18
Merry
juni 1990
Het was nog vroeg, maar het beloofde een prachtige junidag te worden. Door de roederaampjes streek zacht zonlicht de hotelkamer binnen. Vandaag ging Lulu trouwen. Ik hielp haar met haar jurk en deed mijn best de sfeer net zo zuiver te houden als de helderblauwe lentelucht hier in North Carolina. We hadden een weids uitzicht over Ashville. De elegante kamer paste precies bij de soevereine uitstraling van mijn zus. ‘Je ziet er ontzettend mooi uit.’
Lulu keek naar zichzelf in de spiegel. ‘We hadden stiekem moeten trouwen.’
‘Mama zou je jurk ook mooi hebben gevonden,’ zei ik. Het roomwitte satijn viel zacht en soepel over Lulu’s heupen. ‘Je hebt zo’n prachtig figuur. Net als mama.’
‘Jij bent degene die op haar lijkt, niet ik.’
‘Maar jij hebt haar figuur.’
‘Hoe weet jij dat nou?’
‘Dat weet ik heus wel.’
Lulu schudde haar hoofd. ‘Nee, mama had ronde vormen, net als jij. Je denkt alleen maar dat ik haar bouw heb omdat ze lang was, lang vergeleken bij jou, maar jij hebt haar rondingen. Je bent precies mama, een miniatuurversie van mama.’
Ik bekeek mijn spiegelbeeld eens goed, mijn donkere haren vormden een mooi contrast met de parelmoerkleur van mijn jurk. Mevrouw Winterson, Drews moeder – noem me maar Peg, schat – zou de hooggesloten hals vast afschuwelijk vinden, net zoals ze de jurk die ik gisteravond bij het oefendiner droeg en die mijn litteken moest verbergen vreselijk had gevonden. Vergeleken bij Peg leek ik wel een non. Haar nauwsluitende jurk van gele zijde en daarbij de tien centimeter hoge pumps, in bijpassende kleur geverfd, hadden haar borsten prominent doen uitkomen; Peg beschouwde haar borsten als haar meest geliefde accessoires.
‘Liefje, kijk toch eens, wat een boezem en dan die smalle taille.’ Peg had me van top tot teen bekeken met haar zwaar aangezette mascara-ogen. ‘Je moet iets dragen met een laag decolleté, liefje.’
Drew kwam snel tussenbeide voordat zijn moeder nog meer kon zeggen. Gezien haar staat van dronkenschap zou het me niet verbaasd hebben als ze een nagelschaartje tevoorschijn had gehaald en ter plekke een diep decolleté in mijn cocktailjurkje had geknipt.
‘Mam, met jou en Daphne in de buurt is er wel genoeg te zien voor iedereen,’ had Drew gezegd met een hoofdknikje naar de weelderige boezem van zijn zus.
‘Drew!’ had Daphne kwaad uitgeroepen, leunend tegen haar man die eruitzag als een gipsen standbeeld.
Peg Winterson had moeten lachen, een koket rokerslachje. ‘Nou, ik heb je in ieder geval gewaarschuwd, Merry. Het is je eigen schuld als je straks opvliegers krijgt van de hitte. Ik vind het maar gek hoor, zo’n hooggesloten jurk en lange mouwen, het is nota bene juni!’
Lulu moest hier blijkbaar ook net aan terugdenken, want met haar blik nog altijd op de spiegel gericht, hield ze haar handen onder haar borsten, duwde ze iets omhoog zodat er wat meer bolling ontstond, en vroeg: ‘Is dat boezem genoeg voor Peg, denk je?’
Lulu’s lichtbruine haar was in losse krullen opgestoken in een lage knot. Ze had zonder morren het gefrutsel en gedoe doorstaan van de kapster die van Peg per se moest worden ingehuurd. ‘Ik zie eruit als een melkmeisje, hè?’ vroeg Lulu, terwijl ze met haar hand even over haar eenvoudige jurk streek.
‘Je ziet eruit als een engel,’ zei ik. ‘Laat Daphne en Peg maar mooi de hoetsiekoetsie-vrouw uithangen vandaag.’
‘Oma.’ Lulu smakte even met haar lippen om haar lippenstift goed te doen. ‘Weet je nog dat ik van haar geen minirokjes mocht dragen?’
‘Omdat je er dan uitzag als een hoetsiekoetsie-danseres,’ zei ik. ‘Ik wou dat oma erbij kon zijn. Hoe oud zou oma nu geweest zijn?’
‘Weet ik niet. En wat maakt het ook uit?’
‘Ik vraag het me gewoon af. Even kijken, papa wordt zevenenveertig. Mama zou zesenveertig zijn geweest. Zou je niet willen dat mama nu hier kon zijn?’
Lulu vouwde haar armen over elkaar voor haar borsten. ‘Ze zou het meest opvallende decolleté van iedereen hebben gehad.’
‘En er mooier uit hebben gezien dan wie dan ook op de receptie.’
‘Dan wie dan ook in het hele hotel.’
‘Mooier dan wie ook in heel North Carolina.’ Ik draaide mijn gezicht van links naar rechts. ‘Vind je echt dat ik op haar lijk?’
‘Zit niet zo naar complimentjes te vissen. Dat weet je heus wel.’
‘Papa zegt dat jij meer lijkt op zijn familie.’
‘Oma zou volgens mij zevenentachtig zijn geweest,’ zei Lulu. ‘En Mimi Rubee zesenzestig, of vijfenzestig. God, wat was zij nog jong toen mama geboren werd.’
‘Papa heeft me gevraagd om jou en Drew een cadeau te geven namens hem.’ Ik had de woorden nog niet uitgesproken of ik wilde ze alweer inslikken.
‘Wat dan, een bekertje van blik?’
‘Doe niet zo gemeen, Lu. Vandaag niet alsjeblieft.’
‘Als je zijn naam maar niet noemt, oké? En ik wil geen cadeau van hem krijgen.’ Mijn zus schudde haar hoofd. ‘Het is mijn trouwdag vandaag. Ik heb je steun hard nodig – ik heb mijn handen al meer dan vol aan Drews dronken familieleden. Ik wil gewoon dat alles perfect is, alleen voor deze ene dag.’
‘En morgen dan?’
‘Geen geruzie, geen gezeur. Iedereen kalm en opgewekt. Is dat nou te veel gevraagd?’
‘Nee.’ Ik pakte haar hand, haar witte lange handschoen-hand, en samen liepen we naar haar bruiloft.
Lulu en Drew gingen op huwelijksreis naar IJsland, waar het in juni gemiddeld twaalf graden was en de hoogste temperatuur ooit twintig graden of zo. De zomers die Drew vroeger met zijn vader, moeder en zusje in North Carolina had doorgebracht hadden hem allergisch gemaakt voor warm weer. Toen hij vorige zomer in augustus zijn ouders bezocht, had hij overal uitslag gekregen, wat volgens hem aan het weer lag. Lulu vermoedde dat hij eigenlijk allergisch was voor het dronkemansgepraat van zijn moeder, al zei ze dat maar niet hardop; ze gaf hem gewoon de zinkzalf aan.
Ze vond het trouwens ook wel leuk om naar IJsland te gaan, naar zo’n verre uithoek van onze planeet. In IJsland hoefde ze niemand om de tuin te leiden. Ze hoefde daar niet telkens te denken aan haar zelfbedachte verleden. Als ze maar genoeg boeken bij zich hadden en als Drew af en toe een potje poker kon spelen in het hotel, dan waren ze allebei al gelukkig. Als ze maar bij elkaar waren.
Op een kwetsbaar moment, vlak voor de bruiloft, had Lulu me verteld dat het feit dat ze niet langer papa’s naam hoefde te dragen een van de beste cadeaus was die ze zich had kunnen wensen voor haar bruiloft. Ik begreep het; ik had zelf ook wel Drews achternaam willen aannemen. Niet dat ik mijn vader ooit op die manier zou kwetsen natuurlijk.
Gedurende de weken dat Lulu en Drew op huwelijksreis waren, pakte ik mijn spullen in en ontruimde mijn appartement. Ik bereidde me voor op de verhuizing naar het enorme huis in Cambridge met al zijn kamers en gangen dat ze vlak voor de bruiloft hadden gekocht. We zouden niet met z’n allen in dezelfde ruimte leven, uiteraard; ik zou mijn eigen appartement krijgen met een eigen opgang. Een vorige eigenaar had het huis lang geleden al in twee appartementen gesplitst. Het victoriaanse hoekhuis stond op een flink stuk grond. De ingang van mijn appartement was gelegen aan de ene straat en dat van hen aan de straat die daarmee kruiste.
Het was misschien wel een beetje sneu, dat ik zo boven op mijn zus en zwager ging wonen, maar het gaf zowel Lulu als mij een veilig gevoel, en Drew leek er geen bezwaar tegen te hebben.
Toen ik Drew voor het eerst ontmoette, zag ik direct dat hij en Lulu een soort magnetische aantrekkingskracht op elkaar hadden. Drew had niet zo’n dramatisch leven gehad als Lulu, maar ook hij was als kind aan genoeg rariteiten blootgesteld. De vader van Drew weet het drankprobleem van Drews moeder, haar affaires en theatrale persoonlijkheid, aan het feit dat ze uit het Zuiden kwam. Drews moeder gaf de staat Nebraska de schuld van het ijzige, gesloten karakter van haar man. Hitte en ijs samen in één huis – dat had genoeg turbulentie veroorzaakt in Drews jeugd.
Lulu en Drew verlangden allebei naar rust en kalmte.
Als ik volgende week in mijn nieuwe appartement trok, dan hoefde ik maar één trap op en had dan mijn eigen ruimte tot mijn beschikking die bestond uit drie redelijk ruime kamers. Ik had het vermoeden dat mijn appartement vroeger voor de bedienden bestemd was geweest, maar ik voelde me niet misdeeld; Drew was immers degene die alles had gefinancierd.
De ingang van Drew en Lulu’s veel grotere appartement was gesitueerd aan de achterkant; via een grote veranda bereikte je hun voordeur. Het huis had moderne elementen, waar Lulu blij mee was, vooral met de moderne keuken en de badkamer en suite, maar ook de authentieke details waren bewaard gebleven, zoals de sierlijsten en medaillons aan het plafond, waar Drew, die geïnteresseerd was in architectuur, helemaal weg van was. Na zijn poëtische uitweidingen over antieke, barnstenen deurknoppen te hebben aangehoord, was ik over dat onderwerp voor de rest van mijn leven uitgepraat.
Lulu en Drew hadden zoveel ruimte dat het nog moeilijk werd om voor al die kamers een bestemming te vinden. Ze konden een gezin stichten, een kantoor aan huis beginnen, speelkamers inrichten en zelfs een massagesalon beginnen als ze zouden willen. Ik vond het prima; drie kamers waren voor mij meer dan genoeg. Ik had geen enkele behoefte om me voort te planten. Het moederschap hield je maar gevangen. Ik herinnerde me nog dat ik altijd goed had opgelet hoe mevrouw Cohen met haar kleindochtertje Rachel omging; ze had zich het liefst met een touw aan het kind vastgebonden om maar te voorkomen dat Rachel uit een raam zou vallen of zoiets. Altijd als Rachel op bezoek kwam, borg mevrouw Cohen alle dingen achter slot en grendel die Rachel eventueel zou kunnen inslikken of opeten, dingen waar ze in zou kunnen stikken of zich verslikken, of die mogelijk giftig waren.
Als ik op Rachel oppaste durfde ik nauwelijks met mijn ogen te knipperen, want dat hield immers in dat ik één nanoseconde lang blind was voor haar naderende dood. Ik wilde geen kinderen, en hoewel ik daar nooit iets van gezegd had, hoopte ik dat Lulu en Drew ook geen kinderen zouden krijgen. Met z’n drieën zouden we ons prima redden, een soort zelfgekozen clubje drenkelingen die hun disfunctionele families overleefd hadden en nu in alle rust in het kalme Cambridge gingen wonen.
Hoe meer spullen ik inpakte, hoe kleiner en viezer mijn appartement eruit begon te zien. Elke poster die ik van de muur haalde, onthulde weer een nieuw, akelig detail dat ik inmiddels was vergeten – zoals het gat dat Quinn met zijn vuist in de muur had geslagen de laatste keer dat ik zei dat hij moest vertrekken en ik dreigde zijn vrouw te bellen als hij ooit nog contact met me zocht. Of de vloer, de plek waar ik had overgegeven na veel te veel glazen Manischewitz-wijn op de avond dat Lulu, Drew en ik een halfslachtige poging deden onze eigen seideravond te houden; de roze vlek op het grijze tapijt had ik weggemoffeld onder een gehaakt kleedje.
Op de radio werd een nummer van Whitney Houston gedraaid; het deed me te veel aan Quinn denken, dus ik draaide de radio snel uit en zette een toepasselijker bitchy cd op van Janet Jackson. Inderdaad: ‘What have you done for me lately?’
Ik had bijna geen sigaretten meer. Nog eentje maar. Daar kwam ik de nacht niet mee door, en daarbij zweette ik me kapot. Ik had behoefte aan airconditioning voor bij mijn sigaret.
De volgende ochtend werd ik wakker in Gary’s appartement. Gary – zijn achternaam kon ik me niet meer herinneren – lag nog rumoerig te snurken. Gary had al een tijdje een oogje op mij. En dat wist ik. Zijn vriendin Sheila, die verpleegster was, had gisteravond moeten werken, en Gary was naar het café gegaan om een paar potjes te poolen. Wat ik me nog herinnerde was dat ik me over hem heen had gebogen terwijl hij mijn sigaret aanstak, en schaamteloos mijn borsten en mijn litteken had getoond, zonder dat me dat iets kon schelen; zo hevig snakte ik er blijkbaar naar om bewonderd te worden. Net een hoer die voor honderd dollar alles met zich liet doen.
We waren naar zijn appartement gegaan omdat het bij mij thuis zo’n zootje was. We hadden natuurlijk helemaal nergens naartoe moeten gaan, dat was veel beter geweest. Zo voorzichtig mogelijk sloeg ik het laken van me af. Mijn hoofd bonkte. Ik zwaaide eerst mijn ene been en toen mijn andere been over de matras. Boven op de grauwe, grijswitte lakens lag ook nog een oude, pluizige deken.
Maar Gary had airconditioning, dat wel.
Had ik me niet voorgenomen om nooit meer op zaterdagavond naar Burke’s bar te gaan?
Hoe kon ik zo stom zijn geweest? Waarom had ik niet gewoon bij het tankstation op de hoek sigaretten gekocht?
Ik liep op mijn tenen over de groezelige houten vloer naar de badkamer. Hij woonde in zo’n laag appartementengebouw, niet meer dan twee verdiepingen. Die kende ik wel. Als je in een zo’n appartement een keer de nacht had doorgebracht, dan had je ze eigenlijk allemaal wel gezien.
‘Hé, niet wegsluipen jij.’
Ik draaide me om en glimlachte lafjes.
‘Ik kan maar beter gaan,’ zei ik. ‘Straks komt Sheila langs.’
‘Ze heeft geen sleutel.’ Hij ging op zijn zij liggen en trok het laken op tot zijn kin, net een meisje, misschien om zijn bierbuik te verbergen. ‘We zijn niet verloofd of zo, hoor.’
Zijn zachte blonde haar viel sluik naar voren over zijn kalende voorhoofd. Ik had Gary eigenlijk nooit in iets anders gezien dan een baseballshirt en Red Sox-petje, waarmee hij al zijn zwakke plekken kon verdoezelen.
Ik was naakt, en dat voelde te veel als een uitnodiging, dus raapte ik snel mijn kleren van de vloer en hield ze tegen mijn lichaam geklemd in een poging mijn blote borsten en de rest te bedekken. ‘Ik moet naar huis, mijn spullen inpakken.’
‘Ik kan je wel helpen? Ik ben supergoed in inpakken,’ zei hij met een jongensachtig lachje.
‘Nee, dank je. Het is een zwijnenstal in mijn huis.’
Gary gebaarde om zich heen. ‘Dit is anders ook niet echt de Taj Mahal. Laat me op z’n minst een ontbijtje voor je maken.’
‘Koffie. Koffie zou lekker zijn.’ Ik haastte me naar de badkamer en trok mijn kleren zó vlug aan dat Superman er jaloers op kon zijn. Ik smeerde wat tandpasta op mijn wijsvinger en wreef ermee over mijn tanden en mijn tong om de smaak van bier en Gary weg te poetsen. In de spiegel zag ik dat ik clowneske zwarte mascaravlekken onder mijn ogen had. Ik deed Gary’s medicijnkastje open, wat je misschien niet behoorde te doen, maar daar kon ik me nu niet echt druk om maken, en vroeg me af of hij iets in huis had wat ik kon gebruiken als make-upremover. Vaseline? Na enig gerommel in het kastje vond ik een half uitgeknepen tube Jergens Lotion, die vast van Sheila-zonder-sleutel was.
Ik depte wat lotion onder mijn ogen en slaagde erin de zwarte vegen uit te smeren tot nog veel grotere, olieachtige kringen. Mijn zonnebril lag in mijn auto. Het liefst was ik uit het raam gesprongen om hem te pakken, maar ik zat hier op eenhoog.
Toen ik de keuken binnenkwam, keek Gary me met een bewonderende blik aan. ‘Je ziet er schattig uit ’s ochtends.’
Hij liep naar me toe en sloeg een arm om mijn middel. Ik deinsde een beetje terug voor de geur van ongepoetste tanden. Moest die man niet een keer plassen of zo? ‘Dank je. De badkamer is vrij.’
‘De koffie is bijna klaar. Ben zo terug. Niet weggaan.’
Ik kon wel huilen van frustratie dat ik niet direct naar huis kon. Ik wilde weg – weg uit Gary’s appartement, en weg van zijn blik. Hij zat me de hele tijd aan te kijken met van die ogen die schreeuwden om liefde en seks en romantiek. Ik voelde me net een prooidier in de klauwen van een uitgehongerde beer. Tergend langzaam drupte de koffie door het filter; ik snakte naar cafeïne. Toen eindelijk de laatste druppels doorgelopen waren, spoelde ik twee kopjes om: een geel kopje met een lange, bruine barst erin, en een ander dat er nog redelijk uitzag met daarop LIEFSTE VRIENDJE VAN DE WERELD. Veel keus had ik niet, dus nam ik de mok met de barst.
‘Ah, de koffie is klaar.’ Gary pakte zijn inmiddels schone kopje en hield het voor me op om in te schenken. ‘Sorry.’
Ik wist niet of hij doelde op de viezigheid of op de tekst die op de beker stond. Ik haalde mijn schouders op. ‘Geeft niet.’
Hij kwam dichter bij me staan en friemelde aan de boord van het T-shirt dat ik gisteravond ook al aan had. Door de wijde V-hals kon hij makkelijk mijn schouder kussen, ook al had ik er nog een mouwloos hemdje onder aan. Kronkelend probeerde ik me van hem los te maken, maar hij pakte me steviger beet. ‘Lekker smaak je.’
‘Ik moet gaan.’
‘Nu nog niet.’ Hij gleed met zijn tong over mijn sleutelbeen en vervolgens met een eeltige vinger. ‘Ik wil je, nu.’
Ik liet toe dat hij me naar een keukenstoel dirigeerde. Hij rukte zijn boxershort naar beneden en ging zitten. Hij greep me vast en ontblootte met één snelle beweging mijn onderlichaam. Hij trok me boven op zich en kreunde. Ik begroef mijn gezicht in de holte van zijn hals en wachtte tot hij klaarkwam.
De hete waterstralen striemden mijn huid. Ik zeepte mijn armen in, mijn voeten, schrobde Gary weg tussen mijn benen tot de Ivoryzeep begon te prikken. Ik waste mijn haar twee keer. Na het douchen smeerde ik mijn hele lichaam in met talkpoeder, Cashmere Bouquet, hetzelfde merk als waarmee oma ons altijd bepoederde. Lulu zei dat mama dat ook altijd gebruikte. Als het warm was, wreef mama ons in met verkoelende alcohol en daarna met talkpoeder, zodat we niet zo zweetten ’s nachts.
Ik trok mijn dunste T-shirtje aan en een oude broek die ik van Lulu had gekregen, zo’n broek die dokters in het ziekenhuis droegen. Ik schonk mezelf nog een derde kop koffie in, roosterde een muffin, besmeerde hem met een dikke laag boter en legde er plakjes cheddarkaas op. Ik graaide de ongeopende post van tafel die zich daar had opgehoopt, en maakte stapeltjes.
Betalen.
Weggooien.
Brief van papa.
Toen ik de muffin op had, sneed ik met een mesje papa’s brief open en begon te lezen:
Hoe was de bruiloft van de eeuw? Ik kan niet wachten om alle verhalen te horen. En vooral ben ik benieuwd naar de foto’s. Die neem je toch wel mee? Let er wel op dat ze het goede formaat hebben, je kent de regels, hè? Bel anders even, dan kunnen ze je vertellen wat wel of niet is toegestaan.
Alsof ik niet al sinds mijn kindertijd precies wist wat je wel en niet in je bezit mocht hebben in de Richmond County-gevangenis.
Ik hoop heel erg dat jij je zus ervan kunt overtuigen om eens bij mij langs te komen. Dat hoop ik al zo lang. Ik denk dat als we elkaar weer eens in het echt zouden zien, ik haar alles uit zou kunnen leggen. Denk je dat ze mijn brieven ooit leest?
De laatste keer dat ik haar dat vroeg, zei Lulu dat ik me met mijn eigen zaken moest bemoeien. Later, waarschijnlijk nadat ze met Drew had gepraat, zei ze dat ze ze af en toe las, maar meestal direct tot confetti versnipperde. ‘Je zegt het toch wel als er echt iets aan de hand is?’ Ik nam aan dat ze bedoelde: als onze vader op sterven na dood is, kanker krijgt of zoiets. Zou ze dan wél bij hem op bezoek gaan?
Ik heb groot nieuws: ze willen me een belangrijker functie geven in de optische werkplaats. We leveren nu aan nog eens drie instellingen. Jouw vader wordt de baas van de grootste werkplaats die er is binnen het hele systeem.
Instellingen. Systeem. Ze. Onze communicatie verliep via zorgvuldig gekozen codewoorden.
Ik denk dat dat een positieve invloed kan hebben als ik straks weer kans maak op vervroegde vrijlating, maar jij weet ook wat pas echt effect zou hebben. Alsjeblieft. Probeer je zus over te halen. Ik begin hierbinnen een oude man te worden.
Ik kon mezelf niet langer inhouden; mijn hand wreef obsessief over mijn borstkas – eindeloos tastte ik de overgang van gladde huid naar ruwe ribbels af.
Over drie jaar ben ik vijftig. Je zou die oude kerels hier eens moeten zien – er is niks meer van ze over. Zo wil ik niet worden. Ik hoop ooit mijn kleinkinderen te kunnen vasthouden. Alsjeblieft. Al mijn hoop is op jou gevestigd, Tootsie. Liefs en kussen, papa.