3
Bosch draaide zich half om zodat hij Walling kon aankijken. Hij was niet van plan ook maar een meter te rijden voor ze was begonnen te praten. `Je weet heel goed wie Stanley Kent was en waar hij woonde,' zei hij. `Je hebt tegen me gelogen. Nou, was hij een terrorist of niet?'
'Ik heb je naar waarheid verteld dat hij dat niet was. Hij was een dood-gewone burger, een natuurkundige. Hij stond op een lijst omdat hij toegang had tot radioactief materiaal dat - als het in verkeerde handen valt - een gevaar voor de samenleving kan zijn.'
Waar heb je het over?' 'Ik heb het over stralingsgevaar en dat kan zich op verschillende manieren manifesteren. Om te beginnen kan een individu er slachtoffer van worden. Denk maar aan die Rus aan wie eind november 2006 in Londen een fatale dosis polonium is toegediend. Het materiaal waar Kent mee werkte, kan op grote schaal worden gebruikt. Dan heb ik het over een winkelcentrum, de metro en dat soort zaken. Het hangt of van de hoeveelheid en hoe het wordt gedaan.'
`Hoe het wordt gedaan? Heb je het dan over een born? Kunnen ze met het spul waarmee hij werkte een vuile born in elkaar zetten?'
`Het ligt aan de toepassing, maar het antwoord is "ja".' Ik dacht dat het zo'n broodjeaapverhaal was en dat er nog nooit een vuile born is ontploft.'
`De officiele benaming is een IED en dat staat voor Improvised Explosive Device. Wat dat broodje aap betreft: dat is het totdat de eerste tot ontploffing is gebracht.'
Bosch knikte en wees naar het huis voor hen. 'Hoe wist je dat dit Kents huis niet was?'
Ze wreef over haar voorhoofd, om aan te geven dat zijn gewroet haar hoofdpijn bezorgde.
`Omdat ik bij hem thuis ben geweest. Ben je nou tevreden? Verleden jaar zijn mijn partner en ik bij hem thuis geweest om hem en zijn vrouw erop te wijzen dat hij vanwege zijn beroep bepaalde risico's loopt. We hebben de beveiliging van zijn huis nagelopen en hem gezegd dat hij betere voorzorgsmaatregelen moest treffen. Dit alles in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid. Tevreden?'
`Oke. Was dat gewoon routine voor Tactische Inlichtingen en Binnenlandse Veiligheid of was hij op de een of andere manier bedreigd?'
`Nee, bij Kent was er geen sprake van direct gevaar. Het was meer een kwestie van het zekere voor het onzekere nemen. Een jaar en vier maanden geleden heeft iemand het beveiligingssysteem van een kankerkliniek in Greensboro, North Carolina, weten te omzeilen en zijn er tweeentwintig staafjes van een radio-isotoop genaamd cesium 137 weggenomen. De medische wetenschap gebruikt dat spul voor de behandeling van baarmoederhalskanker. We weten niet hoe het is gedaan en door wie, maar het materiaal is weg. Zodra het bekend werd, meende iemand van de plaatselijke antiterreureenheid bier in LA dat het misschien een goed idee was om de beveiligingssystemen van de ziekenhuizen nog eens te testen en degenen die met het spul omgaan nogmaals op het hart te drukken alle voorzorgsmaatregelen te treffen en alert te blijven. Kunnen we nou alsjeblieft gaan?'
`En dat mocht jij doen?' Helemaal goed. De FBI delegeert dergelijke taken naar de plaatse-lijke afdelingen. Mijn partner en ik hebben de opdracht gekregen met mensen als Stanley Kent en zijn vrouw te praten. We zijn bij hen thuis geweest, hebben de beveiliging van hun huis met hen doorgenomen en hen op het hart gedrukt te allen tijde alert te zijn. Dat is ook de reden dat ze mij hebben gebeld toen zijn naam vannacht in Washington een alarmbel deed rinkelen.'
Bosch zette de auto in zijn achteruit en reed de straat op. Waarom heb je me dat niet meteen verteld?' vroeg hij.
`Omdat er in Greensboro verder geen slachtoffers zijn gevallen,' verdedigde Walling zich. Misschien hebben we hier met iets totaal anders te maken. Ze hebben me opgedragen omzichtig te werk te gaan en daarom heb ik tegen je gelogen. Het spijt me.'
Voor spijtbetuigingen is het een beetje laat, Rachel. Is dat cesium ooit teruggevonden?'
`Nee, nog niet. Het gerucht gaat dat het op de zwarte markt is verkocht. Het spul schijnt sowieso nogal prijzig te zijn, ook voor toepassingen in de medische wereld. Omdat we niet precies weten waar we hier mee te maken hebben, hebben ze mij naar deze PD gestuurd.'
Even later bereikten ze het juiste deel van Arrowhead Drive. Bosch begon weer naar huisnummers te zoeken, maar Walling gaf hem aanwijzingen.
`Dat huis links, geloof ik, met die zwarte luiken. Ik kan het niet zo goed zien in het donker.'
Bosch reed de oprit in en zette de motor
af. Hij stapte snel uit en liep naar de voordeur. Het huis was
pikkedonker, maar toen hij bij de deur was, zag hij dat die op een
kier stond.
`De deur staat open,' fluisterde hij. Hij duwde de deur voorzichtig open en met getrokken wapens gingen ze het donkere, doodstille huis in. Bosch tastte de muur af en vond een lichtknop. Het licht floepte aan en ze stonden in een keurig nette, verlaten zitkamer. Niets wees erop dat er iets mis was.
`Mevrouw Kent?' riep Walling en toen, op fluistertoon: 'Harry? Hij heeft alleen een vrouw. Er zijn geen kinderen.'
Walling riep nog een keer, maar het bleef stil. Rechts was een gang. Bosch liep erheen en vond een lichtknop. Hij zag vier dichte deuren en een open, die van een werkkamer.
Er was niemand in de werkkamer. Zo te zien stond de computer nog aan, want Bosch zag het blauwe schijnsel van een computerscherm in het raam reflecteren. Ze liepen verder de gang in en wierpen een blik in wat een logeerkamer leek en in een fitnessruimte met toestellen en oefenmatjes die netjes aan de muur hingen. De derde deur was die van een badkamer en achter de vierde deur was de echtelijke slaapkamer. Ze gingen de slaapkamer in en Bosch knipte het licht aan.
Ze hadden mevrouw Kent gevonden. De vrouw lag op het bed, geheel ontkleed, een prop in de mond. Haar polsen en enkels waren achter haar rug aan elkaar gebonden. Ze had haar ogen dicht. Walling liep snel naar het bed om te kijken of ze nog leefde, terwijl Bosch de aangrenzende badkamer en de inloopkast controleerde. Hij liep naar het bed en zag Walling de plastic strips waarmee mevrouw Kents polsen en enkels gebonden waren met een zakmesje doorsnijden, waarna ze de sprei over het naakte lichaam legde. Er hing een sterke geur van urine in de kamer.
Teen ze?' vroeg Bosch. Ja. lk denk dat ze buiten kennis is. Ze hebben haar zo achtergelaten... '
Mevrouw Kents polsen en handen zagen blauw. Walling begon over de polsen te wrijven om de bloedsomloop te stimuleren.
`Bel een ziekenauto.' zei ze. Bosch was geergerd dat hij daar zelf niet aan had gedacht en pakte zijn mobiel. Hij liep naar de gang en droeg de meldkamer op een ambulance te sturen.
`Ze zijn er over tien minuten,' zei hij terwijl hij de slaapkamer weer in kwam.
Hij voelde de adrenaline door zijn aderen jagen. Ze hadden een getuige en hij wist dat het van vitaal belang was dat ze haar zo snel mogelijk aan de praat kregen.
Er klonk gekreun toen de vrouw bij bewustzijn kwam. `Rustig maar, mevrouw Kent,' zei Walling. `U bent veilig.' De vrouw verstarde en zette grote ogen op toen ze de twee onbekende mensen zag staan.
Walling legitimeerde zich en zei: 'FBI, mevrouw. Kent u me nog?' `Wat? Wat is er... Waar is mijn man?'
Ze wilde opstaan, maar besefte dat ze naakt was en trok de sprei dichter om zich heen. Haar vingers waren nog gevoelloos, want ze weigerden dienst. Walling hielp haar de sprei om zich heen te slaan.
`Waar is Stanley?' 'Uw man is niet hier. lk ben rechercheur Bosch van de LAPD en dit is agent Walling van de FBI. We proberen erachter te komen wat er met uw man is gebeurd.'
Ze keek Bosch en Walling om beurten aan, maar liet haar blik uiteindelijk op de FBI-agente rusten. 'Ik herinner me u wel,' zei ze. `U bent hier een keer geweest om ons te waarschuwen, toch? Is dat het? Hebben de mannen die hier waren Stanley...?'
Rachel bracht haar hoofd wat dichter bij dat van mevrouw Kent en zei op rustige toon: `Mevrouw Kent... u heet Alicia, toch? Alicia, probeer kalm te blijven. We moeten echt even met u praten en hopelijk kunnen we u helpen. Wilt u zich aankleden?'
Alicia Kent knikte. `Goed. We geven u even de ruimte,' zei Walling. `Kleedt u zich maar even aan. Wij wachten in de zitkamer, maar ik wil eerst weten of u verwondingen hebt.'
Ze schudde haar hoofd. `Weet u zeker dat u niet bent...?' Walling maakte haar vraag niet af, alsof ze zich een beetje schaamde voor wat ze wilde zeggen, maar Bosch had daar geen last van. Ze moesten weten wat er met haar was gebeurd.
`Mevrouw Kent, hebben ze u seksueel misbruikt?' Ze schudde haar hoofd en zei: 'Ik moest me uitkleden, maar dat was alles.'
Bosch keek haar aan, in de hoop dat hij
aan haar ogen kon aflezen of ze de waarheid vertelde.
`Goed,' zei Walling, waarmee ze een eind aan het ongemakkelijke moment maakte. 'We laten u even alleen. Zodra de ziekenbroeders er zijn, willen we toch echt dat ze u even nakijken.'
'Ik ben in orde,' zei ze. Wat is er met mijn man gebeurd?' weten we nog niet precies,' antwoordde Bosch. `Kleedt u zich nou maar aan en kom naar de zitkamer, dan vertellen we u wat we weten.' De vrouw stond wankelend op, met de sprei om zich been. Bosch zag een natte plek op het laken en begreep dat Alicia Kent of zo bang was geweest dat ze in bed had geplast of dat het te lang had geduurd voor ze was bevrijd.
Ze zette een paar stappen in de richting van de inloopkast en viel bijna voorover. Bosch schoot haar te hulp en wist haar nog net op te vangen. `Gaat het?'
'Ja. Ik ben een beetje duizelig, meer niet. Hoe laat is het?' Bosch keek op het digitale klokje op het nachtkastje, maar het schermpje was onverlicht. Het was uitgezet of ze hadden de stekker eruit getrokken. Zonder haar los te laten keek hij op zijn horloge.
`Het is bijna een uur 's nachts.' Hij voelde haar verstijven. 'O, mijn hemel!' riep ze. 'Het is al uren... Waar is Stanley?'
Bosch pakte haar bij de schouders, waardoor ze rechtop kon blijven staan.
`Trekt u nu maar even wat aan, dan praten we er zo over.' Ze liep onvast naar de inloopkast en trok de deur open. Aan de buitenkant van de deur hing een passpiegel en Bosch werd geconfronteerd met zijn eigen spiegelbeeld. Hij las iets in zijn oogopslag, iets wat hij een paar uur daarvoor toen hij thuis in de spiegel had gekeken, niet had gezien: het leek alsof hij zich niet op zijn gemak voelde. Of was het angst voor het onbekende? Op zich was dat niet verwonderlijk. Hij had gedurende zijn loopbaan rond de duizend moordonderzoeken gedaan, maar dit was de eerste keer dat een zaak deze richting was op gegaan. Misschien was 'angst' wel van toepassing.
Alicia Kent pakte een witte badjas van een haakje in de kast en nam die mee naar de badkamer. Ze had de deur van de inloopkast open laten staan en Bosch moest zijn gezicht afwenden om zijn spiegelbeeld niet te hoeven zien.
Walling liep de slaapkamer uit en Bosch volgde haar. Bosch besloot het huis nog een keer te doorzoeken. Hij ging de achtertuin in, keek in de garage en controleerde alle kamers in het huis. Alles zag er normaal uit, hoewel hem opviel dat er geen auto in de dubbele garage stond. Als de Kents behalve de Porsche nog een auto hadden, dan was die nu dus weg.
Toen hij klaar was, liep hij de achtertuin in en terwijl hij naar de gigantische letters die HOLLYWOOD spelden keek, belde hij de meldkamer dat een team van de technische recherche het huis van de Kents moest onderzoeken.
Zijn volgende telefoontje was naar inspecteur Gandle. Bosch haalde hem uit zijn slaap, maar zijn baas luisterde aandachtig naar wat Bosch hem te vertellen had. Het feit dat de FBI ter plekke was en dat er misschien terroristen bij betrokken waren, maakte hem een tikkeltje onzeker. `Nou... ' zei hij toen Bosch zijn zegje had gedaan. 'Ik denk dat ik maar eens een paar mensen wakker ga bellen.'
Wat hij bedoelde, was dat hij zijn meerderen op de hoogte ging brengen van het onderzoek en de eventuele complicaties daarbij. Het laatste wat een inspecteur van Beroving-Moord kon gebruiken, was dat hij op het matje werd geroepen door de mensen direct onder de hoofdcommissaris en aan de tand werd gevoeld over waarom hij zijn superieuren niet meteen had ingelicht. Bosch wist dat Gandle zich niet alleen wilde indekken, maar dat hij ook hoopte instructies van hogerhand te krijgen. Bosch zat daar niet mee en eigenlijk verwachtte hij niet anders.
Hij dacht na. De LAPD had een eigen antiterreureenheid die werd geleid door een man van wie het merendeel van het korps geen hoge pet op had. De man werd gezien als een ongeleid projectiel, die noch de papieren, noch de kwaliteiten voor die functie had.
Thar hoort hoofdinspecteur Hadley zeker ook bij?' vroeg Bosch. Hoofdinspecteur Don Hadley was de tweelingbroer van James Hadley, die heel toevallig lid van de Commissie Politiewezen was, een politieke functie. De commissie had de macht de hoofdcommissaris te benoemen, en hem ter verantwoording te roepen dan wel te ontslaan. Nog geen jaar nadat James Hadley door de burgemeester, en na goedkeuring van de gemeenteraad, tot lid van de commissie was benoemd, was zijn broer gepromoveerd van tweede man van de verkeerspolitie in de San Fernando Valley tot chef van de nieuwe antiterreureenheid. Destijds had men de indruk dat het een door de politiek ingegeven promotie was, omdat de toenmalige hoofdcommissaris verwikkeld was in een hopeloos gevecht om zijn baan. Het mocht niet baten en hij werd de laan uit gestuurd. Voor Don Hadley had dat verder geen gevolgen en hij bleef chef Terreurbestrijding.
Onderdeel van de taak van de eenheid was samenwerking met de diverse federale diensten en de uitwisseling van informatie. In de afgelopen zes jaar was Los Angeles voor zover bekend tweemaal het doelwit van terroristische acties geweest en in beide gevallen was de LAPD er pas achter gekomen nadat de FBI had ingegrepen. Voor het korps was dat nogal beschamend en om die reden was de nieuwe eenheid in het leven geroepen. Sindsdien kreeg de LAPD toegang tot bepaalde informatie en op die manier bleef het korps op de hoogte van wat de federale instanties in zijn eigen achtertuin uitspookten.
Het probleem was echter dat men redenen had aan te nemen dat de FBI de LAPD voor het overgrote deel buitensloot. Dat was natuurlijk nogal pijnlijk en om zijn eigen positie en het bestaan van zijn eenheid te rechtvaardigen, organiseerde hoofdinspecteur Hadley groots opgezette persconferenties en stuurde hij zijn in het zwart gestoken mannen de straat op zodra er iets gebeurde wat maar in de verste verte iets met terrorisme te maken zou kunnen hebben. Bij een ongeluk op de Hollywood Free-way met een tankauto werd de eenheid op voile sterkte ingezet, maar algauw bleek dat de tankauto geen olie maar melk vervoerde. Ook na een aanslag op een rabbi die een synagoge in Westwood uitkwam, werden Hadleys mannen ingezet, maar onderzoek wees uit dat de rabbi was verwikkeld in een driehoeksverhouding.
Het ging maar door. Na het vierde debacle stond hoofdinspecteur Don Hadley in alle geledingen van het korps bekend als hoofdinspecteur Dom Hadley. Hij behield zijn functie, zij het dat iedereen wist dat de politiek daar de hand in had. De laatste Hadley-roddel die Bosch ter ore was gekomen, was dat hij zijn complete eenheid naar de politieacademie had gestuurd voor een cursus vechttechnieken.
`Nou,' zei Gandle, 'Hadley? Dat weet ik zonet nog niet. Ik begin bij mijn baas en die bepaalt wel wie er verder gebeld moeten worden. Maak jij je daar verder maar niet druk over, Harry. Doe je werk en maak je over hem nou maar geen zorgen. Hou jij liever de FBI in de gaten. En pas op dat ze je niet alleen dat vertellen wat je wilt horen.'
Bosch knikte. Het was traditie bij de LAPD dat de FBI te allen tijde gewantrouwd moest worden. Het omgekeerde was natuurlijk ook het geval en dat was de reden dat de plaatselijke antiterreurbestrijding in het leven was geroepen.
Bosch liep het huis weer in. Walling zat in de zitkamer en belde met iemand. Naast haar stond een man die Bosch niet kende. Het was een lange vent van ergens midden veertig met de onmiskenbare, zelfverzekerde houding van een functionaris van de FBI. Bosch had zijn type al veel vaker gezien.
De man stak zijn hand uit en zei: 'U bent rechercheur Bosch, neem ik aan. Jack Brenner. Rachel hier is mijn partner.'
Bosch schudde hem de hand. Het was misschien een detail, maar de manier waarop Brenner zei dat Rachel zijn partner was, sprak boekdelen. Het had iets bezitterigs en Bosch kreeg de indruk dat Brenner hem duidelijk wilde maken dat hij de leider van het koppel was.
`Ah, jullie hebben kennis gemaakt.' Bosch draaide zich om en zag dat Walling haar telefoontje had beeindigd. 'Sorry,' zei ze. `Ik moest even een superieur op de hoogte brengen. Hij zet iedereen van Tactische Inlichtingen op de zaak en stuurt drie teams langs alle ziekenhuizen om uit te zoeken of Kent gisteren in een van de cruciale laboratoria is geweest.'
Een cruciaal lab is er een waar ze dat radioactieve materiaal hebben liggen?' vroeg Bosch.
`Klopt. Kent had toegang tot vrijwel alle ziekenhuislaboratoria in de omgeving en we moeten zien uit te zoeken of hij gisteren in een of meer daarvan is geweest.'
Bosch wist dat ze het aantal labs snel konden reduceren tot een, dat van de Sint Agatha Vrouwenkliniek, want het pasje voor die kliniek zat op Kents revers, maar Walling en Brenner wisten dat niet en Bosch besloot hun dat maar niet te vertellen. Hij had al het idee dat het onder-zoek hem uit handen werd genomen en achtte het verstandig de summiere informatie die hij had, maar voor zichzelf te houden.
`Waar past de LAPD in dit verhaal?' vroeg hij. `De LAPD...' herhaalde Brenner. `Je bedoelt natuurlijk: wat is mijn rol in het geheel? Is dat je vraag?'
`Inderdaad. Waar sta ik?' Brenner spreidde zijn armen om aan te geven dat Bosch welkom was. `Maak je geen zorgen. Je doet voor de voile honderd procent mee.' `Mooi,' zei Bosch. 'Dat is wat ik wilde horen.' Hij keek Walling aan in de hoop dat ze Brenner zou bijvallen, maar ze keek snel weg.