12

‘Maar ja, dat is ook maar gewoon mijn mening, hè,’ zei de vrouw. ‘Die rechters zijn echt veel te soepel. Het is toch zo duidelijk als wat? Ik snap niet dat mensen daar geen vraagtekens bij zetten. Er wordt minder streng gestraft en het aantal misdrijven neemt toe. Zelfs een blinde zou het verband daartussen kunnen zien, en toch zijn er nog steeds – en dat verbaast me eigenlijk nog het meest – echt mensen die vinden dat je criminelen niet moet opsluiten!’

De vrouw keek met opgeheven handen de tafel rond en probeerde met haar glimlach van ‘dat geloof je toch niet?’ de rest van het gezelschap zover te krijgen met haar in te stemmen. De gasten keken haar echter stuk voor stuk een tikkeltje wezenloos aan. Ben merkte dat zijn benen bijna sliepen en sloeg zijn ene been snel over het andere. Hij nam nog een slok van zijn wijn en feliciteerde Tessa stilletjes met dit geweldig geslaagde etentje.

De gastvrouw zat tegenover hem aan het hoofd van de tafel, in een roodbruine jurk waar haar donkerrode lippenstift vreselijk bij vloekte. Bovendien stonden geen van beide kleuren haar bijster goed. Het feestje was ter ere van het feit dat Keith en zij tien jaar getrouwd waren, maar zoals bij alles gold ook bij dit soort etentjes dat Tessa iets eerder in stof dan in goud kon veranderen. Ze was er dan ook in geslaagd om precies het verkeerde aantal gasten uit te nodigen: te veel voor een intiem diner, te weinig om het iets anders te kunnen noemen. Het eten was echter verrukkelijk en de wijn al helemaal, en als de gasten het iets beter met elkaar hadden kunnen vinden, had het misschien niet eens zo’n rampzalige avond hoeven zijn. Soms is het juist goed als het gezelschap gemêleerd is, maar in dit geval liep het vanaf het begin al voor geen meter.

De enige die het nog niet had opgegeven, was dit mens.

Ze was voor de kaasgang begonnen met ratelen en terwijl de rest van de gesprekken langzaam maar zeker doodbloedde, besloot ze de steeds pijnlijker wordende stiltes maar in haar eentje op te vullen. Ze was best aantrekkelijk, op een net iets te opzichtige manier, en beschikte over de stellige aanwezigheid die vaak hand in hand gaat met rijkdom; een bijkomstigheid waardoor ze blijkbaar ook niet gewend was aan tegenspraak en daar anders gewoon overheen walste.

‘Net als die hele kwestie van de doodstraf,’ vervolgde ze haar betoog met een glimlach op haar gezicht waarmee ze probeerde uit te stralen dat ze heus niet onredelijk was. ‘Iedereen weet toch dat daar een afschrikwekkende werking van uitgaat, dus waarom we dat in hemelsnaam dan niet ook gebruiken, is mij een raadsel. Dat slag zou heus niet meer bij het minste of geringste verkrachten en moorden als ze wisten dat ze daarvoor konden worden opgeknoopt. Maar nee hoor. Nee, wat gebeurt er met die lui? De helft van de tijd krijgen ze iets belachelijks zoals een voorwaardelijke straf of een taakstraf. Nou, ik kan je verzekeren dat zo’n straf mij ook niet zou weerhouden!’

Ha! Ja, dat nam Ben direct van haar aan. De enige manier waarop je dat mens stil kreeg, was als je haar kop eraf zou hakken. Hij keek Keith even aan, verbaasd dat die niet ingreep om het gesprek in goede banen te leiden. Zijn vriend zat echter in zijn glas te staren en leek de tirade van de vrouw niet eens te hebben opgemerkt, of zich er in ieder geval niet aan te storen. Hij was de hele avond al stil geweest, maar dat was na tien jaar huwelijk met Tessa misschien ook niet zo raar, bedacht Ben. Zij wierp haar echtgenoot ondertussen bijna continu veelbetekenende blikken toe, met een wanhopige glimlach op haar gezicht geplakt. Maar ook dat leek Keith geheel te ontgaan. Hij dronk zijn glas leeg en schonk het afwezig meteen weer bij. Goed idee, dacht Ben, en hij volgde zijn voorbeeld.

De vrouw hield maar niet op. ‘Onze maatschappij is gewoon te soft geworden, volgens mij is dat het hele probleem. En dan heb ik het niet alleen over het gevangenisbeleid. Op school is er namelijk ook geen enkele discipline of tucht meer, dus ja, vind je het gek dat je dan de ene generatie na de andere van slechtopgeleide minkukels krijgt. En dan die nieuwe mode, dat ouders niet eens een corrigerende tik meer mogen uitdelen aan hun kinderen. Dat is toch werkelijk niet te geloven? Daarom is de jeugdcriminaliteit ook zo hoog hè, omdat ze geen respect meer hebben voor het gezag. Volgens mij moeten we dat er gewoon weer in stampen.’

Ben had al behoorlijk wat drank op en had voor hij hier aankwam ook al een paar biertjes gedronken, deels omdat het zaterdagavond was, maar ook omdat hij die feestjes bij Keith en Tessa wel kende en wist wat hem te wachten stond. Maar pas toen hij: ‘Ach ja, knoop ze allemaal maar gewoon op,’ wilde mompelen en dat helaas veel harder deed dan de bedoeling was, realiseerde hij zich dat hij echt dronken was.

O, shit, bedacht hij zodra alle gezichten zijn kant op werden gedraaid. De vrouw zat hem aan te kijken alsof ze hem nu pas opmerkte. Ze had een wat neerbuigende glimlach op haar gezicht, maar haar blik was ronduit dodelijk.

‘Ik weet dat gezond verstand vandaag de dag niet meer zo hoog staat aangeschreven. Dingen belachelijk maken is zoveel makkelijker dan er ook echt iets aan doen, hè. Maar misschien dat je ons zou willen vertellen wat volgens jou dan de beste oplossing is?’

Hij had helemaal geen zin in deze discussie en hij wist eigenlijk niet eens of ze het wel zo oneens waren. Het was eerder de vrouw zelf die hem tegenstond. Elk glas wijn dat hij op had keerde zich tegen hem toen hij met een tong die aanvoelde als een lap leer, uitkraamde: ‘Nou nee, niet echt.’

‘O nee?’ De vrouw keek om zich heen en beschouwde zichzelf nu blijkbaar als de spreekbuis van het hele gezelschap. Ben merkte dat hij steeds bozer werd en probeerde zich in te houden, omdat hij donders goed wist dat hij te veel op had. ‘Heb je zelf soms ook kinderen?’ vroeg de vrouw hem.

‘Alleen aangetrouwd.’

‘Eh, zullen we…’ probeerde Tessa nog, maar de vrouw liet zich niet de mond snoeren.

‘En geef je ze een draai om de oren als ze zich misdragen of laat je ze gewoon maar begaan?’

‘Nou, hij is autistisch dus hij zou het niet snappen als ik dat deed. Dus nee, volgens mij heeft slaan dan niet zoveel zin,’ antwoordde Ben. ‘Tenzij jij vindt dat ik hem gewoon uit principe alsnog een tik zou moeten geven.’

De vrouw verschoot van kleur en wendde haar hoofd snel af. Het was opeens doodstil in de kamer. Goh, dat is nou een goeie manier om de sfeer te bederven, dacht hij bij zichzelf terwijl hij Tessa overeind zag schieten.

‘Iemand zin in koffie?’ Het kwam er hysterisch opgewekt uit. Ben zag dat haar mondhoeken trilden en hij had ter plekke wel door de grond willen zakken. Toen een paar mensen opgelucht antwoord gaven, glipte hij snel van tafel en liep naar het gastentoilet boven.

Hij leegde zijn blaas en vermeed het om in de spiegel te kijken toen hij zijn handen waste. Het was tijd om naar huis te gaan. Hij was sowieso al niet echt in een feeststemming geweest, maar de lust was hem nu helemaal vergaan. Afgezien van zijn schuldgevoel over die scène van daarnet, was door de opmerking over Jacob ook allerlei emotionele droesem boven komen drijven. En dat het zijn eigen schuld was, verzachtte de pijn helaas niet. Hij besloot dat hij zich straks stilletjes zou verontschuldigen en er zo snel mogelijk vandoor zou gaan.

Ze zouden hem toch niet missen.

Toen hij de deur opendeed trof hij echter Keith in de gang aan, die daar blijkbaar op hem stond te wachten. ‘Aha, ik hoopte al dat jij het was,’ zei zijn vriend terwijl hij zich oprichtte.

‘Sorry van daarnet, hoor. Ik weet dat ik mijn mond had moeten houden,’ begon Ben, maar Keith luisterde zo te zien niet eens.

‘Ik moet je even spreken.’ Hij zei het op zachte toon, maar met een duidelijke ondertoon van urgentie. Hij pakte Ben bij de arm en trok hem weg bij de trap. Hij opende de deur van zijn studeerkamer en knipte het licht aan. Tessa bleek zelfs hier haar stempel op te hebben gedrukt, althans, het leek hem sterk dat Keith van lichtpaars hield. Het gloednieuwe computerscherm op het met leer ingelegde bureau zag er te midden van de smakeloze klassieke inrichting zowel belachelijk modern als veel te praktisch uit.

Keith deed de deur meteen weer dicht. Hij keek een tikkeltje glazig uit zijn ogen en Ben was verbaasd te zien dat zijn vriend duidelijk aangeschoten was. ‘Hé, wat is er met jou?’

Keiths gezicht stond ondanks de blos van de drank opmerkelijk gespannen. Hij wierp nog een zenuwachtige blik op de deur. ‘Ik ga vreemd.’

Zijn poging om het nonchalant te laten klinken, mislukte jammerlijk. Hij glimlachte dunnetjes toen hij Bens blik zag. ‘Ja, ja, ik weet het. Ik kan het zelf ook nog niet helemaal geloven.’

Ben bedacht dat er vast een bepaalde etiquette bestond voor dit soort gesprekken, maar als dat al zo was, had hij helaas geen flauw idee hoe die dan luidde. ‘Met wie?’

Keith streek met zijn hand over de rand van het toetsenbord, op zoek naar niet-bestaand stof. ‘Ze werkt als consultant voor een bedrijf dat een van onze bands vertegenwoordigt.’

Merkwaardig genoeg voelde Ben bijna iets van opluchting dat het geen spannender iemand was. ‘En hoe lang is het al gaande?’

‘Bijna een maand. Ik ken haar al veel langer, maar… Tot nu toe was het puur zakelijk. Maar een paar weken geleden was er een feestje ter ere van het nieuwe album van die band en toen raakten we aan de praat en eh… Nou ja, toen gebeurde het gewoon.’

‘Heb je haar sindsdien dan nog een keer gezien?’

‘Ja, minstens zes keer al. Ze woont niet al te ver van kantoor, dus we gaan tijdens de middagpauze vaak naar haar appartement. En ik heb Tessa een paar keer gezegd dat ik moest overwerken.’ Hij lachte vreugdeloos. ‘Wat een cliché, hè.’ Hij ging zitten. ‘Ik kan gewoon niet geloven dat dit mij overkomt. Ik heb mezelf nooit gezien als iemand die zou vreemdgaan.’

Nee, Ben ook niet, maar dat zei hij maar niet hardop. ‘Weet Tessa het?’

‘Nee, allejezus, zeg. Nee, natuurlijk niet!’ Keith keek hem volkomen ontsteld aan. ‘Nee, ze heeft geen idee. Niemand weet het. Ik wilde het jou eigenlijk niet eens vertellen, maar…’ Hij streek met zijn hand door zijn haar, een van de plukken bleef rechtop staan. ‘Ik voel me zo verrekte klote. Ze wilde nota bene dat ik vanavond een speech zou houden!’

‘Ga je er een eind aan maken? Met dat meisje, bedoel ik.’

Keith gaf niet meteen antwoord. ‘Ik denk niet dat ik dat kan.’ Hij klonk echt volkomen ellendig.

‘En zij dan? Dat meisje. Wat vindt zij ervan dat je getrouwd bent?’

‘Daar hebben we het eigenlijk nooit echt over gehad.’ Hij wierp Ben een ongemakkelijke blik toe. ‘Ze is ook pas tweeëntwintig.’

Het klonk alsof hij pochte en Ben kreeg bijna vanzelf een grijns op zijn gezicht, een soort automatisch overschakelen naar een sfeertje van mannen onder mekaar. Alleen leek het of ze dat allebei ook op hetzelfde moment beseften en dat niet fijn vonden. Ben moest denken aan Tessa met haar truttige jurken, die nu zonder het te weten moest concurreren met een meisje dat tien jaar jonger was. Tot zijn eigen verbazing kreeg hij zelfs even medelijden met haar.

‘Wat ga je nou doen?’ vroeg hij.

‘Ik heb geen flauw idee.’

Er viel een stilte. Ben wilde heel graag iets constructiefs zeggen, maar kon zo snel niets bedenken.

Keith stond op. ‘Laten we maar teruggaan naar beneden. Straks merkt Tessa het nog.’

 

Ben bleef uiteindelijk tot het feestje was afgelopen. Niet alleen voor Keith, maar ook voor zijn echtgenote, want opeens vond hij eerder weggaan een soort klap in haar gezicht. Niet dat ze dat zelf ook zo zou opvatten, maar toch kon hij zich er niet toe zetten. Toen ze hem samen uitzwaaiden, bedacht hij dat hij liever helemaal niet in vertrouwen was genomen, want hij wilde geen medelijden hebben met Tessa, maar kon het nu niet laten.

‘Bedankt, hoor. Het was erg gezellig,’ loog hij terwijl hij een kus plantte op haar wang, waar te veel plamuur op zat, en meteen ook een vleugje van haar bloemige, onerotische parfum opving.

‘Ik ben blij dat je je hebt vermaakt. Fijn dat je er was.’ Toen ze elkaar in de ogen keken, met de verplichte glimlach op hun gezicht, had hij even het gevoel alsof ze allebei wisten dat ze de schijn ophielden. Hij had kramp in zijn mond toen hij achteruitstapte en Keith gedag zei, wat hij op een zo natuurlijk mogelijke manier probeerde te doen. Hij voelde zich ontzettend belabberd en hypocriet en snelde het trapje af naar de taxi die al stond te wachten, uit angst dat hij het anders misschien alsnog zou verpesten.

Hij deelde de taxi met een stel dat dezelfde kant op moest als hij. Ze waren al snel uitgepraat en verzonken in zo’n stilte van mensen die weten dat ze niets met elkaar gemeen hebben, wat ze probeerden te verbloemen door zogenaamd geïnteresseerd uit het raampje naar buiten te staren. Zij werden als eerste afgezet, waarna Ben zich op de achterbank van de taxi uitstrekte en opeens merkte dat hij helemaal niet zo moe was. En trouwens ook niet meer dronken. Na die rampzalige woordenwisseling met die ene vrouw en Keiths onthulling kort daarna, had hij zich ook strikt aan de koffie gehouden.

De taxi tufte door de donkere straten, met op de achtergrond alleen af en toe een zacht klikgeluidje van de meter. Hij kon maar niet beslissen of de affaire aangaf dat Keith dus niet zo bezadigd was als hij eruitzag, of dat het juist een teken was van een ophanden zijnde midlifecrisis, als een laatste schop tegen de maatschappelijke banden en familiale verplichtingen die hem langzaam maar zeker dreigden in te snoeren. Ben voelde zich zelfs enigszins opgelucht dat hij zelf niet in zo’n situatie zat, tot hij met een schok bedacht dat zijn positie niet bepaald benijdenswaardig was. Hoe haalde hij het in zijn hoofd om zich zo zelfvoldaan te voelen? Hij probeerde zich aan te praten dat Sarah en hij gelukkig in ieder geval wel een goede relatie hadden gehad en elkaar nooit hadden bedrogen, maar dat klonk tegelijkertijd zo ironisch dat hij zich geen haar beter voelde. Als je het van de andere kant bekeek, was hun hele huwelijk namelijk een grote schijnvertoning geweest, gebaseerd op de illusie dat Sarah Jacobs biologische moeder was.

Hij wist dat hij nu te ver ging en dat dat ook niet helemaal waar was, maar het schuldgevoel dat hij het alleen al had gedacht, voedde het groeiende gevoel van zelfhaat. En het zwelgen in zelfmedelijden lag ook weer op de loer. Hij staarde narrig door het raampje. De taxi kwam langs een rij winkels met allemaal donkere etalages en neonverlichting, en een paar kroegen met de laatste klanten die net over de straat uitwaaierden. Hij keek op zijn horloge. Het was nog niet eens twaalf uur. Het voelde alleen maar alsof de avond een eeuwigheid had geduurd.

De taxi sloeg een zijstraat in. Het was er stiller dan op de hoofdweg en ook slechter verlicht. Er stonden twee meisjes onder een van de straatlantaarns die het nog wel deden. Ze waren zwaar opgemaakt en droegen strakke korte jurkjes die hun flinke dijen maar net bedekten. Een van hen keek in het voorbijgaan met een vakkundig geoefende glimlach even in de taxi, maar nee, zo diep was hij nog niet gezonken. Bovendien is het zonde van het geld. Waarop hij zich meteen weer afvroeg waarom hij zich net zo zelfvoldaan had gevoeld over Keiths ontrouw.

Hij krijgt ’m tenminste nog omhoog.

Iets verderop liep een ander meisje langzaam op en neer in het blauwe schijnsel van de etalage van een dichte krantenkiosk. Ze had donker haar en hij kon haar gezicht niet zien, maar om de een of andere reden moest hij opeens aan Sandra Cole denken. Zijn maag kneep zich samen en heel even voelde hij zo’n duister en fout gevoel in zich opwellen dat hij het eerst niet eens herkende. Het zakte ook bijna direct weer weg en hij bleef met een onbestemd, somber gevoel achter. Hij probeerde zichzelf op te peppen met de gedachte dat hij morgen weer naar Tunford zou gaan, maar daardoor voelde hij zich alleen maar nog beroerder. Hij kon zich niet aan de indruk onttrekken dat het ergens niet helemaal in de haak was dat hij steeds zo popelde om daarnaartoe te gaan. Hij probeerde het te rechtvaardigen door zichzelf wijs te maken dat hij het omwille van Jacob deed, maar terwijl hij het dacht, geloofde hij het zelf al niet eens. Hij werd overvallen door het plotselinge besef van hoe verachtelijk hij bezig was door met die enorme lens rond te sluipen als de eerste de beste vieze voyeur.

En dat hij dat stiekem nog lekker vond ook.

Hij walgde opeens zo van zichzelf dat hij bijna een vieze smaak in zijn mond had toen hij de taxichauffeur betaalde en naar binnen ging. Hij bleef in de donkere gang even staan luisteren naar de stilte van alle lege kamers. Geen Jacob. Geen Sarah.

Hij pakte een fles wodka uit de kast en besloot zich alsnog te bezatten.

 

Tegen lunchtijd de volgende dag was zijn kater overgegaan in een gevoel van algemene malaise. Hij was verward en met een ontzettend rotgevoel op de bank wakker geworden, met de bijna lege fles wodka als stil verwijt op de vloer ernaast. Hij had eerst twee aspirines geslikt, gevolgd door een glas water met zuiveringszout en was met zijn hoofd in zijn handen aan de keukentafel blijven zitten tot bewegen eindelijk wat minder pijn deed.

De zelfhaat van de avond ervoor was verdrongen door de meer directe ellende van zijn kater. Het leek nu allemaal opeens zo onbeduidend en na een warme douche en wat ontbijt voelde hij zich gelukkig al wat minder lamlendig. Hij had zijn bord weggeduwd, op de klok gekeken en uitgerekend hoe snel hij in Tunford zou kunnen zijn als hij de sokken er een beetje in zette.

Hij wilde opeens ook zo graag naar zijn schuilplaats, dat hij een groep spelende kinderen in het bos pas op het laatst opmerkte. Ze waren te dicht bij het eikenbosje om het risico te willen nemen ernaartoe te lopen, dus er had niets anders op gezeten dan wachten totdat hun spel hen vanzelf verder het bos in had gevoerd. Hij had hen daarna nog een paar keer in de verte gehoord, maar ze waren niet meer zijn kant op gekomen. Hij hoopte maar dat de laatste op sterven na dood zijnde bladeren hem voldoende beschutting zouden bieden voor het geval ze dat wel deden. Terwijl hij zijn fototoestel en lens in gereedheid bracht, overwoog hij even of hij de volgende keer misschien ook een camouflagenet zou meenemen, alvorens zichzelf te berispen dat hij dan echt te ver zou gaan. Hij deed nu nog niets verkeerds, zei hij tegen zichzelf.

Niet echt.

Cole en Jacob waren al in de achtertuin toen hij aankwam en waren daar nog steeds. Ze bevonden zich op de open plek in het midden, omringd door schroot, met Jacob op het autokinderzitje, terwijl zijn vader met metalen karkasstukken liep te zeulen. Sandra stond nog in haar ochtendjas bij het aanrecht. Tijdens het halfuur dat Ben hen had bespied, had hij niemand op enigerlei vorm van communicatie kunnen betrappen.

Hij masseerde zijn slapen in een poging het laatste restje hoofdpijn te verdrijven en bleef door de zoeker kijken. Hij zag dat Cole een laatste stuk schroot verplaatste en daarna een stap achteruitzette om het resultaat van zijn werk te bekijken. Ben zag zelf niet wat het verschil was met hoe het voorwerp er net bij had gelegen, maar hij nam aan dat Cole het niet voor niets deed. Zelfs Cole zou toch niet puur voor de lol gewoon zware brokken metaal gaan verplaatsen…

Cole liep even later het huis in en Ben onderdrukte een geeuw. Jacob bleef onverstoorbaar doorspelen en had zo te zien niets in de gaten. Hij had weer een puzzelspeeltje in zijn hand: een ingewikkeld geval met allemaal metalen ringen. Zo nu en dan stopte hij even en hield een van de ringen dan vlak voor zijn ogen. Ben kreeg automatisch een glimlach op zijn gezicht toen hij bedacht dat Jacob waarschijnlijk het spectrum van het zonlicht probeerde te vangen. De jongen leek het prima te maken. Er zaten wat zwarte smeervlekken op zijn korte broek en shirtje, maar dat was gezien zijn vaders keuze in tuinmeubilair ook niet verwonderlijk.

Hij ving een beweging in de deuropening op en zag de bulterriër het trapje af hobbelen. Hij moest onwillekeurig aan een gespierde golem denken, maar was eigenlijk helemaal vergeten dat dat beest überhaupt bestond. Zodra de hond wat in de tuin begon te snuffelen, kreeg hij het Spaans benauwd en wenste dat Cole of Sandra tevoorschijn zou komen. Helaas waren zij in geen velden of wegen te bekennen. Hij hield zijn adem in toen de hond naar Jacob toe liep en tegen hem op sprong, maar het beest likte de jongen alleen maar een keer in het gezicht. Jacob duwde de hond met een geïrriteerd gebaar weg, maar die ging kwispelend en wel, met zijn tong uit zijn bek, aan zijn voeten liggen.

Ben merkte nu pas dat hij half overeind was gekomen en ging snel weer zitten. Het gebonk van zijn hart echode pijnlijk na in zijn hoofd. Cole was net weer naar buiten gekomen. Hij had iets in zijn handen en ging voor Jacob staan, waardoor Ben hem niet meer kon zien. Hij liet wat hij dan ook vasthad op de grond vallen.

Het bleek een gedeukte spoiler te zijn. De chromen rand van de koplamp zat er nog in, inclusief de scherpe randen waar het glas ooit had gezeten. Cole verdween weer naar binnen en kwam even later terug met een motorkap, die ook compleet in de kreukels zat. Het voorwerp werd naast de spoiler op de grond gesmeten en schommelde nog even na. Toen Cole weer naar binnen ging, bestudeerde Ben de auto-onderdelen door erop scherp te stellen. Ze hadden dezelfde kleur en leken van een en dezelfde auto afkomstig. Het was overduidelijk dat er van een ernstig auto-ongeluk sprake was geweest; er was zoveel beschadigd dat het een behoorlijke klap moest zijn geweest.

Er was iets wat aan hem knaagde. Hij verschoof de camera een klein eindje om de stapel schroot wat beter te kunnen bekijken en stelde opnieuw scherp, zodat hij de afzonderlijke onderdelen goed kon zien. Hij zag gemangelde bovenkanten, radiateurs, portieren en bumpers. En niets, maar dan ook echt niets had een glad oppervlak of was onbeschadigd. Tot nu toe had hij daar eigenlijk niet bij stilgestaan, behalve dan dat het gevaarlijk was voor Jacob, maar hij zag nu pas dat alles wat daar lag, ook de motorkap en de spoiler, de sporen van een verschrikkelijke botsing droeg. Hij liet de camera over de gehavende vormen gaan en bedacht voor het eerst dat Cole wellicht niet zomaar kapotte auto-onderdelen verzamelde.

Nee, het waren echt stuk voor stuk wrakken en onderdelen van een ongeluk of botsing.

Hij leunde achterover en wreef in zijn ogen. Hij had weer helse koppijn. Was hij aan het doordraaien, las hij hier nou te veel in? En wat maakte het ook uit? Misschien was Cole behalve gek ook wel gewoon morbide aangelegd. Maar het gevoel dat dit wel degelijk iets te betekenen had, bleef aan hem knagen.

Hij boog zich voorover naar de camera. Cole stond weer in de achtertuin en Ben keek toe terwijl hij bleef doorgaan met het verplaatsen van schroot. Hij ging heel zorgvuldig te werk en herschikte de stukken alsof het er echt toe deed waar en hoe alles lag. Zo nu en dan hield hij even op om het resultaat op zich in te laten werken, maar Ben snapte nog steeds niet waarom hij dat deed. Al dat heen-en-weergeschuif kwam hem als totaal zinloos voor, maar hij deed het op zo’n weloverwogen manier dat het bijna niet lukraak of willekeurig kon zijn. Alsof er een betekenis achter school waar alleen de ex-militair van wist.

Wat was die vent in godsnaam aan het doen?

De keukendeur ging open en Sandra Cole kwam tevoorschijn. Ze had zich inmiddels aangekleed, opgemaakt en haar haren gefatsoeneerd. Ben gokte dat ze waarschijnlijk middagdienst had in de kroeg. Ze keek beurtelings van haar echtgenoot naar Jacob en weer terug, en zei vervolgens iets. Het was net alsof hij naar een stomme film zat te kijken. Cole leek haar echter evenmin te horen. Sandra staarde met opeengeklemde lippen naar haar man, stak haar middelvinger achter zijn rug tegen hem op en liep stampvoetend terug het huis in. Ze trok de deur met een luide klap achter zich dicht, en dat hoefde Ben niet te raden, omdat het geluid nog geen tel later vanaf de voet van de heuvel zijn kant op was gedreven.

Ben kreeg automatisch een meesmuilend glimlachje op zijn gezicht. Ziehier een gezellige zondagmiddag bij de familie Cole.

Toen ze weg was liep Cole even naar binnen en kwam terug met twee borden met boterhammen erop, waarvan hij de kleinere portie aan zijn zoon gaf. Hij ging naast hem op de grond zitten en daar zaten ze vervolgens, voor zover Ben kon zien, zij aan zij in stilte te eten. Op een gegeven moment leken ze elkaar bijna te spiegelen want ze zaten er bijna exact hetzelfde bij: de jongen in het zitje, zijn vader op de grond naast hem, allebei rustig kauwend. De hond, die de hele tijd al hoopvol aan Coles voeten had gezeten, kreeg toen hij was uitgegeten een paar korstjes toegeworpen. Jacob kopieerde dat gebaar en richtte zich vervolgens weer op zijn puzzel, terwijl zijn vader de borden naar de keuken bracht.

Ben at zijn eigen boterhammen ook op terwijl hij wachtte tot de man weer naar buiten kwam. Jacob bleef al die tijd gewoon in de tuin zitten en kwam maar één keertje in beweging, toen hij naar het houten schuurtje liep en ertegenaan plaste. Ben schudde zijn hoofd, boos over het zoveelste bewijs van de lakse opvoeding van Jacobs nieuwe ouders.

Het duurde bijna een uur voor hij Cole zelf weer zag. Ben had zich net afgevraagd of hij misschien zelfs was weggegaan en Jacob alleen thuis had gelaten. Hij droeg nu een gekreukt T-shirt en een korte broek en begon meteen aan een uitgebreide serie opwarmoefeningen. Het auto-onderdeel dat hij eerder boven Jacobs hoofd had opgetild, lag vlak voor zijn voeten. Ben voelde de adrenaline door zijn lijf gieren. Hij wachtte, verscheurd door zowel hoop als afgrijzen over wat er zou gebeuren.

Cole negeerde het stompe metalen voorwerp ditmaal echter en pakte twee doodgewone bakstenen op. Hij had er een in elke hand en liet zijn armen langzaam op en neer gaan, waarbij hij ze af en toe draaide en net even een andere beweging maakte, zodat hij al zijn torsospieren trainde. Door het bijna gracieuze vertoon van totale controle dacht Ben automatisch aan tai chi. Alleen verpestte Coles beenblessure helaas het effect, omdat hij er als een aan de grond genagelde houten klaas bij stond. Tegen de tijd dat hij de stenen op de grond liet vallen, zat zijn T-shirt vol donkere zweetplekken. Toen hij naar het autozitje liep was zijn ademhaling zo te zien zwaar maar regelmatig. Hij keek even naar het puzzeltje waar Jacob nog steeds mee zat te spelen en tilde vervolgens zonder enige waarschuwing het hele zitje, inclusief Jacob, in één keer op.

De jongen keek stomverbaasd om zich heen, maar in plaats van de paniek die Ben had verwacht, verscheen er een stralende grijns op zijn gezicht. Cole begon het zitje op en neer te bewegen, waar de jongen zo te zien nogal schik in had. Ben begon automatisch foto’s te maken, maar bedacht zich. Jacob zat namelijk echt te lachen en Cole glimlachte zelf ook, terwijl hij schijnbaar zonder enige inspanning bankdrukte met zijn zoon als gewicht. Ben voelde zich opeens ontzettend buitengesloten en was zich heel erg bewust van zijn verlies. Het plezier van vader en zoon leek elke reden voor zijn aanwezigheid daar opeens teniet te doen.

Hij maakte echter geen aanstalten om weg te gaan.

‘Stomme uitslover,’ mompelde hij toen Cole het zitje keurig en heel beheerst weer op de grond zette en doorging met een andere oefening.

De rest van de middag gebeurde er eigenlijk niets opzienbarends. Cole bleef fitnessen en Jacob speelde met zijn puzzeltje. Hij keurde het zware geval naast hem op de grond geen blik waardig, maar Ben bleef desondanks naar het tafereel voor hem turen. Toen Sandra Cole terugkwam van haar werk besloot hij zich op haar te richten. Haar humeur leek niet te zijn verbeterd en ze stond bij het aanrecht aardappelen te schillen alsof het aan die piepers te wijten was dat haar leven zo ellendig was. Ze kwam haar man niet melden dat ze weer thuis was en als Cole het al doorhad, gaf hij daar geen enkel blijk van. Ben bedacht dat het wel iets weg had van een saaie soap, waarin de personages niet veel uitvoerden en niets tegen elkaar zeiden. Toch ging er een soort hypnotiserende werking van uit. Hij merkte dat hij als het ware de zoeker in werd getrokken, kijkend naar het tomeloos fascinerende gebrek aan communicatie van het echtpaar en naar hoe ze hun dagen met nietszeggende activiteiten leken te vullen.

Bovendien kon hij op die manier vermijden om na te denken over zijn eigen leven.

Het werd alleen steeds moeilijker om het te kunnen volgen. Toen hij na een tijdje achteroverleunde, zag hij tot zijn schrik dat het al schemerde. Hij had helemaal niet gemerkt dat het al zo laat was. En had dus ook niet door dat hij daar al zo lang zat.

Hij masseerde zijn stijve nek en besloot zijn boeltje te pakken, want hij had weinig trek om straks door een donker bos te moeten lopen. Hij wilde net zijn lens opbergen toen hij de gestalte in de tuin, waarvan hij nog wel kon zien dat het Cole was, in het schuurtje zag verdwijnen.

Daar was hij destijds ook naar binnen gegaan na die oefeningen met die automotor vlak boven Jacobs hoofd, herinnerde Ben zich, en hij kon zich dan ook niet bedwingen om nog eventjes door de zoeker te kijken. Het houten schuurtje doemde voor hem op en vulde zijn hele blikveld. In een van de zijwanden zat een raampje, maar vanaf deze afstand kon hij met geen mogelijkheid naar binnen kijken. Hij nam zich voor dat hij alleen even zou wachten tot Cole weer naar buiten kwam en misschien dat hij door de deuropening dan iets van de binnenkant kon opvangen.

Een kwartier later was hij inmiddels niet nieuwsgierig meer, maar vooral ongeduldig. Het was al behoorlijk donker, maar niets wees erop dat Cole op korte termijn naar buiten zou komen. Ben vroeg zich af wat die kerel daar in godsnaam aan het doen was en had net bedacht dat er misschien nog een deur was, toen het schuurdeurtje openzwaaide.

Cole strompelde de tuin in. Zijn T-shirt zat tegen zijn lijf geplakt en was donker uitgeslagen en drijfnat, alsof hij net een duik in een zwembad had genomen. Bij zijn polsen, benen en nek zaten vuurrode, opgezwollen striemen. Zelfs op zijn voorhoofd liep er een, alsof hij een zakdoek heel strak om zijn hoofd had geknoopt. Zijn gezicht was pafferig en glansde van het zweet, terwijl hij met een hand op de deurkruk naar adem bleef staan happen.

‘Jezus christus,’ wist Ben nog net uit te brengen.

Hij kon met geen mogelijkheid bedenken wat de man daarbinnen kon hebben uitgevoerd. De schuur was verre van groot… Op dat moment bedacht hij pas dat hij had willen proberen om via de deuropening iets van de binnenkant te zien. Hij kon in het donkere vierkant in de zoeker vaag een mechanisch uitziend geval onderscheiden, maar op dat moment trok Cole de deur achter zich dicht.

Hij hinkte nog erger dan normaal toen hij naar Jacob liep. Hoewel hij nog steeds behoorlijk buiten adem was, zei hij wel iets tegen de jongen en wees ondertussen naar de spoiler en de motorkap die hij daar eerder had neergelegd. Toen Jacob niet opkeek van zijn speeltje, bukte Cole zich en pakte het af. Bens vinger drukte als vanzelf op de ontspanner om Jacobs kwade reactie vast te leggen. Cole zei nog iets tegen zijn zoon, maar het had al geen zin meer. Ben wist uit ervaring dat Jacob op het punt stond om een vreselijke driftbui te krijgen en zelfs op deze afstand hoorde hij de gefrustreerde uithalen toen Jacob het speeltje terug probeerde te pakken. Cole hield het nog een paar tellen vol en gaf het toen alsnog terug.

Jacob maakte zich helemaal klein en drukte het tegen zijn borst aan. Cole keek op hem neer, maar als hij al iets voelde, viel dat niet van zijn gezicht af te lezen. Hij pakte de motorkap op, bleef er even peinzend mee in zijn handen staan en plaatste hem toen boven op de stapel. Dat duurde best even, tot hij blijkbaar eindelijk tevreden was met hoe het ding lag en vervolgens dezelfde handelingen uitvoerde met de spoiler.

En daar stond Cole dan midden in zijn achtertuin naar het resultaat van zijn inspanningen te kijken.

Hij vertrok geen spier toen de keukendeur openging en Sandra de tuin in kwam. Ze had een gespannen en onaangename blik op haar gezicht terwijl ze naar de rug van haar man staarde. Ben vroeg zich af of hij enig idee had wat er achter zijn rug gebeurde wanneer hij op zijn werk was. Vast niet. Cole was namelijk nogal een bezitterig type.

Als hij er ooit achter zou komen, zou hij haar waarschijnlijk vermoorden.

Sandra zei iets. Hoewel Ben haar niet kon verstaan, was het duidelijk dat het haar hoog zat. Cole antwoordde niet. Zijn vrouw maakte een boos handgebaar in de richting van de keuken en zei toen nog iets, waar Cole wederom niet op reageerde. Het eten is klaar. Nee, verbeterde Ben zichzelf terwijl hij probeerde te liplezen. Je focking eten is klaar. Cole snauwde haar zonder zich om te draaien iets toe, waar zij onmiddellijk op reageerde. Ze nam zo te zien wat gas terug en Ben zag op haar gezicht iets wat zowel haat als angst kon zijn. Het weerhield haar er echter niet van om duidelijk zichtbaar de woorden ‘fuck you’ tegen de rug van haar man te zeggen, waarna ze Jacob bij de arm pakte en hem meetrok naar de keuken. Hoewel Ben het natuurlijk niet zeker wist, had hij de stellige indruk dat ze de woorden alleen niet hardop had uitgesproken.

Het was nu echt bijna donker. Hij kreunde toen hij zijn rug rechtte, masseerde die even en begon snel alles op te ruimen. Toen hij zich opmaakte om door het donkere bos naar de auto terug te gaan, zag hij de schaduw van Coles gestalte nog steeds in de tuin staan.