Een meisje en twee jongens

Ibrahim en zijn vrouw Hunda woonden in een grot hoog in een van de wanden van de Kloostervallei. Toen Hunda’s weeën begonnen riep Ibrahim de hulp van hun buurvrouw Rya in. Ze hielp niet alleen bij de bevalling van de lange zoon, het afbinden van de navelstreng en het verkruimelen van nies-opwekkende heeshy onder Hunda’s neus om de nageboorte te stimuleren, maar ze liet ook water brengen door haar zoons en bleef toen in de buurt om te helpen. Ze was er nog steeds toen ik de volgende dag langsging. Ik denk niet dat ze het me anders zou hebben verteld.

Ik keek haar nieuwsgierig aan toen ze me over het vuur toevertrouwde: ‘Ik heb over je gedroomd.’

Ik merkte dat ze mijn reactie probeerde te peilen. Ze wist niet hoe ik zou reageren, maar ik was dol op hun voorspellende dromen en op afwachten wat ervan uit zou komen, dus ik zei: ‘Echt waar?’ En: ‘Was het goed of slecht?’ waarmee ik haar aanspoorde me erover te vertellen.

‘Ik kwam bij je op bezoek nadat je was bevallen,’ zei ze. ‘Je zat in de hoek van je grot en gaf de borst aan je zoon. Toen ik je feliciteerde, antwoordde je: “Al-humdulillah. Bint ou walad-ein b-kaffi.”’ Twee jongens en een meisje, nu is het goed.

Het leek alsof ze zich in mijn gedachten had gedroomd.

Ik praatte niet vaak over onze gezinsplanning, hoewel ik mijn vriendinnen vaak aanspoorde om iets aan geboorteregeling te doen. Vrouwen prezen zichzelf gelukkig als ze om de twee jaar een zoon kregen, die ze vervolgens borstvoeding gaven tot ze opnieuw zwanger raakten. In de tussentijd menstrueerden ze niet. Maar dat natuurlijke voorbehoedsmiddel werkte niet voor iedereen, zoals een jonge moeder ontdekte toen ze binnen een jaar na de geboorte van haar eerste kind van de tweede beviel en zo uitgeput was dat ze geen moedermelk aanmaakte en binnen de kortste keren zwanger raakte van de derde. Ik probeerde haar over te halen om de pil te slikken: ‘Je komt voor ijzer en vitamineprikken, je slikt antibiotica en je gebruikt poedermelk, waarom zou je dan de pil niet slikken?’

Maar ze antwoordde, zoals alle vrouwen, dat zwangerschappen Gods werk waren.

Rya’s droom was mijn eigen droom, en het daaropvolgende jaar kwam hij uit – alleen zat ik in een hoek van ons bakstenen appartement op Umm Sayhoon.