33

 

 

Een zware nacht

 

 

 

 

 

Af en toe had Gurney een droom die hartverscheurend droevig was en de essentie van droefheid zelf leek te vormen. In zulke dromen zag hij met een helderheid die niet in woorden te vatten was dat verlies de bron van droefheid was en dat het grootste verlies het verlies van liefde was.

In de meest recente versie van die droom, die weinig meer was dan een korte impressie, was zijn vader gekleed voor zijn werk, zoals hij veertig jaar geleden gekleed was gegaan, en ook in alle andere opzichten zag hij er precies zo uit als toen. Het onopvallende beige jasje en de grijze broek, de verbleekte sproeten op de rug van zijn grote handen en zijn ronde voorhoofd met de wijkende haargrens, de spottende blik die gericht leek te zijn op iets wat zich ergens anders afspeelde, de bijna onmerkbare rusteloosheid die aangaf dat hij hier weg wilde, ergens anders wilde zijn, overal behalve hier, en het vreemde gegeven dat een man die zo weinig sprak als hij zo goed in staat was om met zijn zwijgen zijn ontevredenheid uit te drukken; al die begraven beelden werden tot leven gewekt in een tafereel dat niet langer dan een minuut duurde. Gurney speelde in dat tafereel de rol van een kind, dat die afstandelijke gestalte vragend aankeek en hem smeekte niet weg te gaan, in een droom die zo intens was dat hij warme tranen over zijn wangen voelde stromen, hoewel hij er zeker van was dat hij in aanwezigheid van zijn vader nooit had gehuild, want hij kon zich niet herinneren dat ze in elkaars bijzijn ooit een hevige emotie hadden getoond. En toen werd hij opeens wakker, zijn gezicht nog steeds nat van de tranen, met pijn in zijn hart.

Hij kwam in de verleiding om Madeleine wakker te maken en haar over de droom te vertellen en haar zijn tranen te laten zien. Maar het had niets met haar te maken. Ze had zijn vader amper gekend. En dromen waren per slot van rekening niet meer dan dat. Uiteindelijk hadden ze niets te betekenen. In plaats daarvan vroeg hij zich af welke dag het was. Donderdag. En die gedachte zorgde voor een snelle, praktische verandering in zijn gemoedstoestand die, zo wist hij, de laatste restjes van die verontrustende nacht zou verdrijven en ze zou vervangen door een concreet overzicht van wat hij die dag moest doen. Donderdag. Donderdag zou grotendeels worden besteed aan zijn bezoek aan de Bronx, aan een buurt niet ver van de buurt waar hij was opgegroeid.