***


De kleine Adan
Ik was vrijwel voortdurend buiten bewustzijn, maar besefte dat ik gedragen werd en toen ergens naartoe gereden. Zodra ik mijn ogen opendeed en me volledig bewust werd van wat er gebeurd was en waar ik me bevond, vroeg ik: 'Ben ik de baby kwijt?' Tenminste, ik dacht dat ik dat vroeg. Niemand scheen me gehoord te hebben. Ik zag dat ze me een ziekenhuishemd hadden aangetrokken.
Ik hoorde alles om me heen en toen ik mijn hoofd een eindje optilde, zag ik mevrouw Newell naast dokter Denardo bij de deur van de eerstehulpkamer staan. Senor Bovio liep naar hen toe en luisterde naar dokter Denardo. Hij hield zijn hoofd gebogen zolang de dokter tegen hem sprak. Ik deed mijn best mijn hoofd op te heffen om te kunnen verstaan wat ze zeiden, maar mijn oren suisden en mijn hals deed te veel pijn. Ik keek naar rechts en zag dat ik een bloedtransfusie kreeg. Een andere verpleegster was met mij bezig en een technicus sloot een echoscopieapparaat af.
Weer deed ik mijn best om mijn hoofd op te heffen. Dokter Denardo zweeg en alle drie draaiden zich naar me om. Dokter Denardo gaf een geruststellend keepje in senor Bovio's arm en kwam toen naar mij toe.
'Rustig aan, Delia. Hoe voel je je?'
'Ik weet het niet. Ik heb pijn in mijn buik en ik voel me zo zwak. Wat is er mis?'
'Ie hebt blijkbaar een abruptio placentae, zoals we dat noemen. Dat komt heel zelden voor.'
'Wat is dat?''Dat is als de placenta losraakt van de wand van de baarmoeder. In de ruimte tussen de placenta en de baarmoeder ontstaat een bloedplas die stolt. Helaas kan je baby niet van jou krijgen wat hij nodig heeft en is enigszins gestrest. Ik heb voorkomen dat je in shock raakt, maar ik ben bang voor een nierinsufficientie.'
'Wat betekent dat?' Ik was zo verzwakt door de pijn dat ik de woorden nauwelijks uit mijn mond kreeg.
'Het betekent dat ik vind dat we een keizersnede moeten doen. Je kind zal te vroeg geboren worden, maar ik denk dat hij ver genoeg ontwikkeld is om met prenatale zorg te overleven. We brengen je nu onmiddellijk naar de operatiekamer. Het komt heus in orde,' zei hij, terwijl hij mijn hand pakte, ik beloof het je.'
Ik wist niet of ik huilde of niet. Ik dacht niet dat ik zelfs daarvoor de kracht bezat. De buikpijn begon steeds erger te worden. Ik schreeuwde het uit, en hij knikte tegen mevrouw Newell en een verpleger. Ik voelde dat ik de kamer uit gereden werd. Dokter Denardo liep naast me en senor Bovio, die nog niets gezegd had, ergens achter ons.
Zo'n situatie was al moeilijk genoeg met je familie naast je, met mensen die van je houden en voor je bidden en je moed inspreken, maar ik werd in alle eenzaamheid naar het onbekende gebracht, Ik kon de geesten van mijn moeder en mijn vader en mijn grootmoeder aanroepen, maar er was niemand om mijn hand vast te houden. Mevrouw Newell liep naast de brancard als een Romeinse centurio, zonder één keer naar me te kijken, met kaarsrechte rug, naar achteren getrokken schouders en een stijve nek.
Als de poorten van de hemel leken de deuren van de operatiekamer uit zichzelf open te gaan, en ik werd naar binnen gereden. Senor Bovio werd tegengehouden, maar vlak voordat de deuren dichtgingen draaide dokter Denardo zich om en glimlachte naar hem. Snel en vlot werd ik op de operatietafel gelegd en de anesthesist kwam in actie. Vaag hoorde ik dokter Denardo tegen me zeggen dat hij me liever een algehele narcose gaf dan een ruggenprik. Ik was te bang en verward om zijn redenen te horen. Daarna hoorde of zag ik niets meer tot ik wakker werd in de verkoeverkamer.
Een vriendelijke jonge verpleegster glimlachte naar me. 'Hoe gaat het?' vroeg ze.
ik heb het koud,' zei ik, en ze legde nog een deken over me heen.
'Dat is niet abnormaal. U hebt het gauw genoeg weer warm.'
'Wat is er gebeurd?' vroeg ik toen mijn geheugen weer terug begon te komen. 'Mijn baby!'
'Het is allemaal heel goed gegaan. Uw baby is onmiddellijk naar de Nicu gebracht'
'Wat is dat?'
'Onze neonatale intensive care unit. Daar liggen de voortijdig geboren baby's.'
Ze controleerde het intraveneuze vocht.
'Wat zit er in het infuus?'
'Antibiotica, om infecties te voorkomen. We zullen zien of we u gauw kunnen laten opstaan. O,' ze keek glimlachend naar iemand die links van me stond. 'Daar is de dokter.'
'Hallo,' zei dokter Denardo en pakte mijn hand. Hij glimlachte.
'Mijn baby?'
'We houden hem zorgvuldig in de gaten, Delia. Zijn longen zijn nog niet zo ver ontwikkeld als ik graag gewild had, maar we zijn optimistisch.'
'Waarom is dit gebeurd?' vroeg ik en begon te huilen.
Hij gaf even geen antwoord. Toen keek hij naar de verpleegster, die wegliep.
'Toen je bij je vriendin op bezoek was, Delia, heb je toen een drug genomen, wat de jeugd tegenwoordig partydrugs noemt?'
'Nee, senor, nooit.'
'Je hebt niets mee teruggenomen en dat nu en dan gebruikt, misschien omdat je je zo verveelde en opgesloten voelde op het landgoed?'
'Nee, senor.'
'Tja, het gebruik van partydrugs is een van de oorzaken van de übruptio placentüe. Roken ook, en ik weet datje niet rookte.'
'Ik heb geen drugs gebruikt, dokter.'
'Goed, we zullen het daarbij laten.' Eindelijk glimlachte hij. 'Of je dat wel of niet deed, verandert nu niets aan de situatie. Je blijft vier of vijf dagen in het ziekenhuis. De baby moet hier veel langer blijven.'
'Gelooft señor Bovio zoiets over me?' vroeg ik, maar dokter Denardo gaf geen antwoord. 'Hij zal me wel haten,' zei ik.
'Hij is oké. Zenuwachtig en bezorgd, maar het gaat hem goed. Word maar snel weer sterk,' ging hij verder, ik zal je medicijnen geven tegen de pijn. Hen keizersnee valt feitelijk in de categorie van ernstige buikoperaties. Het kan weken, maanden, duren voor je weer de oude bent. Luister naar de verpleegsters hier en je eigen verpleegster als je terug bent op Bovio's landgoed.'
'Mevrouw Newell? Blijft zij bij ons?'
ik denk dat we het daar allemaal wel over eens zijn, Jullie hebben haar nu meer nodig dan ooit,' zei hij, gaf een klopje op mijn hand en liep weg.
Ik sloot mijn ogen.
Het ojo malvado had weer toegeslagen. Zou ik dat boze oog dan nooit kwijtraken?
De pijnstiller die dokter Denardo me had gegeven werkte, en ik dommelde in. Telkens als ik wakker werd, was het of ik een hele dag had geslapen, terwijl het niet meer dan tien, vijftien minuten waren. Toen de verpleegsters probeerden me te laten staan en me te laten bewegen, viel ik prompt in hun armen, en ze gaven het op. Ik besefte dat ik vierentwintig uur lang hazenslaapjes had gedaan. Weer deden ze een poging me overeind te krijgen en een paar passen te laten lopen. Deze keer lukte het, zij het met de grootste moeite, en iedereen leek er blij mee. Een paar uur later werd ik uit de verkoeverkamer gehaald. Er stonden twee bedden in mijn kamer, maar voorlopig bleef het tweede onbezet.
Natuurlijk informeerde ik elke keer als dokter Denardo me kwam bezoeken naar de gezondheid van de baby.
'Wanneer kan ik hem zien?'
'Over een dag of zo,' zei hij.
Hoewel hij nog net zo bezorgd voor me was als daarvoor, voelde ik dat zijn houding afstandelijker was.
ik denk dat ik je over twee dagen kan ontslaan,' zei hij voordat hij wegging, ik zal je antibiotica meegeven, en over een week wil ik je in mijn praktijk zien om je incisie te controleren.'
Ik wilde hem vragen of dat betekende dat hij me niet meer op de hacienda zou behandelen, maar ik onderdrukte de vraag. Ik dacht dat het zou klinken alsof ik verwend was of zelfs sarcastisch en ondankbaarvoor alles wat hij had gedaan.
Met verbaasde me dat senor Bovio nog niet langs was gekomen om te zien hoe het met me ging. Ik verwachtte zelfs mevrouw Newell, maar ze lieten zich geen van beiden zien. De volgende morgen echter kreeg ik bezoek. Ik was geschokt maar erg blij toen ik Fani Cordova mijn kamer binnen zag struinen in een heupbroek met wijde pijpen en een helgele mouwloze blouse, die haar blote middel toonde. De blouse had een ritssluiting die half openstond, zodat een diep decolleté te zien was. Ze droeg een paar hooggehakte schoenen. Met haar loshangende haar en haar zongebruinde huid zag ze eruit of ze zo uit een modeblad was weggelopen,
Ik zat rechtop in bed, met mijn benen over de rand, overwegend of ik zou eisen naar mijn baby te worden gebracht. Niemand had nog aangeboden me naar de NICU te rijden, en dokter Denardo had gezegd dat ik hem over een dag of zo kon zien. Toen ik het de verpleegster vroeg, zei ze dat ze ernaar zou informeren zodra ze de kans kreeg. Iedereen leek het veel te druk te hebben om zich erom te bekommeren.
'Zo,' zei Fani lachend. ')e hebt toch niet gejokt over je zwangerschap.'
'Weet senor Bovio dat je me komt opzoeken?'
'Hij me heeft zelf gebeld en me alles hierover verteld.'
'Heus?'
'Hoe zou ik het anders weten? Zuster Diablo zou me niet gebeld hebben. Je ziet er slecht uit,' ging ze verder. 'Mijn moeder heeft een vriendin die haar twee kinderen op alle twee de manieren ter wereld heeft gebracht, één natuurlijke geboorte, en één keizersnee. Ze beweert dat de ouderwetse manier beter is.'
'Ze heeft vast gelijk.'
'Heb je het kind gezien?'
'Nee, nog niet. Hij ligt op de NICU. Ik probeer er naartoe te gaan, maar iedereen heeft het te druk. Ik kan nog niet zo goed lopen na die spoedoperatie.'
'Spoedoperatie? Je praat als een dokter. Oké, waar is die NICU?' vroeg ze, terwijl ze een stukje kauwgum uit haar tas haalde.
Ik legde het haar zo goed mogelijk uit. Ik was het grootste deel van de apparatuur en technologie al vergeten, die de verpleegsters hadden opgerateld toen ik er zelf naar geïnformeerd had.
ik weet niet veel over baby's in het algemeen, en zeker niet over te vroeg geboren baby's,' zei Fani.
'Hij woog nog geen vier pond toen hij geboren werd.'
'Nog geen vier pond? Ik denk dat deze tas zeker vijf pond weegt,' zei ze, haar tas heen en weer slingerend tussen haar handen. 'Hoe lang blijf je in het ziekenhuis?'
'Nog twee dagen. Wil je me helpen naar de NICU te gaan?'
'Ik?' Ze keek naar de deur. 'Hoe?'
'Help me in die rolstoel,' zei ik, 'en rij me er dan naartoe. Het is maar één verdieping hoger.'
ik weet niet.' Ze schudde haar hoofd.
'Alsjeblieft, Fani. Als je werkelijk mijn vriendin bent, doe het dan.'
'Laat me even een verpleegster roepen,' zei ze, en liep achteruit naar de deur. 'Waar zijn de verpleegsters?'
'Dat heb ik je gezegd. Ze zijn bezig met andere patiënten. Zo moeilijk is het niet, Fani.' Ik stond op en liep naar de rolstoel. 'Je hoeft alleen maar te duwen.'
Ze keek me aan en ging toen achter de rolstoel staan, ik zal er ongetwijfeld door in moeilijkheden komen.'
'Daar hoor jij toch niet bang voor te zijn? Dat beu je nog nooit geweest.' Ze lachte.
'Waar gaan we naartoe?'
'Eén verdieping hoger,' zei ik en ze duwde me naar de lift.
Geen van de verpleegsters lette op ons. Ze hadden het echt te druk met hun patiënten, Fani reed me de lift in en we gingen omhoog. Borden wezen de weg naar de NICU. Toen we daar waren zagen we een oudere dame in een roze outfit achter de balie zitten. Ze keek glimlachend op.
ik kom voor mijn baby,' zei ik.
'Ja. Hoe is de naam?' 'Adan. Adan Yebarra.'
Ze knikte, checkte haar lijst en keek toen op. 'Er is hier geen Adan Yebarra. We hebben alleen een Adan Bovio.'
'Dat is hem,' zei Fani snel.
'O.' De oudere dame keek naar mij. 'Bent u de moeder?'
'Ziet ze er soms niet uit als iemand die net een kind heeft gekregen?' viel Fani uit.
'Ik zal de zuster bellen.' Haar hand trilde toen ze de telefoon opnam. 'Mevrouw Cohen, ik heb de moeder van Adan Bovio hier. Ja, doe ik.' Ze hing op. 'Rechts van de deur is een wasbak. Met een zeep- dispenser. U moet twee minuten lang uw handen wassen. U allebei. Het groene licht boven de wasbak gaat na twee minuten uit.'
'Ik raak de baby niet aan,' zei Fani.
'U moet toch uw handen wassen.'
'Goed dan,' zei Fani. 'Het is gemakkelijker om in Fort Knox in te breken,' fluisterde ze in mijn oor.
Ik was te zenuwachtig en te opgewonden om me er iets van aan te trekken. Die vrouw had me kunnen vertellen dat ik eerst mijn handen in het vuur moest leggen, en ik zou het hebben gedaan. Fani reed me naar binnen en draaide me naar de wasbakken. Toen deden we wat ons gezegd was.
'Hoi,' hoorden we zuster Cohen zeggen, en we draaiden ons naar haar om. ik was net bij Adan, mevrouw Bovio. U kunt met me meegaan. We zijn allemaal erg tevreden over zijn vorderingen. Wees niet bang voor al die dingen die aan hem zijn opgehangen.'
Ik wilde zeggen dat ik niet mevrouw Bovio was, maar Fani gaf me een por, en ik hield mijn mond.
Terwijl de zuster ons langs couveuses leidde en verpleegsters die bezig waren met andere premature baby's, hoorden we bellen en zoemers. Bij Adans couveuse bleef ze staan en zei: 'Hier is hij.'
'Wow, wat is hij klein!' riep Fani uit.
Ik kon geen woord uitbrengen. De slangen die aan hem en aan de monitors waren bevestigd, het verband rond zijn kleine polsjes, en de draden in zijn navel gaven hem iets onwerkelijks. Zijn teint was goed, dacht ik. Zijn haar leek meer op dat van mij dan op dat van
Adan, hoewel ik zeker wist dat het zou veranderen als hij ouder werd. Hij bewoog plotseling, maar deed zijn ogen niet open,
'Hij denkt vast dat hij nog in je zit,' merkte Fani op.
Ik keek haar aan. 'Si. Misschien.'
Zuster Cohen haalde haar schouders op. 'Dat zou best kunnen,' zei ze. 'Waar hij is en wat er met hem gebeurt lijkt zoveel mogelijk op het verblijf in de baarmoeder. Aan de andere kant wil hij ook uw aanraking voelen.'
Ze deed me voor hoe ik mijn handen in de couveuse moest brengen en zacht zijn kleine arm en handje strelen. Hij bewoog weer een beetje en keek toen alsof hij glimlachte.
'Dat is gewoon een oprisping, hè?' vroeg Fani.
Zuster Cohen haalde weer haar schouders op. 'Wie ben ik om dat re zeggen?' Ze lachte naar me.
'Hoe lang moet hij hier nog blijven?' vroeg Fani.
Ik had het te druk met het bestuderen van elk deel van hem, zijn kleine vingertjes en nagels, zijn voetjes en knietjes, zijn gezichtje dat nog bezig was zich te vormen. Toch meende ik zeker Adan in hem te herkennen.
'Dat kan vier tot zes weken zijn. We kunnen hem pas naar huis laten gaan als hij helemaal zelfstandig kan ademhalen en genoeg is aangekomen. We moeten hem heel zorgvuldig controleren, om infecties te voorkomen, maar ik moet zeggen dat hij een goede start heeft gemaakt. Natuurlijk kunt u hem elke dag zien,' ging ze verder, naar mij kijkend.
Ik knikte.
'Maar u moet ook aan uw eigen herstel denken,' ging ze verder. 'Premature baby's hebben een hoop zorg nodig als ze naar huis gaan. U moet sterk en gezond voor hem zijn.'
'Ze krijgt een hoop hulp,' zei Fani.
'Dat is mooi, maar de zorg van de moeder is altijd iets heel bijzonders,' zei ze tegen Fani.
Ik bleef tot ik moe begon te worden en me niet lekker voelde, en toen reed Fani me naar de lift. Ze kon zien dat ik me niet goed voelde. Ik was toe aan een pijnstiller.
'Het zal nog wel een tijdje duren voor je kunt gaan dansen, Delia,' zei ze.
'O, daar ben je,' riep mijn verpleegster toen Fani me de lift uitreed. 'Je moet het me vertellen als je de verdieping verlaat.'
'We konden u niet vinden,' zei Fani.
De zuster keek haar even achterdochtig aan en gebaarde dat ze me naar mijn kamer moest rijden. Ik stapte weer in bed en nam mijn pil.
'Ook al is hij erg klein, hij is een mooie baby, hè, Fani?'
Ze lachte. 'Ja, Delia. Al heb ik poppen die zo'n stuk groter zijn dat het moeilijk is hem als een echte baby te beschouwen.'
'O, hij is heus echt, hoor.'
'Oké, bel me als je iets nodig hebt. O,' ging ze verder en kwam nog even terug van de deur. 'Dat weet je waarschijnlijk niet. Edward en je tante hebben kennelijk een enorme ruzie gehad. Hij heeft de universiteit verlaten.'
'Wat? Waar is hij?'
'Weet ik niet. Jesse weet het ook niet. Op een dag heeft hij gewoon zijn spullen gepakt en is vertrokken. Je komt uit een krankzinnige familie. Je nichtje Sophia heeft al het dringende verzoek gekregen niet meer terug te komen op het College of the Desert. Ik heb gehoord dat ze stoned een van haar colleges bijwoonde. Het beste wat je kon overkomen was dat je bij Ray introk. Maak hem niet overstuur. Hij is je broodwinning, in alle opzichten.'
Ik zei niets.
Ze glimlachte en trok mijn deken recht. 'See you later, alligator.' Lachend liep ze weg.
Ik staarde naar het plafond. Ik wilde nadenken over alles wat ze me verteld had. Ik maakte me vooral bezorgd over Edward, maar ik voelde me uitgeput en de pil begon te werken. Ik viel in slaap en werd pas tegen etenstijd wakker. De hulpverpleegster krikte de rug van mijn bed omhoog en gaf me mijn blad. Net toen ik begon te eten kwam senor Bovio binnen. Ik hield mijn adem in, wachtend op zijn woede-uitbarsting. Lange tijd bleef hij me slechts zwijgend aankijken.
'Hola, senor Bovio.' ik wilde je niet zien voordat je genoeg was aangesterkt om te praten,1 zei hij met een strak gezicht. 'Hoe heb je zoiets kunnen doen, Delia?'
'Hoe bedoelt u, senor Bovio? Dit is niet mijn schuld.'
Hij schudde zijn hoofd en liep naar het raam.
'Señor?'
ik heb alles voor je gedaan wat in mijn vermogen lag om het je ge- makketijk te maken. Ik heb het voor je opgenomen tegen je tante. Ik heb je de best mogelijke hulp verschaft.' Hij draaide zich met een ruk om. 'Ik heb je de suite van mijn vrouw gegeven, het bed van mijn vrouw!'
Ik begon te huilen. 'Senor Bovio, de dokter-'
is net zo teleurgesteld in je als ik,' zei hij en liep terug naar mijn bed.
Ik hield mijn hoofd gebogen. Er straalde zo'n woede uit zijn ogen dat ik bang was dat ze mijn gezicht zouden verbranden.
'Waarom, senor?' Mijn stem kwam nauwelijks boven een gefluister uit.
'Waarom? Waarom? Dokter Denardo is een uitstekend arts. Ik heb je verteld dat hij een van de beste is. Hij was zo verbaasd over je toestand dat hij het tot op de bodem heeft uitgezocht, Delia. Hij stond op een laboratoriumonderzoek. Het verbaast me dar je zo dom was om te denken dat hij dat niet zou doen.'
Ik keek op. 'Wat wilt u daarmee zeggen? Ik weet niet wat u bedoelt en u maakt me bang.'
'Dat dien je ook te zijn. In je bloed waren sporen van wat jullie tieners,' hij deed het woord 'tieners' klinken als een vloek, 'xtc noemen.'
'Nee, senor. Nee, nee.'
'Het was niet veel, dat geef ik toe, maar genoeg om aan re tonen dat je het gebruikt had. Heb je het elke avond gebruikt of om de avond?'
'Nooit, senor. Het is nietwaar.'
'Wetenschappelijke resultaten kun je niet betwisten, Delia, Was je niet bezorgd voor onze baby?'
Ik schudde mijn hoofd. Mijn tranen spatten alle kanten op.
'Was dat je manier om te vermijden dat je je verveelde? Je klaagde zo verschrikkelijk over mevrouw Newell. Ze vertelde me dat ze op het punt had gestaan ons in de steek te laten, omdat je zo ongehoorzaam was dat ze er niet meer tegenop kon.'
'Dat is niet eerlijk, dat is nietwaar, senor Bovio.'
'Ik kan geen medelijden met je hebben, Delia. Je hebt mijn Adan bijna twee keer vermoord,' zei hij.
Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken toen hij dat zei. Mijn hoofd voelde tien keer zwaarder. De kamer begon om me heen te draaien. Ik deed mijn uiterste best om bij bewustzijn te blijven. Ik kon niet langer rechtop blijven zitten en viel achterover tegen mijn kussen. Ik schudde mijn hoofd.
'Nee, senor. Dat heb ik niet. Nee -'
Hij boog zich voorover en fluisterde in mijn oor. 'Je kunt terugkomen in de haciënda om op krachten te komen. Ik zal alles doen wat ik beloofd heb. Ik zal regelen datje een opleiding kunt volgen en je zult je eigen Leven leiden, het leven dat het lot je heeft toebedacht. Ik wil niet dat je hier in het ziekenhuis terugkomt om Adan te zien terwijl hij vecht voor zijn leven. Mevrouw Newell zal voor je zorgen en erop toezien dat je weer sterk en gezond wordt. Als je haar weer ongehoorzaam bent, zal ik je wegsturen.'
'Het zijn allemaal leugens, senor Bovio.'
'Stel mijn geduld niet langer op de proef, Delia. Het heeft geen zin om te blijven ontkennen wat je gedaan hebt. Afgezien van het laboratoriumonderzoek, heb ik Fani's bekentenis.'
'Wat? Fani? Wat voor bekentenis?' vroeg ik, naar hem opkijkend.
'Ze geeft toe dat het mogelijk is datje iets van die drug hebt genomen toen je bij haar thuis was om Edward in het geheim te ontmoeten. Edward is niet erg stabiel tegenwoordig. Ze zegt dat ze niet kon ontkennen datje drugs kan hebben meegenomen naar mijn haciënda.'
Mijn longen leken te verstenen en mijn mond werd zo droog dat ik mijn tong niet kon bewegen om woorden te vormen. 'Ik geloof niet dat ze dat gezegd heeft.'
'Je kunt vriendinnen met haar blijven. Het kan me nu niet meer schelen wat je jezelf aandoet.''Vriendinnen? Ze liegt als ze dat heeft gezegd.'
ia, iedereen liegt behalve jij, Delia. De dokter en het lab liegen. Ik ben bang dat je tante Isabela gelijk heeft wat jou betreft, gelijk heeft met wat ik wel en niet had moeten doen. Misschien moet je ernstig in overweging nemen terug te gaan naar Mexico. Het zou gemakkelijker zijn je bedrog niet aan het licht te laten komen en een nieuw leven te beginnen. Maar niet met mijn Adan.'
'Neeeee!'
'Wat je ook beslist, ik vind het goed. Zoals ik je zei, ik ben een eerzaam mens. Ik zal me houden aan mijn deel van de overeenkomst die we hebben gesloten, ook al ben jij niet eerlijk geweest tegen mij. Ik doe het voor mijn zoon, die iets goeds in je zag. Ik doe het voor de herinnering aan hem. Maar als je eenmaal weg bent, blijf je weg.' Hij strekte zijn rug en schudde zijn hoofd naar me. 'Je maakt dat ik me schaam voor mijzelf, dat ik mijn intiemste gevoelens over mijn vrouw en mijn zoon met jou heb gedeeld.'
'Senor, alstublieft,' smeekte ik. 'Denk niet zulke afschuwelijke dingen over me.'
'Ik zal er niet aan denken, Delia. Ik hoop en bid dat ik ze - én jou - uiteindelijk volledig kan vergeten. Maar voorlopig zullen we doen wat ik gezegd heb. De dokter zei dat je morgen naar huis kunt, omdat mevrouw Newell er is om voor je te zorgen. Het zijn onnodige kosten om je hier te houden. Stevens zal je komen halen en naar huis brengen als je uit het ziekenhuis ontslagen wordt. Natuurlijk kun je niet in de suite van mijn vrouw blijven. Teresa zal je naar een andere kamer in de haciënda brengen. De kleren en spullen van mijn vrouw, behalve haar juwelen natuurlijk, zullen samen met jou verhuisd worden, zodat je iets van een garderobe zult hebben. Ik heb haar ook gevraagd je eigen bezittingen, de dingen waarmee je naar de haciënda kwam, naar je nieuwe kamer te brengen. Je tante zegt dat ze ook nog een paar dingen van je heeft. Ze wil ze zelfs niet in het personeelsverblijf hebben. Stevens zal je naar de dokter brengen voor je consulten.'
Ik leek weg te zakken in het bed, te verdwijnen. Maar een andere urgente gedachte kwam bij me op. Ik strekte mijn hand uit naar senor Bovio.'Ignacio,' zei ik.
Hij trok zijn hand terug. 'Je hebt hem ook bedrogen, Delia. Ik kan nu niets voor hem doen.'
Hij draaide zich om en liep naar de deur. Ik probeerde hem terug te roepen, maar hij was al weg voordat ik zelfs zijn naam kon noemen. Mijn huilbui maakte de pijn weer heviger. De zuster kwam terug, gaf opdracht mijn blad weg te halen en toen, niet begrijpend wat me zo overstuur had gemaakt, besloot ze me nog een pijnstiller te geven. Ze dacht dat het beter voor me zou zijn als ik sliep. Ik dacht dat het beter voor me zou zijn als ik voorgoed in zou slapen.
Wat ze me gegeven had raakte midden in de nacht uitgewerkt. Ik werd met een schok wakker en keek om me heen in de kamer, die vaag verlicht werd door het licht dat uit de gang naar binnen scheen. Had ik alles gedroomd wat er gebeurd was? Was senor Bovio echt hier geweest of was het een hallucinatie die werd veroorzaakt door de pijnstillers? Ik wilde zo graag dat het waar was, maar zijn woorden galmden te luid door mijn hoofd.
Ik ging rechtop zitten om na te denken. Het was mogelijk dat het allemaal een verzinsel van hem was, dacht ik. Hij had gewild dat ik weg zou gaan om een onafhankelijk leven te leiden zonder Adan Junior. Toch? Had hij het er niet voortdurend over gehad, het gesuggereerd en me verteld dat hij het allemaal mogelijk zou maken? Hij zou een auto voor me kopen, de opleiding betalen, me geld geven. Hij wist dat ik mijn kind niet wilde achterlaten. Ik had hem gezegd dat het te snel zou zijn, en onlangs had ik tegen hem gezegd dat ik beter niet hier in de buurt kon gaan wonen. Hij was natuurlijk bang dat ik mijn plannen ten uitvoer zou brengen.
De dokter en Fani waren zijn bondgenoten en zouden alles zeggen wat hij wilde, net als mevrouw Newell. De vroegtijdige geboorte van zijn kleinkind was de aanzet geweest voor dit gemene plan. Hoe kon ik me tegen hem verzetten? Wat kon ik doen? Zelfs tante Isabela zou achter hem staan. Ze zou het als haar wraak beschouwen. Wat was er met Edward gebeurd, en wat zou er gebeuren met Ignacio en de familie Davila? En kijk naar mij... Ik kon nauwelijks tot de badkamer komen, laat staan iets doen om een ander te helpen.
De gedachte dat ik weg zou moeten en mijn kind nooit meer zou zien, ging als een vlijmscherp zwaard door me heen. Ik haalde een paar keer heel diep adem om me te beletten aan één stuk door te blijven huilen. Toen kwam er een idee bij me op en ik liep naar de rolstoel. Ik reed naar de deur en keek naar beide kanten de gang in. Het was doodstil, zelfs de muren leken te slapen. Ik hoorde een paar gedempte geluiden in de zusterkamer, maar ik zag niemand. Zo zacht mogelijk reed ik naar de lift en drukte op de knop voor de verdieping van de NICU. Toen de liftdeur openging zag ik een gang die net zo stil en leeg was als die op mijn verdieping. Heel zacht reed ik naar de deuren van de NICU. Op dit late uur zat er niemand achter de balie van de receptie. Ik ging naar de intercom. Na een ogenblik gaf een verpleegster antwoord. Het was niet zuster Cohen.
'Ik ben Adan Bovio's moeder,' zei ik. 'Kan ik hem alstublieft zien?'
Ze zweeg even en zei toen: 'ja.'
De deuren gingen open en ze kwam naar me toe en zei dat ik mijn handen moest wassen,
'Het is al laat,' zei ze terwijl ik het deed.
ik had een nachtmerrie,' zei ik.
Ze knikte begrijpend. 'Hij is oké. Kom maar mee.'
Ik droogde mijn handen en ze reed me naar zijn couveuse. Hij bewoog meer dan toen ik hem de eerste keer had gezien. Ik stak mijn hand in de couveuse en raakte zijn handje aan. Hij draaide zo vastbesloten zijn hoofdje naar me toe, dat zelfs de zuster een zachte uitroep slaakte.
'Ze zeggen dat een baby zijn moeder herkent,' zei ze.
'En een moeder herkent haar kind,' zei ik zacht. 'Voor eeuwig en altijd.'
Ik bleef zitten en raakte hem zachtjes aan, tot de zuster vond dat ik terug moest. Ze belde mijn verpleegster, die hevig schrok dat ik stiekem naar boven was gegaan.
'Ze wacht op u bij de deur,' zei de zuster van de NICU.
'Dank u,' zei ik. 'Voorlopig neem ik afscheid van je, Adan. Ik zal je niet kwijtraken, dat beloof ik je.'
'Waarom zou u uw zoon kwijtraken?' vroeg de zuster nieuwsgierig.
'U zou verbaasd zijn hoe gemakkelijk we degenen kwijtraken die we liefhebben.'
Ze gaf geen antwoord,
Ze reed me naar buiten.
Ik keek niet achterom. Ik keek recht voor me uit. Wat ik ook zou moeten doen, in welke doolhof ik mijn weg ook 20U moeten zoeken, welke moeilijkheden ik ook zou tegenkomen, ik zou alle problemen te lijf gaan en 2e overwinnen.
Oma Anabela zou het niet anders willen.