Hoofdstuk 61

 

 

 

Deze keer dacht Maggie eraan van de I-95 af te gaan voor ze de tolpoort bereikte. Ze kwam op de Jefferson Davis Highway terecht, en toen ze de James River overstak, besefte ze dat ze waarschijnlijk een stukje terug zou moeten rijden om bij haar moeders appartement te komen.

Twee keer in twee dagen ernaartoe; ze zou het zo onderhand toch zonder problemen moeten kunnen vinden. Bovendien had ze in deze buurt haar tienerjaren doorgebracht tot ze voorgoed was vertrokken, naar de University of Virginia in Charlottesville. Maar ze had zich in deze stad nooit echt thuis gevoeld. Op dat punt in haar leven zou ze zich op geen enkele plek op aarde thuis hebben gevoeld – dat wilde zeggen: op geen enkele plek zonder haar vader.

Maggie had nooit begrepen waarom haar moeder er na zijn dood op had gestaan van Green Bay naar Richmond te verhuizen. Waarom hadden ze niet gewoon in hun eigen huis kunnen blijven wonen, omringd door mensen die hen kenden en van hen hielden, met de herinneringen als troost? Tenzij er natuurlijk een affaire was geweest, en geroddel en geruchten… Nee, dat kon niet waar zijn. Die gedachte wilde ze niet toelaten. Alleen… waarom waren ze dan verhuisd? Had haar moeder haar dat ooit uitgelegd? Kathleen had hen midden in een onbekende plaats neergepoot, een stad waar Maggie nog nooit was geweest en waarvan ze nog nooit had gehoord. En haar moeders enige verklaring was geweest… Wat had ze ook alweer gezegd? Iets over een nieuwe start, een nieuw begin. Ja, dat was het: een nieuwe start na elke mislukte zelfmoordpoging. Zo veel pogingen, dat Maggie was opgehouden ze te tellen.

En nu was ze weer bezig haar moeder te redden.

Nadat ze om een grote witte vrachtwagen heen was gereden die vijf eersteklas parkeerplaatsen in beslag nam, hield ze stil voor het complex waar haar moeder woonde. Een paar mannen waren bezig de wagen vol te laden met meubels, terwijl een kleine man met grijs haar de gewoonlijk afgesloten deur van het flatgebouw openzette. Weg veiligheid.

Pas toen Maggie over het trottoir kwam aanlopen en de vrachtwagen passeerde, herkende ze het gebloemde bankje dat in de auto werd geschoven. Onmiddellijk keek ze omhoog naar haar moeders appartement op de eerste verdieping. Alle gordijnen bleken te zijn weggehaald. Meteen werd ze overvallen door paniek.

‘Neem me niet kwalijk.’ Ze sprak de kleine grijze man aan, die de leiding over de verhuizing scheen te hebben. ‘Ik herken een paar van die spullen. Wat is hier aan de hand?’

‘Mrs. O’Dell verkoopt haar boeltje.’

‘U bedoelt dat ze verhuist?’

‘Tja, ze zal heus wel verhuizen, maar ik bedoelde dat ze alles verkoopt.’

De verwarring moest van haar gezicht te lezen zijn, want hij legde uit: ‘Ik ben Frank Bartle van Al & Frank’s Antiques and Secondhand Treasures.’ Hij zocht in zijn jaszak en overhandigde haar een visitekaartje. ‘We zitten aan Kirby. Als u er iets bij ziet wat u bevalt: we hebben het volgende week klaar voor de verkoop.’

‘Maar ik snap niet waarom ze alles verkoopt. Ik denk dat ik maar beter naar boven kan gaan om het haar zelf te vragen en u niet langer moet lastigvallen.’

‘Dat zal niet gaan, ben ik bang.’

‘Ik beloof u dat ik uw mannen niet voor de voeten zal lopen.’ Ze glimlachte en wilde door de deur naar binnen lopen.

‘Nee, ik bedoelde dat ze er niet is.’

Het klamme zweet brak haar uit. ‘Waar is ze dan?’

‘Dat weet ik niet. Ik zou wat antieke spullen van haar kopen; een paar snuisterijen, beeldjes en dat soort dingen. Maar vanochtend vroeg belde ze om te vragen of ik alles wilde hebben.’

Maggie leunde tegen de deurpost. ‘Waar is ze naartoe?’

‘Geen idee.’

‘Maar ze moet haar nieuwe adres toch voor u hebben achtergelaten?’

‘Nee.’

‘Hoe wilt u haar dan betalen?’

‘Ik ben vanochtend bij haar geweest. Toen heb ik een bod gedaan en haar een cheque gegeven. Ze heeft me de sleutel gegeven en gezegd dat ik die maar aan de huisbazin moest geven zodra we klaar waren.’

En dit allemaal was in nog geen vierentwintig uur tijd gebeurd? Hoe was haar moeder erbij gekomen zoiets te doen? Of had ze het misschien allemaal al lang gepland en gewoon niets tegen Maggie gezegd? De vorige dag hadden er inderdaad heel wat ingepakte dozen in de flat gestaan. Maar waarom zou haar moeder dan zo’n toestand over het eten met Thanksgiving hebben gemaakt als ze toch niet van plan was geweest er te zijn? Wat was er in vredesnaam aan de hand?

‘Ik heb een kwitantie, hoor, als u me niet gelooft.’ Opnieuw wroette Frank Bartle in zijn jaszak.

‘Nee, dat zit wel goed.’ Met een handgebaar hield ze hem tegen. ‘Ik geloof u wel. Het is alleen zo vreemd. Ik ben gisteren nog bij haar geweest.’

‘Sorry, maar meer weet ik er ook niet van.’ Hij werd afgeleid door een van de verhuizers die het gebouw uit kwam. ‘Heel voorzichtig met die doos, Emile. Zet hem op een veilige plek, oké?’

Op de zijkant van de doos was met zwarte viltstift één woord gekrabbeld, zag Maggie: beeldjes. De beeldjes die van haar grootmoeder waren geweest, het enige echt waardevolle wat haar moeder bezat.

Ineens werd Maggie misselijk. Waar haar moeder ook naartoe was, ze was duidelijk niet van plan terug te komen.

Verloren Zielen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html