Epiloog
Londen, Engeland. Twee maanden later
‘Ik heb het gevoel dat ik met mijn hals in een strop zit,’ mopperde Meat terwijl hij aan de gesteven witte boord trok die wurgend strak om zijn stierennek zat. Hij had een gehuurde smoking in een forse maat aan. En toch voelde het allemaal veel te strak en benauwend, vooral bij de schouders en in zijn kruis. De glimmende zwartleren schoenen waren ook niet fijn, hij vond het vervelend dat ze zo klikklakten over de marmeren vloer van de Great Court van het museum. ‘Jezus, wat heb ik de pest aan verkleedpartijtjes.’
‘Pardon?’ Jason trok zijn strikje recht. Hij moest grote stappen nemen om Meat te kunnen bijhouden. ‘De afgelopen vijf jaar hebben we aldoor verkleed rondgelopen,’ bracht hij Meat in herinnering. ‘Maar deze keer mochten we ons ook nog douchen en scheren, en zorgen dat we lekker ruiken. Er is niks mis mee om er af en toe deftig uit te zien.’
Hij keek omhoog om de azuurblauwe lucht te bewonderen, door Norman Fosters koepel van glas en staal, bestaande uit driehoekige panelen over het uitgestrekte hart van het British Museum. In het midden stond een aantal genodigden champagne te drinken bij de ronde Reading Room. Maar Flaherty was nog nergens te bekennen.
‘Volgens mij is Tommy er nog niet,’ zei hij. Hij ging bij een levensgroot beeld staan van een strijdlustige Romeinse jongeling te paard. Nadat hij er even naar had gekeken, moest hij aan Randall Stokes denken, die ook ambities had gehad om de loop der geschiedenis te veranderen.
Een ober met een blad vol sprankelende wijn in flûtes kwam meteen naar hen toe. ‘Champagne, heren?’
‘Proost,’ zei Jason terwijl hij een glas bij de steel van het blad pakte.
‘Ja, bedankt,’ zei Meat. Hij pakte een glas alsof het de stuurknuppel van een helikopter was.
Een slanke brunette met een kort jurkje aan liep op hoge hakken voorbij met een schattende blik op Meat, gevolgd door een goedkeurende lach. Meat lachte terug, en wonderlijk genoeg voelde de smoking ineens prettig. ‘Misschien is deftig toch niet zo gek,’ zei hij.
‘Dat is de juiste instelling.’
‘Ik ben er alleen niet aan gewend me deftig te kleden.’
‘Grappig dat je dat zegt,’ reageerde Jason. Hij haalde een witte envelop uit zijn binnenzak.
Achterdochtig keek Meat ernaar. ‘Als dat weer zo’n verdomde dagvaarding is...’
‘Rustig maar.’
In de weken sinds hun terugkeer waren ze vaak opgeroepen voor verhoor. Het ministerie van Defensie was begonnen aan wat vast een langdurig onderzoek zou zijn naar de gebeurtenissen in Irak. Vergezeld door een legertje advocaten van Global Security Corporation hadden Jason en Meat hun verhaal moeten doen bij het Congres. Gelukkig was algauw duidelijk geworden dat ze niets hadden misdaan, vooral dankzij de video-opnamen op het schijfje dat Jason uit de camcorder in Crawfords tent had gehaald. Dat ondersteunde alles wat Jason en Meat tijdens hun getuigenis hadden verteld. Er bleek ook uit dat Crawford Al-Zahrani wel erg hardhandig had ondervraagd, dat Crawford geen gehoor had gegeven aan Jasons verzoek om versterkingen, dat de ziekte waaraan Al-Zahrani ten gevolge van Operatie Genesis leed een grote bedreiging vormde, en dat Crawford een woordenwisseling had gehad met de hospik en hem vervolgens had neergeschoten. Het belangrijkste moment was echter toen Crawford en sergeant Richards, die zich had gekleed als Iraakse nomade, Al-Zahrani van zijn bed hadden getild en Crawford had bevolen de terrorist via de achterdeur te laten verdwijnen uit het kamp. Er waren ook nog vernietigende verklaringen van de overlevenden van het 5th Marine Regiment, 1st Division Expeditionary Force, waardoor het schizofrene gedrag van Crawford extra werd bevestigd, en ook dat de luchtaanval van de contractanten van Global Security hun het leven had gered.
De dag nadat Randall Stokes in hechtenis was genomen, was hij erg achteruitgegaan en op een ellendige manier gestorven. In quarantaine op de luchtmachtbasis Nellis was hij gestikt in zijn eigen bloed, de manier waarop de slachtoffers van Operatie Genesis hadden moeten sterven. Niet lang daarna was het cryptografen van de NSA gelukt de ingewikkelde code op de harde schijf van Stokes’ computer te kraken en alle gegevens over Operatie Genesis terug te vinden, ook over het fokprogramma en de installatie in het Zagrosgebergte, en de genetische gegevens van deze specifieke vorm van de pest. Er waren zelfs modellen om de verspreiding te voorspellen. De verwachting was dat binnen de eerste drie maanden na de eerste besmetting negentig procent van de mannelijke bevolking in het Midden-Oosten zou zijn uitgeroeid.
Accountants hadden ontdekt hoe het project werd gefinancierd via ingewikkelde geldstromen tussen banken in Zwitserland, op de Kaaimaneilanden en Bermuda, allemaal op naam van de Our Saviour in Christ Cathedral. Het meeste geld was weggesluisd van een fonds dat Defensie na de aanslagen in 2001 beschikbaar had gesteld voor onderzoek in Fort Detrick. En dan waren er nog de giften aan Stokes’ evangelische missie door allerlei bekende, zeer gefortuneerde donoren. Elke instelling of iedere persoon die met Operatie Genesis in verband kon worden gebracht, werd diepgaand onderzocht.
Een week geleden waren Jason en Meat voorgedragen voor een zeer hoge onderscheiding vanwege de heldhaftige manier waarop ze de gruwelijkste daad van bioterrorisme ooit hadden weten te voorkomen. En daar hield het niet op. Er waren nog meer beloningen.
‘Rustig nou maar, het is geen dagvaarding,’ zei Jason geruststellend. Hij stak de envelop naar Meat uit en wachtte totdat die hem zou aannemen.
Meat staarde er echter alleen maar naar. ‘Wat is het?’
‘Maak maar open. Kom op, het bijt niet. Geloof me, je krijgt er geen spijt van.’
Met tegenzin rukte Meat de envelop uit Jasons hand. Nadat hij op de vensterenveloppe had gekeken of zijn naam er wel echt op stond, verbrak hij het zegel.
‘Nadat het huis daar tussen de akkers was afgebrand, hebben ze er zes stoffelijke resten aangetroffen,’ legde Jason uit. ‘Vijf konden niet worden geïdentificeerd. Maar een ervan had een uniek gebitsimplantaat, en bovendien een titanium pin in zijn linkerenkel, die was aangebracht vanwege een voetbalblessure.’
‘Oké,’ zei Meat, die niet goed begreep wat hij daarmee te maken had. Hij keek in de envelop en zag wat eruitzag als de rugzijde van een cheque.
‘De FBI wist de gebitsgegevens te matchen met gegevens in hun database,’ ging Jason verder. ‘En daar troffen ze ook het serienummer van die pin aan.’
Meat verstarde toen hij de inhoud van de envelop eruit haalde. Vol ongeloof gaapte hij Jason aan. ‘Al-Zahrani?’
Jason knikte grijnzend. ‘Een positieve identificatie. En de foto’s die ik had gemaakt voordat dat pand in de fik ging, kwamen uiteraard goed van pas.’
Plotseling voelde het papier tussen Meats vingers erg zwaar.
‘Toe maar, kijk maar,’ zei Jason met een gebaar naar de cheque.
Meat rechtte zijn rug en schraapte zijn keel. Langzaam draaide hij de cheque om. Zijn mond viel open toen hij twee drieën zag en vijf nullen. Hij stond sprakeloos, en dat kwam niet vaak voor.
‘Jouw aandeel in de beloning. Drie miljoen, driehonderdduizend dollar. Meer dan gedacht, want Lillian heeft Global Security ons aandeel laten verdubbelen.’
‘Ik heb haar altijd al graag gemogen,’ zei Meat.
‘Je gaat haar nog veel aardiger vinden. Want de weduwen van Jam en Camel hebben ook een aandeel gekregen. En Anyah, Hazo’s zuster, eveneens. En ik heb ook zo’n envelop voor Tommy. Nou, is dat geen klasse?’ Hij gaf Meat een schouderklopje.
Meat trok zijn wenkbrauwen op. ‘Nou, dit noem ik nog eens een mooie betaaldag.’
‘Daar heb je groot gelijk in.’ Jason hief het glas. ‘Op het feit dat we het hebben overleefd en de strijd kunnen voortzetten.’
‘Daar drink ik op.’ Nadat ze hadden geklonken, nam Meat een grote slok champagne.
‘Hé, Google!’ Ze hoorden een stem met Bostons accent.
Toen Jason zich omdraaide, zag hij Flaherty vol zelfvertrouwen op zich afkomen. En toen Jason de schoonheid aan Flaherty’s arm zag, knipperde hij met zijn ogen.
‘Jezusmina,’ zei Meat. ‘Is dat die archeoloog?’
‘Jazeker.’
Brooke Thompson zag eruit alsof ze zo was weggelopen van de rode loper tijdens de uitreiking van de Oscars, gehuld in een elegante avondjurk die haar slanke vormen goed deed uitkomen.
‘Is ze single?’
‘Flaherty heeft haar al geclaimd,’ antwoordde Jason.
‘De bofkont.’ Meat nam nog een slok.
‘Ha, jongens,’ begroette Flaherty hen opgewekt. Hij schudde Jason en Meat de hand en stelde Brooke aan hen voor.
‘Fijn om jullie moderne helden eindelijk eens te ontmoeten,’ zei ze.
‘Jij bent een heldin,’ zei Jason.
Flaherty schraapte zijn keel en trok zijn wenkbrauwen op.
‘Ja, en jij bent ook een held, Tommy,’ zei Jason met een lach.
Lachend pakten ze allemaal een glas van het blad dat de attente ober hun aanbood.
‘Trouwens, Tommy,’ zei Jason terwijl hij nog zo’n envelop tevoorschijn haalde, ‘ik heb iets voor je.’
‘Dat ziet er belangrijk uit.’
‘Dat is het ook.’ Met een grijns stak Jason Flaherty de envelop toe.
‘Het kan toch wel wachten? Ik bedoel, dit is Brookes grote dag...’
‘Ja, hoor.’ Jason stopte de envelop terug in zijn binnenzak.
Flaherty hief het glas. ‘Op de verslagen vijand en de ons bekende helden.’
Ze klonken en dronken van hun champagne.
‘Het is zeker best spannend om de eregast te zijn van het beroemdste museum ter wereld, vol oeroude voorwerpen,’ zei Jason tegen Brooke. ‘Al die pers, al die glamour...’
‘Ik word er knap zenuwachtig van,’ gaf Brooke toe. Ze keek naar het camerateam van National Geographic dat opnamen van het gala maakte.
Het hoogtepunt van de avond zou haar toespraak zijn, waarbij ze zou vertellen over een oud verhaal vol mystiek, verraad en wraak, geschreven in de oudste geschreven taal ter wereld. Er zou ook de première zijn van een documentaire getiteld Koningin van de nacht, waarna deze in een special van twee uur zou worden uitgezonden op televisie. Brooke vertelde in die documentaire over de voorwerpen uit de tombe in het Zagrosgebergte. Die voorwerpen werden in het British Museum tentoongesteld en waren heel informatief over de begrafenisrituelen uit die periode. Uiteraard werd haar vaak gevraagd waar de voorwerpen precies vandaan kwamen, maar ze hield zich aan het verhaal dat de eigenaar anoniem wilde blijven en als voorwaarde had gesteld dat de collectie aan Irak zou worden overgedragen zodra de politieke situatie stabiel was geworden.
‘Eindelijk mag ik mijn verhaal vertellen,’ zei Brooke. ‘Ik weet alleen niet of de wereld er klaar voor is.’
‘Over je verhaal gesproken,’ zei Flaherty, ‘ik heb ook een envelop.’ Hij haalde die uit zijn zak en gaf hem aan Brooke. ‘Vanochtend per expres bezorgd in het hotel. Maar ik wilde je ermee verrassen.’
‘Wat is het?’ vroeg ze.
‘c14-dateringen,’ antwoordde Flaherty.
Met fonkelende ogen keek ze naar de envelop.
‘Wat voor dateringen?’ vroeg Meat.
‘Van de organische dingen die we in de kluis van Stokes hebben aangetroffen,’ legde Flaherty uit. ‘Het hoofd van Lilith, en de slang, en de rat die de slang had gegeten.’
‘Ik heb mijn buik vol van ratten,’ mopperde Meat.
‘De rat bleek de sleutel tot alles te zijn,’ zei Brooke. ‘De rat was besmet met de pest. Hij was de gastheer. We vermoedden dat toen Lilith de slang ratten voerde, ze is gebeten en ook drager werd.’
‘Jasses,’ merkte Meat op. ‘Die Lilith lijkt me niks.’
‘Nou, laat die dateringen maar eens horen,’ zei Jason. Hij nam nog een slokje champagne.
‘Oké.’ Brookes hart was sneller gaan slaan. Ze haalde de vellen papier uit de envelop, vouwde die open en keek naar de resultaten. ‘Nou, Lilith wordt gedateerd tussen 4032 en 3850 v.C. Precies wat we dachten! En haar DNA... Perzië!’ Ze kreeg er kippenvel van. Perzië, waar Samael Liliths minnaar was geweest... Ze keek naar het volgende papier. ‘De rat... Ongeveer dezelfde datering. En de slang...’ Plotseling verbleekte ze. Hoofdschuddend zei ze: ‘Onmogelijk. Dat kan niet.’
‘Wat is er?’ vroeg Flaherty.
‘Ze konden de slang niet dateren. Er kwamen foutmeldingen.’
Flaherty haalde zijn schouders op. ‘Kan gebeuren, toch?’
‘Maar het zou niet mogen gebeuren,’ zei ze. ‘Organische voorwerpen van 4000 v.C. horen voldoende c14 te bevatten.’
‘Is er geen tijdslimiet voor zo’n test?’ vroeg Jason.
‘Jawel, maar...’
‘Wat is die limiet dan?’ vroeg Flaherty.
Ze beet op haar lip en trok haar wenkbrauwen op. ‘De test kan gedaan worden bij voorwerpen van zo’n vijftig- tot zestigduizend jaar oud. Daarna is er te weinig c14 over om nog iets te kunnen meten.’
Meat verloor alle redelijkheid uit het oog en merkte nuchter op: ‘Nou, dan moet de slang ouder zijn dan zestigduizend jaar.’ Toen grijnsde hij breed, zette grote, griezelige ogen op en fluisterde op angstaanjagende toon: ‘Of misschien is de demonische slang nooit levend geweest.’