Hoofdstuk 32

 

 

 

FBI Academy,

Quantico, Virginia

Maandag 25 november

 

Maggie wierp een korte blik op Tully, terwijl ze zaten te kijken naar agent Bobbi LaPlatz, die een stel potloodlijntjes trok.

Het gezicht op haar schetsblok kreeg op magische wijze ineens een dunne, smalle neus.

‘Lijkt het een beetje?’ vroeg LaPlatz aan Emma Tully, die met haar handen in haar schoot naast haar zat en de tekening bestudeerde.

‘Ik geloof het wel, maar de lippen zijn niet helemaal goed.’ Emma keek naar haar vader alsof ze commentaar van hem verwachtte.

Hij knikte slechts.

‘Te dun?’ wilde LaPlatz weten.

‘Misschien is het de hele mond, en niet alleen de lippen. Het was alsof hij nooit glimlachte, je weet wel. Hij had zo’n soort, eh… frons. Maar niet omdat hij kwaad was. Meer alsof hij te stoer was om te glimlachen.’ Ze streek haar haren naar achteren en keek nogmaals naar haar vader. Toen wendde ze zich weer tot LaPlatz. ‘Begrijp je wat ik bedoel?’

‘Ik denk het wel. Eens even proberen.’ Met korte, vlugge bewegingen ging LaPlatz weer aan de slag. Een lijntje hier, een lijntje daar; ze veranderde het hele gezicht met haar doodgewone HB-potlood – een toverstaf met tandafdrukken erin.

Tully had die zorgelijke groef weer in zijn voorhoofd, zag Maggie. Die was haar al opgevallen voor hij erover was gaan wrijven. Alsof hij hem op die manier kon laten verdwijnen.

Toen hij, eerder op de ochtend, bij haar op haar kamer langs was gekomen, had hij meer dan bezorgd geleken. ‘Gedesoriënteerd’ kwam nog het dichtst in de buurt.

Zijn dochter, Emma, was nooit eerder in Quantico geweest. Helaas kreeg ze deze ochtend geen leuke rondleiding om te zien waar haar vader werkte. Zij scheen echter prima tegen de situatie opgewassen; het was Tully die nog steeds onrustig heen en weer zat te schuiven. Hij bleef maar met zijn voet tikken. En wanneer hij niet bezig was die groef van zijn voorhoofd te wrijven, schoof hij zijn bril weer omhoog.

Sinds agent LaPlatz was gaan zitten, had hij nog geen woord gezegd. Af en toe dwaalde zijn blik van het gezicht dat op het papier verscheen naar dat van Emma. Op dit moment vonden zijn vingers in zijn borstzak een stukje papier, dat hij begon op te vouwen zonder ernaar te kijken. Alsof zijn handen een eigen leven leidden.

Maggie besefte heel goed waarom haar anders zo ontspannen partner eruitzag of hij een cafeïne-injectie had gehad. Dat kwam niet alleen doordat Emma Ginny Brier had gekend, maar ook doordat ook zij op de bijeenkomst was geweest die Ginny, naar ze aannamen, had bijgewoond. Een of andere bijeenkomst die zaterdagavond bij het monument was gehouden. Zou Tully zich afvragen hoe weinig het had gescheeld of Emma was het doelwit van de moordenaar geworden?

‘Hoe is het zo?’ vroeg LaPlatz.

‘Dat komt in de buurt. Kan ik het misschien in kleur zien?’ Weer keek Emma verwachtingsvol naar Tully.

‘Natuurlijk.’ LaPlatz kwam overeind. ‘Eerst dit even scannen. Ik begin altijd het liefst op de ouderwetse manier, maar als je denkt dat we in de buurt komen, kunnen we de computer eens laten spelen met wat we hebben.’ Ze liep naar de deur met Emma naast zich, maar juist toen Tully opstond om hen te volgen, keek ze om. ‘Als jullie beiden hier eens wachtten,’ zei ze achteloos. Haar blik ging van Tully naar Maggie.

Zacht legde Maggie haar hand op Tully’s arm.

Hij keek ernaar als een slaapwandelaar die opeens ontwaakt. ‘Wij wachten hier wel,’ zei hij toen. Pas toen de deur dicht was gevallen, ging hij weer zitten.

Maggie ging voor hem staan. Tegen de tafel leunend, nam ze hem op.

Als hij het al merkte, scheen het hem niet te kunnen schelen. In gedachten was hij heel ergens anders. Als het niet in de andere kamer bij Emma was, dan was het wel terug op die afschuwelijke plaats delict.

‘Ze doet het uitstekend.’

‘Wat?’ Kennelijk drong nu pas tot hem door dat zij er ook nog was.

‘Het is best mogelijk dat Emma ons de enige aanwijzing geeft die we over de identiteit van de moordenaar zullen krijgen.’

‘Ja, dat weet ik.’ Hij wreef over zijn kaak en schoof voor de tiende keer zijn bril omhoog.

‘Gaat het?’

‘Met mij?’ vroeg hij verwonderd.

‘Ik weet dat je je zorgen om haar maakt, Tully, maar ze redt het prima, zo te zien.’

Hij zette zijn bril af om in zijn ogen te kunnen wrijven. ‘Ik maak me gewoon zorgen om haar.’

De bril ging weer terug, Tully’s handen vonden het pamflet weer en begonnen het nu anders op te vouwen, waardoor er nog meer plooien in de foto van het mannengezicht kwamen. ‘Soms heb ik het gevoel dat ik geen flauw benul heb hoe ik dat opvoeden moet aanpakken,’ verzuchtte hij.

‘Emma is een dappere, slimme meid die vandaag hiernaartoe is gekomen om te helpen bij een moordonderzoek. En dat doet ze uitstekend. Ze blijft kalm en doet erg haar best. Van wat ik zie, denk ik dat je het er verdraaid goed van afbrengt.’

Hij keek naar haar op en slaagde erin een waterig glimlachje te voorschijn te toveren. ‘Echt? Dus je vindt niet dat het er van alle kanten vanaf straalt dat ik er een puinhoop van maak?’

‘Als je dat doet, blijft het onder ons, oké? Dat was jij toch, die me ooit vertelde dat er dingen zijn, geheimen, die tussen partners moeten blijven?’

Eindelijk verscheen er een echte glimlach. ‘Heb ík dat gezegd? Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit het bewaren van geheimen of het achterhouden van informatie zou aanmoedigen.’

‘Misschien heb ik een slechte invloed op je.’ Ze keek op haar horloge. ‘Ik moet Gwen gaan redden van Beveiliging. Ik zie je straks in de vergaderzaal.’

‘Maggie?’

‘Ja?’

‘Bedankt.’

Bij de deur bleef ze staan en keek even naar hem om, net lang genoeg om zijn ogen te kunnen zien. Tot haar opluchting was de verbijstering uit zijn blik verdwenen. ‘Graag gedaan, partner.’

Verloren Zielen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html