***
Een nieuw thuis
Het voltallige personeel van senor Bovio's landgoed was
aanwezig om me te begroeten op de ochtend dat ik op de haciënda
arriveerde. Niemand die me voor het eerst zag na mijn ontslag uit
de psychiatrische inrichting zou vermoeden dat ik zwanger was, maar
aan de uitdrukking op ieders gezicht, zelfs aan de manier waarop de
tuinlieden me aanstaarden toen ik uit senor Bovio's auto stapte,
zag ik dat ze betwisten. Verwachtingen respect waren op hun gezicht
te lezen. Je zou denken dat ik een toekomstige koning ging
baren.
Later merkte ik dat alleen al mijn verschijning een eind
maakte aan gesprekken of dat de mensen zachter gingen praten en hun
ogen opensperden, om ze daarna snel weer neer te slaan, uit respect
of uit angst. Ik vermoedde dat de angst voortkwam uit de
onwaarschijnlijke mogelijkheid dat hij of zij iets zou doen dat me
zou verontrusten en dat een miskraam tot gevolg zou kunnen
hebben.
Hoewel ik het moeilijk vond om door het personeel te worden
behandeld als eierschaalporselein, liet ik me er niet door in de
war brengen. Ik voelde dat iedereen bij zichzelf dacht dat ik een
eind begon te maken aan de tijd van rouw voor senor Bovio's zoon,
Adan, die op de boot verongelukt was toen ik samen met hem was gaan
varen. Ik overwon de dood door het leven te schenken aan Adans
kind. Degenen die echt van Adan hadden gehouden bekeken me mee
respect en dankbaarheid. Als ik al enige emotie liet blijken, was
het om mijn nederigheid te tonen en mijn overtuiging dat ik zoveel
eerbied en respect niet verdiende. Ik was niet de nieuwe madonna.
Ik was gewoon een ongehuwde jonge vrouw. In mijn dorp in Mexico zou
ik degene zijn die in schaamte het hoofd zou buigen.
Mitia Isabela, bij wie ik in huis had gewoond, had op het punt
ge- staan me, overladen met die schande, terug te sturen naar
Mexico. Maar toen senor Bovio hoorde dat ik zwanger was van Adans
kind, kwam hij me opzoeken in de kliniek waar ze me heen hadden
gebracht na mijn zenuwinzinking tengevolge van Adans dood, en
smeekte me bij hem te komen wonen tot de baby geboren was. Ik
stemde toe, want het was duidelijk dat mijn zwangerschap en de
geboorte van Adans kind hem weer hoop en geluk zouden geven in een
wereld die verduisterd werd door verdriet.
Toch verwachtte ik dat het pijnlijk zou zijn om in Adans huis
te wonen zonder hem. De herinnering aan zijn knappe, liefdevolle
gezicht was nog zo levendig, dat ik zeker wist dat ik overal waar
ik keek, hem zou zien. Dit was dezelfde trap naar de voordeur die
hij zijn leven lang had beklommen, en toen ik uit de auto stapte en
omhoogkeek naar de portiek en de indrukwekkende fa^ade van de
haciënda, wist ik dat ik, als ik naar binnenging en om me heen
keek, de tafel in de eetkamer zou zien waaraan hij met zijn vader
had gegeten. De mensen die nu naar me keken waren de mensen die hij
elke dag had begroet en die hem hadden begroet. Ik voelde zijn
afwezigheid zo intens en zag zo duidelijk het verdriet in ieders
gezicht, dat mijn hart dreigde stil te staan. Ik dacht dat ik niet
meer zou kunnen ademen, maar senor Bovio's hand lag op mijn rug en
duwde me bijna naar voren. Hij hield het hoofd hoog, met zijn ogen
gericht op de ingang van het huis, alsof hij me naar een
sprookjeskasteel bracht.
Toen we zijn haciënda betraden, werd mijn blik onmiddellijk
getrokken naar het hoge koepelvormige dak in de entree. In het
midden was een raam waardoor het zonlicht glinsterend naar binnen
scheen op de witmarmeren vloeren en muren. Het leek me dat ik meer
in een kathedraal kwam dan in een paleis. En iedereen bewoog zich
zo bescheiden om ons heen, dat het er ook zo stil was als in een
kerk.
'Later zullen we je de haciënda laten zien,' zei senor Bovio.
'Maar eerst de belangrijke dingen.'Hij leidde me de halfronde
zwartmarmeren trap op naar mijn kamer. Toen hij de grote
mahoniehouten dubbele deur opende, waarop in reliëf twee mooie
panters met robijnen ogen waren gebeeldhouwd, moest ik een kreet
van bewondering onderdrukken. De suite was groter dan die van tante
Isabela. Het bloedrode hemelbed in de slaapkamer was breder en
langer dan dat van haar, en er lagen genoeg donzen kussens op voor
tien, Vlak boven het voeteneind van het bed hing een vergulde
kroonluchter met peervormige lampen.
Aan de muur rechts van me hing een groot in fluweel ingelijst
schilderij van dezelfde twee panters die ik op de dubbele deur had
gezien, en op piëdestals stonden panters van zwart marmer met een
rode tint. De velours gordijnen waren rood en ook het meubilair had
een rode gloed. Zelfs het tapijt in de slaapkamer was rood. Bossen
verse rode rozen stonden in vazen op de nachtkastjes.
'Dit wordt jouw kamer, Delia,' zei hij.
'Hij is mooi, senor Bovio, maar zo groot."
'Het was de kamer van mijn vrouw,' zei hij.
'Uw vrouw? Maar-'
'Dit wordt jouw kamer,' herhaalde hij op vastberaden toon;
zoals mijn vader placht te zeggen over zijn werkgever, senor Lopez:
'Hij is een man die gewend is dat zijn woorden onmiddellijk in
beton worden gebeiteld.'
Toch was ik verbaasd dat senor Bovio erop stond dat ik in de
kamer van zijn vrouw zou slapen. In deze grote haciënda, die zeker
honderden meters groter was dan die van tante Isabela, moesten toch
nog een hoop andere kamers zijn, en een daarvan zou beslist meer
dan goed genoeg zijn voor mij.
'Ik wil niet ondankbaar klinken, senor Bovio, maar het is veel
meer dan ik nodig heb,' zei ik zacht.
'Wat je nodig hebt?' Hij glimlachte en keek naar de slaapkamer
en de aangrenzende zitkamer alsof ik iets heel doms had
gezegd.
'Sf, senor.'
Hij schudde zijn hoofd. 'Dit was de suite van mijn vrouw toen
ze zwanger was van Adan, waar ze de tijd van haar zwangerschap
heeft doorgebracht. Het is niet meer dan redelijk dat jij hier
verblijft nu je zwanger bent van Adans kind.'Hij zweeg even, knikte
en keek om zich heen in de suite.
'Hier ben je veilig, zei hij bijna fluisterend. 'Veiliger dan
waar ook.'
De manier waarop hij die eerste dag opgewonden en met
fonkelende ogen om zich heen keek, deed me even huiveren. Ik kon
voelen dat hij geloofde dat er iets magisch was aan deze kamer,
geloofde dat de geest van zijn vrouw daar nog rondwaarde. Hij leek
ervan overtuigd dat die geest zou waken over mij en de baby.
Geloof in geesten en spookbeelden hadden altijd deel
uitgemaakt van ons leven in Mexico. Ik twijfelde er niet aan dat
senor Bovio, ook al had hij het grootste deel van zijn leven in
Amerika doorgebracht, nog vasthield aan die opvatting. Ik dacht
niet dat het iets was waarover hij sprak, zeker niet met zijn
zakelijke en politieke relaties, maar ik kon zien dat hij sterk
geloofde in de voortdurende spirituele aanwezigheid van zijn
vrouw.
Ik zou nooit kritiek leveren op iemand die er dergelijke
ideeën op nahield. Mijn oma had dat ook geloofd. En dat geloof, al
vonden anderen dat misschien primitief en bijgelovig, had gemaakt
dat abuela Anabela altijd in nauw contact was gebleven met degenen
van wie ze had gehouden en had verloren. Ik wilde heel graag net zo
oprecht in geesten geloven als zij. Vooral mijn ouders wilde ik
niet opgeven, en net als zij, praatte ik vaak met mijn vader en
moeder, hopend, biddend, dat ze me nog konden horen. Waarom zou ik
senor Bovio niet dezelfde hoop gunnen, dacht ik, vooral nu?
'Als dit uw wens is, senor, zal ik graag in deze kamer
blijven. Gratias.'
Het hoofd van de huishouding, Teresa Donald, die er geen
minuutje jonger uitzag dan haar leeftijd van drieënzestig jaar,
bracht me mijn schamele bezittingen, kleren en schoenen. Ze had
ongeveer mijn lengte, maar was forsgebouwd, met armen als
deegrollers. Toch had ze smalle gelaatstrekken, met dunne, bleke
lippen en heel kleine lichtsaffraankleurige tanden. Ze had
pokdalige wangen, alsof ze in een zandstorm terecht was gekomen
toen haar gezicht net begonnen was zich te vormen.
'Breng dat niet naar boven,' zei señor Bovio op scherpe
toon.'Zoek er een plaats voor in de wasruimte. Ze krijgt alles
nieuw, alleen maar nieuwe, schone dingen.'
Ze knikte en liep haastig weg. Ze vermeed het naar mij te
kijken, wat me nog verlegener maakte. Wanneer zouden ze ophouden
met me te behandelen als een of andere godheid die uit de wolken is
neergedaald?
'Maar dat is alles wat ik heb, senor,' zei ik. 'Mijn tante
Isabela heeft weer teruggenomen wat ze voor me gekocht had.'
I lij negeerde me, deed. de dubbele deur dicht en knikte naar
de zitkamer. Daar stonden twee banken, een tweezitsbankje, een
breedbeeldtelevisie, een stereo en iets wat eruitzag als een
wijnkast. Het tapijt in de zitkamer had dezelfde zachtrode kleur en
was net zo dik.
Met gevouwen handen nam ik plaats op het kleine bankje. Senor
Bovio ging niet zitten. Hij liep een tijdje te ijsberen met zijn
handen op zijn rug en bleef toen staan en keek op me neer. Ik
besefte dat dit de eerste keer was sinds we de kliniek hadden
verlaten dat hij echt naar me keek als hij sprak.
'Ik heb een diëtiste aangenomen, die tevens privéverpleegster
en kraamverzorgster is, om je menu op te stellen,' begon hij.
'Zoals je waarschijnlijk weet, hebben zwangere vrouwen andere
behoeften, in overeenstemming met wat het kind nodig heeft. Ze heet
mevrouw Newell, en ze is op het ogenblik in de keuken om mijn kok
instructies te geven. Ze heeft al veel gekocht van wat we nodig
zullen hebben, maar de voorbereidingen zijn ook heel
belangrijk.'
Hij had al een privékraamverzorgster? Dat stemde me tot
nadenken. Was hij er zo van overtuigd geweest dat ik erin zou
toestemmen hier te komen wonen dat hij al een speciale hulp had
gehuurd en haar had laten komen nog voordat ik hier gearriveerd
was? En waarom zei hij 'wat we nodig zullen hebben'? Hij zou zeker
niet hetzelfde dieet gaan volgen. Maar ik vroeg niets. Ik kon zien
dat hij niet onderbroken wilde worden.'Ik ben een goede vriend van
een van de beste verloskundigen in het Coachella-dal, dokter Joseph
Denardo. Ik weet dat er vrouwen helemaal uit Los Angeles kwamen
omdat ze hem als dokter wilden. Hij zal jouw arts zijn, en als een
speciale gunst voor mij, zal hij regel- matig - of wanneer hij het
noodzakelijk acht - hier komen om je te onderzoeken.'
'Waarom kan ik niet naar zijn praktijk?' vroeg ik.
Hij negeerde mijn vraag, hervatte zijn geijsbeer en vervolgde:
'Ik weet dat zwangere vrouwen oefeningen moeten doen, geregeld
lopen, bezig moeten zijn, en datje gewend bent aan huishoudelijke
karweitjes, maar mijn personeel zal al het werk doen. Behalve
Teresa, heb ik nog twee andere huishoudelijke hulpen die over de
benedenverdieping gaan. Alleen Teresa zal boven zijn om voor je te
zorgen. Je kamers zullen elke dag worden schoongemaakt en
opgeruimd. En o,' hij bleef staan en keek weer naar me, 'dokter
Denardo vroeg of je bepaalde allergieën hebt. Ik heb natuurlijk
geen tijd gehad het aan je tante te vragen, maar -'
'Nee, senor, voor zover ik weet heb ik geen enkele
allergie.'
'Mooi. Je leek me altijd een gezonde jonge vrouw, ondanks
alles wat je onlangs hebt meegemaakt. Adan heeft me een en ander
verteld over je ervaringen in het huis van je tante. Ik kan je
verzekeren, Delia, dat die nicht van je, Sophia, op geen honderd
meter van dit landgoed geduld zal worden. We nemen geen enkel
risico met betrekking tot onze baby. Zodra ik de kans krijg, zal ik
Isabela dat duidelijk maken,' voegde hij eraan toe.
'Gradas,' zei ik. Ik had geen enkel verlangen Sophia te zien.
Ik wist dat als ze erachter kwam wat senor Bovio voor me deed, ze
zou stikken van jaloezie. Ik had haar niet meer gezien sinds ik
naar de kliniek was gebracht na mijn zenuwinzinking die was gevolgd
op Adans dood. Ze dacht natuurlijk dat die gebeurtenissen mijn
ondergang hadden betekend, en ik twijfelde er niet aan dat ze, toen
ze hoorde dat ik zwanger was, met een stralend gezicht al haar
vriendinnen had gebeld om hun te vertellen dat ik met schande
overladen naar huis zou worden gestuurd. En nu zoo ze weer diep
teleurgesteld worden.
'Uit Adans woorden heb ik begrepen dat je bevriend was met
Fani Cordova,' ging hij verder, is dat zo? Je weet dat Fani familie
is. Haar vader is mijn achterneef.'
'Si', senor, al heb ik haar niet meer gesproken sinds —'Hij
draaide zich meteen ruk om, met ogen vol verwachting van de
mogelijkheid dat ik het over Adans dood zou hebben, maar ik had
iets anders in gedachten.
'Sinds ik terugkwam uit Mexico,' maakte ik mijn zin af en hij
knikte.
Fani wilde niets meer met me te maken hebben sinds ik uit
Mexico was teruggekeerd met mijn neef Edward en zijn partner,
Jesse. Ik had ze overgehaald me mee te nemen naar mijn kleine
dorpje, zogenaamd om hen bekend te maken met onze cultuur en om de
graven van mijn ouders en grootouders te bezoeken, vooral het graf
van mijn oma, die me zo dierbaar was geweest.
Maar in werkelijkheid wilde ik erheen om mijn vriend Ignacio
te ontmoeten, met wie ik door de woestijn was gevlucht nadat hij en
zijn vrienden Bradley Whitfield hadden achtervolgd. Sophia's rijke
vriendje had me seksueel misbruikt toen ik een lift van hem had
geaccepteerd bij de bushalte op weg van school naar huis. Ik ging
toen naar de openbare school. Bradley nam me mee om een huis te
bekijken dat hij en zijn vader restaureerden, en daar maakte hij
zich schuldig aan wat andere meisjes een 'date rape', een
verkrachting tijdens een afspraakje, noemden, Later, toen Sophia en
haar vriendinnen onuitgenodigd verschenen
op een feest voor lgnacio's zusje, hadden ze met opzet Ignacio
en zijn vrienden opgestookt. Sophia vertelde hun dat Bradley op dat
moment in hetzelfde huis was met een ander meisje dat hij bezig was
te verleiden. Ze verlieten het feest en gingen naar het huis. Hen
van lgnacio's vrienden gooide Bradley door een raam, waardoor hij
ernstig gewond raakte en doodbloedde voordat er hulp kwam.
Ignacio had zijn eigen dood in de woestijn geënsceneerd om de
politie op een dwaalspoor te brengen, en ik had het geheimgehouden,
droomde erover dat we herenigd zouden worden, zelfs al ging ik toen
uit met Adan Bovio. Ik wist zeker dat het Fani woedend had gemaakt.
Ze vond het heerlijk om voor koppelaarster te spelen, en ik had
haar nooit verteld over mijn geheime correspondentie met Ignacio en
dat hij nog in leven was. Ik dacht dat dat haar nog het meest
geërgerd had.
Sophia had mijn geplande rendez-vous met Ignacio ontdekt en
in
het geheim de politie gewaarschuwd, zonder zelfs iets te
zeggen tegen haar eigen broer. Ignacio werd gearresteerd enkele
ogenblikken nadat we elkaar in het dorp hadden ontmoet. Ondanks
mijn hardnekkige ontkenningen, geloofde hij dat ik degene was die
zijn arrestatie had bewerkstelligd in ruil voor een of andere
royale beloning die me in staat zou stellen mijn rijke leventje in
Amerika voort te zetten. Later weigerde hij te reageren op de
brieven die ik hem had gestuurd toen hij in de gevangenis
zat.
Bijna waren we allemaal de gevangenis ingegaan. Tante Isabela
moest politieke hulp vragen aan senor Bovio en een paar van haar
eigen invloedrijke vrienden om te bemiddelen voor Edward, Jesse en
mij, zodat we terug konden komen zonder vervolgd te worden wegens
medeplichtigheid. Maar voor haar hulp had ze geëist dat Edward
niets meer met me te maken zou hebben. Ze was altijd jaloers
geweest op onze vriendschap. AI eerder had ze me gedwongen Edward
te bespioneren, om te bewijzen dat hij en Jesse minnaars waren. Het
had me bijna mijn vriendschap met Edward gekost, tot hij ontdekte
wat ze gedaan had.
Tante Isabela had voortdurend gedreigd mij en zijn partner,
Jesse Butler, door de autoriteiten te laten vervolgen als Edward
niet gehoorzaamde. Hij en Jesse waren kwaad omdat ik hun niet de
waarheid had verteld, maar Edward was er de man niet naar om wrok
te blijven koesteren. Hij had Jesse en mij willen beschermen, en
daarom had hij zijn moeder gehoorzaamd. We hadden elkaar niet meer
gesproken sinds de dag waarop hij teruggekeerd was naar de
universiteit.
Ik werd onmiddellijk weer gedegradeerd tot dienstmeid in tante
Isabela's haciënda en moest weer naar de openbare school in plaats
van de particuliere school.
Sophia genoot ervan weer de baas over me te kunnen spelen. Ik
ploeterde door en telde de dagen tot mijn achttiende verjaardag,
maar Adan Bovio kwam langs en vroeg me voor een date. Toen Adan
achter mijn vriendschap met Ignacio kwam, dacht ik dat hij me niet
meer zou willen zien. Zijn vader had zich kandidaat gesteld voor
senator, en hij zou niet erg verheugd zijn over Adans omgang met
mij.Natuurlijk was ik verbaasd en niet bijzonder vriendelijk toen
hij verscheen. Ik geneerde me omdat ik hem niet verteld had over
mijn relatie met lgnacio. Maar het lukte me niet hem te verjagen.
Adan was zo oprecht en liefdevol geweest, en mijn tante had me
onder druk gezet, me voorgehouden dat dit mijn laatste kans was op
een behoorlijk leven. Ik wist dat haar enige wens was zelf hoger op
de sociale ladder te klimmen.
Adan had me weer uitgenodigd op zijn boot. Het eindigde in een
afschuwelijke ramp toen we in een hevige storm verzeild raakten en
hij een fatale wond opliep. Ik had gedacht dat mijn leven in
Amerika voorgoed voorbij was, zelfs toen ik besefte dat ik zwanger
was van Adans kind.
En nu zat ik na dat alles in de kamer van Adans moeder en
luisterde naar de plannen van zijn vader om me mijn zwangerschap te
vergemakkelijken.
'Si', si, ik weet alles over dat fiasco in Mexico,' zei senor
Bovio. Hij bewoog zijn hand heen en weer tussen ons in alsof de
woorden nog in de lucht waren blijven hangen. 'We zullen het er
niet over hebben. I let is gebeurd, einde verhaal. Ik zal eens met
Fani praten, Is er nóg iemand met wie je bevriend bent of bevriend
bent geweest, op de openbare schoot misschien?' Hij trok zijn
wenkbrauwen op. 'We moeten erg voorzichtig zijn met het thuis
uitnodigen van mensen.'
'Op het ogenblik niemand, señor. Maar ik wil graag weer naar
school om mijn highschooldiploma te halen. Ik hoop op een goede dag
een opleiding tot verpleegkundige te kunnen volgen.'
'Ja, dat is een goed plan. Je moet een vak leren. Ik zal je
bij een heel goede opleiding voor verpleegkunde laten inschrijven.
Een vriend van me is hoofd van een uitstekend college aan de
oostkust,'
'De oostkust?' Ik glimlachte. 'Met een baby om te verzorgen
zal het wel een tijdje duren voor ik naar een college kan, senor,
maar er zullen zeker wel opleidingen dichter in de buurt
zijn.'
'Si, je hebt gelijk. Laten we het paard niet achter de wagen
span
nen. Zoals je al zei, je moet eerst nog je highschooldiploma
halen. Ik heb je in de kliniek verteld dat ik zou informeren naar
een opleiding thuis of een privéleraar. Maak je geen zorgen, laat
het allemaal maaraan mij over. Ik kan gemakkelijk regelen dat een
bevoegde leerkracht hier komt om je je eindexamen te laten
halen.'
'Maar ik kan echt wel naar de openbare school en -'
'Nee,' zei hij heftig, haalde toen diep adem en glimlachte
weer. 'Dat zou onnodig en dwaas zijn onder de gegeven
omstandigheden.'
ik hoef nog maar een maand naar school, en ik ben pas twee
maanden zwanger, senor.'
Hij schudde zijn hoofd, ik wil niet datje met zoveel mensen
verkeert, mensen in veel armoedigere, onhygiënische omstandigheden.
Je weet zelf hoe sommige van je klasgenoten op die openbare school
leven. Ze brengen ziektes over, griep, en nu je zwanger bent... nou
ja, we mogen geen onnodige risico's nemen. Ik zal het wel regelen.
Ik zal zorgen datje alle boeken krijgt die je nodig hebt, alles.
Wees maar niet bang. Ik ben goed bevriend met de onderwijs-
inspecteur. Ik kan dingen voor elkaar krijgen. Denk er maar niet
meer aan.'
Ik besefte dat ook dit in beton gebeitelde woorden waren. Het
had geen zin ertegen te protesteren. Misschien dacht hij dat ik op
school een nieuw vriendje zou vinden, ook al was ik zwanger, en de
benen zou nemen om ergens ver weg re gaan wonen met mijn
baby.
'Wat u het beste lijkt, senor.'
'Goed. De dokter komt vanavond na zijn normale dienst,' zei
hij. 'Hij zal je onderzoeken, en dan doen we het verder rustig aan.
Intussen zal ik een lunch voor je laten klaarmaken. Maak het jezelf
gemakkelijk. Je kunt alles van de kleren hier aantrekken wat je
past tot we je eigen nieuwe kleren hebben. Je zult zien dat veel
ervan nauwelijks is gebruikt. Zoals Adan zei, mijn vrouw was een
kledingjunkie, en je hebt ongeveer haar maat. Ze was net zo lang
ais jij en jij hebt hetzelfde figuur. Er zijn foto's Hij gebaarde
naar een paar van de ingelijste foto's. 'Beneden in mijn kantoor
heb ik er nog veel meer, haar films, haar fotoshoots. Die kun je
later bekijken.'
Hij glimlachte en staarde me aan alsof ik een soort raam was
waardoor hij kon terugkijken op een gelukkiger verleden.
'Ze was niet veel ouder dan jij toen we elkaar leerden
kennen,' zei hij bijna fluisterend.
'Gracias, senor,' antwoordde ik, waarmee ik hem uit zijn
overpeinzingen haalde.
Zijn glimlach vervaagde als een licht dat langzaam uitging.
Hij bewoog even alsof hij zojuist een vlaag van kou had gevoeld.
'Si. Ik zal je lunch bestellen. Rust jij maar.' Met die woorden
liep hij de kamer uit.
'Nog één ding, senor Bovio.'
Hij bleef staan.
'Toen u me vanmorgen uit de kliniek kwam halen, beloofde u dat
u me mee zou nemen naar mijn dorp in Mexico om de graven van mijn
ouders en grootouders te bezoeken.' Ik glimlachte. 'U maakte zelfs
een grapje dat ik erheen zou vliegen in een helikopter.'
Hij knikte. 'Si. Ik zal me ermee bezighouden, maar eerst
moeten we weten of de dokter het goedvindt.'
'Waarom zou hij het niet goedvinden? Ik ben niet zo kwetsbaar,
ook al ben ik zwanger. Mi madre werkte op de sojavelden tot ze in
de negende maand was.'
Hij deed een stap naar me toe. 'Dat is zo, Delia. Dat deden
vrouwen en dat doen ze daar nog steeds. Dat moeten ze omdat er eten
op tafel moet komen, maar wij hebben dat niet nodig. En niemand
heeft het ooit over de miskramen en de doodgeboren of zieke baby's.
Ik ben ervan overtuigd datje niet kwetsbaar bent, Delia, maar
waarom zouden we niet voorzichtig zijn? Je moet nu niet alleen voor
je eigen welzijn zorgen. Je wilt toch zeker niets doen dat op een
ramp zou kunnen uitlopen? Je zou het jezelf nooit vergeven.
Bovendien zal het niet zo lang meer duren. Wat betekenen een paar
maanden in je leven? Je bent jong. Heb ik gelijk of niet, Delia?
Nou?' drong hij aan toen ik niet onmiddellijk ja zei.
'Si, senor.'
'Goed, Dan zijn we het eens.' Hij glimlachte weer naar me en
was verdwenen voordat ik nog een woord kon zeggen.
Misschien had hij gelijk, dacht ik. Misschien was het
egoïstisch van me om er anders over te denken. Bovendien had ik
niets te klagen. Ik lachte omdat het geluk me had toegelachen. Ik
wist zeker dat tante Isabela me niet eersteklas naar huis zou
hebben gestuurd. Op dit moment, als senor Bovio niet naar me toe
was gekomen, zou ik nu in een of andere stinkende, oude bus zitten
en hotsend en botsend over ongeplaveide wegen in Mexico rijden,
terug naar Joost mocht weten wat.
Bedenk eens waar je in plaats daarvan nu bent, Delia Yebarra,
hield ik me voor.
Ik keek om me heen naar de fraaie meubels, de velours
gordijnen, het dikke, zachte tapijt, en de enorme kaptafel met
wandspiegels. Feitelijk waren overal spiegels, zelfs aan het
plafond. Het was de suite van iemand die verliefd was op haar eigen
schoonheid, dacht ik, me realiserend dat de vrouw van senor Bovio
filmactrice was geweest.
Ik stond op en keek om me heen in de inloopkast. Ook daar was
een hele spiegelwand. Ik had de indruk dat er kilometers lange
rijen kleren hingen. Ik kon de kaartjes zien die nog aan de kleren
hingen die ze nooit had gedragen. Ik had nog nooit zoveel schoenen
gezien in het bezit van één vrouw. Plankenvol reikten tot aan het
plafond, zeker twee keer zoveel paren schoenen als tante Isabela
had, en aan een van de muren waren pruiken opgehangen in alle
lengtes, kleuren en stijlen. Misschien had Adans moeder dat
allemaal nodig gehad voor de talloze celebrity- en
publicrelationsevenementen.
Maar er was nog een andere overweging. Zelfs ai was dit alles
nog zo mooi en zou señor Bovio het me zo gemakkelijk mogelijk
maken, toch vroeg ik me onwillekeurig af of het niet eerder slecht
dan goed zou zijn als ik hier bleef. Diep in mijn hart geloofde ik
nog steeds dat het boze oog mijn lot bepaalde sinds ik Mexico had
verlaten. Het ojo malvado stond altijd klaar om een vervloeking uit
te spreken op elk moment waarop het leven iets goeds beloofde. Ik
bleef ervan overtuigd dat iedereen die dicht bij me in de buurt
kwam iets zou overkomen. Mijn neef Edward was een oog kwijtgeraakt
bij een auto- ongeluk toen hij halsoverkop was weggereden om
Bradley Whitfield, die me had aangerand, te pakken te krijgen.
Ignacio kwijnde nu weg in een gevangenis, na rot zes jaar te zijn
veroordeeld. Adan was om het leven gekomen op de boot. Misschien
was het beter als ik terugkeerde naar mijn dorp in Mexico en mijn
lot aanvaardde. Misschien zou
liet voor iedereen beter zijn als ik gewoon wegliep en naar
huis ging.,
Terwijl ik naar buiten keek naar de tuinen, de tennisbanen en
het zwembad, hoorde ik mijn arme Mexicaanse dorpje roepen. Ik kon
de gefluisterde smeekbede horen. Kom terug, Delia. Kom naar huis en
accepteer wie je bem. Stop met je pogingen het lot te tarten. |e
kunt het getij niet keren.
Maar toen herinnerde ik me het intense verdriet in senor
Bovio's ogen toen hij hoorde dat zijn zoon gestorven was. Hij was
een schim van zichzelf, alsof zijn ziel was vertrokken om bij zijn
zoon te zijn. Het besef dat het kind van zijn zoon in mij groeide
deed zijn ziel terugkeren en hem van nieuwe hoop vervullen. Hoe kon
ik weggaan en hem achterlaten als een rijpe druif die rot aan de
wijnstok? Hoe kon ik zo wreed zijn? Hoe kon ik zo egoïstisch zijn,
vooral waar hij zoveel deed om het me comfortabel te maken en de
gezondheid en het welzijn van mijn baby veilig te stellen?
Nee, Delia, zei ik tegen mezelf. Je moet leren hoe je kunt
profiteren van het geluk als dat bij je aanklopt, en niet blijven
stilstaan bij herinneringen aan droefheid en tegenslag.
Ik ging naar de badkamer om een douche te nemen, me op te
knappen en andere kleren aan te trekken. Omdat er zoveel was om uit
te kiezen, wist ik zeker dat ik wel iets zou kunnen vinden om aan
te trekken. Voor korte tijd, toen ik terugging naar de kast en de
kleren doorzocht, werd mijn aandacht van al het andere afgeleid. Ik
voelde me als een klein meisje in een snoepwinkel dat mag uitzoeken
wat ze wil.
Maar toen hoorde ik de onmiskenbare stem van tante Isabela. Ze
stond onder aan de trap te redetwisten met señor Bovio. Ik liep de
kast uit naar de deur, die op een kier stond, en hoorde haar
zeggen: 'Ben je helemaal gek geworden, Ray? Waarom breng je haar
hier? Het kind had een zenuwinzinking en lag in een kliniek.'
ik breng niet alleen haar hier maar ook het kind van mijn
zoon.'
'O, dit is belachelijk. Laat me haar terugsturen naar de
plaats waar ze thuishoort zodat we voorgoed van haar af zijn. Ik
had haar nooit moeten laten komen toen haar ouders gestorven waren.
Ze hoort hier niet.''Het kind van mijn zoon hoort niet thuis in een
of ander achtergebleven Mexicaans dorp om zonder enige ontwikkeling
op te groeien en te leven als een Mexicaanse dagloner,'
protesteerde hij kwaad. 'Jij wilde dat niet voor jezelf, en je was
bereid je vader te trotseren om hogerop te komen. Moet ik je
herinneren aan de dingen die je me hebt verteld? Aan je
beschrijving van dat dorp waar je wilt dat ik mijn kleinkind
naartoe stuur?'
Zijn woorden en de toon waarop hij ze zei namen haar de wind
uit de zeilen. Ze mompelde iets, en het volgende wat ik hoorde was
dat ze de trap opkwam. Ze droeg een van haar schoenen met
stilettohakken die de staccato voetstappen veroorzaakten die ik
maar al te goed kende. Gewoonlijk waren ze de aankondiging van een
woedeaanval. Ik liep weg van de deur.
Ook al had ik het gevoel dat ik naar een fort was verhuisd
dankzij het ommuurde landgoed, de hekken en de bewakers, en werd ik
op allerlei manieren geïsoleerd van de buitenwereld, toch was de
komst van tante Isabela nog steeds beangstigend.
Toen ze van de arts in de kliniek had gehoord dat ik zwanger
was, leek haar dat te bevallen en te rechtvaardigen dat ze me
wegstuurde. Haar voornaamste dreigement was dat ze geen abortus
voor me zou regelen. Ze was verbaasd toen ik zei dat ik dat prima
vond, dat ik geen abortus wilde, maar ook daar leek ze toen blij om
te zijn. Ze wist dat mijn leven als ongetrouwde moeder in Mexico
nog moeilijker zou zijn.
'Mooi. Blijf maar zwanger. Ik zal onmiddellijk maatregelen
nemen voor je terugkeer. Bereid je vast voor op je leven als
landarbeidster. Ga weer Spaans spreken,' zei ze.
Ze wilde net weggaan toen ik opstond en uitdagend zei: 'De
waarheid in elke taal is nog steeds de waarheid, en die waarheid is
dat jij degene bent die lijdt, tante Isabela. Je hebt geen familie.
Je zult alle drie doden sterven op de dag dat je lichaam sterft,
maar wees niet bang, ik zal een kaars voor je branden.'
Ik zinspeelde op ons geloof dat we drie keer doodgaan, één
keer als ons lichaam sterft, één keer als we begraven worden en ten
slotte als we vergeten worden.
Ze was zonder verder iets te zeggen weggelopen. En toen,
voordat ze me de volgende ochtend kon wegsturen, kwam senor Bovio
en nam me mee naar zijn huis.
En nu was ze terug, natuurlijk gefrustreerd en geërgerd, wat
haar tot een nog grotere dreiging maakte, meer als een schorpioen.
Ze kwam me steken, hoe dan ook, voor zover ze nog kon. Ik kon het
horen in het geklik van haar voetstappen op de marmeren
vloer.
Ik trok me terug op de stoel bij de kaptafel, en een ogenblik
later kwam ze de suite binnen. Ze was als altijd elegant gekleed,
droeg een van haar geliefde Palm Springs-hoeden met brede rand en
een van haar designerpakjes. Zoals gewoonlijk was haar gezicht
perfect opgemaakt; het kostte haar altijd uren voordat ze een voet
buiten de deur zette. Hoofdschuddend keek ze om zich heen.
ironisch dat hij je in deze kamer heeft ondergebracht,' begon
ze. 'Hij heeft me nooit hier binnengelaten, nooit de deur geopend
als ik naar deze hacienda kwam.'
Ze zweeg even en liep verder de kamer in, zodat ze alles wat
ze zag goed in zich kon opnemen.
ik denk dat hij helemaal niets heeft veranderd in al die
jaren,' mompelde ze. 'En die obsessie niet zwarte panters, alleen
omdat ze er eens één heeft gespeeld in een horrorfilm.
Belachelijk.' Ze snoof de lucht op. 'Het zou me niets verbazen als
hij geregeld haar lievelingsparfum hier rondspoot zodat haar geur
blijft hangen.'
'Je ruikt de verse rozen, tante Isabela.'
'O, ja?' Ze lachte. 'Mannen en hun perverse geheimen en
zwakheden. Het zijn zulke dwazen. Ze verraadde hem, hij was de
bedrogen echtgenoot, maar verafgoodt nog steeds haar
nagedachtenis.'
Ze zinspeelde op de verhalen over de relaties van Bovio's
vrouw met acteurs en regisseurs. Volgens de geruchten was ze
omgekomen bij een auto-ongeluk in Frankrijk tijdens een rendez-vous
met de regisseur van de film waarin ze speelde. De regisseur
overleefde het ongeluk en ontkende natuurlijk de verhalen, maar ik
vermoedde dat zelfs Adan ze was gaan geloven.
Ze draaide zich naar me om met een knikje vol medelijden en
afkeer. 'Jij bent ook een idioot, Delia. Snap je dar dan niet?' Ze
hief haar handen op en spreidde haar armen. 'Hij heeft je in een
tombe gestopt, een museum. Waarom heeft hij dit allemaal bewaard?
Verwachtte hij soms dat zijn vrouw op wonderbaarlijke wijze weer
tot leven zou komen?' Ze liet een hees geluid horen, dat leek op
een gegrom. 'Het maakt me zo verdomde kwaad dat hij me in de waan
bracht dat hij me misschien ten huwelijk zou vragen, terwijl hij al
die tijd nog getrouwd was met deze - deze illusie. Ik kan je wel
vertellen,' ging ze verder, 'dat als hij met me getrouwd was, ik
deze kamer zou hebben laten afbreken en van onder tot boven weer
zou hebben opgebouwd.'
Ze knikte om zich heen alsof ze dacht dat de meubels beefden
bij haar dreigement. Toen wijdde ze haar aandacht weer aan mij en
sprak met zachtere, bijna liefdevolle stem.
'Ik weet dat je niets van wat ik zeg vertrouwt en vooral geen
enkel advies dat ik je geef, maar ik zou toch maar naar me
luisteren, Delia Yebarra. Je speelt nu in mijn wereld. Stap in de
eerste de beste bus hiervandaan en ga naar huis. Ga terug naar je
dorp in Mexico, waar je thuishoort.
'Wat señor Bovio ook tegen je zegt, en hoe mooi en duur de
cadeaus ook zijn waarmee hij je overlaadt, vergis je niet. Hij
gelooft nog steeds dat het jouw schuld is dat zijn zoon dood is.
Hij denkt dat je hem behekst hebt. Als Adan niet was teruggekomen
voor jou, zou hij die dag niet op de boot zijn geweest, en als jij
de macht over het roer niet had verloren, zou hij niet zo'n
verschrikkelijk ongeluk hebben gehad. In de dagen na Adans dood
heeft hij me dat herhaaldelijk toegefluisterd.
'En denk maar niet dat zijn priester het hem uit zijn hoofd
heeft gepraat. Hij kent geen vergiffenis. Zijn stamboom gaat terug
tot de Azteken. Hij leeft voor wraak. Ik ken hem door en door,
Delia. Jou,' zei ze en porde naar me met haar rechterwijsvinger,
'staat een vreselijke tijd te wachten. Ga naar huis voor een
afschuwelijk lot je treft.'
Ze maakte haar tas open en haalde er een bundel bankbiljetten
uit.
'Hier,' zei ze, 'dat is meer dan genoeg om thuis te komen en
je daar enigszins comfortabel te installeren. Ik zal je nog wat
meer sturen als je daar eenmaal bent. Je zult voldoende hebben om
je erdoorheen te slaan,''Waarom maak je je plotseling 20 bezorgd
over mijn welzijn, tante Isabela? Waarom ben je van gedachten
veranderd sinds we elkaar het laatst hebben gesproken? Waarom vind
je het zo belangrijk dat ik wegga en veilig en gelukkig ben?' vroeg
ik. 'Of is het belangrijker dat señor Bovio ongelukkig is? Ie lijkt
eerder kwaad op hem dan bezorgd voor mij. Moet ik je herinneren aan
die afschuwelijke dingen die je tegen me zei in de kliniek? )e was
blij toen je hoorde dat ik zwanger was. Je dacht dat het alles nog
erger zou maken voor me. Nee, tante Isabela, je bent hier omdat je
het haat om te worden tegengewerkt, zeker door een man. Je bent
niet hier uit bezorgdheid voor mij.'
Ze trok haar schouders naar achteren en haar gezicht werd
vuurrood. 'Je verdient alles wat je zal overkomen, Delia. Je bent
nog net zo brutaal, opstandig en stom als altijd.' Ze lachte. 'Je
denkt datje de jackpot hebt gewonnen? Je denkt dat je me in het
gezicht spuugt door hier te wonen en dit alles te accepteren van
senor Bovio?'
'Nee, tante Isabela. Al is het misschien erg moeilijk voor je
om het te geloven of zelfs maar te begrijpen, ik denk niet aan jou.
Ik denkalleen aan mijzelf en mijn baby.'
Ze gooide haar hoofd achterover en lachte weer. Toen keek ze
me aan met een blik die een briesende leeuw tot inkeer zou hebben
gebracht. 'Jouw baby? Wat ben je toch een domme meid. Misschien ben
je toch nog dommer dan Sophia. Of,' ging ze met een wrang lachje
verder, 'denk je dat een baby je legale status hier zal
veiligstellen nadat ik je verstoten heb? Ik weet hoe immigranten
denken. Heeft die Mexicaanse familie je soms dat advies
gegeven?'
'Nee,' zei ik snel. 'Dat is niet de reden waarom ik hier ben.
En jij bent zelf ook een immigrante.'
'Natuurlijk. Jij hebt altijd gelijk, hè? Je bent net als je
moeder, koppig maar stom.'
'Je kunt geloven wat je wilt. Dat doe je toch wel. Sophia
verschilt niet zoveel van je. Je draait en kronkelt om alles te
laren lijken zoals jij dat wenst. Ze heeft een goede lerares
gehad.'
Ze staarde me even aan en toen leek haar gezicht te verzachten
voordat het weer hard werd. Het leek of ze heen en weer geslingerd
werd tussen de wens van me te houden omdat ik karakter toonde en de
wens me te haten.
'Oké. Doe wat je wilt maar ik waarschuw je, Delia. Als je hier
blijft, kom dan later niet meer bij mij om hulp. Ik trek mijn
handen van je af.'
'Doe wat je niet laten kunt, tante Isabela. Je zult mij of de
familie nooit van je afkunnen zetten, wat je ook doet. Altijd als
je 's nachts je ogen sluit zullen wij in je dromen
verschijnen.'
Ze brieste van woede. 'Dat is iets wat je grootmoeder zou
zeggen.'
'Dan ben ik blij dat ik het heb gezegd,' antwoordde ik.
Ze draaide zich om en liep woedend weg, maar liet het geld op
de kaptafel liggen. Iets weerhield me ervan haar achterna te rennen
en het geld voor haar voeten te gooien. In plaats daarvan stond ik
op en borg het in een la. Een ogenblik later liep ik naar het raam
en keek uit op de voorzijde van de haciënda, waar ik senor Garman,
haar chauffeur, zag die het portier van de limousine voor haar
openhield.
Ze kwam naar buiten met senor Bovio. Ze spraken even met
elkaar. Ondanks haar gedrag jegens mij en de dingen die ze over hem
had gezegd, leek ze niet kwaad op hem. Ze boog zich zelfs naar hem
toe om hem een zoen op zijn wang te geven. Hij bleef staan tot ze
was ingestapt en de auto was weggereden. Toen draaide hij zich om,
keek omhoog naar mijn raam, sloot zijn ogen, prevelde een kort
gebed, sloeg een kruis en ging weer naar binnen.
Ik bleef naar tante Isabela's auto kijken die over de
oprijlaan naar het hek reed. Haar waarschuwende woorden galmden
door mijn hoofd toen de limousine uit het gezicht verdween.
Plotseling realiseerde ik me dat mijn hart bonsde en ik mijn
adem inhield.
Voor één ding was ik doodsbang.
Doodsbang dat ze uiteindelijk gelijk zou hebben.