De rest is voor de koeien.
"Wanneer krijgen ze kalfjes?" vraagt
Martijn
aan boer Pappot.
"Och," zegt boer Pappot.
"Mag ik een keer kijken?" vraagt
Mar-
tijn. "Opa zegt dat het net zoiets is als bij
mensen. Is dat zo?"
"Ach," zegt boer Pappot.
Tim heeft eindelijk een zak
krenten-
bollen open gekregen, die tussen de schillen
lag. Hij bemoeit zich er nu ook mee.
"Koeien en baby's is bijna
hetzelfde,"
zegt hij, "het gaat allemaal over melk.
Baby'tjes gaan ook aan een soort uier."
"Echt?" vraagt Martijn.
"Nou ja," zegt boer Pappot.
Dan zien ze oma langs de straat
staan. Ze
kijkt heel bezorgd.
"Kom!" roept ze, "opa is niet goed."
Boer Pappot springt meteen van
de
tractor en loopt mee naar binnen. Martijn
rent er achteraan.
In de kamer ligt opa op de bank.
Dat
heeft Martijn nog nooit gezien. Opa is heel
erg wit en oma huilt. Martijn begrijpt het
niet. Opa eet altijd zoveel honing.
"Is de dokter al gebeld?" vraagt
boer
Pappot.