Proloog
De passagiers stroomden van het cruiseschip af. Ze droegen dunne jasjes en zonnebrillen en hadden truien om hun schouders geslagen, omdat ze wisten dat het weer in deze noordelijke contreien onvoorspelbaar was. Vanaf Morrison’s Dock leek het schip zo groot dat het stadje erbij in het niet viel. Raampjes in rijen naast elkaar, elk met een eigen balkon, als een drijvende stad.
Het was middag in Lerwick. Het zonlicht weerkaatste zo fel van de gigantische witte boeg in het rimpelloze water, dat je automatisch je ogen half dichtkneep als je ernaar keek. Op het parkeerterrein stonden de bussen al in een lange rij te wachten om de toeristen naar de archeologische trekpleisters in het zuiden te brengen: naar de rotsen aan de kust om de papegaaiduikers te zien, en naar de zilversmederijen voor een excursie. Onderweg stond er een Shetlandse high tea op het programma.
Onder aan de loopplank stond een straatartiest. Een levend kunstwerk of een act. Een slanke man, uitgedost als een pierrot, met een clownsmasker voor. Hij had geen tekst, maar voerde een pantomime op voor de toeristen. Hij maakte een zwierige buiging, met één hand voor zijn borst, de andere in een boog naar de grond. Er werd gelachen. De toeristen wilden graag vermaakt worden. Als toerist werd je liever niet door vreemden aangeklampt, want in veel steden liepen bedelaars rond die je maar beter kon negeren, gestoorde lieden waarmee je liever niet in contact kwam. Maar nu waren ze op de Shetlandeilanden, de veiligste plek op aarde. Nu wilden ze de plaatselijke bevolking juist graag ontmoeten. Hoe kwamen ze anders aan vakantieverhalen voor thuis?
De clown had een roodfluwelen tas met fonkelende lovertjes bij zich, die hij over zijn schouder had gehangen, als een bejaarde vrouw die bang is voor tasjesdieven. Hij haalde er een stapeltje folders uit en begon ze uit te delen.
Toen kregen ze het door. Het was gewoon een reclamestunt. Misschien leek het hier toch meer op Londen, New York of Chicago dan ze hadden gedacht. Maar ze lieten hun goede humeur er niet door bederven. Per slot van rekening hadden ze vakantie. Ze namen ieder een kleurig foldertje mee. Vanavond hadden ze vrij. Misschien was er een show in Lerwick waar ze naartoe konden. Die vent hád iets, want hij had hen, ondanks zijn sinistere masker, aan het lachen gemaakt.
Toen iedereen een plekje in de bus had gevonden, zagen ze hem een straatje naar het centrum inlopen. Hij deelde nog steeds foldertjes uit.