14

 

Toen Jimmy Perez de volgende ochtend wakker werd, hing er nog steeds een dikke mist. Hij woonde in Lerwick, dicht bij de haven. Zijn huis lag aan zee. Onder aan de buitenmuren zat groene aanslag, door het water dat er bij vloed tegenaan kwam. Vanwege de mist werd het licht niet door het water weerspiegeld en leek het wel winter. Hij dacht meteen aan Fran en daarna pas aan het onderzoek.

Gisteravond had hij nog bij Fran langs willen gaan, maar tegen de tijd dat hij klaar was met zijn werk, was het al behoorlijk laat. Hij had haar opgebeld om het uit te leggen, en had zich, maar dat besefte hij nu pas, overmatig verontschuldigd, omdat hij te veel had verondersteld. Misschien was ze er helemaal niet van uitgegaan dat hij langs zou komen. Ze kwam uit het zuiden, was een vrouw van de wereld. In het zuiden gingen mensen anders met elkaar om dan hier. Hij keek op de wekker naast zijn bed. Zeven uur. Ze zou nu wel wakker zijn. Haar dochter stond altijd vroeg op. Fran had erom gelachen en gesproken over die goeie ouwe tijd, toen ze nog geen kind had en op zondag lekker lang kon uitslapen, uitgebreid de zondagskrant kon lezen, met koffie en croissantjes op bed en kruimels tussen de lakens. Hij had heel andere jeugdherinneringen gehad. Op Fair Isle hadden zijn ouders altijd wel een klusje voor hem. Het leek hem heerlijk om een keer samen met Fran uit te slapen, als Cassie bij haar vader was. Dan zou hij haar ontbijt op bed brengen.

Hij zette water op voor koffie en ging zich douchen. Toen hij weer in de keuken kwam, die zo krap was als een kombuis, zette hij de radio aan op de plaatselijke zender. Eerst een muziekje, daarna een kort nieuwsbulletin, waarin melding werd gemaakt van de dood van de vreemdeling.

‘In Biddista is gisteren het ontzielde lichaam van een toerist aangetroffen. De man is onder verdachte omstandigheden om het leven gekomen. De politie heeft het slachtoffer nog niet kunnen identificeren.’ Vervolgens werd er een beschrijving van de man gegeven. Wie informatie over de identiteit van het slachtoffer kon verschaffen, werd verzocht contact met de politie op te nemen.

Als het om iemand van hier ging, zou het bericht op een heel andere toon zijn voorgelezen, dacht Perez. Het feit dat de man als een toerist werd omschreven, nam alle paniek bij voorbaat al weg. Het was net alsof de nieuwslezer het over een ongeluk had dat elders had plaatsgevonden. De dood van een toerist leek niet meer dan een spannend nieuwtje.

Terwijl hij koffiezette en twee boterhammen in de broodrooster deed, luisterde hij naar het weerbericht. De mist zou rond het middaguur optrekken. Misschien konden Taylor en zijn team uit Inverness vandaag toch nog het vliegtuig nemen. Dat zou Taylor niet erg vinden. Dertien uur op de veerboot zou een hel voor hem zijn. Hij zou zich net een tijger voelen die in een kooi werd gestopt om vervoerd te worden. Perez zag het al voor zich: Taylor die gespannen in zijn donkere hut lag en de slaap maar niet kon vatten. Tijdens hun samenwerking bij een vorig onderzoek had hij al snel gemerkt dat Taylor een ontzettend rusteloze man was.

Toen hij zijn huis verliet, zag hij dat het cruiseschip nog steeds in de haven lag. Meestal bleven de grote schepen maar heel kort in Lerwick liggen. De passagiers gingen aan wal, liepen naar het toeristenbureau, bezochten het boekwinkeltje van The Shetland Times en wat cadeauwinkeltjes en keerden daarna terug naar het luxueuze schip. Soms zag hij in Commercial Street groepjes toeristen lopen, meestal Amerikanen. Ze bekeken de etalages en loerden naar de voorbijgangers op straat. Hij voelde zich dan net een aap in de dierentuin.

Op het politiebureau belde hij de havenmeester. Wanneer zou de Island Belle weer het anker lichten? Kon Patrick een bezoekje voor hem regelen voordat het schip vertrok?

‘Dan zul je haast moeten maken. Het schip vaart vanmiddag bij vloed uit.’

‘Dan kom ik meteen,’ zei Perez. ‘Maak je een afspraak voor me?’

Hij reed naar Morrison’s Dock, zette zijn auto bij het water neer en werd even afgeleid toen hij een zeehond zag die net met zijn kopje boven het water uitkwam. Als jongen had Perez wel met het geweer van zijn vader op zeehonden geschoten, totdat zijn moeder erachter was gekomen.

‘Wat hebben die arme dieren jou misdaan?’

‘William zegt dat ze vis eten en dat de vissers daardoor zo weinig vangen.’ William, die een paar jaar ouder was, vormde in die tijd de bron van alle wijsheid.

‘Wat een onzin. Er wordt weinig gevangen, omdat we de Noordzee al jaren hebben leeggevist.’ Zijn moeder, die al vanaf haar schooltijd lid van Greenpeace was, had bepaalde opvattingen over het milieu die zijn vader maar gevaarlijk en extreem vond.

Eerlijk gezegd was Jimmy blij geweest dat hij nu een smoes had om niet meer op zeehonden te hoeven schieten. Hij vond het altijd een afschuwelijk gezicht wanneer het bloed zich over het wateroppervlak verspreidde als hij raak had geschoten. Soms schoot hij opzettelijk mis, maar dan liep hij de kans door William belachelijk gemaakt te worden, wat ook geen pretje was.

Patrick had blijkbaar al contact met het cruiseschip opgenomen, want zo te zien werd hij al verwacht. Hij mocht meteen doorlopen naar het kantoor van de purser. Na de Good Shepherd, de postboot die tussen Grutness en Fair Isle voer, hadden de veerboten van NorthLink een enorme indruk op hem gemaakt. Maar dit gevaarte was werkelijk overdonderend groot, een varende witte wolkenkrabber, veel hoger dan enig gebouw in Lerwick. De purser was afkomstig uit de Schotse laaglanden. Lerwick was waarschijnlijk niet zijn meest geliefde aanleghaven.

‘U hebt vast wel gehoord dat er gisteren in Biddista een toerist is vermoord,’ zei Perez.

‘Nee.’ Oftewel: wat kan mij dat schelen?

‘Zijn er passagiers van u die zo ver naar het westen zijn gegaan?’

‘Hoor eens, inspecteur, meestal blijven we niet zo lang in Lerwick liggen, want dat is zonde van de tijd. De passagiers verwachten een pittoresk eiland aan te treffen, maar echt mooi kun je het hier niet noemen. Dat zult u toch met me eens zijn? Al die grijze huisjes. We bieden een excursie aan naar de vogels en de zilversmederijen, en vervolgens haalt iedereen opgelucht adem en mogen we snel door naar Orkney. St. Magnus Cathedral: kijk, dat is iets wat je wel op de foto wilt zetten. En Highland Park, de distilleerderij.’ De gedachte aan maltwhisky leek hem onmiddellijk in een betere stemming te brengen.

Perez merkte dat hij het voor Shetland op wilde nemen, door te zeggen dat het eiland een heel eigen schoonheid bezat, dat sommige toeristen dol waren op de lage horizon, de overweldigende luchten en de hoge, ruige heuvels, maar hij voelde al aan dat de purser daar niets van wilde weten. ‘Waarom ligt u hier nog steeds aan de kade?’

‘We hadden technische problemen met een van de motoren. Goddank is het euvel inmiddels verholpen en kunnen we weer verder.’

‘Wordt er niemand van de passagiers vermist?’

‘Niet dat ik weet. Zijn er dan aanwijzingen dat die vermoorde man van ons schip afkomstig is?’

‘We hebben hem nog niet kunnen identificeren.’

De purser leek opgelucht. Hij kwam overeind.

‘Kan iedereen zo van boord?’ zei Perez. ‘Sluit u het schip niet af?’

‘Natuurlijk niet. Maar de meesten van onze passagiers zijn al wat ouder. Als ze van boord gaan, willen ze liever met een georganiseerde excursie mee.’ Hij ging weer zitten. ‘Hoor eens, wie het avontuur zoekt, gaat niet met een stelletje seniele bejaarden op een cruise.’

‘Waar bent u eergisteren met de passagiers naartoe geweest?’

‘Ze hadden de ochtend vrij, zodat ze even de stad in konden, en ’s middags zijn ze met de bus naar het natuurreservaat bij Sumburgh Head geweest om naar de papegaaiduikers te kijken. Daarna hebben ze in Scalloway thee gedronken.’

‘Het verbaast me dat de expositie in het Herring House niet in het programma werd opgenomen. Bella Sinclair is erg bekend. Ik denk dat er onder de passagiers vast wel mensen zijn die de kunstenares graag eens zouden hebben ontmoet.’

‘Er is wel vraag naar geweest. Toen we hier een nachtje langer moesten blijven, heb ik overwogen vervoer te regelen, maar toen bleek ineens dat die expositie niet doorging, hè?’ Hij wekte de indruk blij te zijn dat hij niet al te veel moeite had gedaan om iets te organiseren.

‘Van wie had u gehoord dat de expositie was afgelast?’

‘Van niemand. In elk geval niet van de mensen die de tentoonstelling hadden georganiseerd. Maar op de kade stond een vent briefjes uit te delen toen de passagiers de stad in gingen.’

‘Hebt u die man gezien?’ wilde Perez weten.

‘Nee, ik had toen vrij.’

‘Zou ik met iemand mogen praten die toen wel dienst had?’

Met een zucht keek de purser op zijn horloge.

Perez bleef rustig zitten en zweeg.

De man kwam overeind en wenkte Perez hem te volgen. Een ouder echtpaar stond bij de reling op het bovenste dek te genieten van het uitzicht over de stad. De mist trok al iets op, zodat er inmiddels weer wat te zien was. De man en de vrouw waren mager en gebruind en stonden hand in hand.

‘Die zijn op huwelijksreis,’ zei de purser, toen ze naar het stel toe liepen. ‘Je zou denken dat je op hun leeftijd wel meer verstand zou hebben.’ Dichterbij gekomen sloeg hij een andere toon aan. ‘Mag ik u voorstellen aan dokter Halliday en zijn vrouw, inspecteur? Ik denk dat zij u wel verder kunnen helpen.’ Hij glimlachte, wat Perez hem niet eerder had zien doen.

Perez vond de plotselinge verandering van houding en lichaamstaal stuitend. Zo gedroeg de man zich dus als hij in functie was. Hij speelde een rol.

De Hallidays kwamen uit Phoenix, Arizona. Ze verzamelden hedendaagse kunst en bezaten zelfs een klein werk van Bella Sinclair. ‘We vonden het zo jammer dat de tentoonstelling werd afgeblazen, inspecteur. George had al een taxi geregeld om ons te brengen en weer op te halen.’

‘Kunt u de man beschrijven van wie u dat briefje hebt gekregen?’

De pasgetrouwden keken elkaar aan.

‘Het zou ons enorm op weg helpen.’ Hij vroeg zich af waarom ze aarzelden.

‘Dat is een beetje lastig,’ zei de man, ‘vanwege de manier waarop hij was uitgedost. Dat is eigenlijk het enige wat me is opgevallen.’

‘De manier waarop hij was uitgedost?’

‘Ja. Hij had zich als clown verkleed. Niet met zo’n rode neus en felgekleurde kleren, maar in zwart en wit. Heel stijlvol. Alsof hij zo uit de commedia dell’arte kwam.’

‘Droeg hij een masker?’

‘Jazeker, een masker. Dat weet ik heel zeker, omdat mijn kinderen dat altijd erg eng vonden.’

Tegen de tijd dat Perez bij het politiebureau aankwam, scheen de zon volop. Taylor had gebeld om te zeggen dat ze al op het vliegveld van Dyce stonden en het eerstvolgende vliegtuig wilden pakken. ‘Dan zie ik je later wel en kun je me meteen naar de plaats delict brengen.’ Het was geen vraag.

Perez zat achter zijn bureau en keek op zijn horloge. Over een halfuur moest hij naar Sumburgh. Hij liep naar de recherchekamer. Sandy was aan het bellen en keek niet op. Het was duidelijk dat hij verwikkeld was in een privégesprek met een van zijn vrienden in Whalsay. Ze spraken af te gaan stappen en roddelden over een of andere vrouw. Sandy begon te stamelen en hing op.

‘Te weinig om handen, Sandy? Dat komt goed uit, want ik heb een mooi klusje voor je. Eergisteren heeft een vent die als clown verkleed was, bij Morrison’s Dock briefjes staan uitdelen aan de passagiers die van het cruiseschip afkwamen. Verschillende mensen moeten hem daar gezien hebben. Ga jij eens praten met mensen die daar aan het werk waren. Vraag of ze met die man gesproken hebben. Zoek uit wie het was en waar hij logeerde.’

‘Denkt u dat hij ons slachtoffer is?’

‘Twee vreemde types die zich op dezelfde dag op hetzelfde eiland als clown verkleden? Dat kan toch geen toeval zijn?’

Sandy keek hem schaapachtig aan en begon te grinniken. ‘Er heeft iemand voor u gebeld,’ zei hij. ‘Kenny Thomson.’

‘Wat moest hij?’

‘Geen idee. Mij wilde hij niets vertellen. Het was niet dringend. Hij zei althans dat er geen haast bij was.’

Perez vertrok zonder Kenny terug te bellen, zodat hij ruim de tijd had voor zijn ritje naar het zuiden. Hij zou Kenny wel met zijn mobieltje bellen als hij op het vliegveld moest wachten. Op weg naar Sumburgh kwam hij langs Frans huis. Hij zag haar silhouet in het raam van een van de slaapkamers die ze als atelier gebruikte. Ze was aan het werk. In gedachten zag hij haar met gefronste wenkbrauwen voor haar schildersezel staan, zonder te letten op wat er om haar heen gebeurde. Ze beweerde dat haar werk alles met concentratie te maken had. Soms werkte ze de hele dag door en stopte ze zelfs niet om te eten. Hij had grote bewondering voor de overgave die ze in haar werk aan de dag legde, maar begrijpen deed hij het niet. Hij kon zich nooit langer dan twintig minuten achter elkaar concentreren zonder zin te krijgen in koffie of een praatje met anderen.

Hij trapte het gaspedaal verder in en reed door. Het stikte in Sumburgh van de mensen die door de mist vast waren komen te zitten. Iedereen wilde met het eerstvolgende vliegtuig naar het zuiden mee, en sommigen staken hun misnoegen niet onder stoelen of banken. Perez zag een Engels gezin: een man, een vrouw, een peuter in een buggy en een baby in een draagzak. ‘Wat is dit voor een gat?’ vroeg de vrouw. Ze sprak zo hard dat het leek alsof het de bedoeling was dat iedereen haar kon verstaan. ‘Even een mistbank en gelijk zit alles vast. Als dit jouw idee van een avontuurlijke vakantie is, Charles, dan kun je de pot op. Volgend jaar gaan we gewoon weer naar Toscane.’

 

Toen Fran opkeek van haar werk, zag ze de auto van Perez langsrijden. Ze wachtte even omdat ze dacht dat hij misschien naar haar toe zou komen, maar hij reed door. Opgelucht keek ze hem na. De hele ochtend dacht ze al aan hem, maar dat wilde ze eigenlijk helemaal niet. Ze had toch al zo weinig tijd om te werken. Een schooldag vloog om en ze had nog maar een paar uur voordat ze Cassie van school moest halen. Ze richtte haar aandacht weer op haar schets. Ze wilde een groot doek maken, vol kleuren en vormen. Met haar gedachten was ze al niet meer bij Perez.

 

 

 

 

Witte nachten
titlepage.xhtml
Witte nachten-ebook_split_000.xhtml
Witte nachten-ebook_split_001.xhtml
Witte nachten-ebook_split_002.xhtml
Witte nachten-ebook_split_003.xhtml
Witte nachten-ebook_split_004.xhtml
Witte nachten-ebook_split_005.xhtml
Witte nachten-ebook_split_006.xhtml
Witte nachten-ebook_split_007.xhtml
Witte nachten-ebook_split_008.xhtml
Witte nachten-ebook_split_009.xhtml
Witte nachten-ebook_split_010.xhtml
Witte nachten-ebook_split_011.xhtml
Witte nachten-ebook_split_012.xhtml
Witte nachten-ebook_split_013.xhtml
Witte nachten-ebook_split_014.xhtml
Witte nachten-ebook_split_015.xhtml
Witte nachten-ebook_split_016.xhtml
Witte nachten-ebook_split_017.xhtml
Witte nachten-ebook_split_018.xhtml
Witte nachten-ebook_split_019.xhtml
Witte nachten-ebook_split_020.xhtml
Witte nachten-ebook_split_021.xhtml
Witte nachten-ebook_split_022.xhtml
Witte nachten-ebook_split_023.xhtml
Witte nachten-ebook_split_024.xhtml
Witte nachten-ebook_split_025.xhtml
Witte nachten-ebook_split_026.xhtml
Witte nachten-ebook_split_027.xhtml
Witte nachten-ebook_split_028.xhtml
Witte nachten-ebook_split_029.xhtml
Witte nachten-ebook_split_030.xhtml
Witte nachten-ebook_split_031.xhtml
Witte nachten-ebook_split_032.xhtml
Witte nachten-ebook_split_033.xhtml
Witte nachten-ebook_split_034.xhtml
Witte nachten-ebook_split_035.xhtml
Witte nachten-ebook_split_036.xhtml
Witte nachten-ebook_split_037.xhtml
Witte nachten-ebook_split_038.xhtml
Witte nachten-ebook_split_039.xhtml
Witte nachten-ebook_split_040.xhtml
Witte nachten-ebook_split_041.xhtml
Witte nachten-ebook_split_042.xhtml
Witte nachten-ebook_split_043.xhtml
Witte nachten-ebook_split_044.xhtml
Witte nachten-ebook_split_045.xhtml
Witte nachten-ebook_split_046.xhtml
Witte nachten-ebook_split_047.xhtml
Witte nachten-ebook_split_048.xhtml
Witte nachten-ebook_split_049.xhtml