Op Terra en op de andere werelden van de mensheid is het midden maart van het jaar 3442. Het is nu ongeveer vijftien maanden geleden dat bijna alle denkende wezens van de Galaxis getroffen werden door de Anti-Intelligentie-Golf.
De mysterieuze Zwerm vliegt onverstoorbaar verder de melkweg binnen en Perry Rhodan en zijn immune vrienden en medewerkers gaan even onverstoorbaar door met hun gevaarlijk werk: proberen het doel en de zin van deze geheimzinnige invasie te ontdekken. Intussen weten Perry en de anderen uit bittere ervaring dat de Zwerm ontzettend veel leed over vele werelden heeft gebracht. Ze weten intussen ook dat de Zwerm verantwoordelijk is voor het ontstaan van homo superior en voor het 'grote sterven'. Ze vermoeden dat de Zwerm nog meer verrassingen in petto heeft die dodelijk kunnen zijn voor de bevolkingen van nog meer planeten. Dit vermoeden wordt zekerheid wanneer Perry en de anderen met de Good Hope II en de Intersolar een uit ongeveer 7.000 ruimteschepen bestaand konvooi van de Gele Veroveraars volgen. Dit zet koers naar Diane, een door mensen, in hoofdzaak vrouwen, bewoonde planeet waar de Zwerminstallateurs hun schadelijke werk al gedaan hebben.
Perry Rhodan valt de vloot van de indringers aan. Hij wil voorkomen dat DE LAATSTE DAGEN VAN DE AMAZONES aanbreken ...
HOOFDPERSONEN IN DEZE ROMAN:
De MAN - In plaats van een naam heeft hij een nummer.
Vanilla Dutch, Gaby Flint, Bolanda Trentis en Cynthia Larrimer - Vier vrouwen van Diane.
Sandal Tolk - De wreker van Exota Alpha.
Tahonka-No - Vriend en medestrijder van Sandal.
Perry Rhodan - De opperregent bezoekt een stervende wereld.
1. Boek: DE AMAZONES
1.
Dit boek werd geschreven met de bedoeling de zinloosheid van de oorlog te beschrijven en om de maatschappij aan de kaak te stellen. We leven in leugens en paradoxen. We verachten de mannen, maken ze tot slaven en tegelijkertijd verafgoden we ze. We ontkennen ieder recht op hun bestaan en toch beschermen we hun leven met alle middelen. Hun maatschappelijke positie komt ongeveer overeen met die van huisdieren, we weigeren hen ieder recht op inspraak en staan niet toe dat ze een naam hebben. We geven ze nummers. Toch zijn ze nummer een in ons leven omdat we ze nodig hebben voor het behoud van onze soort. We noemen de mannen het zwakke geslacht, maar zij, de zwakken, de minderheid, waren beslissend in de tachtigjarige oorlog. Waarom vechten wij, Virilistinnen, tegen de Egotistinnen en de Neogolistinnen? Alleen om het leven van de weinige mannen te beschermen, om hen op onze vijandinnen te veroveren. Wat een ironie, de minderwaardige man beheerst ons denken en handelen!
'Dit boek heb ik geschreven,' zei Vanilla Dutch tegen de verlegen MAN die zojuist onder sterke bewaking de zogenaamde 'levensbunker' was binnengebracht.
Vanilla Dutch had de rang van generaal en was een van de vier Dianes die kandidate was voor de post van Moeder van Smarten. Vanilla ging verder: 'Vanaf je geboorte werd je voorbereid op je taak. Je hebt een goede opleiding genoten en een massa privileges gehad. Maar weinig van jouw soort hadden dezelfde voorrechten. Laat dus zien datje iets bijzonders bent, MAN. Van nu af aan zul je met Gaby, Bolanda, Cynthia en mij samenleven tot duidelijk zal zijn wie van ons Moeder van Smarten zal zijn. Je hoeft niet bang te zijn, we bijten niet en we zullen je goed behandelen.' De MAN probeerde stand te houden tegen de blikken van de grote blonde generaal, maar het lukte hem niet. Hij liet zijn hoofd zakken. 'Wat is je nummer?' vroeg Vanilla. '12777-0181. Met de toevoeging NZ,' antwoordde de MAN. Vanilla glimlachte geamuseerd. 'Als je geen NZ was, zou je geen voorplanter en dus ook niet hier zijn. Ik zal je nu aan de drie andere Dianes voorstellen.'
Gaby Flint was een zeer veelzijdig kunstenares. Ze schilderde, dichtte en componeerde. Ze was wat kleiner dan de MAN en ook tengerder. Ze keek de MAN met versluierde ogen aan en zei met hese stem: 'Je zult het goed bij ons hebben. Misschien ga ik je schilderen.'
Bolanda Trentis was bijna een kop groter dan de MAN, bijna zo groot als Vanilla. Ze was grof gebouwd en droeg het lange zwarte haar in een knot in haar nek. Ze was chemo-biologe en stond aan het hoofd van 'het ministerie voor kunstmatige bevruchting en laboratoriumkinderen'. 'Neem je in acht als je het boek van Vanilla leest,' zei ze schertsend. 'Laat je niet beïnvloeden door die ketterij.' Cynthia Larrimer, de laatste van de vier kandidaten, was maar een paar centimeter langer dan de MAN. Ze was zwaar gebouwd en had een roze teint. Ze had jongensachtig vuurrood haar. Ze was gynaecologe en hoofd van de afdeling geboortecontrole. Zij bepaalde hoeveel kinderen van het mannelijk geslacht geboren mochten worden. In feite was ze minister zonder portefeuille want sinds tachtig jaar werden er minder jongens geboren dan wettelijk was toegestaan. Deze misstand, die werd toegeschreven aan degeneratieverschijnselen, was noch door kunstmatige, noch door 'natuurlijke' bevruchting te herstellen. 'Je bent een flink exemplaar, MAN,' zei Cynthia vleiend. 'Jij zult een van ons tot Moeder van Smarten maken.' Vervolgens leidden de vier Dianes de MAN door de vertrekken van de bunker. Hoewel het betonnen gebouw, waaromheen een meter dikke muur van beton was opgetrokken en die verder beveiligd werd door MG-stellingen en mijnenvelden, van buiten een onvriendelijke indruk maakte, was het er binnen warm en gezellig. 'Een gezellig nestje,' zei de MAN. De vier Dianes waren blij met deze lof.
De vertrekken op de begane grond waren uitsluitend bestemd voor recreatie, vanzelfsprekend was daar ook het sanitair, een kleine keuken en een wapenkamer ondergebracht. Op de eerste verdieping waren de woonvertrekken, de bibliotheek, een salon, een enorm bad en natuurlijk weer de wapenkamers. De slaapvertrekken waren in de bovenste verdiepingen. 'Ik ben verrukt,' zei de MAN na de rondleiding.
Samen met hem trokken de vier Dianes zich terug in de bibliotheek, waar ze met hem begonnen te praten om het ijs te breken.
Eerst spraken ze over alledaagse dingen, over banaliteiten die de MAN geestelijk kon bevatten. Maar het bleek dat 12777-0181-NZ intelligent was en een grote algemene ontwikkeling bezat. Toen de Dianes dat merkten sneden ze wat zwaardere kost aan en waagden zich zelfs op het gladde ijs van de politiek.
'Ik ben er van overtuigd dat het Virilisme de enig haalbare vorm van matriarchaat is,' zei 12777-0181-NZ. 'In deze staat hebben wij mannen de juiste positie. Ik ben in ieder geval tevreden. Ik zou me niet kunnen voorstellen dat ik zou kunnen voldoen aan de eisen die de Neogolistinnen aan hun mannen stellen. Het is onze taak het leven van de Dianes te veraangenamen, hen in moeilijke tijden te ondersteunen en de soort in stand te houden. Al het andere gaat onze krachten te boven. Wij zijn niet in staat verantwoording te dragen en beslissingen te nemen. Ik verwerp ook de houding van de Egotistinnen die zichzelf supermensen vinden en alleen als doel hebben het mannelijke geslacht uit te roeien.'
Toen hij uitgesproken was bleef het even stil. Van buiten drong het zachte gebrom van zware motoren in de bibliotheek door; een eskadron bommenwerpers dat van de luchthaven was opgestegen om naar het rijk van de neo-Dianes te vliegen. Tenslotte zei Vanilla: 'Het klinkt verstandig wat je zegt, maar uit al je woorden blijkt dat je bent misleid. Je hebt geen eigen mening. Lees mijn boek maar eens, dan praten we nog wel met elkaar. Daarin heb ik mogelijkheden aangeduid om mannen en vrouwen als gelijke partners naast elkaar te laten leven.' De MAN was geïrriteerd. Hij keek de andere Dianes hulpzoekend aan en zei toen aarzelend: 'Dat kan ik mij niet voorstellen. Ik bedoel, wij mannen kunnen toch nooit in staat zijn om naast de vrouwen te leven.' Vanilla zei: 'Wat denk je dat er zou gebeuren als je plotseling alleen stond. Als je naar een vreemde plaats werd gebracht en je moest redden zonder hulp van vrouwen?' De MAN verbleekte. 'Ik... ik zou ten gronde gaan.' 'Nee,' sprak Vanilla hem tegen. 'Je zou je aanpassen... je ...' Plotseling veranderde er iets in de Dianes. De MAN zag met ontzetting dat hun gelaatstrekken verslapten en hun blik dof werd. Er gingen schokken door hun lichaam en hun armen maakten vreemde spookachtige afwerende gebaren alsof ze zich tegen iets binnen in hen wilden verzetten. 'Wat is er?' vroeg de MAN onzeker. 'Zeg toch wat er aan de hand is!' Hij knielde voor Vanilla, pakte haar handen en drukte die tegen zijn gezicht. Hij deed zijn ogen dicht en hij voelde dat haar vingers zijn mond, neus en oren betastten. Vanilla giechelde en zei toen met volkomen veranderde stem: 'Dat is grappig. Ik heb mijn vingers nog nooit over een gezicht laten gaan. Blijf zo zitten MAN. Ik wil met mijn vingers je gezicht voelen. Dat is prettig!'
Ze giechelde weer.
De MAN slikte. Hij voelde instinctief dat het verschrikkelijke visioen waarover Vanilla een paar minuten geleden had gesproken, werkelijkheid werd.
Hij stond alleen.
De vrouwen veranderden op een onbegrijpelijke manier. Van het ene moment op het andere werden het bazelende idioten. Ze versuften en hadden nu een geestelijk niveau dat ver beneden dat van de MAN lag. Hij, een zwakke hulpeloze MAN, was het enige wezen op de planeet Diane die immuun was tegen de versuffing. Dit alles gebeurde op 29 november 3440, standaardtijd, op de derde planeet van de zon Emanzopa toen alle wezens van de hele Galaxis versuften.
2.
We zijn terecht trots op de snelle vooruitgang. Onze wetenschap is de laatste tachtig jaar ongelooflijk vooruit gegaan, speciaal op het gebied van de biologie en de chemie. De tachtigjarige oorlog heeft onze technische ontwikkeling een grote stoot vooruit gegeven, op het angstaanjagende af. En juist dat kan noodlottig voor ons worden. Want terwijl de technische ontwikkeling met reuze stappen vooruit gaat staat onze culturele ontwikkeling stil. Eigenlijk kan onze beschaving alleen maar barbaars en achterlijk genoemd worden. Onze maatschappij, onze sociologische structuur is de laatste duizend jaar niet veranderd, nu, zoals in het jaar nul alma dolorosa, beschouwen we het andere geslacht als minderwaardig. In het begin van onze jaartelling was deze filosofie ongetwijfeld bruikbaar, maar nu, in het begin van het atoomtijdperk, zouden we moeten inzien dat de normen van het matriarchaat verouderd zijn. Daarmee wil ik helemaal niet zeggen dat de Egotistinnen of de Neogolistinnen vooruitstrevender zijn dan wij, Virilistinnen. Ondanks hun andere opvattingen staan ook zij stil. Daarom zou ik verouderde taboes willen afbreken. Ik ben een voorstander van een langzame emancipatie van de mannen! Hij keek op van zijn boek en zei tegen de vrouw die met de rug naar hem toe bij de bar stond: 'Waarom ben je voor gelijkberechtiging van de mannen, Vanilla?' 'Wat zeg je?' Ze draaide zich om en liep naar de bank waar hij op lag. Zoals steeds had ze nu ook een fles in de ene en een glas in de andere hand. Ze kon niet meer buiten alcohol. Als hij energieker was geweest had hij haar het drinken misschien kunnen afleren. Maar hij was maar een zwakke MAN, hij berustte. Misschien had hij Gaby zover kunnen brengen dat ze weer ging schilderen of schrijven. Misschien had hij Bolanda en Cynthia kunnen overhalen hun researchwerk voort te zetten ... als ze hun intelligentie niet hadden verloren. Hij kon ze niet helpen, hij kon zijn eigen problemen niet eens aan. Soms, zoals nu, probeerde hij de vier Dianes te laten nadenken. Hij bedacht taken voor ze die een normaal intelligent kind had kunnen oplossen. Maar daarmee had hij geen succes. Terwijl Vanilla sloffend naar hem toekwam, herhaalde hij geduldig: 'Waarom ben je voor gelijke rechten voor de mannen?'
Ze bleef abrupt staan, wankelde en keek hem met glazige ogen aan. 'Ben ik daarvoor?' vroeg ze verbaasd. Hij knikte nadrukkelijk zodat ze het kon zien. 'Dat heb je geschreven.' Hij hield het boek omhoog. 'Het is een verhandeling over de tachtigjarige oorlog.'
'Laat eens zien.' Ze wankelde naar hem toe.
Hij bekeek haar afkeurend. Ze droeg nog steeds haar uniform, maar dat was zo verkreukeld alsof ze er weken lang in had geslapen. De bovenste knoop van haar bloes stond open en de kraag daarvan hing over haar jack. Haar blonde haar, waarin anders precies in het midden een scheiding zat, zat in de war en haar anders frisse gezicht was opgezwollen van de alcohol. Ze trok het boek uit zijn handen en keek naar de omslag. 'Heb ik dat geschreven? Maar, ik kan toch helemaal niet schrijven.' Hij glimlachte. 'Twee jaar geleden kon je nog schrijven. Je hebt dit boek in het jaar 1006 alma dolorosa geschreven.'
Ze staarde nog steeds naar de omslag van het boek. Plotseling begonnen haar lippen te bewegen en ze spelde de titel. 'De tachtigjarige oorlog. Door Vanilla Dutch. Twee jaar geleden, zeg je? Dan is de oorlog intussen in zijn tweeëntachtigste jaar. Dat klopt toch?'
'Ja, dat klopt,' bevestigde hij terwijl er een vreemde schittering in zijn ogen kwam. Hij sprong op. 'Je kunt weer rekenen en lezen, Vanilla! Je hebt net gezegd dat tachtig en twee tweeëntachtig is.' 'Werkelijk?'
'Ja!' Zijn gezicht werd rood van opwinding. Hij drukte haar even tegen zich aan en kuste vluchtig haar voorhoofd. 'Dat moet ik meteen aan de anderen vertellen. Gaby! Bolanda! Cynthia!' Hij liep snel de kamer uit, ging via de trap naar de begane grond en liep toen de tuin in.
Er was niemand bij de mitrailleur op de muur van beton. Toen de algemene versuffing over hen was gekomen hadden de Dianes die daar op wacht stonden hun posten verlaten en waren gewoon weggegaan. Er was een eind gekomen aan de oorlog omdat de Dianes niet meer in staat waren geweren, tanks en vliegtuigen te bedienen. Bovendien waren ze vergeten waar ze eigenlijk voor vochten. Dat was het enige positieve effect van de AI-Golf geweest. 'Gaby! Bolanda! Cynthia!' De drie vrouwen waren in de tuin aan het werk. Toen ze hem hoorden roepen legden ze harken, grasmaaier en waterslang neer en keken naar hem. Eerst schenen ze niet te begrijpen wat hij hun vertelde want hij sprak onsamenhangend en met overslaande stem. Toen ze het begrepen hadden waren ze niet erg onder de indruk. 'Maak je daarom zo'n kabaal!' zei Gaby. 'Ik kan ook tellen en rekenen. Toen ik gisteren niet in slaap kon komen heb ik schaapjes geteld. Ik geloof dat ik tot honderd vierentwintig ben gekomen.'
'En dat zegje op een toon alsof er niets aan de hand is!' riep hij stralend van blijdschap.
'Doe toch gewoon,' zei Bolanda kwaad. Ze streek een lok vettig haar uit haar gezicht. 'Ik ben gisteren in de geboortekliniek geweest en heb daar een beetje bij de retorten gewerkt. Ik denk dat ik me met wat oefening wel weer nuttig kan maken.' 'Dat... dat is...'. Zijn stem begaf het. Hij keek naar de derde Diane en schraapte zijn keel. 'En wat is er met jou, Cynthia? Krijg jij je vroegere intelligentie ook weer terug?'
Cynthia schoot galmend in de lach. 'Ik was samen met Bolanda bij de retorten. Behalve wij waren er nog zo'n vijfentwintig Dianes. Ze schijnen eenzelfde verandering door te maken als wij.'
Gaby deed haar ogen dicht en fluisterde: 'Het is alsof we na een eeuwigheid van duisternis de weg naar het licht weer hebben gevonden.' Hij kreeg tranen van ontroering in zijn ogen. Hij hoopte dat de Dianes de zware verantwoordelijkheid van zijn schouders zouden nemen. Nu kon hij weer zijn die hij was: een MAN. Hij kon zijn leven weer aan de Dianes toevertrouwen. Hij kon weer zwemmen op de golven van geborgenheid ... De wereld was weer goed. Hij wilde zijn gevoelens en gedachten uitdrukken in woorden toen hij aan de andere kant van de betonnen muur een machinegeweer hoorde ratelen. Even later hoorde hij een granaat ontploffen. Er klonk geschreeuw en nog een paar schoten.
De eerste zware kanonnen kwamen in actie...
Tanks begonnen te rijden ... Ergens loeide een sirene: luchtalarm. De stilte die langer dan een jaar had geduurd had weer plaats gemaakt voor het lawaai van de oorlog. De oorlog tussen de Virilistinnen, de Ego-Dianes en de Neo-Dianes ging weer verder.
Vlak nadat de eerste schoten klonken kwam Vanilla het huis uitgerend. Plotseling handelde ze weer helemaal nuchter.
'Achter de mitrailleurs!' beval Vanilla. 'In de stad zwerven overal Ego's en Neo's rond. Tot nu hebben ze zich rustig gehouden. Maar als bij hen het geheugen ook teruggekeerd is, wat tamelijk waarschijnlijk is, kunnen ze gevaarlijk voor ons worden. We moeten proberen de bunker zo lang te verdedigen tot er versterking komt. Ik hoop dat ons leger zich weer snel hersteld heeft.'
Buiten de betonnen muur hoorden ze een geweldige explosie toen een tank een mijnenveld opreed... De MAN werd het huis ingestuurd. Vanilla, Gaby, Bolanda en Cynthia gingen achter de mitrailleurs staan en begonnen op iedereen te schieten die in de buurt van de 'levensbunker' kwam. Ze schoten op vriend en vijand omdat ze die niet uit elkaar konden houden. Want na meer dan een jaar versuffing leken alle Dianes op elkaar.
In de bunker haalde de MAN wapens en munitie uit de depots. Hij trilde over zijn hele lichaam. Dit gebeurde op 4 januari, twee dagen nadat op de wereld van de Amazones een paddenstoelvormig schip van de Zwerminstallateurs was geland, die een kleine wijziging, 132,6583 milikalup, in de zwaartekrachtconstante had aangebracht.
3.
Ongetwijfeld zijn de mannen de oorzaak van de tachtigjarige oorlog. Wij Dianes hebben ons in de loop van de wereldomvattende twist in drie groepen gesplitst. Het lijkt wel of we een godsdienstoorlog voeren. Oorspronkelijk vochten we om mannen die met uitsterven bedreigd werden. En dat doen we nu nog, want de man is een leger waard - hij is de garantie voor onze toekomst. Wees dus rechtvaardig, Dianes, en waardeer zijn maat-
schappelijk plaats naar zijn biologische waarde.
Twee maanden later moest de MAN inzien dat er niets aan zijn hopeloze toestand was veranderd. De Dianes hadden wel een deel van hun intelligentie teruggekregen, maar ze hadden nog lang niet hun vroeger geestelijk niveau bereikt.
Ze waren wel intelligent genoeg om met wapens om te gaan, tanks en vliegtuigen te besturen, maar dat was dan ook alles. Ze waren net intelligent genoeg om de oorlog te kunnen voortzetten.
In het begin waren het bijna uitsluitend gevechten van vrouw tegen vrouw geweest omdat de vertegenwoordigsters van de drie groepen zich tijdens de versuffing, die nu al meer dan een jaar duurde, met elkaar hadden vermengd. Neo-Dianes en Ego-Dianes zwierven door het land van de Viril-Dianes en omgekeerd. Na het afnemen van de versuffing ontstond er een heilloze chaos. Neo-Dianes, die zichzelf plotseling terugvonden in een stad van de Virilistinnen waren het minst opgewassen tegen de overmacht. Het kwam niet zelden voor dat de Dianes zich op vijandelijk gebied hergroepeerden en de vijand in partizanengevechten gevoelige nederlagen toebrachten. Het zwaarst was Gournee, de hoofdstad van het rijk van de Virilistinnen door deze situatie getroffen. Er lagen hier grote voorraden levensmiddelen en dat was tijdens de algehele versuffing bekend geworden. Daarom stroomden er van alle kanten Dianes naar toe. Er werd geplunderd en er ontstonden absurde toestanden. Toen de versuffing afnam waren bijna alle levensmiddelenvoorraden op, maar er waren nog steeds 200.000 Neogolistinnen en 100.000 Egotistinnen in de stad. Toen deze 300.000 Dianes zich realiseerden dat ze in de hoofdstad van de vijand waren en de meer dan een miljoen inwoners van Gournee zich met een grote groep vijanden geconfronteerd zagen, ontstond de bloedigste slag van de hele tweeëntachtigjarige oorlog. Intussen was de situatie enigszins genormaliseerd. Maar tijdens de drie maanden die de Virilistinnen nodig hadden gehad om hun hoofdstad van vijanden te zuiveren, was het front van de Neogolistinnen en aan de andere kant het front van de Egotistinnen gevaarlijk ver opgerukt. Via de televisie en de radio werden voortdurend berichten over roemrijke overwinningen van de Viril-Dianes doorgegeven, maar de MAN wist wel beter. Vanilla, die het opperbevel over de troepen van Gournee had gekregen, had hem de situatie uitgelegd: 'We zitten in de hoofdstad ingesloten. Het klinkt mooi als je hoort dat een paar van onze stoottroepen diep in het vijandelijke gebied zijn doorgedrongen en daar de ene overwinning na de andere behalen. Maar ze hebben alleen maar onbewoond en onvruchtbaar land veroverd. Wat hebben we eraan dat we het Car-de-Salandra-gebergte op de Egotistinnen veroverd hebben?'
Onze vloot van onderzeeërs heeft in de Marianoceaan de hele hulpvloot van de Neogolistinnen vernietigd. Een succes? Nee, de actie heeft zich tegen onszelf gekeerd. Nu bedienen de troepen van de Neo-Dianes zich in ons land van onze voorraden. In plaats van ons te concentreren op de zwakke plekken van onze vijand hebben we ondoordacht om ons heen geslagen. En in plaats van onze strategisch belangrijke hoofdstad te verdedigen hebben we onze strijdkrachten vooral naar het vijandelijk gebied gestuurd. Het is gegaan zoals het moest gaan. Maar tweehonderd kilometer ten zuiden van Gournee staat een pantserdivisie van de Neogolistinnen. Onze artillerie kan de zaak nu nog houden maar als ze versterking krijgen vanuit de lucht, zijn we verloren. Dan zullen de tanks over Gournee walsen. 'Is er geen enkele mogelijkheid om de hoofdstad te redden?' had de MAN gevraagd.
Een paar dagen later kreeg hij het antwoord. Hij was alleen in de 'levensbunker' die maar door een tiental Dianes werd bewaakt. Vanilla was bij een stafbespreking, Gaby had zich vrijwillig gemeld voor werk in de wapenindustrie en zou niet eerder dan over vijf uur terug komen. Bolanda en Cynthia waren bezig met hun experimenten met de retorten.
Hij luisterde naar de nieuwsberichten. De berichten over overwinningen van de Virilistinnen stroomden binnen. Hij kon er alleen maar over glimlachen. Plotseling werd de stroom berichten onderbroken. Uit de luidspreker klonk een reeks schoten en toen hoorde hij een opgewonden ongeschoolde vrouwenstem die met een zuidelijk accent sprak. 'Hier spreekt het Neogolistisch bevrijdingsfront. We hebben het radiostation veroverd. Spoedig zal heel Gournee in onze handen zijn. We vragen alle Virilistinnen zich over te geven en zich bij onze troepen aan te sluiten.
Kies de zijde van de vooruitgang. Maak jullie eigen toekomst niet kapot maar help ons die toekomst opnieuw op te bouwen ...
Zojuist bereikt ons het bericht dat jullie Moeder van Smarten gesneuveld is. Virilistinnen, ontwaakt en kijk naar de nieuwe dageraad. Bekeer je tot het Neogolisme! En nu nog een oproep aan alle mannen van Gournee. Verbreek de ketens en verzet je tegen de slavernij. Wij Neo-Dianes willen jullie redden. Overal waar je strijdsters in roestbruine uniformen ziet, sluit je bij hen aan. Bij hen, bij de Neo-Dianes vind je bescherming ...'
De MAN sprong op van de bank toen hij beneden het geluid van snelle voetstappen hoorde.
'Vanilla?' riep hij hoopvol. Het was het geluid van iemand met laarzen aan en van zijn vier beschermvrouwen droeg alleen Vanilla laarzen. Toen hoorde hij dat het de voetstappen van meerdere personen waren. 'Gaby! Bolanda! Cynthia! zijn jullie het?'
De voetstappen kwamen nu naar de bovenste verdieping. De deur van de kamer werd opengeduwd en drie Virilistische strijdsters stormden binnen. Hij kende ze. Het waren bewaaksters van de 'levensbunker'. Hij voelde zich al opgelucht maar toen zag hij de vastbesloten blik van de drie vrouwen.
'Kom mee. We brengen je in veiligheid,' zei de aanvoerster. Toen hij niet gehoorzaamde, maar achteruit week, werd ze woedend. 'Verdomde vaatdoek! Als je niet meteen gehoorzaamt val je in handen van de Neo's. Een van hun sabotagetroepen heeft ons omsingeld.'
De MAN zag de drie Dianes naar zich toekomen en schreeuwde. Hij sloeg om zich heen toen ze hem vastpakten maar kon zich niet uit de greep van hun sterke armen bevrijden. 'Vanilla! Gaby!' riep hij. De aanvoerster stompte hem in zijn rug en zei vol verachting: 'Vaatdoek.' Zijn knieën begaven het toen ze hem naar de woonkamer sleepten. Ze hadden hem aan twee kanten vastgepakt en sleurden hem mee. Zijn krachteloze benen sleepten over de trap toen ze hem naar de onderste verdieping brachten.
'In de tuin is een ondergrondse nooduitgang,' zei de aanvoerster. 'We brengen je in veiligheid voor de Neo's. Je hoeft dus niet zo bang te zijn.' Hij wilde iets zeggen maar zijn stem gehoorzaamde hem niet. Ik wil niet alleen overleven, had hij willen zeggen, maar ik wil ook niet gescheiden worden van Vanilla, Gaby,Bolanda en Cynthia. Wie weet wat er met hem zou gebeuren als ze niet meer bij hem waren.
Ze kwamen buiten. Aan de andere kant van de muur explodeerden een paar mijnen. De drie Dianes duwden de MAN op de grond en lieten zich op hem vallen om zijn leven met hun lichamen te beschermen. Hij lag onder en hij werd bijna gesmoord onder hun zware lichamen. Hij kon nauwelijks ademhalen. Er scheen geen einde te komen aan de ontploffingen. Hij hoorde een van de Dianes op hem schreeuwen en hij veronderstelde dat ze door een granaatsplinter was getroffen. Eindelijk hielden de helse explosies op. De twee nog levende Dianes stonden op en trokken hem overeind. Hij stond nog maar nauwelijks toen hij op de betonnen muur die vijftig meter verder stond een beweging zag. Het was het roestbruine uniform van een Neogolistische strijdster.
Nog voor hij de twee Dianes naast hem kon waarschuwen klonken er twee schoten. Ze zakten dodelijk getroffen in elkaar.
'MAN, we komen je bevrijden!' riep de Neogolistin terwijl ze met een woeste uitroep van de muur in het park sprong.
Hij draaide zich om en rende weg.
Voor de eerste keer in zijn leven stond hij zonder bescherming bloot aan een dodelijk gevaar.
Achter hem klom de ene Neogolistin na de andere over de betonnen muur.
4.
Waar komen de Neogolistinnen vandaan, en wat willen ze? Ze stammen van de vurige zuidelijke Dianes tijdens de eerste tien jaar van de tachtigjarige oorlog. Ze hebben hun leer uit de oude geschriften, waaraan ze een minder radicale uitleg hebben gegeven. Daarom zijn veel van hun voorstellen niet onverstandig en recht uit mijn hart gegrepen. Maar een paar punten in hun programma zijn, vanwege hun zuidelijke mentaliteit, afstotend en weerzinwekkend. Ook voor mij, die toch openstaat voor vernieuwing is het ondenkbaar het eens te zijn met het streven van de Neogolistinnen om in de toekomst mannen en vrouwen in een vrij huwelijk te laten samenleven. Hij moest aan dit fragment uit het boek van Vanilla denken toen hij voor de Neo-Dianes vluchtte. Hij huiverde.
Hij zou liever sterven dan in de handen van de Neo's te vallen. Maar misschien was er nog redding voor hem. Ergens in het park lag de ingang van een geheime ondergrondse gang die in het regeringspaleis uitkwam. Door die gang was hij anderhalf jaar geleden hierheen gebracht. Toen had hij er niet op gelet waar de ingang precies lag maar ongeveer wist hij het nog wel.
Hij rende over de omgewoelde grond, ontweek de kraters waar granaten waren ingeslagen en hoorde achter zich het gebrul van zijn achtervolgsters. Hij zocht de omgeving met zijn ogen af. Waar was de plek waar hij uit de onderaardse gang was gekomen? Het park was de laatste anderhalf jaar erg veranderd. Het was nu een ruw kraterlandschap. Er waren maar weinig bomen overgebleven. De meesten waren door bom- en granaatinslagen geveld. Zijn zoekende ogen zagen een stijve arm uit een van de mitrailleurnesten steken. Hij wendde zich af en keek een andere kant op.
Toen zag hij de struik met de blauwrode bessen. Hij herinnerde zich dat de ingang van de onderaardse gang naast deze struik was. Het was de camouflage van de tunnel. Daar was het deksel. De MAN knielde, pakte de ijzeren ring en wilde het deksel oplichten. Hij kon het een stukje optillen, maar het was zo zwaar dat hij het maar een paar centimeter kon wegschuiven. De Neo's kwamen dichterbij; hun voetstappen werkten op zijn zenuwen. Hij pakte de ijzeren ring weer vast en trok er met alle geweld aan. Het deksel schoof een handbreedte opzij, maar dat was niet genoeg. Hij probeerde het steeds opnieuw en eindelijk lag het gat vrij.
Volledig uitgeput keek hij in de donkere schacht. Hij kon vier treden van een ijzeren trap zien maar verder naar beneden was alles aardedonker. Welke geheimen en angstaanjagende dingen zouden daar beneden op hem wachten?
Hij deed een stap terug. Hij kon er gewoon niet toe komen omlaag te klimmen en zich over te leveren aan de ondoordringbare duisternis. Hij bleef als verstard staan terwijl hij angstig en tegelijkertijd verlangend in de tunnel keek, tot de Neogolistinnen kwamen en hem in triomf naar de 'levensbunker' terugbrachten.
De situatie werd steeds onverdraaglijker.
De bunker was veroverd door in totaal twintig Neogolistinnen. Twaalf stonden er voortdurend op wacht terwijl de anderen het zich gemakkelijk maakten in de woonvertrekken op de eerste verdieping.
Samenvattend zou men kunnen zeggen dat de Neo's klein, stevig en donker waren. Hun uiterlijk, gebaren en hun manier van spreken maakten een ordinaire indruk. Terwijl ze rondlummelden in de woonvertrekken, het bad en de bibliotheek smerig maakten en zich door de MAN alcoholische drankjes lieten brengen, vroegen ze hem uit over zijn leven hier. In het begin leek het er op dat het een enigszins verstandig gesprek zou worden. Maar hoe meer ze dronken hoe meer ze zich lieten gaan. Hij was bang. 'Hierheen!' Hij kromp ineen maar deed alsof hij het niet gehoord had. 'Ik zei, dat je naar me toe moest komen!'
Hij draaide zich niet om maar liep verder in de richting van het bad. Plotseling hoorde hij achter zich een schreeuw en toen een woest gestommel. Stoelen vielen om en glazen vielen op de grond kapot. Voor hij zich kon omdraaien om de oorzaak daarvan te zien werden zijn benen onder zijn lichaam weggeschopt. Hij werd op zijn rug gedraaid en voelde meteen daarna het gewicht van een stevige Neogolistin op zijn borstkas drukken.
Zij grijnsde breed naar hem. 'Je bent erg ongehoorzaam,' zei ze terwijl ze hem schertsend met haar wijsvinger bedreigde. 'Ben je ook zo doof als je vier dames je roepen? Of stel je je alleen bij ons zo aan?' 'Ik... ik...,' stamelde hij. De Neogolistin liet hem los, stond wankelend op en hielp hem op de been.
'Ik heet Tarja,' zei ze. 'Ik heb het bevel over deze troep. Het zijn wijven zonder discipline kan ik je wel zeggen. Maar ze hebben het hart op de juiste plaats en ze kennen de geheime verlangens van de mannen. Je hoeft dus niet bang voor ze te zijn. Ze zullen je niets doen.'
'Ik ben niet bang,' zei de MAN tandenklapperend.
'Dat is goed,' prees Tarja hem. 'En nu kom je naast me zitten om een slokje te drinken.'
'Ik drink niet,' durfde de MAN te zeggen. 'Van nu af aan zul je drinken,' zei Tarja, duwde met een voet een Neogolistin van haar stoel en drukte de MAN erop. Ze pakte een halfvolle fles die op de grond stond en hield hem die voor. Hij pakte hem vast en nam een slok. Hij voelde het vocht brandend heet door zijn keel lopen en kreeg een hoestaanval.
'Je zult er wel aan wennen,' verzekerde Tarja hem. 'Als wij de wereld beheersen zal alles anders worden.' Hij moest weer drinken. 'We zullen de mannen op een hoog podium plaatsen van waaruit ze ons vrouwen kunnen regeren.' Hij deed weer een greep naar de fles die voor hem stond. Zijn maag kwam in opstand toen hij de brandende vloeistof doorslikte. 'De mannen zullen de koningen van de schepping worden!' Alles werd wazig voor zijn ogen en zijn oren suisden. Zijn schedel stond zo onder druk dat hij verwachtte dat hij ieder ogenblik uit elkaar kon ploffen. Weer kwam de fles in zijn gezichtsveld. Hij deed er een greep naar maar de fles gleed uit zijn hand en viel op de grond kapot.
De Neogolistin begon hem uit te schelden. Hij hoorde het nauwelijks. Plotseling werd ze weer rustig. 'Sorry, ik liet me even gaan,' zei ze met dikke tong. 'Zelfs wij Neo's moeten nog wennen aan het idee onder de heerschappij van mannen te leven. Tot nu toe hadden we nog geen kans het uit te proberen omdat er te weinig mannen zijn.'
De Neogolistinnen begonnen te mopperen. Toen hij opstond pakte Tarja hem vast. 'Waar wil je heen?' 'Ik ben er slecht aan toe,' kon hij er nog uitbrengen en strompelde toen in de richting van de badkamer.
Toen hij had overgegeven maakte hij de huisapotheek open om een paar tabletten te pakken die Vanilla altijd gebruikte als ze een kater had. Hij vond het groene doosje niet. Wel zag hij een flesje met slaaptabletten. Hij stak het snel bij zich zonder te weten wat hij er mee wilde doen. Toen ging de telefoon.
Vanilla! Gaby! Bolanda! Cynthia! Hij was er van overtuigd dat een van hen hem opbelde om te informeren hoe het met hem ging. Wat moest hij doen? Als een van de Neogolistinnen de hoorn opnam zouden zijn beschermvrouwen aan de andere kant kunnen denken dat er iets met hem gebeurd was en zich verder niet meer om hem bekommeren. Van de andere kant zou het telefoongerinkel de Neogolistinnen kunnen alarmeren. Misschien zouden ze hier weggaan en hem meeslepen.
Zover mocht het niet komen. Het geluid van de telefoon verstomde. Hij maakte de deur van de badkamer open en rende de gang op. Hij zag een van de stoere Neo's met de hoorn aan haar oor staan. Ze lachte galmend. 'De MAN is van ons,' zei ze en legde hoorn op de haak. Toen ze zich omdraaide botste ze bijna tegen hem aan.
'Wie was dat,' vroeg hij op een toon die hij nog nooit eerder had gebruikt tegen een Diana.
'Wie zou dat nou zijn? Een van je vier meesteressen natuurlijk. Maar voor die hier zijn hebben we je allang weggebracht.'
Hij werd verschrikkelijk woedend. Hij vergat zichzelf en schreeuwde de Neogolistin een scheldwoord toe dat hij in een van de twistgesprekken tussen Vanilla en Cynthia had opgevangen. De Neogolistin gromde en stortte zich op hem. Maar haar bewegingen waren zo traag dat hij nog op tijd kon uitwijken. Ze stormde hem voorbij, recht op de trap af.
Hij sloot zijn ogen en had ook het liefst zijn oren dicht gehouden om het gestommel van het van de trap vallende lichaam niet te horen. Toen het weer stil werd liep hij met stijve benen naar de deur van de woonkamer. Hij had net iets gedaan waartoe hij vroeger niet in staat zou zijn geweest. Hij was in opstand gekomen tegen een Diane. Weliswaar had hij haar niet aangeraakt en zich eerder passief gedragen maar juist deze passiviteit was haar noodlottig geworden. Weer terug in de woonkamer ging hij naar Tarja.
'Waar ben je zolang gebleven,' vroeg ze.
'Ik heb een paar tabletten genomen tegen de misselijkheid,' zei hij. 'Ik voel me nu wat beter.'
'Misselijkheid!' riep een Neogolistin uitgelaten. De anderen schoten in de lach.
'Jullie zouden ook iets tegen jullie dronkenschap moeten doen,' zei hij terwijl hij hoopte dat ze het trillen in zijn stem niet zouden horen. 'Jullie zouden me niet eens kunnen beschermen als dat nodig mocht zijn.' Tarja stond op, trok haar pistool en mikte met onzekere hand op een of ander voorwerp achter hem. Met een oorverdovende knal ging het schot af. Met een dof geluid raakte de kogel de muur.
'Niet raak geschoten,' zei Tarja spijtig. Ze stak het pistool weg en keek om zich heen. 'Allemaal luisteren! Het drinkgelag is afgelopen.' Toen wendde ze zich tot de MAN. 'Geef ieder van ons een van je tabletten.' 'Er zijn er wel drie voor iedereen,' zei hij zonder op te kijken. 'Spoel het met een slok water naar binnen. Het werkt snel.'
Terwijl hij de slaaptabletten verdeelde, was hij nog steeds bang dat de Neogolistinnen zijn bedoeling zouden doorzien. Hij werd pas rustig toen ze allemaal de tabletten hadden doorgeslikt.
Een vreemd, onbekend en ondefinieerbaar gevoel bekroop hem. Was het triomf? Dat zou kunnen want zojuist was hij enige Dianes te slim afgeweest. Hij wist dat hij slimmer was dan de Dianes hoewel ze drie maanden geleden hun intelligentie gedeeltelijk hadden teruggekregen. Hij was tegenover hen in het voordeel omdat hij niet alleen zijn volledige geestelijke capaciteiten had behouden maar ook omdat hij zich de laatste tijd snel had ontwikkeld. Toch vermengde zich angst met de vreugde over deze constatering. Hij was bang nog eens in een situatie terecht te komen waarin hij moest beslissen over leven of dood. Hij verlangde naar zijn vier beschermvrouwen.
Een kwartier later ontstond er een verbitterd vuurgevecht vlakbij de bunker. Meteen nadat dit was opgehouden kwam Vanilla aan het hoofd van een troep Virilistinnen strijdsters de woonkamer binnengestormd. Ze keek verbluft naar de Neogolistinnen die overal lagen te snurken. 'MAN,' riep ze waarderend. Toen ze verder sprak was haar toon weer bevelend: 'Pak je boeltje bij elkaar, we moeten Gournee verlaten. In het zuiden hebben de Neogolistische troepen de buitenwijken van de stad al bereikt.'
'Waar gaan we heen? En wat is er met Gaby, Bolanda en Cynthia gebeurd?' vroeg de MAN.
Vanilla zei: 'De Moeder van Smarten is bij een overal omgekomen. We kunnen niet wachten tot de voorwaarden voor een natuurlijke voortplanting gunstig zijn. We moeten naar het Allervrouwelijkste. Daar moet bepaald worden wie de opvolgster van de Moeder van Smarten wordt. Gaby, Bolanda en Cynthia gaan natuurlijk mee. Alles is voorbereid.'
5.
In het begin van deze oorlog vochten we nog met primitieve wapens. Tegenwoordig heeft de voorlader plaats gemaakt voor machinegeweren, de cavalerie is vervangen door pantserbrigades, de zeeën worden niet meer beheerst door kwetsbare zeil- en roeiboten maar door U-boten, vliegtuigmoederschepen en slagschepen, de lucht door straaljagers die sneller zijn dan het geluid en zware bommenwerpers. Ook maken we gebruik van de onzichtbare geruisloze dood -gifgassen en bacteriën hebben de miljoenenlegers van mensen vervangen. Het lijkt erop dat de oorlog onze ontwikkeling heeft versneld. Toch mogen we niet blij zijn met deze snelle ontwikkeling want in de nabije toekomst is het hoogtepunt bereikt en dan zal het bergafwaarts gaan met ons. En nu stonden de Dianes aan de vooravond van de ondergang. Was het hun straf omdat ze tegen de wetten van de natuur hadden gehandeld?
De MAN was bang voor deze vraag. Het was niet aan hem te oordelen of zelfs deze vraag te stellen. Hij kon niet zeggen wat goed of fout was. Zelfs als het hem gegeven was samen met de vrouwen de toekomst van de mensen gestalte te geven, kon' hij, als MAN, zijn mening daarover niet kenbaar maken. Hij moest de Dianes dankbaar zijn voor de goede behandeling. Bovendien voelde hij zich prima in zijn rol. Hij behoorde tot het zwakke geslacht en hij kon de loop van de geschiedenis niet veranderen. Toch dacht hij bij zichzelf dat de versuffing misschien een test van het lot voor de Dianes was. Vanilla had hem in een pantservoertuig naar de noordelijke buitenwijken van Gournee gebracht waar de troepen van de Virilistinnen zich opstelden. Hij droeg een uniform en hij had zijn gezicht en handen met aarde moeten insmeren om niet als MAN herkend te worden.
Vanilla had gezegd: 'Een mannelijk wezen heeft het moeilijk in deze tijden. Zelfs onze eigen Dianes zouden wel eens furieus kunnen worden als ze je zouden zien. Daarom is het beter als je je voor een vrouw uitgeeft.' Ze waren nauwelijks in het kamp aangekomen toen hij door Vanilla naar Gaby, Bolanda en Cynthia werd gebracht. Ze stonden vlak bij een kleine vrachtwagen.
'Alles is voorbereid voor onze vlucht,' zei Gaby en kuste hem op zijn wang. Daarbij fluisterde ze hem toe: 'Ik moet je alleen spreken, lieveling.' Hij voelde dat hij bloosde. Maar gelukkig was hij zo besmeurd dat niemand het kon zien. Het was de eerste keer in zijn leven dat hij zo door een Diane genoemd werd. Lieveling...
'Instappen!' beval Vanilla. Gaby keek hem nog eens veelbetekenend aan en ging toen samen met Cynthia in de cabine van de vrachtwagen zitten. Vanilla, Bolanda en de MAN namen plaats in de overdekte laadbak.
Onmiddellijk vertrok de wagen in noordelijk richting. Door de open achterkant zag hij dat ze gevolgd werden door twee pantservoertuigen en een andere vrachtwagen vol strijdsters. 'Wanneer komen we bij het Allervrouwelijkste?' vroeg de MAN. 'Dat hangt er van af,' zei Vanilla ontwijkend. Ze fronste haar voorhoofd. 'We hebben de weg precies uitgestippeld maar in deze onzekere tijden weet je nooit wat er tussen kan komen.'
Ze keek hem recht aan terwijl ze verder ging: 'Nu moet je goed naar me luisteren, ik zal je alle fasen van ons plan uitleggen.'
'Hebben jullie de vlucht in alle details gepland?' vroeg hij hoopvol. 'Dan, dan zijn jullie weer even bekwaam als vroeger?'
'Wat betekent deze toespeling?' viel Vanilla tegen hem uit. Haar ogen fonkelden kwaad. 'Denk je misschien dat je verstandiger bent dan wij?' 'Nee, nee Vanilla,' zei hij snel. Aan haar gedrag merkte hij dat ze nog steeds versuft was. Zijn opkomende hoop verdween snel. 'Je wilde me iets uitleggen, Vanilla.'
Ze scheen met haar gedachten heel ergens anders geweest te zijn. Zijn woorden brachten haar terug in het hier en nu.
'O ja. Ik wilde je uitleggen hoe we zouden vluchten. Maar... dat gaat nu niet meer. Er zijn me een paar details ontschoten.' Ze lachte schel. 'Is het niet absurd? We hebben in het hoofdkwartier met veel moeite de meest gunstige weg naar het Allervrouwelijkste berekend. Dat was niet zo eenvoudig omdat we iedere gedachte meteen op papier moesten zetten om hem niet te vergeten. We moesten rekening houden met de bewegingen van de vijandelijke troepen, met de bezette gebieden en konden alleen die streken in aanmerking laten komen die in onze handen zijn. En dat alles voor niets. Het geniale plan is me ontschoten!'
Plotseling had hij medelijden met Vanilla maar hij durfde dat niet te tonen.
'Wat is er gebeurd met de aantekeningen die jullie hebben gemaakt?' vroeg hij.
Haar gezicht klaarde op. Ze lachte bevrijd.
'Natuurlijk! Waarom ben ik daar zelf niet opgekomen,' riep ze. Ze deed een greep in de binnenzak van haar uniformjack en haalde er een dik notitieblok uit. 'Hier staat alles opgeschreven. Nu kan er niets meer fout gaan.'
Op zijn gezicht verscheen een gelukkige glimlach. Ondanks het feit dat ze versuft was had Vanilla ver genoeg vooruit gezien om alle gegevens over de vluchtweg mee te nemen. Hij hoefde geen verantwoording over te nemen of beslissingen te nemen. De Dianes zouden voor zijn veiligheid zorgen.
Ze waren al vijf uur onderweg. Tot nu toe was er niets gebeurd. Ze reden door een troosteloos land. Na een blik op de aantekeningen zei Vanilla: 'We rijden nu door Bodaimien dat vroeger de "voorraadschuur" van ons land genoemd werd. Maar alleen de laatste drie maanden al werd Bodaimien drie keer door de Neogolistinnen en twee keer door de Egotistinnen bezet en door ons terugveroverd.' Er stond geen enkele hele boom, alleen afgestorven stammen en verkoolde takken. Er was geen struik, bloem of grashalm, geen groen. Alleen bruine, open gewoelde aarde, grond. Een doodse vlakte vol kraters. Overal lagen uitgebrande tanks, staken brokstukken van vliegtuigen uit de grond en priemden verbogen en gebarsten kanonlopen de grijze bewolkte hemel in. Er liep prikkeldraad van horizon tot horizon. Overal lagen mijnen. Een van de pantserwagens was voorop gaan rijden.
De MAN werd door het monotone hobbelen van de vrachtwagen in slaap gewiegd. Een loodzware vermoeidheid breidde zich vanuit zijn benen uit over zijn gehele lichaam. Het drukte op zijn hersens en zijn ledematen. Vanilla legde zijn hoofd in haar schoot. Bolanda protesteerde er niet tegen. Zij en twee anderen hadden zich er bijna bij neer gelegd dat Vanilla de opvolgster van de Moeder van Smarten zou worden. Plotseling werd de MAN uit zijn lichte slaap gerukt. Hij werd opgetild en tegen de zijkant van de laadbak geslingerd. De vrachtwagen werd een tweede keer opgetild, rolde een stuk verder en leek toen tegen een onzichtbare barrière te botsen, die hem terugslingerde. Door de achterkant van de laadbak viel een rood lichtschijnsel naar binnen. Overal flitste en donderde het. Ze hoorden de ene explosie na de andere. De vrachtwagen hobbelde een laatste keer en viel toen op zijn kant. Het werd stil.
De MAN kroop op handen en voeten naar buiten.
'We zijn over een mijn gereden,' mompelde hij voor zich uit. Iemand trok aan hem, hielp hem op de been en snauwde hem toe: 'Beheers je. Je bent een Diane.' Langzaam herinnerde hij zich dat hij een uniform droeg en als vrouw gekleed was. Hij probeerde de aanval van zwakte van zich af te schudden. 'Wat is er gebeurd?' vroeg hij. Vanilla en Bolanda stonden naast hem. Ze leken allebei ongedeerd. Uit de andere vrachtwagen sprongen een stuk of twintig strijdsters. Ze renden langs hem heen naar de plek waar een rode vuur- en rookzuil opsteeg. Het pantservoertuig dat achter hen aanreed stond nu ook stil. De Dianes klommen er uit.
'Het pantservoertuig voor ons is in een mijnenveld terecht gekomen,' legde Vanilla uit. 'De drukgolven van de explosie hebben onze wagen omver gegooid.'
'Gaby! Cynthia!' riep hij terwijl hij naar de cabine rende. Hij keek naar binnen en werd misselijk. Hij knielde op de grond en drukte zijn handen tegen zijn buik. Gaby kwam naar hem toe. 'Alles in orde,' zei ze. Haar gezicht had alleen maar een paar schrammen. 'Gelukkig zat ik op de stoel van de bijrijder en ik kon bukken toen de voorruit barstte. Cynthia werd getroffen door een paar glas- en granaatsplinters. Ze leeft nog. We hebben haar naar de andere vrachtwagen gebracht.' Hij stond op. Toen ze naar de vrachtwagen liepen waarin de strijdsters hadden gezeten, ondersteunde Gaby hem. De strijdsters probeerden de omgevallen wagen overeind te krijgen.
Er kwam een Diane in de rang van luitenant naar hen toe om Gaby te helpen.
'U heeft een zwakke constitutie, zuster,' zei de strijdster tegen de MAN. 'U kunt beter niet naar het front gaan. Ik heb zelden een Diane ontmoet...' Ze stak haar hand uit en voelde hem aan zijn kin.
'En ik heb nog nooit een Diane met baardstoppels gezien,' riep ze. Plotseling werd ze zich ten volle bewust van haar ontdekking. Ze week achteruit. 'Een MAN. Een man! EEN MAN!' De strijdsters die de vrachtwagen probeerden overeind te krijgen, stopten onmiddellijk met hun werk en kwamen geïnteresseerd dichterbij. In hun ogen glansde een woest licht. Het was gemakkelijk te raden wat zich achter hun voorhoofden, afspeelde. Velen hadden hun hele leven nog geen man gezien maar ze hadden allemaal gedroomd van een ontmoeting met een mannelijk wezen. Ondanks de versuffing en de matriarchale opvoeding waren ze nog steeds vrouwen met vrouwelijke gevoelens en verlangens. 'Achteruit!' riep Vanilla die plotseling van achter de vrachtwagen tevoorschijn sprong met een machinepistool in de aanslag. Aan de andere kant kwam nu ook Bolanda met een machinepistool in de hand tevoorschijn.
'Als jullie nog een stap doen schieten we!'
Maar de strijdsters hoorden het niet. Ze kwamen dichterbij, ze werden op een magische manier door de man aangetrokken.
Intussen was Gaby samen met hem bij de vrachtwagen gekomen. Ze gingen achter het stuur zitten. Hij ging trillend, hijgend en paniekerig op de stoel naast haar zitten.
Vanilla en Bolanda schoten met hun machinepistolen.
'Niet doden!' jammerde hij terwijl hij door de achterruit keek. Hij zag hele rijen strijdsters op de grond vallen. Na het eerste salvo hadden Vanilla en Bolanda zich op de bak van de vrachtwagen in veiligheid weten te brengen. Ze deden nieuwe magazijnen in hun wapens en schoten opnieuw. De nog levende strijdsters stoven uit elkaar en zochten dekking. Gaby reed met een boog naar de nog heel gebleven pantserwagen en gooide met de ene hand een handgranaat terwijl ze met de andere bleef sturen. Op deze manier waren ze er zeker van dat ze niet door de andere Dianes gevolgd konden worden.
6.
Uit de statistiek blijkt dat er op 4.500 Dianes maar een man voorkomt en elk jaar worden er minder kinderen van het mannelijk geslacht geboren. Meer dan driekwart van de nu levende mannen zijn niet tot voortplanting in staat. Optimisten die geloven dat nu de tijd van volkomen onafhankelijkheid van de Dianes is aangebroken vergissen zich. Want de degeneratieverschijnselen bij de mannen zijn niet opzettelijk veroorzaakt maar zijn een ongewenst neveneffect van ons geboorteprogramma. We mogen dus niet meer proberen het mannelijke geslacht uit te roeien, maar veeleer moeten we proberen iets te doen tegen de dreigende ondergang. 'Je wilde me iets zeggen, Gaby.' Ze reed over een rechte, goed onderhouden weg, week handig uit voor bomkraters en stuurde de wagen het open veld in telkens als ze een vliegtuig zagen.
'Ik heb niets gezegd,' zei Gaby. 'Toch wel,' hield hij vol. 'Toen ik met Vanilla in het militaire kamp kwam heb je gezegd: "Ik moet je dringend spreken, lieveling".' 'Werkelijk?'
Hij zuchtte. Het was altijd hetzelfde met de Dianes. Als ze zich iets moesten herinneren dat enige tijd geleden gebeurd was lukte dat niet. Het werd hem steeds duidelijker dat hij verstandiger was dan zij. Maar daar was hij niet blij over want hij wist maar al te goed hoeveel tekortkomingen hij zelf had.
'Heb je me iets te zeggen of niet?' vroeg hij.
Haar rechterhand liet het stuur los en kletste in zijn gezicht. Ze verloor daarbij de weg geen ogenblik uit het oog. Het achterruitje ging open. Vanilla keek de cabine in en zei: 'We moeten stoppen.'
'Waarom?' vroeg de MAN. Hij kreeg geen antwoord. Gaby reed de wagen de weg af en stopte naast een halfverbrande boom. De MAN stapte uit en zag Vanilla en Bolanda het levenloze lichaam van Cynthia uit de wagen tillen.
Ze begroeven de dode Diane en reden toen verder.
Vijftig kilometer verder moesten ze weer stoppen. Deze keer definitief. Ze hadden geen benzine meer. Vanilla keek in haar aantekeningen. Toen ze opkeek wees ze in de richting van een zacht glooiende heuvel. 'Daar achter ligt een dal met een klein dorpje. Blijkbaar is daar een bevoorradingspost van ons leger.'
Het dorp was platgebrand. Het scheen verlaten te zijn. Toen de drie Dianes met de als vrouw verklede MAN op het dorpsplein kwamen, zagen ze een gruwelijk tafereel.
Midden in het plein was een paal in de grond geslagen. Daar was een menselijke gestalte aan vastgebonden. Terwijl de anderen bleven staan en de omgeving in de gaten hielden liep Vanilla erheen. Even later kwam ze terug en vertelde: 'Het is een mannelijk wezen. Hij is door talrijke kogels doorboord. Dat kan alleen het werk van de Egotistinnen zijn geweest.'
Ze liepen verder. Vanilla kon niet precies zeggen waar het militaire depot was. Bovendien was het waarschijnlijk door de Egotistinnen geplunderd. Daarom waren ze blij toen ze een vierpersoons open terreinwagen vonden waarvan de benzinetank nog halfvol was.
Nu ging Vanilla achter het stuur zitten. Voor ze wegreed raadpleegde ze nog een keer haar aantekeningen. 'We bevinden ons in door de vijand bezet gebied,' zei ze. 'Maar tweehonderd kilometer naar het noorden ligt een basis van ons. Daar verzamelen al onze noordelijke strijdkrachten zich. Van daaruit zal over twee dagen een zwaar offensief beginnen. De bedoeling daarvan is alle vijanden uit ons rijk weg te jagen. Die dag zullen al onze tanks rijden en onze hele luchtmacht zal in actie komen. Het uur X zal het begin zijn van de eindoverwinning van de Virilistinnen!' Hoewel de jeepachtige auto een actieradius van ruim tweehonderd kilometer had kwamen ze maar nauwelijks vijftig kilometer ver. Juist toen ze de uitlopers van het Marinagebergte bereikten werden ze aangevallen door een eskadron egotistische jagers. Ze konden zich nog net in veiligheid brengen. De jeep werd door een salvo uit een machinegeweer getroffen en verbrandde.
Ze overnachtten in een klein bos. De Dianes hielden om de beurt de wacht. Toen Gaby aan de beurt was wachtte ze tot Bolanda, die ze had afgelost, vast sliep. Toen liep ze naar de MAN en maakte hem wakker. Hij schoot overeind en wilde roepen. Ze drukte haar hand tegen zijn mond en duwde zijn hoofd terug in het gras. Toen kuste ze hem. Hij zei geen woord en keek haar alleen maar aan.
'Kun jij je voorstellen dat een kunstenares Moeder van Smarten wordt?' Hij was geïrriteerd. 'Waarom niet,' zei hij ontwijkend. 'Ik geloof dat ik een goede kans maak,' zei ze. 'Ik ben er nog niet zeker van, hoewel... zeg er geen woord van tegen Vanilla of Bolanda. Ze zouden me vermoorden om zelf een betere kans op de post van landsmoeder te maken.'
'Was dat het dat je me wilde vertellen?' vroeg de MAN. Ze haalde haar schouders op. 'Misschien... Ik kan het me niet herinneren. Ga nu slapen. Je moet morgen goed uitgerust zijn want we hebben nog een moeilijke tocht voor de boeg. Ik zal je beschermen, lieveling.' Ze kuste hem teder en ging toen naar haar post terug.
Hij kon niet meer in slaap komen. De hele nacht lag hij wakker. Hij dacht eraan dat hij geboren was uit een man en een vrouw. Hij had ouders en kwam niet uit de retorten zoals de meeste mannen en vrouwen. Hij was ook niet verwekt door kunstmatige bevruchting.
12777-0181-NZ was een uitverkorene. Hij kende zijn vader en zijn moeder. Zijn moeder... ze was de beste en verstandigste Diane geweest die hij had gekend. Maar nu was ze dood.
Bij het krieken van de dag waren ze vertrokken. Dat wilden ze tenminste. Ze hadden nauwelijks tien stappen gedaan toen ze in de rand van het bos stemmen hoorden. 'Egotistinnen!' had Vanilla gezegd. De drie Virilistinnen hadden tegelijkertijd hun wapens ontgrendeld. Ze waren vast van plan tegen de vijand te vechten zonder zich af te vragen of deze misschien een overmacht vormde.
Het was de MAN die hen voor een dodelijke fout had behoed. Hij hield hen voor ogen hoe lichtzinnig en impulsief hun gedrag was en hij zei tot slot: 'Als jullie gedood worden wat moet er dan van mij worden? Wie zal het rijk van de Virilistinnen dan besturen?'
'Bange haas,' zei Vanilla afkeurend. Bolanda had alleen maar spottend haar mond vertrokken. Maar Gaby vroeg nieuwsgierig: 'Heb jij een voorstel?'
Hij knikte en legde toen zijn plan uit...
Het waren zes Egotistinnen. Ze reden op paarden en waren tot de tanden gewapend. Waar ze die zes paarden vandaan hadden gehaald wisten ze zelf niet meer. Ook zij sukkelden met hun geheugen. De AI-Golf had nog op een andere manier een verwoestend effect op ze gehad. Ze waren vervallen tot het diepste barbarendom. Aan de zadelknop van de aanvoerster hing als trofee de schedel van een man. Plotseling verscheen op een rots die honderd meter voor hen uit het bos oprees, een gestalte. 'Mannenvermoordende beesten! Jullie zijn beesten, geen Dianes. Kom hierheen en laat zien of je kunt vechten. Ik ben een man!' Vanilla speelde de rol die de MAN haar had toebedacht niet erg overtuigend maar de Egotistinnen trapten erin. Ze sprongen van hun paarden en stormden naar de rots waarvandaan de zogenaamde man hen had uitgescholden.
Intussen liepen Gaby, Bolanda en de MAN van achteren naar de paarden toe. Ze sprongen in het zadel, pakten een vierde paard bij de teugel, joegen de andere paarden op de vlucht en reden naar de achterkant van de rots waar Vanilla al op ze wachtte. Ze reden weg, het woedende gebrul van de Egotistinnen achter zich latend. Na een paar kilometer stopten ze op een teken van Vanilla. 'Waarom ben je zelf niet op de rots gaan staan?' vroeg ze aan de MAN. 'Bij het zien van de Egotistinnen zou ik van schrik geen woord over mijn lippen hebben kunnen krijgen,' antwoordde hij.
Vanilla geloofde hem. Ze klopte zich demonstratief af. 'Ik voel me vies omdat ik me voor een man heb uitgegeven.'
De hoofdzaak is dat we paarden hebben en sneller vooruit komen, dacht de MAN. Zijn zitvlak deed pijn van het rijden maar hij droeg de pijn dapper. Hij was het lot dankbaar dat hij niet in handen van de Egotistinnen was gevallen. Daardoor was alles gemakkelijker te verdragen. Gedurende 120 kilometer bewezen de paarden hen een uitstekende dienst. Ze brachten hen door bossen, over steile hellingen, door smalle onbegaanbare ravijnen en langs een rivier naar de vlakte.
Daar raakten ze hun rijdieren kwijt. Vanuit de vlakte kwam een gele wolk in de richting van de bergen drijven. Het was een spookachtig gezicht. 'Gifgas!' riep Vanilla. 'Gasmaskers op en in gestrekte galop de sluipende dood tegemoet!'
Ze haalden de gasmaskers uit hun rugzakken, zetten die op en reden de gele wolk gifgas tegemoet. Ze waren nauwelijks honderd meter de dodelijke nevel binnengereden toen de bewegingen van hun rijdieren duidelijk trager werden. Tenslotte zakten ze uitgeput in elkaar. Vanilla gaf ze het genadeschot.
Ze gingen te voet verder. Er stak een sterke wind op die de gele wolk uit elkaar sloeg en tenslotte helemaal verdreef.
Eindelijk konden ze hun gasmaskers weer afzetten en zuivere lucht inademen. Bolanda hoestte. 'Ik geloof,' zei ze tussen twee hoestaanvallen door, 'dat ik iets van het gele gifgas heb ingeademd.'
De drie Dianes en de MAN stonden midden op een spookachtig slagveld. De dood had hier genadeloos toegeslagen; de geruisloze gele dood die binnen een uur duizenden Dianes uit het leven had weggerukt. Het waren Egotistinnen geweest die hier hun kamp hadden opgeslagen. Waarschijnlijk waren ze op weg geweest naar het Allervrouwelijkste om het te veroveren of te verwoesten. Vanilla keek weer in haar aantekeningen. Plotseling lichtten haar ogen op. Ze zwaaide het blocnote hoog boven haar hoofd.
'Uur X,' riep ze terwijl ze haar armen uitspreidde. 'De vernietiging van deze divisie Egotistinnen is het begin van het geplande grote offensief.' 'Horen jullie dat?' vroeg Bolanda. Ze zwegen en luisterden. Toen hoorden ze het allemaal. Een gebrom in de lucht dat nergens en toch overal vandaan scheen te komen. Het werd sterker en zwol aan tot een oorverdovend lawaai.
7.
Het was me vanaf het begin duidelijk dat ik van ketterij beschuldigd zou worden maar zelfs met het risico dat ik geen kandidate zou kunnen zijn voor het ambt van Moeder van Smarten, zeg ik hier vrijuit: Dianes, onderwerp de man niet maar onderwerp je aan hem. Het Allervrouwelijkste moge ons er voor behoeden dat ons lot eens zal afhangen van een gedegenereerd en verwekelijkt mannelijk wezen. Het was een verheffend majestueus gezicht.
Maar ook beangstigend. Eerst waren er aan de horizon een paar puntjes verschenen. Tien, vijftien, twintig. Het werden er steeds meer. Vijftig. Honderd. Ze werden groter naarmate ze dichterbij kwamen. Van nietige muggen werden het grote vogels. Vliegtuigen. Duizend vliegtuigen! In voorste linie vlogen de kleine stevige straaljagers in wigvormige formatie. Ze vormden twintig wiggen van vijfentwintig vliegtuigen.
Daarachter kwamen lichte gevechtsvliegtuigen die hoofdzakelijk werden gebruikt om grondtroepen te bestrijden. Het waren acht rijen van ieder vierentwintig vliegtuigen. Vlak daarachter volgden tweehonderd middelzware bommenwerpers. Vervolgens kwamen troepentransportvliegtuigen, zware bommenwerpers en daarachter weer lichte straaljagers. In totaal duizend vliegtuigen! En dat was pas de eerste gevechtseenheid. Daarachter volgde een tweede groep. Weer duizend vliegtuigen: straaljagers, kleine straaljagers, lichte en zware bommenwerpers, jagers en troepentransportvliegtuigen. Dan de derde groep ...
De hemel was zwart van vliegtuigen. Over het hele gebied heerste een oorverdovend gedonder. 'Dat is onze luchtmacht!' riep Vanilla enthousiast.
De MAN keek haar onderzoekend aan. Zoals al zo vaak na het optreden van de versuffing constateerde hij ook nu weer dat Vanilla erg veranderd was. De Vanilla, die de verhandeling over de tachtigjarige oorlog had geschreven was een heel andere geweest.
De vliegtuigen van het virilistische leger vlogen van het noorden naar het zuiden in de richting van de hoofdstad Gournee.
Plotseling doken ook aan de westelijke horizon vliegtuigen op. Toen de MAN Vanilla daarop opmerkzaam maakte, vloekte ze. 'Dat is de vijand!' riep ze boven het lawaai van de vliegtuigen uit. 'Eenheden van de Neogolistinnen of de Egotistinnen.'
Haar woede ebde snel weg. Ze lachte wild.
'Goed! Laat ze maar komen en hier een nederlaag lijden.' En toen begon het grootste luchtgevecht in de hele geschiedenis van de amazonewereld Diane. Het was een gevecht zonder strategie. De versufte vrouwelijke piloten, die nog net intelligent genoeg waren om de instrumenten van hun machines te bedienen, waren niet in staat tot tactische manoeuvres. Ze vlogen de vijand tegemoet en schoten in blinde woede. De eerste vliegtuigen stortten omlaag met lange rookwolken achter zich. De kleine wendbare tweemotorige machines openden het vuur op de vijandelijke linies, zwenkten en vielen opnieuw aan. De zware lompe bommenwerpers en de vliegtuigen om troepen te transporteren waren hun meest geliefde doelen. Hun rijen werden het snelst uitgedund. Boven dit alles trokken straaljagers hun witte strepen. Ze waren te snel om mee te kunnen doen aan dit gevecht van vliegtuig tegen vliegtuig. Ze namen er genoegen mee om boven de vijandelijke linies te vliegen en deze te bestrijken met salvo's uit hun mitrailleurs en raketten. Soms vlogen ze ook naar een vijandelijk toestel en ramde dit gewoonweg.
Dit gevecht tussen Dianes was zinloos. Kenmerkend voor de versuffing van de Dianes en voor de hele oorlog. Waarschijnlijk zou dit luchtgevecht nog lang zijn doorgegaan als er geen einde was gekomen door een vreemd en onverklaarbaar voorval. Hoog boven de vechtende vliegtuigen,verschenen plotseling enorme vreemde cilindervormige dingen. Het leek of het spionnen van de hemel zelf waren.
De man zag ze en schrok. Hij wist niet wat dit betekende. In zijn nood klemde hij zich aan Vanilla vast. Maar ze duwde hem weg. Ze trilde zelf en was spierwit.
De enorme angst die zich in de man had opgekropt kwam tot uitbarsting in een hysterische schreeuw. Maar dat bracht hem geen verlichting. De werkelijk geworden nachtmerrie was nog lang niet voorbij. Integendeel, de sluizen van de hemel gingen steeds verder open en er kwamen oneindige aantallen gigantische cilindervormige hemellichamen uit. Het leek of Diane er onder begraven zou worden.
Een van de cilindervormige hemellichamen daalde in de richting van de vlakte waarboven de vliegtuigen van de Dianes met elkaar vochten. Het onheilspellende ding werd steeds groter tot het bijna het gehele gezichtsveld van de MAN vulde. Het hemellichaam moest hoger zijn dan de hoogste berg op deze wereld en zijn doorsnede was minstens vierduizend meter, schatte de MAN. De grond trilde toen hij geraakt werd door de drukgolf die voor het onheilspellende ding uitschoof. De straaljagers en de andere vliegtuigen werden als speelgoed weggevaagd. Velen ervan sloegen op de grond te pletter, anderen dreven als bladeren in de storm weg. Het enorme ding vloog steeds lager. Uit zijn ronde buik schoot een enorme vuurzuil waarvan de uitlopers de grond verbrandden. De MAN, die zich bij de eerste luchtdrukgolf op de grond had laten vallen steunde nu op zijn armen en keek omhoog. Hij voelde de hitte die zijn adem afsneed en de wind die aan zijn kleren trok maar hij weerstond de razende elementen. Iets in hem was sterker dan de angst voor dit verschrikkelijke. Hij wilde tot de laatste seconde zien wat er gebeurde. Hij kon nu details van het enorme monster zien. De oppervlakte, behalve de vlammenspuwende onderkant, was onderverdeeld in zuivere zeshoeken die er in vergelijking met het geheel nietig uitzagen. Door deze ontelbare raten werd het zonnelicht duizendvoudig teruggekaatst. Juist wilde de MAN zich afwenden toen het ding uit elkaar barstte. Instinctief beschermde hij zijn gezicht met zijn handen maar toen zag hij in dat dat zinloos was. De ruim tweeduizend twaalfhoekige brokken waren precies even groot en hadden aan de bovenkant een soort uitstekende toren. De tweeduizend identieke brokstukken vielen niet gewoon omlaag maar vlogen weg van het hoofdlichaam tot er van het ding niets meer over was dan de vuurspuwende grondplaat.
De gigantische cilinder was uit elkaar gevallen en nu gebeurde er met de tweeduizend twaalfhoekige brokstukken hetzelfde. Op hun beurt vielen ze uit elkaar in duizend gelijke stukken die in een omtrek van enkele kilometers op de grond neerdaalden. Duizenden en duizenden, meer dan twintig meter lange raatvormige cilinders veranderden de dag voor enkele minuten in een nacht tot ze tenslotte op de oppervlakte van Diane lagen. Ook de enorme vuurspuwende grondplaat daalde op de vlakte en bedolf de neergestorte vliegtuigen. Toen pas werd de MAN er zich van bewust dat hij zich aan Gaby vastklampte. Sidderend maakte hij zich van haar los en keek naar de metalen schijf van tweehonderd meter hoog en met een doorsnede van vier kilometer.
'Het is niet te begrijpen,' mompelde hij met gebroken stem. 'Als je bedenkt dat er ontelbare van deze grote dingen uit de hemel op onze wereld zijn gevallen.'
Zelfs Vanilla was nog steeds onder de indruk van het gebeuren. Ze zei: 'Laten we het Allervrouwelijkste bedanken dat het voorbij is.' Maar daarin vergiste ze zich. Nu brak de hel pas echt los.
8.
Er zijn veel theorieën over de oorzaken van de degeneratieverschijnselen bij mannen opgesteld, maar ze dienen er alleen maar voor onze schuldgevoelens te compenseren. Het staat niet vast dat wij de mannen op ons geweten hebben. Door experimenten in retorten en in het moederlichaam hebben we van een trots, sterk en verstandig geslachtelijk soort slaven gemaakt. Uiteindelijk is ook de onvruchtbaarheid van de mannen terug te voeren op de beïnvloeding van de genen.
'Waren we vroeger werkelijk sterk en verstandig?' vroeg de MAN. Vanilla haalde haar schouders alleen maar op. Ze keek naar het oosten waar net de zon opging. De nacht was onnatuurlijk warm geweest. Nu waren ze bang dat de hitte na zonsopgang nog feller zou worden.
Bolanda had weer een van haar hoestaanvallen.
'Ik kan niet meer,' zei ze hijgend. Plotseling zakte ze in elkaar. De MAN boog zich over haar heen. 'Je geeft toch niet op als ik het nog vol hou,' zei hij tegen haar. 'Je bent een Diane, Bolanda!'
Ze keek hem woedend aan maar toen vertrok haar gezicht en hapte ze naar adem. Ze trok hem naar zich toe. 'Draag me,' fluisterde ze. 'Ik wil hier niet blijven liggen.' 'Je moet op eigen kracht verder gaan, Bolanda,' zei hij op klagelijke toon. 'Ik ben maar een zwakke MAN. Als het klopt wat er in het boek van Vanilla staat waren wij vroeger een sterk...' 'Mond houden,' viel Vanilla tegen hem uit. 'Spaar je adem. En maak jij datje op de been komt, Bolanda.' 'Ik... kan niet meer. Mijn benen zijn loodzwaar.'
Dat klopte. Ze waren er allemaal erg aan toe. Het leek of ze een zware last moesten dragen. En die onzichtbare last op hun schouders werd .van minuut tot minuut zwaarder, 's Nachts hadden ze hun bagage al afgelegd. Nu hadden ze alleen de waterflessen en de pistolen bij zich. De geweren lagen ergens achter hen. 'De zon!' Gaby zei het op een toon die tegelijkertijd eerbied en angst uitdrukte. 'De zon, hij brandt vandaag sterker. Merken jullie het ook?' Terwijl het rode licht vroeger genadig en warm was is het vandaag hels en genadeloos.'
'Alleen maar verbeelding,' beweerde Vanilla en nam een teug uit haar waterfles. 'We moeten verder. Het Allervrouwelijkste is niet ver meer. We moeten het vandaag bereiken. Het ligt achter deze vlakte. Zien jullie die berg? Daar is het Allervrouwelijkste.' Ze nam weer een slok water. 'Doe er zuinig mee,' vermaande de MAN haar.
Even leek het of Vanilla zich op hem wilde storten maar ze deed het niet. Ik moet voorzichtig zijn met wat ik zeg, dacht de MAN. De Dianes zijn ondanks alles te trots om iets van mij aan te nemen.
Bolanda stond moeizaam op. De MAN durfde haar niet te helpen. Bolanda wankelde maar ze bleef overeind. Ze keek naar de zon die als een bloedrode vlammende bol boven de horizon zweefde. Het was onverdraaglijk heet.
'Wat glanst hij boosaardig,' kreunde Bolanda. Ze begon te lopen waarbij ze wankelde als een beschonkene. Gaby liep haar met moeizame stappen achterna en bleef naast haar lopen om haar in geval van nood te kunnen ondersteunen.
'Het is nog hoogstens dertig kilometer,' zei ze ter opmontering. Haar stem klonk schor.
Vanilla leek nog het meest fris. Ze was niet zuinig met haar watervoorraad. Twee uur later was de fles leeg en had ze deze weggegooid.^ De zon Emanzopa brandde onbarmhartig. Zelfs als er af en toe een wolk voor de vurige bol schoof, bracht dat geen verlichting. De lucht leek te koken.
Bolanda had zich het laatste halve uur alleen overeind kunnen houden omdat ze door Gaby werd ondersteund. Nu was Gaby aan het eind van haar krachten. Bolanda gleed op de grond en bleef op haar rug liggen. Haar ogen waren gesloten en haar lippen droog en gesprongen. Er ging een hoestaanval door haar lichaam, maar er kwam alleen maar gerochel uit haar droge keel.
Toen lag ze stil. Ze was dood.
Vanilla en Gaby droegen haar in de schaduw van een rots. Daar hielden ze samen met de MAN een paar minuten een dodenwake.
Ook de schaduw bracht geen afkoeling. Het was hier even heet als overal. Het leek alsof er een zwaar gewicht op ze drukte. Ze gingen weer verder.
De rivier stond droog. De MAN liet zich op de grond zakken en slikte. Vanilla begon in zinloze woede tegen stenen en rotsblokken te trappen. Gaby zat alleen maar zwaar hijgend met haar rug naar de ondergaande zon.
'Het wordt nu snel nacht,' zei ze waarbij ze haar gebarsten lippen nauwelijks bewoog.
Vanilla liep naar haar toe en liet zich volkomen uitgeput naast haar op de grond zakken. Haar ruwe handen grepen een graspol en rukte het uit de droge aarde. Het gras was vergeeld. Vanilla begon er op te kauwen, maar vertrok meteen erna in afschuw haar gezicht.
'Het is nu gauw nacht,' zei Gaby weer. 'Dan zijn we van de hitte verlost.' 'Geloof dat maar niet.' Vanilla lachte schor.
De MAN liep naar ze toe. 'We zullen het Allervrouwelijkste bereiken,' zei hij vol vertrouwen. Hij stond als het zinnebeeld van mannelijkheid boven de twee Dianes: klein en sierlijk.
'Hoe doe je dat, MAN?' vroeg Vanilla terwijl ze met haar gezwollen oogleden knipperde. 'Hoe kun je zo fris blijven?'
'Ik ben zuinig geweest met mijn water,' zei hij, pakte de waterfles van zijn riem en hield deze Gaby voor. 'Er is voor ieder van jullie nog een slok over. Drink.'
Voor Gaby de veldfles kon pakken had Vanilla deze al uit zijn handen gerukt. Toen ze de inhoud tot op de laatste druppel had leeggedronken, smakte ze met haar lippen en zei tegen Gaby: 'Je begrijpt toch zeker wel dat ik als aanstaande Moeder van Smarten op de eerste plaats aan mijn eigen welzijn moet denken.'
'Hoe kun je er zo zeker van zijn dat jij het hoogste ambt in het rijk krijgt?' vroeg Gaby vermoeid. 'De opvolgster van de Moeder van Smarten wordt pas in het Allervrouwelijkste aangewezen.'
Vanilla vertrok haar mond. 'Jij bent te zwak om het Allervrouwelijkste te bereiken.'
Gaby knikte afwezig. De bloedrode zon Emanzopa verdween achter de horizon. Gaby zei: 'Bescherm je MAN, want alleen hij kan je Moeder van Smarten maken.'
Ze gingen weer verder. Meter voor meter werkten ze zich naar het Allervrouwelijkste dat twee kilometer verder als een steile tweehonderd meter hoge berg uit de vlakte oprees. In het begin konden ze nog een tijdje op de been blijven. Toen werd de zwaartekracht van de planeet zo hoog dat ze op de knieën gedwongen werden. Ze kropen op handen en knieën verder. Soms zakte er een in elkaar, bleef een paar seconde of meer uitrusten en sleepte zich dan weer verder door de nacht, door de hete nacht, in de richting van het nabije Allervrouwelijkste. Hoewel de zon al aan de andere kant van de planeet was, werd het steeds heter en de druk op hun lichamen groter.
Vanilla kreeg last met haar bloedsomloop. De MAN masseerde haar en kreeg als dank een klap toen ze weer was hersteld.
Gaby had last van hallucinaties. 'Ik zie in het Allervrouwelijkste... als Moeder van Smarten, mijn MAN van goud naast me ... mijn kind van goud op mijn arm...'
De MAN kroop blindelings voort. Plotseling voelde zijn hand iets zachts, het ding bewoog. Het maakte gorgelende geluiden. Toen werd hij door twee sterke armen vastgepakt en op de grond gedrukt.
Hij deed zijn ogen open en keek in het van haat vertrokken gezicht van een Egotistin. Hij kreeg een harde klap. 'Een van het mannelijk geslacht,' hijgde de Egotistin. 'Ik zal je doden voor ik...'
De MAN voelde de handen als stalen klemmen om zijn nek. Hij had niet genoeg kracht om zich te verdedigen. Vertwijfeld hapte hij naar lucht. Zijn stem dreigde het te begeven. Toen zag hij achter de Egotistin een schaduw die iets in de hand hield. Hij hoorde een verschrikkelijke knal die weerkaatst werd door de hoog oprijzende wand van het Allervrouwelijkste. Er ging een schok door de Egotistin alsof ze een klap met een knots had gekregen. Toen viel ze dood naast de MAN op de grond.
Vanilla stak haar pistool weg, boog zich over de vijandelijke strijdster en fouilleerde haar.
Plotseling gaf ze een triomfantelijke kreet en hield een veldfles omhoog. 'Je moet ons ook iets van het water geven,' zei Gaby. 'Hoor je, je moet ons ook water geven.' 'Okay!'
Vanilla nam een grote slok en gaf de fles aan de MAN. Deze gaf hem aan Gaby door. Toen hij hem terugkreeg kwamen er nog maar een paar druppels uit.
Iedere ademhaling duurde een eeuwigheid en het leek of dit nog niet genoeg was om de longen de nodige zuurstof te geven.
De zon Emanzopa stond als een dodelijke hete vlam in het zenit. De MAN tilde moeizaam zijn hand op, schoof deze naar voren en liet hem daar rusten. Toen trok hij een ontzaglijk zwaar been bij. Rust. Nu was de andere arm aan de beurt. Rust. Ademen, dat was kokende lucht door de neus en de ver opengesperde mond inzuigen, dan vuur uit de mond blazen. Dat was ademen, een kwelling. Toen werd het tweede been, dat intussen het dubbele van zijn oorspronkelijke gewicht had, bijgetrokken. Het hoofd opheffen en kijken.
Waarnemen dat de ingang van het Allervrouwelijkste vlakbij lag. Het was gehuld in een roze glinstering, verlokkend, vol beloften. De ogen rust gunnen. Het werd zwart om hem heen. Deze duisternis duurde niet lang. Er vormde zich grote kleurige cirkels die ronddraaiden en dan weer inkrompen. Er vormden zich kleine gekleurde cirkels die groter werden. Sterren barstten uit elkaar. Het lichaam sparen? Nee! Verder kruipen naar het doel. Daar was redding.
Het doffe monotone geruis in zijn oren werd door een ander geluid overstemd. Dit andere geluid scheen uit de ingang van het Allervrouwelijkste te komen. Er streek iets koels over hem heen. Een vleugje wind. Moeizaam deed hij zijn aan elkaar gekleefde oogleden open en gluurde door een smal spleetje naar links. Daar zag hij Gaby en Vanilla in een vertraagde beweging naar de ingang van het Allervrouwelijkste kruipen. De MAN wilde iets naar hen roepen maar er kwam geen geluid over zijn lippen. Hij kon bijna niet meer ademen.
Maar hij leefde nog. En hij bewoog. Hij voelde een brandende pijn. Hij had het gevoel of hij door vlammen kroop.
Een schaduw gleed over zijn lichaam. Hij draaide zijn hoofd opzij en zag dat de schaduw in werkelijkheid een ander lichaam was. Gaby!
Haar lippen, gekloofd als een rotsgebergte drukten tegen zijn oor. 'Lieveling ...'
Het woord schoot door zijn hele lichaam en gaf hem nieuwe kracht.
'Lieveling ... ik zal. .. Moeder van Smarten... worden... Nu voel ik het... ik weet dat... dat ik je leven... in... me draag. Jouw zoon.'
Gaby zakte in elkaar. Hij duwde haar van zich af en kroop verder. Ik ga hulp halen, dacht hij. Ik zal alles doen om Gaby, de Moeder van Smarten, de moeder van mijn zoon, te redden!
Hij zag als door een sluier dat Vanilla vlak bij de ingang van het Allervrouwelijkste was.
Ik moet haar achterna, dacht hij. Ik moet mijn Moeder van Smarten redden!
Toen kreeg hij een visioen. Een beeld uit zijn kindertijd. De Moeder van Smarten.
Zijn moeder. De landsmoeder. De moeder van alle amazones. Zij had hem het leven geschonken. Hij zag haar, hoorde haar zachte stem nog een keer terwijl de dood zijn benige vingers al naar hem uitstrekte. Hij keek in het aangezicht van de dood en schreeuwde.
Maar door de schreeuw heen hoorde hij de stem van zijn moeder. 'Ik heb je geboren doen worden, 12777-0181 om voor nakomelingen te zorgen. Ik heb mijn volk veel kinderen geschonken, maar jij was de enige zoon. Je bent iets bijzonders. Je bent niet alleen een nummer maar er is NZ aan toegevoegd. Dat betekent dat je natuurlijk bent. Je vader is geen anonieme donor maar een MAN met een gezicht. Op zekere dag, als ik oud ben en jij volwassen, zul jij de MAN van de Moeder van Smarten worden.' De stem vervaagde toen de MAN door de dood werd opgetild en naar de eeuwigheid werd gedragen. De weg naar de eeuwigheid ging door een tunnel die in het begin breed was maar naar binnen toe steeds smaller werd. De dood legde de MAN neer.
9.
'Het Allervrouwelijkste' had gerust. Nu kwam het tot leven. Dat betekende dat de afdelingen die niet verwoest waren tot een vreemd onpersoonlijk leven kwamen. Het waren machines, robots die met elkaar communiceerden in hun eigen symbolen die onbegrijpelijk waren voor een mens maar waarvan de vertaling ongeveer zo zou luiden: 'Peiling van individuen!' De individutasters van de veiligheidscomputer vingen de uitstralingen op en veranderden deze in impulsen die ze verder zonden. Er klikten relais en computers kwamen in actie. Machines begonnen te draaien. Het positronische brein kreeg de gegevens van de veiligheidscomputer door, verwerkte deze en vergeleek ze met de gegevens in het geheugen. 'Mensen!' constateerde de computer. Andere volautomatische installaties kwamen in werking door deze diagnose. In de gangen en vertrekken die voor menselijke wezens waren gebouwd, gingen lichten aan. Deuren schoven open. De stroomcircuits van nog intacte installaties werden gesloten.
De luchtverversingsinstallatie kwam in actie.
De veiligheidscomputer gaf weer een bericht door.
'De zwaartekracht is in gevaarlijke mate gestegen. Hij bedraagt intussen precies 2,2156 g. Dat is een waarde die op den duur voor het menselijk organisme dodelijk is.'
Er werden maatregelen genomen. De anti-zwaartekrachtneutralisators werden ingeschakeld en absorbeerden het teveel aan zwaartekracht. '1 g.,' gaf de veiligheidscomputer door.
Meteen daarna gaf hij opnieuw een alarmsignaal door.
'De temperatuur is in een gevaarlijke mate gestegen. Hij bedraagt intussen precies 62,7134' Celsius. Dat is een waarde die op den duur dodelijk is voor het menselijk organisme.' Er werden maatregelen genomen. Er begonnen koelinstallaties te draaien die de hitte zolang bestreden tot de temperatuur van de lucht nog 24 Celsius bedroeg.
Dit alles gebeurde met razende snelheid.
'Wat ontbreekt er nog?' 'De mens houdt van gezelligheid, hij heeft de nabijheid van zijn soortgenoten nodig.'
De Ro-Dianes werden opgeroepen. Hun eerste diagnose luidde: 'De twee zijn meer dood dan levend. Ze hebben dringend behoefte aan medische hulp.'
De medo-robots waren onmiddellijk ter plaatse en brachten de twee menselijke wezens naar de verpleegpost. Even later stond vast dat ze het bijna onmogelijke hadden klaargespeeld. Het was gelukt de twee menselijke wezens in leven te houden. De wonderschone Ro-Dianes, robots met een bio-omhulsel, wachtten geduldig tot de MAN ontwaakte.
10.
De vrouw is er voor bestemd alleen gestalte te geven aan haar toekomst. Zo leggen wij, eigenzinnig en mateloos overdreven, de oude geschriften uit. Het zou beter zijn de uitleg van de geschiedkundige geschriften over te laten aan het Allervrouwelijkste. Misschien krijgen we dan een ander beeld van onszelf en van onze ware bestemming. Het wordt in ieder geval tijd het volk van de Dianes in te lichten... en een einde te maken aan de geheimzinnigheid rond het Allervrouwelijkste.
De MAN knipperde met zijn ogen tegen de nieuwe dag en rekte zich uit. Hij lag in een bed dat naar rozen geurde. Hij was in een vreemd vertrek met blauwe muren en meubilair waarvan een grote rust uitging. De zachte kleuren voorkwamen dat de MAN in paniek raakte. Maar even later werd hij toch onrustig. Hoe wist hij dat het ochtend was? Er was hier geen raam waardoor hij naar buiten kon kijken.
Toen werd hij zich bewust van de geluiden van vogels. Daar was hij door gewekt en dat had hem de indruk gegeven dat het ochtend was. Hij piekerde niet langer over de herkomst van het vogelgezang of over de onbekende kamer en het vreemde meubilair.
Hij was hier nu eenmaal en voelde zich veilig. Hij kon er van overtuigd zijn dat de verschrikkelijke gebeurtenissen alleen maar een droom waren geweest. In werkelijkheid was er geen hitte en er drukte geen grote last op hem. Hij voelde zich uitgerust en fris. Hij had honger.
Er schoof een deur open waardoor een zeer mooie roodharige vrouw naar binnen kwam. Ze glimlachte terwijl ze een blad met dampende koffie en verse broodjes bij zijn bed zette. Hij beantwoordde de glimlach en begon toen aan het kostelijke ontbijt. De Diane bleef met een innemend glimlachje naast hem staan. 'Hoe heet je?' vroeg hij tussen twee happen door.
'Noem me maar Tiziana,' zei de Diane.
Hij nam een slok koffie en had het gevoel alsof de aromatische vloeistof samen met de naam 'Tiziana' vanzelf naar binnen gleed.
'Ik neem aan dat de nieuwe Moeder van Smarten nu snel gekozen zal worden,' zei de man tevreden. 'Ik voel me in een soort bruidsbed liggen. Kun je me vertellen Tiziana welke van de vier vrouwen is uitgekozen?' Tiziana glimlachte maar zei niets. De MAN fronste zijn voorhoofd. Er drong zich een vraag aan hem op maar hij was bang hem te stellen. Maar toen Tiziana nog steeds niets zei vroeg hij het toch.
'Op welke manier wordt de Moeder van Smarten uitgekozen?' vroeg hij. 'Door de natuurlijke gang van zaken of door het Allervrouwelijkste?' 'Het noodlot heeft de keuze gedaan,' antwoordde Tiziana. De MAN vond het geen bevredigend antwoord en vroeg: 'Waar zijn we hier?'
'In het Allervrouwelijkste.' Plotseling smaakte de koffie vies en de broodjes waren taai als gummie. 'Het klopt dat we naar het Allervrouwelijkste zijn gegaan,' mompelde hij voor zich uit. Zijn hoop dat alles alleen maar een droom was geweest, verdween. 'Vanilla, Bolanda, Gaby en Cynthia zijn uit Gournee vertrokken.
Dat klopt dus. Het is nog steeds oorlog. De intelligentie van de Dianes is aangetast. Dat valt niet te ontkennen. We moesten veel moeilijkheden overwinnen voor we hier waren. Dat alles wil ik als werkelijkheid erkennen, maar mijn verstand weigert de laatste verschrikkelijke gebeurtenissen te accepteren.'
'Geloof ze dan niet,' raadde Tiziana hem aan.
'Dus leven Cynthia en Bolanda nog?' vroeg de MAN zonder veel hoop. Tiziana zei niets. Dat was een antwoord op zich.
'Wie is nu de Moeder van Smarten?' vroeg de MAN.
Tiziana keek naar de deur. Hij volgde haar blik en keek gespannen naar de deur die langzaam openschoof. Hij verwachtte dat Gaby zou binnenkomen, maar hij vergiste zich. 'Ik heb altijd geweten dat ik de Moeder van Smarten zou worden,' zei Vanilla. 'Ook als de anderen nog zouden leven zou de keus op mij zijn gevallen.' Gaby dood!
'Nee, ze leeft,' zei de MAN. 'Gaby leeft! Ze is niet dood. Als ze niet in het Allervrouwelijkste is, is ze vlak in de buurt.'
Vanilla lachte. Hij rook de alcohol. 'Typisch MAN,' zei ze. 'Hij is te laf om de werkelijkheid onder ogen te zien. Maar ik neem je je illusies af. Buiten het Allervrouwelijkste heerst chaos. In de hitte en de onmenselijke zwaartekracht kan niemand blijven leven. Als Gaby buiten is gebleven moet ze intussen zijn gestorven.' 'Niet verder praten,' vroeg de MAN. 'We moeten iets doen om Gaby te redden. We kunnen haar niet aan haar lot overlaten, want zij is de echte Moeder van Smarten.'
'Klopt dat?'vroeg Tiziana. 'Het is waar,' verzekerde de MAN; 'Ik kan het zweren voor het Allervrouwelijkste.'
Vanilla lachte hysterisch. 'Hij liegt, deze erbarmelijke MAN! Ik heb hem en Gaby in de gaten gehouden. Zoals zij zich gedroeg was onwaardig. Zij toonde niets van de grootsheid en verhevenheid van een Diane.' 'We moeten haar gaan helpen,' hield de MAN vol.
Tiziana zweeg een poosje en zei toen: 'We zullen het Allervrouwelijkste om raad vragen.'
In het 'Allervrouwelijkste' begon de computer te draaien om een antwoord te geven op het gestelde probleem. Er werd binnen een seconde een oplossing gevonden maar het werd door de logische en psychologische afdeling afgeraden de MAN met de waarheid te confronteren.
Volgens de computer stond het vast dat Gaby in de hitte en de verdubbelde zwaartekracht was omgekomen. Ze zou deze onmenselijke omstandigheden niet hebben kunnen overleven. Maar dat mocht de MAN niet weten omdat hij dan psychisch ernstig geschokt zou kunnen raken. Dat mocht niet gebeuren want hij was nodig voor het behoud van de soort. Hij was een van de weinige nog levende mannen en het enige menselijke wezen op Diane dat gespaard was gebleven voor de versuffing.
Daarom werd er door het Allervrouwelijkste een programma voorbereid om hem langzaam op de waarheid voor te bereiden.
De man en Vanilla werden in een vertrek gebracht waar een paar Ro-Dianes met verschillende dingen bezig waren. Op weg naar dit vertrek waren ze door nauwe bochtige gangen gelopen. Daaruit viel op te maken dat het Allervrouwelijkste onder de rots bolvormig was. Het viel de man ook op dat de technische installaties in het Allervrouwelijkste veel geavanceerder waren dan in Gournee. Zo waren ze bijvoorbeeld opgestegen in een lift zonder cabine. Hij en Vanilla zweefden gewichtloos in een schacht omhoog. Toen hij er Tiziana naar vroeg zei deze dat het een anti-zwaartekrachtlift was. Hoewel de MAN zich bij dat woord niets kon voorstellen nam hij het toch goed in zich op.
Op weg naar de gemeenschappelijke ruimte vertelde Tiziana hem nog andere opmerkelijke dingen. Ze had het er over dat het Allervrouwelijkste een enorm paddenstoelvormig ding had gepeild dat verantwoordelijk was voor de toegenomen hitte en de verdubbelde zwaartekracht. Ze beweerde zelfs dat dit paddenstoelvormige ding energie van de zon Emanzopa aftapte om de temperatuur te laten stijgen en de zwaartekracht te verdubbelen. De MAN duizelde toen hij dit hoorde. Hij kon het niet werkelijk begrijpen en hij vroeg zich af waarom Tiziana het hem vertelde.
Vanilla, die alles gehoord had en er waarschijnlijk nog minder van begreep dan de MAN, riep kwaad: 'Waarom vertel je hem al die onzin, Tiziana? Er nog van afgezien dat hij geen notie van zulke dingen heeft, mag hij als MAN al die informatie niet krijgen.'
Ze kwamen in de gemeenschappelijke ruimte waarin een tiental Ro-Dianes met verschillende dingen bezig waren.
Tiziana wendde zich tot Vanilla en zei: 'De situatie is veranderd, lieve Vanilla. Het matriarchaat is op deze planeet meer dan duizend jaar hetzelfde gebleven. Dit tijdperk is voorbij. De planeet Diane sterft. Jij bent de enige vrouw die zich hier in het Allervrouwelijkste heeft weten te redden. Hij is de laatste MAN. Jullie tweeën zullen van voor af aan moeten beginnen. Omdat je niet meer in staat bent hem leiding te geven moet je nu zijn ondergeschikte zijn.'
Vanilla stortte zich met een schreeuw op Tiziana en krabde haar in het gezicht. Voor Tiziana kon terugwijken was er een reep bio-omhulsel van haar gezicht getrokken. Toen Vanilla onder de huid metaal zag glinsteren kreeg ze een aanval van hysterie. Er kwamen snel twee andere Ro-Dianes aanlopen die haar naar een afgesloten vertrek brachten waar ze bij kon komen van de schok. De MAN die dit alles niet gevolgd had, was plotseling alleen met de andere Dianes in de gemeenschapsruimte. Na de aanval van Vanilla had Tiziana zich van hem afgewend en was zonder iets te zeggen weggelopen. Even voelde de MAN zich verloren. Hij was verlegen voor de vreemde Dianes. Maar al gauw had hij zich bij de situatie neergelegd vooral omdat de Dianes hun best deden het hem zo aangenaam mogelijk te maken. Ze verwenden hem. Ze lazen al zijn wensen in zijn ogen.
Toch dacht hij steeds alleen maar aan Gaby.
'Wanneer doet het Allervrouwelijkste iets om Gaby te redden?' vroeg hij aan de Dianes. Ze zwegen.
'Gaby is de echte Moeder van Smarten!", zei hij.
Ze keken hem vreemd aan. Toen probeerden de Ro-Dianes zijn gedachten handig af te leiden. Ze vestigden zijn aandacht op andere dingen en dwongen hem letterlijk zich te concentreren op belangrijke problemen. Hoewel hij er zich innerlijk heftig tegen verzette moest hij zich bezighouden met de onheilspellende vliegende objecten die tijdens het luchtgevecht uit de hemel waren gevallen. De geruststellende illusie dat dit alles alleen maar een droom was geweest werd door de Ro-Dianes verstoord. 'Van nu af aan moet je de realiteit onder ogen zien,' zei een blonde Diane die Yellie heette, tegen hem. 'Je zult langzamerhand je gewoonten moeten veranderen. Je moet niet meer steeds in de beschermende armen van een vrouw vluchten; nu moet jij haar gaan beschermen. De planeet Diane, de Dianes zelf en het matriarchaat zijn dood. Dat komt door de vliegende objecten waarin jij niet wilt geloven. Er zijn in totaal duizend van zulke acht kilometer lange cilindervormige lichamen op onze wereld geland. Ieder van deze cilindervormige lichamen bestond uit twee miljoen fragmenten. In totaal zijn er dus twee miljard van die raatvormige vijfentwintig meter lange objecten geland. Dit getal gaat ieder bevattingsvermogen te boven. Maar het is ook niet nodig dat je je kunt voorstellen hoeveel twee miljard is. Je hoeft je alleen maar voor te stellen hoe groot het gevaar voor onze wereld is. De landing van de zeshoekige cilinders heeft een reactie teweeg gebracht in het al veel eerder verschenen paddenstoelvormige gevaarte: het tapte onze zon af en gebruikte de energie om de temperatuur en de zwaartekracht op onze planeet te Verhogen. Alle mensen die zich buiten het Allervrouwelijkste bevinden zijn ter dood veroordeeld.'
'Wat hebben die vliegende dingen te betekenen?' vroeg de MAN in verwarring. 'Waar komen ze vandaan?' Yellie antwoordde: 'We weten niet waar ze vandaan komen; we weten alleen dat het schepen zijn die uit de oneindige wereldruimte komen. Lang geleden zijn ook de Dianes met een ruimteschip naar deze wereld gekomen.'
'Dan bevinden zich in die cilinders misschien ook Dianes?' vroeg de MAN hoopvol.
Yellie schudde haar hoofd. 'Het ruimteschip waarmee de Dianes naar deze wereld zijn gekomen heeft een andere vorm. Je bent er nu in.' 'Het Allervrouwelijkste is een, ruimteschip?'
11.
De start van de Medusa in het jaar 2434 werd op Terra en in het hele zonnestelsel met veel belangstelling gevolgd.
Alle televisiestations zonden het direct uit. Honderden miljoenen mensen zaten gespannen voor de beeldschermen; op de ruimtehaven van Terrania City waren ruim 100.000 belangrijke gasten. Toch was de start van een ruimteschip in de 25ste eeuw allang gewoon. Niemand reageerde als een enorm schip de hemel inschoot. Ook de fragmentschepen van de Posbi's, de cilindervormige schepen van de Springers en de discusvormige schepen van de Blues, baarden geen opzien als ze niet onder buitengewone omstandigheden opstegen of landden. De Terranen interesseerden zich alleen voor een ruimteschip als er iets heel bijzonders aan de hand was. Bijvoorbeeld als Perry Rhodan vertrok of terugkwam van een belangrijke missie in dienst van de mensheid. Of als er schepen werden uitgetest. Ook belangrijke sterrenexpedities trokken de aandacht.
Maar de Medusa was noch een verkenningsschip, noch een model dat uitgetest werd, noch waren er belangrijke politici van het zonne-imperium aan boord.
De Medusa was een gewoon bolvormig schip met een doorsnede van achthonderd meter. Waarom trok dit schip de aandacht van de bewoners van het Zonnestelsel?
Het antwoord was eenvoudig: de inzittenden. Het waren 5.000 vrouwen en 250 mannen. Dit feit maakte het vertrek van de Medusa tot een unieke gebeurtenis. Zoiets was in de geschiedenis van het imperium nog nooit voorgekomen en zou zich vermoedelijk ook nooit meer herhalen. 5.000 vrouwen, beter gezegd: feministen, wilden van Terra naar een planeet vliegen waar ze hun emancipatorische ideeën konden verwezenlijken. Tweehonderd vijftig mannen, die bereid waren de rest van hun leven ondergeschikt aan het vrouwelijk geslacht te leven, waren zeer tevreden over deze actie.
Het was begrijpelijk dat het hele zonnestelsel dit historische ogenblik wilde meebeleven Natuurlijk was deze exodus van feministen geen opwelling van een paar dagen. Alles was lang voorbereid. In het begin in alle stilte, dat valt te begrijpen. Later hadden de kranten er lucht van gekregen en er goede zaken mee gedaan. Maar op dat tijdstip hadden de plannen van allerlei vrouwenverenigingen al tamelijk vaste gestalte aangenomen.
Het voorwerk was al gedaan. Een klein ruimteschip 'bemand! met vrouwen' had in het hele melkwegstelsel gezocht naar een geschikte planeet. Ze hadden een planeet gevonden die meer dan 20.000 lichtjaren van Terra lag en dezelfde levenscondities bezat. Hoewel dit toekomstige vrouwenparadijs in een uithoek van het imperium lag werden de coördinaten streng door de feministen geheim gehouden. Toen bekend werd dat de vrouwenverenigingen met eigen middelen een 800 m-schip hadden gekocht om de eerste vrouwen en mannen naar het vrouwenparadijs te brengen, was er alleen maar om gelachen. Maar dit lachen verging toen men merkte dat de feministen het serieus meenden. Weliswaar werden ze nog niet overal voor vol aangezien maar toch begon de mannenwereld na te denken. Wat zou er gebeuren als dit voorbeeld navolging kreeg?
Toen brak de dag aan waarop de Medusa met vijfduizend vrouwen en 250 mannen naar de toekomstige amazonewereld Diane zou vertrekken. De 100.000 toeschouwers op de ruimtehaven waren bijna allemaal vrouwen die hun moedige voorvechtsters stormachtig toejuichten. De 250 mannen, door de feministen jarenlang op een leven in een matriarchaat voorbereid, werden niet minder bejubeld omdat ze op hun manier ook moedig waren.
De Medusa vertrok. Alles ging goed. De Medusa legde de afstand van 20.218 lichtjaren naar de rode zon Emanzopa in niet minder dan achttien lineaire etappes af. Ter verdediging van de in de commandocentrale werkende dames moet worden gezegd dat ze alleen hadden gekozen voor zoveel lineaire etappes om eventuele achtervolgers op een dwaalspoor te brengen en van zich af te schudden. Want sinds enige tijd circuleerde het gerucht dat het de vrijhandelaren was gelukt een halfruimtespeurder te ontwikkelen waarmee ze ruimteschepen ook in de lineaire ruimte konden volgen.
Ze kwamen bij de zon Emanzopa en zouden landen op de derde planeet. Helaas maakte de vrouwelijke kosmonaute een fout zodat de Medusa niet zacht op de open vlakte van de derde planeet landde. Kort gezegd, ze maakten een noodlanding. Daarbij stierven drie vrouwen en twee mannen. Men had meer verdriet over het verlies van vijf mensen dan over het feit dat een paar belangrijke onderdelen van het schip vernietigd waren. De hyperradio viel volledig uit en de hoofdmotor was verwoest zodat ze niet eens een ruimtevlucht in de normale ruimte konden maken; door het uitvallen van de motor werden ook andere delen van het schip lamgelegd. Toch waren de feministen hierdoor niet van hun stuk gebracht. Integendeel, ze waren blij dat er twee sloepen met lineaire motoren heel waren gebleven.
Een ervan werd er meteen op uit gestuurd om hulp voor de schipbreukelingen te halen. Toen er een maand, standaardtijd, niets gebeurde, werd de tweede sloep er op uitgestuurd. Ook deze kwam nooit meer terug. Intussen bleef de feministen; niets anders over dan zich op de planeet te vestigen.
De eerste jaren waren voor de vrouwen het moeilijkst. Hoewel ze op Terra bijna allemaal een mannelijk beroep hadden gehad, konden ze bij het opbouwen van de kolonie moeilijk buiten mannen.
Het waren allemaal intellectuelen: biologen, chemici, antropologen en kosmo-psychologen. Verder technici, radiotechnici en navigatiedeskundigen, maar geen handarbeiders. Ze konden huizen ontwerpen maar niet bouwen. Ze konden grootse installaties plannen maar niet realiseren. De feministen hadden zich hierin overschat.
Voor hun vertrek hadden ze alles uitstekend en tot in de kleinste details gepland. Aan boord van de Medusa hadden ze alle apparatuur en hulpmiddelen voor het maken van reageerbuisbaby's. Velen hadden ook de nodige deskundigheid en beheersten tot in de puntjes de methode van de kunstmatige bevruchting. Alles was meesterlijk voorbereid. Maar ze hadden geen rekening gehouden met wat er nu werkelijk gebeurde: een onvoorziene gebeurtenis die het noodzakelijk maakte met de meest primitieve middelen te improviseren. Ook van de 250 mannen konden ze niet veel verwachten want vanwege hun matriarchale opvoeding dachten ze er niet aan de leiding te nemen. De feministen overwonnen de beginmoeilijkheden en al snel was er een kleine nederzetting waar honderd jaar later de hoofdstad van het rijk van de Virilistinnen zou liggen. Maar het was een lange en moeilijke weg. De feministen die zich van toen af Dianes noemden, gingen dezelfde weg als bijna alle koloniën. Ze degenereerden en wel heel vlug. Deze snelle terugval was gemakkelijk te verklaren.
Op de eerste plaats waren de Dianes in hoofdzaak vertegenwoordigsters van de natuurwetenschappen. Daar hadden ze vanwege hun gestelde doel, zich volkomen losmaken van de man, de voorkeur aangegeven. Op de tweede plaats schreef de eerste Moeder van Smarten, zoals het hoofd van de matriarchale kolonie genoemd werd, een reeks wetten voor die van alle technische en andere gebeurtenissen een mysterie maakten. De Medusa werd tot het 'Allervrouwelijkste' verklaard en mocht alleen door bepaalde bevoorrechte vrouwen worden betreden. Voor de gebeurtenissen in de kweeklaboratoria werden mysterieuze formules en vage beschrijvingen gebruikt. De techniek raakte in vergetelheid en de natuurwetenschappen werden tot een soort hekserij gedegradeerd. De ene generatie gaf maar weinig kennis door aan de volgende en het mystieke element werd steeds groter.
Het oorspronkelijke doel van het Allervrouwelijkste werd vergeten en de herinnering aan het zonne-imperium verbleekte. Er werd een dieptepunt bereikt waar ze maar langzaam en moeizaam uitkwamen. Deze positieve ontwikkeling was te danken aan een Moeder van Smarten die naar het Allervrouwelijkste was vertrokken om in deze crisis hulp te vragen voor zichzelf en haar dochters. Prompt kwamen de volautomatische afdelingen van het schip, die de noodlanding in het jaar nul, alma dolorosa, hadden overleefd, in werking en ondersteunden de vrouwen trouw. De Moeder van Smarten realiseerde zich dat hier een kans lag voor de Dianes en ze maakte er in het kader van haar beperkte mogelijkheden goed gebruik van. Dat had een zeer gunstige uitwerking op de ontwikkeling van de Dianes.
Toch duurde het nog een paar eeuwen voor er een echte technische revolutie kwam. De oorzaak hiervan was vooral het feit dat zich bij de mannen verschijnselen van degeneratie en onvruchtbaarheid voordeden. Dit had echter niet alleen een verhoogde natuurwetenschappelijke inzet en een snelle technische ontwikkeling tot gevolg, maar ook oorlog. Door deze tweeëntachtigjarige oorlog ontwikkelde de techniek van de Dianes zich zeer snel en kwamen ze in het atoomtijdperk. Aan deze ontwikkeling kwam een einde door de AI-Golf. Het verschijnen van de zeshoekige ruimteschepen en de daarmee samenhangende stijging van de temperatuur tot 62,7134 Celsius en van de zwaartekracht tot 2,2156 g betekende de ondergang van de Dianes. Al deze informatie kreeg de man van een beeldgeluidsband die hij van de Ro-Dianes van het Allervrouwelijkste had gekregen. Hij hield de band bij zich.
De MAN dacht: Er zijn andere bewoonde planeten die door middel van ruimtevaart contact met elkaar hebben. Er zijn veel bewoonde planeten die samen een imperium vormen, het zonne-imperium. Er zijn ook andere niet menselijke volkeren. En overal hebben de mannen de positie van de vrouwen. Overal in het universum zijn de vrouwen ondergeschikt aan de mannen. Dat is moeilijker te aanvaarden dan het bestaan van een zonne-imperium.
De MAN zei: 'Wat is er met Gaby gebeurd? We moeten de echte Moeder van Smarten redden!' De Ro-Diane bleef even verstard staan. Het gedrag van de MAN druiste tegen iedere verwachting in. De scheepscomputer had berekend dat de MAN het verlies van de Diane Gaby zou verwerken als men hem zou afleiden en vervanging zou geven. Vanilla was uitgekozen om hem gezelschap te houden. Maar daar scheen de MAN niet genoeg aan te hebben. De Ro-Dianes waren niet geprogrammeerd voor deze nieuwe situatie en moesten via de radio nieuwe instructies krijgen.
'Wat gaat er met Gaby gebeuren?' drong de MAN aan. De Ro-Diane bleef nog een fractie van een seconde verstard staan en kwam toen plotseling weer in beweging. De scheepscomputer was tot de conclusie gekomen dat de MAN ernstige psychische schade zou kunnen leiden als men hem geen zekerheid verschafte over het lot van zijn lievelingsdiane. Het was beter hem bloot te stellen aan een dodelijk gevaar dan hem voortdurend onder deze psychische belasting te houden.
'Kom mee,' zei Yellie. Ze bracht hem door gangen en anti-zwaartekrachtliften naar het onderste gedeelte van het Allervrouwelijkste. Voor een grote deur, die ze 'luchtsluis' noemde, bleef ze staan en gaf hem een vreemd zwaar gecompliceerd pak. 'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg hij.
'Je moet naar buiten gaan en proberen zelf Gaby te redden,' zei Yellie. 'Nee!' de MAN week geschrokken terug. 'Als ik het Allervrouwelijkste verlaat, verbrand ik of wordt ik platgedrukt.'
'Wil je niet weten wat er van Gaby is geworden?' 'Toch wel. Maar...' Yellie viel hem in de rede. 'Als je dit hogedrukpak aantrekt heb je geen last van de hitte en van de zwaartekracht. Het pak heeft een temperatuur- en zwaartekrachtregelaar. Bovendien kan het je twee dagen van voedsel en zuurstof voorzien.'
Voor de MAN nog meer bezwaren kon opperen kwamen er nog twee Ro-Dianes naar hem toe. Ze begonnen hem onmiddellijk het vormeloze pak aan te trekken. Toen ze daarmee klaar waren deden ze nog een paar onbegrijpelijke dingen met allerlei apparaatjes en ze controleerden de sluitingen. Toen de MAN naar buiten werd gebracht stierf hij bijna van angst. Uit een apparaatje vlakbij zijn oor hoorde hij een vertekende stem. 'Veel succes!'
Toen was hij alleen op de gruwelijk hete vlakte. Emanzopa brandde onbarmhartig maar de verzengende stralen deerden hem niet. Ze werden tegengehouden door het pak. Hij deed een paar stappen en was verbaasd dat hij zich zo licht als een veertje voelde, hoewel het pak tamelijk zwaar was en er een verdubbelde zwaartekracht aan hem trok.
Langzaam maakte zijn angst om dood te gaan plaats voor bezorgdheid over Gaby. Hij zocht de omgeving met zijn ogen af maar vond nergens een spoor van haar.
Er kwam een verschrikkelijke gedachte in hem op. Misschien was Gaby vlak voor het doel de richting kwijt geraakt en weer weggekropen! Hij ging op zoek naar haar.
2. Boek:
DE GELE VEROVERAARS 12.
Uittreksel uit de kronieken van het geslacht Crater. Dit is geschreven door Sandal Tolk asan Feymoaur sac Sandal-Crater, vriend van Atlan, de Arkonide: Wanneer zal ik de familie en de burcht Crater kunnen wreken? Wanneer zal ik contact krijgen met Atlan en Perry Rhodan? Zal ik Chelifer met de groene ogen nog ooit terugzien? Ik ben in de Zwerm geweest maar nu lijk ik verder van mijn doel dan ooit te voren. Heeft mijn instinct mij in de steek gelaten toen ik op Vetrahoon in de vijfentwintig meter lange zeskantige tunnel omhoog klom waarin eerst een van de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr was gebracht? Tahonka-No, mijn vriend en medestrijder, die ik ontmoet heb op de kliniekplaneet, is bij me. Hij kan mij ook niet vertellen wat we verder moeten doen. We weten allebei alleen maar zeker wat we op het halfronde beeldscherm kunnen zien. Onze zeshoekige cilinder met de Eerste Dienaar van het Y'Xanthymr aan boord werd met talrijke andere identieke cilinders verbonden tot ze samen een reusachtig gevaarte vormden. Veel van zulke enorme gevaarten werden samen met een onvoorstelbare massa verschillend gevormde ruimteschepen uit de Zwerm gestoten. Deze hele wolk ging in transitie. Nauwelijks was ik hersteld van de schok toen ik op het beeldscherm vlakbij een rode zon zag. Dicht beneden de vreemde vloot uit de Zwerm lag een planeet. Het was Tahonka-No en mij onmiddellijk duidelijk dat we hier zouden landen. En we hadden gelijk. Terwijl ik dit schrijf dalen we samen met talrijke andere zeshoekige cilinders af naar de oppervlakte van deze onbekende planeet. Vlak voor mij staat Tahonka-No met een onbewogen gezicht naar de gebeurtenissen op het beeldscherm te kijken. Ik hoor de schelle stem van de Eerste Dienaar van het Y'Xanthymr vanuit het voorste gedeelte van de cilinder tot ons door dringen. Zonder te kijken weet ik wat er met hem gebeurt: Zijn lichaam wordt vormeloos, hij zwelt op en vloeit uit in de cilinder tot hij deze helemaal vult.
Dit proces is afschuwelijk maar nog afschuwelijker zijn de schelle geluiden die het wezen tijdens deze metamorphose maakt. Behalve een grote voorraad levensmiddelen staat Tahonka-No en mij ook talrijke technische apparatuur ter beschikking. Misschien kunnen we daarmee onze huidige situatie veranderen. Maar Tahonka en ik durven de vreemde apparatuur niet aan te raken. We kunnen alleen maar geduldig afwachten. Wat er ook gaat gebeuren, Tahonka en ik zijn gewapend. We zijn bereid elk gevaar het hoofd te bieden en met iedere vijand te vechten...
Op het beeldscherm was een grote onvruchtbare vlakte te zien waarop het grote aantal cilinders was geland. Bij de horizon lag de vier kilometer lange basis waarop de cilinders door de wereldruimte waren getransporteerd.
'Het wordt heet, vriend,' zei Sandal en hij maakte de band van wit leer om zijn voorhoofd los. Toen pakte hij zijn samengestelde boog en drukte de leren koker, waarin de kronieken van het geslacht van Crater zaten, erin. Hij liet de boog los, haalde een lange pijl uit de koker en boog deze. Hij was nerveus. Het lange wachten werkte op zijn zenuwen.
Tenslotte werd het hem teveel. Hij hing de koker over zijn schouder, controleerde of de translator aan zijn bovenarm goed zat, pakte zijn boog en keek even naar het multifunctionele apparaat aan zijn pols. 'We wachten nu al drie uur tot er iets gaat gebeuren,' zei hij. 'Bij de andere cilinders is geen beweging te zien. We hebben alleen beweging op grote afstand gezien en dat zullen wel wezens zijn die op deze planeet leven. Het wordt heet, mijn lichaam voelt zwaar en het geschreeuw van de Eerste Dienaar wordt steeds onverdraaglijker. Waar wachten we nog op, vriend? Laten we gaan!'
Dit was een lange toespraak voor de jonge halfwilde man met het witte haar dat tot op zijn schouders hing. De woorden werden door de translator in de taal van Tahonka-No vertaald. 'Ik heb geen last van de hitte,' antwoordde de Knokige. 'Maar ook mijn lichaam wordt zwaar. We wachten niet langer.'
Met zijn zes vingers omklemde hij vastbesloten het lange zware handvuurwapen. De ogen in de benige schedel draaiden in de richting van Sandal.
'Wat zullen we buiten aantreffen?' vroeg hij.
In het voorste gedeelte van de cilinder schreeuwde het creatuur. 'De hel!' zei Sandal terwijl hij langs zijn vriend, die alleen maar uit beenderen en beenplaten bestond, naar de uitgang liep. Hij had niet veel tijd nodig om de sluis open te maken want hij was intussen vertrouwd geraakt met het mechanisme. Hij had veel technisch inzicht gekregen zonder dat hij zich daarvan bewust was. De deur zwaaide open en Sandal week onwillekeurig achteruit voor de hete luchtstroom die hem in het gezicht sloeg. Hij ging het eerste naar buiten. Achter hen hoorden ze de nog steeds uitdijende Eerste Dienaar van het Y'Xanthymr schreeuwen alsof hij in hoge nood was. Sandal probeerde er niet naar te luisteren. Hij liet zijn blik over de vlakte glijden die er nu uitgestrekter en troostelozer uitzag dan op het beeldscherm. De grond zal vol kraters. Overal lagen brokstukken van vliegtuigen, kanonnen en wagens.
Niet ver van hen vandaan zag Sandal het verbrande lichaam van een wezen dat op een mens leek. Hij liep er naar toe om zich ervan te overtuigen dat het werkelijk een humanoïde wezen was. Hoewel hij geen details meer kon zien hoefde hij maar oppervlakkig te kijken om aan de hand van een paar karakteristieke lichaamskenmerken zekerheid te krijgen. Op deze planeet leefden mensen die een redelijke technische ontwikkeling bezaten.
'Dit zijn mensen van mijn eigen soort,' zei hij tegen Tahonka-No. 'Misschien kunnen we bij hen hulp vinden.' 'Ik ook, denk je?' vroeg de benige man.
'Je hoort bij mij, vriend,' zei Sandal kortaf.
Hij zocht tevergeefs naar andere tekens van leven op de verwoeste vlakte. Van de planeetbewoners die hij hier vlak na de landing had gezien was niets meer te bespeuren. Sandal veronderstelde dat ze zich uit angst voor de cilinders hadden teruggetrokken. Maar onmiddellijk verwierp hij deze gedachte weer. Waar moesten ze heen vluchten als de cilinders met de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr overal op deze planeet waren geland? Misschien hadden ze zich teruggetrokken om een leger te formeren en de onbekende vijand met gezamenlijke krachten aan te vallen. Dat kon wel kloppen want uit de verwoestingen die al voor het landen van de cilinders waren aangericht, viel op te maken dat de bewoners van deze planeet oorlogszuchtig waren.
Sandal dacht dat ze hier bondgenoten zouden kunnen vinden. Hij bracht zijn polsradio naar zijn mond, zette hem op uitzenden en sprak langzaam en duidelijk in de kleine microfoon.
'Hier spreekt Sandal Tolk asan Feymoaur sac Sandal-Crater. Een jager roept de grote krijgers van deze planeet op! De jager biedt de moedigen en eerlijken zijn vriendschap aan.' Deze oproep herhaalde hij een paar keer.
Via de translator van Sandal hoorde Tahonka-No de vertaling. Hij zei: 'Ik hoop dat ze je zullen horen en de betekenis van je woorden kunnen begrijpen.'
Sandal, die zich er nu pas bewust van werd dat zijn oproep op een vreemde planeet en aan een onbekend volk maar weinig kans op succes had, werd geïrriteerd door de opmerking van Tahonka. Hij wist niet of het spottend bedoeld was.
Daarom zei hij alleen maar: 'De mensen op deze wereld moeten de radio kennen. Ik heb uitgezonden met een groot bereik en zal vast gehoord worden.'
Hij vergiste zich niet. Zijn bericht werd ontvangen. Even later kwam er een reactie. Maar hij kwam niet van de bewoners van deze planeet.
In een zeshoekige cilinder die tweehonderd meter van hen aflag ging een deur open en stormden kleine paarsen naar buiten.
Sandal begreep onmiddellijk dat zijn radioboodschap het tegengestelde effect had gehad dan hij bedoeld had. In plaats van bondgenoten te maken had hij de cilinders gealarmeerd en de paarse zwijgzame wezens, in hun hoedanigheid van bewakers van de Eerste Dienaren, in actie gebracht. Toen hij deze wezens zag die nauwelijks groter dan een meter vijftig waren en alleen uit spieren, huid en benen platen leken te bestaan, gaf hij een woedende schreeuw. Terwijl zijn ene hand de boog pakte trok de andere automatisch een pijl uit de koker. Het was meer een reflex dan een overdachte handeling.
Hij haatte de paarsen die zijn ouders, zijn grootvader en Beareema hadden gedood.
De eerste pijl vloog weg. Een paarse viel.
De tweede pijl volgde de eerste en trof zijn doel ook.
Toen kwam Tahonka-No in actie. Met zijn wapen dat op een pistool leek schoot hij vlak na elkaar drie projectielen af die midden tussen de aanvallende paarsen ontploften. Nog voor ze goed en wel met hun aanval hadden kunnen beginnen, was er niets meer van ze over.
Sandal liet zijn boog zakken, keek Tahonka-No aan en zei: 'Je hebt je met mijn wraakneming bemoeid, vriend.'
Tahonka-No wees met zijn bruine benige arm naar de vlakte. 'Je zult nog meer te schieten krijgen dan je lief is,' zei hij. Sandal kneep zijn ogen tot spleetjes. Plotseling doken de paarsen overal op. Hoewel ze nog honderden meters van ze af waren, konden ze hun opgewonden geroep horen. Hun wapens glansden in het felle licht van de zon. Het was heet. Sandal-Crater wiste het zweet van zijn voorhoofd. 'Ik zal ze allemaal doden,' zei hij vastberaden.
'Het zijn er teveel,' zei de benige man bedenkelijk. 'We moeten ons terugtrekken.'
Sandal stond wijdbeens met opgeheven hoofd. De boog lag losjes in zijn hand. Hij had er een pijl opgelegd maar hij had de pees nog niet gespannen. Hij wilde de vijand tot op honderd meter laten naderen. 'Ze zullen ons met een eerste stormloop onder de voet lopen,' zei Tahonka-No. 'Laten we dekking zoeken.' Sandal scheen het niet te horen. 'Ik zal je wreken, Beareema,' mompelde hij. 'Ik heb nog genoeg pijlen.' De paarsen kwamen steeds dichterbij. Ze hadden zich niet ordelijk opgesteld. Ze stormden in een breed front naar hun vijand wiens krachten ze nog niet kenden. Sandal wist dat hun moed uitsluitend berustte op een volledig ontbreken van een instinct tot zelfbehoud. Ze waren dienaren en gaven zonder enige bedenking hun leven voor dit doel. Dat maakte ze bijzonder gevaarlijk.
Maar Sandal was niet bang voor ze. Van twee kanten waren de paarsen nu tot op tweehonderd meter genaderd. 'We kunnen ons nu nog terugtrekken,' zei Tahonka-No.
'Maar niet lang meer. Ze zullen snel ook achter ons zijn.' Nauwelijks had hij dit gezegd of ze zagen een paar lichtflitsen boven de vlakte. Links van hen sloeg er iets in de grond die begon te koken. Weer zagen ze lichtflitsen in de buurt van de aanvallers. Met een paar sprongen bracht Sandal zich achter een uitgebrand pantservoertuig in veiligheid. Tahonka-No had niet ver van hem vandaan dekking gezocht in een bomkrater.
Sandal hijgde. Hij ergerde zich over zijn zwakheid maar hij kon er niets aan doen. Hij voelde een zwaar gewicht op zijn brede schouders drukken.
De paarsen waren nu nog 150 meter van hen vandaan. Sandal probeerde zijn boog te spannen. Het lukte hem met veel moeite. Het zweet brak hem uit. Toen hij een van de paarsen in het vizier had liet hij de pijl los. De pijl miste zijn doel, een meter voor de paarse boorde hij zich in de grond. Sandal kon deze schok niet verwerken. Sinds hij volwassen was, was het nooit gebeurd dat hij zo'n gemakkelijk doel miste. Deze misser was een waarschuwing. Hij was zwak. Hij haalde een andere pijl uit de koker, legde hem op de boog en spande. Toen de pijl wegvloog wist Sandal dat hij deze keer zijn doel zou treffen. Toch was hij niet tevreden want het had hem bovenmenselijke inspanning gekost om de boog met een spankracht van 250 pond ver genoeg uit te trekken.
Intussen waren de paarsen zo dichtbij dat Sandal ze zonder veel moeite kon raken. Maar hij maakte zich geen illusies over zijn kracht. Het schieten van de paarsen werd nu gevaarlijker. Ze overstelpten Tahonka-No en Sandal met een spervuur.
De benige man had al twee keer een andere dekking moeten zoeken. Zijn projectielen met een doorsnede van vier millimeter die bij het aanraken van het doel een hitte van tienduizend graden ontwikkelden, hadden de rijen aanvallers uitgedund. Toch waren er meer dan dertig paarsen tot op vijftig meter van hen doorgedrongen. Sandal moest zijn dekking verlaten. Het pantservoertuig waarachter hij had gezeten was nog maar een klomp gesmolten metaal. De lucht was zo heet dat hij zijn haren en wenkbrauwen schroeide.
Achteruit lopend schoot hij nog twee pijlen en rende toen naar de cilinder waarin hij en Tahonka-No op deze planeet waren geland. Meteen staakten de paarsen het schieten. Tahonka-No begreep onmiddellijk dat de paarsen niet op de cilinder durfden te schieten. Hij maakte gebruik van deze kans en voegde zich bij Sandal.
De jonge barbaar van Exota Alpha had intussen besloten zijn boog te verwisselen met de desintegrator die hij van Atlan had meegekregen. Maar toen hij de loop van het wapen achter de cilinder vandaan schoof zag hij tot zijn verbazing dat de paarsen verdwenen waren.
Hij hoorde nog steeds hun krijsende stemmen en hun schoten maar ze vielen hem en Tahonka-No niet meer aan. Dat kon maar een ding betekenen.
Ze moesten een andere vijand gezien hebben!
Nauwelijks had hij dit gedacht of hij hoorde ver weg het geluid van zware motoren die langzaam dichterbij kwamen. Hij kwam achter de cilinder vandaan, keek in de richting van waaruit hij het geluid hoorde en zag dat hij gelijk had gehad. De mensen van deze planeet vielen met zwaarbewapende pantservoertuigen aan.
'Dit is het einde van de paarsen!' zei Sandal-Crater triomfantelijk.
13.
De paarsen vielen de pantservoertuigen met doodsverachting aan. Het zien van de metalen kolossen en het ratelen van de machinegeweren in de geschutskoepels maakte ze niet bang. Voor ze definitief ten onder gingen, lukte het ze een pantservoertuig met energiewapens kapot te schieten. Samen met Tahonka-No was Sandal van achter de cilinder tevoorschijn gekomen. Ze achtervolgden de paarsen en beschoten hen van opzij, waarbij ze er goed op letten dat ze niet in de vuurlijn van de machinegeweren terecht kwamen. Tijdens deze achtervolging vond Sandal zelfs tijd om een paar kostbare pijlen uit dode vijanden te trekken.
Bij de pantservoertuigen bleven Sandal en zijn vriend staan. Het deksel van de geschutskoepel van het eerste voertuig klapte open. Er klom een soldaat in een roestbruin uniform uit. De soldaat en Sandal keken elkaar even aan en riepen toen bijna tegelijkertijd: 'Een man!' 'Een vrouw!'
Ze waren allebei verbaasd. Sandal Tolk omdat hij een vrouw in militair uniform zag. De Neogolistin omdat ze plotseling en onverwacht tegenover een man stond. Ze meende zelfs dat het twee mannen waren hoewel de andere er heel vreemd uitzag. De Neogolistin riep iets naar binnen en klom toen weer naar buiten. Ze werd gevolgd door twee andere strijdsters. De inzittenden van de andere voertuigen klommen nu ook naar buiten.
Ze kwamen dichterbij en bleven verbaasd om Sandal en Tahonka-No staan. Sandal zag dat het allemaal vrouwen waren die er weliswaar mannelijk uitzagen. Het ontging hem ook niet dat de vrouwelijke soldaten zwak en oververmoeid waren. Een paar van hen konden nauwelijks op de been blijven. Omdat de amazones geen woord zeiden besloot Sandal het gesprek te openen.
'Mijn naam is Sandal Tolk asan Feymoaur sac Sandal-Crater,' stelde hij zich voor. 'Dit hier is mijn vriend Tahonka-No. Het noodlot heeft ons op deze wereld gebracht en we zijn blij dat we mensen ontmoeten.' Een van de Neogolistinnen kwam naar hem toe en betastte voorzichtig zijn gezicht. Sandal liet het toe omdat hij aan haar ogen zag dat ze versuft was.
'Ben je werkelijk een man?' vroeg ze. Sandal verstrakte. 'De dag dat ik man werd ligt al lang achter me.' De amazone fronste haar voorhoofd. 'Je bent een man en toch draag je een naam? Dat is ongewoon. Waar kom je vandaan?'
Hij legde haar geduldig uit dat zijn thuisplaneet Exota Alpha was en dat hij met een van de zeshoekige cilinders uit de Zwerm was gekomen. De amazones slaakten kreten van verbazing.
De aanvoerster vroeg hoopvol: 'Heeft het Allervrouwelijkste jullie gestuurd om ons van de ondergang te redden? Zijn er meer mannen in de cilinders uit de hemel op Diane gevallen?' Sandal schudde zijn hoofd. 'Nee. Er zitten alleen maar kleine paarse wezens in en nog andere zeer vreemde schepsels.' Het gesprek met de gewapende vrouwen bracht hem in verwarring. Hij kon zich niet voorstellen dat de mannen van deze planeet de vrouwen vrijwillig ten strijde lieten trekken. Daarom vroeg hij: 'Waar zijn jullie mannen?'
'Onze mannen?' herhaalde de aanvoerster van de Neogolistinnen en keek de anderen veelbetekenend aan.
'Onze mannen werden door de experimenten van de Virilistinnen en de bloedige rituelen van de Egotistinnen bijna uitgeroeid. Weetje dat zelf niet? Ben je zo in de war dat je die dingen vergeten bent? Hoe het ook zij, je hebt geluk dat je ons Neogolistinnen bent tegengekomen. We zullen jou en je vreemde vriend meenemen, beschermen en verzorgen. Wij Neogolistinnen hebben ingezien dat de man de koning van de schepping is.' Voor Sandal kon antwoorden wendde Tahonka-No zich tot hem. De translater vertaalde zijn woorden. 'Deze mensen ontvangen ons op een vreemde manier. Ze schijnen te denken dat we versuft zijn. Toen ik uit de Zwerm kwam was ik blij immuun te zijn voor de AI-Golf. Misschien hebben deze vrouwelijke mensen veel psychische schade geleden. Ik herinner me dat je me andere dingen hebt verteld over de positie van de vrouw bij de mensen.'
Intussen meende Sandal de situatie te begrijpen.
'Dat klopt, deze vrouwen zijn versuft,' zei hij zo zacht dat alleen de translater zijn woorden kon opvangen en doorgeven aan Tahonka-No. Sandal ging verder: 'Het gedrag van deze vrouwen heeft niets met de versuffing te maken. Ik geloof dat zich op deze wereld een beschaving heeft ontwikkeld waarin de rollen van man en vrouw zijn verwisseld.'
De aanvoerster van de amazones werd ongeduldig. 'Wat kletsen jullie daar. Stap in. We zullen jullie meenemen naar het Allervrouwelijkste.' 'Wat is het Allervrouwelijkste,' wilde Sandal weten. De Neogolistin trok vol verachting haar lip op. 'Eerst vindt je twee mannen en ben je het noodlot dankbaar. Maar dan blijkt dat de een misvormd en de ander geestelijk gestoord is. Verder geen woord meer. Stap nu eindelijk eens in.'
Sandal vond het niet erg dat ze hem voor geestelijk gestoord hielden want dat bespaarde hem lange verklaringen over zijn herkomt die de amazones toch niet begrepen zouden hebben. Maar toch was hij niet van plan zich door de vrouwen te laten commanderen.
'Je hebt gezegd dat jullie de man als koning van de schepping willen erkennen, hoewel dat kennelijk indruist tegen de wetten van deze planeet,' zei hij. 'Laat nu zien dat dit meer dan lege woorden zijn. Ik wil het commando over deze colonne.' De Neogolistin was zo verbaasd dat ze niet meteen kon antwoorden. Toen ze zich van de verrassing hersteld had zei ze op onderdanige toon: 'Sorry voor mijn autoritair gedrag maar soms vergeten we zelf dat we ons aan de mannen willen onderwerpen.' Ze klommen in het pantservoertuig. De lucht in de nauwe koepel leek te koken. Toen de commandant van het pantservoertuig in elkaar zakte en zo bleef liggen, liet Sandal zich de bediening van de apparatuur uitleggen en nam zelf de besturing over. Tahonka-No ging achter de mitrailleur zitten. Het pantservoertuig met de aanvoerster van de Neogolistinnen reed voorop. Sandal volgde haar en daarachter kwamen de andere voertuigen. Zo reden ze in de richting van het Allervrouwelijkste, wat dat ook mocht zijn.
De tocht verliep niet zonder moeilijkheden.
Een paar keer moesten ze stoppen om Dianes te begraven die bezweken waren onder de hitte en de grote zwaartekracht. Een Diane was gek geworden en had zelf een eind aan haar leven gemaakt.
Sandal kon daar uit opmaken welke verschrikkelijke taferelen zich overal op deze planeet moesten afspelen. Het stond voor hem vast dat alleen de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr daarvoor verantwoordelijk waren. Zijn haat tegen de peervormige wezens uit de Zwerm werd steeds groter.
Toen ze onderweg langs een van de cilinders reden en door de daar geposteerde kleine paarsen werden overvallen nam Sandal geen genoegen met hun dood. Hij stormde de cilinder binnen en schoot de daar aanwezige Eerste Dienaar met zijn desintegrator dood.
Toen hij weer in het pantservoertuig terugkwam vertelde hij Tahonka-No: 'Het was verschrikkelijk om te zien. De Eerste Dienaar had helemaal geen herkenbare gestalte meer. Ik zag alleen maar een vormeloze massa die bijna de hele ruimte vulde en huiveringwekkend jammerde. Wat zou dat te betekenen hebben? Wat gebeurt er met de Eerste Dienaren?' Tahonka-No zei niets, maar Sandal vermoedde dat de benige man hier wel iets over had kunnen zeggen. Vlak voor het invallen van de nacht vielen vlak na elkaar vier pantservoertuigen uit. De motoren sloegen af en waren niet meer te starten. 'Dat is de schuld van de hitte en de toegenomen zwaartekracht,' zei Sandal. De Diane naast hem keek hem wezenloos aan en zei: 'Ik vereer je, MAN!' 'Noem me alsjeblieft Sandal,' zei de jonge barbaar van Exota Alpha in verwarring. 'Ik heet Warna.'
Een half uur later bleven er nog twee pantservoertuigen staan. De Dianes uit de gestrande voertuigen klommen op de vier overgebleven nog rijdende pantservoertuigen en de tocht ging weer verder. De meeste Dianes waren zo goed als uitgeput. De zwaartekracht was nu 1,7358 g en de temperatuur was tot iets boven de 45 Celsius gestegen, constateerde Sandal met een blik op het multifunctionele apparaat aan zijn pols.
Aan het onregelmatige geluid van de motor merkte Sandal dat ook dit pantservoertuig snel zou uitvallen. Maar voor dat gebeurde vielen ze in een hinderlaag van de paarsen. Sandal had op de radar een cilinder ontdekt die op hun route lag. Hij verwachtte een gevecht. Tot zijn verrassing zag hij opeens felle vuurflitsen. Een van de gepantserde voertuigen verbrandde al bij het eerste salvo. Het andere kon zich net op het nippertje in een bomkrater in veiligheid brengen. Sandal gaf de Dianes van het derde voertuig bevel hetzelfde te doen en reed toen zelf ook in een bomkrater. Sandal klom naast Tahonka-No als laatste naar buiten. Toen ze buiten kwamen was een groot gedeelte van de Dianes in de nacht verdwenen. Maar vier Neogolistinnen bleven vlak naast Sandal en Tahonka-No.
'Ze hebben ons hier opgewacht,' fluisterde Sandal tegen Tahonka-No.
'Waarschijnlijk een hinderlaag. We moeten iets bedenken om door de linies van de kleine paarsen te komen.'
'We kunnen er omheen trekken,' stelde Tahonka-No voor. 'Dat zou teveel van onze krachten vergen.'
Een van de Dianes die de woorden van Sandal had opgevangen zei: 'Het Allervrouwelijkste is niet ver meer. We zullen jullie er veilig naar toe brengen.'
Sandal grinnikte. Tahonka-No had zijn pistoolachtige wapen getrokken. 'Okay, dan schieten we ons een weg door de linies van de kleine paarsen.' Sandal drukte zijn wapen omlaag. 'Niet daarmee. De paarsen zien dan precies waar we zijn. Laat het mij op mijn eigen geruisloze manier doen.' Ze slopen voorzichtig door de duisternis. De boog van Sandal kwam steeds in werking als hij voor zich het straalwapen van een paarse zag opflitsen. En weer overkwam Sandal hetzelfde als straks. Twee keer trof hij zijn doel niet omdat hij de boog niet ver genoeg kon uittrekken en het effect van de toegenomen zwaartekracht verkeerd berekende.
Drie pijlen in het niets. Sandal vloekte. Maar ondanks zijn missers lukte het hem even later een bres in de linie van de kleine paarsen te slaan. Over een breedte van dertig meter flitste er geen enkel energiewapen meer op. Het lukte Sandal-Crater, Tahonka-No en drie van de vier Dianes veilig door de linies van de paarsen te komen. Toen de dag aanbrak moesten Tahonka-No en Sandal ieder een van de Dianes dragen. De derde was vlak daarvoor gestorven. Haar organisme was niet bestand geweest tegen de zware belasting.
Ook Sandal en Tahonka-No kregen nu veel te lijden van de moordende hitte, de temperatuur was intussen gestegen tot 55° en de bijna verdubbelde zwaartekracht. Ze konden de Dianes niet meer dragen. Juist toen ze hen op de grond zetten, wees een van hen met trillende vingers naar voren en stamelde: 'Het Allervrouwelijkste...' Vijf kilometer voor hen rees een steile 1.200 m hoge rots uit de vlakte op. 'Als we daar geen hulp vinden, dan...' Sandal maakte zijn zin niet af. Hij voelde zich te zwak. Tahonka-No scheen er hetzelfde aan toe te zijn. De twee Dianes waren nauwelijks nog in leven.
Sandal kon zich niet meer om hen bekommeren. Hij moest zijn uiterste best doen om zelf op de been te blijven en zich niet op de grond te laten vallen om op de dood te wachten. Hij was uitgedroogd van de hitte. Hij had dorst. Hij had geen honger hoewel hij voor het laatst iets in de pantserwagen had gegeten. Zijn binnenste stond in brand.
De rode vlammende zon die steeds groter scheen te worden schoof langzaam naar het zenit. Sandal kon steeds moeilijker ademhalen. Toen hij even naar Tahonka-No keek zag hij dat de benige man voorovergebogen liep alsof hij de hele wereld op zijn schouders droeg.
Hij hoorde ergens losse schoten. Toen volgden er salvo's en tenslotte het gebulder van kanonnen. Nog steeds vochten de amazones op Diane met elkaar hoewel de planeet ten dode opgeschreven was.
Sandal overwoog radiocontact op te nemen met de Dianes. Hij kwam tot de conclusie dat dit zinloos was. Wie van degenen die zijn radiobericht zou ontvangen zou hem en Tahonka-No nog kunnen helpen? De Dianes hadden een zwakkere lichamelijke constitutie en dus meer te lijden van de hitte en de nog steeds toenemende zwaartekracht dan zijzelf.
Hij kon niets verwachten van noodoproepen via de radio. Integendeel, als ze door de kleine paarsen werden opgevangen zou dat hun einde betekenen. Plotseling bleef Sandal staan. Tahonka-No merkte het en keek hem aan. Sandal had een idee gekregen. Hij keek naar het multifunctionele apparaat aan zijn pols. Waarom zou hij niet proberen Perry Rhodan te bereiken? In ieder geval was deze ver buiten de Zwerm in de normale Galaxis. Hier zouden de radiogolven niet tegengehouden worden door een energiescherm.
Sandal zette zijn gedachten om in een daad.
14.
De gebeurtenissen op Aggres, de planeet van de Plostas, vonden negen dagen geleden plaats. De Zwerminstallateurs uit de paddenstoelvormige schepen hadden de temperatuur en de zwaartekracht daar verder gecorrigeerd. Er waren 1,6 miljard zeshoekige cilinders geland. Dit waren schrikbeelden voor Perry Rhodan. Hij stelde zich voor wat er zou gebeuren als deze correctie zou plaatsvinden op een wereld waar de bewoners minder weerstand hadden dan de Plostas. De gevolgen zouden vernietigend zijn. Een mens zou onder deze omstandigheden ten gronde gaan. Hij maakte zich ernstig zorgen over de toekomst van de mensheid. Daarbij kwam dat hij niet eens wist wat het nut was van deze secundaire correctie. Ze hadden nog geen kans gezien de op Aggres gelande cilinders nader te onderzoeken.
De Good Hoop II en de veel grotere Intersolar hadden moeten vluchten voor de meer dan vijfduizend ruimteschepen van verschillende vorm. Rhodan wachtte nu met de twee schepen in de buurt van de Zwerm af. Negen dagen gebeurde er niets. Toen Alaska Saedelaere op de 19de maart in de peilcentrale alarm sloeg wist Rhodan niet of hij blij moest zijn met dit plotselinge einde van het afwachten of niet.
Hij had sombere vermoedens. Die werden bevestigd toen bij de beelden op het panoramascherm in de hoofdcentrale zag.
Op het beeldscherm zag hij de kop van de Zwerm die een doorsnede had van 820 lichtjaren. Het zonlicht werd weerkaatst door de bolvormige uitsteeksels. Het scherm, dat de Zwerm met zijn hele lengte van 10.896 lichtjaren als een cocon omsloot, was op een plaats open gegaan. En uit deze opening schoten nu ruimteschepen de wereldruimte in. Het waren er honderden, duizenden. Ruimteschepen van de meest verschillende afmetingen en vormen vlogen door het gat in het scherm de Zwerm uit.
Al snel wemelde het voor de kop van de Zwerm van de ruimteschepen. Rhodans adem stokte toen hij onder de verschillende vliegende lichamen ook de zeshoekige schepen zag. Ze kwamen pas uit de Zwerm nadat de bewakingsschepen dat gedeelte van de ruimte hadden beveiligd. Toen kwamen er vlak na elkaar groepen van ongeveer vijftig schepen door de opening.
Er scheen geen einde te komen aan de lange rij raatvormige ruimteschepen.
De intercom ging over. Het was Reginald Bull van de Intersolar. 'Wat vind je van dit geschenk uit de Zwerm?' vroeg hij. 'We hebben intussen vastgesteld dat het deze keer een grotere vloot is dan die op 5 maart uit de Zwerm is gekomen.' Rhodan knikte. Met een blik op het panoramascherm overtuigde hij zich ervan dat het enorme scherm achter de uit gesluisde ruimteschepen weer was dichtgegaan.
Atlan kwam naast hem staan. De Arkonide zei: 'Saedelaere heeft zojuist doorgegeven dat hij duizend raatvormige schepen en zesduizend begeleidende schepen heeft gepeild. Ze verwijderen zich op lichtsnelheid van de Zwerm, maar ongetwijfeld zullen ze snel overgaan in de lineaire ruimte. Er is in een omtrek van enkele lichtjaren niet een zon met planeten.' Rhodan luisterde zonder iets te zeggen. Hij wist nu zeker dat zijn verschrikkelijke vermoedens bevestigd werden. De Gele Veroveraars hadden hun vloot er opnieuw op uitgestuurd om een planeet te vernietigen. Bull, die ook naar Atlan had geluisterd, zei: 'We hoeven er niet aan te twijfelen dat de gebeurtenissen op Aggres zich zullen herhalen. We kunnen alleen maar hopen dat er deze keer geen bewoonde planeet aan de beurt is.'
We kunnen inderdaad niet veel meer doen zei Rhodan. Hij gaf Bull opdracht de raatvormige schepen te laten volgen en verder nog niets te doen. Toen verbrak hij de verbinding. Hij keek Atlan aan die nog steeds naast hem stond.
'Duizend raatvormige ruimteschepen, dat betekent miljarden vijfentwintig meter lange raatvormige cilinders,' zei hij op doffe toon. 'En in ieder van die cilinders bevindt zich zo'n vormeloos okergeel oplichtend wezen dat we kennen uit wat de Polata en Vantolier ons hebben verteld. Twee miljard van zulke wezens! Waarom verlaten ze de Zwerm en gaan ze naar een planeet die ze via een secundaire correctie een bepaalde temperatuur en zwaartekracht moeten geven?' 'Ik zou veel antwoorden kunnen bedenken,' zei Atlan. 'Maar ik geloof dat ze je niet zouden bevredigen. We zullen de vloot moeten achtervolgen om er achter te komen.' 'Dat ben ik ook van plan.' Nauwelijks had Rhodan dit gezegd of de zevenduizend ruimteschepen op het panoramabeeldscherm leken in het niets te verdwijnen. Het gebied in de wereldruimte waar ze zojuist nog op lichtsnelheid hadden gevlogen, was nu leeg.
Rhodan nam meteen contact op met de peilcentrale. Alaska Saedelaere kwam persoonlijk aan de lijn. Het cappinfragment onder het masker van de door het transmittorongeluk getekende man, lichtte zwak op. 'Houd de structuurtasters in de gaten, Alaska,' zei hij tegen het hoofd van de peilafdeling van de Good Hope II. 'We moeten er achter zien te komen waar de vloot weer in de normale ruimte komt.' 'In orde.'
Rhodan wist dat hij Saedelaere geen instructies had hoeven te geven. De door het transmittorongeluk getekende man deed zijn werk goed. Maar Rhodan voelde sterk de behoefte om iets te doen om zijn innerlijke spanning een uitlaatklep te geven. Toen Saedelaere zich meldde en de coördinaten van de plaats waar de vloot weer in de normale ruimte was gekomen, doorgaf, ademde Rhodan verlicht op. Nu kon hij in actie komen.
Hij gaf order met de Good Hope II en de Intersolar naar het punt te vliegen waarvan hij van Saedelaere de coördinaten had doorgekregen. Even later verdwenen de twee schepen in de lineaire ruimte.
De Good Hope II met zijn doorsnede van honderd meter en de Intersolar met een doorsnede van tweeënhalve kilometer kwamen in een stelsel dat uit zes planeten en een normale rode grote ster van het type K 8 III bestond. Uit de eerste metingen bleek dat alleen de derde planeet binnen de ecosfeer lag. Dus alleen daar kon zich theoretisch zelfstandig leven ontwikkelen en in stand houden. En precies naar deze planeet vloog de vloot uit de Zwerm. Terwijl de duizend gigantische raatvormige schepen naar de oppervlakte van deze wereld vlogen en daar, in de onderste lagen van de atmosfeer, in een hagelschokeffect in raatvormige fragmenten versplinterden, legden de overige zesduizend schepen een sterk cordon om de planeet. Nauwelijks waren de twee miljard cilinders op de planeet geland of er werd een verhoogde activiteit van de rode zon gemeten. Tegelijkertijd bleek uit de afstandspeiling dat de temperatuur en de zwaartekracht langzaam maar gestaag stegen. Een paar uur later werd vanuit het observatorium vanuit de Intersolar gemeld dat het ijs op de polen begon de smelten.
Intussen was het twintig maart en Rhodan had niet stil gezeten. Eerst had hij sonde uitgestuurd om metingen te verrichten vlakbij de planeet zelf. Maar voor ze enige resultaten van betekenis konden doorgeven werden ze door de bewakende ruimteschepen gepeild en vernietigd. Daaruit concludeerde Rhodan dat de zesduizend schepen een goed gesloten verdedigingsnet om de planeet hadden gelegd. Ze hadden niet eens een nietige onbemande ruimtesonde doorgelaten.
Toch gaf Rhodan het niet op. Hij wilde hoe dan ook meer weten over de oppervlakte van de planeet. Toen ook nog bleek dat de atmosfeer leefbaar was voor mensen werd hij nog verder gesterkt in dit besluit. Hij vormde een groep vrijwilligers en liet een grote space-jet startklaar maken. De commandant van deze actie was de Takerer Aronte, die Terra nu als zijn thuiswereld beschouwde en door Rhodan aan boord van de Good Hope II was gehaald. Aronte kreeg opdracht zo dicht mogelijk naar de bewakingsschepen en naar de planeet te vliegen en uit te zoeken of daar denkende wezens leefden. Het lukte Aronte door het drievoudige veiligheidscordon te breken en van dichtbij enkele metingen te doen maar toen moest hij vluchten, voor de bewakingsschepen de space-jet zouden neerschieten. Het resultaat van zijn verkenningsvlucht was uiterst onbevredigend. Geen enkele meting was bruikbaar want de verkregen uitslagen werden veroorzaakt door de gelande raatvormige ruimteschepen. Maar op de foto's die ze gemaakt hadden zagen ze geometrische patronen die zouden kunnen wijzen op het bestaan van steden en wegen; maar dit viel niet met zekerheid aan te tonen. Rhodan verkeerde lang in tweestrijd. Als hij een definitief bewijs had gehad dat er op deze planeet geciviliseerd leven bestond zou hij meteen hebben ingegrepen. Maar hij wilde zijn mannen en de twee kostbare ruimteschepen niet onnodig aan gevaar blootstellen.
Hij liet Aronte en later Nerken Lost, een vroegere piloot van een verkenningsschip, nog een paar verkenningsvluchten maken, maar ook dit leverde niet veel op. Het bleek alleen dat er op de planeet ideale condities waren voor een zelfstandig leven en dat zich dit bijna ontwikkeld moest hebben. Maar op de belangrijkste vraag kregen ze geen antwoord: namelijk hoe dit leven zich had ontwikkeld. 21 Maart besloot Rhodan definitief toe te geven aan het aandringen van de twee mutanten Gucky en Ras Tsjoebai. Hij liet hen naar de oppervlakte van de planeet teleporteren. De muisbever en de Afro-Terraan waren juist in de hoofdcentrale om van Rhodan de laatste instructies te krijgen toen er iets gebeurde dat de verdere activiteiten van Rhodan sterk bepaalde.
Joaquin Manuel Cascal meldde vanuit de radiocentrale dat hij een bericht had binnengekregen via de hyperradio.
Het luidde: 'Sandal Tolk asan Feymoaur sac Sandal-Crater roept Perry Rhodan op. Als dit bericht wordt ontvangen door een Terraans schip verzoek ik het aan Perry Rhodan of mijn vriend Atlan, de Arkonide, door te geven. Ik ben aan boord van een schip van de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr uit de Zwerm gevlucht en verslagen op de planeet van de Dianes. De planeet is gedoemd om ten onder te gaan. Als we niet op tijd hulp krijgen zullen we spoedig allemaal sterven.' Onmiddellijk beval Rhodan: 'Zend voortdurend boodschappen uit via de hyperradio, Joak. Bevestig dat we het bericht ontvangen hebben en de noodoproep van Sandal Tolk gehoord hebben. Als hij nog leeft moet hij ons horen.'
Cascal glimlachte geamuseerd. 'Hij heeft ons al gehoord,' zei het hoofd van de radioafdeling van de Good Hope II. 'Je hebt zojuist via de hyperradio met Sandal Tolk gesproken.'
Rhodan had zich door Sandal Tolk en zijn vriend op de hoogte laten stellen van de situatie op Diane. Hij was geschokt.
Er was gebeurd wat hij gevreesd had. De Gele Veroveraars hadden opnieuw een secundaire correctie uitgevoerd op een bewoonde planeet. Deze keer was het een planeet waarvan de bewoners niet zo taai waren als de insectwezens van Aggres. Op Diane woonden mensen die de hitte en de toenemende zwaartekracht niet lang konden overleven. De amazones zouden massaal uitsterven.
Rhodan dacht niet lang na. Hij gaf Reginald Bull en Julian Tifflor opdracht het drievoudige veiligheidscordon om Diane te breken en met al het aanwezige geschut te schieten. Het moest tot iedere prijs lukken een bres in de muur van bewakingsschepen te slaan zodat er drie space-jets door konden om op Diane te landen. Terwijl de Intersolar en de Good Hope II zo snel mogelijk naar Diane vlogen liet Rhodan drie space-jets startklaar maken en stelde hij de bemanningen samen.
Joak Cascal stelde voor dat hij de commandant van de eerste space-jet zou worden.
'Wil je de radiocentrale onbemand achterlaten?' vroeg Rhodan bedenkelijk.
'Ik heb de leiding al overgedragen aan kapitein Farside,' antwoordde Cascal.
Daarmee nam hij Rhodan de wind uit de zeilen. Cascal kreeg het commando over de space-jet en over vijf bemanningsleden. Alaska Saedelaere was de bevelhebber van de tweede space-jet en Nerken Lost met zijn ervaren bemanning vloog de derde. De drie discusvormige schepen werden uit gesluisd nog voor de Intersolar en de Good Hope II in de buurt van de bewakingsschepen waren. Kasom, eerste geschutsofficier van de Good Hope II, schoot het eerst; dat was voor de Intersolar een teken op een ongehoorde manier los te barsten.
De dertig transformatiekanonnen aan de ene kant begonnen samen met de kanonnen aan de voor- en de achterkant te schieten. Er werden tweeëndertig transformatieschoten gelost die op verschillende plaatsen in het cordon met een energieontwikkeling van ieder vierduizend gigaton TNT ontploften.
De bewakingsschepen weken achteruit voor de energiemuur die vanuit het reusachtige schip naar hen toeschoof. Een paar deden schuchtere pogingen tot een tegenaanval, maar ze konden niets tegen de transformatiekanonnen beginnen.
Voortdurend bleef de Intersolar het cordon bestoken met salvo's uit de transformatiekanonnen. Drie bewakingsschepen die zich niet op tijd konden terugtrekken, kwamen terecht in het centrum van de energiemuur en explodeerden. Dat was voor de anderen aanleiding om te vluchten. Het gat dat door de Intersolar in het drievoudige veiligheidscordon was geschoten werd niet opgevuld door andere bewakingsschepen.
Tevreden en verbaasd zag Rhodan dat de ruimteschepen van de Gele Veroveraars minder gevechtskracht hadden dan hun aantal deed vermoeden. Hij vond er een grimmige voldoening in ze chaotisch te zien vluchten en ze de verwarring in eigen gelederen te zien vergroten.
Hij gaf de drie space-jets het afgesproken teken en ze vlogen vanuit de dekking van de Intersolar naar de planeet Diane.
Toen wendde hij zich tot de muisbever Gucky en Ras Tsjoebai die in de hoofdcentrale klaar stonden om te vertrekken.
'Jullie springen rechtstreeks naar Sandal Crater en Tahonka-No om ze gevechtspakken te brengen,' zei hij. 'Blijf niet langer hangen dan nodig is. Kijk uit naar een markant punt dat vanuit de lucht goed te zien is en teleporteer dan onmiddellijk terug.' 'Zou het niet eenvoudiger zijn die twee onmiddellijk mee te nemen?' vroeg Gucky.
'Dat wil ik nu juist niet,' antwoordde Rhodan. 'Alleen als ze erg verzwakt zijn en hun gezondheid gevaar loopt, kun je ze mee terugnemen.' Gucky en Tsjoebai keken elkaar vragend aan maar vroegen niet naar de achtergronden van dit vreemde bevel. Nadat de twee teleporteurs gedematerialiseerd waren, vroeg Atlan: 'Wat ben je met Sandal-Crater en zijn vriend van plan?'
'Ik wil zelf naar Diane, naar ze toe,' antwoordde Rhodan. Toen liet hij een space-jet met een kleine goederentransmittor startklaar maken en bemannen.
15.
Tahonka-No boog zich over de mens die met uiterst trage bewegingen in de richting van de roodoplichtende tunnel in de rotswand kroop. Hij wendde zich tot Sandal Tolk en zei iets. De translater vertaalde: 'Dit is een man!'
'Leeft hij nog?' vroeg Sandal vermoeid. 'Ja.'
Sandal wees naar de vrouw die aan zijn voeten lag. 'Zij is dood.' Tahonka-No liep naar de derde persoon, die al half in de naar binnen conisch toelopende tunnel was. 'Dit is ook een vrouw,' zei hij. 'Ze leeft, maar haar zintuigen lijken uitgeschakeld te zijn. Ze neemt niet waar wat er om haar heen gebeurt.' We zullen ze proberen te helpen als de hulp van Perry Rhodan op tijd komt,' zei Sandal.
Alles kwam hem voor als een vreemde fantastische droom. Hij kon nog steeds niet geloven dat zijn noodoproep door het ruimteschip van Perry Rhodan ontvangen was. Hij vond het nog onwaarschijnlijker dat Perry Rhodan vlak bij deze planeet was. En toch moest het waar zijn. Hij had de stem van de Terraan gehoord en hij had hem verteld van hun avontuur in de Zwerm en op Diane. Ook had hij een paar woorden met zijn arkonidische vriend gewisseld. Ze hadden hem beloofd hulp te sturen. Spoedig zouden hij en Tahonka-No gered zijn! De moordende zwaartekracht en de helse hitte waren nu beter te verdragen. 'Je vrienden zouden wel eens te laat kunnen komen voor deze twee mensen,' zei Tahonka-No. Sandal keek naar de man en de vrouw die als in een vertraagde beweging naar de tunnel kropen. 'We kunnen ze nu niet helpen,' zei Sandal.
'Toch wel,' sprak Tahonka-No hem tegen. 'Je hebt van de Dianes gehoord dat dit de toegang tot het Allervrouwelijkste is. Ze verwachten er wonderen van. Als dat klopt kunnen die twee daarbinnen misschien geholpen worden.'
Sandal Tolk knikte zonder iets te zeggen. Hij liep naar de vrouw en probeerde haar op te tillen. Ze was te zwaar voor hem. Dus pakte hij haar bij haar handen en sleepte haar verder de tunnel binnen. Na twintig meter begaven zijn krachten het. Hij ging op de grond liggen om uit te rusten. Tahonka-No had veel minder moeilijkheden met de man. Deze was veel lichter en Tahonka kon hem in zijn armen pakken en dragen... toen de MAN een keer zijn ogen opende en het benige gezicht boven hem zag, meende hij in zijn koortsige waandenkbeelden dat de dood hem had gehaald en hem naar het hiernamaals droeg...
'Dit is ver genoeg,' zei Tahonka-No en legde de man neer voor een metalen deur.
Sandal stond op.
Toen ze uit de tunnel kwamen materialiseerden Gucky en Ras Tsjoebai niet ver van ze vandaan op de vlakte. Ze hadden gevechtspakken aan en waren tegen het licht van de fel brandende zon niet goed te zien. Met een snelle beweging pakte Sandal zijn boog en ook Tahonka deed een greep naar zijn wapen.
Gucky die zich op de gedachten van Sandal had geconcentreerd om te kunnen teleporteren, had zijn telepatische tasters nog steeds op hem gericht. Daarom begreep hij meteen wat ze van plan waren.
'Stop, zijn jullie gek!' riep hij. 'We zijn met gevaar voor eigen leven op deze planeet gesprongen om jullie hulp te brengen en nu willen jullie ons overhoop schieten.'
'Het zijn vrienden,' zei Sandal tegen de benige man. Hij liet zijn boog zakken en liep naar de twee teleporteurs. Hij hijgde, haalde reutelend adem en bij iedere stap begaven zijn benen het bijna. Tahonka-No kwam hem achterna.
Ze pakten de door Gucky en Ras Tsjoebai meegebrachte gevechtspakken aan en lieten zich helpen bij het aantrekken. Toen het anti-zwaartekrachtaggregaat en de temperatuurregelaar waren aangezet, zei Guck.' Als jullie je te zwak voelen en het niet meer kunnen uithouden, teleporteren we met jullie terug naar de Good Hope II. Als jullie je sterk genoeg voelen wil Perry Rhodan dat jullie hier blijven.' De koele lucht en de verminderde zwaartekracht hadden een ,wonderbaarlijke uitwerking op Sandal Tolk. Hij kon weer glimlachen. 'We voelen ons sterk genoeg en zullen blijven,' zei hij en zoog genietend aan de watersproeier in de helm van zijn gevechtspak.
'Deze steile rots is een markant punt,' zei Gucky. 'Jullie kunnen hier gemakkelijk teruggevonden worden.' De twee teleporteurs namen afscheid van Sandal Tolk en Tahonka-No en dematerialiseerden. Sandal wees naar de dode Diane die haar doel niet meer bereikt had. 'We kunnen haar zo niet laten liggen.'
Samen droegen ze de amazone naar een plek waar de grond zacht was. Ze begroeven haar.
Toen ze daarmee klaar waren kwam er uit de hemel een discusvormig schip dat niet ver daar vandaan landde. Samen met vijf geleerden stapte Rhodan uit de space-jet. De enige schaduw over het weerzien met Sandal Tolk was dat dit weerzien plaats vond op een tot de ondergang gedoemde planeet.
Rhodan stelde de vijf geleerden voor, maar Sandal Tolk onthield alleen de naam van de xenoloog, wiens lange bleke gezicht hij door het transparante scherm van zijn helm zag: Sophtorn Pienager.
Rhodan wees naar de bijna lege koker op de rug van Sandal. 'Als we op de Goed Hope II zijn zullen we je voorraad pijlen moeten aanvullen. Intussen zul je je met de desintegrator moeten behelpen. Als we tenminste gebruik moeten maken van onze wapens.'
'We zouden wel eens moeilijkheden kunnen krijgen met de kleine paarsen,' zei Sandal. 'Ze hebben geen gevechtspakken nodig en zijn beter bestand tegen de hitte en de toegenomen zwaartekracht dan mensen, hoewel ze aan een temperatuur beneden de twintig graden de voorkeur geven.' 'De Gele Veroveraars zouden ze niet tot bewakers hebben aangesteld als ze niet taai waren,' zei Rhodan. Sandal keek hem verbaasd aan. 'Gele Veroveraars? Tahonka en ik noemen de okergele wezens de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr.' Sophtorn Pienager mengde zich in het gesprek. 'We hebben van ooggetuigen gehoord dat de okergele wezens in de cilinders vormeloos zijn, voortdurend uitdijen en veranderen. Zien ze er altijd zo uit?'
'Nee,' zei Sandal en vroeg Tahonka-No te beschrijven hoe de Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr er uitzagen.
Peervormige lichamen, 2,10 meter lang. Hun onderkant was rond en glad en had een doorsnede van 1,05 meter. Het bovenstuk van hun lichaam liep spits uit en er zaten drie ellipsvormige multifunctionele organen in, twee aan de voorkant en een aan de achterkant. Dit waren organen voor zien, spreken, ruiken en horen.
Ze bewogen zich voort met behulp van elastische banden aan de onderkant van hun lichamen. Ze bewogen zich dus ongeveer voort als Terraanse slakken.
Vijftig centimeter beneden het spits toelopende hoofd zaten rechts en links twee gespierde, vijfendertig centimeter lange hoofdarmen. Deze kwamen elk in twee bijarmen uit die op hun beurt handen met zes vingers en twee duimen hadden.
'Dat zijn de Gele Veroveraars waar Gucky ons van verteld heeft,' zei Rhodan toen Tahonka-No met zijn beschrijving klaar was. Dit alles was vertaald door de translator van Sandal. Rhodan zei nog: 'Alleen al door die vreemde armen is er een zekere overeenkomst met de Zwerminstallateurs. Wat denk jij daarvan Soph?' De xenoloog antwoordde ontwijkend: 'We kunnen nog niet zeggen in hoeverre de twee soorten aan elkaar verwant zijn. We kunnen beter een van die raatcilinders nauwkeurig onderzoeken.'
'Vanzelfsprekend,' zei Rhodan. 'Dat is de voornaamste reden waarom we op Diane zijn geland.'
Ze gingen weer verder, in de richting van een van de cilinders, die op een afstand van een kilometer in een grote kuil lag. Rhodan riep met de radio de drie space-jets op die boven de vlakte rondvlogen.
Joak Cascal, die een verder verwijderd gebied verkende, wist te vertellen dat de oorlog tussen de Dianes op verschillende plaatsen nog steeds woedde. Af en toe kwam het ook tot een treffen tussen de kleine paarsen en de Dianes, als de amazones te dicht in de buurt van een cilinder kwamen. Tenslotte zei hij: 'Er wordt steeds minder gevochten.
De amazones worden door de hitte en de zwaartekracht verslagen. Ik denk dat zelfs als we het paddenstoelvormige schip zouden vernietigen we de ramp niet meer kunnen voorkomen. De energie van de zon wordt afgetapt en is verantwoordelijk voor de hitte en de verhoogde zwaartekracht op de planeet. De planeet Diane is ten dode opgeschreven.'
Alaska Saedelaere en Nerken Lost, die met hun space-jets boven de cilinder vlogen die Rhodan op het oog had, zagen geen teken van leven. Maar een keer zag Saedelaere een kleine paarse even de cilinder verlaten om er meteen daarna weer in te verdwijnen. Toen Sandal, die op dezelfde frequentie had meegeluisterd, dit hoorde haalde hij zijn boog van zijn schouder. Rhodan begreep dit resolute gebaar maar zei: 'We zullen proberen zonder bloedvergieten in de cilinder te komen.'
Sandal lachte smalend over dit naïeve optimisme.
Rhodan nam via de hyperradio contact op met Atlan in de Good Hope II, om ingelicht te worden over de situatie in het luchtruim van Diane. Atlan vertelde: 'De Intersolar houdt de bewakingsschepen aardig bezig. Er heerst enorme chaos in de vloot van de Gele Veroveraars. Het kan nog wel even duren voor ze zich hersteld hebben. Ik geloof dat de vloot van de Zwerm geen effectief wapen heeft tegen de Intersolar. Toch zou het beter zijn, Perry, als je met je mensen gauw terugkwam. De Good Hope noch de Intersolar is bestand tegen een toevalstreffer!'
'Het zal niet lang meer duren,' beloofde Rhodan.
Ze waren nog maar tachtig meter van de cilinder af, die half uit de kuil stak.
'Oppassen!' waarschuwde Saedelaere over de radio. 'Zeven kleine paarsen hebben de cilinder verlaten om jullie aan te vallen!'
Een blik op de personenpeiler bevestigde de woorden van Saedelaere. Rhodan liet zijn mensen verspreiden om de paarsen geen gemakkelijk doelwit te geven. De geleerden volgden zijn bevelen onmiddellijk op. Alleen Sandal Tolk en Tahonka-No luisterden niet naar hem. Ze stormden naar voren. Sandal met gespannen boog en Tahonka-No met getrokken pistool. De zeven paarsen hadden geen schijn van kans. Toen ze uit de kuil opdoken werden ze ontvangen met vier bliksemsnel na elkaar afgeschoten pijlen en drie energiekogels. Sandal had goed rekening gehouden met de zwaartekracht, iedere pijl was raak. Sandal en Tahonka-No wachtten een paar meter van de ingang van de cilinder Rhodan en zijn mensen op. Rhodan was het wel niet eens met het gedrag van de jonge barbaar van Exota Alpha, maar hij kon het hem ook niet kwalijk nemen. 'Nu kunnen we meteen zien waar die secundaire correctie voor dient,' zei Rhodan.
Uit de cilinder kwam een schril klagend geluid.
16.
Rhodan ging als eerste met ontgrendelde straler de cilinder binnen. Sandal bleef achter hem, hij had de boog voor de desintegrator verwisseld. Daarna kwamen de geleerden en Tahonka-No was de laatste.
Ze kwamen eerst in een ruimte die Sandal herkende. De machines en apparaten stonden net zo opgesteld als in de cilinder waarmee hij samen met Tahonka-No van Vetrahoon was gevlucht.
Kokers en korte nauwe gangen, gebouwd voor de maar 1,50 meter lange paarse wezens, vormden de verbinding tussen schakelruimte, voorraadkamers en onderkomens. In het achterste deel van de cilinder scheen niemand te zijn. Er was geen kleine paarse te zien. Alleen uit het voorste gedeelte van de cilinder hoorden ze het schrille miauwen van de opgezwollen Gele Veroveraar. De gezichten in de helmen stonden gespannen. Ondanks de temperatuurregelaar in hun gevechtspak brak het zweet ze aan alle kanten uit. Ze vonden het een griezelige situatie. Ze waren niet bijgelovig en bij hun volle verstand. Het waren logisch denkende en nuchtere mannen en toch stonden ze te trillen op hun benen. Alles wat in deze cilinder gebeurde was met het verstand te begrijpen en wetenschappelijk te verklaren, maar juist daarom was het voor de mannen zo griezelig.
Ze wisten nog niet wat ze te wachten stond. Ze gingen verder de cilinder binnen, steeds begeleid door het schrille gehuil dat door de werking van de buitenmicrofoons zo mogelijk nog hoger klonk.
Rhodan ging door de laatste deur en stond toen in de grote ruimte die het grootste deel van de cilinder in beslag nam. De anderen volgden en gingen bij Rhodan staan, niet bereid een stap meer te doen dan nodig was. Hun handen die de wapens vasthielden, waren kletsnat in de handschoenen. Ze keken ademloos naar het vormeloze wezen dat vlak voor ze de ruimte vulde - en op hoge toon huilde. Het was een geluid dat door merg en been ging.
En de aanblik ervan deed de mannen huiveren.
Ze waren het gewend exotische, niet-humanoïden schepsels te zien. Er was ook niets afschuwelijks aan het uiterlijk van de vervormde Gele Veroveraar. Maar toch huiverden ze, omdat ze bij het zien van dit schepsel in het eindstadium van een metamorfose, een soort visioenen kregen. En ze realiseerden zich dat dit proces zich op deze planeet nog twee miljard keer herhaalde.
Twee miljard Gele Veroveraars maakten op dit moment de eindfase van een metamorfose door! De mannen zwegen. Ze hoorden alleen eikaars ademhaling, en ze hoorden het pijnlijk gemiauw van het kwalachtige uitgevloeide schepsel. Sandal verbrak als eerste het zwijgen. 'Vergis ik me, of zijn er werkelijk zeven even grote uitgroeisels uit de okergele massa gekomen?' zei hij. 'Dat zie je goed,' zei Rhodan. 'De zeven uitgroeisels beginnen steeds meer vorm aan te nemen.' Tahonka-No maakte een vreemd geluid dat de translator van Sandal niet kon vertalen. Toen zei hij: 'Tot nu toe had ik alleen een vermoeden, maar nu weet ik heel zeker wat hier aan de hand is.'
Sophtorn Pienager wilde een nadere verklaring van de benige man vragen, maar deed dit niet omdat de gebeurtenis zijn hele aandacht in beslag nam.
De zeven uitgroeisels staken steeds verder uit de vormeloze massa, die qua inhoud zichtbaar kleiner werd. Het okergele en eerst helemaal vormeloze wezen had zich in zeven even grote klompen verdeeld, die nu alleen nog met steeds dunner wordende strengen met de rest van de massa waren verbonden. Nu raakten de zeven delen helemaal los van het moederlichaam en vormden er een kring omheen. Het moederlichaam waarvan de zeven fragmenten zich hadden afgescheiden, was een slijmerig iets, vormeloos en glinsterend. Het geglinster werd feller, steeds feller, tot het heldere witte stralen waren geworden. Terwijl het moederlichaam met de witte stralen steeds kleiner en vormelozer werd, werden de zeven afgescheiden delen groter en namen duidelijk zichtbaar een bepaalde gedaante aan. 'Nu zou alles toch duidelijk moeten zijn,' zei Rhodan. Nog voor hij het laatste bewijs had gekregen wist hij waar hij net getuige van was geweest: van een geboorte.
Uit een Gele Veroveraar waren door een bepaalde manier van cel- of lichaamsdeling zeven nieuwe borelingen ontstaan. Nog waren de zeven borelingen niet helemaal volgroeid. Hun lichamen hadden al bij benadering de vorm van een peer. De multifunctionele organen aan het bovenste eind van het spits toelopende hoofd waren nog niet volgroeid. De vier ledematen opzij van de plompe lichamen waren ruwe stompjes. Maar hoe langer de witte straling op ze inwerkte en hoe kleiner het moederlichaam werd, des te groter werden de borelingen met steeds duidelijker gevormde ledematen en organen.
'Uit één Gele Veroveraar komen zeven nieuwe,' zei Rhodan overstuur. Op doffe toon voegde hij er aan toe: 'Twee miljard maal zeven, alleen al op deze planeet. En hetzelfde is op Aggres gebeurd. Hoe vaak zal dat zich nog herhalen?'
'Ik denk dat ik op deze vraag antwoord kan geven,' zei Tahonka-No via de translator van Sandal. 'In de Zwerm zijn nog minstens twee- tot drieduizend planeten die door Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr worden bewoond. Die biljoenen wezens wachten allemaal op het moment dat ze zich kunnen delen.' 'Het is veel ernstiger dan ik had gevreesd,' zei Rhodan. Hij staarde naar de zeven nieuwgeborenen, waaraan duidelijk te zien was dat ze van minuut tot minuut steeds meer hun uiteindelijke gedaante aannamen. Hij schudde onbegrijpend zijn hoofd. 'Waarom planten de Gele Veroveraars zich niet op hun eigen werelden binnen de Zwerm voort?' 'Daar is geen definitief antwoord op te geven. Ik kan alleen mijn vermoedens laten horen,' zei Sophtorn Pienager. 'Terwijl we hier stonden om het proces van de lichaamsdeling gade te slaan, heb ik een paar gevolgtrekkingen gemaakt die aardig kloppen.' 'Laatje theorie maar eens horen,' verzocht Rhodan.
De xenoloog schraapte zijn keel en zei: 'Bij de zevenvoudige lichaamsdeling van een Gele Veroveraar gaat het ongetwijfeld om een gestuurde geboorte. Na alles wat we tot nu toe hebben meegemaakt, kan het alleen zo zijn dat de Gele Veroveraars in de Zwerm niet alle voorwaarden die nodig zijn voor lichaamsdeling voorhanden hebben. Ze hebben natuurlijk de technische middelen om op een geschikte planeet die voorwaarden te scheppen. Om een of andere reden gebruiken ze daarvoor geen planeten binnen de Zwerm.
Ze sturen eerst hun rogvormige schepen uit, die de zwaartekrachtconstante van een Galaxis met 852 megakalup verminderen. Dat zal een algemene voorbereiding zijn. Vervolgens worden de paddenstoelvormige schepen uitgestuurd, die op de voor broedplaats bestemde planeet een correctie van 132,6583 millikalup uitvoeren. En dan, na de landing van de ratenschepen en de verspreiding van de cilinders, volgt een correctie in de vorm van een verhoogde zwaartekracht en een verhoogde temperatuur. Klaarblijkelijk is een zwaartekracht van 2,2156 g en een temperatuur van plus 62,7134 Celsius absoluut nodig om het zevenvoudige delingsproces van het moederwezen te waarborgen. Meer kan ik er op het ogenblik niet van zeggen. Het is echter duidelijk dat de planeten waar de okergele wezens op landen, niets anders zijn dan goed voorbereide broedplaatsen. 'Ik zou liever hebben dat je al deze dingen met minder zekerheid zou beweren,' zei Rhodan somber. 'Dan was er nog hoop voor de Galaxis. Zoals jij het vertelt zijn we gedoemd ten onder te gaan. Wat kunnen we doen als alle bewoners van twee- tot drieduizend planeten klaar zijn voor lichaamsdeling.'
'We hebben nog de hoop dat maar een klein percentage van de okergele wezens geschikt is voor lichaamsdeling,' zei Sophtorn Pienager. 'Want, waarom zijn er tot nu toe pas 3,6 miljard geboren?'
Het was Tahonka-No die deze hoop de kop indrukte. Hij zei: 'Mijn vriend Sandal en ik hebben op de kliniekwereld Vetrahoon gezien hoe haastig de okergele wezens in de raatruimteschepen werden gebracht. Daaruit blijkt dat sommige eerder klaar zijn voor lichaamsdeling dan anderen. Daarom denk ik dat wat jij als een goed teken ziet, eerder een teken aan de wand is. De geboorte van de 3,6 miljard maal zeven okergele wezens is pas het begin van de aanstaande verschrikking.' Sandal-Crater knikte instemmend. Hij begreep nu waarom er op de kliniekwereld Vetrahoon met zo'n haast was gewerkt: sommige okergele wezens waren duidelijk aan lichaamsdeling toe!
Het wit stralende moederlichaam was nu helemaal verdwenen. De zeven pas geboren wezens waren volgroeid. Eerste Dienaren van het Y'Xanthymr. Ze kwamen op de acht mannen afkruipen, en lieten een zilverig wit, glinsterend slijmspoor achter. 'Voorzichtig!' riep Sandal-Crater. Nog voor ze begrepen wat er aan de hand was vingen ze de hypnosuggestieve impulsen op die uitgingen van het slijmspoor: Blijf ver weg, vereer mij. 'Weg hier!' beval Rhodan. De mannen drongen naar de uitgang. Een van hen die klaarblijkelijk door de hypnotische krachten willoos was geworden, moest door zijn kameraden met geweld naar buiten gesleept worden. Sandal Tolk bleef even besluiteloos staan. Het zou gemakkelijk geweest zijn de zeven okergele wezens met de desintegrator te vernietigen. Ze waren hulpeloos aan hem uitgeleverd omdat hun hypnotische bevelen geen invloed op hem hadden.
Hij had ze gemakkelijk alle zeven kunnen doden. Maar hij deed het niet. Hij had geleerd om niet zonder zin te doden.
Hij volgde de anderen naar buiten. Daar waren intussen de drie space-jets geland die Rhodan per radio had opgeroepen.
'Het wordt hoog tijd dat we deze planeet verlaten,' zei hij. Hij verdeelde zijn mensen over de drie space-jets en beduidde ook Tahonka-No om aan boord te gaan. De benige man volgde Rhodans bevel zonder tegenspraak op. Toen Rhodan zich omdraaide naar Sandal Tolk, zag hij dat de barbaar van Exota Alpha al bijna vijftig meter van hen vandaan was en over de vlakte verder liep in de richting van het Allervrouwelijkste. 'Sandal!' riep Rhodan via de radio. Maar Sandal Tolk reageerde niet. Hij liep onverstoorbaar over de vlakte verder. Rhodan beval de commandanten de space-jets te starten en ging zelf Sandal achterna.
17.
Terwijl Rhodan Sandal op de hielen volgde, startten achter hem de drie space-jets.
Rhodan nam via de hyperradio contact op met Atlan.
'De actie is afgelopen,' zei hij. 'Voor de bewoners van deze wereld is geen hulp meer mogelijk. Als je het zo bekijkt hebben we niets bereikt. Maar we hebben wel iets over de Gele Veroveraars ontdekt. We gaan donkere tijden tegemoet, Arkonide. Maar daarover later. De drie space-jets zijn al onderweg. Als je ze binnengesluisd hebt, moet je je zo spoedig mogelijk uit het gevechtsgebied terugtrekken. Ik zou niet willen dat de Intersolar of de Good Hope nog langer gevaar liepen.' 'En wat doe jij?' vroeg Atlan. 'Ik moet me met Sandal bezighouden,' antwoordde Rhodan. 'Wanneer dat geregeld is komen we alle twee met de transmittor van de vierde space-jet terug. Maak de ontvangende transmittor op de Good Hope klaar. En nog iets. Ik zal de zelfvernietiginginstallatie van de space-jet activeren. Als Sandal en ik met de transmittor vertrokken zijn, zal hij door een radio-impuls tot ontploffing worden gebracht.'
Rhodan verbrak de verbinding. Hij richtte zijn aandacht weer op Sandal Tolk, die intussen al bijna honderd meter verder was. Rhodan ging sneller lopen. 'Sandal!'
'Alles okay,' klonk Tolks stem in de microfoon van Rhodan. 'Waar ga je heen?' vroeg Rhodan. 'Helpen,' antwoordde Sandal. Hij kwam bij een bomtrechter die tussen de hoog uitstekende rotsen van het Allervrouwelijkste en de space-jet lag.
'Ik heb me niet vergist toen ik iets zag bewegen,' klonk Sandals stem in de helmradio. 'Er is hier een mens die hulp nodig heeft.'
Rhodan bereikte de rand van een bomtrechter. Hij zag iets vreemds. Op de grond lag een roerloze gedaante met een drukpak aan. Rhodans geoefende oog zag meteen dat het drukpak niet deskundig aangetrokken was. Bovendien meende hij te zien dat er verschillende sluitingen open waren. Het wezen was kennelijk een mens, die vast niet meer in leven was. Daarnaast lag een elegante man op zijn zij. Hij staarde wazig voor zich uit en bewoog met moeite een hand met een spoel erin. Sandal boog zich over hem heen en sprak via de buitenluidspreker van zijn gevechtspak geruststellend met hem. Rhodan kwam er bij staan. 'Ik ben een-twee-zeven-zeven-zeven -nul-een-acht-een ... NZ,' zei de onbekende net op hese toon. 'In orde,' suste Sandal die hem van de dode wilde wegtrekken. Rhodan zag dat het dode wezen in het drukpak een vrouw was. Ook viel hem nu pas op dat het model van het drukpak ongeveer duizend jaar oud was. 'We brengen je in veiligheid,' zei Sandal tegen de man.
'Nee!' Hij klampte zich vast aan de dode. 'Dat is Gaby, de Moeder van Smarten. Ik... blijf bij haar tot ze wakker wordt.'
Rhodan schoof Sandal zacht opzij en boog zich over de man. 'Je vriendin is dood,' zei hij tegen hem. 'Wil je bij haar blijven tot je ook dood gaat?'
'Dood,' herhaalde de MAN onbegrijpend. Hij schudde zwak zijn hoofd, zijn vingers streken trillend over het drukpak van de dode. 'Ze... slaapt alleen,' zei de MAN haperend. 'Ik was in het Allervrouwelijkste... daar gaven ze me dit drukpak. Ik... ik zocht Gaby, omdat... ik wist, dat ze... hier ergens moest... zijn. En ... ik vond haar.' 'Ze leeft niet meer. Ik heb haar zelf hier begraven,' verklaarde Sandal. De MAN scheen hem niet te horen. Hij ging onverstoorbaar door: 'Ik vond Gaby. Ze heeft vreselijke dingen meegemaakt. Ik hielp haar gaf haar mijn drukpak. Nu... zal ze vlug wakker worden... mijn Moeder van Smarten...'
'Het heeft geen zin,' fluisterde Sandal. 'Hij is niet in staat de situatie realistisch te beoordelen. We moeten hem met geweld wegbrengen.' Rhodan was geschokt. Hij had van Sandal iets gehoord over het matriarchaat op Diane. De stervende man voor hem, die zijn leven lang door vrouwen heen en weer was geduwd, verwend, verwekelijkt en beschermd tegen alle schadelijke invloeden, toonde op dit moment dat hij een uiterst belangrijke beslissing had genomen. Hij had niet geweten dat zijn vriendin al dood was toen hij haar zijn drukpak had aangetrokken. Dat werd hem zelf noodlottig. Rhodan zag, dat hij niet meer te helpen was. 'Gaby... is de echte... Moeder van Smarten,' zei de MAN met zijn laatste krachten. Hij stak zijn hand met de spoel naar Rhodan uit. 'Hier... Inlichtingen... over... de herkomst van de... Dianes.' Toen stierf de MAN. Rhodan pakte de informatiespoel uit de dode hand en stak hem bij zich. 'We hebben weer een verborgen kolonie van Terra gevonden,' mompelde hij. 'Maar deze keer helaas te laat.' Hij herinnerde zich vaag de start van de Medusa ongeveer duizend jaar geleden.
Hij draaide zich om. 'Het wordt hoog tijd voor ons, Sandal.'
Ze gingen aan boord van de space-jet en lieten zich door de transmittor naar de Good Hope II wegstralen. Ze waren nauwelijks aan boord toen de achtergebleven space-jet door middel van een radio-impuls tot ontploffing werd gebracht.
De Intersolar en de Good Hope II vlogen op topsnelheid weg van het stervende Diane.
Het einde van de Dianes was niet te voorkomen. Het enige succes dat Perry Rhodan boekte was een nieuwe waarneming en de redding van Sandal Tolk en zijn vriend Tahonka-No.
Na deze verschrikkelijke gebeurtenissen is nu de tijd aangebroken dat de opperregent zijn terughoudende opstelling ten opzichte van de Zwerm en de bewoners daarvan definitief laat varen. De '5de colonne' komt in actie ...
Meer daarover schrijft H.G. Francis in Perry Rhodan van volgende week. De titel luidt: DE STERRENVLOED ...