15

Marrok stond voor de ingang van de grot toen Devon kwam aanlopen.

‘Hoe gaat het met ze?’

‘Geen idee. Ze zijn niet in de grot.’

Ze verstijfde. ‘Wat?’

Hij hield zijn hand op. ‘Geen paniek. Danner heeft ze niet weggehaald. Ze zijn op het plateau. Waarschijnlijk is de grot ze gaan vervelen.’ Hij wees langs de helling naar beneden. ‘Ze zijn samen aan het spelen.’

Devon keek toe terwijl de honden achter elkaar aan joegen, speels beten, wegsprongen en weer achter elkaar aan renden. ‘Geen blijvend trauma dus.’

Hij gniffelde terwijl hij naar de honden floot. ‘Nu ben jij degene die als een hondenpsychiater klinkt. Heel plechtig.’

Ze trok een gezicht. ‘Plechtig gaat samen met verantwoordelijk. Ik heb toch gezegd dat ik een verantwoordelijke vrouw ben? Ik kan er niets aan doen.’

‘In elk geval is een van ons verantwoordelijk. Dat mag ik wel in jou. Zolang het je er niet van weerhoudt met mij de liefde te bedrijven.’ Zacht voegde hij eraan toe: ‘Daar zou ik problemen mee hebben.’

De liefde bedrijven. Er ging een rilling van opgelatenheid door haar heen. Dat klonk te zeer als een verbintenis, en ze wist dat dat er niet in zat. Ze schudde haar hoofd. ‘Ik snap niet dat je steeds zo benadrukt dat je onverantwoordelijk bent. Misschien was dat in het verleden zo, maar op dit moment kan ik niemand bedenken die verantwoordelijker is dan jij.’

Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Dat zie je verkeerd. Ik kies mijn momenten.’

‘Volgens mij niet.’ Ze keek van hem weg. ‘Je was heel... bezorgd toen je me vandaag over dat pad trok.’

‘Bezorgd? Ik was botergeil. Ik werd gek.’

‘Maar toch ging je eerst naar de grot om bij Ned te kijken. Ik mag dan verantwoordelijk zijn, maar ik was op dat moment straal vergeten dat de honden bestonden. Jij dacht aan ze, Marrok.’

Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Het was mijn taak.’ Hij trok een grimas. ‘En ik wilde me geen zorgen over ze hoeven maken. Dat zou in de weg hebben gestaan.’

‘Misschien ben je dan wel niet zo genotzuchtig als je denkt.’ Ze stapte naar voren toen Ned de helling op kwam stormen. ‘Hallo, jongen. Je ziet er blij uit.’ Ze aaide over zijn zwarte, zijdeachtige kop. ‘Heldere ogen...’

Wiley was vlak achter hem, maar bleef op afstand. Hij ging zitten en staarde haar behoedzaam aan. Een paar minuten later stond hij op, keek naar Ned en liep de grot in.

‘Wat nu?’ vroeg Devon.

Ned gaf haar het antwoord. Na een korte aarzeling volgde hij Wiley de grot in.

‘Gaan we mee naar binnen?’ vroeg Devon.

‘Nee, we wachten,’ zei Marrok. ‘Ik denk dat ze afscheid willen nemen. Als ze over een paar minuten nog niet buiten zijn, gaan we ze halen.’

Nog geen twee minuten later kwamen Ned en Wiley de grot weer uit. Gedwee liep Ned naar Marrok en schuurde tegen zijn benen. ‘Het is goed, makker,’ zei Marrok rustig. ‘De volgende keer gaat het beter. Misschien durf je dan wel alleen naar binnen.’ Hij aaide over Wileys kop. ‘Goed gedaan. Zullen we teruggaan naar de ranch, naar je vriendje Sid?’

Wiley hield zijn kop schuin en staarde hem aan. Ernstig, wijs, geduldig.

‘Volgens mij mist hij je,’ zei Marrok. ‘Maar je zult hem moeten laten zien dat hij zich moet aanpassen, zoals je bij Ned hebt gedaan. Met Sid zal het misschien iets lastiger zijn.’ Marrok richtte zich tot Devon. ‘Volgens mij hoor ik de helikopter. Laten we naar het plateau gaan.’

Devon luisterde. ‘Ik hoor niets.’

‘Hij komt eraan.’ Hij gebaarde naar de honden. ‘Zij horen hem ook.’

Klaarblijkelijk had hij gelijk, besefte Devon, want de honden spitsten hun oren, draaiden zich om en renden de helling af. ‘Ik begin me een beetje gehandicapt te voelen. Honden hebben een fantastisch gehoor, maar hoe kan het dat jij –’ In de verte hoorde ze de rotorbladen. ‘De SEALs-training?’

‘Nee, Paco-training. Hij heeft me geleerd me voor alles af te sluiten, behalve voor wat ik wíl horen.’ Hij hield zijn hand uit om haar naar beneden te helpen. ‘En je bent niet gehandicapt. Je ziet zoveel meer dan de meeste mensen.’

Ze pakte zijn hand vast. Haar blik vloog naar zijn gezicht. Totaal onverwachts voelde ze een sensuele tinteling.

‘Het gaat niet weg,’ zei hij zacht. ‘Het was niet genoeg. Dat weet jij net zo goed als ik. Elke aanraking, elk woord. Ik verlangde alweer naar je toen ik bij je wegliep. Zin om het in een echt bed te doen zodra we terug zijn op de ranch?’

Ja, dat wilde ze. Ze begon al te trillen bij de gedachte. ‘Ik moet erover nadenken. Het... verontrust me.’ Ze bevochtigde haar lippen. ‘Je maakt misleidende reclame. Je zei dat het zou zijn als thuiskomen, maar daar was geen sprake van. Tenzij thuis midden in een orkaan is.’

‘Oké, het was bedoeld om je op je gemak te stellen. Ik wílde dat het zo voor je zou zijn, maar ik verloor mijn zelfbeheersing. Misschien komt het later nog.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ik ben niet perfect.’

Nee, dat was hij niet. Maar zijn tekortkomingen waren als de goudaders op een stuk graniet dat de steen interessant maakte en hem karakter gaf. Je wist nooit wanneer zo’n goudader het zou begeven, met destructie en chaos als gevolg. Waarom verwachtte ze überhaupt tederheid van hem, terwijl ze zojuist net zo ruig als hij was geweest? Ze trok haar hand los. ‘Je hebt me gegeven wat ik wilde. Thuis is een concept dat jij saai zou vinden, en ik ook. Het is niet wat we van elkaar willen.’ Ze liep de helling af. ‘En ik ben ook niet perfect, Marrok. Laten we gewoon genieten van de tijd die we samen hebben.’ Ze probeerde te glimlachen. ‘En als we Bridget moeten geloven, is dat niet veel meer.’

Marrok begon te vloeken.

‘Ik maakte een grapje,’ zei ze.

‘Ik niet,’ zei hij kortaf. ‘Er zal jou niets overkomen.’

‘Daar is Walt.’ Ze begon sneller te lopen terwijl de helikopter landde. ‘Precies op tijd. Is hij altijd zo stipt?’

‘Ja. Ik meen het, Devon. Bridget heeft het fout. Ik zal je beschermen.’

Hij was bloedserieus en liet zich niet afleiden. Ze probeerde het toch. ‘Hé, dat klinkt behoorlijk seksistisch,’ zei ze luchtig. ‘Eigenlijk maakt Bridget zich zorgen om jou. Misschien moet ik beloven jóú te beschermen.’ Ze voelde zijn blik op haar rug terwijl ze naar de helikopter rende. ‘Kom op, Ned, Wiley. We gaan.’

Bridget was van het gastenverblijf onderweg naar het huis toen de helikopter landde. Ze keek toe terwijl de honden eruit sprongen en op haar af renden. ‘Dus dit is Wiley...’ Ze raakte hem niet aan. ‘Slimme jongen,’ zei ze, waarbij ze in zijn ogen keek. ‘Jij hebt niet veel hulp nodig, maar ik ben er voor je als je me nodig hebt.’ Ze draaide zich weer om naar Marrok. ‘Sid is net aangekomen. Hij maakte zich zorgen over Wiley.’

‘We zijn even bij de grot gestopt. Ned moest ernaartoe.’ Marrok hielp Devon uit de helikopter. ‘Al iets van Sarah gehoord?’

Ze knikte. ‘Er heeft vandaag iemand rondgesnuffeld. Danner heeft kennelijk de code ontcijferd.’

‘Waarom heb je me niet gebeld?’

‘Het was duidelijk alleen maar een verkenning. Ik heb ze gezegd dat ze niets moesten ondernemen voor het geval we zelf de eerste zet wilden doen.’ Ze richtte zich tot Devon. ‘En we hebben problemen met die Janet McDonald van je. Ze heeft besloten dat ze bij Sarah niet nodig is en wil hier terugkomen.’

‘Dat is snel,’ zei Marrok droog.

‘Sarah Logan heeft alles strak geregeld. Ik begrijp dat een vrouw als Janet zich nutteloos voelt.’ Tegen Devon zei Bridget: ‘De beurt is aan jou. Maar als je haar opdraagt te blijven, is de kans groot dat ze in opstand komt.’

‘Ze is daar veiliger.’

‘Zolang je haar ervan kunt weerhouden ertussenuit te knijpen.’

Vermoeid zei Devon: ‘Breng haar hier.’

Bridget knikte. ‘Walt, over een uur vertrekken we, oké?’ Haar blik verplaatste zich naar Marrok. ‘Ze zullen ons proberen te traceren. Moet ik ervoor zorgen dat ze daarin slagen?’

Marrok dacht even na. ‘Nog niet. We moeten eerst Nika hierheen halen.’ Hij liep naar het huis. ‘Ik laat haar hier morgen brengen.’

‘Zal ik haar halen?’ riep Bridget hem na.

‘Nee, jij hebt al genoeg op je bord.’ Marrok verdween in het huis.

‘En hij vertrouwt me niet,’ mompelde Bridget. Ze keek naar Wiley. ‘Jij weet alles van wantrouwen, hè? Maar volgens mij vertrouw je me wel. Ik breng je naar Sid, in het gastenverblijf.’ Ze liep over het stalerf. ‘Ga je mee als ik Janet ophaal, Devon? Misschien kun jij haar overhalen daar te blijven.’

‘Dat betwijfel ik.’ Ze aarzelde. ‘Ja, ik ga mee.’

‘Over een uur. Maar als je tegen Marrok zegt dat je meegaat, wordt hij woest. Danner weet het nu van Sarah. Het maakt mij niet uit. Doe je eigen zin.’

‘Dat doe ik meestal.’

Bridget keek haar aan. ‘Dat is niet waar. Je hebt een enorm plichtsgevoel. Maar vanmiddag heb je wel je eigen zin gedaan, hè?’

Devon voelde de hitte op haar wangen prikken. Het was overduidelijk wat Bridget bedoelde en ze weigerde het te ontkennen. ‘Ja, inderdaad. Niet dat het jou iets aangaat, Bridget.’

‘Het gaat mij wel degelijk aan. Meer dan je denkt. Je hebt een fout begaan. Ik zag het meteen toen Marrok uit de helikopter stapte. Jullie zijn... verbonden. Ik zag het.’

Devon schudde haar hoofd. ‘We hebben alleen maar seks gehad. Wat een waanzin.’

‘Inderdaad. Je hebt misschien alles verpest.’ Verbitterd voegde ze eraan toe: ‘Maar ik kan er nu niets meer aan doen. Het is te laat. Ik zal moeten redden wat er te redden valt.’ Ze versnelde haar pas en keek recht voor zich. ‘Neuk zoveel als je wilt met hem. Het maakt nu niet meer uit. Ik zie je bij de helikopter.’

Sarah Logan stond al samen met Janet McDonald op het helikopterplatform te wachten toen ze een paar uur later landden.

‘Het spijt me, Devon,’ zei Sarah. ‘Ik kon haar niet overhalen te blijven.’

‘Ik ben hier niet nodig,’ zei Janet. ‘Nick kan blijven om de honden te bewaken. Ik moet voor jou zorgen.’

‘Janet...’ Devon gaf het op toen ze Janets gezicht zag. ‘Het is hier veiliger voor je. Maar kom maar mee als het moet.’

‘Het moet,’ zei ze vlak terwijl ze naar Bridget keek. ‘Maar ik weiger naast dat serpent te zitten. Ik ga wel voorin.’

‘Ik voel me gevleid,’ zei Walt. ‘Geloof ik.’

‘Bedankt, Sarah,’ zei Devon terwijl ze het portier dichttrok. ‘Sorry dat ik het je zo lastig heb gemaakt.’

‘Ik heb het haar niet lastig gemaakt,’ zei Janet terwijl ze opstegen. ‘Ik heb geprobeerd te helpen, maar ze heeft zoveel mensen in dienst dat ze over elkaar struikelen.’ Ze keek dreigend naar Bridget. ‘En ik wist dat je niet doorhad wat een gemeen mens dit is.’

‘Ik heb wel een idee,’ mompelde Devon. ‘Maar ik kan haar aan.’

Bridget snoof. ‘Niet grappig.’

‘Mee eens. En ik vond het niet leuk wat je op de ranch zei.’

‘Ik was alleen maar eerlijk.’ Ze was even stil. ‘Ik wil het beste voor je. Mits het Marrok niet treft.’

‘Kijk dan naar me,’ zei ze geërgerd. ‘Ik ben een doodnormale vrouw, geen femme fatale.’

‘Waar hebben jullie het over?’ vroeg Janet achterdochtig.

‘Niet naar luisteren,’ zei Walt. ‘Dat is tactvol... en wel zo veilig.’

Bridget keek naar beneden. ‘Land op vliegveld Monterey. We stappen daar over in een andere helikopter. Marrok wil niet dat we ze naar de ranch leiden.’

‘Ja, mevrouw,’ zei Walt. ‘Hoewel we van geluk mogen spreken als ze de positie van die helikopter niet ook weten te bepalen.’

‘Niet zo snel,’ zei Bridget. ‘Het is veilig genoeg.’

‘Ze liegt vast,’ zei Janet koel.

Bridget draaide zich naar haar om. ‘Je doet er goed aan me te wantrouwen. Dat is wel zo verstandig als je voor iemand zorgt. Maar vergeet niet dat we niet in deze hachelijke situatie zouden zitten als jij geen driftbui had gekregen en niet had gedreigd ervandoor te gaan. Hou je mond, tenzij je iets zinvols te zeggen hebt.’

Janets gezicht werd rood van woede. Ze deed haar mond open om te antwoorden, maar bedacht zich. Even later zei ze: ‘Ik had geen driftbui.’

‘Hoe noem je het dan?’

‘Geen driftbui. Ik deed wat mij het beste leek.’ Ze keek Bridget recht aan. ‘En jij zult moeten bewijzen dat je geen leugenaar bent.’

‘Ik hoef helemaal niets te bewijzen,’ zei Bridget. ‘Jij bent degene die zich moet bewijzen. Je bent kwaad omdat ik je op je plaats heb gezet en je kunt niet tegen je verlies. Maar ik deed alleen maar mijn werk, en ik heb er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat je je op je gemak en veilig voelde. Maar ik ben er klaar mee. Je kunt een bijdrage leveren of in het gastenverblijf gaan zitten mokken. Maar reken maar dat ik je keihard aan het werk zet als je besluit dat je wilt helpen.’

Janet antwoordde niet meteen. ‘Ik werk altijd keihard. Als ik besluit dat ik het wil.’

Devon staarde Janet verrast aan. Het was bijna een concessie van haar kant, en Janet gaf niet snel toe. Er lag iets van respect in Janets stem. Waren de wonderen toch de wereld nog niet uit?

‘Wat zou ik moeten doen?’ vroeg Janet.

‘Voor Ned en Wiley zorgen en Devon in de gaten houden.’

‘Dat kan ik wel,’ zei Janet langzaam. ‘Wie is Wiley? Een hond?’

‘Ja,’ zei Bridget. ‘Wiley zal weinig problemen geven. Sid Cadow zorgt het grootste gedeelte van de tijd voor hem.’

‘Als het mijn werk is, ben ik degene die voor hem zorgt,’ zei ze zuur.

‘Bespreek dat maar met Sid,’ zei Bridget. ‘Ik laat jullie het onderling regelen.’

‘Ik hoef met niemand iets te bespreken. Ik doe gewoon mijn werk.’

Lieve hemel, dacht Devon. Bridget had een vreselijke situatie gecreëerd. Janet en Sid zouden beslist met elkaar botsen, en er zouden zelfs klappen kunnen vallen. Was het een moedwillige provocatie? Moeilijk te zeggen. Bridgets gezicht was volledig uitdrukkingsloos.

‘Daar is vliegveld Monterey,’ zei Bridget. ‘Ik bel Marrok om te zeggen dat we met een ander toestel komen.’ Ze wierp Janet een koele blik toe. ‘Het is veel gedoe.’

‘Ik ben het waard,’ mompelde Janet. ‘Wacht maar af.’

‘Ik hoop het,’ zei Bridget sceptisch.

Janet mompelde iets wat op een vloek leek.

Bridget keek naar Devon terwijl Janet uit het raam tuurde.

Haar gezicht stond uitdagend, koel en zelfverzekerd. Bridget wist precies hoe ze Janet had gemanipuleerd en daagde Devon uit om er iets over te zeggen.

En ze was ertoe geneigd. Ze hield niet van manipulatie, in welke vorm dan ook. Maar Janet had nu een doel, en daar kon Devon niets tegen inbrengen.

Laat maar zitten. Maar hou in gedachten hoe gemakkelijk Bridget tot manipulatie is overgegaan.

Chad Lincoln stond op de veranda en leunde tegen een stijl toen ze bij zonsondergang op de ranch landden.

‘Zo, zo, de ongrijpbare Sherlock Holmes is wedergekeerd,’ zei Bridget. ‘Ik dacht wel dat hij ons zou staan op te wachten. Ik vraag me af waar Marrok is.’ Ze richtte zich tot Walt. ‘Je hebt hem toch wel verteld dat Devon met me meeging, hè?’

‘Jazeker.’ Walter zette de motor af. ‘Hij zei dat hij haar er toch niet van kon weerhouden te doen wat ze zelf wilde. Hij zou me afmaken als haar iets overkwam. Aangezien de geschiedenis leert dat hij daar daadwerkelijk toe in staat is, ben ik heel voorzichtig geweest.’

‘Heerlijk dat iedereen me voorschrijft wat ik wel en niet mag doen.’ Devon sprong uit de helikopter. ‘Janet, ik loop met je mee naar het gastenverblijf. Dan stel ik je voor aan Wiley en Sid Cadow.’

‘Dat doe ik wel,’ zei Bridget. ‘Mijn taak.’

‘Nee, dat is mijn taak,’ zei Janet terwijl ze al in de richting van het gastenverblijf liep. ‘En niemand hoeft me te vertellen hoe ik die taak moet uitvoeren.’

Bridget keek even naar Devon en haalde haar schouders op, waarna ze achter Janet aan holde.

Devon hoopte maar dat Bridget Janet met dezelfde behendigheid zou blijven behandelen als ze in de helikopter had gedemonstreerd. Ze was een heel slimme vrouw. Slim en gecompliceerd, met de potentie extreem gevaarlijk te zijn.

‘Je hebt alleen je huishoudster teruggebracht,’ riep Lincoln. ‘Ik was ervan overtuigd dat je een van de superhonden zou meenemen.’

‘Het zijn geen superhonden.’ Devon draaide zich om en liep naar de veranda. ‘Het klinkt zo net alsof ze een cape zouden moeten dragen en over de daken zouden moeten vliegen. Zoals in stripverhalen.’

‘O, in stripverhalen horen ze beslist niet thuis.’ Hij glimlachte. ‘Maar ik heb een beetje meer ervaring met ze dan jij. Marrok en zijn superhond zijn op een flink aantal missies voor me geweest, en ik weet zeker dat de mannen die door Ned zijn genezen hem een superhond zouden noemen als ze het wisten.’

‘Zoals dat plunderende rovershoofd in Ethiopië?’

Zijn glimlach vervaagde. ‘Heeft Marrok je over hem verteld? Het was heel gênant voor me. Op dat moment besefte ik dat Marrok onder geen enkele voorwaarde de leiding over de honden mocht houden.’

‘Volgens mij weet hij hoe je erover denkt. Ik durf te wedden dat hij hetzelfde over jou denkt.’ Ze liep de trap op. ‘Waar is hij heen?’

‘Dat heeft hij niet gezegd. Ongeveer twee uur geleden is hij met zijn hond Ned vertrokken. Wil je weten wat ik denk?’

‘Ik kan wel voor mezelf denken.’

‘Ik vertel het je toch. Ik denk dat hij zijn roedel bijeen haalt. De Duitse herder, Wiley, is in het gastenverblijf. Jij bent net teruggekomen van Sarah Logan, dus hij is niet naar de golden retriever. Dan haalt hij dus die bastaard op. Hoe heet ze ook alweer... Nika.’

‘En waarom zou hij dat doen?’ vroeg ze uitdrukkingsloos.

‘Aas. Hij gebruikt alle vier de honden als lokmiddel. Hij wil zich van Danner ontdoen. Ik zou die zet zelf ook hebben gedaan, maar dan veel eerder.’

‘Misschien wilde hij de honden niet in gevaar brengen.’

‘Of misschien dacht hij dat hij niet met ons hoefde af te rekenen zolang hij Danner als dreiging hield. Hij weet dat we niet zouden willen dat Danner de leiding kreeg. Het is een impasse.’

‘Belachelijk.’

‘O ja? Hoe weet je dat zo zeker? Marrok is nagenoeg een vreemde voor je.’ Hij pauzeerde. ‘Hoewel ik er niet aan twijfel dat hij je heel goed kent in de Bijbelse zin. Het was maar al te duidelijk waar je laatst ’s avonds naartoe ging.’

Ze voelde een schokkende weerzin. ‘Bemoei je er niet mee, Lincoln.’

‘Het was maar een opmerking. Marrok is een geniepige klootzak. Denk vooral niet dat hij je niet zal gebruiken.’

‘Je bent zelf ook behoorlijk geniepig. Ik heb je sinds de eerste avond dat ik hier was nauwelijks gezien. Waar heb je gezeten?’

‘Ik moest wat zaakjes regelen.’ Hij staarde naar de ondergaande zon. ‘En als je het aan Marrok vraagt, kan hij je vast precies vertellen waar ik ben geweest en wat ik heb gedaan. Ik werd gevolgd vanaf het moment dat ik het terrein verliet. Ook nu laat hij me in de gaten houden.’ Hij wees naar de schuur. ‘Drie mannen daar, minstens tien in het gastenverblijf. Ik weet niet hoeveel er in de stal zijn. Deze gezellige kleine ranch is een bewapend kamp dat door MI6 wordt gefinancierd. Geen wonder dat hij Danner hierheen wil lokken.’

‘En waarom vond je het nodig om uit te zoeken hoeveel mannen hij hier had? Ik vind het een beetje... verdacht.’ Ze pauzeerde. ‘Misschien wilde je de te verwachten tegenstand polsen voor het geval je een mogelijkheid zag om de honden zelf mee te nemen.’

Hij gniffelde. ‘Goed gedacht.’ Zijn glimlach vervaagde. ‘Het gaat hoe dan ook gebeuren, Devon Brady. Misschien niet hier en nu, maar Marrok gaat eraan. Als je me helpt, zal ik ervoor zorgen dat je niet samen met hem ten onder gaat. Waarom kan het je iets schelen? Hij is een halfbloed die je net zo snel vermoordt als dat hij je aankijkt.’

‘Zoiets zou Danner over hem zeggen. Ik dacht dat jij er zo prat op ging dat je geciviliseerd was.’

‘Ik herken het verschil. Wil je weten hoeveel mannen hij heeft gedood?’

‘Nee, dat interesseert me niet. Hoeveel mannen heb jíj gedood, Lincoln?’

‘Dat is anders. Ik had de plicht. Hij is alleen bij de SEALs gegaan om zonder consequenties te kunnen doden.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Dat weet ik gewoon.’ Hij liep de trap af. ‘Ik ga maar eens een avondwandelingetje maken en kijken of ik nog meer tuig zie opduiken. Ik meende wat ik zei, Devon. Je hebt Marrok een beetje uit balans weten te krijgen, en dat gebeurt niet snel. Ik kan je goed gebruiken. Denk over mijn aanbod na. Het is echt de moeite waard.’

Devon keek hem na terwijl hij wegliep. Hij zag er gesoigneerd, knap en perfect verzorgd uit. ‘Adder,’ mompelde ze terwijl ze de hordeur opentrok. Allemachtig, Marrok leek omringd te zijn door mensen die hem wilden doden: Danner lag op de loer, Lincoln wachtte zijn kans af en zelfs Bridget Reardon probeerde hem te manipuleren.

Ze keek over haar schouder naar het vredige tafereel dat in de gouden schemering baadde. Een bewapend kamp, had Lincoln het genoemd. Ze zag er geen tekenen van. Maar die eerste avond dat Marrok haar hier had gebracht, waren er wel degelijk twee bewakers geweest.

En Marrok zou de honden hier nooit naartoe halen als hij niet zeker wist dat ze hier veilig waren.

Maar hoe lang zou dat zo blijven? Danner kon het niets schelen of de honden in leven waren of dood. Dat had hij in Santa Marina wel bewezen. Hadden ze het recht de honden als lokmiddel te gebruiken? En als ze besloot dat Marrok fout zat, hoe zou ze hem dan stoppen?

Ze moest erover nadenken.

Twee uur later was Marrok terug op de ranch. De hond die samen met Ned uit zijn auto sprong, was een slungelig, bruin beest dat noch de gratie van een Weimaraner noch het gespierde lichaam van een boxer had. Hij had enorme poten, grote oren en knalblauwe ogen, die Devon pas opmerkte toen de hond vlak voor haar was. Met zijn grote tong likte hij verrukt haar gezicht af.

‘Nika, af.’ Marrok trok de hond aan zijn halsband weg. ‘Sorry. We hebben Nika nooit manieren kunnen leren. Als ze opgewonden is, vergeet ze alles.’

Nika’s staart sloeg hard op de houten veranda terwijl ze vol bewondering naar Devon opkeek.

‘Wat een fantastisch beest. Is ze altijd zo aanhankelijk?’

‘Ja. Een waardeloze waakhond. Fantastische vriend en metgezel. Zij is de allerbeste tijdens de ziekenhuisbezoekjes. Maar alleen als Rod kan voorkomen dat ze bij de kinderen in bed kruipt.’

‘Lelijke bastaard. Leert ook niets.’ Een potige, kale man stapte uit de auto. Zijn gezicht was vrijwel rimpelloos, en zijn robuuste bouw, heldere blauwe ogen en veerkrachtige tred waren in tegenspraak met de ouderdom die door zijn kale hoofd tot uitdrukking werd gebracht. ‘Kom, Nika. Laat de dame met rust.’

Nika negeerde hem en drukte haar kop tegen Devons hand. ‘Ik vind het niet erg,’ zei Devon. ‘En ze is niet lelijk. Ze heeft karakter.’

‘Rod Zedwick, dokter Devon Brady,’ zei Marrok. ‘En laat je door Rod niet voor de gek houden. Hij is stapelgek op die “lelijke bastaard”.’

‘Tot mijn eeuwige spijt. Anders zou ik wel een echte baan zoeken.’ Zedwick glimlachte. ‘Leuk u te ontmoeten, dokter Brady. Marrok zei dat u veel hebt doorstaan voor zijn zomerhonden. Ik hoop dat het allemaal snel voorbij is.’ Hij keek naar Marrok. ‘Het gastenverblijf?’

Marrok knikte. ‘Daar zijn de andere honden.’

Rod zuchtte. ‘Nika wordt gek als ze ze ziet. Ze is het puppystadium nooit ontgroeid.’

‘Sommige honden blijven altijd pup,’ zei Devon.

Hij huiverde. ‘Zeg dat nou niet.’ Hij was naast Nika gaan staan en legde zijn hand op haar kop. Ze keek meteen op en begon zijn hand te likken. ‘Schei uit,’ zei hij nors. Maar zijn aanraking was liefdevol terwijl hij over de grote oren van de hond wreef. ‘Kom, we moeten ons installeren.’ Hij stak zijn hand op en zei tegen Marrok: ‘Later.’

Nika verroerde zich niet.

‘O, kom op nou.’ Rod stak zijn hand in zijn zak. ‘Ik sta er slecht op als ik je moet omkopen.’ Hij gaf haar een koekje en liep de trap af. ‘Niet meer, pas als we bij het gastenverblijf zijn.’

Nika rende achter hem aan en struikelde op de trap bijna over haar grote poten. Ze rende rondjes om hem heen, en toen ze daar genoeg van had, schoot ze over het pad weg.

‘Een dondersteen,’ zei Devon geamuseerd. ‘En ze heeft hem om haar poot gewonden. Waar heb je hem gevonden?’

‘Hij zat met mij bij de SEALs. Hij zocht een baan, en ik had een oppasser voor Nika nodig. Het werkt prima.’

‘Dat zie ik.’ De stoerheid van de man was net zo duidelijk als zijn liefde voor Nika. ‘Een goede keuze. Een verstandige keuze.’ Ze wierp hem een blik toe. ‘Een verantwoordelijke keuze.’

‘Dat woord weer. Je doet me steeds meer aan Paco denken.’ Marrok draaide zich om en hield de hordeur voor haar open. ‘Past die Janet van jou zich een beetje aan?’

Ze knikte. ‘Vanaf het moment dat Bridget haar de opdracht gaf voor de honden en voor mij te zorgen. Ik weet niet of je andere personeel zich aan haar zal aanpassen.’

‘Het is maar voor even. Ze heeft te weinig tijd om problemen te veroorzaken.’

‘Voor even?’ Ze keek hem aan. ‘Hoe bedoel je?’

Hij negeerde haar vraag. ‘Is Lincoln er nog?’

‘Ja, hij heeft een lange wandeling gemaakt en is ongeveer een uur geleden teruggekomen.’ Ze pauzeerde. ‘Hij zei dat je hem voortdurend door bewakers in de gaten laat houden.’

‘Ik zou dom zijn als ik dat niet deed.’

‘Hij zei dat je precies wist wat hij ging doen als hij een van zijn kleine tripjes maakte. Klopt dat?’

‘Ja, maar het zijn geen kleine tripjes. Las Vegas ligt niet naast de deur. Hij is daar een mannenkledingwinkel binnengegaan. Hij is er naar de kapper geweest en heeft een bezoekje aan een manicure gebracht. Verder heeft hij drie telefoontjes gepleegd. Twee ervan heb ik naar Londen kunnen herleiden. Het derde nummer is via drie verschillende zendmasten geleid; daar ben ik nog mee bezig.’

‘Mijn hemel, het klinkt alsof je je eigen hightech spionnennetwerk leidt.’

Hij glimlachte. ‘De meeste apparatuur is gewoon via internet te koop. Maar ik heb ook een expert in dienst: Larry Farland. Hij heeft tien jaar bij de National Security Agency gewerkt. Ik wist dat ik mogelijk iemand met zijn achtergrond nodig zou hebben. Hij is behoorlijk goed, maar heeft geen satellietverbinding. Dat is een belemmering.’

‘Waarom stuur je Lincoln niet gewoon weg?’

‘Ik heb hem misschien nog nodig. De financiële hulp van MI6 in elk geval. Zolang ik hem zelf in de gaten kan houden, ben ik veilig voor zijn intriges.’

Devon was daar niet zo zeker van. ‘Hij weet waarom je de honden hierheen haalt.’

‘Natuurlijk weet hij dat,’ zei Marrok. ‘En het water loopt hem nu al in de mond en hij hoopt een manier te vinden om ze van me af te pakken. Het komt hem prima uit.’

Net zoals het doden van Marrok Lincoln prima uit zou komen, dacht Devon. Ze had niet meer aan Lincolns woorden willen denken, maar ineens waren ze er, en ze joegen haar de stuipen op het lijf.

‘Je bent gevaarlijk bezig,’ zei Devon. ‘Het kan allemaal faliekant misgaan. Wat gebeurt er dan met de honden en shi’i’go?’ Ze bevochtigde haar lippen. ‘Wat gebeurt er dan met jou?’

Hij gniffelde. ‘Grappig dat je eerst de honden noemt. Het is duidelijk waar je prioriteiten liggen.’

Omdat ze er niet bij wilde stilstaan dat er iets met Marrok zou kunnen gebeuren. ‘Waarom niet?’ Ze had moeite om haar stem vast te houden. ‘Dat is ook jouw topprioriteit: de honden beschermen en wraak nemen voor Paco. Zo is het toch?’

‘Ja, zo is het.’ Hij nam haar op. ‘Je bent overstuur.’

‘Vind je ’t gek, verdomme ? Ik ben niet zoals jij. Ik kan niet jaren achtereen spelletjes spelen, mensen vermoorden en toekijken terwijl mensen die ik liefheb sterven. Het is niet –’ Ze draaide zich om. ‘Laat ook maar.’

Zijn hand lag ineens op haar arm, en hij draaide haar om zodat ze hem wel moest aankijken. ‘Nee, niet laat maar, dat kan ik niet,’ zei hij alleen. ‘Het doet pijn.’

Haar ook. Te dichtbij. Lieve hemel, ze werden veel te close. ‘Zet je eroverheen.’ Ze rukte zich los en rende bijna naar haar slaapkamerdeur. ‘Welterusten, Marrok.’

‘Het wordt niet beter als je je verstopt, Devon,’ zei hij kalm.

Ze antwoordde niet en sloot de deur achter zich. Nee, het werd niet beter. Binnen in haar rees nog steeds paniek. Wat kon ze doen? Rustig blijven. Deze panische angst hoefde er niet op te duiden dat ze bepaalde gevoelens voor Marrok had. Ze was een meelevende persoon en zou vrezen voor het leven van iedereen die ze kende. Voeg daarbij het feit dat ze met hem de allerbeste sekservaring van haar leven had gehad, en het was niet verwonderlijk dat ze –

O, schei uit. Smoesjes. Ze verstopte zich mentaal en fysiek, precies zoals Marrok zei. Ze had altijd geprobeerd eerlijk tegen zichzelf te zijn, zoals ze dat ook tegen anderen was, en ze kon nu niet stoppen.

Te dichtbij. Hoe dichtbij was Marrok? Onder alle leugens en achter alle veiligheidsbarrières school maar één ding: angst. En die angst had deze paniek aangewakkerd.

Maar wat nog meer?

Ze liet zich in de gemakkelijke stoel naast het bed zakken en staarde voor zich uit. Laat het komen. Geen verstoppertje meer.

Wat nog meer?

Marroks deur.

Devon haalde even diep adem.

Ze aarzelde en deed de deur toen open.

Het bedlampje was aan en Marrok zat rechtop in bed, een laken achteloos over zijn naakte lichaam geslagen. ‘Nog een halfuur en ik was naar jou toe gegaan.’ Hij tuitte zijn lippen. ‘Lincoln zou verbaasd zijn over mijn zelfbeheersing, denk je niet? Zoiets verwacht je niet van een primitieveling.’

‘Ik wil het niet over Lincoln hebben.’ Devon sloot de deur en liep naar het bed. Elk keer dat ze dacht aan het gevaar dat Chad Lincoln vertegenwoordigde, voelde ze paniek. ‘En je zou je niets moeten aantrekken van de mening van iemand die anderen veroordeelt op grond van ras of geloof.’

‘Dat doe ik ook niet.’

‘Nonsens. Je hebt nog steeds last van complexen uit je kindertijd. Daar moest ik net ineens aan denken.’ Ze ging op het bed zitten. ‘Maar iedereen heeft dat. Bij jou uit het zich alleen met meer geweld.’

‘Dat is waar.’ Hij reikte naar haar. ‘Misschien wel een stuk meer –’

‘Raak me niet aan.’

Zijn hand bleef halverwege hangen en viel toen op het laken. ‘Ik vind dat dit helemaal niet de goede kant op gaat.’

‘Nee, dat kan ik me voorstellen van een wellustige klootzak als jij.’

Hij verstijfde.

‘O, ik geniet ervan.’ Ze keek hem nog steeds niet aan. ‘Op het gebied van seks ben je een topper. Ik kan niet wachten om het nog een keer te doen.’

‘Het gesprek begint veelbelovender te worden.’

‘Maar het is wel zo eerlijk tegenover jou en mijzelf om een aantal dingen op te helderen.’ Ze bevochtigde haar lippen. ‘Ik voel... iets voor je, Marrok. Er is sprake van... genegenheid. Ik weet niet hoeveel, misschien wel... een heleboel. En ik respecteer je en heb bewondering voor alles wat je hebt gedaan en alles wat je bent. Je bent een betere man dan je denkt. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat er... nog iets is. Iets wat me bang maakt.’

‘Ben je klaar?’ vroeg hij hees.

‘Nee, ik wil dat je weet dat dit allemaal geen verschil maakt. Het hoeft geen uitwerking op je te hebben, maar ik kan niet doen alsof het er niet is. Ik moet eerlijk zijn.’

‘Dat heb ik gemerkt. Mag ik je nu aanraken?’

‘Alsjeblieft.’ Ze legde haar hoofd op zijn borst. ‘Doe het licht uit.’

‘Waarom? Je hebt me nog nauwelijks aangekeken.’ Maar toch knipte hij het licht uit. ‘En daar ben ik wel blij om. Ik ben niet zo eerlijk als jij. Ik moet... dingen voor mezelf houden.’ Hij trok haar onder het laken. ‘Anders trek ik het niet.’

‘Stil.’ Ze trok haar nachthemd over haar hoofd en gooide het opzij. ‘Je hoeft niets te zeggen. Ik ben hier om een andere reden.’

‘Omdat ik een topper ben?’

‘Ja.’ Ze nestelde zich dichter tegen hem aan. ‘En omdat ik dicht bij je wil zijn. Kunnen we elkaar gewoon een poosje vasthouden?’

‘De hele nacht, als je wilt.’

‘Je stem klinkt... raar.’

‘Dat verbeeld je je maar.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ik ben een Apache. In de taal van de Apaches wordt emotie alleen door woorden uitgedrukt, niet door intonatie.’

‘Interessant. Volgens mij heb je dan meer van je Spaanse moeder dan van de Apaches.’ Zijn hart klopte luid en snel onder haar oor. ‘Maar ik wil niet dat je me de hele nacht zo vasthoudt. Een poosje maar...’