morgens stonden er vier politieagenten voor de deur met een dwangbevel. Kennelijk was hem in oktober 1997 een boete van tweehonderdtachtig pond opgelegd, omdat hij een koperen knop van de deur van het gerechtsgebouw had gesloopt na zijn verjaardagsfeestje in een kroeg in het centrum van Londen. Peggy was ontzet en we keken vanaf onze respectieve drempels toe hoe het politiebusje om de hoek verdween. “Vince is weg,” snikte ze, “en ik heb verdomme geen peuken meer in huis.”

Donderdag 16 maart

Mijn vader maakt zich zorgen om de ontwikkelingen bij autofabriek Longbridge. “Het is godgeklaagd. Waar moet ik straks mijn reserveonderdelen vandaan halen?”

Bij de krantenkiosk liep ik vandaag Lizzie Broadway tegen het lijf, een schoolvriendin van vroeger. Ze wilde een blikje kattenvoer kopen. Ik vroeg of ze soms in de buurt woonde. “Lieve help, nee,” zei ze. “Zie ik eruit als een mislukkeling?” En ze liep weer snel terug naar haar BMW die langs de stoeprand stond geparkeerd. Een groepje hangjongeren was net bezig om de maat van haar wieldoppen op te nemen.

Vrijdag 17 maart
St Patrick’s Day

Pandora belde me met het verzoek om haar niet meer lastig te vallen. In drie minuten tijd presteerde ze het om de woorden ‘duidelijk’ en ‘helder’ negentien keer te gebruiken. Zijn die woorden tegenwoordig soms verplicht voor politici?

Maandag 20 maart

Glenns foto staat op de cover van de avondkrant Ashby Bugle. De krantenkop luidde: GLEN BOOS OVER WEILANDLOOP. Het was geen flatteuze foto. Met zijn nieuwe Beckham-kapsel en de manier waarop hij zijn gezicht vertrok tegen de felle zon zag hij er eerder uit als een jonge rekruut van een fascistisch trainingskamp. Toen ik de krant kocht, wierp de bejaarde dame achter mij een blik op Glenn en zei: “Die zou ik ook niet graag in een donkere steeg tegenkomen.” Ik had die besnorde speklel graag ingepeperd dat Glenn een puike knul was, maar ze was al aan het ruziën met de man achter de toonbank dat ze haar People’s Friend niet had gekregen, dus ik verliet de winkel zonder voor mijn zoon op de bres te kunnen springen. Toen ik het artikel thuis doorlas, werd ik nog bozer. Het was doorspekt met onjuistheden.

Aan de hoofdredacteur van de Ashby Bugle

Geachte heer,

Het is niet mijn gewoonte om ingezonden brieven te sturen, maar ik zie mij daartoe gedwongen vanwege uw artikel over mijn zoon Glenn die weigert om tijdens de weilandloop een korte broek te dragen. Het staat vol fouten en verkeerde informatie.

  1. Glen is Glenn. Jullie hebben overal zijn naam verkeerd gespeld.
  2. Ik heet Adriaan Mole, niet A. Drain-Mole
  3. Ik ben 33 en geen 73 jaar oud.
  4. Ik ben niet werkloos: ik schrijf aan een comedy over een seriemoordenaar voor de BBC, De witte bestelbus getiteld.
  5. Glenn heeft geen ringetje in zijn rechteroor, maar in zijn linker.
  6. Glenn wordt niet door het parlementslid Pandora Braithwaite gesteund. Ze weigerde ons bij te staan. Ik citeer uit haar laatste correspondentie: “Ik heb het gvd veel te druk met de zakbond [sic] voor dat gezanik over schooluniformen.”

Met groet,

A. Mole, Glenns vader

Dinsdag 21 maart

Ik stond vanavond tijdens het strijken naar een hoorspel te luisteten toen Glenn naar me toe kwam en smeekte of hij weer naar school mocht. Hij zou met plezier een witte korte broek aantrekken voor de weilandloop. Ik herinnerde hem eraan dat de Midlands Today, toch niet de minste krant, op hun nieuwspagina een artikel aan zijn vete wilde wijden. “Het is mijn vete niet meer, pa,” zei hij. “Het is de jouwe.” Ik streek zijn korte witte broek en dacht na over de offers die ouders voor hun kinderen brengen. De eerstvolgende ouderavond lacht iedereen me in mijn gezicht uit.

Donderdag 23 maart

In de Bugle van vanavond was de volgende ingezonden brief afgedrukt.

Geachte redactie,

De BBC wilde graag opmerken dat Adriaan Mole niet door ons is ingehuurd om een comedy over een seriemoordenaar te schrijven met als titel De witte bestelbus.

Hoogachtend,

Geoffrey Perkins,

chef comedy

Aha. Dus de BBC heeft nu spionnen in dienst die de regionale kranten lezen, hm? Is dit geïnstitutionaliseerde paranoia of hoe zit het?

Vrijdag 24 maart

Pamela Pigg van de unit daklozen wipte vandaag even aan onderweg van haar werk naar huis. Ze vertelde me over een leegstaande maisonettewoning in de Prescott Estate. “Het is een nieuw huisvestingsproject, speciaal voor mensen die de nieuwe middenklasse ambiëren.” Ze zei ook dat de beroemde tuinarchitect Alan Titchmarsh was benaderd voor het ontwerp van de patio met de afvalcontainers. Hij had nee gezegd, maar ‘hij was in elk geval wel geconsulteerd’, zei Pamela.

Ik maakte een kopje Nescafé voor haar en bracht heel voorzichtig het onderwerp van naamsverandering ter sprake. Ze schoot direct in de verdediging en gaf me een waslijst met allerlei Piggs die zich in de Britse geschiedenis verdienstelijk hadden gemaakt. Toen ik plagerig zei dat een mol moeilijk een biggetje kon daten, antwoordde ze schuchter: “Nou, dan moeten we het maar als Adriaan en Pamela doen.”

Zaterdag 25 maart

Het eerste afspraakje met Pamela was een uitstapje naar de bootrace. Ik wedde voor vijfhonderd pond dat Cambridge zou winnen, maar in feite kon het me niet schelen. Volgens mij ben ik verliefd aan het worden.

Dinsdag 28 maart

Het is Pamela! Pamela! Pamela! Keer op keer prevel ik zachtjes in mezelf haar naam. Maar niet haar achternaam – Pigg – al blijf ik optimistisch dat ze op een goede dag een beroep zal doen op de wet naamsverandering.

Maar die drie heerlijke lettergrepen, Pa-me-la. Het is als muziek van Abba! Het is als een klaterend bergbeekje. Het is als de tuin van het gemeentehuis als de kersenbomen in volle bloei staan. Het is als een schallende lach. Het is als een pindarotsje uit de ijskast.

Maar Pigg. Pigg is banaal en kort. Het is glibberig. Het is als het gebit van de Queen Mother. Het is als een politiefuik die zich stiekem langs de kant van de weg heeft verstopt. Het is als het voorspelbare einde van een Jeffrey Archer-boek. Het is als de bedompte kelder van het kleine huis op de prairie.

Woensdag 29 maart

Ben ik verliefd? Ik belde mijn goede vriend Nigel op zijn werk en hij faxte me een vragenlijst. Sommige vragen waren relevant, andere niet. Hij zei dat ik absoluut verliefd was als ik op minstens vier vragen met ‘ja’ zou antwoorden. Onder aan het formulier had hij nog geschreven dat de vragenlijst kennelijk voor nichten was opgesteld, maar waarschijnlijk ging hij ook op voor hetero’s.

  1. Denk je de hele tijd aan hem?
  2. Heb je je borst al gewaxt?
  3. Bel je hem vaker dan vier keer per dag?
  4. Ga je niet meer naar de sauna?
  5. Durf je niet meer naar de kapper omdat hij je haar misschien niet leuk zal vinden?
  6. Schrijf je veel doorwrochte poëzie over de vrije natuur?

Ik zat met een balpen en een kopje Nescafé aan de keukentafel en kwam er al snel achter dat ik verliefd ben op Pamela Pigg. Ik belde haar op haar werk om haar dat te vertellen (de vijfde keer al die dag) maar de senior huisvestingsconsulent, Terry Nutting, vertelde me dat Pamela ‘speciaal verlof’ had gekregen om naar de kapper te gaan. Wat vindt die Nutting zichzelf lollig, zeg. Maar hij zal zijn baard nog van zijn kin grinniken als Pamela ontslag neemt om met mij te kunnen trouwen. Volgens Pammy is die Nutting een incompetente niksnut die de hele dag contactadvertenties zit te beantwoorden.

Ze zei met dat lieve stemmetje van haar (“dat als een zwoel briesje langs een leeuwerikseitje strijkt”) dat ‘Terry Nutting nog geen dakloze zou herkennen al zou hij er in een winkelportiek over struikelen’.

Vrijdag 31 maart

Ik begin al een beetje aan haar te wennen. Aan haar haar bedoel ik. Ik kan nu al enkele seconden naar haar blijven kijken zonder te huiveren. Volgens mij had ze het niet zo heel erg kort moeten laten knippen. Ze heeft een beetje een rare schedel en haar hoofdhuid zit vol littekens en onfortuinlijke souvenirs uit haar kindertijd.

Zaterdag 1 april, kikker in je bil

Om halftwaalf vanmorgen belde mijn zusje Rosie om te zeggen dat er een brief voor me was gearriveerd van Greg Dyke, manager bij de BBC. Hij zou mijn epische gedicht Het rusteloze kikkervisje hebben gelezen en wilde het door een bekende komiek laten bewerken voor BBC2. Toen ik haar vroeg om de brief naar me te faxen, begon ze heel akelig te lachen en legde de hoorn op de haak.

Zondag 2 april

Wel, vandaag ben ik drieëndertig jaar geworden – dezelfde leeftijd waarop Jezus is gestorven. Glenn gaf me een ansichtkaart waar met gotische letters ‘Proficiat Alleenstaande Vader’ op was gedrukt. Op de voorkant stond de afbeelding van een man met een snor die op een brug staat en naar de rivier onder hem staart – alsof hij overweegt erin te springen. Misschien om aan zijn verantwoordelijkheden te ontsnappen. William heeft op de peuterschool zelf een kaart gemaakt van eierschaal, linzen en geplette maiskorrels. Ik heb hem bedankt maar vond het stiekem maar een onding, zeker aangezien de helft van de wereld hongerlijdt.

Maandag 3 april

Mijn liefdesrelatie met Pamela heeft vanavond het seksuele stadium bereikt, al moet de volledige ‘verstrengeling’, zoals zij dat noemt, nog plaatsvinden. Pamela is een fan van het vrouwelijke condoom, maar toen ze het exemplaar dat ze uit haar tas haalde aan nadere inspectie onderwierp, bleek het uit 1998 te zijn. We besloten het risico niet te lopen. Pam wilde onze verbintenis graag consolideren. “Dan hebben we dat maar gehad, Adriaan.”

Ik legde uit dat ik geen condooms meer in huis had sinds William er een keer eentje mee naar de peuterschool had genomen als zijn bijdrage aan de ballonnenmuur. Het ‘Maximale Genot’ werd uitgerekend ontdekt door een onderwijsinspecteur met haviksogen.

Pamela vroeg of ik volgende week mee naar Stockport wilde gaan om haar ouders te ontmoeten. Ik loog en zei: “Ja leuk, Kwispeltje.” Ze heeft gevraagd of ik haar Kwispeltje wil noemen. Mij noemt ze Snuffeltje. Sinds we elkaar kennen ben ik lichtelijk verkouden.

Dinsdag 4 april

Vanavond hadden de Ludlows een welkomstfeestje georganiseerd, omdat Vince weer uit de gevangenis was. Ik ging pas om tien uur ‘s-avonds naar de buren, toen Glenn en William al naar bed waren. Ik wil niet dat de jongens ‘gevangenis’ gaan associëren met ‘feest’. Vince zei dat hij Jonathan Aitken in de kapel had gezien, je weet wel dagboek, die politicus die is veroordeeld wegens meineed. En hoe fervent religieus die meneer Aitken wel niet was. “Hij liep zo hard met die tamboerijn te zwaaien dat zijn Rolex bijna van zijn pols af flikkerde.” Volgens Vince moest ik bij de paardenraces op Papillon inzetten. Hij zei dat het hoogstonwaarschijnlijk was dat zich nog ooit een combinatie zoon/jockey en vader/trainer zou aandienen.

Ik heb Pamela direct bij thuiskomst gebeld. Ze zei dat ze op bed lag met een pluche knuffel. “Parlementair pluche?” vroeg ik nog. Ze was te slaperig om te lachen.

Donderdag 6 april

De Piggs houden niet van kinderen, dus mijn moeder past dit weekend op William en Glenn gaat naar zijn eigen moeder.

Pamela heeft me gewaarschuwd dat ik haar vader maar beter niet kan vertellen dat mijn werk als dichter en schrijver niet wordt gepubliceerd. Ik wees haar op mijn twee uitgegeven kookboeken, Beter Afvallig en Best Afvallig. Ze zei dat haar vader militant vegetarisch was en een voormalig kajakinstructeur bij de luchtmacht. Ik zag er huizenhoog tegenop meneer Pigg te ontmoeten.

Vrijdag 7 april
The Olde Forge, Stockport

Hij blijkt nog erger te zijn dan ik dacht. “Noem me maar Porky,” bulderde hij. Hij droeg sokken van rubber en een fleece geval dat nog het meest op een rompertje leek. Hij kwam net terug van een training op de kunstmatig aangelegde slalombaan bij de River Tees. Ik mag zondag mee wildwatervaren in zijn tweepersoonskajak. Mevrouw Pigg was haar bestelbus aan het volladen voor de boerenmarkt waar ze laarzenborstels gaat verkopen die ze zelf uit dennenappels en plastic stekels heeft gefabriceerd. Het lijken net egels.

Mevrouw Pigg bracht me naar mijn eenpersoonskamer en zei dat ik haar Snoetje moest noemen. Toen ik vroeg wie haar zo had gedoopt, wierp ze me een blik toe en zei: “Hoe kom je erbij dat mijn ouders kerkelijk zijn?” Ik zei dat ik haar ouders’ trouwfoto op de schouw had zien staan die voor de deur van een kerk was genomen met naast hen een predikant die het Oude Testament in zijn armen hield geklemd. Ze zei dat ik Pamela ‘niet moest lastigvallen ‘s-nachts’, want papa Pigg vond dat mensen pas met elkaar naar bed mochten als ze al heel lang een relatie hadden.

Zaterdag 8 april

De Piggs namen me vanavond mee naar grillrestaurant Beefeaters. Hun uithangbord, tv-kok Brian Turner, was hier wel erg letterlijk: zijn manshoge kartonnen beeltenis verwelkomde ons bij de deur. Ons gesprek strandde al bij het aperitiefje toen Porky ontdekte dat ik een alleenstaande vader was met een sociale huurwoning. De spanning was voelbaar. Pamela ontwikkelde een hoogst onaantrekkelijke tic in haar linkeroog.

Maar de avond was nog niet helemaal verpest, want Porky en ik kozen beiden de licht gepaneerde gebakken champignons voor nog geen drie pond (met keuze uit twee dipsausjes). Porky en ik hebben voortaan iets gemeen: we kunnen tot aan het einde der tijden praten over onze gepaneerde Beefeater-ervaring.

Hartelijk dank, meneer Turner.

Maandag 10 april

William werd vannacht schreeuwend wakker. Hij had een nachtmerrie over zijn aankomende schooltoets. Hij was amper verstaanbaar, maar ik kon nog net uit zijn koeterwaals opmaken dat hij van honden had gedroomd en van Tinky Winky, de homoseksuele Teletubbie. Ik heb hem niet verzocht om details.

Pamela heeft me niet meer gebeld sinds dat ene weekend bij haar ouders. Ik vrees dat ik naast de mannelijke viriliteit van haar vader maar een pover wezen ben. Mijn uitgelezen kennis van het vroege dichtwerk van Philip Larkin haalt het niet bij Porky Piggs kunsten om met zijn kajak een dubbele draai te maken in wit kolkend water. Ik weet zeker dat mijn resolute weigering om in Porky’s iele plastic bootje te stappen de nodige twijfel in Pamela’s hoofd heeft gekerfd.

Heeft ze soms een of ander oerinstinctief alarmsignaal doorgekregen dat mijn spermatozoïden en haar eitjes een slechte combinatie waren en niet zouden bijdragen aan de kwaliteit van haar genenpoel? Ben ik vervloekt met alweer een mislukte liefdesrelatie? Whatever. Dat zeggen ze bij Jerry Springer ook altijd. Ze was gewoon muisstil toen we weer naar huis reden en bij de afscheidskus hield ze haar tongetje binnen.

Dinsdag 11 april

Ik gaf William vanmorgen zijn gebruikelijke tas met lege wc-rolletjes en verfrommelde havermoutpakken. Tot mijn verbazing gaf hij de tas meteen weer terug. “We mogen op school niet meer spelen, pa, dus je hoeft ze niet meer te bewaren.”

Tegen het eind van de schooldag overtrad ik de regels door buiten Williams klaslokaal te gaan staan. Ik zag door het raam in de deur de kinderen in rijen zitten. Ze werden onderwezen in examentechnieken door een examentrainer (voorheen bekend onder de naam assistent-leraar). De weerkaart en de seizoensthematafel waren nergens meer te zien. De kooi met hamsters was leeg. Op diverse plekken in het lokaal waren aansporingen opgeschreven. Ik zag hoe de examentrainer ‘Examen is goed, spelen is slecht’ op het bord schreef. De kinderen doopten hun pen in het potje met inkt en schreven deze leus over. Sinds wanneer is het verplicht om met inkt te schrijven? Ik vrees dat mevrouw Parvez, het schoolhoofd, de onderwijsinstructies weer eens verkeerd heeft uitgelegd. Die vrouw rust niet totdat de kinderen op klompen lopen.

Woensdag 12 april

Vandaag ben ik aan een nieuwe roman begonnen: Varkensstal. Het schoot niet echt op. Ik heb maar honderdvierenzestig woorden geschreven, waaronder de titel en mijn eigen naam.

Varkensstal, door Adriaan Mole.

Het varken lag grommend in zijn stal. Hij was diepbedroefd. Hij voelde zich gewoon anders dan de rest van de varkens waarmee hij onder één dak woonde. “Moet je ze nou eens zien,” dacht het varken bij zichzelf. “Ze zijn er zich amper van bewust dat ze alleen maar een schakel in de voedselketen vormen.” Het varken was ontevreden sinds hij Philosophy: A Guide to Life, het televisieprogramma van Alain de Botton, had bekeken door een kiertje in het gordijn van de varkensboerderij. De wijsheid van Socrates, Epicurus en Montaigne had hem geconfronteerd met het feit dat hij geen opleiding had genoten en niets van de wereld buiten de stal afwist.

Hij keek naar de stal waar Pamela Pigg vergenoegd knorde toen ze haar harige, natte snuit in de trog stak. Hij was al jaren verliefd op Pamela, maar hij vroeg zich af of ze wel zijn intellectuele gelijke was. Er was iets aan die biggenoogjes wat zijn afkeer opwekte…

AANTEKENINGEN BIJ NIEUWE BOEK: 1. Moet het varken een naam hebben? 2. Moet ik de gedachten van het varken tussen aanhalingstekens plaatsen? 3. Heeft het verhaal potentie? Of is het belangrijkste personage (het varken) te beperkt qua karakter, dat wil zeggen, is hij (a) wel bij machte om met andere varkens te communiceren en (b) komt hij ooit de stal uit?

Zondag 16 april

Pamela Pigg is net ziedend van woede het huis uit gestormd. Ze verweet me dat ik haar leven had gestolen en tot vijfderangs kunst gedegradeerd. Ik had per ongeluk het manuscript van Varkensstal op de keukentafel liggen, onder een exemplaar van Men’s Health. Toen ze naar haar auto rende, riep ik haar nog na dat ik een artiest was en dat we alles afstruinden ten behoeve van onze kunst.

“Ik ben een woningconsulent,” riep ze terug. “We moeten terugkomen op onze belofte om de artiest naar een maisonette te verhuizen.” Ik ging weer naar binnen en bladerde naar bladzijde 124 van Men’s Health over bedversplinterende seks. Uiteraard ten behoeve van de kunst.

Maandag 17 april
Arthur Askey Way

William bedelde vandaag om 2,49 pond. Hij wil het pakje Pokémonkaarten met de hanen kopen. Ik weigerde. Hij barstte in tranen uit en liet zich languit op de keukenvloer vallen. Glenn kwam binnen en zei: “Geef hem dat geld nou, pap, anders krijgt hij geen respect meer op het schoolplein.”

Kennelijk zitten er honderdeenenvijftig figuurtjes in een setje en William heeft tot nu toe nog maar zevenendertig van de meest gangbare weten te verzamelen. Glenn voegde eraan toe: “Het is als gymschoenen van Marks & Spencer’s, pa, begrijp je wel?” Glenn heeft het me nooit vergeven. Ik heb hem ooit naar school laten gaan op mijn oude Marks & Spencer’s toen zijn eigen Nikes spoorloos waren verdwenen. Hij wordt nog steeds midden in de nacht zwetend wakker, schreeuwend om de kindertelefoon.

Dinsdag 18 april

Om halfelf vanmorgen belde Tania om te vertellen dat mijn vader bij het maken van een pagode in de achtertuin van de trap was gevallen en lelijk zijn rug had bezeerd. Hij wachtte op de ambulance, zei ze. Op de achtergrond hoorde ik naast het gekreun van mijn vader het geluid van spetterend water en zangvogels.

Ik bracht Glenn en William naar de Ludlows en haastte me naar The Lawns. Mijn vader lag half in de koivijver en was er blijkbaar slecht aan toe. Tania zat op haar hurken naast hem en adviseerde hem om ‘de pijn weg te ademen, George’. De ambulance liet nog een uur op zich wachten, omdat de routeplanner hen per ongeluk naar een instituut voor geestelijke gezondheidszorg had gestuurd. Het ambulancepersoneel, Derek en Craig, waren genadeloos goedgemutst. Dit was al hun vijftiende tuiniersongeluk in twee dagen. Volgens hen lag de stijging van het aantal noodoproepen en ongelukken aan dat nieuwe tuinprogramma van Alan Titchmarsh. Tania bleef thuis om de koikarpers tot bedaren te brengen en een koffer in te pakken, en ik reed mee met de ambulance met mijn vader erin. Ik probeerde zijn aandacht van de pijn af te leiden met een babbeltje over Titchmarsh’ rondborstige rivale Charlie Dimmock, maar hij was niet geïnteresseerd.

Diezelfde middag werden er twee verdraaide ruggenwervels bij hem geconstateerd, een schouderfractuur en een diepe snee in zijn linkerdijbeen door de klantenkaart in zijn broekzak. Om twintig over acht werd hij eindelijk naar het Bevan Ward-ziekenhuis gebracht en in bed gelegd. Zonder zijn kunstgebit en met zijn grijze haar dat alle kanten op piekte, was zijn leeftijd – zesenvijftig – hem aan te zien. Hij moet plat op zijn rug blijven liggen en mag zelf helemaal niets doen. “Nou, dat is dan niet anders dan anders,” zei mijn moeder annex zijn ex-vrouw die ik belde om verslag te doen.

Vraag: waar kan ik twee Pokémon-paaseieren kopen?

Woensdag 19 april

Mijn vader was vandaag in alle staten. Het ziekenhuispersoneel had zijn kunstgebit kwijtgemaakt. “Niet dat het er wat toe doet,” lispelde hij tussen zijn tandvlees door, “want ik kon toch niet bij mijn prak.” Blijkbaar hadden ze zijn ontbijt om zes uur buiten het bereik van zijn goede arm neergezet, twee centimeter dichterbij dan de noodknop. Hij maakt zich zorgen wat Tania zal zeggen als ze hem voor het eerst zonder gebit ziet. Kennelijk gaat ze ervan uit dat hij zijn eigen tanden nog heeft.

Pamela Pigg belde om te zeggen dat ze de draad weer wil oppakken. Ze had twee Pokémon-paaseieren voor de jongens gekocht. Ik zei ja.

Zondag 23 april
Paasdag, St. George Day, Shakespeares verjaardag

Ik wist vandaag niet welke broek ik moest aantrekken of wat ik als ontbijt moest nemen. Lijd ik soms aan die moderne ziekte, het meerkeuzesyndroom? Ik kom er maar niet uit. Iemand heeft met rode pen N R D M N op mijn vaders dossier gezet. Ik vroeg aan een jonge arts-in-opleiding wat dat betekende. “Niet Reanimeren De Moeite Niet,” zei ze en ze maakte zich haastig uit de voeten. Ik hoop dat het een grapje was. Toen ik Pamela vanmorgen een fijne St George Day wenste, werd ik beticht van ‘fascismeverheerlijking’. We zijn vervloekt. Vervloekt.

Dinsdag 25 april

Mijn vader smeekte of ik hem uit het ziekenhuis wilde bevrijden. Hij zei dat hij levensmoe werd wegens slaapgebrek en pijnlijke doorligplekken. Zijn kunstgebit is nooit meer boven water gekomen, ondanks een diepgaand intern onderzoek. Hij leeft op soep en pudding – als iemand er al aan denkt om hem eten te geven. Hij kan zelf zo goed als niets.

Persoonlijk vind ik dat het ongeluk de schuld is van Tania, zijn nieuwe vrouw. Mijn vader is te oud om op een ladder te klimmen en op haar instructies een Japanse pagode te bouwen. Ik heb de rest van de familie voorgesteld een schema te maken, zodat er rond etenstijd altijd iemand van ons in het ziekenhuis is.

Ik heb Pandora gebeld in haar kantoor in Westminster. Of zij s.v.p. het ziekenhuis incognito wilde bezoeken, zodat ze met eigen ogen de derdewereldtoestanden kon aanschouwen. Ze zou ‘even aanwippen als ze tijd had’ maar ze was wel ‘erg druk’ met Frank Dobsons campagne voor het burgemeesterschap. Ik vroeg met een holle lach of ze zich realiseerde dat het vandaag Dodenherdenking was voor Gallipoli, ook al zo’n gedoemde onderneming.

Donderdag 27 april
Bevan Ward

Brief gekregen uit Nigeria van mijn ex-vrouw Jo-Jo, moeder van William en erfgename van de gefortuneerde vrachtwagenwielenfabriek. Ik sta doodsangsten uit dat Jo-Jo William wil laten overkomen zodra de burgeroorlog in Nigeria ten einde is.

Beste Adriaan,

Je moeder schreef me om me te laten weten dat William onder ‘moreel discutabele omstandigheden’ moet wonen. Volgens haar heeft hij ‘dagelijks’ contact met ctiminelen. Is dat waar? Ik heb via de satelliet op internet naar Arthur Askey Way gekeken en vond het verontrustend om te zien dat er een uitgebrande auto bij jou voor de deur stond. Ik zag tevens dat je voortuin in abominabele staat verkeert. Is dat het matras waar wij vroeger op sliepen? Vergeet alsjeblieft niet dat William deels Nigeriaans is, Adriaan, en dat hij de kleinzoon is van een dorpshoofd. Het is van essentieel belang dat hij met de nodige aandacht wordt opgevoed. De huidige omstandigheden laten niet toe dat ik hem hiernaartoe haal, dus ik verzoek je dringend om William uit Gaitskell Estate te halen voordat zijn karakter en persoonlijkheid onherroepelijk worden aangetast.

Ik heb geprobeerd je te bellen, maar kreeg een automatisch bericht dat het niet mogelijk was om doorverbonden te worden. Via internet heb ik een zoekopdracht naat jou gedaan en ik zag tot mijn grote schrik dat je 75,31 pond schuldig bent aan de ktantenkiosk, 43,89 aan de melkboer en 254,08 pond aan de telefoonmaatschappij. Bij nader onderzoek bleek dat je 947,16 pond rood staat bij de bank. Toen ik verder scrolde, zag ik dat je alle tegoeden van je spaarrekening bij de Market Harborough Building Society had opgenomen, op 19 december 1999. Dit geld was bestemd voor Williams pianolessen. Krijgt hij die nog wel?

Ik maak me ernstige zorgen over je geestelijke gesteldheid. Uit medische rapporten die ik heb geraadpleegd, bleek dat je de afgelopen maand drie keer bij de doktet bent geweest met de klacht dat je werd bespioneerd. De dokter heeft een aantekening gemaakt in je dossier dat je ‘lichtelijk paranoïde kon zijn’. Mail me zo snel mogelijk naar jojomole@aol.com.

Kijk eens aan. In het jaar 2000 is 1984 gearriveerd. Dit is het einde van onze privacy. Ik kan net zo goed spiernaakt over straat gaan wandelen en mijn leven tot in detail van de daken schreeuwen.

Ik ging weer bij mijn moeder langs en beschuldigde haar van hoogverraad. Ze was niet te vermurwen. “William brengt veel te veel tijd bij die Ludlows door,” zei ze. “Vince Ludlow is beroepscrimineel, godbetert!” Ik moet toegeven, dagboek, dat Williams algemene kennis is toegenomen. Laatst hoorde ik hem tegen Glenn over een paar legendarische bandieten zeggen: “Foute Frankie Fraser was een stuk ruiger dan Charlie Kray.”

Zaterdag 29 april

Ik vroeg Pamela Pigg naar de maisonette die ze me had beloofd. Ze antwoordde (niet zonder leedvermaak, dacht ik): “Die heb ik aan asielzoekers toegewezen.” Ik vroeg of ze niet met mij wilden ruilen, maar ze zei: “Zo wanhopig zijn ze niet.”

Maandag 1 mei
Arthur Askey Way

Ik bracht mijn moeder vandaag naar het ziekenhuis, omdat ze haar ex-man en mijn vader wilde bezoeken (is dezelfde man). We waren net samen een enorme Marsreep op een soort kameraadschappelijke manier aan het verorberen – om de beurt een hapje – toen een politiewagen me sommeerde te stoppen.

Ik was niet dronken of gedrogeerd en ik reed niet te hard. Ik vroeg mijn moeder of ze misschien een obsceen gebaar in de achteruitkijkspiegel had gemaakt. Ze ontkende dit. Ik was dus erg verbaasd over deze aanhouding. Twee agenten stapten uit. Politieman Een zei: “Wilt u alstublieft uit uw auto stappen, meneer?” Ik gehoorzaamde. Politieman Twee sneerde: “U houdt wel van een chocolaatje, nietwaar?”

“Ik ben best wel een chocoholic,” grapte ik.

“En kauwt u op chocoladesubstanties tijdens het rijden, meneer?” vroeg politieman Een.

Enigszins verbaasd zei ik: “Ja. Ik koop meestal chocola als ik ga tanken.”

Mijn moeder had het gesprek met nauwelijks verholen ergernis gevolgd. “Het is toch niet verboden om in je eigen auto te eten, of wel?” snauwde ze.

Politieman Een liep langzaam om de wagen heen naar de passagierskant. Mijn moeder liet het raam zakken. “Het is verboden om onachtzaam en ongeconcentreerd te rijden, mevrouw,” zei hij. “En die grote Marsreep ging van de een naar de ander als een cadeautje op een kinderfeestje.”

“De politie van HUI Street Blues zit zich altijd achter het stuur vol te proppen,” antwoordde ze.

Ik zag net boven zijn slaap een zenuwtic ontstaan en hij beval mijn moeder uit te stappen, zodat hij en zijn collega de auto konden doorzoeken. (Waar zochten ze naar: Twix, Smarties, Snickers?)

We kwamen laat in het ziekenhuis aan. Mijn vaders katether was losgeraakt. Terwijl we wachtten tot iemand ergens in het ziekenhuis schone lakens had gevonden, keek ik toe hoe Beryl, de man van het privéschoonmaakbedrijf, met een rafelige, smerige mop over de vloer zwabberde. Ik huiverde bij de gedachte aan alle bacteriën aan het uiteinde van die mop. Ik hoopte van harte dat ze geen onderdak gingen zoeken in mijn vaders doorligplekken.

Woensdag 3 mei

Wat is er met The Archers gebeurd? Het radiohoorspel was eerst prima te beluisteren in aanwezigheid van jongeren die nog wel eens ergens van onder de indruk waren. Tegenwoordig moet ik het uitzetten als Glenn en William in de keuken zijn.

De liefdesscènes van de hoofdpersonages Sid Perks en Jolene zijn als luisterporno. Het is alsof je twee wrattenzwijnen hoort paren. En zou de dialectcoach van de BBC die ene overviriele knul misschien een fatsoenlijk Canadees accent kunnen aanleren?

Met de wending die het verhaal nu neemt geef ik je op een briefje dat een sociaal betrokken dorpeling binnen afzienbare tijd het voorstel indient om bij de Archers een clubhuis voor de jeugd in te voeren. Scenariosuggestie:

Jill Archer (met warme betrokkenheid): Hebben jullie die graffiti gezien op de grafzerk van oom Tom, “Sid Perks doet het met Jolene?”

Sociaal bewogen dorpeling (met linkse betrokkenheid): Jazeker. En ik heb ernstige bezwaren tegen de manier waarop het standbeeld van Waker Gabriel in het park geweld is aangedaan.

Jill Archer: Het was beslist een wrede daad om een biologische pasrinaak achter in zijn –

Sociaal bewogen dorpeling (valt haar in de rede): Het is een generatie die is overgeslagen, Jill. Ze kunnen nergens heen en hebben niets omhanden. Ze hebben een clubhuis nodig.

Jill Archer: Echt? Denk je dat echt?

Domdidomdidomdidom, enz.

Vrijdag 5 mei

Pandora is druk bezig om zichzelf te verschonen van elk aandeel dat zij zou kunnen hebben in Ken Dobsons nederlaag bij de burgemeesterverkiezing. Ze zei: “Ik heb hem nog zo op het hart gedrukt om zijn baard af te scheren, op dieet te gaan, een nieuw pak te kopen, zijn haar te verven, zijn tanden te bleken en recht te laten zetten. Hij heeft het helemaal aan zichzelf te danken.”

Zaterdag 6 mei
Ashby de la Zouch

Mijn moeder belde me vanmorgen met de vraag of ik haar wilde leren autorijden. Daar moest ik behoorlijk lang om lachen. Uiteindelijk vroeg ze: “Ja of nee?” en ik zei: “Dat wordt een ramp. Je weet niet eens het verschil tussen links en rechts.” Ik vroeg waarom ze het niet aan haar nieuwe echtgenoot had gevraagd. “Ivan vindt dat er al genoeg auto’s op de weg zijn,” antwoordde ze. Ze zei dat er geen openbaar vervoer was naar het summum van tweedehandsmarkten. Die werd altijd gehouden in Saddington en dat lag midden op het platteland van Leicestershire.

“Waarom brengt Ivan je er niet gewoon naartoe?” vroeg ik.

“Ivan is een boekhouder in hart en nieren,” zei ze. “Hij wordt bloednerveus van zo veel baargeldtransacties tussen ongekwalificeerde amateurs.”

Ivan was hoofd boekhouding bij een zuivelbedrijf totdat de kille wind der verandering de glazen flessen van de stoep der tijd blies en verving voor kartonnen pakken in de koelafdeling van de supermarkt.

Mijn moeder zaagde nog steeds door. “Bij de laatste uitverkoop vergalde Ivan mijn plezier volkomen door de hele tijd te zeuren over het gebrek aan regels. Hij zei dat zowel de kopers als de verkopers een stelletje anarchisten waren en dat ze belasting en btw moesten betalen. Hij heeft Pandora zelfs benaderd om een wetsvoorstel in te dienen: de tweedehandsmarktreguleringswet.”

Toen ze zei dat er ook elpees en souvenirs van Abba te koop waren, bood ik aan om haar er zondag naartoe te rijden.

Maandag 8 mei

Het gaat steeds slechter met mijn vader in het ziekenhuis. Hij heeft nu een virus opgelopen (die door privéschoonmaakwerk wordt veroorzaakt) en is overgebracht naar de afdeling quarantaine. Tania verzorgt hem bijna non-stop. Ze gebruikt zijn verzwakte toestand om hem Grote Literatuur voor te lezen. Ze is nu halverwege Moby Dick. Toen ze even naar het toilet was, vroeg ik aan mijn vader of hij genoot van Meivilles allegorie over de zeevaart. “Ik vind het niks,” klaagde hij. “Ik hou helemaal niet van vissen.”

Ik had gezien dat Tania een exemplaar van Alleen op de wereld op zijn nachtkastje had gelegd. Zonder twijfel de volgende literaire voorleestraktatie. Ik vroeg me af of ik Tania moest laten weten dat mijn vader een grondige afkeer had van alle boeken, films en tv-drama met kinderen erin. (Er is hem ooit iets overkomen in de bioscoop terwijl hij naar een Shirley Temple-film zat te kijken – ik weet niet precies wat, maar het had iets te maken met een man in regenjas.)

Tania zou zich op veiliger terrein begeven met Raymond Chandler of het vroege werk van Dick Francis.

Vrijdag 12 mei

Pamela Pigg belde met de mededeling dat ze een klein huisje voor me had in Leicester, met uitzicht op de kanaalwerf. De huidige bewoner, ene mevrouw Wormington, leeft van een pensioentje. Ze ligt in het ziekenhuis maar wel als nil per os, dus Pamela verwacht dat ik er binnen enkele weken in zou kunnen trekken. “Is nil per os soms bedoeld om de krapte op de woningmarkt op te lossen?” vroeg ik.

“Ze bewoont een huis met drie slaapkamers en ze is zevenennegentig,” zei Pamela.

“Maar van mij hoeft mevrouw Wormington niet dood zodat ik naar de bootjes kan kijken die langs mijn raam komen varen.” Ik vroeg haar in welk ziekenhuis mevrouw Wormington lag. Het bleek hetzelfde ziekenhuis te zijn als waar mijn vader lag, Pankhurst Ward – hetgeen wel toepasselijk was. Ook mevrouw Pankhurst had indertijd voor nil per os gekozen.

Zondag 14 mei

Mevrouw Wormington is nil per os omdat ze een beroerte heeft gehad en niet goed meer kan slikken. Ze heeft geen familie en geen vrienden. “Ze zijn allemaal dood, knul,” zei ze tegen me. Ik gebruikte een in water gedoopt zakdoekje om haar lippen te bevochtigen. “Ik val de verpleegsters liever niet lastig,” kraste ze.

Zijn bejaarden soms mijn nemesis? Ik kan die hand vol levervlekken al zo ongeveer rondom mijn nek voelen.

Woensdag 17 mei

Na een bezoek aan mijn vader – Tania zit hem op de huid dat hij het ziekenhuis moet aanklagen wegens verwaarlozing en het verlies van zijn kunstgebit – ging ik naar Pankhurst Ward om mevrouw Wormington op te zoeken. Ze is nog steeds nil per os, al is er inmiddels enige twijfel gerezen omtrent haar slikcapaciteiten.

Er was ook net een jonge dokter bij haar, gekleed in spijkerbroek en een T-shirt (opdruk: VERTROUW ME MAAR, IK BEN JOURNALIST), die riep: “We hebben gevraagd of KNO-arts mevrouw Namole bij u langskomt, mevrouw Wormington.” Ik vroeg haar of dit betekende dat mevrouw Wormington een kopje thee mocht drinken. “Nog niet,” antwoordde ze. “We mogen het risico niet lopen dat ze erin stikt.” Waarop mevrouw Wormington met schorre stem zei: “Als ik niet snel een kop thee krijg, ga ik evengoed wel dood.” De arts liep weer vlug de gang op. Ik haalde haar in. “Wanneer is het eerstvolgende bezoek van de specialist?” vroeg ik. “De eerstvolgende ronde van mevrouw Namole is op vrijdagmiddag,” antwoordde ze.

Tegen theetijd posteerde ik mezelf tussen de theetrolley en mevrouw Wormington, maar ze hoorde de wieltjes. “Ik heb negentig jaar lang acht kopjes thee per dag gedronken,” kuchte ze. Ze zouden die arme ziel in de detox moeten leggen; het is hetzelfde als afkicken van crack.

Ik liep de waskamer in om een vaas te zoeken voor de anjers die ik voor haar had meegenomen. Daar hoorde ik een ambtenaar in de verpleegstersruimte klagen over al die ‘beddenbezetters’. Toen ik later afscheid nam van mevrouw Wormington, zei ze: “God zegene je, mijn kind, en tot morgen, hè?” Ik zit in de val! Hartstikke! Er heeft zich een nieuwe bejaarde in mijn leven gewurmd en ik ben het onderpand.

Vrijdag 19 mei

Glenn vroeg waarom de waslijn vol hing met van die flanellen nachtjaponnen en grote onderbroeken. Ik vertelde hem over mevrouw Wormington en hij zei: “Gelukkig maar, pap, ik dacht even dat je nicht was geworden.”

Zaterdag 20 mei

Ik schrok om drie uur ‘s-nachts wakker, op dezelfde tijd dat Leo Blair werd geboren. (Heb ik soms een fysieke band met Cherie?) Toen ik naar beneden ging, vond ik een briefje dat Pamela Pigg ergens die nacht door de brievenbus had geschoven. Dit stond er op het roze organizerpapiertje geschreven:

Lieve Adriaan,

Ik had vanavond een vrijgezellenfeestje met de meisjes van de daklozenunit. Philippa, die met die tanden, is woensdagochtend getrouwd met Mary, die met die neus. We zijn naar Humperdink geweest, de nieuwe nachtclub in Melton Mowbray. Ik voelde me daar helemaal niet thuis. Het zat tjokvol minimaal geklede jonge meisjes. Wat voelde ik me een muurbloem, met mijn saaie stippeljurk. Ik ga nooit meer af op de kledingadviezen uit de Leicester Mercury. Maar wat ik je eigenlijk wilde vertellen: de deejay draaide ons plaatje, ‘My Heart Will Go On’. Ik moest echt van de dansvloer af. Weet je nog hoe emotioneel je werd toen we uit de megabioscoop liepen na die ene voorstelling van de Titanic met Leonardo DiCaprio’s fanclub? Het was voor het eerst dat ik een volwassen man heb zien huilen. Ik voel me bevoorrecht. Ik mis je, Adriaan. Kunnen we het niet nog een keer proberen? Het was echt lullig van me om zo boos te worden over je malle varkensboek.

Voor altijd de jouwe, Pamela

P.S.: Mary en Philippa zeggen dat je van harte welkom bent op hun bruiloft. Ik ben getuige. Cadeaus hoeft niet, maar donaties aan de feministische organisatie Fawcett wordt op prijs gesteld.

P.P.S.: Ik word geplaagd door vreemde gedachten over dat ik me aan je geef.

Over chantage gesproken! Als ik met haar naar een lesbische bruiloft ga, dan ‘geeft’ ze zich aan me. Alsof ik überhaupt nog één seconde wil doorbrengen in het gezelschap van een vrouw die een aanval van feministische razernij kreeg toen ze een exemplaar van Philip Larkins Diaries op mijn boekenplank zag staan. Er is toch helemaal geen consensus over ‘s mans vermeende vrouwenhaat?

Woensdag 24 mei

De bruiloft verliep naar wens. Ik was de enige man. Zelfs de ambtenaar die het huwelijk inzegende was een zij. Is dit het begin van het einde voor de man? Pamela ging later met me mee naar Arthur Askey Way, maar weigerde zich aan me te ‘geven’ toen ze een boek van Kingsley Amis op mijn nachtkastje ontdekte en een onderbroek van mevrouw Wormington aan de waslijn zag wapperen.

Zondag 28 mei
Ashby de la Zouch

Het is gewoon eng, zoveel als Leo Blair en William Hague op elkaar lijken. Het zijn dubbelgangers. Trek Hague een rompertje aan met een luier en een wollen mutsje, en hij is de vleesgeworden Master Blair. Hebben Cherie en William wel een alibi voor de dag waarop Leo is verwekt? Het zou me niet verbazen als een woeste Tony Blair op dit moment, terwijl ik zit te schrijven, zijn vrouw ter verantwoording roept op hun landgoed in Chequers. Hagues vrouw Ffion moet een foto van Leo hebben gezien en twijfelen aan haar echtgenoots trouw.

Ook mijn moeder vindt het verdacht – er bestaat gerede twijfel omtrent het vaderschap van diverse kinderen in onze familie. Als ik Tony Blair was, zou ik onmiddellijk een DNA-test eisen. Hoe kan hij zijn aandacht bij staatszaken houden of Hague bij het spreekgestoelte tegenkomen zonder de Waarheid te kennen?

Mocht de theorie die ik al heel lang koester standhouden (dat William Hague de liefdesbaby is van Margaret Thatcher), dan zou dat betekenen dat er Thatcherbloed door Leootjes aderen stroomt. Door de bank genomen heb ik niet zoveel op met complottheorieën, maar nu acht ik het toch raadzaam om iemand te waarschuwen – maar wie?

Dinsdag 30 mei

Morgen is Pandora in haar kiesdistrict. Ze is eregast bij de ceremonie voor de sluiting van de St Barnabas’ Library. De barbecue op het parkeerterrein van de bieb begint om half-zeven. Misschien neem ik de jongens wel mee. Dan kan ik meteen Pandora informeren over mijn angst aangaande de rechtse bloedverwantschap tussen Blair, Hague en Thatcher.

Woensdag 31 mei

Het was een pijnlijk gezicht, al die gebonden boeken die werden gebruikt als brandstof om vette hamburgers en hotdogs te bakken. De voormalige bibliothecaresse, mevrouw Froggatt – ze is nu met pensioen – gooide nog een paar boeken van Barbara Cartland op de barbecue toen het vuur bijna uitging. Ze verspreidden een merkwaardige roze gloed. Ik slaagde er nog in om enkele titels van P.G. Wodehouse en William Brown voor de vlammen te behoeden, maar ik heb de rest niet kunnen redden. Glenn kon het niet aanzien. “Dit is niet oké, pap,” zei hij. Er gaat een gevoelig joch schuil onder dat ruwe oppervlak.

Pandora arriveerde om zeven uur en gaf een speech. Volgens haar worden bibliotheken door de uitbreiding van internet overbodig. Een oude man in het publiek riep: “Ik kan me met mijn vijfenzeventig pond per week geen pc veroorloven!”

Ik probeerde Pandora nog aan haar mouw te trekken voor mijn verdenkingen omtrent Leo Blair, maar ze had haast om weg te komen; ze realiseerde zich dat een foto van zichzelf naast een brandende stapel boeken een potentiële pr-catastrofe was.

Donderdag 1 juni

Mevrouw Wormington is voldoende opgeknapt om het ziekenhuis te mogen verlaten. Haar zoon Ted verscheen opeens uit het niets en probeerde haar over te halen om naar een verpleegtehuis te gaan. Ik was net met Glenn en William bij haar op bezoek. Ze had Ted al eenentwintig jaar niet meer gezien, sinds hun ruzie over een klok. Ze stond erop om naar haar eigen huis terug te gaan. “Je bent niet goed snik, ma,” zei Ted. “Je kunt op je zevenennegentigste niet meer op jezelf wonen. Als je niet in een verpleegtehuis wilt, moet je maar bij mij en Eunice komen wonen.” Er kwam een blik van afgrijzen op haar gerimpelde gezicht. Toen Ted even de deur uit was om Eunice te bellen, greep ze me bij mijn arm. “Laat me niet bij hem en Eunice wonen! Na een week ben ik dood. Die Eunice is een verschrikking; dat mens heeft van haar levensdagen nog niet geglimlacht.” Toen Ted weer terugkwam zei hij dat Eunice nog steeds boos was om die klok. “Dat geeft niks,” zei Glenn. “Ze gaat toch met ons mee naar huis.” Ik kon hem wel wurgen.

Vrijdag 2 juni

Mevrouw Wormington heeft haar gal gespuwd over de Queen Mother. “Ze heeft nog nooit één vinger hoeven lichten,” zei ze. “Geen wonder dat ze altijd lacht.” Morgen trekt ze bij ons in. De Tena Ladybezorgdienst is al ingeschakeld.

Zaterdag 3 juni
Ashby de la Zouch

Dankzij mevrouw Wormingtons vergevorderde leeftijd is het net alsof er een permanent geopend geschiedenisboek op de keukentafel ligt. Als iemand ‘Duinkerken’ zegt, leidt dit tot een anekdote over haar jongere broer Cedric en zijn bootje, de Betty Grable, waarmee hij ten tijde van de evacuatie over het Kanaal voer. “Hij was niet meer dezelfde jongen toen hij terugkwam,” zei ze. “Hij ging breien en werd lid van de communistische partij.” Kennelijk waren deze twee activiteiten voldoende om hem uit de familieschoot te verjagen. “Ik schreef hem wel eens stiekem een brief,” zei ze. “En op zijn verjaardag stuurde ik hem een breipatroon.” Toen er een documentaire over Duinkerken op tv werd uitgezonden, zaten Glenn en William vastgekleefd aan het scherm in de hoop een glimp van Cedric in zijn Betty Grable op te vangen.

Zondag 4 juni

Mijn moeder kwam langs om mevrouw Wormington en de jongens gezelschap te houden, zodat ik mijn vader in het ziekenhuis kon opzoeken. Zijn oorspronkelijke kwetsuren zijn aan de beterende hand, maar hij is nog ziek van de ontsteking die hij in het ziekenhuis heeft opgelopen. Blijkbaar heeft zijn lichaam het meeste van de krachtige antibiotica afgestoten die hem waren toegediend. Voor mijn vader een reden om flink op te scheppen dat ‘er geen antibioticum op deze wereld George Mole te grazen kan nemen’.

Tania heeft haar uiterste best gedaan om hem tot een middenklasser om te smeden. Maar tevergeefs, vrees ik. Sinds dat incident met de pagode in de tuin heeft hij zichzelf weer hervonden: de organisatie voor Vrouwelijke Vrijwilligers brengt hem elke ochtend de Sun en hij kiest altijd de vetste hap van het menu. Tania heeft het opgegeven om hem nog langer verheffende literatuur voor te lezen sinds hij in lachen uitbarstte bij het einde van Jonathan Livingstone Seagull.

Bij thuiskomst trof ik een hartverwarmend intergenerationeel tafereeltje aan. Mevrouw Wormington, mijn moeder, Glenn en William zaten in een kring en gaven elkaar de breimand door. Dankzij William is er weer hoofdluis onder ons dak.

Ivan Braithwaite kwam mijn moeder ophalen. Onlangs is bij hem het meerkeuzesyndroom geconstateerd. In de supermarkt is hij in de rij met wasmiddelen in elkaar gestort. Op de beveiligingscamera’s werd geregistreerd dat hij bizar gedrag begon te vertonen: hij bleef een volle twintig minuten heen en weer lopen en krabbelde ondertussen van alles op een schrijfblokje. Daarna hurkte hij naast een doos met biologische Persil-tabletten en barstte in tranen uit. Toen mijn moeder hem eindelijk kwam ophalen, zat hij in het kantoor van de manager erg hongerig en erg dorstig te zijn. Ze hadden hem thee of koffie aangeboden en gembernootjes of pindaknabbels, maar uiteraard had hij geen keus kunnen maken.

Ik mag de man niet, maar ik kan me zijn kwelling wel indenken. Als ik uit honderden shampoos moet kiezen, begint mijn hoofdhuid ook te jeuken.

Maandag 5 juni

Ik heb aan mijn roman geschreven, Varkensstal. Sinds het uit is met Pamela Pigg schrijf ik beter dan ooit tevoren. Werd ik soms door P. Pigg geblokkeerd?

Dinsdag 6 juni

Toen de jongens naar school waren en mevrouw Wormington haar voeten liet behandelen door een peripatetische chiropodist, schreef ik tweehonderdvijftig woorden aan Varkensstal. Moet ik mijn varkensheid een naam geven, of moet het varken de worsteling der mensheid vertegenwoordigen? Ik heb de literaire ondersteuning van een redacteur nodig.

22.00 uur

Ik heb op internet een zoekopdracht gegeven voor ‘Redacteuren’ en vond de redacteur van het jaar…

Ter attentie van Penguin Books, Kensington

Beste Louise Moore,

Van harte gefeliciteerd met uw prestigieuze prijs. Mijn naam is Adriaan Mole. Ik ben fulltime vader en parttime roman- en scenarioschrijver (alhoewel nog niet uitgegeven of verfilmd). Momenteel schrijf ik een monologue intérieur voor een varken. Ik ben op enkele problemen gestuit. Ik ben vanzelfsprekend geen varken en ik heb eigenlijk geen idee waar varkens zoal aan denken. Mag ik een keer bij u langskomen?

Met de diepste en nederigste hoogachting,

Adriaan Mole

Donderdag 8 juni
Ashby de la Zouch

Ik zie mij geconfronteerd met een dilemma. Vandaag viel er een folder uit mevrouw Wormingtons Daily Express. Een felgekleurd, glanzend A6’je met als kop STERREN VOOR STERREN! nodigde me uit om het vlakje op een illustratie van een Mercedes cabrio weg te krassen, zodat er een foto van een beroemde ster tevoorschijn kwam. Ik deed als mij werd opgedragen. Langzaam verzamelde zich een hoopje metaalgrijs stof en kwam stukje bij beetje het gezicht van Cameron Diaz tevoorschijn.

Mevrouw Wormington keek mee over mijn schouder. “Wie is dat nou weer?” (De laatste keer dat ze naar de bioscoop was geweest was om Rock Hudson te zien. Ik hoop dat ze nooit hoeft te ontdekken dat Rock zich elke keer moest vermannen om Doris Day te zoenen – die waarheid zou haar met gemak fataal kunnen worden.) Ik las de rest van de instructies. “En kras nu een voor een de vier vlakjes ernaast open.” Glenn en William smeekten om ook ieder twee vlakjes te mogen doen. Glenn las de verdere instructies hardop voor, terwijl William zat te krassen. “Als je hetzelfde plaatje hebt, hou dan maar op met krassen, want dan heb je gewonnen!” Helaas. De noeste krasarbeid met muntje leverde William een Tom Cruise en George Clooney op. Mevrouw Wormington keek naar de twee ultieme posterboys en vond het maar een stel ‘mietjes’ dat volgens haar nog geen lavendelzakje kon vullen.

William verklaarde ‘zwaar aangeslagen’ te zijn door deze tegenslag. Ik moet echt zorgen dat hij wat minder televisie kijkt: het heeft een funeste uitwerking op zijn woordenschat. Hij heeft geen enkel gevoel meer voor proporties. Gisteren viel hij van zijn fietsje. Toen ik vroeg of alles goed ging, zei hij: “Ja hoor, pap, ik wil gewoon verder met mijn leven.”

De spanning steeg toen Glenn het muntje pakte. Hij haalde diep adem en begon te krassen. Langzaam verscheen de beeltenis van Samuel L. Jackson. Mevrouw Wormington dacht dat het Michael Jackson was en ging er kennelijk van uit dat M. Jackson met zijn chimpansee Bubbles was getrouwd. Toen ik haar probeerde uit te leggen dat de aap in feite getuige was geweest op het laatste huwelijk van Elizabeth Taylor, was het duidelijk dat de gewoonten van de moderne tijd haar boven de pet gingen.

De sfeer was nu zo drukkend dat je het woord ‘tastbaar’ in de lucht kon zien trillen. Glenn sloot zijn ogen en zei een stil gebedje op en begon toen het vierde vlakje weg te krassen. En ongelooflijk maar waar: daar verrees vanuit het grijze slijpsel het lachende gezicht van Cameron Diaz. Onze jubelkreten lokten de buren Vince en Peggy uit het belendende huis. “Ik heb een Mercedes gewonnen, pap!” schreeuwde Glenn en we vielen elkaar allemaal in de armen – op mevrouw Wormington na, want die heeft veel te broze botten. Ik las koortsachtig verder.

“Winnaars kunnen naar dit nummer bellen om te horen wat ze hebben gewonnen: bel 0900 551 1020 en blijf aan de lijn. Hou een pen bij de hand om uw persoonlijke wincode op te schrijven die u nodig heeft als u uw prijs wilt ophalen.”

Ik draaide de folder om. Glenn had niet per se een Mercedes cabrio gewonnen, maar gedurende tien glorieuze seconden dacht hij van wel. Later vertrouwde hij me toe dat hij gedurende dat korte moment fantasieën had gekoesterd om in een zilveren auto met de kap omlaag naar school te rijden en gangstarap uit de speakers te laten schetteren. Hij had zijn auto naast de afgetrapte volkswagen van de rector geparkeerd en was het schoolplein overgestoken, terwijl hij de autosleuteltjes nonchalant aan zijn wijsvinger had laten rinkelen. Ik moest hem helaas mededelen dat hij andere en mindere prijzen had kunnen winnen, zoals een weekend in Cannes ter waarde van vijfhonderd pond, een vaatwasmachine, een dure set tuingereedschap of zelfs troostprijzen als sleutelhangers, scheermesjes, keukenscharen en pakjes met verschillende zaden.

Peggy las nog verder door en maakte ons erop attent dat ik er voor een pond per minuut achter kon komen wat Glenn had gewonnen en dat de gemiddelde wachttijd langer dan drieënhalve minuut bedroeg.

Begrijp je mijn dilemma, dagboek? Moet ik er meer dan drie pond tegenaan smijten om erachter te komen dat Glenn een armzalig pak zaadjes heeft gewonnen, of moet ik dergelijke vormen van uitbuiting het hoofd bieden en een Mercedes cabrio riskeren?

Donderdag 22 juni
Ashby de la Zouch

De hele straat is in rep en roer. Brandon Ludlow, de tweeëntwintigjarige voetbalfan, keert dit weekend terug uit het Belgische Charleroi. Aan de voorkant van huize Ludlow is een enorm spandoek opgehangen, met de tekst: WELKOM TERUG HELD.

Brandon was gearresteerd tijdens de wedstrijd Engeland-Roemenië. Naar verluidr was hij gewoon een hapje aan het eten op een caféterras waar hij met zijn vriend, ‘Dolle Hond’ Jackson genaamd, over Tolstoj aan het converseren was toen een brute Belgische politieagent in vechttenue met een gummiknuppel op hen in begon te meppen.

Dolle Hond Jackson kon zich uit de voeten maken, maar Brandon werd gevangengenomen en achter in een politiebusje gegooid, waar hij met zijn gezicht plat op de grond vlak naast een plas urine moest liggen. Toen het busje vol was, werden ze naar het politiebureau gereden. Brandon werd naar een cel gedelegeerd waar hij met nog veertig anderen rechtop moesten blijven staan tot de volgende ochtend vroeg. Brandon mocht geen telefonisch contact opnemen met zijn familie, de Ludlows (wat sowieso een zinloze exercitie was geweest, aangezien de telefoon van de Ludlows wegens wanbetaling door British Telecom is afgesloten).

Peggy dreigt de premier van België aan te klagen zodra ze heeft uitgezocht wie dat is. Terwijl ze de feesthapjes stond klaar te maken, zei ze tegen me: “Adriaan, Brandon is als enige van mijn kinderen geen hooligan. Onze Brandon is altijd al een buitenbeentje geweest. Hij leest boeken voor zijn plezier en praat over dingen die niemand van ons interesseert.”

Ze vertelde verder dat Brandon alleen maar voor een speciaal soort onderzoek naar de wedstrijd was gaan kijken. Hij werkt aan een essay over David Beckham, getiteld ‘God of Idiot Savant?’ Hij hoopt dat het gepubliceerd gaat worden in de London Review of Books.

16.00 uur

Uit het lawaai buiten – toeterende claxons, schel gefluit, blaffende dobermanns – kan ik opmaken dat Brandon thuis is gekomen. We zijn allemaal uitgenodigd voor het feest. Glenn en William zijn erg opgewonden, omdat zij de rellen in Charleroi op de voet hebben gevolgd.

In feite hadden ze meer belangstelling voor de knokpartijen op straat dan voor de voetbalwedstrijd in het stadion. Ik luisterde naar mevrouw Wormington, terwijl ik een van haar enorme zomerjurken stond te strijken. Volgens haar zijn er altijd al bepaalde groepen jonge Engelsmannen geweest die zich als barbaren gedroegen zodra ze samen op reis waren. Ze zei: “Hoe denk jij dat we anders al die landen hebben kunnen veroveren? Het was niet de verdienste van de nichtenbrigade die de atlas roze heeft gekleurd.”

Ze stond erop een hoed op te zetten voor het Ludlow-feest. Kennelijk verkeerde ze in de veronderstelling dat ze op bezoek ging naar Ludlow Castle in plaats van in de huiskamer van een sociale huurwoning. Ik had een zeer interessant gesprek met Brandon, die inderdaad een gevoelige, intelligente jongeman bleek te zijn. Hij deed me aan mezelf denken toen ik nog jong was en nog niet in de valkuil van het vaderschap was gelopen, met bijbehorende huishoudelijke taken waar maar geen einde aan komt (en die tegenwoordig ook de zorg voor een bejaarde behelzen). Terwijl we de sandwiches van Ma Ludlow aten, bespraken we zijn beproeving. Brandon zei dat het nog enigszins draaglijk was geweest, omdat er ook een jurist was gearresteerd die een exemplaar van de Spectator van vorige week bij zich had. Diezelfde jurist probeerde zijn medehooligans Boris Johnsons naam te laten scanderen, maar hij kreeg weinig bijval en gaf het uiteindelijk op en viel in slaap, maar niet nadat hij Brandon deelgenoot had gemaakt van een bijzonder lugubere seksfantasie.

Na een verhitte discussie met Vince Ludlow over mevrouw Wormingtons gewoonte om elke keer als de Ludlows seks hadden met een orthopedische schoen tegen de muur te hameren, nam ik mijn gezin weer mee naar huis.

Zondag 25 juni

Brandon kwam zoals beloofd bij me langs om het manuscript van Varkensstal te lezen. Er is heel veel werk in de eerste drie hoofdstukken gaan zitten. Nadat hij een paar bladzijden had gelezen, keek Brandon op en zei dat het een vergissing was om de varkensheid Lucifer te noemen, omdat het ten onrechte mefistofelische verwachtingen bij de lezer wekte. Ik zit niet echt te wachten op dergelijk stekelig commentaar, maar ik moet toegeven dat Brandon een punt heeft. Terwijl ik wachtte totdat de wasmachine klaar was met draaien, heb ik Lucifer omgedoopt tot Peter. Het is onvoorstelbaar hoeveel verschil dit maakt. Het lijkt nu op een kinderboek. De subtitel luidt inmiddels Allegorie op een boerderij. Wacht maar, Harry Potter! Peter het Varkentje komt eraan!

Zaterdag 1 juli
Ahsby de la Zouch

Om twee vliegen in één klap te slaan, heb ik besloten om William voor het slapengaan het herschreven manuscript van Varkensstal voor te lezen. Niet dat hij de politieke en filosofische ondertoon zou begrijpen, maar ik hoopte dat hij gefascineerd zou raken door de verhaallijn. Na een paar alinea’s begon hij te zeuren dat ik Noddy and Big Ears moest gaan voorlezen, maar ik hield stug vol.

Peter het Varkentje trok zijn snuit uit de trog en keek op naar de genadeloos grijze hemel. Een wolk als een katoenen wattenbol uit de drogisterij zeilde met dezelfde vaart door de lucht als waarmee de Eurostar station Waterloo verlaat.

Peter slaakte een zucht en liep zijn stal rond. Het vuil en de modder glibberden tussen zijn hoefjes door omhoog. Het was vreselijk dat hij onder deze omstandigheden moest leven, dacht hij bij zichzelf. Waarom konden Boer Zwijn en zijn Pamela de geneugten van tapijten en vinyltegels onder hun voeten voelen, terwijl hij en zijn medevarkens door hun eigen uitwerpselen moesten waden?

Peter keek over de rand van de stal naar de patio, waar Boer Zwijn en Pamela net een barbecue met hun vrienden hielden.

De scherpe geur van het op de gloeiende houtskool druipende varkensvet dreef zijn kant op en zijn ogen moesten ervan tranen.

Hij luisterde naar de gesprekken van de mensenwezens, terwijl ze zich volpropten met het eten dat Pamela had klaargemaakt nadat The Archers was afgelopen.

Peter zag hen van hun cocktails slurpen en wenste vurig dat hij ook zoiets kon proeven. Hij wierp een blik op zijn stal waar twee andere varkens, Antonia en Miles, een verhitte discussie voerden over de reden van het bestaan. Peter zuchtte diep. Hij had het helemaal gehad met dat filosofische gedebatteer. Echt iets voor hem, de pechvogel, om in een stal met twee intellectuelen te moeten zitten. Hij wilde gewoon een gezellig praatje! Hij spitste zijn oren in de richting van de patio en probeerde de gesprekken op te vangen. “Nou, ik heb er schoon genoeg van,” zei een grijsharige man die Ken heette. “Na alles wat Mo heeft moeten doorstaan.”

Een representatieve vrouw met de naam Barbara beet hem toe: “Niet hier, Ken, daar bij de pot augurken staat een vent die Derek heet en hij is reporter bij de Ashby Gazette”.

“Ik laat mij niet het zwijgen opleggen,” donderde Ken. “Het is niet mannelijk van Tony om hem een dolk in de rug te steken.”

Vanuit zijn stal zag Peter hoe Derek zich bij de pot augurken omdraaide, een notitieblokje tevoorschijn haalde en in de richting van Ken en Barbara liep.

Hier begon William te klagen dat ik Noddy moest voorlezen. Maar toch ging ik nog een paar regels door met Varkensstal.

Maar er was een andere groep mensen en die praatten op de manier waar Peter zo naar hongerde. Een vrouw in een witte spijkerbroek hoorde hij zeggen: “Wij staan weliswaar achter het systeem van de middenschool, maar anderzijds zijn onze kinderen wel heel erg gevoelig.” Een man met een Ray Ban aan een koordje zei: “De huizenprijs moet nu toch echt snel gaan zakken. Wij hebben de onze gekocht voor…”

Peter was in de zevende hemel. Later die avond, toen de houtskool van de barbecue allang was gedoofd, keek Peter omhoog naar de sterren en mijmerde over de aard van gezellige praatjes. Hij ging erop oefenen om in slaap te kunnen komen. Hij koos een van zijn favoriete onderwerpen: “Noem je dit zomer? Ik kan me niet herinneren wanneer de zon voor het laatst heeft geschenen.”

Enkele minuten later was William in diepe slaap.

Zondag 2 juli

Ik vind Noddy een verschrikking, maar ik had het William beloofd, dus heb ik het volgende verhaaltje verzonnen:

Kabouter Big Ears was jarig en om het te vieren reed Noddy hem naar Speelgoedstad. De twee maatjes gingen van de ene kroeg naar de andere en dronken heel veel bier. Big Ears’ gezicht werd helemaal rood en het belletje op Noddy’s muts bleef maar rinkelen. Toen ze de laatste kroeg uit gingen, liepen ze een bende Skittles tegen het lijf die Big Ears uitmaakten voor perverse smeerlap. Ze vlogen elkaar naar de keel. Opperkabouter Plod werd erbij gehaald en die zag hoe Noddy de grootste Skittle een kopstoot gaf.

“Jij moet met me mee naar de dichtstbijzijnde pinautomaat,” zei Plod. “Geef me je pincode, Noddy.” Maar helaas was Noddy te bezopen om zich de pincode te herinneren, dus in plaats daarvan sloeg Plod hem met een boomstronk keihard op zijn harses.

Welterusten.

Woensdag 5 juli
Arthur Askey Walk

In eerste instantie belandde mijn vader in het ziekenhuis vanwege diverse beenfracturen en nog enkele andere verwondingen, veroorzaakt door een val van de trap terwijl hij een Japanse pagode aan het bouwen was voor Tania. Ze is geobsedeerd door oosterse spullen. Hij ligt nu al maanden in het ziekenhuis en heeft daar een infectie opgelopen. Inmiddels is hij compleet geïnstitutionaliseerd. Als hij de voedselkar om 7.00, 12.00 en 17.00 uur hoort ratelen, begint hij te watertanden. Hij beweert daar erg gelukkig te zijn en nergens last van te hebben. Andere mensen moeten rekeningen betalen, zich op gevaarlijke straten wagen, vastzitten in files en in de rij staan bij de supermarkt.

Sharon Bott, de moeder van mijn zoon Glenn, werkt als schoonmaakster in het ziekenhuis. Ze zegt dat ze haar mop hebben meegenomen in verband met een onderzoek naar bacteriële gevaren. Toen ze de mop terugkreeg, was het alsof hij door de mangel was gehaald, zei ze.

Donderdag 6 juli

Ik heb net een bundel gedichten aangetroffen die in het kastje onder de wastafel waren verstopt. Het is Glenns handschrift. Waarom hij zijn fijngevoeligheid zo graag wil verbergen, is me een raadsel. Dit hele huishouden staat in het teken van de creatieve geest. Zo heeft William een speciale passie voor het maken van miniatuurtuintjes in schoenendozen. Misschien wordt hij later wel zo’n tuinarchitect op tv.

Mijn favoriete gedicht is getiteld ‘Waarom?’.

Waarom?

Waarom, o waarom sterft al het fraais?

Een boomblad, een vlieg, een kolf mais?

Hier moet ik Glenn corrigeren vanwege een onjuistheid in dit gedicht. Vliegen zijn niet fraai. Zij houden er vileine gewoontes op na. Mijn tweede favoriet is het gedicht ‘Patsy’.

Patsy

Je neusje krult op als een mopje

Als je een slok neemt uit een kopje

Die Liam was je echt niet waard

Ik ben jouw ware prins te paard

Zo’n jonge kerngezonde held

Is veel meer waard dan bakken geld

Verlaat toch snel die kooi in Londen,

Minderjarigheid is mijn enige zonde

Seks zit er voor ons niet in

Ik ben zo kuis als een zeemeermin

Toen Glenn weer thuiskwam uit school, sprak ik hem aan op zijn gedicht. Hij liet zijn hoofd hangen en werd vuurrood. “Je mag net tegen niemand vertellen, pap,” zei hij.

Zaterdag 8 juli

Mijn moeder is met de familie in conclaaf gegaan. Ik was het onderwerp. Mijn vader deed telefonisch mee vanuit het ziekenhuis. Andere aanwezigen: Ivan Braithwaite, Tania, mevrouw Wormington en mijn tante Susan, een gevangenisbewaarder. Ze maken zich zorgen dat ik mijn leven aan het verkwanselen ben. Ik maakte hen erop attent dat ik een fulltime vader ben met twee zonen en een inwonende vrouw van zevenennegentig. Mijn moeder zei: “Waar dienden al die boeken toe die je vroeger las als je met al die kennis nu toch alleen maar staat te koken en te strijken? Je had net zo goed als vrouw geboren kunnen worden.”

Tante Susan drukte haar sigaar uit en haalde haar vingers door haar stekeltjeshaar. Ze zei: “Adriaan, ik kan wel een baantje voor je regelen in de bibliotheek van de gevangenis.”

Om hun allemaal het zwijgen op te leggen zei ik dat ik erover zou nadenken, maar alleen al de gedachte dat ik iets met analfabete bajesklanten te maken zou krijgen, vervulde me met afgrijzen. Tania vond dat ik een onfrisse oudemensenfetisj had. “Waarom is het niet afdoende om vrijwilligerswerk te doen in een bejaardentehuis? Waarom moet je er zo nodig eentje onder je dak hebben?” Ik had daar geen antwoord op. Toen ze weg waren, vroeg mevrouw Wormington: “Wie was die verwaande trut in kimono?”

Maandag 10 juli

Ik ga volgende week naar de Wind-on-the-Wolds-gevangenis voor een rondleiding in de bibliotheek. Erger nog, er is een parttime baan beschikbaar!

Donderdag 13 juli
Ashby de la Zouch

Mijn moeder belde me net in paniek op over de gekkekoeienziekte. Ze is ooit met de auto naar het dorp Queniborough geweest om het plaatselijke tuincentrum te bezoeken en ze is ervan overtuigd dat zij de volgende is in de rij onfortuinlijken die ten prooi zullen vallen aan de dodelijke ziekte. Sinds Ivan Braithwaite bij ons is ingetrokken, met zijn manie om alle snijplanken te ontsmetten en chloor in de hondenmand te sprenkelen, is ze een ware hypochonder geworden.

Ik probeerde haar gerust te stellen maar ze was praktisch hysterisch en smeekte me om vergiffenis. “Waarvoor?” vroeg ik, terwijl ik ondertussen bedacht welke van haar ouderlijke misdaden ik haar precies moest vergeven. “Voor die goedkope hamburgers die ik twee tot drie keer per week op tafel zette,” zei ze. “Ik wist echt niet dat ze van stukjes wervel en zaagsel werden gemaakt, Aidy.”

Ik stelde haar gerust dat de hamburgers uit mijn kindertijd zo intens smerig waren dat ik ze stiekem aan de hond voerde. Zodra mijn moeder een doos met van die gore lappen uit de vriezer haalde, ging de hond meteen onder de eettafel liggen. Zelf zit ik te wachten op de doemberichten over die stukken kabeljauw in botersaus die je in de zak moest koken. Ik moet er een hele school van hebben opgepeuzeld. En dan heb je ook nog de ontdooimaaltijden die je voor de televisie kon eten – die kregen we altijd op zondag. Al dat aluminium was vast niet goed voor de gezondheid. “Vanaf nu eet ik alleen nog maar honderd procent biologisch voedsel,” zei mijn moeder.

“Maar je weet niet eens wat je met echt eten moet doen,” zei ik. Maar ze antwoordde: “Ik heb Gordon, Nigella en Jamie om me te helpen.” Alsof haar beroerd uitgeruste keukentje was volgepakt met bekende chef-koks die elkaar bevochten om een plek.

Vrijdag 14 juli

Mevrouw Wormington is met de Ludlows naar Mablethorpe gegaan. Ze hebben een caravan met acht slaapplaatsen op een weiland vlak bij zee. Ze vroegen of William mee mocht, maar daar moest ik nee op zeggen. Hij is een beïnvloedbaar knaapje en zou zich snel het onwenselijke Ludlow-taaltje eigen maken. Gisteren kwam hij terug nadat hij bij hen thuis had gespeeld en toen ik zei dat het bedtijd was, stak hij zijn linkerhand op en zei: “Praat tegen mijn hand en niet in mijn oren. Laat een boodschap achter na de piep.” Peggy Ludlow vertelde me dat Jerry Springer op tv was, terwijl William op het tapijt met Vince Ludlows elektriciteitsgereedschap zat te spelen.

Zaterdag 15 juli

Ik heb vanavond naar een documentaire gekeken over het reilen en zeilen in Downing Street. Wat een fijne man is die presentator toch. Hij is welbespraakt, charmant en heeft een mooie bos haar. Al met al een indrukwekkende man. Ik zou wel als Alistair Campbell willen zijn. Tony Blair stak er maar bleekjes bij af. Sinds Leo erop staat om in de echtelijke sponde te overnachten en zijn oudste zoon Euan aan de fles is, heeft hij een transformatie ondergaan. Eigenlijk is Tony vervrouwelijkt: zijn kapsel heeft veel lossere lokken, zijn stem is zachter geworden, zijn gelaatsuitdrukking meisjesachtig en hij beweegt zijn handen zo sierlijk als een geisha. Zit hij soms op een hormoonkuur waardoor hij uiteindelijk zal muteren tot een Toni – de eerste vrouwelijke premier? Dan kan ons land de borst natmaken. We zullen enige tijd nodig hebben om aan die verandering te wennen.

William Hague daarentegen wordt de laatste tijd overspoeld door testosteron. Nog even en hij heeft zijn parlementaire zetel bij de Heli’s Angels als hij zijn hormoongehalte niet in de gaten houdt. Zou Ffion blij zijn met deze Mussolini-achtige bonk in haar bed, of is ze al verhuisd naar de logeerkamer, net als de echtgenote van prins Edward?

Zondag 16 juli

Toen de Ludlows terugkwamen van een wandeling over de promenade van Mablethorpe waren ze compleet onderkoeld. Mevrouw Wormington is in het ziekenhuis van Skegness opgenomen. Ze hebben haar in een zilveren reddingsdeken moeten verpakken.

Toen tante Susan me op mijn mobiel belde en boos informeerde waarom ik niet in de gevangenisbibliotheek ben komen opdagen zoals ik had beloofd, antwoordde ik naar waarheid dat ik een tragisch sterfgeval verwachtte.

Woensdag 19 juli
Ashby de la Zouch

Mevrouw Wormington heeft het zomerse klimaat van Mablethorpe niet overleefd. Ze was een kerngezonde zevenennegentigjarige toen ze op vrijdag 15 juli jongstleden om kwart over een ‘s middags mijn woning in Ashby de la Zouch uit liep. Ik ga hier in op de details omdat Eunice, mevrouw Wormingtons schoondochter, net de spullen van de overledene heeft opgehaald. Ze heeft me verweten dat ik een ziekelijke vrouw zomaar naar de oostkust heb gestuurd, een wisse dood tegemoet.

Pas toen ze in haar Reliant Robin was weggereden, drong het tot me door dat ze me praktisch van moord heeft beschuldigd. Ik belde meteen mijn moeder op. Zij is ondertussen een expert in rechtszaken (ze loopt de deur plat bij de kantonrechter). Ze adviseerde me om haar advocaat Charlie Dovecote in te schakelen.

Het kostte me vijftig pond inclusief btw om van Dovecote te horen dat een bejaarde op een ezel door een straffe oostenwind laten rijden wellicht onverstandig was, maar dat niemand mij moord in de schoenen kon schuiven.

Toen ik mevrouw Wormingtons bed afhaalde, vond ik een bundeltje oude brieven onder het matras. Gelukkig heeft die verschrikkelijke Eunice ze over het hoofd gezien.

21 oktober 1917

Lieve sergeant Palmer,

Ik hoop dat je inmiddels bent geïnstalleerd in je nieuwe hoofdkwartier in Ypres en dat het mooi weer is. In de kranten staan geweldige verhalen over het leiderschap van generaal Haig. Ik ben blij om te horen dat je in goede handen bent. Bedankt dat je me vroeg om Cedric te bellen. Onze vriendschap is naar mijn mening echter nog te pril voor dergelijke intimiteiten. We kennen elkaar nog maar een jaar.

Met vriendelijke groeten,

juffrouw Broadway

Dit was, naar ik aanneem, mevrouw Wormingtons meisjesnaam. Wat gingen mensen indertijd nog delicaat met vriendschappelijke betrekkingen om…Geen wonder dat mevrouw Wormington zo ontzet was door al die bijdehante tv-presentatrices in hun priegelige uitpuiljurkjes. Zelfs ik als bewonderaar van de vrouwenborst begin moe te worden van die uiervitrines op primetime.

Donderdag 20 juli

William wilde weten waar mevrouw Wormington naartoe was gegaan. Ik zei dat ze een lange reis maakte naar een plek waar ze rust zou hebben. Ik ging er nog een beetje op door dat mevrouw Wormington nu heuvels beklom en veldboeketten plukte onder de warme zonneschijn, enzovoorts. Misschien overdreef ik dat pastorale gebeuren ietwat, want toen William later toekeek hoe Glenn zijn rollerblades poetste, hoorde ik hem zeggen: “Mevrouw Wormington is helemaal niet dood, Glenn. Ze zit in Teletubbieland.”

Vrijdag 21 juli

De dienstwagen van de minister van Justitie is aangehouden door de verkeerspolitie, omdat hij de snelheidslimiet had overschreden. Ik hoop dat de sterke arm der wet deze overtreder in een wurggreep zal houden. Ik heb nog altijd last van de ruwe manier waarop een politieagent me indertijd heeft toegeblaft toen ik binnen de bebouwde kom te snel reed. Toen ik jolig opmerkte dat ik niet bepaald Jeremy Clarkson was, sneerde de agent: “Klopt. Hij is langer, heeft meer haar en is vrijwel zeker een stuk rijker en bekender dan u, meneer.” Ik heb overwogen om hem aan te geven bij het loket politieklachten, maar ik wist niet zeker of sarcasme als belediging wordt beschouwd – al doet het nog steeds zeer.

Zaterdag 22 juli

Vandaag zag ik Pandora in haar spreekkamer. Ik wilde mijn theorie met haar bespreken dat Tony Blair stiekem op een hormoonkuur is gegaan waarmee hij in Toni zal veranderen. Ik wees haar erop dat hij onlangs nog had verklaard liever geen pakken te dragen.

“Doe niet zo idioot,” brieste ze. “Maak dat je wegkomt en laat deze stoel vrij voor mensen met een serieus probleem.” Ik maakte haar erop attent dat er verder niemand in de spreekkamer zat. Ze maakte eerst het electoraat uit voor een apathische bende en snauwde toen: “Ik had in Londen moeten blijven, dan had ik nu tenminste mijn Prada-bowlingtas kunnen ophalen.”

Ik had geen idee dat ze zich tegenwoordig met dat soort stomvervelende, bedaagde sporten bezighield.

Maandag 24 juli
Ashby de la Zouch

Er waren vanmorgen verrassend veel mensen op mevrouw Wormingtons begrafenis. Ik had geen idee dat ze lid was van zo veel verenigingen en sociale clubs. Onder de rouwstoet bevonden zich Amnesty International, het damesdartteam Vossen & Fretjes en de Engelse Cactussenclub. Ik wist niet eens dat ze katholiek was. In de tijd waarin ze bij mij logeerde gingen de gesprekken voornamelijk over biscuitjes, alhoewel ze op het laatst bijna geobsedeerd was door de staat waarin het gebit van de Queen Mother verkeerde.

William smeekte om de begrafenis te mogen bijwonen; ik gaf toestemming, maar ik drukte hem wel op het hart om niet in de kerk te praten. De jongen heeft een stem als een stadsomroeper. Hij liet me maar één keer in de steek, ergens in de rustpauze tussen een psalm en een gebed, door te vragen: “Papa, waarom stinken oude mensen zo?” De kerk zat bomvol ouden van dagen, die blind en doof waren voor de charme of de humor van zo’n onschuldige kindervraag. Een oudere man verderop in de rij schreeuwde tegen de dove man naast hem: “Die kan zich maar beter verstoppen.” Ik had William al gewaarschuwd voor wat hij kon verwachten: er zou een houten doos staan die een grafkist werd genoemd en daarin lag mevrouw Wormington. Dood. Dat begreep hij nog wel, maar toen ze de kist in de grond lieten zakken riep hij: “U kunt er nu maar beter uitkomen, mevrouw Wormington!” Later vertelde hij me dat hij dacht dat dode mensen weer levend werden, net als Kenny in South Park.

Tijdens de dienst droeg ik een gedicht voor dat ik zelf had gecomponeerd. Volgens mij viel het in redelijke aarde, al zei mijn moeder later tijdens de begrafenislunch dat ze het eigenlijk maar navelstaarderij had gevonden en dat ik het nooit uit mijn A4-blocnote had moeten scheuren.

Requiem voor mevrouw Wormington

Ze was geen heel klein besje

Ze was echt groot van stuk

Ze lachte ook niet liefjes

Voor andermans geluk

Ze droeg geen kanten kleren

Of sjaaltjes van satijn

En tijdens beide oorlogen

Stond ze veilig langs de lijn

Ze sloot haar eigen ramen

en kookte haar eigen dis

Met haar collegae in de fabriek

Was soms wel en soms niets mis

Bij de bank stond ze nooit meer

dan een paar pond in het rood

Alhoewel hiervoor nooit iemand

haar een complimentje bood

Vaarwel dan, mevrouw Wormington,

Zo begaan met het lot van darmen

Ik hoop dat u daarboven

weer een beetje op kunt warmen

Een paar mensen keken me vreemd aan wat ik met dat ‘opwarmen’ bedoelde. Ze wisten vast niet dat mevrouw Wormington was gestorven aan onderkoeling na haar vakantie in Maplethorpe.

Dinsdag 25 juli

Glenn en William hebben nu zes weken schoolvakantie. Wat moet ik met ze gaan doen? Ik heb geen geld voor leuke uitjes. De vakantie is nog maar één dag oud en William klaagt nu al dat hij zich ‘verveelt’. Ik zei hem dat ik mezelf voortdurend met allerlei activiteiten moest zien te vermaken toen ik nog jong was. Maar de waarheid is dat ik me herinner alleen maar uit het raam te hebben gekeken en wachtte tot ik weer naar school kon.

Woensdag 26 juli

Ik heb met tegenzin vijftig pond van de bank gehaald en een gezinstreinkaart gekocht om mijn zonen mee te kunnen nemen naar de Tate Modern. Niemand had me gewaarschuwd voor de immense metalen spin in de Turbine Hall. William is arachnofoob en toen hij hem in het oog kreeg stond hij als aan de grond genageld. Daarna stiet hij een schelle kreet uit. Een Amerikaanse toerist informeerde of William soms een ‘audiotoevoeging was aan het beeld van Louise Bourgeois’. Ik zei ‘nee’ en dat hij gewoon een klein kind was die bang was voor spinnen.

Donderdag 27 juli

De vliegramp met de Concorde is van de voorpagina verdwenen. Er waren geen Britse slachtoffers.

Zaterdag 29 juli
Ashby de la Zouch

Ivan Braithwaite is nog altijd zeer geïnteresseerd in wat hij omschrijft als ‘arbeiderscultuur’. Hij heeft voorgesteld om met het gezin naar Skegness te gaan voor wat hij een ‘zandschepjesvakantie’ noemt. Hij bleef maar doorzagen over suikerspinnen, ezeltjes en de ‘fabuleuze platheid van een speelhal’. Er resteerde mij niets anders dan toe te stemmen. De vakantie van mijn keuze kan ik me niet veroorloven: een wereldreis langs alle literaire gedenkplaatsen. In feite heb ik er nog maar één gezien: het huis van Julian Barnes in Leicester, al was hij al verhuisd toen hij nog maar zes weken oud was.

Zondag 30 juli

Ivan heeft het hotel al geboekt: De Utopie. Logies met ontbijt en avondeten kost hem dertien en een halve pond per volwassene per dag, voor William halve prijs. Rosie weigert mee te gaan: ze wil de diploma-uitreiking van haar nieuwe vriendje Dolle Hond Jackson bijwonen. Hij is nu doctorandus in de sociale wetenschappen en zijn proefschrift, ‘Socialisme, Necrofilie en Andere Taboes’, heeft de interesse gewekt van de Spectator.

Maandag 31 juli
De Utopie

Over een kolossale schending van de beschrijvingskunst gesproken! De Distopie was een toepasselijker titel geweest voor dit danteske helleoord. Ik deel een tochtige zolderkamer met Glenn en William. Er is niet eens genoeg ruimte om met een dode muis te zwaaien, laat staan met een kat. Door het dakraam zien we droef kijkende meeuwen met stukjes patat in hun snavel. De hoteleigenaren heten Barry en Yvonne Windermere, die ooit bij het variététheater hebben gezeten. Als Barry me nog één ‘grap’ vertelt, verlies ik mijn verstand. Mijn moeder en Ivan vinden dit oude, uitgerangeerde duo een ‘fantastisch markant stel’. Maar zodra ik de woorden ‘fantastisch markant stel’ ergens hoor vallen, ben ik geneigd om heel hard weg te rennen – het liefst de zee in, waar de koude golven zich boven mijn hoofd zullen sluiten.

Woensdag 2 augustus
Achter het windscherm, Skegness

Glenn zit op zolder te mokken. Hij heeft al zijn zakgeld al in de fruitmachines van de speelhal gegooid toen we ons daar noodgedwongen moesten verschuilen tegen de wrede wind die zonder hindernis vanaf de Oeral tot over de Noordzee raast. Mijn moeder en Ivan deden hun best om een windscherm op te zetten, en William, in zijn anorak, dook erachter om aldaar een zandkasteel te bouwen, maar zijn vingers werden blauw en ik heb ergens een cafeetje moeten opzoeken waar hij kon ontdooien. Het zat er stampvol blauwbekkende mensen die afgrijselijk vies voedsel aten. En Ivan presteerde het om tegen mijn moeder te zeggen: “Dit is nog eens een echte arbeidersklasse-ervaring, wat jij, Pauline?” Zijn ogen fonkelden van extase. Alles wat plat is, windt hem op. Daarom werd hij verliefd op mijn moeder en is hij met haar getrouwd.

Mijn moeder nam een stevige trek van haar St. Moritz-menthol-sigaret – met gouden randje langs de filter – en zei: “Ik behoor niet langer tot de arbeidersklasse, Ivan. Ik lees de Guardian en ik koop tegenwoordig hele koffiebonen. Of had je dat soms nog niet gemerkt?”

Donderdag 3 augustus

Vandaag brak de zon door. Ivan kocht een zonnehoedje met het opschrift: SNEL ZOENEN, LANGZAAM WIPPEN. Mijn moeder trok een gezicht toen hij het opzette, maar ze hield zich in en veinsde belangstelling voor een langwerpige rots in de vorm van een penis.

Vrijdag 4 augustus
Verjaardag Queen Mother

Barry en Yvonne hebben de eetkamer opgesierd met de Britse vlag. Het tafeltje waar je in de regel je gratis mosterd en tomatenketchup van kan pakken, is omgetoverd tot een altaar voor de Queen Mother.

Er staat een verbleekte foto van de oude dame op met aan weerszijden een brandende kaars.

Barry had haar een keer ontmoet, backstage in het Palladium. “Wat zei ze tegen je?” vroeg ik. “Ze vroeg me hoe lang ik al stond te wachten,” zei hij en zijn slappe lippen trilden van emotie. “En wat was je antwoord?” vroeg ik. “Niet lang, mevrouw.” En toen barstte Barry bijna in tranen uit.

Helaas stootte Glenn tijdens de maaltijd per ongeluk een van de kaarsen om, waarna de foto van de Queen Mother in brand vloog. Ik gooide er nog een kopje thee overheen, maar de schade was aanzienlijk. We werden verzocht onze koffers te pakken. Het bewijs dat God misschien toch bestaat.

Vrijdag 18 augustus
Ashby de la Zouch

Ik ben schandalig bedrogen! Ik voel me zo vernederd dat ik er ziek van ben! Hoe heeft hij me de afgelopen weken zo glashard kunnen voorliegen? Ik had zo veel bewondering voor hem. Hij was het soort man dat ik zelf zo graag zou willen zijn. Hij was de man die tegenslag het hoofd kon bieden (zijn jonge vrouw kwam bij een autoongeluk om het leven). Een man die anderen kon aansturen (officier in het Territoriale Leger). Hij was tevens genezer (Jezus) en als klap op de vuurpijl nog een meester in de reiki ook.

Ik was hem vrijwel zonder aarzeling de jungle in gevolgd. Ik wist zo zeker dat ‘Nasty Nick’ uit het Big Brother-huis die zeventigduizend pond zou winnen dat ik vijftig pond van mijn zilvervlootrekening heb afgehaald (wat me rente kostte) en een heuse weddenschap met mijn vader afsloot. Die belde me vanmiddag om kwart voor vijf gnuivend vanuit zijn ziekenhuisbed – waar hij vanwege de aldaar opgelopen infecties nog steeds moet blijven – om me mede te delen dat mijn held was weggestemd.

Ik geloofde mijn vader in eerste instantie niet eens, dagboek. Hij vertelde me ooit dat ik zeven miljoen in de loterij had gewonnen. Daar heb ik zwaar voor geboet. Om mijn ‘gewonnen prijs’ te vieren, belde ik een dure bezorg-Chinees en bestelde het speciale menu voor zes personen. Zodra ik erachter kwam dat mijn vader een wrede grap met me had uitgehaald, probeerde ik mijn bestelling te annuleren wat resulteerde in een boze confrontatie bij mij voor de deur met meneer Wong, die weigerde om op zijn brommertje te stappen totdat ik hem bijna honderd pond had betaald. Hij hield vol dat ik hem dat bedrag verschuldigd was.

Mijn moeder belde me echter op mijn mobiel dat zij met Ivan via internet naar de uitzending zat te kijken. Toen ik op de achtergrond duidelijk het slissende stemgeluid van een andere Big Brother-bewoner kon horen, wist ik dat het waar was. De Ludlows kwamen langs om het wereldschokkende nieuws te vertellen en Vince zei dat het een ‘fokking overwinning voor de arbeidersklasse was, als je het mij vraagt’. Volgens Peggy Ludlow was Nick eigenlijk Tim Henman die zijn toevlucht in het Big Brother-huis had gezocht om geen tennis te hoeven spelen.

Ik kon vannacht de slaap niet vatten. Zit er bij al mijn helden een steekje los? Ik ben de schok dat mijn geliefde politicus Jonathan Aitken meineed heeft gepleegd nog maar nauwelijks te boven. Je zult zien dat nog meer van mijn helden opeens in het geniep schrijvers van de Boeketreeks blijken te zijn. En o Heer, laat John Cleese niet worden ontmaskerd als directielid van de Britse caravanvereniging.

Zaterdag 19 augustus

Vandaag zei ik tegen Glenn: “Glenn, je zult je altijd herinneren waar je was op het moment dat je hoorde dat Nick uit het huis werd verbannen.” Hij keek me aan en zei: “Allicht, pap, ik zat er voor de buis naar te kijken.”

“Je maakt nu deel uit van de geschiedenis,” zei ik.

Hij twijfelde. “Net zoiets als de Tweede Wereldoorlog?”

“Nee, meer als de dag waarop David Beckham zijn haar liet knippen.”

“Je haalt populaire en echte geschiedenis door elkaar, pap,” zei Glenn. Ik voelde me betrapt en liep naar de slaapkamer om aan het derde hoofdstuk van Varkensstal te beginnen. (Een zwijnenepidemie heeft in heel Engeland de varkenspopulatie uitgeroeid op Peter na, mijn held. Misschien verander ik de naam Varkensstal wel in Het Laatste Varken? )

Vanmorgen belde mijn vader me op. Hij stond erop dat ik mijn weddenschap zou nakomen. Ik moet zeggen dat ik het een slecht idee vind dat ziekenhuispatiënten telefoon naast hun bed hebben. Hun naasten hebben het zwaar te verduren met dat grenzeloze gezeur om energiedrankjes en dozen Kleenex.

Maandag 21 augustus

Het Laatste Varken

Peter kon vanuit zijn stal zien hoe een viercilinderwagen het boerenerf op reed naar de computerschuur. Hij zag Boer Zwijn uit de chemicaliënopslag tevoorschijn komen en het team van Sky News begroeten. “Waar is het laatste varken van Engeland?” riep een onderzoeker. Peter wentelde zich door de modder. Hij wilde er op zijn best uitzien op de camera: hij zou beroemd worden.

Zondag 3 september
Arthur Askey Walk

Is er nog iemand te vertrouwen? Mijn financieel adviseur, Terry ‘De Haai’ Brighton, is door het fraudeteam gearresteerd. Kennelijk hield hij zich al jaren bezig met een zwendel rondom caravanfinanciering. Zeg maar dag met je handje tegen je inleg van vijfhonderd pond, Adriaan, en tegen je droom om eigenaar van een stacaravan in Willerby Westmoreland te worden en die op het terrein van mijn moeder te zetten. Ze was er dan wel op tegen omdat ze naar eigen zeggen ‘geen kampers voor de deur wilde’, maar ik had haar te zijner tijd wel kunnen overtuigen.

Ik moet zorgen dat ik Gaitskell Estate uit ben voordat William overstag gaat en onder invloed van zijn leeftijdsgenoten een laserpen mee naar school neemt. De Ludlows naast ons zitten in een huwelijkscrisis. Er gaat nauwelijks een dag voorbij zonder hevige uitbarstingen en het geluid van een mensenhoofd dat tegen de scheidingsmuur wordt geramd. Ik heb medelijden met die arme Vince. Als Peggy kwaad wordt, berg je dan maar.

Maandag 4 september

De schoolvakantie is weer voorbij, godzijdank. Vanmorgen liep William te mopperen dat zijn schooluniform te groot is. Ik zei dat het zijn eigen schuld was, omdat hij in de winkel had geweigerd om het te passen. Misschien vraag ik mijn moeder wel om de zoom van de pijpen wat in te nemen. Ze slepen over de grond, waardoor het net lijkt alsof zijn beide benen zijn geamputeerd.

Vince kwam vanmorgen langs en smeekte om een schuilplaats. Hij vertelde dat Peggy hem vorige week met de beste vriendin van hun dochter, Mandy Trotter, in bed had betrapt.

“Ze klom zowat in m’n nek en had mijn gulp al open voor ik haar kon tegenhouden,” kreunde hij. “Kan ik het helpen?”

Glenn wees aan wie Mandy Trotter was toen we inkopen deden bij de supermarkt. Ze was de onderste schappen aan het vullen. Ze is amper één meter vijftig lang en al is ze duidelijk meerderjarig, het is een extreem slank meisje. Vince zal zich niet al te hard hebben uitgesloofd om haar bij zijn gulp vandaan te houden.

Dinsdag 5 september

Peggy kwam langs om haar versie van het verhaal te vertellen. Blijkbaar is Mandy Trotter zwanger van Vince. “Wat ziet hij in die uitgemergelde slet?” vroeg ze. Haar overweldigende voorgevel hijgde amechtig en ze sloeg haar verrukkelijk lange netkousbenen voortdurend over elkaar aan mijn keukentafel, terwijl ze as op het zeil morste. Ik verlangde zo naar haar dat ik geen woord meer kon uitbrengen.

Het wordt tijd dat ik een seksuele partner krijg. Een mooie vrouw zonder neuroses, zonder kinderen, niet-rokend en die houdt van literatuur, huishoudelijk werk en het spotten van bijzondere auto’s op de snelweg, zou ideaal zijn. Is het te veel gevraagd om me een beetje geluk te gunnen?

Woensdag 6 september

Ik probeerde te begrijpen wat Robin Cook – de politicus, niet de Amerikaanse schrijver – de kijkers vanmorgen in het actualiteitenprogramma Today duidelijk probeerde te maken. Volgens mij had hij het over ethiek in het buitenlands beleid, maar hij raffelde het praatje af. Cook spreekt tegenwoordig zo snel dat het onmogelijk is om hem te begrijpen. Ik voel mij hierdoor aangetast in mijn recht als Brits staatsburger. Zou zijn vrouw hem nog begrijpen, of is ze al jarenlang Oost-Indisch doof voor haar bebaarde kabouterechtgenoot je?

Donderdag 7 september

Ivan Braithwaite is aan de dienst geestelijke gezondheid toegewezen! Er kwamen vier politieagenten en een dwangbuis aan te pas om hem in de ambulance te krijgen. Zijn geest brak op het moment dat hij zijn laptop, printer, fax, drie telefoons, televisie, radio en zijn bieper tegelijk inschakelde en ze alle tegenstrijdige informatie bleken te geven.

Mijn moeder was zijn werkkamer in gelopen en had gevraagd: “Wil je soms iets weten, Ivan?” waarop hij door het lint ging en de boel aan stukken sloeg.

Zaterdag 9 september
Arthur Askey Walk, Ashby de la Zouch

Nu liggen er twee volwassen familieleden in het ziekenhuis: mijn vaders infectie blijft zichzelf muteren en de man is inmiddels onderworpen aan een serie medisch verantwoorde drugstesten. Hij ligt in quarantaine. Eerlijk gezegd was dit wel een opluchting, want hij mag beslist geen bezoek ontvangen. We mogen door een glazen paneel naar hem kijken, maar wat is het nut van tien kilometer heen en tien kilometer terug rijden om een man van middelbare leeftijd met een kruiswoordraadsel uit The Sun te zien?

Ivan Braithwaite mag ook geen visite. Zijn psychiatrisch verpleger, ene Steve Harper, liet weten dat ‘Ivan voorlopig niet mag worden blootgesteld aan de familiedynamiek’. De familiedynamiek in kwestie, mijn moeder, is furieus en zit het grootste gedeelte van de dag pal voor de gesloten afdeling waar ze iedereen die het horen wil vertelt dat ‘Ivans zenuwinstorting te wijten is aan een overdosis informatietechnologie’. Hij had een half-uur voor zijn inzinking zo’n driehonderd mailtjes gelezen, zei ze tegen me. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat technologie de oorzaak is van de meeste ziekten in onze samenleving.

Zelf heb ik oma Edna Moles overtuiging dat een magnetron je hersenen aantast altijd weggehoond, maar sinds mijn wattverbruik is gestegen, merk ik dat mijn brein slechter is gaan functioneren. Het kostte me langer dan een uur om te achterhalen of het Shakespeare was of Sir Waker Raleigh die had geschreven: “Hij die slaapt voelt geen kiespijn.” Ik sprak deze woorden vanmorgen om vier uur uit aan de bedzijde van Glenn, die een abces heeft. Glenn daarentegen sliep niet, maar hield me met zijn pijnlijke gegrom uit mijn slaap. We troffen het weer dat we niet één pijnstiller in huis hadden.

Zondag 10 september

Voor dag en dauw begaf ik me op pad naar de spoedapotheek voor wat paracetamol. De apotheker, een meisje van tien, vroeg of ik van plan was om zelfmoord te plegen. Ik verzekerde haar dat dit niet het geval was, waarna ze me de pillen gaf. Ik probeerde vandaag te tanken, maar de rijen waren veel te lang en er waren er een paar aan het vechten bij de pomp. Waarom is dat?

Maandag 11 september

Vanmorgen weigerde Mohammed de pomphouder om me voor meer dan vijf pond aan loodvrij te verkopen. We hebben samen op school gezeten en gedurende mijn benzineverbruikende jaren is onze band geïntensiveerd tot een vriendschap, maar toch weigerde hij me te helpen. Hoe moet ik William nou naar school brengen? Er is geen openbaar vervoer en zijn school is bijna anderhalve kilometer verderop.

Woensdag 13 september

Ik belde Pandora Braithwaite om mijn beklag te doen over de brandstofcrisis. Ze herinnerde me eraan dat wij in onze kindertijd altijd samen lopend naar school gingen. Ik pareerde dat dit het jaar 2000 was en straten en doodlopende stegen vergeven waren van de pedofielen. Ze antwoordde geringschattend: “Je bent blijkbaar die winkelier vergeten die altijd zijn broek liet zakken als we om toverballen vroegen.” Ik vroeg waarom ze zo humeurig was. “Integendeel,” zei ze. “Ik ben in mijn nopjes, want ik word gelukkig nergens vermeld in dat onthullende boek van Andrew Rawnsley over Tony Blair en Gordon Brown. Ik dacht echt dat hij het verhaal zou gebruiken over Mo, Gordon Brown en mij in de dienstlift van dat hotel in Bournemouth.”

Donderdag 14 september

Glenn had huiswerk meegekregen van school, een project over honger in de derde wereld. Ik nam hem mee naar een bibliotheek in een andere wijk om de benodigde informatie te verzamelen. Helaas was het gebouw gesloten wegens ‘personeelstekort’. Ik belde mijn moeder en wat later kwam ze bij ons langs met enkele statistieken die ze op internet had gevonden. Tot mijn schrik kwam ik erachter dat mijn jongens en ik de afgelopen twee jaar onder derdewereldomstandigheden hebben geleefd.

Glenn was opgelucht. Hij wilde eerst Bangladesh als onderwerp nemen, maar nu ‘hoefik alleen nog maar in mijn eigen wijk bij een paar mensen aan te kloppen, pap’.

Vrijdag 15 september
Arthur Askey Walk

Toedeloe, vriendschap voor het leven! Mohammed weigerde me vandaag ook maar een druppel brandstof te verkopen, al had ik mijn Montego nog nét op het allerlaatste restje naar de pomp weten te persen. Ik herinnerde hem eraan hoe ik altijd voor hem op de bres was gesprongen op school, als Barry Kent weer eens op de treitertoer was na het eten van een overdosis chips. “Ik kan me niet herinneren dat je het voor me opnam, Moley,” zei Mohammed, terwijl hij ondertussen een verloskundige naar de pomp dirigeerde.

Wist hij dan soms niet meer dat ik Barry had aangeraden om op treiterbewustzijnscursus te gaan bij een jeugdvereniging die jongeren van de straat moest houden? “Het weerhield hem er niet van om mijn vingers naar achteren te buigen,” antwoordde Mo verdrietig.

Mijn moeder reed ook het terrein bij het pompstation op en ging in de rij van de noodzaakverbruikers staan. “Op grond waarvan ben jij noodzaak?” vroeg ik haar. “Ben je soms bij een hulpdienst gaan werken sinds de laatste keer dat ik je zag?”

“Nu je het toch vraagt, inderdaad. Op een bepaalde manier wel,” zei ze. “Ik heb beloofd om een paar afgedankte vazen naar Ivans inrichting te brengen. Ze hebben er niet één om al die bloemen van de bezoekers in te kunnen zetten.” Net toen ik me afvroeg hoe ze Mohammed zou weten te overtuigen dat haar brandstofbehoefte legitiem was, zag ik tot mijn woede dat ze zelfs vooraan in de rij mocht gaan staan en door Mohammed zelf werd bediend!

Ik ondernam nog een poging om wat brandstof te verkrijgen. Wist Mohammed niet meer dat ik op school het kerstverhaal, “Jezus Christus Allemachtig!”, regisseerde en hem de hoofdrol had toebedeeld? “Jawel,” zei hij. “Vijftien jaar na dato lig ik nog steeds overhoop met een paar ouderen uit mijn gemeenschap. Ik zei je toch dat ik de pisang was als ik Jezus als heroïneverslaafde zou spelen?”

“Het was je eigen keus, Mohammed,” zei ik.

“Niet echt. Het ging niet goed met jou indertijd. Je ouders lagen in scheiding en ik deed het alleen maar om jou uit de brand te helpen.”

Ik duwde mijn auto terug naar huis en vroeg me ondertussen af hoe iemand zo lang rancuneus kon blijven. En wel zo hevig dat het zijn beoordelingsvermogen qua brandstoftoewijzing kon beïnvloeden.

Zaterdag 16 september

Pandora denkt erover een huis op het platteland van Suffolk te kopen om aan haar kiezers te ontsnappen. Het heet Oakley Park en is gelegen in het dorp Hoxne. Ik heb het onroerend goed op internet bekeken en kwam met een schok tot de ontdekking dat hier in 1777 een macabere dubbele moord was gepleegd nadat Sir Frederick Brownlow zijn vrouw Felicity in bed aantrof met Fergus Bellington, een jeugdige kamerheer.

Als ik zeg ‘bed’, bedoel ik dat in de vrije zin des woords. De twee geliefden werden op heterdaad betrapt achter de staande klok in de entreehal met arcadebogen. Om middernacht heeft Sir Frederick, gek van jaloezie, hen beiden met zijn zwaard in hapklare stukjes gehakt. (“Voorwaar sliep hy syn swaerd zo vaeck als hy hunne beenderen trof”) Daarna voerde hij hun resten aan de zwijnen. Ik waarschuwde Pandora dat er een vloek op het huis rustte en dat iedereen met de initialen F.B. jammerlijk aan zijn eind kwam als hij alleen al een voet op het terrein waagde te zetten.

“Waar loop jij in vredesnaam over te zeuren,” zei ze. “Mijn initialen zijn P.L.E.B.” En toen werd ze zo nijdig dat ze een hele tirade afstak over de idioten die op internet samenklonterden voor de stomste en overbodigste flauwekul.

Zondag 17 september

Het is herdenkingsdag voor Battle of Brittain. Radio 4 werd de hele ochtend gedomineerd door een ellenlange kerkdienst die in het teken stond van deze belangrijke historische gebeurtenis. Waarom staat de anglicaanse Kerk toe dat er in haar naam van die afgrijselijke muziek wordt gespeeld? En waarom hebben predikanten een stem alsof ze van een andere planeet komen?

Laat Radio 4 de soundtrack van een of andere oorlogsfilm spelen waar we allemaal blij van worden.

Maandag 18 september
Arthur Askey Walk

Na die enerverende oliecrisis is het leven maar saai. Ik was zo druk in de weer met het hamsteren van flessen water, pakken suiker, broodmix en blikjes sardine. Maar de paniek van vorige week sloeg alles, toen ik echt even dacht dat onze beschaving voorbij was en we weer terug waren bij het paard en de wagen.

Ik moest me bij het arbeidsbureau melden om uit te leggen waarom ik onlangs op mijn formulier had aangegeven dat ik niet beschikbaar was voor een baan, maar wel mijn uitkering wilde blijven ontvangen. Ik heb de hele dag mijn zaak lopen voorbereiden. Ik heb een manifest geschreven met als hoofdthema dat de maatschappij haar artiesten moet bijstaan. De slotconclusie luidde als volgt: “Hoe tragisch zou het verlies voor een natie zijn als een groot werk van mijn hand ongeschreven zou blijven vanwege de banaliteit te moeten klokken als magazijnmedewerker, bijvoorbeeld.”

Dinsdag 19 september

Om een uur ‘s middags belde mijn moeder me op mijn mobiel. Krijsend. “Laat alles onmiddellijk uit je handen vallen en ga als de wiedeweerga in de rij voor de benzinepomp staan!”

Ik haastte me naar mijn auto en brulde ondertussen het nieuws naar de buren. Al snel vormde zich een konvooi van zo’n dertig auto’s achter me. Tegen de tijd dat we bij Mohammeds pomp arriveerden, waren we met al meer dan honderd auto’s sterk en hadden we een politie-escorte. Mohammeds kaak zakte open toen hij me aan het hoofd van de karavaan het terrein op zag rijden. Hij had net met zijn vrouw willen gaan paniekwinkelen op IJsland – ze had gehoord dat de voorraad pampers begon op te drogen. Ik voelde me nu lichtelijk beschaamd dat ik me heb laten meeslepen in deze massahysterie, maar ik heb mijn auto nu eenmaal hard nodig. Ik ben te gevoelig om een fulltime voetganger te kunnen zijn. Mensen die geen auto hebben vind ik onberekenbaar; ze hebben harde stemmen en zijn grillig aangelegd. Ik voel me veiliger in mijn autootje met de muziek van Abba op tape en Radio 4.

Vrijdag 22 september

Om halfelf ‘s-morgens, precies conform de afspraak, meldde ik me bij het arbeidsbureau. Tot mijn verbazing werd ik direct naar een gespreksruimte geleid, door een lieftallige jongedame die Jane Doxy heette. Het marineblauwe rokje met de witte bloes stond haar goed. Er hadden naar mijn mening heel goed hoge hakken onder gepast, maar Jane vond haar nep-Gucci-loafers ongetwijfeld lekkerder lopen.

Met vooruitziende blik had ik een Guardian meegenomen, om Jane te laten weten dat ik een intelligent en literair onderlegd persoon ben. Toen ik de Daily Mail in haar tas ontwaarde, vroeg ik me echter af of dat wel zo’n wijs besluit was geweest. Ze had mijn manifest met belangstelling gelezen, zei ze. Niettemin vonden zij en haar afdeling dat schrijven ‘slechts een hobby’ was en dat ‘de overheid er weinig voor voelde om mijn hobby’s te financieren’.

Ik kreeg twee telefoonnummers die ik moest bellen. De eerste was van Eddie’s Tea Bar. Eddie nam zelf op. Het werk betrof cateringmedewerker in Eddie’s café en dat café was een stacaravan die op het parkeerterrein van een cementfabriek stond. Ik vroeg om een functieomschrijving. “Van alles,” gromde Eddie. “Hamburgers bakken, gasfles verwisselen, dat soort dingen. Drie pond zestig per uur.”

Onder Jane Doxys toeziende oog belde ik het andere nummer. De telefoon werd opgenomen door een vriendelijke bejaarde, ene mevrouw Banbury-Pryce, die zei dat ze iemand nodig had om haar zes honden tweemaal daags uit te laten.

Maandag begin ik bij Eddie. Ik wist gewoon dat ik met mijn suikerhartje binnen de kortste keren het korset van mevrouw Banbury-Pryce zou dichtrijgen en haar teennagels zou knippen.

Zondag 24 september

Toen ik vanmorgen om vijf uur wakker werd had een kleine aardbeving de East Midlands opgeschud. Er hadden een paar honden geblaft, maar helaas voor de regionale media waren er geen dodelijke slachtoffets gevallen.

Maandag 2 oktober
Eddie’s Tea Bar, Cementfabriek, Leicestershire

Ik heb nu pauze en zit op een witte plastic stoel aan een bijbehorende picknicktafel te schrijven. Overal om me heen zie ik vrachtwagenchauffeurs en motorrijders. Het is pas halftwaalf ‘s-morgens, maar ik ben nu al doodmoe. Ik ben al sinds vijf uur vanochtend op de been (alhoewel ik op het gevaar af om ‘pedant’ genoemd te worden met de auto naar mijn werk ben gekomen).

Eddie en zijn derde vrouw, Sandra, waren er al. De koffieketel stond al op te warmen, net als het frituurvet en de bakplaat. Het lijkt wel alsof er vet door de aderen van Eddie en Sandra stroomt. Hun haar, huid en poriën zijn ermee dichtgekit. Terwijl Eddie me een enorm schort voorbond, zei hij: “Je zult die stinkende baklucht nooit kwijtraken, kereltje. Het zal lastig worden om een andere meid te scoren dan eentje die niet de hele dag boven de frituurpan staat.” Kennelijk zaten Eddie’s vrouwen allemaal in deze business. Ik verzekerde hem dat ik bepaald niet op de versiertoer was en op het punt stond om een cursus ‘Leven Zonder Partner’ te beginnen op het volwassenencentrum in Leicester. Hij wierp me een medelijdende blik toe en vroeg zacht of er ‘misschien iets aan schortte onder mijn kleren’.

Ik wist hem ervan te overtuigen dat ik exact hetzelfde was gebouwd als alle andere mannen, maar dat mijn hart diverse keren was gebroken en dat het verwerkingsproces nog enige tijd in beslag zou nemen. Eddie trok zijn keukenspatel tussen de sissende spekrepen vandaan en zei: “Ik ben niet te harden als ik niet elke dag mijn worst even kan wegstoppen. Toch, Sandra?”

Sandra veegde een sliert vettig haar achter haar oren en zei: “Hij slikte een hele doos aspirine per dag toen ik in het ziekenhuis werd gedotterd.” Eddie schudde zijn hoofd en staarde naar de parkeerplaats die vol stond met vrachtwagens – hij overdacht waarschijnlijk de gruwel van zijn seksuele onthouding.

Ik belde mijn moeder om te vragen hoe het haar die ochtend als kinderoppas was vergaan. “Beroerd,” zei ze. “Ik kan niet elke ochtend om vijf uur opstaan om naar jouw huis te komen. Ik val in slaap achter het stuur.” Ik maakte haar erop attent dat de kinderdagverblijven pas om zeven uur opengaan en smeekte haar om vol te houden. Haar antwoord was bitter. “Hier hou ik Tony Blair en Jack Straw voor verantwoordelijk. Waarom moet een oma erbij gehaald worden om voor de kleinkinderen te zorgen? Nou? Ik heb mijn straf al uitgezeten met jou en je zus.”

Ze schilderde onze opvoeding af als een vreugdeloze boel. Ik vroeg hoe het met Ivan was in de inrichting. “Hij heeft een aversie ontwikkeld tegen elke vorm van technologie,” zei ze. “Een van de verplegers gebruikte een elektronische aansteker om de verjaarstaart van een patiënt aan te steken en Ivan moest meteen platgespoten worden.” Ik vroeg me af of ‘Ivan Braithwaite de Technische’ nog ooit opgewassen zou zijn tegen de moderne tijd.

Dinsdag 3 oktober
Ashby de la Zouch

Mijn literaire held D.H. Lawrence vond het heerlijk om met zijn handen te werken en maakte naar verluidt met plezier zijn eigen jam. Ik heb ook de kleine vreugden van de handenarbeid ontdekt. Misschien was D.H. wel trots op me geweest toen ik mijn eerste broodje ei met spek serveerde aan mijn klant, Les, die een vrachtwagen vol mineraalwater van Liskeard naar Dundee reed. Al zeg ik het zelf: Les’ sandwich was een waar kunststukje. De bacon was knapperig, het eitje was met zorg gekookt zodat er geen eigeel uit zou druipen en het brood was zo zacht en wit als een pasgeboren made. Ik was stiekem blij met Les’ complimentje, die het als een ‘kampioen’ bestempelde.

Woensdag 4 oktober

Ik kon de slaap niet vatten, doordat ik lag te piekeren waarom er mineraalwater van Liskeard naar Dundee moet worden gebracht. In Schotland barsten ze van het water.

‘Leven Zonder Partner’ is geannuleerd. Ik was de enige die zich had aangemeld.

Donderdag 5 oktober
Eddie’s Tea Bar, Cementfabriek, Leicestershire

Door mijn werk bij Eddie’s heb ik een vleug meegekregen van hoe het kapitalisme werkt. Eddie gaat naar de groothandel en koopt horecaverpakkingen met spek, hamburgers, gesneden witbrood, ketchup enzovoorts, en betaalt mij drie pond zestig per uur om van deze ingrediënten snacks te maken die hij met tweehonderd procent winst kan verkopen. Eddie heeft geen gecomputeriseerde kassa. Hij doet alleen aan contant geld. Op de muur van de frituurwagen hangt naast een poster van Samantha Fox de volgende mededeling: VRAAG NIET OM EEN BONNETJE, WANT EEN WEIGERING KAN MEN OPVATTEN ALS BELEDIGING.

Hij bewaart de munten in een oude koektrommel. Het is een aanslag op mijn gevoel voor netheid om al die munten daar door elkaar te zien liggen, maar het systeem werkt. De bankbiljetten stopt hij in zijn schort. Ik vermoed dat Eddie weinig btw afdraagt, al is zijn standpunt aangaande uitkeringsgerechtigden erg fel. “Ze zouden ze naar een eiland ergens op de Noordzee moeten brengen om ze hun eigen boontjes te laten doppen.” Alhoewel hij er wel vol mededogen aan toevoegt dat hij een pak zaadjes en een schep zou meegeven.

Eddie’s koektrommel is de proletarische evenknie van het belastingparadijs op de Kaaiman Eilanden. Het enige wat ontbreekt zijn financiële adviseurs en accountants. Eddies vrouw doet ‘de boekhouding’ terwijl ze naar een dubbele aflevering van Eastenders zit te kijken. Blijkbaar is dit een wekelijks terugkerend ritueel.

De vrachtwagenchauffeurs bieden weer een nieuw inzicht in globalisatie. Sommige truckers hebben drie dagen achter het stuur gezeten om Roemeense koelkasten naar het Engelse Bolton te rijden. Anderen vervoeren hamsterkorrels van Bury St Edmunds naar Hamburg en komen dan weer terug met een lading Hamburgse worteltjes die ze weer bij een warenhuis in Suffolk lossen. Wat een waanzin.

Ik sta erop om tijdens het bedienen van elke trucker te achterhalen wat hun eindbestemming is en wat voor vracht ze vervoeren. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat het kapitalisme niet de juiste manier is om de wereldeconomie te leiden: het is niet efficiënt en mensen als ik worden uitgebuit.

Terwijl ik de bakplaat stond af te krabben met een spatel, deelde ik die bevinding met Eddie. Hij was het grondig oneens met mijn analyse en zei: “Als je over revolutie gaat lullen, Moley, vlieg je zo snel de laan uit dat je geitenwollen sokken de grond niet eens raken.”

Vrijdag 6 oktober

William en Glenn hoefden geen van tweeën naar school, omdat ze onder de hoofdluis zitten. Ik belde Eddie om te zeggen dat ik vandaag niet kon komen, omdat ik bezig was om de neten van mijn beider zoons hoofden te verjagen. Eddie zei: “San en ik hebben ons de hele nacht de tering zitten krabben. We leken wel een stel krasloten. Misschien moet je je eigen harses ook maar eens nakijken, Mole.”

Ik werd door Glenn en William aan tafel gezet zodat ze met een bureaulamp over mijn schedel konden schijnen. Ik had zo veel luis dat Glenn zei: “Je kunt er een Wembley Stadion mee vullen, pap.”

Morgen gaat Glenn met een groep van school naar de wedstrijd Engeland-Duitsland. Ze zijn bezig met een project over Engelse historische monumenten en hij hoopt een paar grashalmen mee te kunnen nemen om in zijn projectmap te doen. De rector stuurde me echter een e-mail dat hij morgenochtend zelf Glenns hoofdhuid ging onderzoeken. “Als ik enig bewijsmateriaal vindt van hoofdluis of hun nageslacht, zijnde eitjes die nog moeten uitkomen, dan zal hem BESLIST de toegang tot Wembley worden geweigerd.”

Ik ben zo ongeveer de hele nacht bezig geweest om een fijne kam door Glenns haar te halen. Om half-vier gaf ik het op en schoor hem kaal. Ik had er vijf wegwerpscheermesjes voor nodig. Hij zag er wat schoremachtig uit, maar hij mocht wel mee naar de wedstrijd.

Zaterdag 7 oktober

Glenn kwam triomfantelijk terug met een plastic stoel, een flink stuk grasmat en de afgebeten nagels van Kevin Keegan. Die jongen zal het nog ver schoppen.

Zondag 15 oktober
Ashby de la Zouch

Pandora belde me vandaag voor advies. Moest ze nu wel of niet bekennen dat ze vroeger op Oxford cannabis had gerookt? “Waarom vraag je dat aan mij?” vroeg ik.

“Omdat jij een echte Jan met de pet bent,” snauwde ze. “De perfecte barometer voor de publieke opinie.”

Enerzijds was ik gepikeerd dat ze mij als doorsnee provinciaaltje beschouwde, anderzijds was ik ook wel weer prettig gevleid dat mijn mening op prijs werd gesteld. Ik vond dat ze haar drugsverleden maar beter kon verzwijgen en waarschuwde dat een bekentenis vrijwel zeker haar ambitie zou dwarsbomen om de volgende premier te worden. Ze zei: “Je hebt gelijk, Aidy. Ik kan de Daily Mail maar beter te vriend houden,” en ze hing op.

Maandag 16 oktober

De schaduw van de hoofdluis hangt nog altijd als een donkere wolk boven ons huis. Wat kan ik nog meer doen om die venijnige kleine krengen uit te roeien? Mijn moeder ging afgelopen zaterdag naar de kapper, en Sebastian, haar stilist, vloog van ellende tegen het plafond van de kleurmixruimte toen hij de kolonie ontwaarde die zich in haar nekhaar had genesteld. Ze is woest op me en beweert dat ze zich niet meer zo vernederd had gevoeld sinds de beugel van haar merkbeha uit haar bruidsjapon kwam piepen op het gemeentehuis waar haar huwelijk met Ivan Braithwaite werd ingezegend. Zelfs mijn vader, die nog steeds in quarantaine in het ziekenhuis ligt, had luizen. Wat moet ik hiermee?

Ik vertelde Glenn over mijn vermoeden dat hier boze opzet in het spel was. “Het is duidelijk dat een buitenlandse mogendheid, ik denk Iran, een virulente vorm van neten naar dit land heeft gebracht om het volk te demoraliseren en de pond te devalueren.”

Glenn schudde medelijdend zijn hoofd en zei: “Je moet echt even plat, pap, met een natte doek op je kanis.”

Dinsdag 17 oktober

Vandaag las ik het volgende artikel in de Independent: “Doctorandus Pandora Braithwaite, junior minister van Visserij, gaf gisteren tijdens een interview met Jeremy Paxman toe dat ze gedurende haar studietijd in Oxford cannabis had gerookt. Op de directe vraag van Paxman ‘Hebt u wel of niet cannabis gerookt?’ antwoordde Braithwaite glimlachend: ‘En jij zelf dan, Jeremy?’

Paxman snauwde: ‘Ik ben hier niet degene die geïnterviewd wordt, minister. Dat bent u.’ Braithwaite zei: ‘Oké, goed dan. Ja, ik heb gerookt. Dat deden we allemaal. Sterker nog, ik vond het hartstikke leuk. Het heeft me door mijn studietijd gesleept.’”

Ik voorzie dat er verschrikkelijke dingen voor mijn liefje op stapel staan. Haar positie als minister is welzeker onhoudbaar geworden.

Woensdag 18 oktober

Door het hele land is Pandora hét onderwerp van gesprek. Volgens een onderzoek van de Guardian ging in Oxford de vraag naar cannabis door het dak.

Donderdag 19 oktober

Ik ben vandaag weer gaan werken in Eddie’s Tea Bar. Het ontging me niet dat er een heleboel truckers op hun hoofd zaten te krabben. Worden de luizen nu door heel Europa verspreid? Hoe lang duurt het voordat ze de wereld hebben overgenomen? Om zeven uur belde Glenn naar mijn moeder met de vraag of ze zo snel mogelijk kon komen. Ik legde haar mijn luizentheorie voor en nadat ze me anderhalf uur had aangehoord, belde ze dokter Ng.

Vrijdag 20 oktober

Ik ben inmiddels wat gekalmeerd. Dokter Ng heeft me Prozac voorgeschreven en een aromatherapie. Hij zei dat ik stress had. Ik vertelde hem over mijn ongelukkige jeugd en hij reageerde heel begripvol. Mijn moeder protesteerde in alle toonaarden. “Hij was een heel gelukkig jongetje vroeger,” zei ze tegen de dokter. “Totdat hij ouder werd en Dostojevski en die vervloekte Kafka begon te lezen!”

Pandora stuurde me een berichtje met van harte beterschap en suggereerde dat ik me beter zou voelen als ik de laatste uitgave van Lord Jeffrey Archers Weston-super-Mare zou lezen. Later belde ze me nog op met het verbijsterende nieuws dat ze niet alleen geenszins gebrandmerkt is vanwege haar drugsgebruik, maar zelfs in aanmerking komt voor promotie.

Zaterdag 21 oktober
Ashby de la Zouch

Afgelopen week heeft Pandora de met slangenvel beklede treden van de maatschappelijke ladder beklommen. Deze week glijdt ze er op de rug van een python weer vanaf (om het zo maar te omschrijven). De kranten staan vol met foto’s van haar kat, Maurice, die donderdagavond door de dierenbescherming werd gered toen de buren een klaaglijk gemiauw uit Pandora’s flat in Pimlico bleven horen. Helaas maakte ze op de dag dat haar kat werd gered een inspectiereis op Cyprus met Keith Allen. Een woordvoerder van de dierenbescherming verklaarde dat Pandora Braithwaite kan worden aangeklaagd wegens grove nalatigheid en wreedheid jegens een dier. Maurice had al vijf dagen niet meer te eten gehad en was ernstig verwaarloosd.

Ik belde Tania, Pandora’s moeder, om de andere kant van het verhaal te horen. Ze zei dat het automatische voedingssysteem van Maurice kapot was gegaan; de etensbak ging niet open zodat het uitgehongerde beest niet bij zijn voedsel kon. Er zaten meedogenloze krantenkoppen tussen: PANS HUISDIER STIERF EENZAAM, DE KATTENHEL VAN DE DRUGSMINISTER en PANS POESJE IN SHOCK.

In mijn (onbetaalde) hoedanigheid van Pandora’s adviseur aangaande Britse burgerzaken, belde ik naar de House of Commons om mijn diensten aan te bieden. Ze kon echter niet aan de telefoon komen, omdat ze in gesprek was met de adviseur van de premier. Ik liet een boodschap achter bij haar personal assistant Nigel Hetherington: “Laat haar een fors bedrag doneren aan het kattenreddings-fonds.”

Nigel zei: “Wat ontstellend origineel. Bedankt voor die gisse raadgeving, Moley.”

Het zit me nog steeds niet lekker dat Pandora Nigel als haar rechterhand heeft benoemd in plaats van mij. Goed, hij mag dan enkele diploma’s hebben – in management, business en mode – maar naar mijn idee ontbeert hij een bepaald je ne suis quoi-gevoel. Ik ben buitengewoon gewiekst in het bespelen van de media. In 1993 was ik gedurende vijf maanden (onbetaald) poëziecommentator voor de Ashly Bugle totdat de hoofdredacteur de laan uit werd gestuurd wegens insubordinatie in het kwadraat (hij gooide een lege wodka-fles naar het hoofd van de uitgever). Helaas voor mij was de nieuwe hoofdredacteur geobsedeerd door sport en veranderde mijn wekelijkse column in een ‘Zoek de bal’-competitie – waarmee hij naar mijn mening het culturele landschap van Ashby de la Zouch om zeep heeft geholpen.

William weigert te eten. Volgens mij is het om aandacht te trekken.

Zondag 22 oktober

Vanuit de parlementaire ombudsman is er vandaag een foto vrijgegeven van Pandora en haar kat Maurice, tezamen met een aantijging aan het adres van de automatische voedingssystemen. Pandora heeft aangekondigd een onderzoek naar hun betrouwbaarheid te willen instellen. Ze heeft gezworen om voortaan een poezenoppas te regelen. Op de vraag wat haar relatie was met Keith Allen, antwoordde ze: “De heer Allen en ik waren op inspectiereis op Cyprus. We hebben onderzocht waarom de Britse ambassade werd overstroomd met berooide Britse jongeren die om geld vroegen voor een ticket naar huis.”

Maandag 23 oktober

In Nottingham loopt de politie tegenwoordig gewapend door het centrum. Hoe lang duurt het nog voor het lawaai van kalasjnikovs door Ashby de la Zouch galmt? We begeven ons op glad ijs.

Dinsdag 24 oktober

Eddie belde vandaag. Hij was niet blij dat ik niet meer naar mijn werk was gekomen. Ik legde hem mijn problemen uit van de kinderopvang tijdens hun schoolvakantie. Hij zei: “Ik probeer hier een tent te runnen, Moley. Wat kan mij jouw privéleven schelen?” Dit is exemplarisch voor zowel de Britse als Eddie’s houding tegenover kinderen. Geen wonder dat drie van zijn telgen momenteel de geneugten van een jeugdinrichting genieten en een van zijn zonen, Shane, bij het Royal Ballet zit.

Glenn smeekte of hij voortaan voor ons eten mocht zorgen. Ik stond het Mole-schort met plezier af. Ik wist niet dat hij belangstelling koesterde voor de culinaire kunst.

Woensdag 25 oktober

William heeft weer trek gekregen. Glenn heeft Jamie Olivers boek The Naked Chef gekocht van het geld dat hij heeft verdiend met bewaken van auto’s van sociale hulpverleners die in onze wijk een bezoek afleggen.

Vrijdag 27 oktober
Ashby de la Zouch

Ivan Braithwaite is weer terug uit de inrichting en is ondergebracht in de opslagkamer in Wisteria Walk. Mijn moeder heeft de rol van verpleegster op zich genomen. Ik zeg ‘rol’, omdat ze zich allesbehalve toegewijd van deze nieuwe taak kwijt. Ik hoorde haar aan de telefoon met haar broer Pete, die in Norwich woont. Het was een monoloog vol zelfmedelijden die ik hier zal citeren, al doet me dat allesbehalve plezier…

“Toen ik met Ivan trouwde, verwachtte ik dat mijn leven heel anders zou worden. Zoals je weet is Ivan hogere-lagere-midden-klasse en hij beloofde mijn horizon te verruimen. Maar de enige horizons die ik tot nu toe heb gezien is het uitzicht vanuit de vierde etage van de inrichting en het panorama vanuit mijn eigen achtertuin. Ik heb het verknald, Pete. Ik ben verdorie gewoon een dienstmeid. Ik moet ook voor Adriaans kinderen zorgen als hij naar zijn werk is.” [Stilte]

“Nee, hij betaalt me geen cent! Hij gaf me laatst een veldboeket en begon toen te zeuren dat ik zijn kinderen vissticks en ovenfrites had gegeven in plaats van dat stomme ecovoer dat hij die ochtend in huis had gehaald. Die jongens zijn in de groei, Pete. Ze hebben wel wat meer nodig dan taugé en een homp tofoe. Nou, ik kan maar beter ophangen. Het spijt me dat we elkaar al twintig jaar niet meer hebben gesproken, Pete, maar mama had me op haar sterfbed toch echt haar bedelarmbandje beloofd. Je vrouw Yvonne had niet het recht om het in te pikken en het op mama’s begrafenis om haar vette pols te hangen.” [Stilte]

“Nietwaar! Mama had het aan mij beloofd, Pete!” [Snikt]

“Ze had de pest aan Yvonne. Ze noemde haar altijd Nixon…” [Stilte]

“…Omdat ze stoppels op haar kin heeft, daarom!” [Stilte]

“O, het spijt me, Pete, ik wist niet dat Yvonne onlangs is overleden. Wanneer precies?” [Stilte]

“Gisteren! O, mijn god, dat is afschuwelijk, Pete!” [Stilte]

“Dus je stuurt me dat armbandje per post, Pete? Vergeet niet om het aangetekend te doen.” Op dit moment werd de verbinding in Norwich verbroken.

Zaterdag 28 oktober
Millennium Dome, Greenwich

Ik zit in een fish-and-chipszaak te wachten op Glenn en William, die in de rij staan voor de Body Zone. De wachttijd bedraagt een uur en een kwartier. Toen ik een alternatief voorstelde – om naar de Prayer Zone te gaan, waar niet één bezoeker was – zei Glenn: “Ga jij maar naar binnen om een gebedje op te zeggen, pap. Dan komen William en ik straks wel naar je toe.”

Die jongen wordt met de dag assertiever. Hij heeft thuis de keuken al overgenomen en vanmorgen vond ik een briefje in de melkfles op de stoep: “Geen melk vandaag. We zijn naar de Dome. Dag melkman, Glenn Bott-Mole.” Sinds wanneer hanteert Glenn een dubbele achternaam? En waarom staat Mole op de tweede plaats? Glenn Mole-Bott klinkt veel deftiger.

De Prayer Zone is nog steeds leeg. De vrouwelijke predikant in pastelkleurig joggingpak was blijkbaar erg opgetogen om mijn mening over religie aan te horen. Ik zei dat ik onlangs bomenknuffelaar was geworden en vroeg of ze soms een vereniging kende waarbij ik me kon aansluiten. Ze bladerde tevergeefs door haar boek over wereldreligies en zei ten slotte: “Volgens mij kun je je het best aansluiten bij de sociaaldemocraten.”

Zondag 29 oktober

De verbouwing van metrostation St Pancras heeft tot tragische taferelen geleid. Reizigers werden tot wanhoop gedreven omdat ze de opgebroken spoorlijnen via allerlei omwegen moesten omzeilen om thuis te kunnen komen.

Maandag 30 oktober

Ik werd vanmorgen om half-vier wakker van een wervelstorm bij ons in de straat. Een paar vuilniscontainers waaiden ondersteboven en mijn schuurtje is door zo’n stomme omgevallen boom vernield.

Dinsdag 31 oktober
Ashby de la Zouch

Pandora’s weekendhuisje, de zogeheten Lock Keeper’s Cottage aan de oever van de rivier de Severn, is overstroomd. Ze is door een brandweerman in een Canadese kano in veiligheid gebracht. Midlands Today was erbij om deze redding te filmen. Nu bleek dat ze samen met een knul van negentien, ‘Schotse Sandy’, een etmaal in haar slaapkamer heeft vastgezeten. Ze beweerde dat hij zandzakken tegen haar voordeur heeft gestapeld toen ze werden overvallen door de overstroming en dat ze naar boven moesten vluchten. De meteo-verslaggever van Midlands Today, Julia Snoddy, vroeg haar waarom ze niet eerder de reddingsbrigade had gealarmeerd. Het antwoord van het controversiële parlementslid luidde: “Ik weet hoe druk ze het hebben en ik wilde hun niet nog meer werk bezorgen.”

Op de vraag hoe ze deze ellende heeft doorstaan, was haar reactie: “Het was een hel. Ik had geen Marlboro Lights meer en ik heb mijn Prada-tas op de vloer van de huiskamer laten staan. Die is nu compleet geruïneerd door het rivierwater.” Ze vertelde Snoddy ook dat ze de opperbevelhebber op het gebied van waterkering, de heer Prescott, zou benaderen voor financiële bijstand voor dit stroomgebied. “Het is de hoogste tijd dat we onze rivieren inbedden met beton,” zei ze. “Het mag dan jammer zijn van de rietkragen en die dingen die in de natuur leven, maar we bevinden ons in een nieuw tijdperk en we kunnen het ons niet veroorloven om sentimenteel te doen over de natuur.”

Volgens haar kon er op de betonnen oever van de Severn ook een bepaalde middenstand ontstaan. “Starbucks kan de cappuccino introduceren op ons achtergebleven platteland.”

Pandora had altijd al een hekel aan het buitenleven gehad. Als we met een schoolreisje het platteland in trokken, zette ze altijd een donkere zonnebril op, omdat ‘ze dood- en doodziek werd van al dat groen’. De Lock Keeper’s Cottage was in New Yorkse stijl ingericht. De luiken zaten consequent potdicht. Sterker nog, ze waren op de sponningen vastgespijkerd.

Ik hoop van harte dat Pandora haar ambitie niet weet te verwezenlijken om de eerste Labour-premier te worden. Tijdens onze privé-gesprekken heeft ze me allerlei dingen toevertrouwd. Zo wil ze de moeraslanden plaveien, Dartmoor vervangen door Astroturf en het Lake District van liften voorzien zodat het toegankelijk wordt voor gehandicapten. Volgens mijn moeder maakte Pandora alleen maar een grapje, maar ik weet zeker dat haar minachting voor het Engelse landschap volkomen oprecht is.

Woensdag 1 november

Brick Eagleburger, mijn literair agent (die er nog nooit in is geslaagd om ook maar één van mijn boeken, tv-series, hoorspelen of epische gedichten te verkopen), nam vandaag voor het eerst in twee jaar weer contact met me op. Er zou iemand in Wolverhampton wonen, ene Jim Smith, die graag Het rusteloze kikkervisje zou willen publiceren, mijn bijna zeshonderd bladzijden tellende gedicht over de levensreis van een kikkervisje, vanaf zijn eerste dagen in de dril tot aan zijn bejaarde kikvorsdom. Er wordt in beschreven hoe het schepsel zich ontwikkelt en er worden parallellen getrokken met gebeurtenissen uit mijn eigen leven – al heb ik mijn scheiding erbuiten gehouden, omdat ik in geen enkel amfibisch naslagwerk referenties naar scheidende kikkers kon vinden en of ze hun hele leven bij dezelfde partner bleven.

Glenn heeft me net laten weten dat ‘kikkers dag en nacht van bil gaan, pap, met alles wat maar beweegt’.

Brick Eagleburger zei dat Jim Smith een fax had gestuurd. Dit stond erin: “Het rusteloze kikkervisje is een lyrisch eerbetoon aan de vergane glorie van wat ooit het Engelse landschap was. Ik was tot tranen toe geroerd bij de gewelddadige dood van de kikker onder de wielen van een Duitse tientonner.” Brick zei: “Die gast betaalt geen rooie rotcent, maar de publiciteit is goed voor je.” Ik vroeg waar deze Jim Smith precies uitgever van was. Het bleek een weekblad over kikkers te zijn.

Ik vind het ontroerend dat er mensen bestaan die zo veel om kikkers geven dat ze de moeite willen nemen om een aanmeldingsformulier in te vullen en negen pond per jaar op te hikken. Persoonlijk kan ik die slijmerige mormels niet luchten of zien.

Zondag 12 november
Herdenkingsdag Ashby de la Touch

Ik was vandaag de enige bij de benzinepomp die de twee minuten stilte in acht nam.

Maandag 13 november

Brick Eagleburger is buiten zichzelf van opwinding. Hij is ervan overtuigd dat hij via zijn per post ingediend stembriefje vanuit Florida het presidentschap van Al Gore heeft bezegeld. Misschien heeft hij nog gelijk ook. Als Gore met één stem winst wint, eist Brick daar de credits voor op. In The Stage heeft hij een paginagrote advertentie gereserveerd met de tekst:

Brick Eagleburger, een theateragent die is gespecialiseerd in meteo-meisjes, bekende koks en optredens met dieren waaronder de wereldberoemde Billy de Zeehond, heeft een bepalende stem uitgebracht voor de Amerikaanse presidentsverkiezing. Nieuwe artiesten zijn altijd welkom, tegen vijfentwintig procent commissie. Ook voor belasting- en investeringsadvies.

Ik belde Brick op en vroeg of we een gesprek konden hebben over mijn schrijverscarrière. Ik ben met mijn drieëndertig jaar al te oud voor de Young British Writer’s Award. Waarom komt niemand op het idee om een dergelijke prijs in het leven te roepen voor de oudere jongeren? Het is je reinste discriminatie. Dat ons haar begint uit te vallen en seksuele prestaties soms wat haperingen gaan vertonen, wil nog niet zeggen dat onze literaire kwaliteiten zijn aangetast. Brick vertelde me plompverloren: “Ik heb geen enkele aanvraag voor je, Adriaan.” Hij vertelde me over zijn problemen met Billy de Zeehond, die een serieuze cokeverslaving had ontwikkeld toen hij bij het circus van Dublin werkte en onder de kwalijke invloed van Declan Tourette en zijn wonderlijk ruw bespraakte hond verkeerde. Binnen zeven dagen snoof de arme Billy een aanzienlijke hoeveelheid van het verderfelijke witte poeder. Twee weken later was hij volkomen afhankelijk van Declans bevoorrading en drie weken later was zijn carrière bijna in het slop geraakt. Zijn neusvleugels waren ernstig beschadigd en hij kon niet langer ballen gooien of vangen met zijn neus.

Gelukkig heeft Brick hem op het nippertje kunnen redden en Billy in een geheime ontwenningskliniek voor dieren in Milton Keynes ondergebracht. Samen met andere geschonden dieren wist Billy zijn verslaving de baas te worden en is nu weer clean.

Dinsdag 14 november

Mijn leven is dodelijk saai, maar vandaag brak ik alle vervelingsrecords. Er is absoluut helemaal niets gebeurd. Ik stond op. Maakte roereieren. Ze waren noch goed noch slecht, maar ergens in het midden. Ik liep naar de krantenkiosk waar ik nog net een bebaarde man (mij onbekend) de laatste Guardian zag kopen. Zijn accent verried dat hij niet uit deze buurt kwam. Het is vreselijk dat mensen zomaar overal dingen mogen kopen, waar ze ook vandaan komen en daarmee de levensbehoeften voor de neus van de lokale bevolking wegkapen. Ik zei het nog tegen mijn moeder. Die antwoordde: “Zit je nu serieus te verkondigen dat mensen zich maar niet meer moeten verplaatsen? Ben je soms pleitbezorger voor een postcode-apartheidsbewind?”

Daar had ik geen antwoord op. De waarheid is echter dat ik alweer op buitenproportionele manier had gereageerd op een minuscuul tegenslagje. Een paar mensen hebben me al aangeraden om in therapie te gaan. Maar de wachtlijst bij de geestelijke gezondheidszorg is twee jaar. En ik kan het toch echt niet opbrengen om vijfentwintig pond op te hoesten alleen om te ontdekken dat er niets mis is met mijn persoonlijkheid of emotionele aard.

Woensdag 15 november

Ik loop net de kamer uit van de jungiaanse therapeut Dave Mutter. Ik heb vijfenvijftig minuten op zijn roze fluwelen bank zitten snotteren over de puddingschotels van mijn oma.

Donderdag 16 november

Ik belde Dave om me alsjeblieft te boeken voor een noodsessie. Ik kan deze middag bij hem terecht.

17.30 uur

Ik heb het met Dave over mijn steeds terugkerende droom gehad. Dat Gordon Brown me ‘s-nachts komt opzoeken en me smeekt om hem te helpen de economie weer op de rails te krijgen. Dave is mijn enige vriend.

O god, het zou best wel eens kunnen dat ik een beetje verliefd op hem ben, dagboek!

Zaterdag 18 november
Ashby de la Zouch

Lief dagboek, ik moet echt een groot geheim onthullen. Ik ben wanhopig verliefd op Dave Mutter. Het is niet seksueel, het is absoluut niet seksueel. Op geen enkele manier. Dave is verder ook geen knappe vent of zo: hij heeft nog het meeste weg van een Yul Brynner met overactieve schildklier, grijze paardenstaart en piepstemmetje. Je bent het vast met me eens dat dit niet bepaald homo-erotische fantasieën aanwakkert. Mijn liefde voor Dave is puur en strikt platonisch. Ik moet de hele dag aan hem denken. Ik leef naar al onze afspraken toe. Ik moest dit echt kwijt. Ik wil zo graag zijn naam hardop uitspreken, maar wie kan ik vertrouwen om het niet door te vertellen? Misschien moet ik er nog een therapeut bij nemen om het tegen hem/haar te kunnen vertellen.

Maandag 20 november
Eddie’s Tea Bar, de parkeerplaats

Toen ik tegen sluitingstijd de frituurbakken schoonmaakte, heb ik in mijn hoofd het volgende gedicht geschreven. Het was een intens smerige klus, maar Eddie had me met vijfentwintig pond weten om te kopen en daarvan kan ik weer een extra sessie bij Dave betalen.

Gedicht voor Dave

Dave Mutter, Dave Mutter

Je naam is zo chic

Al raak ik door mijn gevoelens

Toch licht in paniek

Twee keer per week

Zit ik bijna een uur

Bij jou op de bank,

En praat dan met vuur

Over hartzeer en kommer

En ‘t gemis van een band

Met vriend en familie

En de rest van het land

Dinsdag 21 november

Brick Eagleburger heeft mijn episch gedicht Het rusteloze kikkervisje naar ene Geoffrey Perkins gestuurd die bij de BBC werkt. Op mijn vraag wat Perkins daar precies deed, zei hij: “Hij is verantwoordelijk voor die malle comedy’s.” Dat stak. Het rusteloze kikkervisje was een bloedserieus drama dat in de traditie van IJslandse sagen was geschreven, zei ik.

“Luister eens, Adriaan, ik heb dat melige manuscript van je doorgebladerd en ik heb bijna in mijn broek gezeken van het lachen. Het is komisch.” En hier liet Brick het niet bij. “Mijn favoriete scène is als het kikkervisje bij Marylin Monroe in de tuinvijver naar de flauwekul luistert die Arthur Miller over Tolstoj vertelt.”

Ik heb altijd al geweten dat Brick Eagleburger een cultuurbarbaar is. Maar met zijn interpretatie van mij alsook mijn pennenvruchten slaat hij echt de plank faliekant mis.

Woensdag 22 november

Vanavond vroeg ik tijdens de sessie met mijn beminde Dave of het normaal was om tot God te bidden voor het oversteken. Hij trok licht zijn wenkbrauwen op en friemelde wat aan zijn staart voordat hij enigmatisch antwoordde: “Ach ja, wat is normaal?”

Wat bedoelt hij daarmee? Dave is duidelijk op intellectueel gebied mijn meerdere. Ik ben het niet waard om zijn patiënt te zijn.

Donderdag 23 november

Ik heb de diensten van een tweede therapeut ingeschakeld. Zo kan ik twee keer per week vijfenvijftig minuten zonder onderbreking over Dave praten. Mijn nieuwe vertrouwelinge heet Anjelica House. Ze is van middelbare leeftijd, meer heb ik niet van haar onthouden. Ik ga morgen na mijn werk weer naar haar toe.

Vrijdag 24 november

Anjelica heeft me uitgelegd dat de liefde die ik voor Dave Mutter voel niets meer is dan wat ze in de geestelijke gezondheidsbranche ‘overdracht’ noemen. Ze is een heerlijk empathische vrouw en misschien ben ik wel een beetje verliefd op haar.

Geoffrey Perkins is helemaal wild van Het rusteloze kikkervisje. Hij wil Dawn French voor de hoofdrol.

Maandag 27 november
Ashby de la Zouch

Vandaag is nog maar de eerste dag van de ramadan, maar Mohammed de pomphouder is nu al in een slecht humeur vanwege het vasten dat zijn religieuze wetten hem voorschrijven. Op een normale werkdag eet hij drie zakjes cheese-and-onionchips en een stuk of twee KitKats. Ik had hem al laten weten dat hij minstens vijfentwintig kilo zou moeten afvallen. Tot mijn verbijstering gaf hij me de volle laag over mijn gebreken qua karakter en voorkomen, en eindigde zijn tirade met: “Je zou eens goed in de spiegel moeten kijken, Moley. Er steken genoeg haren uit je neus om een muizennest van te weven. En je lijkt wel vijf maanden zwanger.”

Ik verontschuldigde mij meteen voor mijn grofheid. Ik probeerde hem uit te leggen dat mijn beide therapeuten, Dave Mutter en Anjelica House, me aanspoorden om me wat eerlijker naar mensen op te stellen. Dit scheen zijn woede alleen nog maar op te stuwen, maar gelukkig werd me een tweede uitbarsting bespaard omdat er een luidruchtige vrouwelijke motorrijder kwam klagen dat er geen wc-papier in het damestoilet was.

Toen ik weer naar buiten liep, dacht ik over ons gesprek na. Hoe kwam Mohammed op het idee van dat muizennest in mijn neus? En wat moest die opmerking over mijn vijf maanden zwangerschap voorstellen?

Dinsdag 28 november

Ik trok vanmorgen mijn kleren uit en heb mezelf eens goed bekeken in de spiegel van de garderobekast. Van voren zie ik er best aardig uit. Mijn schouders hangen een beetje, maar in de categorie uiterlijk scoor ik nog steeds bovengemiddeld. Mijn profiel daarentegen laat nogal wat te wensen over, en ja, Mohammed, ouwe schoolkameraad, je hebt de simpele waarheid verteld: van de zijkant lijk ik vijf maanden zwanger. Mijn buik, ooit een discreet plat vlak, steekt nu duidelijk naar voren. Hoe is dit gebeurd zonder dat ik het in de gaten had? Tot mijn schrik schijnt mijn zoon Glenn er een ultrageheim dagboek op na te houden, zoals hij het zelf omschrijft. Hij heeft ook in prikkeldraadletters op de kaft geschreven: “Openen op gefaar voor eige leven.” Ik kwam sterk in de verleiding om te kijken wat de jongen over mij had geschreven en als het me was gelukt om het slot er ongemerkt van af te peuteren, had ik het nog geweten ook.

Woensdag 29 november

Kan iemand me uitleggen waarom we Brits rundvlees naar Frankrijk exporteren en waarom de Fransen hun rundvlees exporteren naar Engeland? Ik heb het al aan iedereen gevraagd, maar niemand heeft me een bevredigend antwoord kunnen geven. Na mijn werk vanavond had ik een sessie met Dave Mutter. Ik vertelde hem over Mohammeds opmerking over het muizennest in mijn neus. Dave vond Mohammeds verbeeldingskracht ‘zeer verwerpelijk’. Hij stelde voor dat Mohammed in therapie zou gaan.

Ik kan tot mijn vreugde melden dat mijn obsessie met Dave Mutter ten einde is. Hij is gewoon een saaie babyboomer met een stemmetje als Minnie Mouse en een overjarige paardenstaart. Anjelica House daarentegen, mijn therapeute voor de second opinion, vind ik echt een formidabele vrouw. Waarom heb ik de schoonheid van vrouwen van middelbare leeftijd nooit eerder opgemerkt? Hoe komt het dat ik altijd blind was voor de pracht van het kraaienpootje of de geweldige manier waarop het vlees op hun bovenarm lilt als ze een kussen opschudden?

Middernacht

Pandora belde me net of mijn vader al was genezen van de infectie die hij in het ziekenhuis had opgelopen. Ik antwoordde dat hij nog steeds onder medisch toezicht stond. Ze was in haar nopjes: ze wil hem ter illustratie inzetten voor een motie over geprivatiseerde schoonmaakdiensten in het ziekenhuis. Voordat ze ophing liet ze terloops vallen dat de rel tussen vicepremier John Prescott en de Franse minister Dominique Voynet eerder een ruzietje tussen twee geliefden betrof! Kijk eens aan. Die twee vieren hun lusten bot terwijl de rest van de wereld wegteert op hun snijlijn? Als dat zo is, moeten wij, de wereldburgers, dat weten.

Donderdag 30 november
Ashby de La Touch

Mijn moeder heeft zich aangemeld als vrijwilliger bij een milieuorganisatie. Ze hoopt vogels te mogen gaan tellen die over een meer in Kenia vliegen. Het vervulde mij eerlijk gezegd met afschuw. Mijn moeder misbruikt een waardevol ecologisch initiatief. Ik weet zeker dat ze nog nooit enige belangstelling voor vogels, Kenia of tellen heeft gekoesterd. Het is zonneklaar dat ze alleen een gratis vakantie wil. Die organisatie zou beslist moeten weten dat ze niet eens kan tellen. De statistieken over de vogeltrek van Keniaanse vogels kunnen de komende jaren hopeloos onbetrouwbaar zijn. En dat kan weer leiden tot stress en trauma onder ornithologen en wie weet tot hun vroegtijdig overlijden.

Ik deelde mijn zorgen over de weeskindjes van Keniaanse ornithologen met Glenn. Hij fronste zijn wenkbrauwen: “Waarom maak je je nu al te sappel over iets wat nog niet eens is gebeurd, pap?” Daar had ik geen bevredigend antwoord op. Later stelde mijn therapeute Anjelica House me precies dezelfde vraag. Misschien moet ik haar gage van vijfentwintig pond maar aan Glenn geven. Zo blijft het geld tenminste in de familie en hoef ik ook niet helemaal naar het huis van mevrouw House te rijden, waarmee ik ook weer meteen de parkeerproblemen omzeil en de gênante klatergeluiden als mevrouw House beneden in het toilet een plasje doet.

Vrijdag 1 december

Ik belde vanmorgen naar mijn moeder en kwam er tot mijn verbazing én mijn woede achter dat ze in Parijs zat! Ivan Braithwaite zei dat ze in hetzelfde hotel verbleef als waar Oscar Wilde honderd jaar geleden was overleden. Hoe durfde ze zomaar de Eurostar te nemen terwijl zo veel mensen van de honger omkomen? Walgelijke instelling. Vooral omdat ik de Wilde-expert ben. De weinigen die in 1982 de schooluitvoering hebben gezien van The Importance of Being Ernest, waarin mannen de vrouwenrollen speelden en vice versa, zullen mijn vertolking van Lady Bracknell nimmer meer vergeten.

Brick Eagleburger heeft zijn advocaat Peter Elf ingeschakeld om een rechtszaak aan te spannen tegen de Amerikaanse regering. Brick is ervan overtuigd dat zijn stem is misbruikt. Kennelijk was meneer Elf er vooralsnog niet zo happig op om de VS aan te klagen, daar hij zich voornamelijk bezighoudt met bescheiden notariële beslommeringen in een volkswijk.

Zaterdag 2 december

Ik heb mijn functie bij Eddie’s Tea Bar de wacht aangezegd. Het werk bleek zeer onbevredigend en aan de permanente frituurvetstank in mijn kleren heb ik nooit goed kunnen wennen. Eddie reageerde stoïcijns op mijn ontslag. “Ik wist dat je niet uit het juiste hout gesneden was voor de horeca,” zei hij. “Dat zag ik al meteen. Je hebt er de goeie polsen niet voor.” Ik vroeg hem op welke wijze mijn polsen tekortschoten en hij antwoordde: “Ze moeten flexibel zijn om te bakken en te braden, maar die polsen van jou zijn zo buigzaam als een homp steenkool.”

Toen ik later met Glenn kreefthapjes klaarmaakte voor ons diner, vertelde ik hem over mijn gesprek met Eddie. “Wat is een homp steenkool?” vroeg hij. Ik zei: “Dat is een glanzend zwarte steen die we vroeger gebruikten om de kachel te laten branden.” Hij barstte in een gigantische lachbui uit. Het joch weet niet anders of er is altijd centrale verwarming geweest. Waarschijnlijk denkt hij dat Jezus een dubbele radiator naast zijn krib had staan.

Zondag 3 december

Die losgeslagen kinderbende bij ons in de wijk heeft nu een koor gevormd en ze gaan van deur tot deur om geld te vragen voor een rommelig half gezongen versie van Slade’s ‘Merry Christmas Everybody’. Degenen die weigeren om een paar zilverlingen te overhandigen, kunnen rekenen op dreigementen. Hun afvalcontainers worden de straat uit geduwd en mogelijk ondersteboven gekieperd. Ik belde naar de wijkagent, Lee Bush, maar kreeg zijn voicemail.

Maandag 4 december

William is verkozen om derde herder te spelen in een schooluitvoering van het kerstverhaal. Ik ben vanavond naar Habitat gegaan om een theedoek te kopen bij wijze van hoofdtooi. Alleen het beste is goed genoeg voor mijn zoon.

Woensdag 6 december
Ashby de la Zouch

William denkt nog steeds dat Santa Claus bestaat en zeurde gisteravond alweer dat hij naar het warenhuis van Debenham wilde om Santa te zien abseilen vanaf het dak waarna hij ceremonieel zijn intrek in de grot op de derde etage zou nemen. We stonden vooraan in de menigte en toen Santa met scheve baard en in verfomfaaid rood pak landde, schreeuwde William: “Santa! Krijg ik een PlayStation 2 voor kerst?” antwoordde Santa: “Natuutlijk, mijn zoon.”

Ik kon die ouwe zak wel wurgen. Hoe moet ik het geld voor een PlayStation bij elkaar sprokkelen? Die krengen kosten tweehonderd pond per stuk. Bovendien zijn ze nergens in dit land te krijgen. Moet ik William maar de waarheid vertellen en opbiechten dat de abseilende Santa in feite gewoon een grijsharig lid was van The Rockettes, de klimmuurclub uit Leicestershire (dus iemand die geen enkele beslissingsbevoegdheid heeft aangaande kerstcadeaus), of moet ik tot 25 december wachten om zijn teleurgestelde kindergezicht te aanschouwen?

Mijn uitgedijde familie zit in de rats over de feestdagen. Niemand weet nog wat ze op eerste of tweede kerstdag moeten doen, noch op oudejaarsavond. Slechts één ding staat vast: ik ga hier niemand uitnodigen. Ik kan me de Barbie-adventskalender niet eens veroorloven waar William zijn zinnen op heeft gezet. Ik heb Mohammed van de pomp gevraagd of hij me er een voor de halve prijs wilde verkopen, omdat we per slot van rekening al halverwege de maand zijn. Maar hij weigerde! Is dat niet gemeen? Hij zei dat hij de Barbie-adventskalender opzij zou leggen voor volgend jaar, om er dan de volle prijs voor te kunnen vangen. Daar gaat de kerstgedachte.

Donderdag 7 december

Tania Braithwaite heeft ons op bitse toon laten weten dat we met Kerstmis dan wel bij haar in The Lawns terecht konden. We stonden naast elkaar in de rij bij de supermarkt. “Kom dan maar als je nergens anders heen kunt,” zei ze. Een snelle blik op de inhoud van haar boodschappenwagentje herinnerde me aan haar kalkoen- en chocoladeloze houding jegens de kerstdagen. Overwegend sojaproducten met een stuk of tien flessen hartversterkend vlierbessensap. Geen wonder dat mijn vader maar niet wil opknappen van zijn infectie. Hij was van plan om kerst met Tracy Lintel te vieren, zijn vaste verpleegster. Terwijl ik dit opschrijf liggen de ballonnen, knalbonbons en sterretjes al in het sterilisatieapparaat van het ziekenhuis.

Vrijdag 8 december

Ik werd vandaag gebeld door Pamela Pigg. Ze zei dat ze mij maar niet uit haar hoofd kon zetten. Glenn hoorde het (ze heeft een nogal schelle stem). Grimmig merkte hij op: “Je moet echt mesjogge zijn om daar nog een keer in te stinken, pap.”

Pamela heeft een nieuwe baan. Ze werkt nu met zwervers, al noemt ze hen alleenstaande daklozen. Volgens haar waren er in de nachtopvang nog enkele functies vrij en ze voegde eraan toe dat ik geknipt zou zijn om met deze onfortuinlijke mensen te werken.

“Nou, dan alleen maar omdat je zo slecht kan ruiken,” zei Glenn. Ik had een pakje met vijf weken oude garnalen naast de verwarming in de auto laten liggen, maar daar niets van gemerkt. Ik begreep maar niet waarom iedereen in mijn auto zat te kokhalzen. Misschien moet ik eens langs de medische dienst in Leicester voor een reuktest.

Zaterdag 9 december

Mijn moeder heeft de hele gevel van haar huis met een kolossale Santa van knipperlichten bedekt. Het is ongelooflijk volks. Haar voortuin staat al vol met levensgrote bordkartonnen van Posh, Becks en baby Brooklyn. Ze heeft bij alle drie met een stuk ijzerdraad een halo om hun hoofd bevestigd. “Dit is de heilige familie van het jaar 2000,” aldus mijn moeder. Maar ik voorspel dat ze snel genoeg zal krijgen van de meute die elke avond wat bij haar komt bietsen. Iemand heeft Brooklyns kribbetje al gestolen.

Maandag 11 december

Brick Eagleburger gaat zijn advocaat Peter Elf aanklagen. Hij heeft verzaakt om zijn stemrecht als Amerikaanse emigrant te beschermen. Elf wilde niet namens Eagleburger optreden, omdat naar eigen zeggen zijn kennis van de Amerikaanse grondwet niet toereikend zou zijn.

Dinsdag 12 december
Ashby de la Zouch

Nog steeds komt de massa in drommen op mijn moeders voortuin met het tableau van Posh, Becks ‘n’ Brooklyn af. Aangemoedigd door die bijval heeft ze er drie koningen aan toegevoegd die geschenken komen brengen. Bij de eerste koning (Tom Hanks) bungelt een Prada-tas aan zijn kartonnen vingers. De tweede koning (Danny DeVito) biedt baby Brooklyn een fleece trui van Gap aan. De derde koning (Sylvester Stallone) houdt een fles aftershave van Calvin Klein vast.

Ik vroeg haar waar ze die levensgrote bordkartonnen figuren vandaan had. Ze beweerde iemand binnen de filmindustrie te kennen. Mijn glazen bol zegt ‘catastrofe’. De buren zijn woedend, omdat ze hun auto niet meer voor hun eigen deur kunnen parkeren. De politie is er al twee keer bijgehaald om mijn moeder te waarschuwen dat ze de openbare orde verstoort. Onder het mom van zijn wankele geestesgesteldheid is Ivan Braithwaite, mijn moeders meest recente echtgenoot, weer bij zijn ex-vrouw Tania in The Lawns ingetrokken.

Zowel mijn moeder als Ivan en Tania houdt vol dat het slechts een tijdelijke en platonische oplossing is. Toen ik Ivan ophaalde uit Wisteria Walk, met zijn weekendtas en zijn laptop, zag ik hem zichtbaar ontspannen naarmate we ons verder van het huis verwijderden. En toen hij de entreehal van The Lawns betrad – ruim, rustig en overal witte tapijten – barstte hij bijna in tranen uit.

Tania heette hem welkom met een glas hartversterkend vlierbessensap en een stuk zelfgemaakte taart. Op de achtergrond hoorde ik de zoete klanken van een cd van Charlotte Church. Het was lastig besluiten wat me hier het meest tegenstond: het hartversterkertje, de taart of het gekweel van juffer Church. Ik was blij dat ik kon opstappen. Terwijl ik de voordeur achter me dichttrok, hoorde ik Ivan nog tegen Tania zeggen: “Ik ben door een hel gegaan, Tania.” En tot mijn ontzetting antwoordde Tania: “Je bent nu weer thuis, Ivan.”

Woensdag 13 december

Mijn arme vader weet niets van deze nieuwe modus vivendi op The Lawns. Zijn vaste verpleegster Tracy Lintel zei door haar maskertje: “Hij mag aan geen enkel emotioneel trauma worden blootgesteld want dat zou hem wel eens fataal kunnen worden.” En voegde eraan toe: “Hij is kandidaat voor de Langstverblijvende Patiënttrofee.” Ik beloofde haar om niet te zeggen dat zijn meest recente echtgenote weer met haar ex-man samenwoonde. Noch dat zijn ex-vrouw diverse wetten van dit land aan haar laars lapte.

Donderdag 14 december

Vanavond heb ik namens Santa het volgende briefje geschreven. Ik heb het op Williams kussen gelegd voordat ik hem naar bed bracht.

Beste William Mole,

Ik heb je het hele jaar door gadegeslagen en ik moet zeggen dat ik erg tevreden over je ben. Helaas moet ik echter mededelen dat mijn elven niet voldoende PlayStations hebben kunnen maken en daarom zul je er met de kerst geen krijgen.

Groet,

Santa Claus,

Groenland

P.S.: Ik heb tweeduizend elven gedwongen moeten ontslaan.

Hij huilde een half-uur lang omdat Santa had ondertekend met ‘groet’ en niet met ‘veel liefs’. Het is een heel gevoelig jongetje.

Vrijdag 15 december

Het kerstverhaal begon een kwartier te laat omdat een van de ouders, ene Lucy Morgan, een videocamera de zaal in had proberen te smokkelen. Ze wilde hem eerst niet afstaan en beriep zich op de wet persvrijheid. Schoolhoofd mevrouw Parvez kaatste terug met de Europese wet op privacy. Enkele Guardian-lezers mengden zich in de discussie. Sommigen waren op de hand van Lucy Morgan, anderen zaten in het kamp van Parvez.

Eerlijk gezegd ontpopte William zich als een zeer teleurstellende herder. Hij liet zijn schaap uit zijn handen vallen en begon het beest verveeld over het podium te schoppen. Ergens dreigde het getrapte schaap het kindeke Jezus (een ingezwachtelde Action Man) uit zijn krib te stoten.

Terwijl we op Wïlliam wachtten, zei Glenn: “Tony Blair heeft gezegd dat je je kinderen voortaan mag slaan, pap.”

“Ik ga Wïlliam geen klap geven omdat hij een verveelde herder speelde, Glenn.”

Hij antwoordde: “Als hij Jezus uit zijn krib had gestoten, was ik zelf op het toneel gesprongen om hem een pak op zijn lazer te geven.”

Vrijdag 22 december
Ashby de la Zouch

Alweer een avondje uit! Vanavond was dat naar de school van Glenn, waar ik vroeger ook op heb gezeten, voor de toneeluitvoering van Het Feestweekverhaal. In mijn tijd heette dat nog het kerstverhaal. Pandora speelde in 1982 nog een hartveroverende Maria. Bij de tangverlossing van Jezus vielen een paar mannen in het publiek flauw.

Naast mij zat Mohammed, wiens dochtertje Raki ook meespeelde als een lijmsnuivende jongere die van huis was weggelopen om aan een gearrangeerd huwelijk te ontkomen. Tot mijn aanzienlijke ontsteltenis was Glenn gecast als dakloze alcoholist. Het was een verwarrende productie, vooral omdat de kinderen geen tekst hadden, noch was hun verteld waar ze op het toneel moesten gaan staan noch wanneer ze moesten opkomen en weer weggaan. Wat leidde tot een sporadisch ernstig overbevolkte bühne die meneer Billington, de jonge dramadocent, noopte tot het schreeuwen van instructies die we boven het weerzinwekkende gekras van het schoolorkest uit konden horen.

Roger Patience, het schoolhoofd, zat naast het toneel met zijn hoofd in zijn handen. Klaarblijkelijk moest dit decor een nachtopvang voorstellen. Een zwanger meisje genaamd Maria liep de planken op met haar ‘partner’ Joe en vroeg de dienstdoende hulpverlener om onderdak. Wat Maria in feite zei was dit. “Ik moet plat want er komt een koter aan en de smerissen zitten me op de nek, omdat ik luiers uit de knakenshop heb gejat.” Waarop de hulpverlener zei: “Je maakt zeker een geintje? We hebben niks want het is hoogseizoen. Je had moeten boeken, muts.” Joe sprong tussenbeide. “Zit jij mijn chickie te dissen?” Daarna kwam Glenn op voor een verontrustend natuurgetrouwe vertolking van iemand die diverse flessen gedistilleerde drank had geconsumeerd.

Toen was het tijd voor een vrouwelijke delinquent c.q. engel, die schreeuwde: “Ik zag me net een heldere ster in het oosten! Was er eerst niet. Ben er helemaal kapot van!” Mohammeds dochter kwam op, snuivend aan een (lege, naar ik hoop) lijmtube. Naast me begon Mohammed onrustig op zijn stoel te schuifelen. Maar hier raakte ik het dramatische spoor bijster en keek dus maar in het programmaboekje. Ik zag dat Pamela Pigg werd vermeld vanwege haar ‘daklozenresearch’.

Toen ik weer naar de voorstelling keek, was Raki een geïmproviseerde monoloog aan het houden hoe het was om als radicale feministe op te moeten groeien in een islamitisch-fundamentalistisch gezin. Mohammed mompelde: “Als die denkt dat ze met kerst nog een paar Timberlands krijgt, dan heeft ze nog een verrassing tegoed.”

Meneer Billington gaf na afloop nog een speech, waarin hij alle kinderen hartelijk dankte voor ‘hun enthousiaste interpretatie van improvisatietechnieken’. Hij wenste ons allen ‘fijne feestdagen’ toe.

Op weg naar de parkeerplaats zei Mohammed: “Moley, wat is er toch gebeurd met het gewone kerstverhaal?” Ik zei dat het kennelijk in bepaalde kringen niet wenselijk was gezien het multiculturele karakter van de school.

Mohammed schoot in de lach en zei: “Welke kringen? Die onder hun ogen?”

We gingen naar een pub voor een kerstdrankje. Ik vroeg om een broodje kaas, maar kreeg te horen dat ze alleen nog maar Thais eten serveerden. Nu vind ik het opslurpen van een kom noedels niet echt lekker bij mijn drankje, dus ik at niets. Met als gevolg dat ik lichtelijk aangeschoten thuiskwam en Pamela Pigg belde om haar mee uit te vragen. Ze ging er gretig op in en zei: “Wat heb ik naar dit moment uitgekeken.” Nadat ik de hoorn op de haak had gelegd vervloekte ik de twee shandy’s die ik net had gedronken.

Maandag 25 december

Eerste kerstdag is vergald. Mijn familie is getroffen door een tragedie. Gisteravond is mijn moeder gearresteerd en aangeklaagd wegens verstoring van de openbare orde.

Het tableau van Posh, Becks en Brooklyn in haar voortuin trok hele mensenmassa’s die allemaal stonden te koekeloeren. Ze werd niet op borgtocht vrijgelaten, omdat ze dat gemene prikkeldraadtrucje deed bij de pols van een politieagent die Brooklyns krib probeerde af te breken. De politieagent wordt behandeld voor zijn trauma en zal naar verwachting twee maanden ziek thuis zitten.